Neilla McGrail won meer dan twee miljoen gulden Maar het is niet alles goud wat er blinkt OSRAM PROVINCIE a macLt der zonde Maandag 18 november 1957 ZEEUWSCH DAGBT.AD Pagina 3 MODERN SPROOKJE.... V ertrouwenskwestie van Gaillard rolt beterplakt beterbrandt beter Geen proces tegen generaal Maleter JACOBUS BELLAMY (III) De dichter'Patriot sterft BESTRALINGSLAMPEN |üM»«¥ra ONTWAPENING IN V.N. (Van onze Londense correspondent) Een arme weduwe werd plotseling een rijke vrouw. Maandags ver stelde ze nog ijverig de oude, half-versleten jurken van haar dochters en dinsdag hoorde ze, dat ze meer dan tweemiljoen gulden had gewon nen. Ze wordt door ontelbaren benijd, haar bankrekening opent voor haar de gouden poorten naar een nieuwe toekomst. Ze behoort nu zelf tot de „high society", waarover ze vroeger alleen maar las in de krant. „Geld maakt niet gelukkig" is een afgezaagd spreekwoord, waar vaak meesmuilend om geglimlacht wordt. En tochals we naar mevrouw Neilla McGrail kijken, vragen we ons af, of het de spijker niet precies op de kop slaat Ingezonden Meded. (adv.) Neilla McGail heeft geen zede preken nodig. Ze heeft verklaard, dat ze zelf wel weet welke gevaren haar bedreigen en zij zal de nodige maat regelen nemen om niet verstrikt te raken in het gouden net, waarin zij zich heel voorzichtig beweegt. Zij is naar Londen gegaan en heeft daar in een hotelkamer van 150 gul den per nacht geslapen. Ze heeft een Rolls-Royce met chauffeur gehuurd en zij laat zich door onbekenden ge schenken geven. Zij wordt door min stens twee dedektives begeleid wan neer ze gaat winkelen en ze schrijft cheques uit van 1000 pond voor lief dadige instellingen. Toto De grote verandering in haar leven is veroorzaakt door een toto. Tot voor enkele dagen was mevrouw Neilla McGrail geen nationale figuur in Groot-Brittannië, maar een kleine hardslovende huisvrouw, die dank zij uiterste zuinigheid en noeste arbeid in het onderhoud van haarzelf en haar twee dochters kon voorzien. Maar twee weken geleden werden de uitslagen van Littlewoods bekend ge maakt en toen bleek, dat één vrouw de kolom foutloos had ingevuld. Voor het eerst sinds jaren ging de hele hoofdprijs van Littlewoods, die niet minder dan 205.235 pond bedroeg, naar één persoon: mevrouw de we duwe Neilla McGrail. Het was met werken voor altijd gedaan voor deze dame. Zij kreeg meteen een dossier in de bureaux van de Engelse sensatiejournalisten en mét het werken kwam er tevens een einde aan haar privé-leven. De woor den van haar, die in het bezit kwam van de grootste som die ooit door Littlewoods werd uitbetaald, gaan het hele land door en alles wat zij doet wordt door een legertje reporters ijve rig in een blocnootje opgetekend. Haar verleden, haar foto-album, de kleren van haar dochters, haar meu bilair alles wordt in woord en beeld aan de openbaarheid prijsgege ven. Maar wat erger is: geen enkele liefdadige instelling in Engeland Iaat haar met rust. „Het lot is XI gunstig gezind geweest", zo schrijven de secre tarissen van verenigingen voor die renbescherming en van associaties voor de verspreiding van het nudis me, theosophisme, anti-racialisme, de doorbraak van de Britse zedenleer en de bestrijding van longkanker, „wel nu, helpt thans het lot van hen die minder gelukkig zijn, verbeteren". De dag waarop het nieuws bekend werd, kreeg mevrouw McGrail niet minder dan zo'n duizend van derge lijke oproepen, telefonisch, telegra fisch en per expresse om nog maar niet te spreken van de vele persoon lijke bezoeken. „Geluk"? Toen heeft de „gelukkige" dame verklaard, natuurlijk in aanwezigheid van de hele Britse pers, televisie en radio, dat het geld haar en haar al leen geluk zou brengen en dat zij het alleen zou besteden op de wijze, die haar werkelijk het „echte" geluk zou verzekeren. Amper was dit feit bekend of me vrouw McGrail kreeg een nieuwe in vasie te verduren: weigeschoren, ge- bolhoede en zwart-geklede bankiers, accountants, makelaars en mensen „mét ideeën maar zonder geld" van allerlei pluimage. Zij brachten me vrouw McGrail bloemen en visite kaartjes en vroegen, of zij geen be hoefte had aan een goed „financieel raadgever". Maar ook die personen zouden mevrouw McGrails geluk niet in de weg staan: in haar woonplaats was een klein bankfiliaal met een directeur, die zij goed kende. Hij had haar luttele spaarduiten goed beheerd meende zij en nu mocht hij ook wel de 200.000 pond op de beste ma nier voor haar investeren. De man werd* ogenblikkelijk naar Londen geroepen en op het hoofd kantoor van zijn bank werd hem mee gedeeld, dat hij vrij was om zich voortaan uitsluitend aan de belangen van de bezitster der tweehonderddui zend ponden te wijden. Maar., verstandige en goede voor nemens alléén is niet genoeg! De dame heeft reeds een cheque voor 1000 pond uitgeschreven en de voormalige plaat selijke bankchef heeft de meeste moei te om haar aan haar geluk te her inneren. Want dat „geluk" houdt voor mevrouw McGrail in, dat zij, als zij haar kapitaal niet aanroert, ongeveer 12.000 pond per jaar zal ontvangen aan interest alleen. Daarvan gaat volgens het Britse systeem twee der de naar de fiscus, zodat ze over 4000 pond per jaar zal beschikken. Daar van kan zij met haar dochters rustig leven. Moeilijkheden Er staan mevrouw McGrail echter twee moeilijkheden in de weg. Als zij haar levenswijze gevoelig verandert en zich als een „rijke dame" gaat ge dragen, zal zij het kapitaal van haar winst op de „pools" moeten aanspre ken en dan zal het niet lang duren voor dit opgebruikt is. En hoe kleiner het kapitaal, hoe minder rente Wanneer zij een rustig „onopval lend" privé-leven wil leiden, is er voor haar maar één oplossing: Groot- Brittannië verlaten en met andere „rijken" aan de Rivièra gaan leven, in Genève of op de Kanaaleilanden. De belastingen zijn daar echter veel lager dan in Engeland en dat weet elke Brit. Indien mevrouw McGrail naar het buitenland (of naar de semi- onafhankelijke Kanaaleilanden) ver huist, zal men haar verwijten dat zij de Britse fiscus wil ontvluchten, al beweert zij ook nog zo stellig, dat zij alleen maar een „gelukkig" en voor al rustig privé-leven wenst. Een reporter heeft over het „ge luk" van mevrouw McGrail gezegd, dat haar grootste geluk ligt in het feit, dat zij weduwe is. „Anders had den de „pools" vóór eind volgend jaar weer een echtscheiding op hun gewe ten", zo meende hij Premier Felix Gaillard heeft zater dagmorgen vroeg de vertrouwenskwes tie gesteld in het Franse parlement, die hij verbond aan de financiële plannen van zijn regering. Dinsdagmorgen zal er over gestemd worden. Het debat in de Nationale Vergade ring over het wetsontwerp van de re gering, dat voorziet in hogere belas tingen en in bezuinigingen, duurde tot omstreeks zes uur in de ochtend. De vergadering was enkele malen onder broken voor onderhandelingen tussen de partijfracties om tot compromissen te komen. De regering deed enkele concessies. De conservatieven, die drie minis ters in de regering hebben, gaan in beginsel akkoord met de anti-inflatie politiek van Gaillard, maar zij hebben er bezwaar tegen, dat zestig procent van de belastingdruk direct neerkomt op het zakenleven. Auto-show in Ycrseke Vrijdag heeft garage Van Oeveren te Yerseke een show gehouden van de nieuwste typen Mercedes-Benz be drijfsauto's. Uit de grote belangstel ling bleek, dat er voor de Mercedes- Benz-produkten grote interessen be staat bij alle takken van het vervoer. De geëxposeerde wagens gaven zowel wat vormgeving als technische afwer king betreft een niet te vergeten aan blik. Ondermeer was te zien de LP 331 met een motorvermogen van 165 pk en voorts nog vele andere typen met ver mogens variërende van 110150 pk. Doorlopend werd in zaal Nolet een film vertoond, waarin duidelijk te zien was de constructie, produktie en pres taties van de Mercedes-Benz-fabrieken. Neem niet langer zo - maar - vloeivraag uitdrukkelijk om Mascotte, Een medewerker van het Noorse blad „Morgen Bladet" heeft in dit blad een artikel geschreven over generaal Pal Maleter, de militaire leider van de Hongaarse opstand. Hij is van mening dat Pal Maleter nimmer voor een Hon gaarse rechtbank zal verschijnen. Het hoofd van de Hongaarse rege- ringsvoorlichtingdienst, Jaros, met wie hij een onderhoud heeft gehad, zou te gen hem gezegd hebben dat de zaak- Maleter een zeer delicate kwestie is, omdat de betrekkingen tussen Honga rije en andere landen hierbij in het geding zijn In geval het tot een proces tegen Pul Maleter zou komen, zou het'nood zakelijk zijn na te gaan, welke betrek kingen Maleter heeft onderhouden met de ambassade van Groot-Brittannië en het Amerikaanse gezantschap in Hon garije, aldus Jaros. Hij verklaarde dat Hongarije moei lijkheden met deze landen wil vermij den. Volgens de medewerker van „Morgen Bladet" zal er geen proces tegen Pal Maleter gevoerd worden, omdat deze al dood is of omdat men hem zodanig heeft „behandeld" dat men hem niet meer in het openbaar kan laten optreden. De studententijd van Bellamy is geweest een tijd van dichten, maar niet van studeren. Zelf zegt hij: „Ik studeer juist niet veel." Gedichten ter ere van Fransje, natuurzangen, vaderlandse liederen. „Gezangen mijner jeugd" is zijn eerste bundel, weldra gevolgd door „Vaderlandse Gezangen" onder de schuilnaam Zelandus (maar ieder een wist, wie dat was). We kunnen Bellamy moeilijk bij een bepaalde richting indelen, hij ging zijn eigen weg. Een weg van weinig bom bast en geleerdheid, maar van eenvoud en natuurlijkheid. Lezen doet nu nie mand zijn verzen meer, met uitzonde ring misschien van „Roosje", de ge schiedenis die zich afspeelt aan het Zeeuwse Strand. BELLAMY DE PATRIOT Veel verzen heeft hij ook gemaakt ter ere van de Patriotten, waarvan hij een vurig aanhanger was. Hij dweept met de woorden vrijheid, volkssouve- reiniteit en volksweerbaarheid. Hij heeft ook soldaatje gespeeld als lid van de exeercitiegenootschappen, ge richt tegen de Prinsgezinden. In zijn haat tegen Oranje liet hij zich te ver gaan, zoals blijkt uit het vers „Aan een verrader des vader lands" (waarmee hij stadhouder Wil lem V bedoelt): 't Was nacht toen u uw moeder [baarde, Een nacht zo zwart als immer was. Een heir van helse geesten waarde, 't Gevogelt liet een naar gekras Door 't akelig woud tot driemaal [horen Tot ramp voor 't vaderland geboren, Is hij ten vloek des volks gesteld! Verrader, monster, vloek der aarde, Vernederd schepsel der natuur! Gods wraak, die u tot heden spaarde, Verdelge u eens door 's hemels [vuur! Hier is Bellamy een typische volge ling van de revolutionaire vorsten- haters. Willem V was een zwak vorst, maar deze regels beschrijven een ty- ran. KWAALTJES EN ONGELUKKEN De studententijd is ook een tijd van ziek-zijn. Uit zijn brieven weten we Ingezonden Meded. (adv.) zon met ULTRA-VITALUX OF THERATHERM er een en ander van. 't Is het ene klaaglied na het andere. Een pasbeginnende dokter zou al aardig op dreef zijn, als hij al de kwa len, die nu in één man, verenigd zijn, bij verschillende patiënten te behan delen kreeg. Hoofdpijn en kiespijn kwellen hem voortdurend, verkoud heid komt ook nogal eens voor, waar bij hij soms moest hoesten. Ook hoest hij wel zonder verkouden te zijn! Op 't college heeft hij zijn scheenbeen tegen de bank gestoten, heeft er een papier met jenever op gelegd, maar 't wil slecht genezen. „Terwijl ik in Zee land zo dikwijls een gat in mijn been heb gestoten, doch het genas terstond; maar hier zal ik nog vóór mijn tijd sterven". En wat zegt u van zinkingen op de ogen, een bloedzweer aan de keel, rheumatiek, een gezwollen grote teen, een verstuikte voet, en het ergste van al: podraga, waardoor hij in de strenge winter van 1783 op '84 niet kan schaatsenrijden en dikwijls huls arrest heeft. Zelf klaagt hij: „Alles wat ik nooit gehad heb, krijg ik hier. Ik ben voor dit land niet gemaakt. Men zegt, dat dé lucht hier zo bij uitstek gezond is, maar voor mij is dè Zeeuwse lucht vrij wat gezonder". Toch zag Bellamy er niet uit als een teer poppetje. Hij wordt ons beschre ven als een opgeruimde jonge man met een spitse neus en donkerblauwe ogen, met brede borst en schouders, sterke armen en benen en stevige spieren. Ging hij teveel uit? Was hij mis schien een „boemelstudent"? We we ten het niet zo precies. Maar de meis jes schijnen toch een machtige beko ring op hem gehad te hebben. Hij had een vurig temperament, een zinnelijke natuur. „Mijn bloed is te vurig". In Utrecht heeft hij veel vriendinnen. Voor Henriëtte maakt hij een vers, maar met deze beperking: „Fransje is zijn alles, zijn Leven". Ook drinkt hij meer dan goed ls voor zijn gestel. Bij deze ellende komt nog zijn voort durend geldgebrek. Wel zorgen Zeeuw se vrienden voor de kosten van zijn studie, maar een student heeft nu eenmaal nog al wat nodig. „Die knagende, dreigende, vloeken de en rustverstorende creaturen, die men schuldeisers noemt, scharen hun slagorden van rondom tegen mij", roept hij verbitterd uit. BELLAMY STERFT Zijn laatste vakantie die hij in Zee land doorbrengt, is de kerstvakantie van 1785. Hij gevoelt zich niet goed, het is vooral zijn zieke pootje, dat hem last veroorzaakt. Op de terugreis, eind januari 1786, heeft hij bovendien nog kou gevat. Hij is er niet meer bovenop gekomen. Na een paar weken zijn de brieven, die hij aan Fransje schrijft, onleesbaar. Een maand, nadat hij in ABTSKERKE Oliebollehdag. Door de vrouwenvereni ging „Wees een Zegen" werd ten bate van de kerkvoogdij der Ned. Herv. ge meente een oliebollendag georganiseerd. Deze heeft netto f75,opgebracht. ANNA JACOBAPOLDER Dominee's, geeft acht! Dit was de titel van de documentaire film die donderdag avond werd getoond in „Ons Dorpshuis". In deze film werd het publiek de oplei ding getoond van legerpredikanten. Vooraf had Ds. Kr. Smit een causerie gehouden over het werk van de geeste lijke verzorging onder de jongens in het leger. Vergadering N.C.V.B. De plaatselijke afdeling van de N.C.V.B. hield haar maandelijkse vergadering onder leiding van haar presidente mej. J. W. C. van Strien. De spreker van deze avond was Ds. Breure van Oud-Vossemeer. Zijn onder werp handelde over „Christelijke vrij heid". De volgende vergadering is de Kerstavond en zal op 16 december ge houden worden. Vier nieuwe leden gaven zich op. De afdeling telt nu 81 leden. Utrecht is teruggekomen, schrijft zijn dokter het ergste aan zijn moeder. Zonder zijn moeder of zijn meisje weergezien te hebben, sterft hij 11 maart 1786 in tegenwoordigheid van twee vrienden, die de laatste nacht van zijn leven bij hem gewaakt heb ben en bij zijn sterven voor zijn bed staan. Een van hen geeft verslag van de laatste dagen van Bellamy in een brief aan Fransje, waarin hij haar ver loofde tekent op deze manier: „Bellamy was mij een edel en zeer vertrouwelijk vriend. Zijn karakter was edel en schoon, zijn verstand hel der, zijn oordeel juist, z(jn dichtver- nuft oorspronkelijk en schoon, zijn luim hem altijd eigen en zeer ken baar". En Fransje? Ze is kapot van droef heid en zoekt haar troost bij de geest verwante vereersters van Bellamy, de schrijfsters Betje Wolff en Aagje De ken. Vijf weken ligt ze er ziek en na haar langzaam herstel gaat ze weer terug naar Vlissingen. In een brief aan een vriend van Bellamy stort ze haar treurend hart uit: „Eeuwig zal ik mijn verlies be treuren, mijn verlies is te groot, te treffend. Ik ben alles kwijt. Hoe nauw waren onze zielen aan elkaar verbon den. Genoegen kan ik niet meer heb ben, alles is en blijft mij zo onver schillig. Maar, troostvol denkbeeld eens zal de tijd komen, dat ik eeuwig met hem verenigd zal worden. Dan zullen we nimmer gescheiden, maar altoos bij elkander wezen". Tot 1807 blijft ze in Vlissingen wo nen (waarschijnlijk stierf toen haar moeder) en haar verdere levensdagen brengt ze door in het stille Kapelle bij Goes, waar ze in 1837 overlijdt, bijna 80 jaar oud. Vlissingen heeft als herinnering aan hem het Bellamypark, waar een mo nument ter ere van de Vlissingse vrou wen Wolff en Deken is opgericht. L. v. W. 21) „Moore-Kingdon. Een beloning wordt uitgeloofd voor ieder, die het adres kan verschaffen, indien nog in leven, of volledige bijzonderheden over de dood van Mary of Maimie Sara Moore, enig kind en erfgename van wijlen Richard en Sara Moore, Portland Place 156, Londen W„ die te Bournemouth huwde met Henry Kingdon, student in de medicijnen, en verondersteld wordt naar het bui tenland te zijn gegaan. De bovenge noemde dame heeft volgens het tes tament van haar moeder, recht op een grote som gelds, nu onder be rusting van de heren Sim en Proc ter, zaakwaarnemers, Londen W. C., aan wie alle mededelingen moeten worden gedaan." Mary Kingdon zou later nooit meer hebben kunnen vertellen, wat door haar gedachten ging, toen zij eindelijk de volle betekenis van deze regels be greep. Vele gewaarwordingen beheers ten haar triumf, vrees, hoop, twij fel maar wat alles overheerste was triumf. Hier was overvloedig brood voor Harry's kind! Een ogenblik zag zij in haar gedach ten de toekomst, wanneer Maisie rqk en goed verzorgd zou zijn en gelukkig, ondanks haar gemis. De klagende stem van het kind wek te haar uit de betovering. door LESLIE KEITH Het werken was haar onmogelijk. Een Creools meisje kwam om over een nieuwe hoed te beraadslagen, maar zij werd afgewezen. Ze sloot de deur en deed de blinden voor de ramen, om zo haar klanten te beduiden, dat zij niet thuis was. In die schemering ging zij voor een oud schrijfbureau zitten, dat geheel gevuld was door een grote hoe veelheid papieren, in pakken samen gebonden. Harry Kingdon had al zijn correspondentie bewaard. Ze vond daar alles wat zij hem ooit had geschreven en legde die terzijde. De overblijvende brieven waren voor haar doel van weinig betekenis met uitzondering van twee bitter boze brieven van moeder, die haar kind van zich had gestoten en alle verdere cor respondentie afwees. Ze las deze nauw keurig twee keer door. Deze legde ze bij een stapeltje, dat ze aan de ene zijde van het bureau verzamelde. Ze voegde er een paar brieven b(j, die aan haar man waren gezonden door zijn studiemakkers en twee foto's. Naar een van deze, die een jonge, knappe man, met een zacht en ectel gezicht, voorstelde, keek zij lang en kuste die hartstochtelijk, voor zij die neerlegde; naar de ander keek zij nauwelijks met een blik van ver achting. Een geboorte- en een huwe- lijksacte waren de enige papieren, waarmee zij de stapel aan de ene kant van het bureau vermeerderde. Twee dagen gingen voorbij voordat Maisie Larry Fogo ontbood en toen kwam hij, tamelijk laat op de avond. Ze was alleen, maar ze was niet aan het werk. Alles, wat-daaraan herinner de, was zelfs weggeruimd. Hij zag duidelijk aan haar hoge kleur en half-afwezige manieren, dat er nieuwe invloeden aan het werk waren. De krant, die hij haar had gezonden, lag open bij de aangehaalde adverten tie, alsof ze die eerst nu had gelezen. „Is het iets?" vroeg hij, toen hij ging zitten. Haar blik volgde de zjjne. „Iets? Wel alles!" zei zij vergeten de, dat zjj twee dagen had gehad, om aan het onverwachte nieuws te wen nen. „Slaat het werkelijk op jou?" „Hoe kun je er aan twijfelen?" vroeg zij, terwijl ze hem aanstaarde. „Is er een andere Harry Kingdon, die aan die beschrijving beantwoordt?" „Ik weet het niet." „Natuurlijk kun je het niet weten, wij waren al lang getrouwd, toen wij jou voor het eerst ontmoetten, en Har ry sprak nooit over zijn leven in En geland. Het was voor hem een pijnlijk onderwerp. Zelfs tegen mij sprak hij er nauwelijks over. Ze waren zo wreed tegen hem, ze beledigden hem. „Je familie?" vroeg hij, trachtend haar te begrijpen. „Je moeder, je va der?" Tot zijn verwondering kleurde zij hevig en werd toen even plotseling bleek. „O, laten wij die herinneringen niet weer oproepen!" zeide zij. Een rilling ging door haar lichaam. „Ik kan het je niet vertellen. Ik moet mijn ogen er voor sluiten. Zie je niet, dat het mij zwak zou maken? En ik moet sterk zijn, zo sterk als een leeuw, om voor Maisie te vechten". „Je behoeft niet te vechten, als dit waar is", hij wees naar de krant. „Denk je niet?" zeide zij. Ze was ge heel in de war. „Natuurlijk weet ik, dat ik Harry's identiteit zal moeten bewijzen. Maar ik heb al de papieren, brieven en acten en alles. Ik heb ze uitgezocht. (Wordt' vervolgd) ST. ANN ALAND Voor „Vrederust". Door de plaatselijke correspondent te SintAnnaland werd over 1957 een bedrag van f 68,overge maakt ten bate van de stichting „Vrede rust" in Bergen op Zoom. Nieuwe veiling? Op vrijdag 22 novem ber a.s. zal er in de zaal van de heer lm. Rijnberg te Sint-Annaland een be langrijke vergadering gehouden worden van de Land- en Tuinbouwvereniging „Sint-Annaland en Omstreken". Onge twijfeld zal voor deze vergadering van de zijde der leden zeer grote belangstel ling bestaan, daar op deze avond de bouw van een nieuw veilingsgebouw zal worden overwogen. KAPELLE Klaprooscollecte. De opbrengsten van de Klaprooscollecte bewegen zich de laatste jaren in Kapelle in stijgende lijn. Dit jaar was de opbrengst f221,46. Signaal-hoorn afdeling. De muziekver eniging „Ons Genoegen" alhier heeft een signaal- en hoornafdeling opgericht. Deze bestaat uit jongens van 9—12 jaar. Er zijn reeds verschillende leeilingen voor deze afdeling en men is nu begonnen met propaganda om er nog meer bij te krij gen. AXEL Lezing. Vrijdagavond a.s., zal in ,,'t Centrum" te Axel door mr. T. Dieleman een lezing worden gehouden over: „Waar vandaan stamt de Axelse bevolking?" VOLPH AARTSDIJK Vrederust. Voor de afd. Vrederust trad in de Ned. Herv. kerk op Ds. M. Heer schap, pred. Geref. Gem. te Borssele. Hij sprak over de woorden „Breng hem tot Mij". Met grote aandacht werd naar deze spreker geluisterd. OVEZANDE Collecte. De opbrengst van de Klap rooscollecte bedroeg f26,15. OOST- EN WEST-SOUBURG Geref. Jeugdcentrale. De Geref. Jeugd- centrale vierde in de zaal „Rehoboth" haar 25-jarig bestaan onder leiding van de heer B. Koole Jr. De voorzitter deelde mede dat begin maart 1958 nog een feestavond zal wor den gehouden. Dan zal een toneelstuk worden opgevoerd. Uit het jaarverslag van de penning- meesteresse bleek dat er een flink batig saldo was, maar dit zal volgend jaar ge heel worden uitgegeven aan zaalhuur. De eigen vergaderruimten zijn ni. door uit breiding van het ledental veel te klein geworden zodat men nu andere verga derruimten moet huren. In Souburg is men druk bezig met een aktie voor een nieuw jeugdhuis. In ver band met deze aktie zo deelde de voorzitter mede zal een grote papier- aktie op touw worden gezet. De ophaal dag zal zijn zaterdag, 7 december 1957. De feestavond was verder geheel ge vuld met voordracht, zang en spel. Voor al het toneelstukje van de meisjesclub werd erg goed gespeeld. Aan het eind van de vergadering heeft de jeugdcentrale afscheid genomen van mej. L. Koppejan, penningmeesteresse, zij gaat nog niet helemaal uit het jeugd werk want zij is leidster van de meisjes club geworden. Tot penningmeesteresse werd gekozen mej. N. Koole. De heer B. Koole Jr. is weer herkozen als voorzitter. De besprekingen in de Algemene Vergadering van de V.N. over de sa menstelling van de ontwapeningscom missie zijn vrijdag verdaagd tot dins dag. Vóór de vergadering uiteenging dienden Zweden, Zuid-Slavië en India een amendement in op de Canadees- Japanse resolutie, volgens welke de ontwapeningscommissie die op het ogenblik bestaat uit de 11 leden van de Veiligheidsraad plus Canada uit gebreid dient te worden met de tien volgende landen: Argentinië, Austra lië, België, Birma, Brazilië, India, Ita lië, Tsjecho-Slowakije, Tunesië en Zuid-Slavië. In dit amendement werd het voor stel gedaan ook Noorwegen, Polen, Egypte en Mexico zitting te laten ne men in de ontwapeningscommissie. Toen dr. Richard Woolley, F.R.S., de Astronomer Royal, op 11 november van Londen Airport naar Rusland ver trok waar hij veertien dagen lang lezingen zal gaan houden verkon digde hij de mening dat de ruimte vaart een enorme verspilling van be lastinggelden betekent.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1957 | | pagina 3