Vakantie op Nieuw-Guinea
Grote kist vol speelgoed
naar Nieuw-Guinea
EEN
VOETBAL VLOOG DOOR
DE SCHOOLRUIT
0nder jonge ogetx^
Tweeling van negentig jaar
verjaart 31 oktober
WITLOF
De fuchsia sneuvelt
UIT DE RIMBOE IN DE RIMBOE
aterdag 19 oktober 1957
ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 10
Met twee dragers de wildernis in
Phia v. d Berg
vertelt
Competitie voor
verkeersveiligheid
KLAVER
VIER
m
Speelgoed voor 300
kleine kroeskoppen
Lezers van Zeeuwsch Dagblad maken Papoea-kinderen blij
Uitdeling op het
Kerstfeest
Napoleon
Hamea-Gelei
Boosdoeners
Be2oek
We werden opgevangen door 't
H. P. B. van Genjem, die ons in
zijn eigen jeep zou thuis brengen.
Jawel, stapt u maar in! Eerst
hotsend en botsend het grasveld
over, naar de „weg", twee auto-
banden-moddesporen, die zich
soms uitbreidden tot komplete
poelen. Knorrend en krakend trok
de jeep er zich doorheen, spette
rend en razend draaiden z'n wie
len door de vette slik.
In één zo'n poel stond een grote
truck.
„Móge Dominee! groette het H.P.B. De
zendeling, van top tot teen bemodderd
gromde wat terug, schoof z'n jockeypetje
scheef, Het het peukje sigaret van de
ene mondhoek naar de andere verhuizen
en foeterde verder, al morrelend aan
zijn truck, die zich kennelijk niet meer
geroepen voelde, nog langer als een var
ken door de blubber te, wentelen. Daar
de versterkingstroepen van de dominee
juist in zicht kwamen, konden we zonder
gewetensbezwaren verder rijden. De jeep
dook een kali in en er ook weer uit, ma
noeuvreerde behendig over een vlonder
tje, waarvan de dikke ijzerhouten balken
ac' 'er ons kletterend in het water vielen.
„O, dat is niks, die leggen we elke keer
als er iemand overheen gaat, weer goed",
zei het H.P.B. lachend, toen hij ons zag
kijken of we door het oog van een naald
ween gekropen.
faar Genjem zag eruit of het voor ons
gemaakt was: vredig en vlak, met veel
bloemen en vreemdsoortige heesters, een
brede kali vol grote zwerfstenen en
mooi, fris, snelstromend water.
Het huisje waarin we zouden logeren,
gtond gereed om ons te ontvangen. Het
klimop-zongordijn straalde, en had zijn
uiterste best gedaan, de hitte buiten te
houden. Het was dan ook heerlijk koel
binnen, er stonden bloemen, sierlijk ge
vormd en fijntjes geschikt, en er waren
pok twee veldbedden, gespreid en al. De
bewoonster was er nog niet. Op haar
wachten alle babies uit Genjem en om-
ztreken, want 't was die dag baby-poli
kliniek in 't ziekenhuisje.
Mensen zoals zuster Rie zijn een wel
de op Nieuw-Guinea, zowel voor de
be king als voor de ver van huis weg
ge --en zwoeger op dit afgelegen gedeel
te van Gods aardbodem. Geen onnodig
gezanik over werk of omgeving, over
mensen zus of toestanden zo, waar je, och
arme, in wat voor gesprek met wie en
waar ook, toch zo dikwijls verzeild raakt.
„Och, zei Rie dan, praktisch en nuchter
met zeuren bereik je geen spat. Kijk nou
eerst maar eens wat je te doen hebt, en
doe dat dan ook naar je beste vermogen.
En alles, wat je daar buitenom te wur
men hebt, kan nooit in die mate belang-
De Nederlandse gemeenten, althans
die met meer dan 30.000 inwoners, zijn
wederom tegen elkaar in het krijt getre
den voor een verkeersveiligheidscompe-
tltie. De uitslag over het eerste jaar
(1956) van deze vijf jaar durende compe
titie wordt bekend gemaakt op de aan
staande wegverkeersdag van de K.N.A.C.
op 25 oktober. De prijzen gaan naar de
gemeenten, waar de aantallen verkeers
ongevallen het minst zijn gestegen.
Evenals een vorige competitie wordt
ook deze nieuwe door de K.N.A.C. geor
ganiseerd.
filing i
Radio-actie in samenwerking met en ten
bate vani Stichting Prins Bernhardfond*
Stichting Het Neaerl. Blindenwezen, Ne<
derl. Vereen. Sociale Zorg voor Minden
Validen „AVO" en Stichting Nederl. Org.
voor Intern.Bijstand Goedkeuring it ven
leend bij besluit van de Minister van Ju*
titie d.d. 27 augustus 1957 no. 10261257
AH* cijfer*
opgeteld i
Uitzending elke
zaterdagavond 9.45,
Hilversum II (298 m.)
Inzenden aam Klaver Vier, Hilversum
rijk zijn", en over onze uitgestalde rom
mel heenstappend, liep ze naar het olie
stel om wat aardappelen uit blik te gaan
opbakken.
Een zuster op zo'n eenzame post, weet
wel, wat ze te doen heeft. Samen met een
dokter en wat Inlandse verplegers, „run
nen" ze een klein, net ziekenhuisje. Maar
de dokter gaat nog al eens op tournee,
en dat lot is soms ook de zuster bescho
ren.
Net toen wij er waren, kwam het be
richt, dat in de binnenlanden de aziati-
sche griep behoorUjk om zich heen aan
het tasten was.
„Ozei Rie, „ja't zal die men
sen zonder weerstand In de kampongs
't zal nu een feest zijn, daar
Ondertussen waren we al drie dagen
intens lui geweest. Bovendien ging Rie
op tournee
„Ja zeg! Nee, dat is leuk! We gaan
mee!"
Stoer hesen we ons in onze shorts,
trokken gemakkelijk zittende schoenen
aan enkropen in een jeep! Het eerste
gedeelte kon gereden worden, dwars
door alang-alang-velden, kali's, kleine
kampongs, heuvel op heuvel af, tot vlak
vóór een diep liggende rivierbedding, die
bijna droog was. Daar werden we uitge
laden met onze twee dragers en losgela
ten, de wildernis in.
Ach, wat was het heet! Soms ging het
door laag struikgewas, dan door het oer
woud, en het manpad dat we volgden,
was nauwelijks gebaand. De voorste dra
ger liep met een groot kapmes, een „pa
rang" in z'n handen, en hakte zo hier en
daar wat bij. Het oerwoud was hier niet
zo dicht, maar wel glibberig en modde
rig. Er waren alle variateiten varens, de
meest idylhsche plekjes bij een smalle
beek met zwerfstenen en vreemde, kleine
bloempjes, wonderlijk en gracieus ge
vormde insecten in prachtige kleuren,
evenals de vlinders, die je zo af en toe
ijverig zag rond fladderen.
(wordt vervolgd)
Mijn beste nichtjes en neven,
Jullie zien de foto wel In ons Weekend
staan, waarop heel wat is uitgestald, wat
even later in een heel grote kist werd
gepakt om de lange reis naar ons zwarte
vriendje Sadrach te maken. Nu moet ik
jullie toch ook hartelijk dank zeggen,
want ik heb van zovelen geld ontvangen
dat besteed kon worden voor Sadrach.
Wat zou het aardig zijn geweest als heel
mijn raadselfamiUe eens had kunnen kij
ken in het bureau van onze krant. Eigen
lijk ls daar voor een paar dagen alles
lelijk in de war gebracht, want het leek
meer op een speelgoed- en handwerk
winkel dan op een vertrek waar voor de
krant gewerkt moest worden. Een vro
lijke boel was het anders wel. We hadden
Maandenlang heb ik u geld uit de zakken geklopt, 'maar nu
neem ik u allen, zij het dan per foto, mee naar een der vertrekken
van ons krantenbureau, waar u iets kunt zien, wat met al dat
geld gedaan werd. Let wel, ik schrijf „iets" kunt zien, want stel
eens voor dat ik alle dozen tegelijk uitgepakt had en de „waren"
uitgestald, dan had ik een noodtoestand geschapen, want er was
beslist geen vierkante decimeter meer vrij gebleven voor het ge
wone werk. U ziet dus een déél. Toch kunt ge u wel een voor
stelling maken, wat er alles bij elkaar was, als ik vertel, dat we
een kist moesten laten maken, die precies een kubieke meter was.
Nu daarin kan heel wat weggestopt worden.
Wat zullen die zwarte kinderen, die niets, letterlijk niets ge
wend zijn, in extase raken als de heerlijkheden uit de grote
kist worden uitgedeeld.
Ge bekjjkt natuurlijk de foto goed
en dan denkt ge welUcht, wie zijn dat
aUemaal op de kiek? Ge moet weten,
dat er bij de hele redactiestaf steeds
een Intense belangstelling was voor
onze „Sadrach" met zijn aanhang van
driehonderd vriendjes. En een goede
dag voor Sadrach, d.w.z. een dag
waarop de giro's en contanten ruim
binnenstroomden was een goede dag
voor allen. Die belangsteUing deinde
evenwel verder tot in de huizen der
redacteuren toe en toen dan ook be
kend werd, dat alles ten kantore was
bijeengebracht, wilden de dames van
zelfsprekend toch ook eens zien, wat
er nu wel verzonden zou worden en
op zo'n moment, dat er juist nogal
wat vrouwelijke belangstelling was,
werden we door de fotograaf geknipt,
ook de kleine hummel, die echt wijs
neuzig in alle pakken had staan tu
ren. Zij kwam ogen te kort en blijk
baar vond ze, dat de fotograaf haar
leUjk stoorde, want ze kijkt zeer ern-
Op 31 oktober a.s. hopen de tweelingbroers Jan en Cornelis Bleek,
wonende resp. te Ouderkerk aan de Amstel en Alkmaar, hun 90ste
verjaardag te vieren. Voor zover op het laatst gehouden tweelingen
congres kon worden nagegaan, is dit 's wereld oudste tweeling.
De weduwnaar Jan Bleek heeft in zijn leven in tal van verenigingen
bestuursfuncties bekleed, is daarvan erelid geworden en maakt thans
nog deel uit van het bestuur van enige organisaties in Ouderkerk.
Hij is nog bewonderenswaardig fit en doet elkeen verbaasd staan
over de wijze, waarop hij zijn hersens en zijn ledematen gebruikt.
Ook de weduwnaar Cornelis Bleek, die in huize Westerlicht te Alk
maar vertoeft, geniet nog een uitstekende gezondheid, al doet hij het
wat kalmer aan.
stig. Maar als nu zo'n Hollandse jon
gedame al zo verrukt was, wat zullen
dan die zwarte kinderen, die niets,
letterHjk niets gewend zijn, wel In ex
tase raken als de heerlijkheden uit de
grote kist zo maar naar alle kanten
mogen worden uitgedeeld. Wat er al
lemaal inging? Allerlei soorten spelen
voor jongere en oudere kinderen.
Popjes voor kleine meisjes, kleine
ballen voor een enkel kind, grote bal
len voor gezameltjk spel. Er ging een
flinke lap flanel bij, voor het moderne
leermiddel, het flanelbord. Grotere
jongens kunnen met eenvoudig tim
mergereedschap aan het knutselen
gaan en voor meisjes is er een goede
voorraad handwerkmateriaal. Er is
een prachtige serie Bijbelse platen en
van de Vereniging voor Bijbelver
spreiding kregen we een dik pak pla
ten met een tekst er op cadeau. Ver
der is er voor ieder een fleurig zak
doekje, wat als een pronkstuk gelden
mag. O, er is nog veel meer, want die
kist scheen wel van elastiek, telkens
bleek dat er nog wel wat bij kon.
Nu is dus alles klaar en de kist is
op reis. Daarom trek ik nu ook het
bedelkleed, dat ik zovele maanden
droeg, uit. Het werk ls klaar.
Dank!
Rest nu nog aan allen dank te bren
gen, die door hun gaven het mogelijk
maakten, dat we dit wondermooie
werk konden doen. Voor mij, die alles
in ontvangst nam, was er vaak een
zeer bijzondere kant aan het werk,
want soms kreeg ik een kijkje achter
de huiskamerschermen te zien en dan
bleek wel, dat de gift die binnen
kwam hoewel niet gezegd, eigenlijk
een offer was. Dan wordt elk bedrag,
zo gegeven, waarlijk groot. Ik ben
dankbaar dit te hebben meegemaakt.
Heel veel dank moeten we ook
veroverde vele landen
Veroverde mlllioenen Dameshandei}
brengen aan de zakenmensen, waar
we onze inkopen deden, want we
kregen prachtige kortingen, waardoor
we almeer konden inkopen. Dank ook
aan directeur, leraren en leerlingen
naar men meedeelde, zes weken en
van de Ambachtsschool in Goes, die
voor de prijs van het hout een kist
vervaardigden, die tegen de stoten
van de zeereis kan.
En nu gaan we allemaal wachten
tot we berichten uit Seroei te horen
krijgen. Dat zal evenwel een hele
poos duren. Eer de uitdeling plaats
heeft duurt zeker nog lang, want dat
is pas mét het Kerstfeest. Doch op een
bericht van ontvangst hoeven we ook
niet direct te rekenen, want de boot
vertrekt 21 oktober en de reis duurt,
dan is de vracht pas op Biak, waar
vandaan het verder weer per andere
boot naar Seroei gaat. Maar, dat is om
zo te zeggen, gezien het eerste deel
van de tocht, vlak naast de deur.
Ik wil u graag beloven, dat ik elk
seintje, wat ik over de kist ontvang,
onmiddellijk aan u allen zal doorge
ven, want het is immers ons aller ge
schenk aan onze Sadrach. Als alles
goed aankomt zal het een bron van
vreugde zijn en ik ben er zeker van
dat mejuffrouw Van den Berg er bij
zal vertellen, dat dit gedaan werd uit
liefde tot Jezus.
Net als u, zit ik nu op bericht te
wachten. Uw Maja, gepensioneerd
bedelares.
een heel grote kist nodig om alles weg
te stoppen. Toen ik er bij stond, terwijl
men aan het inpakken was, dacht ik, ik
zou wel in een hoekje daarvan weg wil
len kruipen om zo stiekum de grote reis
naar Nieuw-Guinea te maken. Dan zou
ik zelf kunnen zien, hoe blij daar al die
kinderen zullen zijn. Denk eens in, we
hebben gerekend, dat ongeveer driehon
derd kinderen een verrassing zullen krij
gen. Dat is nog al wat hé? Het spreekt
vanzelf, dat er geen jongens- of meisjes-
fiesten of autopeds in de kist gingen. Dan
waren we met een twintig cadeautjes al
aan het eind van het geld geweest. Toch
ben ik er zeker van, dat die zwarte
kroeskopjes net zo blij, misschien nog
wel blij der zijn met hun doos met een
spel er in waarbij een pakje knikkers is
gevoegd, dan menige jongen of meisje
hier in Nederland, die een fiets krijgt óf
een autoped. Er waren ook popjes bij, die
nog niet eens twee gulden kosten, maar
er zijn hier al zoveel kinderen, die naar
zo'n eenvoudig popje niet eens willen
kijken. Dat komt, jullie allemaal hier in
ons goede eigen land, hebben zo heel veel
al, dat je het eigenlijk niet eens meer
telt. Op Nieuw-Guinea is dat allemaal zo
geheel anders. Die kinderen bezitten zo
weinig, dat al wat ze krijgen uit Neder
land voor hen een grote schat is. De on
derwijzeres die daar is, schreef me pas
nog, dat vorig jaar, toen we ook pakken
daarheen zonden, ze na het uitdelen een
lief zwart hummeltje zag zitten, dat ge
ruime tijd roerloos en sprakeloos bleef
kijken naar een klein popje, dat ze o, zo
voorzichtig in bei haar handjes vasthield
Als je dat bedenkt is het voor je zelf een
feest, dat je hebt mogen meehelpen om
zovelen daar blij te maken. Want weet je
wat daarbij komt? De onderwijzeres daar
die in de eerste plaats de kinderen uit
de Bijbel vertelt zal er zeker ook bij
zeggen, dat dit in Nederland gedaan
werd door hen, die ook diezelfde Here
Jezus liefhebben. Zo is er dan toch een
wonderlijke band, die ons allen, zwart
en blank samenbindt.
Ik hoop, dat we na het Kerstfeest een
paar foto's gestuurd zullen krijgen, die
ik in de krant kan laten zetten. Dan is
het toch een beetje, of we er bij zijn ge
weest.
Maar nu moet ik stoppen. Toch eerst
nog groeten naar alle kanten strooien,
waar nichten en neven van me wonen.
Jullie tante Truus
Jacob den H. te Lewedorp. Dat ben ik
volkomen met je eens, dat je er goed aan
deed om eens alarm te slaan, toen je prijs
niet arriveerde. Ik ben blij, dat nu alles
in orde is gekomen, al blijft het me een
raadsel, waar die eerste rol is weggekro
pen. Zo zie je dan wel, dat ook tante
Truus wel eens een raadsel niet kan op
lossen.
Blondje te Serooskerke. Je hebt al hele
werkstukken met je mecano gemaakt, 't
Is knap. Ik geloof, dat ik zelf liever een
bouwdoos had, waarvan je huizen kunt
bouwen. Dat lijkt me zulk prachtig werk.
Ik zou het ene huis al mooier maken
dan het andere. Zo zie je weer, dat niet
ieder hetzelfde wil, wat maar heel geluk
kig is. Hoe is het met de zieke? Tot nu
toe kwam ik vrij van griep. Maar ik zeg
heel voorzichtig: tot nu toeHoeveel
namen van paddestoelen heb je al?
Hoewel de prijs van witlof nog aan
de hoge kant is en daarom in gekook
te vorm voor de meeste gezinnen on
bereikbaar, kan deze smakelijke
groente toch in een andere vorm op
het weekmenu voorkomen.
Voor een witlofslaatje b.v., bereid
door in fijne ringetjes gesneden witlof
aan te maken met de gebruikelijke
slasaus of nog liever met wat yoghurt
of mayonnaise, desgewenst onder toe
voeging van een uitje, is een hoeveel
heid van plm 150 gram lof per per
soon voldoende, zodat de prijs dan
ook geen onoverkomelijk bezwaar
meer behoeft te zijn.
Zondag: kaascroquetten, kalfsragout,
doperwten, wortelen, aardappelen,
chocoladevla met stukjes peer.
Maandag: kruidenomelet, witlofsla,
gebakken aardappelen, wentelteefjes.
Dinsdag: runderlapjes, andijvie,
aardappelen, gebakken banaan.
Woensdag: haché, rode kool, aard-
aardappelpurée, tweekleurenvla.
Donderdag: gebakken prei met kaas,
rijst, yoghurt (witte bonen in de week
zetten).
Vrijdag: gebakken bokking, witte
bonen, tomatensaus, aardappelen,
rijst met krenten.
Zaterdag: witte bonensoep, stamp
pot bieten met gebakken uien en spek.
Recept: Kaascroquetten.
Van 30 g boter, 40 g bloem, 2 dl
melk en 175 g geraspte kaas een dikke
gladde -aus maken (zie bereiding
kaassaus) en deze met wat zout en
peper op smaak afmaken. Op een nat
gemaakt bord uitgestreken goed koud
laten worden en er daarna langwer
pige croquetten van vormen, die door
losgeklopt ei, paneermeel en nog een
maal door ei en paneermeel gerold
worden. De croquetten in dampend
frituurvet bakken en warm opdienen.
Recept: Gabakken prei met kaas.
De prei goed schoonmaken, wassen
en in stukken van plm 10 cm lengte
snijden. In de braadpan per persoon
20 g boter bruin maken en de stukken
prei aan alle kanten hierin goudbruin
bakken. Nu wat zout toevoegen, en
daarna met een deksel op de pan op
een zacht vuur in plm 15 min. verder
gaar maken. Desgewenst het vocht
met iets aangemengde bloem bijbin-
den en er (van het vuur af) per per
soon 60 g in blokjes gesneden kaas
(belegen) doorroeren. De kaas alleen
even warm laten worden en het ge
recht meteen opdienen.
Op een onbewaakt ogen
blik heeft men op het plein
gevoetbald, wat tegen de
wet is. Van datzelfde onbe
waakte ogenblik maakte het
miserabele trapding gebruik
om pardoes door een onzer
grote schoolruiten te tuime
len en uitgerekend door een
van mijn lokaal. Je zou zeg
gen, laf van dat monster om
nu net de enige juffer van
het hele stel uit te kiezen.
Op slag natuurlijk groot
tumult op het plein, met
vele pikante uitroepen. Ik
bekommer me geen zier om
dat buiten-geweld. Moet de
baas maar opknappen. Bin
nen heb ik al meer dan ge
noeg te stellen met de ge
volgen van dat onverwach
te binnenploffen van dat
ronde monster. Ik begin met
het ding zo'n keiharde trap
te geven, dat geen manne
lijke collega zich voor zo'n
aftrap zou behoeven te
schamen. Dit geweld mij
nerzijds om mijn woede af
te reageren, want niet al
leen een grote ruit is ge
sneuveld, waarover ik me
totaal niet wens te bekom
meren, maar ook de grote
fuchsia, mijn trots en glorie
onder de vele planten op
ons raamkozijn. Voor die
plant had ik het nota bene
over om voor de grote va
kantie van school naar mijn
kosthuis te lopen, het
dwergboompje met de tal
loze purperen klokjes be
hoedzaam in de arm hou
dend, omdat ik niemand an
ders dan mijn hospita de
zorg hiervoor wilde toever
trouwen.
En nu ligt daar de plant
aan alle kanten gebroken
en gekneusd op de grond.
De vele tere takjes die
steeds met niet vermoede
kracht, de bengelende klok
jes fier in de lucht staken,
liggen nu machteloos tussen
en onder de aarde, die uit
de gebroken pot naar alle
kanten heen vloog, daarmee
tegelijk het slachtoffer als
voor een ontijdige begrafe
nis dekkend.
Behoedzaam til ik de
plant uit de aarde, die met
duizend glassplinters is ver
mengd. De ijle takjes slaan
dubbel op de breuken, de
klokjes meenemend in die
dodelijke buiging.
Hét is raar, maar ik voel
iets als verdriet om de ver
nietiging van dit brokje
stille schoonheid.
De deur gaat open, maar
het interesseert me geen
klap, wie daar zal binnen
komen. Het is de baas met
twee van zijn eigen onder
danen, die heel gedwee voor
hem uitlopen in mijn rich
ting.
„Juffrouw, hier zijn twee
hoosdoeners, die moeten
proberen de rommel hier op
te ruimen en zo nodig de
schade te vergoeden". Dan
heeft de baas blijkbaar het
zijne gezegd. Hij is immer
een man van weinig woor
den.
Jaap en Jan staan daar of
ze geen tien kunnen tellen.
Ik sta daar met de fuch
sia in de handen. De fel
rode klokjes met hun wit
zijden binnenvoering vallen,
nog sierlijk in hun dood,
over mijn handen heen.
„Die paar dubbeltjes van
die gebroken pot zal ik zelf
wel betalen, mijnheer, maar
voor die knappe knapen heb
ik werk aan de winkel. Zij
moeten met zorg al die ge
broken takjes van mijn
mooie plant weer heel ma
ken, zodat ik die straks
weer fris en fleurig voor
het raam kan zetten".
Meteen houd ik hen de
gehavende plant onder de
neus.
„U hebt gelijk juffrouw,
dal moeten ze eerst doen
en daarna de rommel op de
grond opruimen. De scha
van de ruit reken ik wel
met hen af".
Jaap en Jan blijven als
standbeelden staan. Het
lijkt nu wel een pantomime.
Ze kijken onthutst naar el
kaar, dan naar mij en naar
de plant. De baas zwijgt en
ik doe hetzelfde. Dat duurt
een minuut lang
„Ik wacht, tot je gaat
doen wat de juffrouw zegt".
Kleintjes zegt Jaap: „Dat
kenne we niet".
„Jammer, want mijn
plant was zo mooi en daar
was ik blij mee. Ruim dan
de rommel maar op".
Ik keur de knapen geen
blik meer waard, maar zie
wat ik redden kan van de
plant. De baas blijft zwij
gend kijken tot de rommel
is opgeruimd en verdwijnt
dan zonder een woord te
zeggen met het tweetal. Die
zullen in dat betekenisvolle
zwijgen hun portie al aardig
beet hebben. En er zal, de
baas kennend, nog wel wat
volgen.
In de namiddag, thuis bij
thee troost zoekend over
mijn vernield bezit, word ik
gestoord door mijn hospita,
die bezoek aankondigt.
Daar staat Jaap voor me.
In de holte van zijn gebo
gen arm houdt hij voorzich
tig, maar niet bepaald sier
lijk, een grote fuchsia.
Ook al niet gracieus pro
beert hij die aan te bieden.
Stoterig komt het er uit
„Van mien moeder. Ze heit
er tuus toch nog ientje. Die
mag uwes van d'r 'ebbe".
Dan is zijn missie afge
lopen en hij maakt rechts
omkeert. Bij de deur houdt
hij even halt en zegt over
zijn schouder heen,,'k a
d'r spiet van, want die van
school was zo 'arge mooie".
Jaap is meteen verdwe
nen, 'n juffer achterlatend,
die op slag een groot brok
kwaadheid ook maar met
een plof op de grond liet
vallen, want blijf nu eens
nijdig op zo'n joch. Boven
dien heeft de baas die twee
waarschijnlijk al genoeg de
oren gewassen en genoeg is
genoeg vind ik.
Morgen gaat moeder Van
Vliet's fuchsia mee naar
school en ik zal toch nog
pogen wat stekken te red
den van mijn gesneuvelde
plant. Misschien haal ik uit
verlies nog winst, vooral als
Jaap ook nog iets geleerd
heeft.