Bij de
van
mure
het
RESOLUTIE BRACHT OOK VOOR
RUSSIN GROTE VERANDERINGEN
Schoolmaatschappelijk werk
dringend noodzakelijk
^EEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
Geen uitstel van dienstplicht voor
Alle scholen
„BURGERLIJKHEID"
BELEDEN
VROUWEN FAVORIET
HOGE KLEDING-
REKENING
Brede taak voor
onderwijzend personeel
onderwijzers die in 57/58 beginnen
Geen nood?
Geen vaste regeling
Arrestaties in
Jordanië
Thunderstreaks en Thunderflashes
blijven (ondanks gevaar) vliegen
Antwoord van
minStaf
„Slechts" drie maal
Ingrijpend
Maandag 21 oktober 1957
„Alle scholen, van kleuterschool tot
universiteit, hebben contact met het
maatschappelijk werk nodig", zo stelde
de tweede referent, de heer C. Kleywegt
uit Nijmegen. Spr. vond het bedenkelijk,
dat deze binding alleen maar beperkt
blijft tot de b.l.o.-scholen en een klein
aantal lagere scholen, die veel kinderen
uit niet-aangepaste gezinnen onder hun
leerlingen tellen.
Juist de Christelijke scholen, die de
leuze dragen „De school aan de ouders",
hebben hier zeker een taak. „Het verwijt,
dat de Christelijke school op het gebied
van de maatschappelijke zorg kansen
ongebruikt iaat, 1* gegrond", aldus de
heer Kleywegt.
Er is een nieuwe wijze van samenwer
king nodig tussen allen, die op de een
of andere wijze bij de vorming van de
jeugd betrokken zijn. In ons land zijn
nog maar zestien instellingen in veertien
gemeenten, die school-maatschappelijk
werk bedrijven. Deze lnste1lingen, die
trachten bemiddelend op te treden tus
sen school en gezin, die contact zoeken
met de ouders en die de leerkrachten een
inzicht geven in de sociale achtergron
den en de moeilijkheden van de leerlin
gen, strekken hun werkzaamheden he
laas vrijwel uitsluitend uit tot het lager
onderwijs.
Twee beelden van de gevolgen, welke
de algemene staking in de Franse gas-
en elektriciteitsbedrijven voor Parijs
heeft gehad. Boven: Bij de Porte D'Or-
leans aan de rand van Parijs wachten
duizenden op transport naar hun werk
in de binnenstad
Van onze
reiscorrespondent
Link van Bruggen
Als er één vrouw op de wereld is, die aan een ingrijpende ver
andering van denkbeelden onderhevig is geweest, dan is 't wel de
Russische vrouw. Voor 1917 was de vrouw in Rusland niet meer dan
een huisslavin, die, maatschappelijk gezien, nergens op de voorgrond
trad. De komst van Lenin en de invoering van een bijna verplichte
ideologie heeft haar de arbeidskameraad van de man gemaakt, de in
elk opzicht gelijkberechtigde vrouw. In de tijd, dat Stalin aan de
grootheid van de Sovjet Unie werkte, aan de o:pvoering van het ge
boortecijfer vooral, is ze de alom verheerlijkte moeder-heldin gewor
den. En thans, na de door Chroesjtsjef ingeluide ontdooiing, of beter:
na de ingestelde „verburgerlij
king" van de sociale structuur, is
zij bezig een dame te worden: een
vrouw, die van dansen, uitgaan en
make up is gaan houden.
Het vreemde is wel, dat men al
deze fasen in de metamorfose der
Russische vrouw nog aanschou
wen kan. Op het platteland treft
men haar nog als huisslavin aan,
als vrouw zonder rechten dus, als een ding eerder dan als een mens.
En in de stad ziet men naast de arbeidskameraad de met vele privi
leges begunstigde moeder-heldin lopen het tiende kind verschaft
haar o.m. een gouden medaille en een lang verblijf in de luxe om
geving van een moedertehuis en naast de laatste weer de dame,
die zich opmaakt en kleedt, alvorens ze zich op straat begeeft.
De benoeming van mevrouw Jeka-
terina Foertsewa tot het eerste vrou
welijk lid van het partij-presidium
in één van de vijftien hoogste functies
van de Sowjet-Unie dus is mis
schien veelzeggend voor de tegen
woordige positie van de vrouw.
Chroestsjev heeft de Russin voor 't
eerst tot een hogere orde geroepen.
Mevrouw Foertsewa, wier moeder tex-
tielarbeidster was, doch wier man am
bassadeur bij Tito in Belgrado is ge
weest, is door haar door niemand
verwachte promotie een vrouw van
de wereld geworden, wier gangen
nauwkeurig door haar sexe-genoten
worden nagegaan. Haar uniform
achtige japonnen, waarin ze vroeger
de communistische leer verdedigde en
scherpe kritiek leverde op „degenera-
tie-verschijnselen" in de partij, heeft
Ze afgelegd. In plaats daarvan is ze
keurige deux-pièces gaan dragen,
cocktailjurken en zelfs avondkleding.
Als haar carrière niet als die van
Molotov en Malenkov als een zeepbel
uit elkaar spat, kan deze „Katherina
de Derde", zoals ze hier en daar spot
tend wordt genoemd, wel eens de
mode aan gaan geven. Ze laat zich
kleden in de zogenaamde ateliers van
de superieure stijl, die Moskou kent,
in die met dikke tapijten belegde en
met vergulde spiegels behangen pas
kamers, welke niets van het commu
nisme, maar alles van het Tsarendom
hebben.
Men kan zich afvragen, of de vlucht
van de Russische vrouw uit haar be
nauwde bestaan een vlucht, die
overigens al in de tijd van Stalin ge
sanctioneerd werd door een verzwa
ring van de echtscheidingsprocedure
de goedkeuring van Lenin zou
hebben weggedragen. De „burgerlijk
heid", welke altijd in de Westerse
vrouw bestreden is: haar drang om
zich smaakvol te kleden, haar lust om
uit te gaan en haar streven naar een
verzorgd uiterlijk, wordt onder
Chroestsjef thans openlijk beleden. En
er is vrijwel geen Moscovietische meer
die niet een paar keer per week voor
een mode-etalage stilstaat, of die niet
een „apart" geklede buitenlandse na
kijkt.
Al onder Lenin is de Russische
vrouw arbeidskameraad geworden. Ze
Is gelijkwaardig aan de man iets
wat men «duidelijk aan haar zelfbe-
Bont is er genoeg in Rusland. De
vrouw op de foto bekijkt een zil
verfox, die liefst driemaal het
maandloon van een arbeider kost.
wuste optreden kan zien en krijgt
dikwijls ook diens, volle loon. Elk be
roep staat voor haar open, evenals
elke studierichting.
Lopend door Moskou merkt men
zelfs met verbazing op, dat de vrouw
de man uit vele beroepen gedrongen
heeft. Straatvegers kent de Russische
hoofdstad niet, wel straatveegsters.
Het onderhoud van tuinen en plant
soenen wordt door vrouwren gedaan,
de conductrice heeft de plaats van de
conducteur ingenomen. In motor- en
trolley-bussen ziet men herhaaldelijk
een vrouw achter het stuur zitten. De
ondergrondse heeft mijns inziens meer
vrouwelijk dan mannelijk personeel,
terwijl de banken tenminste evenveel
cassières als kassiers hebben.
Men merkt de vrouw ook in typisch
mannelijke beroepen op. Men ziet ze,
met hoofdddoeken om en gestoken in
blauwe overalls, wanden timmeren en
muren metselen. Ze werken aan het
onderhoud van de spoorwegen, als
brugwachter, politie-agent en stations
chef. In de postkantoren zijn vrouwe
lijke employé's troef, evenals in de
hotels en bij de vele andere instellin
gen, welke diensten verrichten.
De toiletten, welke over het alge
meen door de vrouw in Moskou ge
dragen worden, zijn van een snit en
een dessin, die geen Westerling kan
bekoren. De japonnen ik was er
in de zomer zijn gemaakt van le
lijke groot-bloemige imprimé's, of van
groen-, blauw- of roodgestreepte ka
toentjes. De rokken zijn altijd net
even te kort, aan de taUlelijn wordt
niets gedaan, noch aan plisseerwerk,
dat zo'n aardig effect kan teweeg
brengen.
Men krijgt het gevoel of de Russi
sche vrouw het katoentje, dat ze
koopt, zonder raadpleging van een
patroon in stukken knipt en deze dan
met de Franse slag in elkaar flanst.
De algemene indruk en dit geldt
evengoed voor mannenkleren is er
één van zichzelf wegcijferende col
lectiviteit, die elk persoonlijk tintje
mist.
Men kan dit de Russische vrouw
eigenlijk niet kwalijk nemen. Het
lapje, dat ze kopen moet om haar ei
gen japon van te maken, is, naar Wes
terse maatstaven gerekend, peperduur.
Ze moet, voor enige kwaliteit, ten
minste een weekloon uitgeven en dan
heeft ze nog maar één jurk aan haar
garderobe toegevoegd
De mode van Parijs, Rome en New
York is haar verder geheel voorbij ge
gaan. Ze werkt nog volgens dezelfde
principes als voor de oorlog, al is 't,
dat hier en daar de ogen opengaan.
Aan dit laatste is vooral de haute
(Van één onzer verslaggeefsters)
„De inrichtingen voor maatschappelijk werk zien met bezorgdheid de kosten
voor het levensonderhoud stijgen, vooral nu het er niet naar uitziet, dat zij
in de naaste toekomst meer subsidie zullen ontvangen". Dit verklaarde mr, dr.
A. A. van Rhljn, toen hij in Utrecht de jaarlijkse algemene vergadering van
de Centraal Bond voor Inwendige Zending en Christelijk Maatschappelijk
Werk opende.
De openbare bijeenkomst was gewijd
aan het onderwerp: „Het maatschappelijk
werk en de school". De eerste inleider,
mr. B. W. van Houten, kinderrechter te
Arnhem, wees erop, dat het onderwijs in
deze dynamische tijd niet stil mag blij
ven staan, maar zich moet heroriënteren.
Zij dient er immers niet alleen voor om
kennis bij te brengen, maar zij heeft ook
tot taak, mensen te vormen, mensen die
ieder hun eigen noden en problemen
hebben.
hebben. Op de lagere scholen hebben de
:kinderen meestal maar met één klasse
onderwijzer te maken en deze leerkrach
ten leggen dan ook wel een» huisbezoe
ken af. Bij andere schooltypen ligt dit
moeilijker, terwijl juist daar de nood
vaak veel groter is.
Schooi en maatschappelijk werk zullen
volgens spr. tot een veel nauwere samen
werking moeten komen. „Ala er een
functieverlies van het gezin is, mag de
school zich niet blijven verschuilen ach
ter de stelling, dat zij niet de taak van
de buders behoeft over te nemen. De
school draagt een eigen verantwoorde
lijkheid, die in deze tijd met zich mee
brengt, dat zij samenwerking zoekt met
alle organen, die de geestelijke gezond
heid van gezin en kind willen dienen".
De school heeft echter ook een heel
eigen taak. De onderwijzers moeten de
kinderen niet zien als nummers of cijfer
lijsten, doch als mensen in wording, die
ieder individuele belangstelling nodig
Onder: het uitvallen van de trein
verbindingen bracht duizenden extra
auto's in de Parijse binnenstad. Deze
foto geeft een beeld van de chaotische
toestand op de Place de La Concorde,
een van de drukste pleinen van de
Franse hoofdstad.
Het is inderdaad juist, dat in het algemeen geen uitstel of verlenging van
uitstel is, of zal orden verleend aan onderwijzers, die gedurende het school
jaar 1957-1958 voor het eerst een betrekking bij het onderwijs gaan of zouden
willen gaan vervullen. Wel wordt aan hen, die dit jaar de onvolledige be
voegdheid hebben behaald, uitstel verleend ten behoeve van de studie voor
de volledige bevoegdheid aan een inrichting voor dagonderwijs.
De minister voor defensie, Ir. C. Staf, heeft dit geantwoord op vragen van
het Tweede Kamerlid de heer Kleijwegt.
couture debet: die weinige „ateliers
van de superieure stijl", welke er in
Moskou bestaan. Men vindt daar mo
derne Franse, Italiaanse en ook
Tsjechische modetijdschriften op tafel
liggen. Men heeft daar, zij 't beperkt
in voorraad, moiré en tafzijde, of fail
le, rayon, crêpe en chiffon.
De mensen, die deze salons fre
quenteren, zijn de ega's en dochters
van ministers, generaals, toneelspe
lers, artisten, schrijvers etc. Het zijn
stoffen, die in het Westen al lang weer
uit de mode zijn, maar de modellen
die van een beschaafde individualiteit
zijn, zijn geheel op de grote mode
centra van de wereld geïnspireerd, op
de heuplijn, de halslijn, de taillelijn
enzovoorts.
Ondertussen zitten de vrouwen,
die niet tot de geldbezittende klas
sen behoren, niet stil. Ze trachten
zich uit de uniformiteit en de
de vrouwen, die het middelpunt van
een nieuw uitgaansleven geworden
zijn. Die op de maat van (licht!) ro
mantische muziek in schemerdonkere
zalen dansen en door hun echtgenoten
herhaaldelijk mee uit eten genomen
worden.
Elke Russische vrouw droomt er van
eens dit leven te kunnen smaken.
Maar ze zal toch minstens een kleed
geld van zesduizend roebel per jaar
moeten hebben en dan nog kan zer er
niet veel meer dan één mantelpakje
en twee japonnen voor krijgen.
Voor het jaarinkomen van een on
geschoolde arbeider is het in Rusland
pas mogelijk zich modieus te kleden.
Men gebruikt dan weliswaar nog
grauwheid van het verleden te
verlossen door het bezoeken van
naaïkransen en knipcursussen.
Met de stimulering hiervan is men
in vele fabrieken druk bezig. Re
kening houdend met het budget
van een arbeider leert men de
Russin weer japonnen in plaats
van zakken maken.
Lappen stof, weinig smaakvol op de
toonbank uitgerold, worden door Rus
sische vrouwen betast enb ekeken. Op
de achte rgrond een winkelverkoop
ster, die de rekening aan de hand van
een telraampje opmaakt
Voor het schooljaar 1956'57 werd
voor onderwijzers, die reeds eerder
uitstel genoten, de mogelijkheid ge
opend verlenging van dit uitstel te
verkrijgen, onder voorwaarde echter,
dat zij geboren moesten zijn in 1935
of 1936 en niet reeds gedurende lan
ger dan een jaar uitstel ten behoeve
van het onderwijs hadden genoten.
Bovendien werd aan afgestudeerden
van de zogenaamde spoedcursus de mo
gelijkheid geboden tot het verkrijgen
van verder uitstel, mits zij een be
trekking gingen vervullen aan een
twee- of driemansschool.
Voor het schooljaar 1957/1958 is,
in overleg met de minister van on
derwijs, de maatregel getroffen, dat
onderwijzers, die reeds uitstel ver
kregen, omdat zij onmisbaar waren
aan een twee- of driemansschool of
aan een andere school, welke door
bijzondere ligging daarmede op één
lijn werd gesteld, thans vrijstelling
krijgen, mits zij hun betrekking
blijven vervullen of een soortgelijke
betrekking aanvaarden.
Het is de minister niet bekend, dat
door recente weigering van verzoeken
om uitstel op bepaalde scholen een
ernstige noodtoestand is ontstaan. Er
Is namelijk in die gevallen, waarin,
op grond van ambtelijke inlichtingen,
naar de overtuiging van de minister
van een feitelijke noodtoestand kon
worden gesproken, wel uitstel ver
leend aan onderwijzers, die in 1957
voor het eerst een betrekking bij het
onderwijs hebben aanvaard, aldus de
minister.
Daar, zoals hiervoren reeds is ge
bleken, geen vaste regeling geldt met
betrekking tot het verlenen van uit
stel of vrijstelling aan onderwijzers
en de in 1957 getroffen maatregel
meer aan de bijzondere moeilijkheden
bij het onderwijs tegemoet komt dan
de in j955 en 1956 getroffen maat
regelen, wordt deze vraag ontkennend
beantwoord.
Tenslotte wordt nog opgemerkt, dat
ook gedurende het schooljaar 1957/'58
aan onderwijzers in zo ruim mogelijke
mate vervroegd klein verlof in af
wachting van groot verlof wordt ver
leend.
In Jordanië zijn zeven parlements
leden, o.w. drie vroegere ministers,
gearresteerd.
De afgevaardigden zijn gearresteerd,
omdat zij een verklaring hebben uit
gegeven waarin zij zeggen geen ver
trouwen in de regering te hebben. Zij
hadden besloten af te treden, omdat
de regering met veronachtzaming van
de grondwet de wil van het parlement
ih een bepaalde richting dwingt, aldus
dus verklaring.
De vliegtuigen van het type „Thun-
derstreak" en „Thunderflash" worden
niet aan de grond gehouden, nadat
twee weken geleden, op 3 oktober, 'n
vliegtuig van dit type bij Venray is
neergestort na anderhalf uur zonder
piloot hebben rondgevlogen. Dit
vliegtuigongeval werd veroorzaakt
door een defect aan het hydraulisch
systeem, waarmee, roeren, remmen,
landingskleppen, landingsgestel en an
dere onderdelen worden bediend. De
minister voor defensie, ir. C. Staf,
heeft dit geantwoord op vragen van
het tweede kamerlid de heer E. Ver
meer.
Gedurende de tijd, dat dit type
vliegtuig in gebruik is, ongeveer
34.000 vlieguren, heeft zich éénmaal
een ongeval met dodelijke afloop en
tweemaal een minder ernstig ongeval
voorgedaan, waarbij de oorzaak met
vrij grote zekerheid kon worden toe
geschreven aan een analoog defect.
De fabrikanten hebben voor de on
derhavige vliegtuigtypen een geheel
nieuw hydraulisch systeem ontwik
keld, waarbij de kans op storingen
sterk is verminderd. Enkele van de
aan Nederland verstrekte vliegtuigen
zijn reeds met dit nieuwe systeem
uitgerust, maar het merendeel bezit
het nog niet.
De onderhavige vliegtuigtypen ma
ken een groot en essentieel gedeelte
uit van de parate luchtstrijdkrachten
in West-Europa en zijn ingedeeld bij
onder meer de Nederlandse, Belgische,
Franse en Amerikaanse luchtmachten
en bij die der Duitse bondsrepubliek.
Een besluit om hen, zij het tijdelijk,
niet operationeel te maken, zou zeer
ingrijpend zijn voor de geallieerde
strijdvaardigheid in de lucht en te
land, aldus minister Staf.