Australische en Nederlandse verklaring over Nieuw-Guinea EKSG: leerschool der integratie Loonsanering in het bouwbedrijf vastgelopen perspectieven Hoge Autoritiet: groot gezag op beperkt gebied Donderdag 7 november 1957 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 7 Samenwerking wordt versterkt Jaarvergadering Bond Inwendige Zending S Overschot E.B.U. 84,5 miljoen NCB voor handhaving concept-CAO De Ned. Herv. Bond voor Inwendige Zending op G.G. hoopt vrijdag 15 no vember 1957 de jaarvergadering te hou den in het gebouw voor C.S.B. te Utrecht In de morgenvergadering zullen de ver slagen ter tafel komen. Tevens zal er dan bestuursverkiezing zijn uit de volgende dubbeltallen: J. Neijenhuis (Amsterdam); G. Mouw (Elspeet); ds. J. J. Poot en ds. J. van Rootselaar (Delft); E. Slot en R J. van Ganswijk (Putten), 's Middags hoopt prof. dr. S. van der Linde (Utrecht) een referaat te houden over het onder werp: „Het missionair karakter der Christelijke Gemeente". Bij gevechten tussen Zoeloe's en Basoetoe's in een nabij Johannesburg gelegen Zuidafrikaans plaatsje zijn vier Zoeloe's onder wie een politie man, om het leven gebracht. (Van onze Utrechtse redacteur) Wie naar Luxemburg gaat om een bezoek te brengen aan de Euro pese Gemeenschap voor Kolen en Staal, moet er maar op rekenen, dat hij veel te horen zal krijgen, maar weinig te zien. Dit Europese gouvernement voor kolen en staal beschikt over enkele gebouwen vol ambtenaren, kaartenkasten en schrijfmachines. De term „Hoge Auto riteit" roept visioenen op van statie-uniformen en erewachten te paard. De mannen, die samen dit hoge college vormen, dragen echter colbertjes, die niet eens allemaal van de kleermaker komen. President René Mayer rookt geen havanna's, maar een pijp en hij inspecteert geen ere-wachten, doch zeer technische en zeer nuchtere rapporten. De E.K.S.G. heeft geen protocol, maar wel een Hof van Justitie met zeven rechters, die ter zitting toga en baret dragen. Maar dat is dan ook de enige concessie aan het uiterlijk vertoon, die men heeft gedaan. In Luxemburg wordt dus op het eerste gezicht de schijn gewekt, dat de E.K.S.G. een louter administratief orgaan is op het terrein van de kolenmijnen en de staalindustrie in de zes deelnemende lan den (Nederland, Duitsland, Frankrijk, België, Luxemburg en Italië). Maar deze schijn bedriegt. Als de negen leden van de Hoge Auto riteit samen om de tafel gaan zitten, vormen ze niets minder dan een supra nationaal gezagsorgaan. Een regering op het gebied van kolen en staal, welker gezag op haar eigen terrein boven dat van de nationale regeringen uitgaat. De leden van de Hoge Autoriteit staan volkomen onafhankelijk tegenover de nationale regeringen der zes landen. Ze kunnen bü meerderheid van stemmen besluiten nemen, die deze nationale re geringen en hun onderdanen rechtstreeks binden. De Hoge Autoriteit heft belasting van de ondernemingen in de kolen- en staal sector (aanvankelijk 0.9 en thans 0.45 van de produktiewaarde). Ze kan kar tels ontbinden (zoals gebeurd is met de Verkoopcentrale voor Ruhrkolen) en ze kan aan ondernemers die haar beschik kingen overtreden, boeten en dwangsom men opleggen (een Nederlandse onder neming in de staalverwerkende sector kreeg onlangs een boete van f20.000, om dat ze zich niet had gehouden aan de in de prijslijst gepubliceerde prijzen). De H.A. is een democratische regering en dus kan men verzet aantekenen tegen haar besluiten. Doch dit kan niet bij na tionale regeringen of rechtbanken, maar alleen bij het Hof van Justitie van de E.K.S.G. zelf. Dit Hof toetst dan de be slissing van de H.A. aan de „wet" van de E.K.S.G. n.l. aan het verdrag, dat in 1951 tussen de zes regeringen gesloten werd. Zowel individuele personen als onderne mingen en regeringen zijn aan de uit spraken van dit Hof onderworpen. Als democratisch bewind, heeft ook de H A. natuurlijk een parlement nodig, dat haar beleid controleert. Dit parlement is de Gemeenschappelijke Vergadering, be staande uit 78 leden, die uit en door de parlementen der zes landen gekozen zijn. Dit parlement heeft echter geen wetge vende macht; het mist ook het recht van amendement, doch heeft wel het recht van interpellatie. Het algemene en het financiële beleid van de H.A., zoals dit ls neergelegd in de jaarverslagen, wordt aan de Gemeenschappelijke Vergadering ter goedkeuring voorgelegd. Afkeuring van het beleid heeft tot gevolg, dat de Hoge Autoriteit in haar geheel moet af treden. De zes regeringen moeten dit uit voerend orgaan van de E K.S.G. dan op nieuw samenstellen. Er behoort ook een orgaan te zijn, waarin de direct betrokkenen hun stem kunnen laten horen. Een orgaan dus, dat de regering kan adviseren, zoals de Stichting van de Arbeid dat in ons land doet. Dit orgaan is in Luxemburg het Raadgevend Comité, bestaande uit 17 vertegenwoordigers van de kolen- en staalindustrie, 17 van de handelaars in en verbruikers van kolen en staal en 17 ver tegenwoordigers van de werknemers in deze bedrijfstakken. Dit orgaan wordt re gelmatig geraadpleegd, maar de „rege ring", de Hoge Autoriteit, is niet aan deze adviezen gebonden. EN DE REGERINGEN! Het bovenstaande vormt een goed slui tend geheel: een supranationale regering op een beperkt terrein, met alle organen, die een democratisch bewind moeten waarborgen. De nationale regeringen, die een deel van hun souverginiteit aan de supra nationale regering in Luxemburg hebben overgedragen, zouden er echter wel erg mager afkomen, als zij hier geen enkele vinger meer in de pap hadden. Boven dien zou dan het gevaar bestaan, dat het economisch beleid van de Hoge Autori teit op het gebied van kolen en staal ge heel niet meer zou kloppen met het to tale nationale economische beleid. Daarom is er nog de Raad van Minis ters, die voor de coördinatie van dit be leid zorgt en waardoor de regeringen van de zes landen in de Gemeenschap vertegenwoordigd zijn. De H.A. vraagt advies aan deze Raad alvorens belang rijke beslissingen te nemen. Zelfs dit ad vies is echter in het algemeen niet bin dend, tenzij de beslissingen ook gevolgen hebben buiten de kolen- en staalsector EEN VOORBEELD Onderstaand voorbeeld kan, geheel los van de zaak zelf, waarom het hier ging. een duidelijk voorbeeld, geven van de be voegdheid der diverse organen in de ge meenschap. Begin 1954 besloot de Hoge Autoriteit, om de maximumprijzen voor kolen in de Gemeenschap af te schaffen, met uitzondering van het Ruhrbekken en het Noordfranse kolengebied. De Raad van Ministers gaf een afwiizend advies en het Raadgevend Comité deed hetzelf de. Beide organen wilden alle maximum prijzen afgeschaft zien. De H.A. legde de adviezen naast zich neer en kondigde toch de beschikking af. De Gemeenschap pelijke Vergadering keurde dit beleids punt in het geheel van het verslag goed. De Nederlandse regering diende daarna een klacht in tegen deze beslissing van de H.A. bij het Hof van Justitie. Dit Hof wees de klacht van onze regering af. Daarmee bleef de beschikking van de H.A. dus gehandhaafd en onze regering moest zich er bij neerleggen. Uit al het bovenstaande komt dus wel duidelijk naar voren, dat de Hoge Auto riteit, ondanks haar beperktheid, toch een echte supra-nationale regering is en geen internationale samenwerkingsor gaan, zoals vaak nog wordt gedacht. Bij haar vergeleken, zal de Europese Com missie, die in de komende Europese Eco nomische Gemeenschap het uitvoerend orgaan zal zijn, slechts een „waterig af treksel" van een supra-nationaal gezags orgaan zijn. De Raad van Ministers in de E E.G. heeft daarentegen veel meer te vertellen. Dat kan ook onmogelijk anders. In de' E.K.S.G. hebben we te maken met twee scherp omschreven bedrijfstakken, waar in een vrij klein aantal grote onderne mingen zijn. Bij de E.E.G. gaat het in principe om een algemene gemeenschap pelijke markt en daar hebben we dus te maken met een zeer groot aantal be drijfstakken en met talloze ondernemin gen. Ondernemingen en bedrijfstakken, die in de verschillende landen een zeer groot verschil vertonen in produktiviteit en efficiency. In wezen is één markt voor al deze produkten op korte termijn niet te ver wezenlijken en daarom moet het E.E.G.- verdrag wel talloze ontsnappingsclausu les bevatten. Anders zou het helemaal niet tot stand gekomen zijn. Het gaat in de E.E.G. niet meer om enkele pro dukten, maar om de totale economie van de zes landen. De regeringen blijven daarom voorlopig in hoofdzaak verant woordelijk voor het monetair, sociaal en fiscaal beleid in de E.E.G. Zou dit niet zo zijn en zou een E.E.G.- orgaan dit beleid centraal kunnen bepa len, zoals de Hoge Autoriteit dit kan, dan hadden we in wezen een federatieve Eu ropese staat gecreëerd. En een Europese federatie is het eindpunt op de lange weg van de integratie, terwijl we nog slechts aan het begin van die weg staan. De E.K.S.G. heeft echter laten zien, dat die weg bewandeld kan worden en ook, waar de moeilijkheden en knelpun ten liggen. Want ook in die gemeenschap is het in de afgelopen vijf jaar lang niet altijd botertje tot de boom geweest. Daarom kan de E.K.S.G. dan ook dienen als „leerschool der integratie". Alsof er een bomoartiement lieeft plaats gevonden, zo ziet dit blok huizen in het Engelse plaatsje Hatfield New Town (Hertfords hire) eruit. De oorzaak van de verwoesting moet echter in de storm van de laatste dagen ge zocht worden. De hevige rukwin den soms met snelheden van ver boven de 100 km/u rukte de daken van de huizen. Persoon lijke ongelukken worden geluk kig niet gemeld. De leden van de Verbondsraad i van het C.N.V. hebben een bezoek gebracht aan de Europese Kolen- en Staalgemeenschap te Luxem- i burg. Zij gingen daarheen om de werkwijze van de E.K.S.G. te bestuderen, niet alleen om deze i gemeenschap zelf, maar vooral omdat in Luxemburg pioniers- werk wordt verricht voor de Eu- ropese integratie in wijder ver- band. Zij konden hier tevens con- stateren, dat de oprichting van 1 supra-nationale lichamen als de Hoge Autoriteit en straks in het kader van deEuropese Eco- nomische Gemeenschap de Europese Commissie, ook belang- rijke consequenties heeft voor de i organisatievorm van de Christe- lijke vakbeweging. Onze Utrechtse redacteur maak- te deze excursie mee en vertelt I in een tweetal artikelen iets over de hier genoemde zaken. Het eer- ste artikel vindt u hiernaast. S Oost-Duitsland heeft twee postze gels (van 10 en 20 pfennig) uitgege ven ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van de Russische oktober revolutie. De Oostduitse P.T.T. heeft ook een speciale postzegel uitgegeven ter gelegenheid van het afschieten van de eerste Russische kunstmaan. H.M. de Koningin heeft dinsdag op bet paleis Huis ten Bosch in Den Haag vier buitenlandse vertegenwoordigers in ons land ontvangen. Het waren v.l.n.r. beeld 1: De nieuwe gezant van Uruguay, de heer A. Pacheco, die zün geloofsbrieven kwam overhandigen. Hij wordt hier vergezeld van W. Graaf van Limbnrg Stirum (links). Beeld 2: De scheidende gezant van Zuid-Slavië, Salko Fejic, die hier bjj zijn aankomst de erewacht inspecteert; beeld 3: De nieuwe ambassadeur van Iran, de heer Abdol Hossein Meftah, die zijn geloofsbrieven kwam overhandigen; beeld 4: De nieuwe Poolse gezant de heer Jan Balicki, die zijn geloofsbrieven kwam over handigen. Hi) werd vergezeld door W. Graaf van Limburg Stirum, kamerheer i.b.d. van H.M. de Koningin. Het gesprek met de overheid zal daar om moeten worden voortgezet met hand having van het concept. Aan de overheid moet duidelijk worden gemaakt, dat niet alle bedrijfstakken passen in het scha- bloon van de werkclassificatie. Een in deze geest opgestelde resolutie werd met algemene stemmen aanvaard. Aan de be- (vervolg op gag. 9) Ook het Zweedse leger heeft de beschikking over „Robof'-wapens. Op deze foto zien we een raket- robot in lanceringspositie op het dek van een torpedobootjager. 5. Daarbjj zijn de beide regeringen vastbesloten een ongestoorde ontwik keling van dit proces te bevorderen, totdat de inwoners van de betrokken gebieden in staat zullen zijn over hun eigen toekomst te beslissen. De gemeenschappelijke verklaring is bekend gemaakt op het ogenblik, waarop de Nederlandse minister voor Overzeese gebiedsdelen, mr. G. Ph. Helders, in het Australische gebied van Nieuw-Guinea is aangekomen. SAMENWERKING Een woordvoerder van het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken heeft naar aanleiding van de publikatie van de verklaring erop gewezen, dat reeds ge ruime tijd gestreefd wordt naar een sa menwerking on bestuursgebied on het ei land door Nederland en Australië. Volgens de woordvoerder zal deze sa menwerking gunstige perspectieven bie den. Het ligt in de bedoeling op het ge bied van de ontwikkeling van de land bouw. van het gezondheidswezen, de quarantaine-voorzieningen en de op voeding tot een uitwisseling van gege vens te komen. De samenwerking zal zich voorts ook uitstrekken tot het verbeteren van de verbindingen tussen de delen van het ei land, waartoe reeds vier jaren geleden een begin is gemaakt do,or de instelling van een geregelde luchtverbinding. Het ligt in de bedoeling de op deze gebieden reeds begonnen samenwerking te conso lideren en uit te breiden. De thans be kend gemaakte gemeenschappelijke ver klaring zal daartoe, naar het oordeel van de woordvoerder van buitenlandse zaken, meer mogelijkheden bieden. Over oktober heeft Nederland een overschot op de Europese betalings unie (E.B.U.) van 84,5 miljoen gulden. (Van onze Utrechtse redacteur) De werkgevers- en werknemersorganisaties in het bouwbedrijf zijn in een impasse geraakt bij hun streven om te komen tot een sanering van de loonsituatie in deze bedrijfstak. Partijen hadden overeenstem ming bereikt over de concept-C.A.O. waarin paal en perk werd gesteld aan de uitbetaling van zgn. „zwarte lonen" door de vaststelling van redelijke basisionen, overeenkomend met hetgeen in andere bedrijfs takken wordt betaald. Zoals wij reeds eerder berichten, heeft minister Suurhoff na enkele besprekingen dit concept in zijn huidige vorm on aanvaardbaar verklaard. De bespreking van de toestand, die hierdoor is ontstaan, vormde het belangrijkste punt op de agenda van de Bonds raad van de Ned. Christelijke Bond van Werknemers in de Hout- en Bouwnijverheid. Bondsvoorzitter J. van Eibergen zette uiteen, welke stappen na de ontvangst van de nota-Suurhoff genomen zijn. De drie werknemersbonden stelden een con cept-antwoordnota op, waarmee na een bespreking ook de werkgeversorganisa ties zich accoord verklaarden. In dit ant woord, worden tal van punten rechtge zet, die naar het oordeel van partijen in de ministeriële nota onjuist zijn gesteld. Het voornaamste argument van minis ter Suurhoff, om zijn goedkeuring aan de concept-C.A.O. te onthouden vormde het feit, dat hierin niet de invoering van een proefwerkclassificatie is voorzien. In een afzonderlijk schrijven is deze bewinds man reeds meegedeeld, dat werkgevers en werknemers bereid zijn, zo'n proef- classificatie voor enkele groepen in te voeren, mits het resultaat van deze in deling dan ook door hem als bindend wordt beschouwd. Tijdens het levendige debat, waarin 20 sprekers zich mengden, kwam telkens weer naar voren, dat de situatie wel heel moeilijk is, omdat men zich hier tegen over de overheid ziet geplaatst. Ook al voelt men zich nog zo in zijn recht staan, dan kunnen naar Christelijke visie geen machtsmiddelen worden gebruikt bij af wijzing van de saneringsvoorstellen. Een andere moeilijkheid is, dat de minister de deur niet definitief gesloten heeft, maar tot verdere besprekingen bereid is. De onderhandelingen, die nu al 1% jaar slepen, kunnen dus worden voortgezet. De algemene opinie was echter, dat men wat betreft de in het concept voor gestelde basis-uurlonen geen water in de wijn kon doen. Deze lonen vormen het minimum, om tot een werkelijke sane ring te komen en de „zwarte lonen" uit te bannen. Dat het de bonden ernst is met dit streven, blijkt wel uit het feit, dat zij zelf een bepaling opnamen, waar bij ook de werknemer, die zwart loon ontvangt, strafbaar wordt gesteld. Maar bovendien zijn redelijke basisio nen een eis van rechtvaardigheid voor die grote groepen bouwarbeiders met name op het platteland en in de onder- houdssector die nimmer „zwart loon" ontvangen en die vaak met het „naakte uurloon" naar huis gaan. Het publiek verkijkt zich op een kleine groep, die het als „zwarte pieten" betitelt, maar vergeet< dat ook talloze bouwarbeiders slechts een netto weekloon van f 57 tot f 70 heb ben. De Nederlandse en de Australi sche regering hebben gisteren in Den Haag en in Canberra een ge meenschappelijke verklaring gepu- pliceerd, waarin zij het voorne men te kennen geven de samen werking op het gebied van beleid en bestuur in Nieuw-Guinea te versterken. De verklaring heeft de volgende inhoud: 1. De Nederlandse en Autralische rege ringen baseren hun politiek ten aan zien van de gebieden op Nieuw-Guinea, waarvoor zij verantwoordelijk zijn, op de belangen en onvervreemdbare rech ten van de inwoners van die gebieden in overeenstemming met de bepalingen en de geest van het handvest der Ver enigde Naties. 2. Nederlands Nieuw-Guinea, het Au stralisch trustgebied Nieuw-Guinea en Papoea zijn geografisch en etnologisch verwant en de toekomstige ontwikke ling van de bevolking van deze gebie den zal gebaat zijn met samenwerking op het gebied van beleid en bestuur. 3. Daarom voeren de Australische en Ne derlandse regeringen en zij zullen dit ook in de toekomst blijven doen een beleid dat gericht is op de politie ke, economische, sociale en opvoedkun dige vooruitgang van de bevolkingen van hun gebieden op een wijze, die re kening houdt met deze etnologische en geografische verwantschap. 4. Tegelijkertijd zullen beide regeringen de samenwerking, welke er thans be staat tussen hun bestuursorganen in die gebieden, voortzetten en versterken

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1957 | | pagina 7