GEDENKDAG
Dankbaar Pro Rege kreeg
meer dan vier ton binnen
C.J.B.T.B. wordt federatie
van provinciale bonden
Voor militair is
verzorging zeer
geestelijke
belangrijk
Als orgaan van overleg is
de SER nog niet geslaagd
Nu kunnen negen militaire
tehuizen worden gebouwd
Sigaretten duurder
Jaarvergadering in Alphen
Schrijven van moderamen Gen. Synode Ned. Herv.
Kerk en sectie Kerk en Strijdmacht
„Electrische
spier
Studieconferentie CNV
Zaterdag 1 februari 1958
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
DE DATUM VAN 1 FEBRUARI zal
voor vele Nederlanders, maar zeker
voor alle Zeeuwen van onze generatie,
niet voorbij kunnen gaan, zonder de
herinnering op te roepen aan die eerste
februari 1953, toen de ramp van de
watersnood onze provincie zo diep
trof.
Het is vandaag vijf jaar geleden
Onze gedachten gaan uit naar die
droeve zondag, toen de storm nog na-
gierde van, zijn nachtelijk tempeest
toen de golven hoog opsloegen over de
landerijen en door de huizen, die die
nacht waren veroverd toen het water
voortging, zijn vernielend werk te
doen. Onze gedachten gaan uit naar
hen, die omkwamen in de verwoesten
de stroom, naar hen, die ze treurende
nalieten, naar hen, die in allerlei op
zicht zoveel verloren en bij wie de
wonden in de jaren, die voorbijgingen,
nog niet konden helen, naar hen, die
de moeiten van het geëvacueerd zijn
ondergingen, en ook de moeilijkheden,
die aan de terugkomst vastzaten, aan
de opruiming en de wederinrichting
en de wederopbouw.
Maar dan vanzelf gaan onze gedach
ten ook uit naar de hulp, die zo aller-
wege en spontaan werd geboden, uit
eigen provincie, uit ons gehele land,
uit het buitenland.
We gaan geen namen noemen, geen
organisaties, geen instellingen. Ieder
van ons kan zich nog zo heel veel le
vendig herinneren. We weten, dat de
noodschreeuw uit Zeeland en de ande
re getroffen gebieden onmiddellijk be
antwoord is met een golf van hulp
vaardigheid, die het hart verwarmde.
DAT IS NU alles vijf jaar geleden.
We kunnen het ons haast niet in
denken.
Enerzijds lijkt het korter.
De herinnering is zo scherp in onze
geheugens gebrand, dat het is, alsof
het pas gebeurd is.
Anderzijds lijkt het veel langer.
Het leven heeft in die vijf jaar zo'n
stroom van gebeurtenissen over ons
doen gaan, dat zelfs deze grote gebeur
tenis naar de achtergrond is gescho
ven.
Daarbij komt, dat het herstel zo snel
Is voortgeschreden.
Zeker men vindt in onze provin
cie nog de plaatsen, waar de tekenen
van de ramp duidelijk zichtbaar zijn.
Maar er zijn ook hele gebieden, waar
de vreemdeling, die Zeeland vóór deze
tijd niet kende, alleen getroffen zal
worden, door het feit, dat er zoveel
nieuwe huizen staan, of houten hui
zen, die aan het oude beeld van Zee
land nagenoeg vreemd waren. Waarin
het hem zal treffen, dat de watergan
gen en de afscheidingen en de wegen
zo prachtig recht gelegd zijn en dat de
boomgroepen, die anders het land
schap onderbreken, hier maar schriel
en schraal zijn, jong opkomend gewas.
WIE ZEELAND VOORHEEN kende,
het land, dat daar lag als een tuin, zal
zo heel erg veel missen. Het
zal hem gaan als de oude Israëlieten,
die de tempel van Salomo gekend had
den en die, toen na de terugkeer uit
ballingschap een nieuwe werd inge
wijd, een brok in hun keel voelden
schieten.
Maar de jongeren juichten, om het
schoons, dat zij tot stand hadden zien
komen.
Die ouderen hadden gelijk. Maar die
jongeren ook.
Wij, die de tijd voor de ramp ken
den, voor wie het Zeeland van toen
zo vertrouwd was, zullen de herinne
ring daaraan altijd met ons mee dra
gen.
Maar hoe langer hoe groter zal de
groep worden van hen, voor wie al
leen dit jongere bestaan heeft en be
staat.
En dat jongere zal nieuwe inhoud
krijgen, nieuwe kleur. De kaalheid zal
verdwijnen en het Zeeuwse landschap
zal weer stralen in een eigen glans.
HET IS ALTIJD MOEILIJK, Gods
wegen te begrijpen. Toen in de eerste
oorlogsdagen de stad Rotterdam ver
woest werd, leek het een onherstelba:
re ramp. Als we thans, vooral bij
avond, over het Rotterdamse viaduct
rijden en we zien dan de verlichte
contouren van de nieuwe stad, terwijl
de nog open plaatsen in het duister
wegvallen, beseffen we: hier verrijst
nieuwe schoonheid.
Dat zal ook voor Zeeland in de toe
komst gelden.
De herinnering aan het oude zal al
meer terugwijken.
Blijven zal slechts de herinnering.
Het levendigst bij-hen, die de tij£ voor
de ramp zelf meemaakten. Als een his
torisch feit, op te bouwen uit beschrij
vingen en tekeningen bij hen, die al
leen het nieuwe zagen.
TOCH ZAL ER één ding zeker moe
ten blijven. En daarom is het goed,
dat op een dag als vandaag over de
ramp geschreven wordt: de herinne
ring.
Die herinnering heeft vele facetten.
Wij denken aan Gods almacht, die
omverblies door de machtige elemen
ten, wat wij in menselijke ijdelheid en
waan als zekerheid voelden.
Wij denken aan de droeve plotselin
ge dood van zo velen, die omkwamen,
aan de angst en ellende, aan de diepe
smart en de grote verliezen van hen,
die de ramp overleefden.
Maar we denken ook aan de grote
moed en inspanning, die zovelen ge
geven hebben, om te redden aan men
senlevens en levende have en kost
baar bezit, als mogelijk was.
We denken aan de reuzeinspanning,
die allerlei instanties in binnen- en
buitenland zich hebben getroost, om
de schade op te vangen en te herstel
len.
We denken aan zoveel hartelijke,
echt-gemeende behulpzaamheid en
gastvrijheid, die van alle zijden tot ons
gekomen is.
We denken ook weer aan de won
derlijke uitzichten, die de wederop
bouw voor onze provincie heeft ge
opend.
En als we dat alles overzien, dan
gaat onze grote dankbaarheid uit tot
God, die in een weg, die wij niet lan
ger begrijpen, zulke grote dingen heeft
gedaan, die voor de toekomst van on
ze kinderen van het grootste gewicht
kunnen zijn.
Zijn weg is in de donkerheid. Maar
wie die weg naspeurt, ziet aan het
eind toch, dat die weg getekend wordt
door een lichtspoor, waarlangs Hij ze
genend voorwaarts gaat. En we kun
nen zingen het oud-Nederlandse lied
der uitredding:
(Van één onzer verslaggevers)
De Actie Vier Ton van de Koninklijke Ned. Militaire Bond Pro Rege
is volkomen geslaagd. Tot op dit moment werd voor ruim f 362.000
geplaatst aan obligaties in de renteloze volkslening. Bovendien kwam
voor ongeveer f 78.000 aan giften binnen. De stand is dus f 440.000,
waarmee de vier ton ruimschoots werd overschreden. De overheid
stelt zich nu garant voor de rente en aflossing van nog vier ton en
Pro Rege kan de negen nieuwe militaire tehuizen bouwen, die zo
dringend nodig zijn. Nog steeds komen bedragen binnen en dat is uit
stekend, want dat geld wordt gebruikt voor de inrichting van deze
tehuizen, die f 135.000 zal vragen.
Kolonel b.d. G. Wielenga, de voorzitter
van Pro Rege, gaf ons een enthousiast
verslag van het verloop der actie. HO is
dankbaar, dat protestants Nederland in
deze tjjd van bestedingsbeperking zonder
meer bereid bleek om dit grote bedrag
ten behoeve van onze mannen in uniform
op tafel te brengen. Dankbaar ook, dat
dit gebeurde in deze vorm van giften en
renteloze leningen, zonder puzzles met
enorme prijzen of wat ook.
Getroffen
Hij is zeer getroffen door de toewij
ding van de 2000 medewerkers, die de
obligaties hebben geplaatst en die in
weer en wind vele duizenden kilome
ters hebben afgelegd. Eén echtpaar is
meer dan 100 avonden op pad geweest.
Een moeder van 9 kinderen trok er op
uit en wist een aardig bedrag te ver
zamelen. Stapels brieven spreken over
groot enthousiasme, vreemde avonturen
en grote liefde bij deze „werkers )p de
buitendienst". Zelfs uit Afrika, Califor-
nië, Nieuw-Guinea en België kwamen
inschrijvingen binnen. Tal van babies
en kleuters werden door hun ouders
tot „aandeelhouders" van Pro Rege ge
maakt.
Tal van provincies laten een groot ver
schil zien tussen de geraamde „aanslag"
en het werkelijk tot dusver binnengeko
men bedrag. Zeeland bleef er het dichtste
Miljoen luchtreizigers
over Atlantic
Voor de eerste maal in de geschiedenis
van de burgerluchtvaart hebben de 14
luchtvaartmaatschappijen, die geregelde
diensten over het noordelijk gedeelte van
de Atlantische Oceaan onderhouden, in
1957 meer dan een miljoen passagiers, nl.
1.023.000 tussen Noord Amerika en Euro
pa v.v. vervoerd. In 1956 was dit aantal
834.800, zodat er een stijging van 22.5
optrad.
De K.L.M. vervoerde in 1957 91.000 pas
sagiers tussen Noord Amerika en Europa
tegen 70.000 in 1956. Dit betekent een toe
name van 29 Het aandeel van de
K.L.M. in het totale luchtvervoer over
de Noordatlantische Oceaan was in 1957
ook groter dan in 1956, nl. 8.9 tegen
8.4
Volgens een publicatie van de IATA
bedroeg het aantal passagiers van de
scheepvaartmaatschappij tussen de Ver.
Staten en Canada aan de ene kant en de
Europese havens aan de andere kant
1.030.000.
Perez Jimenez naar de
Verenigde Staten
De onlangs afgezette president van
Venezuela Perez Jimenez, is uit
Ciudad Trujillo (Dominicaanse Repu
bliek) naar Miami in de Ver. Staten
vertrokken, aldus heeft een woord
voerder van de Venezolaanse junta
donderdagavond te Caracas meege
deeld.
Leeszalen jubileren
De Centrale Vereniging voor Open
bare Leeszalen en Bibliotheken, het
overkoepelend orgaan voor de open
bare, christelijke en rooms-katholieke
leesbibliotheken, bestaat op 18 april
50 jaar. De viering wordt gehouden
op 3 juni.
bij, want hier kwam f 15.400 binnen ter-
wijl de aanslag f15.000 bedroeg.
Voor de actiefste verkopers van obliga
ties waren door tal van firma's fraaie
prijzen beschikbaar gesteld. De drukte op
het bureau van Pro Rege is echter zo
overstelpend, dat de uitslag pas begin
maart bekend kan worden gemaakt.
De bond staat nu voor de grootste taak
om de bouw van de negen tehuizen voor
te bereiden, die door deze geslaagde actie
mogelijk is geworden. Deze tehuizen zul
len verrijzen in Amsterdam, Rotterdam,
Den Haag, Schalkhaar, Grave, Tilburg,
Enschede, Wezep en Hilversum.
Directeur bureau Bond van
Verenigingen voor Chr.
Nijverheidsonderwijs
Het bestuur van de Bond van Vereni
gingen voor Christelijk Nijverheidsonder
wijs heeft met algemene stemmen de
heer mr. G. H. Hoek te Hilversum be
noemd tot directeur van het door deze
bond in te stellen bureau. Dit bureau
zal te Utrecht worden gevestigd, waartoe
reeds een pand is gehuurd.
Tot aan het tijdstip van overplaatsing
blijft het adres van de bond gevestigd bij
het C.N.V. Maliebaan 80 te Utrecht.
Per 10 februari
Besprekingen tussen het ministerie
van Economische Zaken en de Neder
landse sigarettenindustrie hebben de
sigarettenindustrie doen besluiten de
sigarettenprijs met ingang van 10 febr.
met vijf en tien cent te verhogen. De
sigarettenfabrikanten zullen zelf be
palen, welke merken met vijf cent en
welke merken met tien cent meer zul
len worden belast.
Tijdens de onderhandelingen tussen
de sigarettenindustrie en het ministe
rie van Economische Zaken heeft de
sigarettenindustrie het vertrouwen uit
gesproken, dat de regering conform
haar afspraak deze verhoogde belas
ting op sigaretten slechts tot augustus
1959 doet gelden.
(Van één onzer verslaggevers)
De Chr. Jonge Boeren- en Tuindersbond hield te Alphen a. d. Rijn
een goed bezochte en vruchtbare jaarvergadering. Het rapport van de
reorganisatie-commissie met de daarbij behorende concepten voor
statuten en een huishoudelijk reglement werd met algemene stemmen
aanvaard. Dit betekent, dat de structuur van de C.J.B.T.B. een vrij
ingrijpende wijziging zal ondergaan. De bond zal voortaan slechts tien
leden tellen, n.l. de tien provinciale organisaties, die elk volledig ver
antwoordelijk worden voor de gang van zaken in hun gewest. De leden
worden via hun plaatselijke afdeling lid van een provinciale bond
en niet meer van de landelijke C.J.B.T.B. zelf. Hierin is dus het voor
beeld van de organisatie der ouderen gevolgd.
Men is hiertoe gekomen, omdat vol
gens de commissie de verantwoorde
lijkheid in een organisatie zo breed
mogelijk gedragen moet worden.
Daarom koos men voor decentralisa
tie. Het rapport zegt ook, dat de
C.J.B.T.B. geen organisatie voor de
gehele plattelandsjeugd moet worden
Voor het lidmaatschap wordt dan ook
vereist, dat men werkzaam is op agra
risch terrein. Jonge landarbeiders en
jongeren, die b.v. bij agrarische coö
peraties werken, worden door deze
ruime omschrijving niet uitgesloten.
Een samengaan met de meisjes de
Donderdagavond heeft H.M. Koningin
Juliana een bezoek gebracht aan de uit
Indonesië gerepatrieerde Nederlanders in
de legerplaats Budel.
De foto toont de koningin bij een paar
patientjes rechts de negen maanden
oude Willem Bolmeier en links de ander
half jaar oude Irene Karin Lopuian
op het kinderziekenzaaltje
Geestelijke verzorging
repatrianten
Ds. A. Oskamp, nederlands her
vormd predikant te Heemstede, is be
noemd tot geestelijk verzorger van
landgenoten uit Indonesië, die per
schip van Singapore naar Nederland
reizen. Ds. Oskamp zal begin volgen
de week per vliegtuig naar Singapore
vertrekken en de terugreis maken aan
boord van het extra ingelegde schip
„Sydney", dat met 600 repatrianten
naar Nederland komt. Deze gerepa-
trieerden zullen in Budel worden on
dergebracht, waar dominee Oskamp
eveneens de geestelijke verzorging
voor zijr rekening zal nemen.
Dit gedicht, dat door iemand werd geschreven, die de ramp van
nabij heeft meegemaakt, geeft op sobere, maar niettemin treffende
wijze weer, hetgeen zich afspeelde tijdens die trieste dagen van de
eerste februari. Wij meenden daarom goed te doen het vandaag te
plaatsen.
HERINNERING
HET WATER kwam al hoger, hoger
We liepen angstig heen en weer
en dachten: zou het ook nog boven komen,
waar moeten wij dan vluchten in dit weer
INEENS was 't water stil en kwam niet hoger,
en toen het eindelijk zakken ging,
was 't al met modder overtogen
en vele huizen stortten in.
DE STRATEN waren als het ware omgeploegd,
en meubelstukken zo maar weggespoeld,
maar 't ergste toas, toen, met het licht
van velen kwam het droevige bericht.
ZIJ WAREN door het water overstroomd,
en konden niet gered zij moesten sterven.
Zo kwam voor hen de droeve water-dood,
't geluk van velen viel aan scherven.
ER WERD van alle kanten hulp geboden,
bij velen is nu alles weer terecht,
maar zij, die door de dood ons zijn ontnomen,
Zij komen niet terug zij blijven altoos weg.
EN DE HERINNERING aan die dagen
zal altoos blijven in ons hart,
er is toen zo veel leed gedragen,
dat diep gegroefd is door de smart.
ER VIELEN oude mensen, maar ook jong'ren,
en kinderen, soms nog, o, zo kleen,
ze werden allen opgeroepen,
En moesten vroeg van deze aarde heen.
VOOR HEN, die veilig zijn geborgen,
door Jezus' bloed waren gekocht,
voor hen was het de grote morgen:
zij hadden Hem bij leven reeds gezocht.
Mej. K. te V.
O, Heer, Die daar des hemels tente
spreidt
en wat op aard' is hebt alleen bereid,
het schuimig, woedig meer kondt
maken stille
en alles doet naar Uwen lieven wille,
wij slaan het oog tot U omhoog,
die ons in angst en nood
verlossen kont te allen stond,
ja, zelfs ook van den dood.
Het moderamen van de generale syno
de der Ned. Herv. Kerk en de sectie kerk
en strijdmacht hebben zich met een
schrijven gewend tot de kerkeraden en
predikanten inzake de geestelijke ver
zorging van de krijgsmacht. In dit schrij
ven wordt er allereerst op gewezen, dat
het gaan in militaire dienst voor vrijwel
elke jongeman een diepe ingreep in zijn
leven is. Voor sommigen, aldus deze brief
is het zelfs de eerste intrede in de maat
schappij en het vertrek uit het ouderlijk
huis, de overplaatsing ook in een geheel
ander milieu.
Daarom is voor de militair de geeste
lijke verzorging van zeer groot gewicht
en kunnen de kerken slechts dankbaar
zijn, dat haar van overheidswege daartoe
de gelegenheid wordt gegeven.
Het treft het moderamen en de sectie
ieder jaar weer, dat het de grootste moei
te kost om het benodigde aantal predi
kanten te vinden. Een terugkerend tekort
in deze vervult de ondertekenaars dan
ook met grote zorg.
Het schrijven, dat nog eens op het be
lang van de geestelijke verzorging van de
krijgsmacht wijst en op het juiste begrip,
dat er nodig is om aan deze arbeid deel
te nemen, dringt er op aan, dat in de ker
keraden dit onderwerp diepgaand zal
worden besproken, waarbij in het oog
moet worden gehouden, dat het gaat om
jongeren uit de eigen gemeente.
Om tot een oplossing te komen, wordt
aan elke classis gevraagd één predikant
per jaar beschikbaar te stellen. In dit op
zicht wenst het schrijven zich te spiege
len aan het feit, dat in de gereformeerde
kerken ten deze alle classes medewerken.
Twee keer per jaar wordt de vraag om
aanvulling van het bi) de krijgsmacht
Een nieuwe vinding heeft het moge
lijk gemaakt dat invaliden dank zij 't
aanbrengen van een „elektrische
spier" hun kunstledematen zoals han
den en vingers met hun wil kunnen
bewegen, aldus een bericht in het En
gelse daghlad Daily Mail van vrijdag.
Twee jaar geleden ontdekten de
Londense medicus, dr. A. Nightingale
en een groep onderzoekers op de na
tuurkundige afdeling van een Londens
academisch ziekenhuis bij een proef
persoon zeer zwakke elektrische
stroompjes in de afgesneden spieren
van een armstomp, die indien men ze
versterkte nog bruikbaar zouden zijn
om beweging te veroorzaken in bij
voorbeeld een kunsthand.
De 36-jarige Britse onderzoeker, die
de eigenlijke uitvinding deed, Norman
K. Walher, is in Amerika een fabriek
begonnen.
dienend predikantenkorps gevraagd, en
met alle klem wordt er op aangedrongen
op het zien en aanvaarden van de ver
antwoordelijkheid voor dit belangrijke
werk.
In elke classis is een contactpersoon
vanwege de sectie kerk en krijgsmacht,
die, aldus de brief, bereid is persoonlijk
de op het spel staande belangen toe te
lichten in de kerkelijke vergaderingen.
jongerenafdelingen van de C. B. P. B.
wordt door de commissie momen
teel ongewenst geacht.
De organisatie telt thans 6070 leden,
verdeeld over 238 (v. j. 233) afdelin
gen.
Landbouwschap en wij
Op de tweede vergaderdag sprak da
heer J. Aantjes over „Het Landbouw
schap en wij". Hij noemde dit zelf een
„verschrikkelijk ondankbare taak".
Toen de P.B.O. tot stand was, was er
weinig of geen interesse bij oude en
jonge boeren. Nu noemt men het
Landbouwschap „een goed ding" all
de melkprijs omhoog gaat en „waar
deloos" als de heffing betaald moet
worden.
Spr. verwierp deze materialistische
houding. In het Landbouwschap heeft
de overheid een stukje van haar ge
zag aan de boeren en tuinders zelf
overgedragen. Ook dit gezag moet ge
bonden zijn aan wet en evangelie en
ondanks allerlei praktische bezwaren
moet onze groep trachten om dit te
verwezenlijken, aldus spreker.
In deze tien jaar zal worden beslist
welk stempel op de P.B.O. wordt ge
drukt. Van de prot. chr. agrariërs
wordt daarom een krachtige uitbouw
van de vrije chr. organisatie en be
langstelling en medeleven met het
Landbouwschap gevraagd. Hü gaf
tenslotte het volgende „recept": Laat
de vrije organisaties zelf doen wat
maar enigszins gedaan kan worden.
Laat ze daarnaast datgene, wat alleen
de overheid zou kunnen doen, zo veel
mogelijk trekken in het eigen boeren-
orgaan, het Landbouwschap.
Platteland en cultuur
Veel plattelanders zijn van mening,
dat cultuur iets is, wat slechts in de
stad gevonden wordt en dat zeker
niets met hun dagelijkse arbeid te
maken heeft. Dr J. W. v. Hulst toon
de aan, hoe onjuist deze gedachte is.
In zijn oer-betekenis betekent cultuur
het bebouwen van de akker en het
verzorgen van het vee. Het is het
streven van de mens om de aarde be
woonbaar en het leven leefbaar te
maken, naar de Bijbelse opdracht.
In deze zin is de boer dus de pionier
der cultuur.
Ieder, die zijn dagelijkse arbeid in
gehoorzaamheid aan het gebod Gods
zo goed mogelijk verricht, bouwt dus
mee aan de cultuur. Toch is onze cul
turele taak hiermee niet beëindigd.
Naast de eigen arbeid moet de mens
zich ook actief bezig houden met da
andere uitingen der cultuur in schil
derkunst of literatuur, in politiek of
op welk terrein dan ook. Zo moet men
het passieve cultuurbezit van ons volk
in eigen leven actief maken.
Spr. waarschuwde tenslotte tegen
cultuur-pessimisme en cultuur-opti-
misme. Ondanks de huidige situatie,
waarin de menselijke activiteit zich
schijnt te richten op de vernietiging
van de aarde en het menselijk leven,
blijft er voor de christen cultuur
perspectief. Hij weet immers, dat God
deze wereld nooit overgeeft aan da
machten, die Zijn werk ongedaan wil
len maken.
(Van één onzer verslaggeefsters)
„De strijd van de vakbeweging voor medezeggenschap van de werknemers
is met succes bekroond. De Wet op de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie
heeft een groot stuk van het oude ideaal verwezenlijkt. Maar tot op de dag
van vandaag vecht de arbeider nog voor het recht, ook op economisch terrein
mee te mogen spreken. Verschillende zeer vergaande regelingen op dit gebied
zijn tot stand gekomen zonder medeweten van de werknemers. Ook nu eisen
de ondernemers het beslissingsrecht in feite nog voor zichzelf op". Dit ver
klaarde de heer C. J. van Mastrigt op de studieconferentie van het C.N.V., die
was gewijd aan de ontwikkeling van de p.b.o.
De christelijke vakbeweging heeft
al lang gepleit voor de vorming van
vaste organen, die de sociale en eco
nomische belangen van een hele be
drijfstak kunnen behartigen. De So
ciaal Economische Raad, de schakel
tussen het bedrijfsleven en de over
heid, blijkt in de praktijk uitsluitend
een adviesorgaan te zijn.
De produktschappen zijn volgens
de inleider geen echte bedrijfsorga
nen. Buiten de landbouw en de
voedselvoorziening blijkt er trou
wens niet veel behoefte te bestaan
aan dergelijke marktordenende or
ganen. Praktisch zijn de produkt
schappen een voortzetting van oude
organen, die in de oorlog in het le
ven werden geroepen, al hebben zij.
juridisch een ander karakter gekre
gen.
Het aantal bedrijfschappen dat tot
nu toe werd ingesteld, is klein. Be
langrijke bedrijfstakken, zoals metaal
en textiel, zijn zelfs nog helemaal niet
tot een dergelijke organisatie geko
men. Men zou zich kunnen afvragen,
of het de ondernemers uit die bedrij
ven wel ernst is met hun wil tot sa
menwerking met de werknemers. De
S. E. R. kan in deze richting geen
dwang uitcafenen. De wetgever heeft
wel de bevoegdheid bedrijfsorganen in
te stellen, maar volgens het C. N. V.
zou dat in stiijd zijn met de P.B.O.-
gedachte: bedrijfsorganen hebben al
leen kans van slagen, als ze vrijwillig
worden ingesteld na overleg en over
eenstemming tussen werkgevers en
werknemers.
Spr. vroeg zich af, waarom de tot
standkoming van bedrijfsorganen zo
stroef verloopt. Hij betwijfelde, of het
wel juist is dat de regering er genoe
gen mee neemt over belangrijke zaken
die één bepaalde bedrijfstak betreffen,
alleen met de ondernemers te praten.
„Mag de overheid aan de werkgever
niet vragen: waar zijn uw partners?"
De overheid zou ook de reeds bestaan
de organen meer bevoegdheden kun
nen geven, zodat men in de andera
bedrijfstakken „jaloers" wordt. Naar
de mening van spr. moet men zelfs
verder gaan: „Het wordt tijd, dat men
eens nagaat, welke bevoegdheden da
overheid in de loop der jaren tot zich
heeft getrokken, die in wezen aan het
bedrijfsleven horen. Ze zou deze kun
nen overdragen aan de bedrijfsorga
nen", aldus de heer Van Mastrigt.
De diepste oorzaak van de langzame
uitvoering van de P. B. O.-gedachte
noemde spr. echter het wantrouwen.
De ondernemers zijn bevreesd, dat er
maatregelen uit de bus zullen komen,
die niet in het belang zijn van de on
derneming of van de bedrijfstak.