Neilla McGrail won meer
dan twee miljoen gulden
Maar het is niet alles goud
wat er blinkt
OSRAM
PROVINCIE
a macLt der zonde
Maandag 18 november 1957
ZEEUWSCH DAGBT.AD
Pagina 3
MODERN SPROOKJE....
V ertrouwenskwestie
van Gaillard
rolt beterplakt beterbrandt beter
Geen proces
tegen generaal
Maleter
JACOBUS BELLAMY (III)
De dichter'Patriot sterft
BESTRALINGSLAMPEN
|üM»«¥ra
ONTWAPENING
IN V.N.
(Van onze Londense correspondent)
Een arme weduwe werd plotseling een rijke vrouw. Maandags ver
stelde ze nog ijverig de oude, half-versleten jurken van haar dochters
en dinsdag hoorde ze, dat ze meer dan tweemiljoen gulden had gewon
nen. Ze wordt door ontelbaren benijd, haar bankrekening opent voor
haar de gouden poorten naar een nieuwe toekomst. Ze behoort nu
zelf tot de „high society", waarover ze vroeger alleen maar las in de
krant. „Geld maakt niet gelukkig" is een afgezaagd spreekwoord,
waar vaak meesmuilend om geglimlacht wordt. En tochals we
naar mevrouw Neilla McGrail kijken, vragen we ons af, of het de
spijker niet precies op de kop slaat
Ingezonden Meded. (adv.)
Neilla McGail heeft geen zede
preken nodig. Ze heeft verklaard, dat
ze zelf wel weet welke gevaren haar
bedreigen en zij zal de nodige maat
regelen nemen om niet verstrikt te
raken in het gouden net, waarin zij
zich heel voorzichtig beweegt.
Zij is naar Londen gegaan en heeft
daar in een hotelkamer van 150 gul
den per nacht geslapen. Ze heeft een
Rolls-Royce met chauffeur gehuurd
en zij laat zich door onbekenden ge
schenken geven. Zij wordt door min
stens twee dedektives begeleid wan
neer ze gaat winkelen en ze schrijft
cheques uit van 1000 pond voor lief
dadige instellingen.
Toto
De grote verandering in haar leven
is veroorzaakt door een toto. Tot voor
enkele dagen was mevrouw Neilla
McGrail geen nationale figuur in
Groot-Brittannië, maar een kleine
hardslovende huisvrouw, die dank zij
uiterste zuinigheid en noeste arbeid
in het onderhoud van haarzelf en
haar twee dochters kon voorzien.
Maar twee weken geleden werden de
uitslagen van Littlewoods bekend ge
maakt en toen bleek, dat één vrouw
de kolom foutloos had ingevuld. Voor
het eerst sinds jaren ging de hele
hoofdprijs van Littlewoods, die niet
minder dan 205.235 pond bedroeg,
naar één persoon: mevrouw de we
duwe Neilla McGrail.
Het was met werken voor altijd
gedaan voor deze dame. Zij kreeg
meteen een dossier in de bureaux van
de Engelse sensatiejournalisten en
mét het werken kwam er tevens een
einde aan haar privé-leven. De woor
den van haar, die in het bezit kwam
van de grootste som die ooit door
Littlewoods werd uitbetaald, gaan het
hele land door en alles wat zij doet
wordt door een legertje reporters ijve
rig in een blocnootje opgetekend.
Haar verleden, haar foto-album, de
kleren van haar dochters, haar meu
bilair alles wordt in woord en
beeld aan de openbaarheid prijsgege
ven. Maar wat erger is: geen enkele
liefdadige instelling in Engeland Iaat
haar met rust. „Het lot is XI gunstig
gezind geweest", zo schrijven de secre
tarissen van verenigingen voor die
renbescherming en van associaties
voor de verspreiding van het nudis
me, theosophisme, anti-racialisme, de
doorbraak van de Britse zedenleer en
de bestrijding van longkanker, „wel
nu, helpt thans het lot van hen die
minder gelukkig zijn, verbeteren".
De dag waarop het nieuws bekend
werd, kreeg mevrouw McGrail niet
minder dan zo'n duizend van derge
lijke oproepen, telefonisch, telegra
fisch en per expresse om nog maar
niet te spreken van de vele persoon
lijke bezoeken.
„Geluk"?
Toen heeft de „gelukkige" dame
verklaard, natuurlijk in aanwezigheid
van de hele Britse pers, televisie en
radio, dat het geld haar en haar al
leen geluk zou brengen en dat zij
het alleen zou besteden op de wijze,
die haar werkelijk het „echte" geluk
zou verzekeren.
Amper was dit feit bekend of me
vrouw McGrail kreeg een nieuwe in
vasie te verduren: weigeschoren, ge-
bolhoede en zwart-geklede bankiers,
accountants, makelaars en mensen
„mét ideeën maar zonder geld" van
allerlei pluimage. Zij brachten me
vrouw McGrail bloemen en visite
kaartjes en vroegen, of zij geen be
hoefte had aan een goed „financieel
raadgever". Maar ook die personen
zouden mevrouw McGrails geluk niet
in de weg staan: in haar woonplaats
was een klein bankfiliaal met een
directeur, die zij goed kende. Hij had
haar luttele spaarduiten goed beheerd
meende zij en nu mocht hij ook
wel de 200.000 pond op de beste ma
nier voor haar investeren.
De man werd* ogenblikkelijk naar
Londen geroepen en op het hoofd
kantoor van zijn bank werd hem mee
gedeeld, dat hij vrij was om zich
voortaan uitsluitend aan de belangen
van de bezitster der tweehonderddui
zend ponden te wijden.
Maar., verstandige en goede voor
nemens alléén is niet genoeg! De dame
heeft reeds een cheque voor 1000 pond
uitgeschreven en de voormalige plaat
selijke bankchef heeft de meeste moei
te om haar aan haar geluk te her
inneren. Want dat „geluk" houdt voor
mevrouw McGrail in, dat zij, als zij
haar kapitaal niet aanroert, ongeveer
12.000 pond per jaar zal ontvangen
aan interest alleen. Daarvan gaat
volgens het Britse systeem twee der
de naar de fiscus, zodat ze over 4000
pond per jaar zal beschikken. Daar
van kan zij met haar dochters rustig
leven.
Moeilijkheden
Er staan mevrouw McGrail echter
twee moeilijkheden in de weg. Als zij
haar levenswijze gevoelig verandert
en zich als een „rijke dame" gaat ge
dragen, zal zij het kapitaal van haar
winst op de „pools" moeten aanspre
ken en dan zal het niet lang duren
voor dit opgebruikt is. En hoe kleiner
het kapitaal, hoe minder rente
Wanneer zij een rustig „onopval
lend" privé-leven wil leiden, is er
voor haar maar één oplossing: Groot-
Brittannië verlaten en met andere
„rijken" aan de Rivièra gaan leven,
in Genève of op de Kanaaleilanden.
De belastingen zijn daar echter veel
lager dan in Engeland en dat weet
elke Brit. Indien mevrouw McGrail
naar het buitenland (of naar de semi-
onafhankelijke Kanaaleilanden) ver
huist, zal men haar verwijten dat zij
de Britse fiscus wil ontvluchten, al
beweert zij ook nog zo stellig, dat zij
alleen maar een „gelukkig" en voor
al rustig privé-leven wenst.
Een reporter heeft over het „ge
luk" van mevrouw McGrail gezegd,
dat haar grootste geluk ligt in het
feit, dat zij weduwe is. „Anders had
den de „pools" vóór eind volgend jaar
weer een echtscheiding op hun gewe
ten", zo meende hij
Premier Felix Gaillard heeft zater
dagmorgen vroeg de vertrouwenskwes
tie gesteld in het Franse parlement, die
hij verbond aan de financiële plannen
van zijn regering. Dinsdagmorgen zal
er over gestemd worden.
Het debat in de Nationale Vergade
ring over het wetsontwerp van de re
gering, dat voorziet in hogere belas
tingen en in bezuinigingen, duurde tot
omstreeks zes uur in de ochtend. De
vergadering was enkele malen onder
broken voor onderhandelingen tussen
de partijfracties om tot compromissen
te komen. De regering deed enkele
concessies.
De conservatieven, die drie minis
ters in de regering hebben, gaan in
beginsel akkoord met de anti-inflatie
politiek van Gaillard, maar zij hebben
er bezwaar tegen, dat zestig procent
van de belastingdruk direct neerkomt
op het zakenleven.
Auto-show in Ycrseke
Vrijdag heeft garage Van Oeveren
te Yerseke een show gehouden van de
nieuwste typen Mercedes-Benz be
drijfsauto's. Uit de grote belangstel
ling bleek, dat er voor de Mercedes-
Benz-produkten grote interessen be
staat bij alle takken van het vervoer.
De geëxposeerde wagens gaven zowel
wat vormgeving als technische afwer
king betreft een niet te vergeten aan
blik. Ondermeer was te zien de LP 331
met een motorvermogen van 165 pk en
voorts nog vele andere typen met ver
mogens variërende van 110150 pk.
Doorlopend werd in zaal Nolet een
film vertoond, waarin duidelijk te zien
was de constructie, produktie en pres
taties van de Mercedes-Benz-fabrieken.
Neem niet langer zo - maar - vloeivraag uitdrukkelijk om Mascotte,
Een medewerker van het Noorse
blad „Morgen Bladet" heeft in dit blad
een artikel geschreven over generaal
Pal Maleter, de militaire leider van de
Hongaarse opstand. Hij is van mening
dat Pal Maleter nimmer voor een Hon
gaarse rechtbank zal verschijnen.
Het hoofd van de Hongaarse rege-
ringsvoorlichtingdienst, Jaros, met wie
hij een onderhoud heeft gehad, zou te
gen hem gezegd hebben dat de zaak-
Maleter een zeer delicate kwestie is,
omdat de betrekkingen tussen Honga
rije en andere landen hierbij in het
geding zijn
In geval het tot een proces tegen
Pul Maleter zou komen, zou het'nood
zakelijk zijn na te gaan, welke betrek
kingen Maleter heeft onderhouden met
de ambassade van Groot-Brittannië en
het Amerikaanse gezantschap in Hon
garije, aldus Jaros.
Hij verklaarde dat Hongarije moei
lijkheden met deze landen wil vermij
den. Volgens de medewerker van
„Morgen Bladet" zal er geen proces
tegen Pal Maleter gevoerd worden,
omdat deze al dood is of omdat men
hem zodanig heeft „behandeld" dat
men hem niet meer in het openbaar
kan laten optreden.
De studententijd van Bellamy is geweest een tijd van dichten, maar
niet van studeren. Zelf zegt hij: „Ik studeer juist niet veel."
Gedichten ter ere van Fransje, natuurzangen, vaderlandse liederen.
„Gezangen mijner jeugd" is zijn eerste bundel, weldra gevolgd door
„Vaderlandse Gezangen" onder de schuilnaam Zelandus (maar ieder
een wist, wie dat was).
We kunnen Bellamy moeilijk bij een
bepaalde richting indelen, hij ging zijn
eigen weg. Een weg van weinig bom
bast en geleerdheid, maar van eenvoud
en natuurlijkheid. Lezen doet nu nie
mand zijn verzen meer, met uitzonde
ring misschien van „Roosje", de ge
schiedenis die zich afspeelt aan het
Zeeuwse Strand.
BELLAMY DE PATRIOT
Veel verzen heeft hij ook gemaakt
ter ere van de Patriotten, waarvan hij
een vurig aanhanger was. Hij dweept
met de woorden vrijheid, volkssouve-
reiniteit en volksweerbaarheid. Hij
heeft ook soldaatje gespeeld als lid
van de exeercitiegenootschappen, ge
richt tegen de Prinsgezinden.
In zijn haat tegen Oranje liet hij
zich te ver gaan, zoals blijkt uit het
vers „Aan een verrader des vader
lands" (waarmee hij stadhouder Wil
lem V bedoelt):
't Was nacht toen u uw moeder
[baarde,
Een nacht zo zwart als immer was.
Een heir van helse geesten waarde,
't Gevogelt liet een naar gekras
Door 't akelig woud tot driemaal
[horen
Tot ramp voor 't vaderland geboren,
Is hij ten vloek des volks gesteld!
Verrader, monster, vloek der aarde,
Vernederd schepsel der natuur!
Gods wraak, die u tot heden spaarde,
Verdelge u eens door 's hemels
[vuur!
Hier is Bellamy een typische volge
ling van de revolutionaire vorsten-
haters. Willem V was een zwak vorst,
maar deze regels beschrijven een ty-
ran.
KWAALTJES EN
ONGELUKKEN
De studententijd is ook een tijd van
ziek-zijn. Uit zijn brieven weten we
Ingezonden Meded. (adv.)
zon
met
ULTRA-VITALUX OF THERATHERM
er een en ander van. 't Is het ene
klaaglied na het andere.
Een pasbeginnende dokter zou al
aardig op dreef zijn, als hij al de kwa
len, die nu in één man, verenigd zijn,
bij verschillende patiënten te behan
delen kreeg. Hoofdpijn en kiespijn
kwellen hem voortdurend, verkoud
heid komt ook nogal eens voor, waar
bij hij soms moest hoesten. Ook hoest
hij wel zonder verkouden te zijn! Op
't college heeft hij zijn scheenbeen
tegen de bank gestoten, heeft er een
papier met jenever op gelegd, maar 't
wil slecht genezen. „Terwijl ik in Zee
land zo dikwijls een gat in mijn been
heb gestoten, doch het genas terstond;
maar hier zal ik nog vóór mijn tijd
sterven". En wat zegt u van zinkingen
op de ogen, een bloedzweer aan de
keel, rheumatiek, een gezwollen grote
teen, een verstuikte voet, en het ergste
van al: podraga, waardoor hij in de
strenge winter van 1783 op '84 niet
kan schaatsenrijden en dikwijls huls
arrest heeft.
Zelf klaagt hij: „Alles wat ik nooit
gehad heb, krijg ik hier. Ik ben voor
dit land niet gemaakt. Men zegt, dat
dé lucht hier zo bij uitstek gezond is,
maar voor mij is dè Zeeuwse lucht vrij
wat gezonder".
Toch zag Bellamy er niet uit als een
teer poppetje. Hij wordt ons beschre
ven als een opgeruimde jonge man
met een spitse neus en donkerblauwe
ogen, met brede borst en schouders,
sterke armen en benen en stevige
spieren.
Ging hij teveel uit? Was hij mis
schien een „boemelstudent"? We we
ten het niet zo precies. Maar de meis
jes schijnen toch een machtige beko
ring op hem gehad te hebben. Hij had
een vurig temperament, een zinnelijke
natuur. „Mijn bloed is te vurig". In
Utrecht heeft hij veel vriendinnen.
Voor Henriëtte maakt hij een vers,
maar met deze beperking: „Fransje is
zijn alles, zijn Leven".
Ook drinkt hij meer dan goed ls
voor zijn gestel.
Bij deze ellende komt nog zijn voort
durend geldgebrek. Wel zorgen Zeeuw
se vrienden voor de kosten van zijn
studie, maar een student heeft nu
eenmaal nog al wat nodig.
„Die knagende, dreigende, vloeken
de en rustverstorende creaturen, die
men schuldeisers noemt, scharen hun
slagorden van rondom tegen mij",
roept hij verbitterd uit.
BELLAMY STERFT
Zijn laatste vakantie die hij in Zee
land doorbrengt, is de kerstvakantie
van 1785. Hij gevoelt zich niet goed,
het is vooral zijn zieke pootje, dat hem
last veroorzaakt. Op de terugreis, eind
januari 1786, heeft hij bovendien nog
kou gevat. Hij is er niet meer bovenop
gekomen. Na een paar weken zijn de
brieven, die hij aan Fransje schrijft,
onleesbaar. Een maand, nadat hij in
ABTSKERKE
Oliebollehdag. Door de vrouwenvereni
ging „Wees een Zegen" werd ten bate
van de kerkvoogdij der Ned. Herv. ge
meente een oliebollendag georganiseerd.
Deze heeft netto f75,opgebracht.
ANNA JACOBAPOLDER
Dominee's, geeft acht! Dit was de titel
van de documentaire film die donderdag
avond werd getoond in „Ons Dorpshuis".
In deze film werd het publiek de oplei
ding getoond van legerpredikanten.
Vooraf had Ds. Kr. Smit een causerie
gehouden over het werk van de geeste
lijke verzorging onder de jongens in het
leger.
Vergadering N.C.V.B. De plaatselijke
afdeling van de N.C.V.B. hield haar
maandelijkse vergadering onder leiding
van haar presidente mej. J. W. C. van
Strien.
De spreker van deze avond was Ds.
Breure van Oud-Vossemeer. Zijn onder
werp handelde over „Christelijke vrij
heid". De volgende vergadering is de
Kerstavond en zal op 16 december ge
houden worden.
Vier nieuwe leden gaven zich op. De
afdeling telt nu 81 leden.
Utrecht is teruggekomen, schrijft zijn
dokter het ergste aan zijn moeder.
Zonder zijn moeder of zijn meisje
weergezien te hebben, sterft hij 11
maart 1786 in tegenwoordigheid van
twee vrienden, die de laatste nacht
van zijn leven bij hem gewaakt heb
ben en bij zijn sterven voor zijn bed
staan. Een van hen geeft verslag van
de laatste dagen van Bellamy in een
brief aan Fransje, waarin hij haar ver
loofde tekent op deze manier:
„Bellamy was mij een edel en zeer
vertrouwelijk vriend. Zijn karakter
was edel en schoon, zijn verstand hel
der, zijn oordeel juist, z(jn dichtver-
nuft oorspronkelijk en schoon, zijn
luim hem altijd eigen en zeer ken
baar".
En Fransje? Ze is kapot van droef
heid en zoekt haar troost bij de geest
verwante vereersters van Bellamy, de
schrijfsters Betje Wolff en Aagje De
ken. Vijf weken ligt ze er ziek en na
haar langzaam herstel gaat ze weer
terug naar Vlissingen.
In een brief aan een vriend van
Bellamy stort ze haar treurend hart
uit: „Eeuwig zal ik mijn verlies be
treuren, mijn verlies is te groot, te
treffend. Ik ben alles kwijt. Hoe nauw
waren onze zielen aan elkaar verbon
den. Genoegen kan ik niet meer heb
ben, alles is en blijft mij zo onver
schillig. Maar, troostvol denkbeeld
eens zal de tijd komen, dat ik eeuwig
met hem verenigd zal worden. Dan
zullen we nimmer gescheiden, maar
altoos bij elkander wezen".
Tot 1807 blijft ze in Vlissingen wo
nen (waarschijnlijk stierf toen haar
moeder) en haar verdere levensdagen
brengt ze door in het stille Kapelle
bij Goes, waar ze in 1837 overlijdt,
bijna 80 jaar oud.
Vlissingen heeft als herinnering aan
hem het Bellamypark, waar een mo
nument ter ere van de Vlissingse vrou
wen Wolff en Deken is opgericht.
L. v. W.
21)
„Moore-Kingdon. Een beloning
wordt uitgeloofd voor ieder, die het
adres kan verschaffen, indien nog in
leven, of volledige bijzonderheden
over de dood van Mary of Maimie
Sara Moore, enig kind en erfgename
van wijlen Richard en Sara Moore,
Portland Place 156, Londen W„ die
te Bournemouth huwde met Henry
Kingdon, student in de medicijnen,
en verondersteld wordt naar het bui
tenland te zijn gegaan. De bovenge
noemde dame heeft volgens het tes
tament van haar moeder, recht op
een grote som gelds, nu onder be
rusting van de heren Sim en Proc
ter, zaakwaarnemers, Londen W. C.,
aan wie alle mededelingen moeten
worden gedaan."
Mary Kingdon zou later nooit meer
hebben kunnen vertellen, wat door
haar gedachten ging, toen zij eindelijk
de volle betekenis van deze regels be
greep. Vele gewaarwordingen beheers
ten haar triumf, vrees, hoop, twij
fel maar wat alles overheerste was
triumf.
Hier was overvloedig brood voor
Harry's kind!
Een ogenblik zag zij in haar gedach
ten de toekomst, wanneer Maisie rqk
en goed verzorgd zou zijn en gelukkig,
ondanks haar gemis.
De klagende stem van het kind wek
te haar uit de betovering.
door
LESLIE KEITH
Het werken was haar onmogelijk.
Een Creools meisje kwam om over een
nieuwe hoed te beraadslagen, maar zij
werd afgewezen. Ze sloot de deur en
deed de blinden voor de ramen, om zo
haar klanten te beduiden, dat zij niet
thuis was. In die schemering ging zij
voor een oud schrijfbureau zitten, dat
geheel gevuld was door een grote hoe
veelheid papieren, in pakken samen
gebonden. Harry Kingdon had al zijn
correspondentie bewaard. Ze vond daar
alles wat zij hem ooit had geschreven
en legde die terzijde.
De overblijvende brieven waren
voor haar doel van weinig betekenis
met uitzondering van twee bitter boze
brieven van moeder, die haar kind van
zich had gestoten en alle verdere cor
respondentie afwees. Ze las deze nauw
keurig twee keer door.
Deze legde ze bij een stapeltje, dat
ze aan de ene zijde van het bureau
verzamelde. Ze voegde er een paar
brieven b(j, die aan haar man waren
gezonden door zijn studiemakkers en
twee foto's. Naar een van deze, die
een jonge, knappe man, met een zacht
en ectel gezicht, voorstelde, keek zij
lang en kuste die hartstochtelijk, voor
zij die neerlegde; naar de ander keek
zij nauwelijks met een blik van ver
achting. Een geboorte- en een huwe-
lijksacte waren de enige papieren,
waarmee zij de stapel aan de ene kant
van het bureau vermeerderde.
Twee dagen gingen voorbij voordat
Maisie Larry Fogo ontbood en toen
kwam hij, tamelijk laat op de avond.
Ze was alleen, maar ze was niet aan
het werk. Alles, wat-daaraan herinner
de, was zelfs weggeruimd.
Hij zag duidelijk aan haar hoge kleur
en half-afwezige manieren, dat er
nieuwe invloeden aan het werk waren.
De krant, die hij haar had gezonden,
lag open bij de aangehaalde adverten
tie, alsof ze die eerst nu had gelezen.
„Is het iets?" vroeg hij, toen hij ging
zitten.
Haar blik volgde de zjjne.
„Iets? Wel alles!" zei zij vergeten
de, dat zjj twee dagen had gehad, om
aan het onverwachte nieuws te wen
nen.
„Slaat het werkelijk op jou?"
„Hoe kun je er aan twijfelen?" vroeg
zij, terwijl ze hem aanstaarde. „Is er
een andere Harry Kingdon, die aan die
beschrijving beantwoordt?"
„Ik weet het niet."
„Natuurlijk kun je het niet weten,
wij waren al lang getrouwd, toen wij
jou voor het eerst ontmoetten, en Har
ry sprak nooit over zijn leven in En
geland. Het was voor hem een pijnlijk
onderwerp. Zelfs tegen mij sprak hij
er nauwelijks over. Ze waren zo wreed
tegen hem, ze beledigden hem.
„Je familie?" vroeg hij, trachtend
haar te begrijpen. „Je moeder, je va
der?"
Tot zijn verwondering kleurde zij
hevig en werd toen even plotseling
bleek.
„O, laten wij die herinneringen niet
weer oproepen!" zeide zij. Een rilling
ging door haar lichaam. „Ik kan het
je niet vertellen. Ik moet mijn ogen
er voor sluiten. Zie je niet, dat het mij
zwak zou maken? En ik moet sterk
zijn, zo sterk als een leeuw, om voor
Maisie te vechten".
„Je behoeft niet te vechten, als dit
waar is", hij wees naar de krant.
„Denk je niet?" zeide zij. Ze was ge
heel in de war. „Natuurlijk weet ik,
dat ik Harry's identiteit zal moeten
bewijzen. Maar ik heb al de papieren,
brieven en acten en alles. Ik heb ze
uitgezocht.
(Wordt' vervolgd)
ST. ANN ALAND
Voor „Vrederust". Door de plaatselijke
correspondent te SintAnnaland werd
over 1957 een bedrag van f 68,overge
maakt ten bate van de stichting „Vrede
rust" in Bergen op Zoom.
Nieuwe veiling? Op vrijdag 22 novem
ber a.s. zal er in de zaal van de heer
lm. Rijnberg te Sint-Annaland een be
langrijke vergadering gehouden worden
van de Land- en Tuinbouwvereniging
„Sint-Annaland en Omstreken". Onge
twijfeld zal voor deze vergadering van
de zijde der leden zeer grote belangstel
ling bestaan, daar op deze avond de
bouw van een nieuw veilingsgebouw zal
worden overwogen.
KAPELLE
Klaprooscollecte. De opbrengsten van
de Klaprooscollecte bewegen zich de
laatste jaren in Kapelle in stijgende lijn.
Dit jaar was de opbrengst f221,46.
Signaal-hoorn afdeling. De muziekver
eniging „Ons Genoegen" alhier heeft een
signaal- en hoornafdeling opgericht. Deze
bestaat uit jongens van 9—12 jaar. Er zijn
reeds verschillende leeilingen voor deze
afdeling en men is nu begonnen met
propaganda om er nog meer bij te krij
gen.
AXEL
Lezing. Vrijdagavond a.s., zal in ,,'t
Centrum" te Axel door mr. T. Dieleman
een lezing worden gehouden over: „Waar
vandaan stamt de Axelse bevolking?"
VOLPH AARTSDIJK
Vrederust. Voor de afd. Vrederust trad
in de Ned. Herv. kerk op Ds. M. Heer
schap, pred. Geref. Gem. te Borssele. Hij
sprak over de woorden „Breng hem tot
Mij". Met grote aandacht werd naar deze
spreker geluisterd.
OVEZANDE
Collecte. De opbrengst van de Klap
rooscollecte bedroeg f26,15.
OOST- EN WEST-SOUBURG
Geref. Jeugdcentrale. De Geref. Jeugd-
centrale vierde in de zaal „Rehoboth"
haar 25-jarig bestaan onder leiding van
de heer B. Koole Jr.
De voorzitter deelde mede dat begin
maart 1958 nog een feestavond zal wor
den gehouden. Dan zal een toneelstuk
worden opgevoerd.
Uit het jaarverslag van de penning-
meesteresse bleek dat er een flink batig
saldo was, maar dit zal volgend jaar ge
heel worden uitgegeven aan zaalhuur. De
eigen vergaderruimten zijn ni. door uit
breiding van het ledental veel te klein
geworden zodat men nu andere verga
derruimten moet huren.
In Souburg is men druk bezig met een
aktie voor een nieuw jeugdhuis. In ver
band met deze aktie zo deelde de
voorzitter mede zal een grote papier-
aktie op touw worden gezet. De ophaal
dag zal zijn zaterdag, 7 december 1957.
De feestavond was verder geheel ge
vuld met voordracht, zang en spel. Voor
al het toneelstukje van de meisjesclub
werd erg goed gespeeld.
Aan het eind van de vergadering heeft
de jeugdcentrale afscheid genomen van
mej. L. Koppejan, penningmeesteresse,
zij gaat nog niet helemaal uit het jeugd
werk want zij is leidster van de meisjes
club geworden.
Tot penningmeesteresse werd gekozen
mej. N. Koole. De heer B. Koole Jr. is
weer herkozen als voorzitter.
De besprekingen in de Algemene
Vergadering van de V.N. over de sa
menstelling van de ontwapeningscom
missie zijn vrijdag verdaagd tot dins
dag. Vóór de vergadering uiteenging
dienden Zweden, Zuid-Slavië en India
een amendement in op de Canadees-
Japanse resolutie, volgens welke de
ontwapeningscommissie die op het
ogenblik bestaat uit de 11 leden van
de Veiligheidsraad plus Canada uit
gebreid dient te worden met de tien
volgende landen: Argentinië, Austra
lië, België, Birma, Brazilië, India, Ita
lië, Tsjecho-Slowakije, Tunesië en
Zuid-Slavië.
In dit amendement werd het voor
stel gedaan ook Noorwegen, Polen,
Egypte en Mexico zitting te laten ne
men in de ontwapeningscommissie.
Toen dr. Richard Woolley, F.R.S.,
de Astronomer Royal, op 11 november
van Londen Airport naar Rusland ver
trok waar hij veertien dagen lang
lezingen zal gaan houden verkon
digde hij de mening dat de ruimte
vaart een enorme verspilling van be
lastinggelden betekent.