Eén protestants-christelijke
'artij is het doel
volksp;
Vijf hoofdpunten
van A.R.-beleid
Christelijke politieke
partijen moeten zo nauw
mogelijk samenwerken
LANDBOUW VRAAGT
BREDE AANDACHT
Vele vragen aan minister
van landbouw
Puzzlerage verontrust
volksvertegenwoordiging
UIT DE KERKEN
uenlc
PRISMA
Najaarsvergadering A.R, Partijconvent in Utrecht
Eigen plaats
Kunstmaan
czCedi
ilc
en- en aoonneeiverjactie
unótic
oop
t
zeer cjunóucj
Bijbels aan ballonnetjes
Integratie
if 105.-1
Zorg voor elkaar
Laten we het
samen doen
Maandag 28 oktob«r 1957
ZEEUWSCH DAGBLAD
(Van één onzer verslaggevers)
De voorzitter van de Anti-Revolutionaire Partij, dr. W. P.
Berghuis, heeft zaterdag in een rede, waarmee hij in gebouw
Esplanada te Utrecht de najaarsvergadering van het A.R.
Partijconvent opende, uiteengezet hoe in deze tijd het anti
revolutionaire beleid gericht dient te zijn. Dr. Berghuis noemde
enkele „organisatorische en politieke hoofdpunten" die prin
cipieel centraal staan en betrekking hebben op de structureel
belangrijkste moderne aangelegenheden op de verwezen
lijking waarvan de A.R.P. zich in de eerste plaats dient te
richten.
Enkele van de voornaamste punten zijn: een zo nauw moge
lijke samenwerking tussen de christelijke politieke partijen met
als uiteindelijke doel: één protestants-christelijke volkspartij,
het zuiver houden van de eigen plaats der overheid, de strijd
tegen de versmelting van staat en maatschappij, het versterken
van het particulier initiatief, het creëren van nieuwe maat-
schappijvormen naar ieders recht en verantwoordelijkheid, het
bevorderen van de politieke integratie van Europa ter verde
diging van recht en vrijheid.
De heer Berghuis wees er op,
dat wanneer men telkens vraagt
waar de antirevolutionaire lijn met
betrekking tot de beheersende
vraagstukken van deze tijd loopt,
de A.R.P. niet kan volstaan met
een verwijzing naar beginselpro
gram, program van actie of naar
de principiële a.r. opvattingen om
trent zondagsrust, lijkverbranding,
loterij of eed. Men wil de typisch
strategische lijnen aangegeven zien,
zoals die van anti-revolutionaire
gezichtspunt principieel van belang
zijn in verband met de structurele
ontwikkeling van deze tijd. Deze
punten moeten nationaal-politiek,
actueel-politiek en principieel-poli-
tiek centraal ,:ijn. Zij moeten als
het ware zijn: een actuele projectie
In hoofdzaken van onze beginselen
In de moderne wereld.
Er zijn enkele punten, aldus dr.
Berghuis, die op de politiek zei1 geen
betrekking hebben, maar die toch
voor de georganiseerd beoefende
christelijke politiek en voor de geor
ganiseerde protestants-christelijke in
vloed in Nederland zo gewichtig zijn,
dat zij als afzonderlijke punten van
partijbeleid uitdrukkelijk moeten wor
den gesteld.
In de eerste plaats moet het streven
er op gericht zijn om te komen tot
een zo goed mogelijk samenspel tus
sen de christelijke organisaties op de
verschillende levensterreinen om de
protestants-christelijke in ons volks
leven te versterken.
In de tweede plaats dient, ter ver
sterking van de protestants-christe
lijke politieke invloed in ons volks
leven, gestreefd te worden naar een
zo nauw mogelijke samenwerking met
en eenheid van beleid van de chris
telijke politieke partijen, een streven
dat uiteindelijk gericht moet zijn op
het verwezenlijken van de begeerte
naar één protestants-christelijke volks
partij. Deze twee beleidslijnen zijn
van wezenlijke betekenis voor het
buleld van de A.R. partij.
Wat de politieke hoofdpunten be
treft, deze zullen moeten appelleren
aan fundamentele uitgangspunten
voor een christelijke politiek naar
anti-revolutionair belijden, aldus dr.
Berghuis. Als eerste hoofdpunt noem
de hij de geheel eigen plaats, die de
met het zwaard uitgeruste overheid
van Godswege, bij Zijn gratie en ons
ten goede, in de samenleving heeft.
De A.R.P.-voorzitter sprak in dit ver
band van de overheid als genadegave
Gods ter instandhouding en regulering
van rechtvaardige inter-menselijke
Verhoudingen.
Als tweede vaste uitgangspunt stel
de spreker echter de principiële be
perktheid van de taak der overheid
met betrekking tot het reguleren der
samenleving. Hij moest tot zijn spijt
constateren, dat er gestimuleerd
door het socialisme, maar toch ook
beslist niet alleen daardoor een
proces gaande is, waardoor de geheel
eigen plaat3 van de overheid als zeer
speciaal instituut in de samenleving
van een steeds meer in elkaar opgaan
van staat en maatschappij (gebaseerd
op de ontkenning van de principiële
grenzen tussen die beide) dreigt een
geleidelijke en geruisloze verstatelij
king van de opbouw der samenleving,
wanneer tenminste niet met grote
kracht wordt gestreefd naar 't zuiver
houden van de uitzonderlijke plaats
van de overheid in de hoogheid van
haar zeer speciaal Goddelijk ambt.
Een ander modern verschijnsel, al
dus dr. Berghuis, is dat van de ontzag
lijk uitgedijde en nog steeds uitdijen
de staatsbemoeiing. Ze is enerzijds in
menig opzicht een noodzakelijk gevolg
van de huidige omstandigheden zelf,
anderzijds wordt zij gevoed door poli
tieke stromingen, die het overheidsop
treden alleen naar opportuniteit beoor
delen, dan wel in een uiteindelijk door
de overheid geleide en verzorgde sa
menleving een politiek ideaal zien. Te
genover deze stromingen zal de A.R.P.
met klem en met toenemende nadruk
de beperktheid van de overheidstaak
moeten stellen. Ze zal ook in de prak
tische staatkunde, waar dit mogelijk
is, de overheidszorg moeten intomen
en de positie van de „maatschappij"
moeten versterken.
als vierde hoofdpunt van a.r. politiek.
Het maatschappijbeeld zal juist van
christelijk politiek en maatschappelijk
gezichtspunt uit voortdurend voor ver
andering vatbaar moeten zijn. In het
a.r. program van actie van 1956 is
gesteld, dat bevorderd moet worden
de opheffing van wettelijke belemme
ringen om aan de factor arbeid de
hem toekomende plaats en verant
woordelijkheid in de onderneming te
geven, teneinde langs de weg van
vrijwilligheid te kunnen bereiken, dat
de arbeiders medeverantwoordelijk
heid dragen ten aanzien van beslui
ten, die voor het voortbestaan der
onderneming van beslissende beteke
nis zijn. Dit opheffen van belemme
ringen is een beperkte, maar toch
reeds belangrijke doelstelling, aldus
dr. Berghuis. Ook in meer algemene
ten staan voor een aanpassing van
de maatschappij-orde aan de moderne
omstandigheden overeenkomstig de
verantwoordelijkheden naar de godde
lijke roeping van de mens en naar
zijn betrekking tot de naaste.
Als laatste hoofdpunt noemde dr.
Berghuis een krachtige nationale aan
pak van de ontwikkeling van Nieuw-
Guinea. „Vanuit de historie voor het
forum van de wereld hebben wij als
natie hier een gewichtige zedelijke
taak, die met grote nadruk door onze
christelijke politieke partij moet wor
den gesteld", aldus de A.R.P.-voorzit-
ter, die beklemtoonde, dat het beleid
t.a.v. Nieuw-Guinea gericht dient te
zijn op de uiteindelijke zelfstandig
wording van het volk der Papoea's.
Aan het begin van zijn betoog sprak
dr. Berghuis over de ontzaglijke in
druk, die de Russische kunstmaan al-
lerwege in de wereld heeft gemaakt.
H-bom en kunstmaan, zo meende hij,
bepalen ons bij het naderend einde
der dagen, waarin in een punt des
tijds de elementen brandende zullen
vergaan. „Wij kunnen os nu toch wel
haast voorstellen", aldus de A.R.P.-
voorzitter, „op welke wijze het einde
zou kunnen plaatsvinden". Hoezeer
echter ook de tekenen der tijden ons
vaak verschrikken, het is goed nu te
mogen leven. Vanwege de rijkdom,
die is gelegen in de ontplooiing van
de menselijke geest, en vanwege de
tekenen der tijden. Het is ook voor
onze politieke arbeid goed dit alles
te beseffen, aldus dr. Berghuis. Want
dan krijgen onze eigen nationale of
partijpolitieke problemen alsook het
overweldigende aspect van aardsatel
lieten en waterstofbommen andere
proporties.
Zaterdagmiddag heeft het a.r.
Tweede-Kamerlid C. P. Hazenbosch
gesproken over de Europese Economi
sche Gemeenschap.
De algemene leden- en abonnéwerfactie van de Anti-Revo
lutionaire Partij, die dit najaar wordt gehouden, verloopt tot
dusverre gunstig. De voorzitter van de A.R.P., dr. W. P. Berg
huis, kon dit zaterdagmiddag tot zijn vreugde meedelen tijdens
de vergadering van het Partijconvent te Utrecht. De streef
getallen zijn: 100.000 leden en 20.000 abonnees van het A.R.
weekblad Nederlandse Gedachten. Dit betekent dat 6000 leden
en 2000 abonnees zullen moeten worden geworven. De actie
heeft reeds tussen de 1000 en 2000 leden opgeleverd plus enige
honderden abonnees. Het doel is echter nog niet bereikt. Het
is gebleken, dat de actie vooral wat betreft het platteland mis
schien iets te vroeg is ingezet. Daarom zal de sluitingsdatum
wellicht moeten worden verlegd.
De voorzitter van de Anti-Re
volutionaire Partij, dr. W. P.
Berghuis, heeft zaterdag tijdens
de vergadering van de Partij
convent vijf hoofdpunten van
anti-revolutionair beleid in deze
tijd opgesomd:
1. Zuiver houden van de po
sitie der overheid; strijd tegen
de versmelting van staat en
maatschappij.
2. Overheidsbemoeiing aan
strakke teugel; versterking van
de positie van het particulier
initiatief.
3. Europese integratie ter ver
dediging van recht en vrijheid.
4. Nieuwe maatschappijvor-
men naar ieders recht en ver
antwoordelijkheid.
5. Nationale krachtsinspanning
ten behoeve van het volk van
Nieuw-Guinea.
De stichting „Activering Geestelijke
Weerbaarheid" heeft aan alle kerkeraden
het verzoek gericht om op 3 november,
ter herdenking van de Hongaarse op
stand een kerkcollecte te houden ten bate
van de stichting; deze verzendt door
middel van ballonnen bijbels naar gebie
den achter het ijzeren gordijn. Ds. F.
Visser, secretaris van het Ned. Bijbel
genootschap, verklaart naar aanleiding
van deze actie in Woord en Dienst.
1) Men mene niet, dat de normale
bijbelvoorziening van de beoogde gebie
den onmogelijk is. Het jaarverslag van
de United Bible Societies vermeldt b.v.
de verspreiding van 200.754 bijbels en
bijbelgedeelten in 1956 in Polen en 23.070
in Joegoslavië. In Oost-Duitsland hebben
Het structuurbeleid en het garantiebeleid in de landbouw hebben
vele leden van de tweede kamer in het voorlopig verslag op de be
groting van landbouw tot vragen gebracht. Hoewel men met voldoe
ning constateert, dat de minister van plan is, een beleid te voeren
tot het verwezenlijken van een redelijk bestaan in land- en tuinbouw,
vraagt men toch een nadere toelichting over de aanpassingsmogelijk
heden aan de wereldmarkt met zijn wijzigende omstandigheden.
Gevraagd wordt of arbeidsschaarste
niet kan leiden tot ongewenste vormen
van vrouwen- en kinderarbeid en te
lange arbeidsdagen voor de onderne
mer.
Gewezen wordt op de onstabiele si
tuatie op de zg. wereldmarkt, die door
invoerbeperkende en uitvoerbevorde-
rende maatregelen van vele landen
wordt beïnvloed. Vele wereldmarkt
prijzen liggen ver onder onze kost
prijzen, die nog steeds de laagste van
West-Europa zijn. De bedrijfsuitkom-
sten zijn ondanks een catastrofe-voor-
komend garantiebeleid, nog weinig
bevredigend. Voor sommige produkten
is de garantie beslist onvoldoende.
Noodzakelijke middelen tot moderni
sering ontbreken steeds meer. Vele
leden menen, dat aan uitbreiding van
het garantiebeleid niet zal zijn te ont
komen.
KLEINE BEDRIJVEN
Men meent, dat de (kleinere) fami
liebedrijven door gebrek aan arbeids
krachten steeds aan betekenis zullen
gaan winnen, speciaal in de groep ver-
edelingsbedrijven. Het zoeken van de
landbouwmoeilijkheden in deze bedrij
ven wordt door vele leden met klem
van de hand gewezen. Ook in deze be
drijven zouden de kostprijzen niet of
nauwelijks lager zijn. Deze bedrijven
zouden, naar veler mening, wel eens
beter bestand kunnen blijken tegen
lagere prijzen dan de grotere.
Wel willen vele leden te kleine be
drijven vergroten en versplintering
voorkomen, doch aan een redalijke
vrijheid der betrokkenen mag niet te
kort worden gedaan. Men staat scep
tisch tegenover vestigingseisen t.a.v.
bedrijfsgrootte en meent, dat de boer
belangrijker is, dan de omvang van
zijn bedrijf.
Een doeltreffend prijsbeleid zal op
korte termijn een redelijk bestaan in
de landbouw mogelijk moeten maken.
VELE VRAGEN
Verschillende leden dringen ook aan
op hulp voor twee of drie maal
door wateroverlast gedupeerde land
bouwers.
Gevraagd wordt naar mogelijkheden
voor voldoende reservering voor oogst-
risico's en belangrijke investeringen.
Aangedrongen wordt op mogelijkheden
voor belastingsvrije reserve ofwel op
een belastingheffingssysteem, ver
deeld over 5 jaar.
Ofschoon zeer vele leden verheugd
zijn over de mededeling, dat in 1958
minder personen bij het departement
en diensten werkzaam zullen zijn, dan
in 1957, vraagt men zich toch af, waar
om het aantal van eind juni, nl. 8236,
volgend jaar met ruim 600 moet wor
den verhoogd.
Door vele leden wordt gevraagd, hoe
de minister de agrarische uitvoer aar
drijkskundig meer wil spreiden en hoe
hij het „uitvaartpakket" veelzijdiger
wil maken.
Uitvoer van produkten met toesla
gen acht men een twijfelachtige zaak.
Men wordt gaarne ingelicht over dit
probleem en over de toekomstige si
tuatie in de Euromarkt met het oog
op kostprijzen, het vasthouden van
uitvoermarkten en de betalingsbalans.
Vele leden zagen 's ministers stelling,
dat de consument de kostprijs dient te
betalen, gaarne nader toegelicht.
Gevraagd wordt een nadere toe
lichting op de uitgangspunten van de
kostprijsberekeningen.
Men vraagt de minister of de splitsing
„boer-ondernemer" in een functie als
„loonarbeider" en een functie als „be
drijfsleider" niet gekunsteld is en het
beeld van de totale ondernemersfunc
tie vertroebelt.
Vele andere leden dringen aan op
afzien van de blokkering van de ge
deelten van toeslagen op prijzen, voor
zover die gevolg zijn van doorbereke
ning van eigenaarslasten. Aangedron
gen wordt op compensatie van mono
polieheffingen door bedreigde be
drijfstakken.
Een oordeel wordt gevraagd over de
gedachte, om de suikeraccijns, die
door de consument wordt opge
bracht, in het landbouw-egalisatle-
fonds te storten. Men wijst voorts op
de onrust onder de kleine boeren over
het ontbreken van een zodanige var-
kensbeleid, dat een redelijk bestaan
in de varkenshouderij gewaarborgd ls.
Tevens vraagt men mogelijkheden
tot het schadeloosstellen van gedu
peerde telers van bewaarkool en
fruit.
De belangstelling van vele leden
gaat uit naar minder perfekte afwer
king van cultuurtechnische werken.
Zij vragen om proeven met eenvoudi
ger werkmethoden (alleen ontsluiting,
waterbeheersing en kavelindeling be
treffende), waardoor met hetzelfde
geld omvangrijker objekten dan thans
eenvoudig bediend zouden worden.
Verscheidene andere leden achten
een positief beleid ten aanzien van de
verdere ontsluiting van het platte
land in technisch, economisch en
maatschappelijk opzicht geboden, als
noodzakelijk voor een harmonische
ontwikkeling van landbouw, handel
en industrie.
Als derde hoofdpunt noemde dr.
Berghuis het streven naar Europese
integratie. Nieuwe staatkundige vor
men zijn nodig teneinde de blijvende
overheidsopdracht om recht en vrij
heid te beschermen mogelijk te ma
ken. Het grote goed van het in de
geschiedenis onder Godsleiding ge
groeide Nederlandse staatbestel is van
ontzaglijke betekenis voor het Neder
landse volk. En iedereen, die de een
wording van Europa bepleit met het
argument, dat het nationale uit de
tijd en failliet is, zal ook nu de A.R.P.
tegenover zich vinden. Maar het na
tionale staatsbestel is geen doel in
zichzelf, aldus dr. Berghuis, die er
voorts op wees, dat gezien in het
licht van de verdediging van recht
en vrijheid het tot stand brengen
van nieuwe staatkundige vormen in
Europees verband een eis van christe
lijke politiek is.
Het creëren van nieuwe maatschap
pij-vormen naar ieders recht en ver
antwoordelijkheid zag dr. Berghuis
(In"'?nnden mededeling adv.)
Groeperingen kamerleden hebben in het voorlopig verslag over de
begroting van justitie hun ongerustheid uitgesproken over de gang
van zaken met allerlei pools en puzzles.
Vele leden betreurden het, dat de minister geen gevolg heeft kun
nen geven aan hun suggestie tot instelling in gezamenlijk overleg
tussen de minister van justitie en zijn ambtgenoot van O. K. en W.
van een commissie, die de aan de z.g. voetbalpools- verbonden proble
matiek aan een breed onderzoek zou moeten onderwerpen. Blijkbaar
is de bewindsman tot de conclusie gekomen, dat het stellingnemen
door de leden van het kabinet, die de antirevolutionaire beginselen zijn
toegedaan, het instellen van zo'n commissie moest uitsluiten.
manager
Onmisbaar voo<
Uw «fsprakea Uur cn dag
m een oogopslag!
Intussen moesten deze leden constate
ren, dat de ontwikkeling ten aanzien
van de z.g. voetbalpools eer meer dan
minder verwarring te zien heeft gegeven.
Bovendien heeft zich in de sfeer van de
loterij wet nog een verschijnsel voorge
daan, dat eveneens bijzondere aandacht
verdient. Het gaat hier om het zeer fre
quent voorkomen van puzzles in dag- en
weekbladen, hetzij georganiseerd door
deze bladen zelf, hetzij door onderne
mingen, die aldus mede propaganda wil
len maken voor hun produkten.
Dit verschijnsel heeft een vlucht geno
men, welke die van de voetbalpools, zo
wel voor als na de beperkingen, welke
zich te dien aanzien door de bemoeienis
sen van de KNVB hebben voorgedaan,
verre schijnt te overtreffen. In leder ge
val staat vast, dat de prijzen, die bij deze
puzzels worden gewonnen, dikwijls uiter
mate hoog zijn. Mede hierdoor is het
aannemelijk, dat de publieke belangstel
ling zich thans meer richt op deze puz
zels dan op de voetbalpools. Er kan met
recht van een puzzelrage worden gespro
ken.
Deze leden achtten de aldus ontstane
situatie verre van onbedenkelijk.
Met verontrusting constateerden zij,
dat de speelzucht steeds verder om zich
heen grijpt. Bovendien dreigt een toe
stand te ontstaan, welke weinig bevor
derlijk is voor een juist begrip van de
bevolking voor wat rechtens wel en niet
toelaatbaar is. Aan het hand over hand
toenemen van puzzelacties worden im
mers geen feitelijke hindernissen in de
weg gelegd.
Deze leden waren dan ook de mening
toegedaan, dat het kabinet mede ge
zien de omvang van dit op velerlei wijze
dingen naar geldprijzen aan de op dit
terrein rijzende problematiek ernstige
aandacht zal moeten schenken. Daarbij
zouden zij ter discussie willen brengen,
of de gang van zaken in de praktijk geen
reden inhoudt voor ernstige twijfel om
trent het antwoord op de vraag, of de
bestaande bepalingen ten aanzien van het
loterijwezen nog wel gedragen worden
door het rechtsbewustzijn van een grote
meerderheid van ons volk.
Zij verklaarden, van de minister gaar
ne te zullen vernemen, of hij te dezen
niet een bijzondere taak voor zich ziet
weggelegd. Bij deze leden was de vraag
gerezen, of maatregelen tot beheersing
van de ontstane situatie niet gewenst
zijn, waarbij men recht zou moeten laten
wedervaren aan verontrusting en gewij
zigde rechtsovertuiging, zodat enerzijds
regulering en beperking zeker niet zullen
kunnen worden gemist, terwijl anderzijds
meer zou behoren te worden toegestaan
dan thans geoorloofd is.
Verscheidene andere leden, die zich
hiermee konden verenigen, spraken van
deze loterij-materie als van een laby
rint. Zij meenden te weten, dat oo de
korfbalbond begint met enig pool-sy-
steem.
Vele andere leden spraken van een
verwarde toestand, die op loterijgebied
in de afgelopen maanden is geschapen,
een toestand, die de indruk doet ontstaan,
dat de regering niet meer in staat is, de
wet te handhaven. De talloze prijsvragen
hebben een zodanig karakter, dat het op
zjjn minst genomen twijfelachtig is, of
de deelnemers een overwegende invloed
op de uitslag, in de zin van de loterijwet,
kunnen oefenen.
twee bijbelgenootschappen het recht van
bijbeluitgave, waarvan zij een zeer in
tens gebruik maken. In Rusland kwam
in 1956 een nieuwe grote Bijbel uit, ver
zorgd door het patriarchaat. Het Neder
lands Bijbelgenootschap beschikt boven
dien over meer gegevens.
2) Of het „vrije Westen" zijn vrijheid
moet gebruiken om op deze wijze bijbel
gedeelten te verspreiden staat te bezien.
Tegenover het risico, dae de belijders van
het christelijk geloof in die landen zelf
lopen, wanneer ze voor hun overtuiging
uitkomen, stellen wij christenen in het
vrije Westen thans een methode van ge
tuigenis, die ons niet in 't minst In ge
vaar brengt en bovendien een zeer on
persoonlijk karakter draagt. Het ware
te wensen, dat onze Westeuropese en
Nederlandse christenheid ernstig zocht
naar waardiger methoden om tot de lan
den aan de andere zijde van het ijzeren
gordijn een krachtig en werkelijk in
drukwekkend geloofsgetuigenis te doen
doordringen.
3) De ballonnenactie is niet nieuw. Ze
is reeds vele malen toegepast voor ver
spreiding van anti-communistische lite
ratuur. 't Is de vraag, of het verstandig
is om op deze zelfde wijze thans ook
weer bijbelgedeelten te verspreiden. Het
reeds bestaande misverstand zou daar
door kunnen worden bevorderd, als zou
te bijbel een boek zijn van het Westen,
erwijl hij het Boek van alle volken is,
waarm God over alle natieën zijn oor
deel spreekt en zijn heil verkondigt.
Thans wordt de schijn gewekt, als zou
het een politiek striidmidel in de han
den van het westen zijn.
4) De bijbelgenootschappen zijn het
®r °Y®r ,eens' dat gratis verspreiding van
en vooraI °P deze onvoorzich
tige en oncontroleerbare manier niet
aanbevelenswaardig is. Massaversprel-
ding wekt altijd de indruk, dat er een
waardeloos propaganda-artikel wordt
aangeboden. Bovendien gaan er van de
door ballonnen verspreide kleine bijbel
gedeelten (nooit hele bijbels!) een onver-
ren gr°0t aantaI <®«elezen verlo-
5) Deze ballonnenactie geeft versnip
pering van krachten. Het Nederlandsch
Bijbelgenootschap biedt de mogelijkheid
om gelden, gestort voor bijbelversprei
ding aan de andere zijde van het ijzeren
gordijn, aan hun bestemming te laten
voldoen.
In Be WaarMdsTriend, orgaan van de
S'L Bond' Yoert ds. W. L. Tukker van
Rotterdam het pleit voor een beter pas
toraat van de predikanten onder elkaar,
omdat hij gelooft dat hieraan tegenwoor
dig veel ontbreekt. Ds. Tukker stelt vast:
Naar presbyteriale kerkopvatting moet
elk predikant zorg hebben voor elk pre
dikant. Als elk in zijn naaste omgeving
nu eens begon met zijn gaven en talen
ten aan te wenden tot nut en tot zalig
heid van de ander, dan zou er al veel
gewonnen zijn. Dan zal men elkander
moeten opvangen en dragen in zijn zon
den en zwakheden, zoals broeders naar
den vlese dat doen. En dan zal ook in de
genade degene, die heeft, zoeken mede te
delen hem, die niet heeft. Wat wordt er
toch weinig onder ons onderling, in de
pastorieën, onderweg op reis, in verga
deringen, gesproken over de rijkdom der
genade, die in Christus Jezus is. En wat
zijn wij weinig uitdelers, onderlinge uit
beiers van die rijkdommen der genade.
Op zijn best leeft onder ons de gedachte:
,als wij het zelf maar hebben!"
De tekst uit Psalm 133: „Zie hoe goed
en hoe lieflijk is het, dat broeders ook te
samen wonen," staat in verband met
Aarons huis, men zou kunnen zeggen,
met het geslacht der predikanten.
In Uitzicht, orgaan van het geref. oecu
menisch studieverband, herinnert ds. Th.
Delleman van Groningen er aan, dat de
eenheid tussen hervormden en gerefor
meerden in de liturgie bewaard bleef
niettegenstaande afscheiding en dolean
tie.
Het zou een mooi ding zijn, als onze
nieuwe formulieren en die van de her
vormde kerk een jaar of tien in beide
kerken konden worden gebruikt. Daarna
zou 'n gezamenlijke commissie de defi
nitieve tekst kunnen vaststellen van de
nieuwe gemeenschappelijke formulieren.
Ook hierin is de hervormde synode wijs
te werk gegaan, dat zij een dienstboek
gaf in ontwerp. Het gebruik leert da
deugden en fouten van een formulier
kennen. En door het gebruik rijpt het
taalgevoel. In elk geval is te hopen, dat
onze generale synode ook een dienstboek
in ontwerp geeft en de wederzijdse de-
putaten contact opnemen om te overleg
gen of de hervormde en gereformeerde
kerk tot één gemeenschappelijk dienst
boek kunnen komen.
Dit zal eerder mogelijk zijn, dan dat
we onzerzijds komen tot een nieuw
dienstboek met de chr. gereformeerde
of geref. gemeenten. Het blijkt in onze
tijd nog steeds mogelijk dat een nieuwe
chr. geref. kerk wordt gevormd uit een
groepje gereformeerden, die vanwege het
bundeltle gezangen uit de geref. kerk
treden. Het is eigenlijk om van schaamte
door de grond te zinken. Wat 'n kerk-
gevoel en kerkstijl. Maar hierdoor is
opnieuw schrijnend duidelijk geworden,
hoe sterk de sectarische geest onder ons
nog is.
Geen mooie en vrome woorden kunnen
dit sectarisme bedekken. Het enige mid
del om dit'sectarisme de wind uit de
zeilen te halen, is de hervormde wijze
van handelen: geef vrijheid van keus en
leer de kerkmensen van gezangenkwes
ties en liturgische inzichten geen afgod
te maken.
Ruim 45.100 Japanse zeelieden zjjn
vrijdag voor 48 uur in staking gegaan
om hun eis tot een loonsverhoging van
tenminste twintig procent kracht bij
te zeten. Door deze staking worden
ongeveer 1000 schepen getroffen.
Deze leden waren voorstanders van
een krachtig beleid. Zij drongen bij de
bewindsman op een duidelijk en krach
tig standpunt aan.