Eén protestants-christelijke 'artij is het doel volksp; Vijf hoofdpunten van A.R.-beleid Christelijke politieke partijen moeten zo nauw mogelijk samenwerken LANDBOUW VRAAGT BREDE AANDACHT Vele vragen aan minister van landbouw Puzzlerage verontrust volksvertegenwoordiging UIT DE KERKEN uenlc PRISMA Najaarsvergadering A.R, Partijconvent in Utrecht Eigen plaats Kunstmaan czCedi ilc en- en aoonneeiverjactie unótic oop t zeer cjunóucj Bijbels aan ballonnetjes Integratie if 105.-1 Zorg voor elkaar Laten we het samen doen Maandag 28 oktob«r 1957 ZEEUWSCH DAGBLAD (Van één onzer verslaggevers) De voorzitter van de Anti-Revolutionaire Partij, dr. W. P. Berghuis, heeft zaterdag in een rede, waarmee hij in gebouw Esplanada te Utrecht de najaarsvergadering van het A.R. Partijconvent opende, uiteengezet hoe in deze tijd het anti revolutionaire beleid gericht dient te zijn. Dr. Berghuis noemde enkele „organisatorische en politieke hoofdpunten" die prin cipieel centraal staan en betrekking hebben op de structureel belangrijkste moderne aangelegenheden op de verwezen lijking waarvan de A.R.P. zich in de eerste plaats dient te richten. Enkele van de voornaamste punten zijn: een zo nauw moge lijke samenwerking tussen de christelijke politieke partijen met als uiteindelijke doel: één protestants-christelijke volkspartij, het zuiver houden van de eigen plaats der overheid, de strijd tegen de versmelting van staat en maatschappij, het versterken van het particulier initiatief, het creëren van nieuwe maat- schappijvormen naar ieders recht en verantwoordelijkheid, het bevorderen van de politieke integratie van Europa ter verde diging van recht en vrijheid. De heer Berghuis wees er op, dat wanneer men telkens vraagt waar de antirevolutionaire lijn met betrekking tot de beheersende vraagstukken van deze tijd loopt, de A.R.P. niet kan volstaan met een verwijzing naar beginselpro gram, program van actie of naar de principiële a.r. opvattingen om trent zondagsrust, lijkverbranding, loterij of eed. Men wil de typisch strategische lijnen aangegeven zien, zoals die van anti-revolutionaire gezichtspunt principieel van belang zijn in verband met de structurele ontwikkeling van deze tijd. Deze punten moeten nationaal-politiek, actueel-politiek en principieel-poli- tiek centraal ,:ijn. Zij moeten als het ware zijn: een actuele projectie In hoofdzaken van onze beginselen In de moderne wereld. Er zijn enkele punten, aldus dr. Berghuis, die op de politiek zei1 geen betrekking hebben, maar die toch voor de georganiseerd beoefende christelijke politiek en voor de geor ganiseerde protestants-christelijke in vloed in Nederland zo gewichtig zijn, dat zij als afzonderlijke punten van partijbeleid uitdrukkelijk moeten wor den gesteld. In de eerste plaats moet het streven er op gericht zijn om te komen tot een zo goed mogelijk samenspel tus sen de christelijke organisaties op de verschillende levensterreinen om de protestants-christelijke in ons volks leven te versterken. In de tweede plaats dient, ter ver sterking van de protestants-christe lijke politieke invloed in ons volks leven, gestreefd te worden naar een zo nauw mogelijke samenwerking met en eenheid van beleid van de chris telijke politieke partijen, een streven dat uiteindelijk gericht moet zijn op het verwezenlijken van de begeerte naar één protestants-christelijke volks partij. Deze twee beleidslijnen zijn van wezenlijke betekenis voor het buleld van de A.R. partij. Wat de politieke hoofdpunten be treft, deze zullen moeten appelleren aan fundamentele uitgangspunten voor een christelijke politiek naar anti-revolutionair belijden, aldus dr. Berghuis. Als eerste hoofdpunt noem de hij de geheel eigen plaats, die de met het zwaard uitgeruste overheid van Godswege, bij Zijn gratie en ons ten goede, in de samenleving heeft. De A.R.P.-voorzitter sprak in dit ver band van de overheid als genadegave Gods ter instandhouding en regulering van rechtvaardige inter-menselijke Verhoudingen. Als tweede vaste uitgangspunt stel de spreker echter de principiële be perktheid van de taak der overheid met betrekking tot het reguleren der samenleving. Hij moest tot zijn spijt constateren, dat er gestimuleerd door het socialisme, maar toch ook beslist niet alleen daardoor een proces gaande is, waardoor de geheel eigen plaat3 van de overheid als zeer speciaal instituut in de samenleving van een steeds meer in elkaar opgaan van staat en maatschappij (gebaseerd op de ontkenning van de principiële grenzen tussen die beide) dreigt een geleidelijke en geruisloze verstatelij king van de opbouw der samenleving, wanneer tenminste niet met grote kracht wordt gestreefd naar 't zuiver houden van de uitzonderlijke plaats van de overheid in de hoogheid van haar zeer speciaal Goddelijk ambt. Een ander modern verschijnsel, al dus dr. Berghuis, is dat van de ontzag lijk uitgedijde en nog steeds uitdijen de staatsbemoeiing. Ze is enerzijds in menig opzicht een noodzakelijk gevolg van de huidige omstandigheden zelf, anderzijds wordt zij gevoed door poli tieke stromingen, die het overheidsop treden alleen naar opportuniteit beoor delen, dan wel in een uiteindelijk door de overheid geleide en verzorgde sa menleving een politiek ideaal zien. Te genover deze stromingen zal de A.R.P. met klem en met toenemende nadruk de beperktheid van de overheidstaak moeten stellen. Ze zal ook in de prak tische staatkunde, waar dit mogelijk is, de overheidszorg moeten intomen en de positie van de „maatschappij" moeten versterken. als vierde hoofdpunt van a.r. politiek. Het maatschappijbeeld zal juist van christelijk politiek en maatschappelijk gezichtspunt uit voortdurend voor ver andering vatbaar moeten zijn. In het a.r. program van actie van 1956 is gesteld, dat bevorderd moet worden de opheffing van wettelijke belemme ringen om aan de factor arbeid de hem toekomende plaats en verant woordelijkheid in de onderneming te geven, teneinde langs de weg van vrijwilligheid te kunnen bereiken, dat de arbeiders medeverantwoordelijk heid dragen ten aanzien van beslui ten, die voor het voortbestaan der onderneming van beslissende beteke nis zijn. Dit opheffen van belemme ringen is een beperkte, maar toch reeds belangrijke doelstelling, aldus dr. Berghuis. Ook in meer algemene ten staan voor een aanpassing van de maatschappij-orde aan de moderne omstandigheden overeenkomstig de verantwoordelijkheden naar de godde lijke roeping van de mens en naar zijn betrekking tot de naaste. Als laatste hoofdpunt noemde dr. Berghuis een krachtige nationale aan pak van de ontwikkeling van Nieuw- Guinea. „Vanuit de historie voor het forum van de wereld hebben wij als natie hier een gewichtige zedelijke taak, die met grote nadruk door onze christelijke politieke partij moet wor den gesteld", aldus de A.R.P.-voorzit- ter, die beklemtoonde, dat het beleid t.a.v. Nieuw-Guinea gericht dient te zijn op de uiteindelijke zelfstandig wording van het volk der Papoea's. Aan het begin van zijn betoog sprak dr. Berghuis over de ontzaglijke in druk, die de Russische kunstmaan al- lerwege in de wereld heeft gemaakt. H-bom en kunstmaan, zo meende hij, bepalen ons bij het naderend einde der dagen, waarin in een punt des tijds de elementen brandende zullen vergaan. „Wij kunnen os nu toch wel haast voorstellen", aldus de A.R.P.- voorzitter, „op welke wijze het einde zou kunnen plaatsvinden". Hoezeer echter ook de tekenen der tijden ons vaak verschrikken, het is goed nu te mogen leven. Vanwege de rijkdom, die is gelegen in de ontplooiing van de menselijke geest, en vanwege de tekenen der tijden. Het is ook voor onze politieke arbeid goed dit alles te beseffen, aldus dr. Berghuis. Want dan krijgen onze eigen nationale of partijpolitieke problemen alsook het overweldigende aspect van aardsatel lieten en waterstofbommen andere proporties. Zaterdagmiddag heeft het a.r. Tweede-Kamerlid C. P. Hazenbosch gesproken over de Europese Economi sche Gemeenschap. De algemene leden- en abonnéwerfactie van de Anti-Revo lutionaire Partij, die dit najaar wordt gehouden, verloopt tot dusverre gunstig. De voorzitter van de A.R.P., dr. W. P. Berg huis, kon dit zaterdagmiddag tot zijn vreugde meedelen tijdens de vergadering van het Partijconvent te Utrecht. De streef getallen zijn: 100.000 leden en 20.000 abonnees van het A.R. weekblad Nederlandse Gedachten. Dit betekent dat 6000 leden en 2000 abonnees zullen moeten worden geworven. De actie heeft reeds tussen de 1000 en 2000 leden opgeleverd plus enige honderden abonnees. Het doel is echter nog niet bereikt. Het is gebleken, dat de actie vooral wat betreft het platteland mis schien iets te vroeg is ingezet. Daarom zal de sluitingsdatum wellicht moeten worden verlegd. De voorzitter van de Anti-Re volutionaire Partij, dr. W. P. Berghuis, heeft zaterdag tijdens de vergadering van de Partij convent vijf hoofdpunten van anti-revolutionair beleid in deze tijd opgesomd: 1. Zuiver houden van de po sitie der overheid; strijd tegen de versmelting van staat en maatschappij. 2. Overheidsbemoeiing aan strakke teugel; versterking van de positie van het particulier initiatief. 3. Europese integratie ter ver dediging van recht en vrijheid. 4. Nieuwe maatschappijvor- men naar ieders recht en ver antwoordelijkheid. 5. Nationale krachtsinspanning ten behoeve van het volk van Nieuw-Guinea. De stichting „Activering Geestelijke Weerbaarheid" heeft aan alle kerkeraden het verzoek gericht om op 3 november, ter herdenking van de Hongaarse op stand een kerkcollecte te houden ten bate van de stichting; deze verzendt door middel van ballonnen bijbels naar gebie den achter het ijzeren gordijn. Ds. F. Visser, secretaris van het Ned. Bijbel genootschap, verklaart naar aanleiding van deze actie in Woord en Dienst. 1) Men mene niet, dat de normale bijbelvoorziening van de beoogde gebie den onmogelijk is. Het jaarverslag van de United Bible Societies vermeldt b.v. de verspreiding van 200.754 bijbels en bijbelgedeelten in 1956 in Polen en 23.070 in Joegoslavië. In Oost-Duitsland hebben Het structuurbeleid en het garantiebeleid in de landbouw hebben vele leden van de tweede kamer in het voorlopig verslag op de be groting van landbouw tot vragen gebracht. Hoewel men met voldoe ning constateert, dat de minister van plan is, een beleid te voeren tot het verwezenlijken van een redelijk bestaan in land- en tuinbouw, vraagt men toch een nadere toelichting over de aanpassingsmogelijk heden aan de wereldmarkt met zijn wijzigende omstandigheden. Gevraagd wordt of arbeidsschaarste niet kan leiden tot ongewenste vormen van vrouwen- en kinderarbeid en te lange arbeidsdagen voor de onderne mer. Gewezen wordt op de onstabiele si tuatie op de zg. wereldmarkt, die door invoerbeperkende en uitvoerbevorde- rende maatregelen van vele landen wordt beïnvloed. Vele wereldmarkt prijzen liggen ver onder onze kost prijzen, die nog steeds de laagste van West-Europa zijn. De bedrijfsuitkom- sten zijn ondanks een catastrofe-voor- komend garantiebeleid, nog weinig bevredigend. Voor sommige produkten is de garantie beslist onvoldoende. Noodzakelijke middelen tot moderni sering ontbreken steeds meer. Vele leden menen, dat aan uitbreiding van het garantiebeleid niet zal zijn te ont komen. KLEINE BEDRIJVEN Men meent, dat de (kleinere) fami liebedrijven door gebrek aan arbeids krachten steeds aan betekenis zullen gaan winnen, speciaal in de groep ver- edelingsbedrijven. Het zoeken van de landbouwmoeilijkheden in deze bedrij ven wordt door vele leden met klem van de hand gewezen. Ook in deze be drijven zouden de kostprijzen niet of nauwelijks lager zijn. Deze bedrijven zouden, naar veler mening, wel eens beter bestand kunnen blijken tegen lagere prijzen dan de grotere. Wel willen vele leden te kleine be drijven vergroten en versplintering voorkomen, doch aan een redalijke vrijheid der betrokkenen mag niet te kort worden gedaan. Men staat scep tisch tegenover vestigingseisen t.a.v. bedrijfsgrootte en meent, dat de boer belangrijker is, dan de omvang van zijn bedrijf. Een doeltreffend prijsbeleid zal op korte termijn een redelijk bestaan in de landbouw mogelijk moeten maken. VELE VRAGEN Verschillende leden dringen ook aan op hulp voor twee of drie maal door wateroverlast gedupeerde land bouwers. Gevraagd wordt naar mogelijkheden voor voldoende reservering voor oogst- risico's en belangrijke investeringen. Aangedrongen wordt op mogelijkheden voor belastingsvrije reserve ofwel op een belastingheffingssysteem, ver deeld over 5 jaar. Ofschoon zeer vele leden verheugd zijn over de mededeling, dat in 1958 minder personen bij het departement en diensten werkzaam zullen zijn, dan in 1957, vraagt men zich toch af, waar om het aantal van eind juni, nl. 8236, volgend jaar met ruim 600 moet wor den verhoogd. Door vele leden wordt gevraagd, hoe de minister de agrarische uitvoer aar drijkskundig meer wil spreiden en hoe hij het „uitvaartpakket" veelzijdiger wil maken. Uitvoer van produkten met toesla gen acht men een twijfelachtige zaak. Men wordt gaarne ingelicht over dit probleem en over de toekomstige si tuatie in de Euromarkt met het oog op kostprijzen, het vasthouden van uitvoermarkten en de betalingsbalans. Vele leden zagen 's ministers stelling, dat de consument de kostprijs dient te betalen, gaarne nader toegelicht. Gevraagd wordt een nadere toe lichting op de uitgangspunten van de kostprijsberekeningen. Men vraagt de minister of de splitsing „boer-ondernemer" in een functie als „loonarbeider" en een functie als „be drijfsleider" niet gekunsteld is en het beeld van de totale ondernemersfunc tie vertroebelt. Vele andere leden dringen aan op afzien van de blokkering van de ge deelten van toeslagen op prijzen, voor zover die gevolg zijn van doorbereke ning van eigenaarslasten. Aangedron gen wordt op compensatie van mono polieheffingen door bedreigde be drijfstakken. Een oordeel wordt gevraagd over de gedachte, om de suikeraccijns, die door de consument wordt opge bracht, in het landbouw-egalisatle- fonds te storten. Men wijst voorts op de onrust onder de kleine boeren over het ontbreken van een zodanige var- kensbeleid, dat een redelijk bestaan in de varkenshouderij gewaarborgd ls. Tevens vraagt men mogelijkheden tot het schadeloosstellen van gedu peerde telers van bewaarkool en fruit. De belangstelling van vele leden gaat uit naar minder perfekte afwer king van cultuurtechnische werken. Zij vragen om proeven met eenvoudi ger werkmethoden (alleen ontsluiting, waterbeheersing en kavelindeling be treffende), waardoor met hetzelfde geld omvangrijker objekten dan thans eenvoudig bediend zouden worden. Verscheidene andere leden achten een positief beleid ten aanzien van de verdere ontsluiting van het platte land in technisch, economisch en maatschappelijk opzicht geboden, als noodzakelijk voor een harmonische ontwikkeling van landbouw, handel en industrie. Als derde hoofdpunt noemde dr. Berghuis het streven naar Europese integratie. Nieuwe staatkundige vor men zijn nodig teneinde de blijvende overheidsopdracht om recht en vrij heid te beschermen mogelijk te ma ken. Het grote goed van het in de geschiedenis onder Godsleiding ge groeide Nederlandse staatbestel is van ontzaglijke betekenis voor het Neder landse volk. En iedereen, die de een wording van Europa bepleit met het argument, dat het nationale uit de tijd en failliet is, zal ook nu de A.R.P. tegenover zich vinden. Maar het na tionale staatsbestel is geen doel in zichzelf, aldus dr. Berghuis, die er voorts op wees, dat gezien in het licht van de verdediging van recht en vrijheid het tot stand brengen van nieuwe staatkundige vormen in Europees verband een eis van christe lijke politiek is. Het creëren van nieuwe maatschap pij-vormen naar ieders recht en ver antwoordelijkheid zag dr. Berghuis (In"'?nnden mededeling adv.) Groeperingen kamerleden hebben in het voorlopig verslag over de begroting van justitie hun ongerustheid uitgesproken over de gang van zaken met allerlei pools en puzzles. Vele leden betreurden het, dat de minister geen gevolg heeft kun nen geven aan hun suggestie tot instelling in gezamenlijk overleg tussen de minister van justitie en zijn ambtgenoot van O. K. en W. van een commissie, die de aan de z.g. voetbalpools- verbonden proble matiek aan een breed onderzoek zou moeten onderwerpen. Blijkbaar is de bewindsman tot de conclusie gekomen, dat het stellingnemen door de leden van het kabinet, die de antirevolutionaire beginselen zijn toegedaan, het instellen van zo'n commissie moest uitsluiten. manager Onmisbaar voo< Uw «fsprakea Uur cn dag m een oogopslag! Intussen moesten deze leden constate ren, dat de ontwikkeling ten aanzien van de z.g. voetbalpools eer meer dan minder verwarring te zien heeft gegeven. Bovendien heeft zich in de sfeer van de loterij wet nog een verschijnsel voorge daan, dat eveneens bijzondere aandacht verdient. Het gaat hier om het zeer fre quent voorkomen van puzzles in dag- en weekbladen, hetzij georganiseerd door deze bladen zelf, hetzij door onderne mingen, die aldus mede propaganda wil len maken voor hun produkten. Dit verschijnsel heeft een vlucht geno men, welke die van de voetbalpools, zo wel voor als na de beperkingen, welke zich te dien aanzien door de bemoeienis sen van de KNVB hebben voorgedaan, verre schijnt te overtreffen. In leder ge val staat vast, dat de prijzen, die bij deze puzzels worden gewonnen, dikwijls uiter mate hoog zijn. Mede hierdoor is het aannemelijk, dat de publieke belangstel ling zich thans meer richt op deze puz zels dan op de voetbalpools. Er kan met recht van een puzzelrage worden gespro ken. Deze leden achtten de aldus ontstane situatie verre van onbedenkelijk. Met verontrusting constateerden zij, dat de speelzucht steeds verder om zich heen grijpt. Bovendien dreigt een toe stand te ontstaan, welke weinig bevor derlijk is voor een juist begrip van de bevolking voor wat rechtens wel en niet toelaatbaar is. Aan het hand over hand toenemen van puzzelacties worden im mers geen feitelijke hindernissen in de weg gelegd. Deze leden waren dan ook de mening toegedaan, dat het kabinet mede ge zien de omvang van dit op velerlei wijze dingen naar geldprijzen aan de op dit terrein rijzende problematiek ernstige aandacht zal moeten schenken. Daarbij zouden zij ter discussie willen brengen, of de gang van zaken in de praktijk geen reden inhoudt voor ernstige twijfel om trent het antwoord op de vraag, of de bestaande bepalingen ten aanzien van het loterijwezen nog wel gedragen worden door het rechtsbewustzijn van een grote meerderheid van ons volk. Zij verklaarden, van de minister gaar ne te zullen vernemen, of hij te dezen niet een bijzondere taak voor zich ziet weggelegd. Bij deze leden was de vraag gerezen, of maatregelen tot beheersing van de ontstane situatie niet gewenst zijn, waarbij men recht zou moeten laten wedervaren aan verontrusting en gewij zigde rechtsovertuiging, zodat enerzijds regulering en beperking zeker niet zullen kunnen worden gemist, terwijl anderzijds meer zou behoren te worden toegestaan dan thans geoorloofd is. Verscheidene andere leden, die zich hiermee konden verenigen, spraken van deze loterij-materie als van een laby rint. Zij meenden te weten, dat oo de korfbalbond begint met enig pool-sy- steem. Vele andere leden spraken van een verwarde toestand, die op loterijgebied in de afgelopen maanden is geschapen, een toestand, die de indruk doet ontstaan, dat de regering niet meer in staat is, de wet te handhaven. De talloze prijsvragen hebben een zodanig karakter, dat het op zjjn minst genomen twijfelachtig is, of de deelnemers een overwegende invloed op de uitslag, in de zin van de loterijwet, kunnen oefenen. twee bijbelgenootschappen het recht van bijbeluitgave, waarvan zij een zeer in tens gebruik maken. In Rusland kwam in 1956 een nieuwe grote Bijbel uit, ver zorgd door het patriarchaat. Het Neder lands Bijbelgenootschap beschikt boven dien over meer gegevens. 2) Of het „vrije Westen" zijn vrijheid moet gebruiken om op deze wijze bijbel gedeelten te verspreiden staat te bezien. Tegenover het risico, dae de belijders van het christelijk geloof in die landen zelf lopen, wanneer ze voor hun overtuiging uitkomen, stellen wij christenen in het vrije Westen thans een methode van ge tuigenis, die ons niet in 't minst In ge vaar brengt en bovendien een zeer on persoonlijk karakter draagt. Het ware te wensen, dat onze Westeuropese en Nederlandse christenheid ernstig zocht naar waardiger methoden om tot de lan den aan de andere zijde van het ijzeren gordijn een krachtig en werkelijk in drukwekkend geloofsgetuigenis te doen doordringen. 3) De ballonnenactie is niet nieuw. Ze is reeds vele malen toegepast voor ver spreiding van anti-communistische lite ratuur. 't Is de vraag, of het verstandig is om op deze zelfde wijze thans ook weer bijbelgedeelten te verspreiden. Het reeds bestaande misverstand zou daar door kunnen worden bevorderd, als zou te bijbel een boek zijn van het Westen, erwijl hij het Boek van alle volken is, waarm God over alle natieën zijn oor deel spreekt en zijn heil verkondigt. Thans wordt de schijn gewekt, als zou het een politiek striidmidel in de han den van het westen zijn. 4) De bijbelgenootschappen zijn het ®r °Y®r ,eens' dat gratis verspreiding van en vooraI °P deze onvoorzich tige en oncontroleerbare manier niet aanbevelenswaardig is. Massaversprel- ding wekt altijd de indruk, dat er een waardeloos propaganda-artikel wordt aangeboden. Bovendien gaan er van de door ballonnen verspreide kleine bijbel gedeelten (nooit hele bijbels!) een onver- ren gr°0t aantaI <®«elezen verlo- 5) Deze ballonnenactie geeft versnip pering van krachten. Het Nederlandsch Bijbelgenootschap biedt de mogelijkheid om gelden, gestort voor bijbelversprei ding aan de andere zijde van het ijzeren gordijn, aan hun bestemming te laten voldoen. In Be WaarMdsTriend, orgaan van de S'L Bond' Yoert ds. W. L. Tukker van Rotterdam het pleit voor een beter pas toraat van de predikanten onder elkaar, omdat hij gelooft dat hieraan tegenwoor dig veel ontbreekt. Ds. Tukker stelt vast: Naar presbyteriale kerkopvatting moet elk predikant zorg hebben voor elk pre dikant. Als elk in zijn naaste omgeving nu eens begon met zijn gaven en talen ten aan te wenden tot nut en tot zalig heid van de ander, dan zou er al veel gewonnen zijn. Dan zal men elkander moeten opvangen en dragen in zijn zon den en zwakheden, zoals broeders naar den vlese dat doen. En dan zal ook in de genade degene, die heeft, zoeken mede te delen hem, die niet heeft. Wat wordt er toch weinig onder ons onderling, in de pastorieën, onderweg op reis, in verga deringen, gesproken over de rijkdom der genade, die in Christus Jezus is. En wat zijn wij weinig uitdelers, onderlinge uit beiers van die rijkdommen der genade. Op zijn best leeft onder ons de gedachte: ,als wij het zelf maar hebben!" De tekst uit Psalm 133: „Zie hoe goed en hoe lieflijk is het, dat broeders ook te samen wonen," staat in verband met Aarons huis, men zou kunnen zeggen, met het geslacht der predikanten. In Uitzicht, orgaan van het geref. oecu menisch studieverband, herinnert ds. Th. Delleman van Groningen er aan, dat de eenheid tussen hervormden en gerefor meerden in de liturgie bewaard bleef niettegenstaande afscheiding en dolean tie. Het zou een mooi ding zijn, als onze nieuwe formulieren en die van de her vormde kerk een jaar of tien in beide kerken konden worden gebruikt. Daarna zou 'n gezamenlijke commissie de defi nitieve tekst kunnen vaststellen van de nieuwe gemeenschappelijke formulieren. Ook hierin is de hervormde synode wijs te werk gegaan, dat zij een dienstboek gaf in ontwerp. Het gebruik leert da deugden en fouten van een formulier kennen. En door het gebruik rijpt het taalgevoel. In elk geval is te hopen, dat onze generale synode ook een dienstboek in ontwerp geeft en de wederzijdse de- putaten contact opnemen om te overleg gen of de hervormde en gereformeerde kerk tot één gemeenschappelijk dienst boek kunnen komen. Dit zal eerder mogelijk zijn, dan dat we onzerzijds komen tot een nieuw dienstboek met de chr. gereformeerde of geref. gemeenten. Het blijkt in onze tijd nog steeds mogelijk dat een nieuwe chr. geref. kerk wordt gevormd uit een groepje gereformeerden, die vanwege het bundeltle gezangen uit de geref. kerk treden. Het is eigenlijk om van schaamte door de grond te zinken. Wat 'n kerk- gevoel en kerkstijl. Maar hierdoor is opnieuw schrijnend duidelijk geworden, hoe sterk de sectarische geest onder ons nog is. Geen mooie en vrome woorden kunnen dit sectarisme bedekken. Het enige mid del om dit'sectarisme de wind uit de zeilen te halen, is de hervormde wijze van handelen: geef vrijheid van keus en leer de kerkmensen van gezangenkwes ties en liturgische inzichten geen afgod te maken. Ruim 45.100 Japanse zeelieden zjjn vrijdag voor 48 uur in staking gegaan om hun eis tot een loonsverhoging van tenminste twintig procent kracht bij te zeten. Door deze staking worden ongeveer 1000 schepen getroffen. Deze leden waren voorstanders van een krachtig beleid. Zij drongen bij de bewindsman op een duidelijk en krach tig standpunt aan.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1957 | | pagina 4