FEBRUARIRAMP BRACHT VEEL LEED IN DE
HARTEN VAN HONDERDEN ZEEUWEN
VIJFJAAR GELEDEN rnrd BRES geslagen in DIJKEN en GEZINNEN
Enorm veel werd verwoest, maar
beurzen gingen open en dijken dicht
Wederopbouw met bijkans tomeloze
energie ter hand genomen
HULP VAN OVERAL
Zaterdag 1 februari 1958
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 5
ZONDAGS FEBR.
"s'Gravenhaqe/
•Gouda
:Goerve:
'Owffcf!
ORcOSend.
BELGIË'
'sflntwrpfn
BELGIË
>Antw»rpen
Zpeuvwch Vlaand.
Overstroomde
geb eden
Nieuwe
dijkdoorbraken
Drooggekomen
Ramp V*erd veroorzaakt gögrNW stonh
en spMnanj.in de nacht v.&terd. op
i Gouda
r Gravei
■Gravenhat
6Nov.'53 werd
het laatste stroo
gat gesloten en
warenc{edj]ken
weerdicht- p.
ÏQifcx
Ou werker^]
o Rooiend
itwerpen
In denacht van Vrijdag cp Zaterdag
isde storm hen W. van'Jsland ontslaan
JJsland
Centrum vd. storm
indenachtvZater^
dag op Zondag
\TLANTISCHEj
(Noorw
luitsland
Frankrijk
AAN DE DAKRAND van een huis in
een klein Zeeuws dorp hangen mensen, een
moeder en twee kinderen. Hun handen zijn
verkleumd. Nog een paar minuten, mis
schien zelfs maar een paar seconden, zullen
hun vingers nog drukken op de rand, dan
zal het verschrikkelijke gebeuren. Het vre
selijke, dat de drie mensen reeds lang voor
de met angst doortrokken ogen zweefde: de
verzwelging door het water. Het ontzet
tende is gebeurd. En deze gebeurtenis is ons
bijgebleven als een der afschuwelijkste, die
zich hebben afgespeeld tijdens de rampuren
van de eerste februari van het jaar onzes
Heren 1953. Een der afschuwelijkste, ja,
want daar waren nog talrijke even lugubere
geschiedenissen tijdens die onheuse uren.
Vijf jaar is het thans geleden, dat een
noordwesterstorm en een springvloed een
dramatische aanval uitvoerden op het ter
rein van het Nederlandse kustgebied. Maar
de herinnering aan dit samengaan van de
natuurkrachten ligt ons nog vers in het ge
heugen gegrifd. Een watersnood, zoals wij
in geen eeuwen hadden gekend, trof zuid
westelijk Nederland. Trof het als een dief
in de nacht. Ons land, dat sluimerde in zijn
alledaagse gezapigheid, werd plotseling op
geschrikt. En waar anders de facetten van
de verdeeldheid in ons vaderland met geen
pen zijn te beschrijven, daar kwam nu plot
seling een eenheid. Een eenheid, die zich
manifesteerde in een massale hulp aan de
slachtoffers van de ramp, die zo onver
wacht duizenden gezinnen in rouw dom
pelde.
ZODRA DE EERSTE berichten van een geweldige watervloed bin
nendruppelden, sprongen de mannen uit hun bedden, trokken hun
polder- of lieslaarzen aan, en begaven zich te voet, per boot of per
auto naar onmiddellijk bedreigde gebieden, om daar de helpende
hand te bieden. Maar niet alleen mannen, ook vrouwen staken de
handen uit de mouw. Het Nederlandsche Roode Kruis, dat in de
jongste wereldgeschiedenis al zo vaak op de voorgrond was getreden,
sprong onverwijld in de bres, trommelde zijn mensen op en zette een
grootscheepse hulpactie op touw. Militaire eenheden werden op hun
paraatheid getoetst en trokken naar de Zuidhollandse en Zeeuwse
eilanden, waarop honderden mensen in nood verkeerden. Een nood,
die voor velen onmenselijk werd.
ven zo hoog als in de nacht van 1 febru
ari 1953. De nederlaag, die de mens leed,
leek dan ook volkomen.
En toen, na weken van angstige
spanning, de definitieve dodenlijst
bekend werd, stond het onomsto
telijk vast, dat niet minder dan
1835 mensen bij de ramp waren
omgekomen. Alleen God weet,
waartoe dit alles diende. Driehon
derdduizend landgenoten behiel
den alleen het leven, maar dan
ook niet meer dan dat, want zij
verloren letterlijk alles van hun
have en goed. 72000 door het wa
ter overvallen burgers en boeren
moesten naar andere delen van 't
land worden geëvacueerd. En de
materiële schade was te vinden in
aaneen van hen, wier adem werd afge
sneden door het meedogenloos waterge
weld.
Verknochtheid
Voor velen kwam de hulp te
laat, maar voor vele anderen toch
nog gemkkig op tijd. Een Ameri
kaanse helïkopterpïloot verklaar
de later: „Ik heb mensen uit krui
nen van bomen gehaald. Soms le
ken zij reeds dood, maar kwamen
zij in de warmte, dan bleek het
WE ZOUDEN kunnen doorgaan mei
het opsommen van de verschrikkelijke
tafrelen, die zich hebben voorgedaan in
die eerste dagen van februari. Maar wij,
als Zeeuwen, in het bijzonder de inwo
ners van Nieuwerkerk, Ouwerkerk, Oos-
terland, Stavenisse, Kruiningen, Kort-
gene, Noordgouwe, Sirjansland, St. Phi-
lipsland, enz., weten al deze dingen nog
zo goed. Zij zullen ons bijblijven tot onze
laatste ademtocht.
Hoe groot de slag echter ook is ge
weest, moedig werd aan het herstel be
gonnen. Stap voor stap werd het water
teruggedrongen. Op de gedenkwaardige
zesde november 1953 kon het laatste
caisson worden geplaatst in het gat bij
Ouwerkerk, onder het oog van onze
vorstin
Snel herstel
Nu, vijf jaar na de ramp, zal men op
een dijk bij Kruiningen niet meer het
keetje zien staan met het opschrift „Café
1 februari". De sporen daarvan zijn uit
gewist, evenals de scherpe contouren zijn
verdwenen van de materiële verwoestin
gen van 1953. De destijds ondergelopen
akkers worden thans weer volop be
bouwd. En iedere vreemdeling, die Zee
land binnenkomt, en aan wie men zou
vragen, het geteisterde gebied te wijzen,
zal stellig met zijn handen in het haar
staan. Zeeland heeft niet stilgezeten.
Dank zij de enorme bedragen, die binnen
kwamen bij het Nationaal Rampenfonds,
heeft ons gewest de geleden schade kun
nen herstellen, en daar waar toch al ver
beteringen nodig waren, die veranderin
gen aangebracht. Zeeland werkt weer
aan zijn toekomst. Het Deltaplan werd
geboren. Een plan, dat, zoals iedere
Zeeuw weet, na voltooiing vérstrekkende
gevolgen zal hebben voor de structuur
van onze provincie in al haar geleding-n.
Het is verbazingwekkend hoe snel Zee
land er bovenop is gekomen. Onze stoere
Zeeuwse bevolking logenstrafte de me
ning, dat uit die mateloze verwoesting
niets goeds meer op te bouwen viel. Ge
leidelijk kwamen de geëvacueerden te
rug. En wie het geluk beschoren viel,
niet te hebben moeten vertrekken, werk
te samen met de destijds verdrevenen.
Men toog weer aan het werk. Er werd
echter niet alleen individueel gearbeid.
Ken luchtopname van de overstromin
gen op Schouwen-Duiveland. Op het
dak van een ondergelopen huis zwaait
een man naar een overvliegend toestel»
In Zeeland bundelden instanties en in*
stellingen eikaars krachtien samen. Voor
stellen werden gedaan, plannen gemaakt»
sommige zelfs al uitgevoerd en andere
zijn in vergevorderd stadium van voor
bereiding.
Onder de bezielende leiding van de
commissaris der Koningin in onze pro
vincie, jhr. mr. A. F. C. de Casembroot»
wijdde Zeeland zich aan *de wederop
bouw. Een wederopbouw, die voor ove
rig Nederland ontzaginboezemend is ge
weest. Er ontstonden vele nieuwe, gesa
neerde dorpskernen, dorpshuizen, zieken
huizen, wijkgebouwen, enz. In sommiga
gebieden van het rampgebied werd de
ruil- of herverkaveling energiek ter hand
genomen. Dank zij het geld van het Ram
penfonds en via andere kanalen verrezen
nieuwe scholen, kruisgebouwen, noemt
u maar op. Als onderdeel van het Delta
plan werd het Drie-Eilandenplan geboren
met de uitvoering waarvan men reeds
begonnen is.
EN HET ZIET er thans naar uit»
dat het Zeeuwse gewest een ont
wikkeling tegemoet gaat, waarvan
het de gevolgen nog niet kan over
zien. Zeeland zal ongetwijfeld uit
zijn isolement worden verlost. Dat
dit ook geestelijk de volle inzet
van het Zeeuwse volk zal vragen,
om in de toekomst in Godsvrucht
zichzelf te blijven, is een vast
staand feit. Maar daarop het
oog houdend mag de toekomst
met vertrouwen tegemoet gezién.
worden.
Het is slechts te betreuren, dat
een ramp van een omvang, welke
voor ons onvoorstelbaar leek, en
waarbij bijna tweeduizend mensen
het leven lieten, de beslissende bij
drage daartoe heeft moeten leve
ren.
oceaan
De trek vh.centum v.d. storm
I* Gebietlvd slorm
kaartjes bekijkt, dan zal men zien, dat
het water zich te goed deed aan stre
ken, die tot de welvarendste van Ne
derland werden gerekend. Wij, als
Zeeuwen, die dit alles van nabij en
misschien aan den lijve hebben mee
gemaakt, weten dat natuurlijk alle
maal precies. Nauwkeurig kunnen we
nog aanwijzen, waar het water wel en
waar het water niet kwam. En waar
het dijkgat zat. Dat weten we nog op
de meter af, nu vijf jaar na de ramp.
Ree, we zijn. dat niet vergeten. Hoe
kunnen we dat ook vergeten? De bres
sen, door het water geslagen, zijn
daarvoor te groot geweest....
DE COURANTEN stonden vijf jaar ge
leden vol over de ramp. De ene helft van
Nederland las ze in die dagen van a tot
z, maar de andere helft hielp, waar zij
maar kon, om het leed van de getroffe
nen zoveel mogelijk te verzachten. Het
lijkt ons goed, om in het kort nog even
te vertellen, hoe het in die rampnacht
van 31 januari op 1 februari, die nacht
van de nederlaag, toeging. Met een snel
heid van zestig meter per sekonde stuw
de een ontzagwekkende wind het water
van de zee op, voor een aanval op de
kusten van de lage landen bij de zee.
In de nacht van vrijdag op zaterdag
was een stormdepressie ten westen van
IJsland ontstaan, die met de reeds geme
moreerde snelheid in onze richting trok.
Engeland, België en Nederland werden
dodelijk bedreigd door het water, dat in
het springtij een voor ons gevaarlijke
bondgenoot vond. De zee werd als het
ware als door een reusachtige „magneet"
omhoog getrokken. Het zeewater steeg
voor onze kust 60 tot 70 centimeter hoger
dan o"ït werd waargenomen.
Nacht van de nederlaag
HET HERSTËT
Sluiting vd belangrijkste stroomgaten
Febr'53 Mei '53
O Maart» —Juni
CApril H""1)' tassl
gg^Herstelde diiken
HET RESULTAAT van dit spel der
natuurkrachten is u allen bekend. België
werd door overstromingen aan zijn kust
getroffen. In Engeland sloeg het woelige
water zo toe, dat een paar honderd doden
werden geborgen en circa elfduizend
mensen dakloos werden. Maar verreweg
het zwaarste werd ons land, en werden
met name de Zeeuwse en Zuidhollandse
eilanden, geteisterd. En als wij nu, om
ziend naar de gebeurtenissen, die nu
reeds vijf jaar achter ons liggen, de ba
lans opmaken, dan is het nog steeds on
begrijpelijk, dat Nederland zich zo vol
ledig van deze nationale ramp heeft kun
nen herstellen. We weten allen, dat ons
kleine landje vaker heeft moeten worste
len tegen de aanvallen van zee en wind,
we behoeven ons geschiedenisboekje
maar te raadplegen en we lezen over de
stormvloeden van 1421, 1808, 1825, 1906 en
1916 maar nog nooit kwamen de gol-
Een foto, waaraan weinig woorden
meer behoeven te worden toegevoegd.
Stavenisse, in de eerste fcbruari-dagen
van 1953. Een troosteloos beeld.
Hoe ernstig de verwoesting in Ouwer
kerk was bewijst deze foto, die geno
men werd aan de noordwestelijke kant
van het dorp.
4300 vernielde huizen en tien keer
meer beschadigde huizen, gebou
wen en wat dies meer zij.
Vol vertrouwen
NEGENTIG stroomgaten, 500 dijkbres-
sen en 500 kilometer beschadigde dijk
hadden het water de weg geopend naar
het vredige land, dat in vol vertrouwen
achter de dijken lag. In vol vertrouwen,
ja, en in de overtuiging, dat dergelijke
rampen in de huidige tijd niet meer mo
gelijk waren. Er waren immers zoveel
moderne hulpmiddelen. Bijna heel ons
volk, de zwartkijkers uitgesloten, geloof
de dat. Daarom vooral sloeg de ramp
nacht zo diep in het gemoed van het Ne
derlandse volk. Hulp en nog eens hulp
werd er geboden, in mankracht, goederen
en geld. Hoe groot het medeleven was,
bleek wel uit het feit, dat het Nationaal
Rampenfonds gedurende de eerste we
ken bijna veertig gulden per sekonde
kreeg. Maar niet alleen het eigen land,
ook het buitenland toonde zijn naasten
liefde In een werkelijk schier overdadige
stroom giften en goederen. Nederland
had nog vrienden en dat geeft ons reden
tot dankbaarheid.
Het zou te ver voeren, omstandig te
verhalen, wat zich tijdens de rampdagen
in Zeeland heeft afgespeeld. Laten we
ons daarom beperken tot de meest be
zochte plaatsen. En enkele grepen doen.
Op Schouwen-Duiveland en bij het
uitspreken van die naam komt weer die
Idee van het „vergeten eiland" bij ons
op was het Nieuwerkerk, dat het
grootste dodencijfer telde. De februari-
ramp kerfde een voor van ellende over
dit dorp, die niet uit te wissen is, ook al
herrees de gemeente uit modder en puin
tot schoner bloei. In de dezer dagen ver
schenen uitgave van de Stichting Nieuw
Schouwen-Duiveland, „Gekwelde grond",
verhalen tal van schrijvers van het leed,
dat over de Schouwse en Duivelandse
dorpen kwam.
Veel van het „oude Nieuwerkerk", *o
legt een auteur, zal nimmer terugkeren,
daar het door de zee werd verzwolgen.
Op de dodenakker rijen xioh de kruisen
hart toch nog te kloppen". Enkele
geredde kinderen hadden longont
steking opgelopen, anderen waren
gewond en derden geheel uitgeput
en verstijfd van koude. Sommige
boeren hoe verknocht waren zij
aan hun grondals Zeeuwen we
ten wij, wat dat betekent wil
den niet gered worden, omdat op
de zolder van het door de storm
doorgeblazen huis nog een, varken
vertoefde en snaterende ganzen
waggelden. Maar blijven was on
mogelijk. De polder moest leeg.
EEN LANDELIJK blad schreef in de
eerste dagen van februari „Schouwen-
Duiveland is het Duinkerken van Neder
land" en „Nieuwerkerk is het Duinker
ken van Duiveland". Twee etmalen te
voren speelde een mandolinevereniging
in het nieuwe verenigingsgebouw nog
vrolijke wijsjes. Luttele dagen na de
ramp was de nieuwe aanwinst, de trots
vim het dorp, door woedende golven ka
pot geslagen, overheerste het In-trieste
beeld van totale verwoesting, en was er
schrijnende rouw in vele harten, om de
dood van honderden dorpsgenoten, die
moesten achterblijven, toen de snikkende
geredden werden geëvacueerd.
Onopgesmukt
Reeds eerder was een boek versche
nen „De Ramp", waarin op onopge
smukte wyze werd verhaald van de
trieste lotgevallen van zoveel landge
noten. Over Stavenisse, dat eveneens
tot de ergst getroffen Zeeuwse plaatsen
behoorde, leaen we een sober en rea
listisch geschreven beeld: „Rij het ge
teisterd Stavenisse vluchtte in de
rampnacht een echtpaar. In de woon
kamer van zijn huis stond het water al
boven de knieën. De vrouw was al op
de overloop. De man zou nog even een
tas grijpen, die in de kamer lag. Maar
binnen enkele ogenblikken was het
water nog een halve meter gestegen en
drukte de deur dicht. Hoe de vrouw
ook trok, en de man duwde, konden
de deur niet bewegen. ZQ moest vluch-
>n, hij verdrinken, aan de andere kant
van de deur...."
DENAMONALE RAMP
MET NIETS ONTZIEND geweld
baande het woeste water van de
Noordzee en dat van de in haar uit
mondende stromen zich een weg door
de in de loop der eeuwen zorgvuldig
opgeworpen en zo veilig gewaande
dijken. In minder dan geen tijd ston
den grote gebieden blank. Eilanden
werden binnenzeeën. En als men de
BELGIË
244vll.giulq»n v.n 5nahonelllviten inacHp
Tblaal wprten w 17mlll.undzakta! ddrolM
Standvin. NaMtamp.nlondi ruim t\5mill
2000 vaartuigen en 125 vliegtuigen
in reddingsactie .Stond*.het
Net. Rampenfonds 3,l_mill.gulden
üc Oorzaak van dl ramp
Hel" verloop van de sform