Voor het eerst sinds 1945 daling van het postverkeer bij de PTT ALS DE AVOND VALT... Ontsparing bij de rijkspostspaarbank bedroeg vijf miljoen gulden Gezonde bloei te konstateren bij Chr. Jeugdbond van Natuurvrienden Oude man omgekomen bij brand te Berkum Minister Suurhoff naar Zuid-Afrika Financiële uitkomsten posterijen baarden ernstige zorgen Stel, dat dit gebeurt, terwijl u een belangrijk werkje onder handen hebt. 't Wordt schemerig, daarna donker, de mogelijkheid om verder te gaan wordt ernstig bemoeilijkt, 't Kunst licht was juist niet afdoende, om uw plan te kunnen doorzetten. Er was geen andere* oplossing dan voor die dag ophouden, en hopen op een nieu we dag. Wij werden dus geremd, omdat de avond intrad. Maar, daar was dade lijk de gedachte aan morgen. Denk u nu in, het invallen vmi de avond, zonder die hoop op een nieuwe morgen. Als van het donker niet meer verwacht kan worden, dat het ver drongen wordt door het licht. Zo is het op de leeftijd, die als be jaardenleeftijd wordt gesteld. Wij gaan er niet over twisten, in welke jaren dat al begint. Een enkel jaar geleden noemde iemand de leeftijd van 55, ter wijl op 65 jaar de ouderdom ten volle aan de gang was. Och, als je zó gaat praten Ik heb wel dertigjarigen in mijn leven gehoord, die onder de bejaar den geen onverdienstelijk figuur zou den gemaakt hebben. Bij wie de dege lijkheid zó ontstellend was, dat de uit werking bij anderen in hoofdzaak be lachelijk was. Zo zijn er ook ouderen, bij wie de levensvreugde nog tintelt. Maar, daar komen jaren, waarin het licht gaat verdonkeren en allerlei „remmingen" en „bindingen" zich voordoen. De machtige tekening hier van in Prediker 12, in beeldrijke taal, Is veelzeggend. De dag, de levens- én werkdag, gaat naar het einde. Het gaat er dan om, hoe de levensavond wordt doorge bracht. Dit is heus niet alleen een vraag, omdat tegenwoordig de leef tijdsgrens wat hoger ligt dan in vroe ger tijd. Het is een vraag bij ieder, die tot een levensavond komt. Dan wordt het wel ondervonden, dat het ideaal van: oud-worden, niet ge heel gelijk is aan de praktijk van het: oud-zijn. Dan komen er van die bitterheden door onverstand van de omgeving. Waarom is een bejaard man ineens overal „opa"? Misschien is hij hele maal niet op die titel gesteld. Waar om kan hij niet in de samenleving blijven, die hij voorheen was? Mijn heer die of die. Men kan het soms aan het gezicht van sommige bejaarden zien, dat zij op zulke gemoedelijkheid niet gesteld zijn. Geven zij kort en scherp hun antwoord, wees er dan zeker van, dat u hen pijn doet met uw gemoedelijkheid. Als er iets is, dat bij het ouder wor den prettig stemt, dan is het dit: door de omgeving, de maatschappij, met een zeker respect behandeld te wor den. Daar heeft de ouder wordende mens beslist recht op! Een heel ander punt, dat moeite geeft, is de betrekkelijke vereenza ming. Het geslacht uit de eigen tijd is ten dele of grotendeels verdwenen. Met een véél jonger geslacht het con tact goed te bewaren, is moeilijk. Vooral, wanneer het leven iemand niet veel met de jongeren in aanraking bracht. Maar, zelfs dan, wanneer er een geregeld rapport met jongere ge slachten was, de ouder wordende mens voelt in denken en handelen het on derscheid. Zijn gedachten-wereld is anders dan die van de jongeren. En, als het over praktisch aanpakken gaat, dan mag hij tegen anderen zeggen: je moet het zus of zó doen...., zelf neemt hij het gereedschap niet meer op. Ja maar, zegt daar iemand in de volle kracht'van het leven: je moet toch dankbaar zijn, als je oud gewor den bent, dat je het vroeger hebt kun nen doen Och, m'n beste, ik weet niet, wan neer u persoonlijk iets zal ontnomen worden, hoeveel verkwikking u er dan aan hebt, dat u het vroegtr hebt bezeten. Ik ben erg bang, dat het zal tegenvallen. Er zijn dan meer weemoedige her inneringen, dan dat er oplaaiende dankbaarheid is: ik heb dit geluk zo veel jaren mogen bezitten.... Als de levensavond valt, en 't hart zou nog wel willen, maar de omstan digheden of de krachten laten het niet meer toe om wat te doenwanneer de stroom van het leven zich gestadig voortbeweegt, en de mens wordt „toe schouwer tegen wil en dank", dan ge voelt hij het: ik behoor tot het ge slacht van gisteren! Men spreekt van daag een andere taal dan ik kan voe renen dat geeft de gedachte aan vereenzaming. Daarom is er véél wijs heid en liefde nodig, om de ouder wordende mens te begrijpen. Men zal hier moeten verstaan, dat de bejaarde zelf zijn ogenblikken heeft, waarin hij het ondervindt, hoe alles aan het wegvloeien is. Het is zeer heilzaam, wanneer de een of andere bezigheid de heerlijke gedachte bijbrengt: het leven doet nog beroep op mij! Ook hier is een zeker recht van de ouderdom. Zolang als God een mens laat leven, en er zijn nog mogelijkheden, heeft geen jon gere het recht om meewarig of mis prijzend over arbeid van ouderen te doen. Wij staan soms wel héél ver af van het diep respect, waarmee in het oude Oosten de oudere werd behan deld. De wilde jacht in het Westen brengt er gemakkelijk toe, een oudere als „hinderpaal" te zien. Men moet de uitdrukkingen soms maar eens horen. VOOR HET EERST sinds 1945 trad in 1957, vergeleken met 1956 een daling van het postverkeer op, welke in het binnenlandse verkeer enkele procenten bedroeg. Het telefoonverkeer bleef in 1957 stijgen, maar deze stijging was minder groot dan in voorgaande jaren; zij bedroeg drie procent in het lokale en zeven procent in het interna tionale verkeer. De nettovraag naar telefoonaansluitingen daalde niet alleen door de invloed der recessie, maar ook door de gevoerde tarief politiek die op de afremming was gericht. Dit heeft de directeur- generaal der P.T.T., ir. J. D. H. van der Toorn, medegedeeld in zijn nieuwjaarsrede die hij voor vertegenwoordigers van het personeel heeft gehouden. Ir. Van der Toorn vestigde er de aan dacht op dat het algemene beleid van de PTT in 1957 bepaald werd door een lichte economische recessie, door de be stedingsbeperking en door de noodzaak de financiële resultaten te verbeteren. Deze recessie weerspiegelt zich in som mige verkeerscijfers der PTT, waar van ir. Van der Toorn bovengenoemde voorbeelden gaf. Bij de doorwerking van de beperking der bestedingen moest de invloed wor den opgevangen die uitging van de ho ge investeringen in 1956 en het, door het aanzetten van de remmen, veroor zaakte oplopen der voorraden. Meerjarige begrotingen Ook de aan de PTT leverende indu strieën ondervonden moeilijkheden, aan gezien het noodzakelijk was voor de PTT het bestelnlveau aanzienlijk In te krimpen. Ir. Van der Toorn zeidei „Wij betreu ren het, dat daardoor bij de industrie uitbreidingsplannen moesten worden afgelast of uitgesteld, terwijl in ver scheidene gevallen door hen niet ont komen kon worden om het personeel wat in te krimpen. Wij vertrouwen deze gevolgen binnen zo gering mogelijke perken te kunnen houden met het oog op hun toekomstige activiteiten". Teneinde voor het staatsbedrijf der PTT inderdaad een meer effectief be leid op lang zicht te kunnen voeren, vindt ook bij de bedrijfsleiding der PTT de gedachte van meerjarige begrotin gen bijval. Het afgelopen Jaar zijn daartoe reeds de nodige voorbereidin gen getroffen. De financiële uitkomsten van het staatsbedrijf lieten zich begin 1957 niet rooskleurig aanzien. Vooral de posterijen baarden ernstige zorgen. De factoren die er toe geleid hebben zjjn gemakkelijk aanwijsbaar, aldus de directeur-generaal der PTT. Het gemiddelde loon, Inclusief sociale las ten en secundaire arbeidsvoorwaar den nam, vergeleken met begin 1955, liefst met 28 pet. toe. Ook andere kostenfactoren hadden een stijgend karakter. De totale lasten stegen onrustbarend en het is tegen de ze achtergrond dat de tariefmaatrege len moesten worden gezien die in het afgelopen jaar moesten genomen wor den. De totale baten van het gehele PTT-bedrijf, exclusief de rijkspostspaar bank, vertoonden daarom ondanks de genoemde factoren een verhoging van ruim 14 pet. ten opzichte van 1956. Zij kwamen op het recordcijfer van onge veer vijfhonderdnegentig miljoen gul den. Tocb winstcijfer Ir. Van der Toorn zelde voorts, dat de verhogingen bij de post noodzakelijk waren ter dekking van de verliezen. De beperkte tariefsverhogingen voor het telecommunicatiegedeelte zijn bo vendien bedoeld een bescheiden bijdrage te leveren voor de grote behoefte aan kapitaal van het bedrijf Het laat zich aanzien, dat ondanks het verliescijfer dat de posterijen over 1957 nog te zien zullen geven, het staatsbedrijf in zijn geheel door de ge nomen maatregelen een winstcijfer zal tonen. Ir. Van der Toorn noemde dat een verheugend resultaat, als men het vergelijkt met de oorspronkelijke begro ting voor 1957, waarin een geraamd verlies voorkwam van zes en dertig en een half miljoen gulden. BIJ DE TELEFOON kon in 1957 op de wachtlijst worden ingelopen; het aantal wachtenden verminderde van vijfenvijftigduizend tot tweeenveertig duizend. Ondanks alle moeilijkheden die er zijn geweest kan het aantal aanslui tingen netto toenemen met 52.400; het bedraagt thans 857.000 hoofdaanslui tingen. Het aantal aansluitingen op de draadomroep verminderde in totaal met twintigduizend, hoewel er zestig duizend werden aangelegd. De terug gang is wel voornamelijk te wijten aan de tariefsverhoging van f 24 tot f 30, aldus ir. Van der Toorn. Door het goe de werk van de acquisitie werd bereikt dat ongeveer vijfentwintigduizend abon nees werden aangebracht en ongeveer vijfduizend hun opzeggingen introkken. In 1957 is een bescheiden begin ge maakt met het afstoten van enkele on rendabele netten waarvan de per abon nee berekende kosten veel te hoog la gen. Processen-verbaal De dienst luister- en kijkgelden heeft De koninklijke onderzoekingsboot Shack- leton is ln de wateren rond het Zuid poolgebied tegen een stuk drjjfijs geva ren waardoor er onder de waterlijn een gat ln de romp van het schip kwam. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor, maar wel liep een deel van de la ding waterschade op. De Shackleton maakte de jaarlijkse reis naar de Falk- land-eilanden en de bijbehorende waar nemingsstations. Boven: Met een sloep werd een pomp- installatie overgebracht van het Engelse schip Hr. Ms. Protector, die de Shackle ton ook verder begeleidde. Onder: Bemanningsleden van de Shackleton mengen cement om de schade zo goed mogelijk te herstellen. in 1957 In drieduizend gevallen proces verbaal moeten opmaken wegens over tredingen van de wet op het kijkgeld. De genoemde dienst heeft in 1957 ze ventienduizend processenverbaal opge maakt tegen houders van radiotoestel len die hun toestel niet hadden aange geven. Daarmede ls het totaal aantal processen-verbaal dat de dienst sedert hij met zjjn werk begon ln 1948 geste gen tot meer dan honderdduizend. Met betrekking tot de Postchèque-en Girodienst constateerde ir. Van der Toorn ook een verkeerstoeneming, of schoon relatief gering, van drie en een half procent. De personeelsvoorziening werd ook hier wat gemakkelijker zodat het overwerk kon worden beperkt. Te genover een verlies door 870 ontslagen stond een winst van twaalfhonderd ln dienst genomen krachten. De ontsparing bij de rijkspostspaar bank bedraagt, over geheel 1957 genomen, vijf miljoen gulden, zonder de zeven en veertig miljoen gulden rente te rekenen die in dat jaar op de 4.6 miljoen spaarrekeningen is bijgeschre ven. Hoewel de rente iets werd ver hoogd ondervindt de rijkspostspaarbank de concurrentie van een aantal com merciële banken, terwijl ook een aantal lokale spaarbanken, de boerenleenban ken een hogere rente op de spaargel den geven. De grote opvragingen zijn echter in niet geringe mate het gevolg van de overheveling van spaargelden naar de nationale woningbouwlening. Zelfs bij uitschakeling van deze factoren blijkt echter toch minder gespaard te zijn ln 1957 dan in voorgaande jaren. Duingebied van Noord-Beveland zou verlies van „De Beerhunnen compenseren RUIM HONDERD LEDEN van de Christelijke Jeugdbond van Natuurvrienden hebben dezer dagen vergaderd in de „Plantage" te Zwolle, om daar hun jaarlijks kerstcongres te houden. De officiële opening werd verricht door wethouder P. Coree. Hij deed dit door een lovend woord te richten tot de initiatiefnemers van de C. J. N. „Wij jachtige mensen hebben er behoefte aan in de stilte de wonderen van Gods natuur te beschouwen. Uw bond kan veel doen om bij de jeugd de liefde voor de natuur aan te kweken". Uit de jaarveslagen was op te ma-bondssecretaris, Martien de Jonge, ken dat de C.J.N.zich in een gezonde bloei en in veel vriendschappelijke betrekkingen kan verheugen. De Daartegen moet ons voortdurend pro test gaan, uit eerbied voor het leven. Om eindelijk nog iets te noemen, dat in belang al het andere overtreft: ten tijde des avonds moet het „licht" we zen. Deze uitdrukking uit de profetie van Zacharias is wel bekend. Zij wijst op het uit-eindelijk licht, dat God ver zorgt, wanneer de avond van deze we reld valt. Zo nu is het nodig, dat de ouderwordende mens niet alleen weet van gestadig minderen van de krach ten, maar dat hij in de geest van psalm 84 getuigen kan van een voort gaan van kracht tot kracht. Niemand mene, dat dit bij de ouder dom min of meer vanzelfsprekend is. Het is soms heel opvallend, dat de oudere meer weet van angst en twij fel, dan van voorname, innerlijke rust. Hier werken vanzelf allerlei factoren, zoals: levensleiding, énverwaar lozing van het samentrekken van de geestelijke vragen op zichzelf. Voor wie dit in jonge jaren geen goede regel werd, die zal in de ouderdom daar niet gemakkelijk toe komen. Ook om dat straks de avond valt, is er behoef te aan de overweging van het geloof, dat zich verlaat op de beloften van het evangelie. Zorgen wij dan ook bij hen, voor wie het reeds avond werd, dat het milde evangelie van de vergeving én van het blijde uitzicht hen wordt ge bracht. Alleen deze boodschap spreekt nog van een nieuwe morgen.... Zo dat het de door God bereide verrassing wordt, dat zelfs de hoogbejaarde met trillende mond nog durft fluisteren: toch nog een nieuwe morgen In het licht van die nieuwe morgen kan de avond vredig zijn. Endan heeft óók God Zijn vreugde in zulk "een toestand. G. C. St. Een aantal ministers sommigen vergezeld van hun echtgenote heeft een voorstelling bijgewoond van de „Gysbregt" in de Amster damse stadsschouwburg Op deze foto van de loge herken nen wij v.l.n.r.: minister Hofstra, premier dr. Drees, wethouder De Roos van Amsterdam, minister Klompé, minister Suurhoff, minis ter Helders en geheel rechts kamervoorzitter Jonkman Mr. A. J. A. A. Baron van Heemstra overleden Gisteren is in alle stilte het stoffelijk overschot ter aarde besteld van mr. A. J. A. A. baron van Heemstra, oud-burge meester van Arnhem, oud-gouverneur van Suriname en voorzitter van het Na tionaal Fonds voor Bijzondere Noden. merkte o.m. op, dat de aanvraag voor Rijkssubsidie is ingediend. De wnd. secretaris buitenland en natuurbescherming, Chris Streefkerk, wees er in zijn jaarverslag op, dat de Internationale Jeugdfederatie, waarbij de C.J.N. is aangesloten, voor de leden grote mogelijkheden biedt contacten over de grenzen te leggen. Zo was het voor de C.J.N.-ers dit jaar zelfs mo gelijk een Zweeds kamp in Lapland te bezoeken. Het is verheugend te constateren, dat het aantal afdelingen dit jaar met de helft is toegenomen en dat de vooruitzichten, wat afdelingsaan- was betreft, niet ongunstig zijn. Dit zei de bondspropagandist, Klaas Frans, in zijn jaarverslag. Na de verkiezing kwam het volgen de hoofdbestuur tot stand: voorzitter: Chris Streefkerk; bondssecretaris: Martien de Jonge, secretaris buitenl. en natuurbescherming: Bea Kooien, penningmeester: Rimmerd van Doren, leider Biol. Centrum: Jan Wattel, lei der Biol. Centrum II: Henk v. d. Vlist, redacteur Triëntalis: Ab Kessler, Bondspropagandist: Klaas Frans, Ok- mastraat 14, Kampen. Bondsuitgeef- ster: Gery de Vries. Drs. R. J. de Wit, secretaris van de Contactcommissie voor Natuur en Landschapsbescherming, refereerde over „Natuurbescherming thans". De heer de Wit herinnerde er aan, dat de contactcommissie nog maar enkele da gen geleden jubileerde. In ons land was de eerste exponent van de na tuurbeschermingsgedachte de Vereni ging tot Behoud van Natuurmonu menten. Deze vereniging heeft zich vooral geworpen op aankoop en beheer van terreinen. Thans zijn meer dan 90 verenigingen bij de contactcommissie aangesloten, waaronder ook de Chris telijke Jeugdbond van Natuurvrien den. Ruim 55000 ha van de Nederlandse bodem is nu door aankoop van natuur beschermingsorganisaties en door de overheid veilig gesteld. Dat dit laatste voor aangekochte gebieden eigenlijk maar betrekkelijk is, bleek onlangs weer bij het plan Europoort, waardoor het natuurreservaat „de Beer" in ern stige mate wordt aangetast, zo het door dit plan niet geheel zal verdwij nen. De natuurbescherming tracht ech ter nog zoveel mogelijk van dit mooie internationaal vermaarde vo gelreservaat, te redden. Naar een compensatie wordt ook reeds ge zocht en in verband hiermede werd in de discussie nog gewezen op het duingebied op Noord-Beveland. De voortgaande ontwikkeling van de ruimtelijke ordening biedt voor de na tuurbescherming, welke veelal ook in het planologisch overleg is vertegen woordigd, grote mogelijkheden om aandacht te vragen voor de niet ln geld uit te drukken waarden van de levende natuur. Een minder gunstige uitzondering hierop, vormen de meer technische plannen, vooral die van de Rijkswaterstaat. Een felle brand heeft vrijdagmorgen een boerderijtje te Berkum (genieent» Zwollerkerspel) in de as gelegd. De 89- jarige heer A. van bet Hul is in de vlam men omgekomen. De gezinnen van Jt Seinen en J. Jans werden dakloos. Omstreeks acht uur hoorde de heer Seinen, die met zijn vrouw en kinderen het achterhuis bewoonde, zwak hulpge roep. Hij begaf zich naar de voorkamer, waar Van het Hul woonde. Dit'gedeelte van het huis bleek ree"*: een vlammenzee te zijn. Seinen heeft toen met enkele bu ren getracht buitenom in de voorkamer te komen, maar de hitte was zo groot; dat men de reddingspogingen moest sta ken. Zo snel greep het vuur, dat vermoe delijk door het potkacheltje in de kamer van Van het Hul is ontstaan, om zich heen, dat de overige bewoners van het huis zich ternauwernood in veiligheid konden brengen. De brandweer van Zwollerkerspel en die van Zwolle konden niet verhinderen dat de boerderij en vrij wel de gehele inboedel een prooi van het vuur werden. De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid de heer J. G. Suur hoff, zal in de tweede helft van deze maand een bezoek brengen aan Zuld- Afrika, op uitnodiging van de regering van dat land. De minister zal zich op de hoogte stellen van de omstandighe den waarin de Nederlandse immigran ten in Zuid-Afrika leven. Sinds da oorlog hebben bijna 27.000 Nederlan ders zich er gevestigd. Met Zuid-Afrikaanse autoriteiten zal hij over de toekomstige Immigra tiemogelijkheden spreken. Het aanbod der Zuid-Afrikaanse regering, duizend Nederlanders uit Indonesië op te ne men, zal daarbij ter sprake komen. De minister zal vermoedelijk om streeks de twintigste vertrekken. Ver. voor Calvinistische Wijsbegeerte bezet vijf katheders In de dezer dagen te Amsterdam gehouden huishoudelijke vergadering van de Vereniging voor Calvinistischa Wijsbegeerte zijn als bestuursleden af getreden prof. dr. J. P. A. Mekkes ea prof. dr. C. C. Jonker. In hun plaats zijn gekozen prof. dr. M. C. Smit en prof dr. P. Groen. In de middagbijeenkomst heeft prof. dr. K. J. Popma een referaat gehou den over „De zekerheid van ménse lijk weten". Daarna hield lt.-gen. b.d. M. R. H. Calmeyer een causerie over het werk van de stichting leerstoelen voor Calvinistische wijsbegeerte. Spre ker zei dat sinds 1951 vijf katheders worden bezet, nl. Groningen, Utrecht, Leiden, Delft en Rotterdam en dat men er nog niet in is geslaagd een zesde zetel aan de gemeentelijke universiteit van Amsterdam te be zetten. Voorts wacht ook Wageningen nog op het programma der stichting. In Eindhoven heeft men van rijkswe ge'een leerstoel. Baptisten Gemeenten achter Wereldraad van Kerken De commissie van de Unie van Bap tisten Gemeenten in Nederland heeft zich gesteld achter de verklaring van het Centraal comité van de Wereld raad van Kerken inzake atoom-ont wapening. Deze verklaring is samen gesteld op le vergadering van het centraal comité te New Haven (U.S. A.) op 5 augustus van het vorig jaar. De Unie-commissie heeft besloten de adhesiebetuiging ter kennis van de Nederlandse regering te brengen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 3