Vakantie op Nieuw-Guinea Grote kist vol speelgoed naar Nieuw-Guinea EEN VOETBAL VLOOG DOOR DE SCHOOLRUIT 0nder jonge ogetx^ Tweeling van negentig jaar verjaart 31 oktober WITLOF De fuchsia sneuvelt UIT DE RIMBOE IN DE RIMBOE aterdag 19 oktober 1957 ZEEUWSCH WEEKEND Pagina 10 Met twee dragers de wildernis in Phia v. d Berg vertelt Competitie voor verkeersveiligheid KLAVER VIER m Speelgoed voor 300 kleine kroeskoppen Lezers van Zeeuwsch Dagblad maken Papoea-kinderen blij Uitdeling op het Kerstfeest Napoleon Hamea-Gelei Boosdoeners Be2oek We werden opgevangen door 't H. P. B. van Genjem, die ons in zijn eigen jeep zou thuis brengen. Jawel, stapt u maar in! Eerst hotsend en botsend het grasveld over, naar de „weg", twee auto- banden-moddesporen, die zich soms uitbreidden tot komplete poelen. Knorrend en krakend trok de jeep er zich doorheen, spette rend en razend draaiden z'n wie len door de vette slik. In één zo'n poel stond een grote truck. „Móge Dominee! groette het H.P.B. De zendeling, van top tot teen bemodderd gromde wat terug, schoof z'n jockeypetje scheef, Het het peukje sigaret van de ene mondhoek naar de andere verhuizen en foeterde verder, al morrelend aan zijn truck, die zich kennelijk niet meer geroepen voelde, nog langer als een var ken door de blubber te, wentelen. Daar de versterkingstroepen van de dominee juist in zicht kwamen, konden we zonder gewetensbezwaren verder rijden. De jeep dook een kali in en er ook weer uit, ma noeuvreerde behendig over een vlonder tje, waarvan de dikke ijzerhouten balken ac' 'er ons kletterend in het water vielen. „O, dat is niks, die leggen we elke keer als er iemand overheen gaat, weer goed", zei het H.P.B. lachend, toen hij ons zag kijken of we door het oog van een naald ween gekropen. faar Genjem zag eruit of het voor ons gemaakt was: vredig en vlak, met veel bloemen en vreemdsoortige heesters, een brede kali vol grote zwerfstenen en mooi, fris, snelstromend water. Het huisje waarin we zouden logeren, gtond gereed om ons te ontvangen. Het klimop-zongordijn straalde, en had zijn uiterste best gedaan, de hitte buiten te houden. Het was dan ook heerlijk koel binnen, er stonden bloemen, sierlijk ge vormd en fijntjes geschikt, en er waren pok twee veldbedden, gespreid en al. De bewoonster was er nog niet. Op haar wachten alle babies uit Genjem en om- ztreken, want 't was die dag baby-poli kliniek in 't ziekenhuisje. Mensen zoals zuster Rie zijn een wel de op Nieuw-Guinea, zowel voor de be king als voor de ver van huis weg ge --en zwoeger op dit afgelegen gedeel te van Gods aardbodem. Geen onnodig gezanik over werk of omgeving, over mensen zus of toestanden zo, waar je, och arme, in wat voor gesprek met wie en waar ook, toch zo dikwijls verzeild raakt. „Och, zei Rie dan, praktisch en nuchter met zeuren bereik je geen spat. Kijk nou eerst maar eens wat je te doen hebt, en doe dat dan ook naar je beste vermogen. En alles, wat je daar buitenom te wur men hebt, kan nooit in die mate belang- De Nederlandse gemeenten, althans die met meer dan 30.000 inwoners, zijn wederom tegen elkaar in het krijt getre den voor een verkeersveiligheidscompe- tltie. De uitslag over het eerste jaar (1956) van deze vijf jaar durende compe titie wordt bekend gemaakt op de aan staande wegverkeersdag van de K.N.A.C. op 25 oktober. De prijzen gaan naar de gemeenten, waar de aantallen verkeers ongevallen het minst zijn gestegen. Evenals een vorige competitie wordt ook deze nieuwe door de K.N.A.C. geor ganiseerd. filing i Radio-actie in samenwerking met en ten bate vani Stichting Prins Bernhardfond* Stichting Het Neaerl. Blindenwezen, Ne< derl. Vereen. Sociale Zorg voor Minden Validen „AVO" en Stichting Nederl. Org. voor Intern.Bijstand Goedkeuring it ven leend bij besluit van de Minister van Ju* titie d.d. 27 augustus 1957 no. 10261257 AH* cijfer* opgeteld i Uitzending elke zaterdagavond 9.45, Hilversum II (298 m.) Inzenden aam Klaver Vier, Hilversum rijk zijn", en over onze uitgestalde rom mel heenstappend, liep ze naar het olie stel om wat aardappelen uit blik te gaan opbakken. Een zuster op zo'n eenzame post, weet wel, wat ze te doen heeft. Samen met een dokter en wat Inlandse verplegers, „run nen" ze een klein, net ziekenhuisje. Maar de dokter gaat nog al eens op tournee, en dat lot is soms ook de zuster bescho ren. Net toen wij er waren, kwam het be richt, dat in de binnenlanden de aziati- sche griep behoorUjk om zich heen aan het tasten was. „Ozei Rie, „ja't zal die men sen zonder weerstand In de kampongs 't zal nu een feest zijn, daar Ondertussen waren we al drie dagen intens lui geweest. Bovendien ging Rie op tournee „Ja zeg! Nee, dat is leuk! We gaan mee!" Stoer hesen we ons in onze shorts, trokken gemakkelijk zittende schoenen aan enkropen in een jeep! Het eerste gedeelte kon gereden worden, dwars door alang-alang-velden, kali's, kleine kampongs, heuvel op heuvel af, tot vlak vóór een diep liggende rivierbedding, die bijna droog was. Daar werden we uitge laden met onze twee dragers en losgela ten, de wildernis in. Ach, wat was het heet! Soms ging het door laag struikgewas, dan door het oer woud, en het manpad dat we volgden, was nauwelijks gebaand. De voorste dra ger liep met een groot kapmes, een „pa rang" in z'n handen, en hakte zo hier en daar wat bij. Het oerwoud was hier niet zo dicht, maar wel glibberig en modde rig. Er waren alle variateiten varens, de meest idylhsche plekjes bij een smalle beek met zwerfstenen en vreemde, kleine bloempjes, wonderlijk en gracieus ge vormde insecten in prachtige kleuren, evenals de vlinders, die je zo af en toe ijverig zag rond fladderen. (wordt vervolgd) Mijn beste nichtjes en neven, Jullie zien de foto wel In ons Weekend staan, waarop heel wat is uitgestald, wat even later in een heel grote kist werd gepakt om de lange reis naar ons zwarte vriendje Sadrach te maken. Nu moet ik jullie toch ook hartelijk dank zeggen, want ik heb van zovelen geld ontvangen dat besteed kon worden voor Sadrach. Wat zou het aardig zijn geweest als heel mijn raadselfamiUe eens had kunnen kij ken in het bureau van onze krant. Eigen lijk ls daar voor een paar dagen alles lelijk in de war gebracht, want het leek meer op een speelgoed- en handwerk winkel dan op een vertrek waar voor de krant gewerkt moest worden. Een vro lijke boel was het anders wel. We hadden Maandenlang heb ik u geld uit de zakken geklopt, 'maar nu neem ik u allen, zij het dan per foto, mee naar een der vertrekken van ons krantenbureau, waar u iets kunt zien, wat met al dat geld gedaan werd. Let wel, ik schrijf „iets" kunt zien, want stel eens voor dat ik alle dozen tegelijk uitgepakt had en de „waren" uitgestald, dan had ik een noodtoestand geschapen, want er was beslist geen vierkante decimeter meer vrij gebleven voor het ge wone werk. U ziet dus een déél. Toch kunt ge u wel een voor stelling maken, wat er alles bij elkaar was, als ik vertel, dat we een kist moesten laten maken, die precies een kubieke meter was. Nu daarin kan heel wat weggestopt worden. Wat zullen die zwarte kinderen, die niets, letterlijk niets ge wend zijn, in extase raken als de heerlijkheden uit de grote kist worden uitgedeeld. Ge bekjjkt natuurlijk de foto goed en dan denkt ge welUcht, wie zijn dat aUemaal op de kiek? Ge moet weten, dat er bij de hele redactiestaf steeds een Intense belangstelling was voor onze „Sadrach" met zijn aanhang van driehonderd vriendjes. En een goede dag voor Sadrach, d.w.z. een dag waarop de giro's en contanten ruim binnenstroomden was een goede dag voor allen. Die belangsteUing deinde evenwel verder tot in de huizen der redacteuren toe en toen dan ook be kend werd, dat alles ten kantore was bijeengebracht, wilden de dames van zelfsprekend toch ook eens zien, wat er nu wel verzonden zou worden en op zo'n moment, dat er juist nogal wat vrouwelijke belangstelling was, werden we door de fotograaf geknipt, ook de kleine hummel, die echt wijs neuzig in alle pakken had staan tu ren. Zij kwam ogen te kort en blijk baar vond ze, dat de fotograaf haar leUjk stoorde, want ze kijkt zeer ern- Op 31 oktober a.s. hopen de tweelingbroers Jan en Cornelis Bleek, wonende resp. te Ouderkerk aan de Amstel en Alkmaar, hun 90ste verjaardag te vieren. Voor zover op het laatst gehouden tweelingen congres kon worden nagegaan, is dit 's wereld oudste tweeling. De weduwnaar Jan Bleek heeft in zijn leven in tal van verenigingen bestuursfuncties bekleed, is daarvan erelid geworden en maakt thans nog deel uit van het bestuur van enige organisaties in Ouderkerk. Hij is nog bewonderenswaardig fit en doet elkeen verbaasd staan over de wijze, waarop hij zijn hersens en zijn ledematen gebruikt. Ook de weduwnaar Cornelis Bleek, die in huize Westerlicht te Alk maar vertoeft, geniet nog een uitstekende gezondheid, al doet hij het wat kalmer aan. stig. Maar als nu zo'n Hollandse jon gedame al zo verrukt was, wat zullen dan die zwarte kinderen, die niets, letterHjk niets gewend zijn, wel In ex tase raken als de heerlijkheden uit de grote kist zo maar naar alle kanten mogen worden uitgedeeld. Wat er al lemaal inging? Allerlei soorten spelen voor jongere en oudere kinderen. Popjes voor kleine meisjes, kleine ballen voor een enkel kind, grote bal len voor gezameltjk spel. Er ging een flinke lap flanel bij, voor het moderne leermiddel, het flanelbord. Grotere jongens kunnen met eenvoudig tim mergereedschap aan het knutselen gaan en voor meisjes is er een goede voorraad handwerkmateriaal. Er is een prachtige serie Bijbelse platen en van de Vereniging voor Bijbelver spreiding kregen we een dik pak pla ten met een tekst er op cadeau. Ver der is er voor ieder een fleurig zak doekje, wat als een pronkstuk gelden mag. O, er is nog veel meer, want die kist scheen wel van elastiek, telkens bleek dat er nog wel wat bij kon. Nu is dus alles klaar en de kist is op reis. Daarom trek ik nu ook het bedelkleed, dat ik zovele maanden droeg, uit. Het werk ls klaar. Dank! Rest nu nog aan allen dank te bren gen, die door hun gaven het mogelijk maakten, dat we dit wondermooie werk konden doen. Voor mij, die alles in ontvangst nam, was er vaak een zeer bijzondere kant aan het werk, want soms kreeg ik een kijkje achter de huiskamerschermen te zien en dan bleek wel, dat de gift die binnen kwam hoewel niet gezegd, eigenlijk een offer was. Dan wordt elk bedrag, zo gegeven, waarlijk groot. Ik ben dankbaar dit te hebben meegemaakt. Heel veel dank moeten we ook veroverde vele landen Veroverde mlllioenen Dameshandei} brengen aan de zakenmensen, waar we onze inkopen deden, want we kregen prachtige kortingen, waardoor we almeer konden inkopen. Dank ook aan directeur, leraren en leerlingen naar men meedeelde, zes weken en van de Ambachtsschool in Goes, die voor de prijs van het hout een kist vervaardigden, die tegen de stoten van de zeereis kan. En nu gaan we allemaal wachten tot we berichten uit Seroei te horen krijgen. Dat zal evenwel een hele poos duren. Eer de uitdeling plaats heeft duurt zeker nog lang, want dat is pas mét het Kerstfeest. Doch op een bericht van ontvangst hoeven we ook niet direct te rekenen, want de boot vertrekt 21 oktober en de reis duurt, dan is de vracht pas op Biak, waar vandaan het verder weer per andere boot naar Seroei gaat. Maar, dat is om zo te zeggen, gezien het eerste deel van de tocht, vlak naast de deur. Ik wil u graag beloven, dat ik elk seintje, wat ik over de kist ontvang, onmiddellijk aan u allen zal doorge ven, want het is immers ons aller ge schenk aan onze Sadrach. Als alles goed aankomt zal het een bron van vreugde zijn en ik ben er zeker van dat mejuffrouw Van den Berg er bij zal vertellen, dat dit gedaan werd uit liefde tot Jezus. Net als u, zit ik nu op bericht te wachten. Uw Maja, gepensioneerd bedelares. een heel grote kist nodig om alles weg te stoppen. Toen ik er bij stond, terwijl men aan het inpakken was, dacht ik, ik zou wel in een hoekje daarvan weg wil len kruipen om zo stiekum de grote reis naar Nieuw-Guinea te maken. Dan zou ik zelf kunnen zien, hoe blij daar al die kinderen zullen zijn. Denk eens in, we hebben gerekend, dat ongeveer driehon derd kinderen een verrassing zullen krij gen. Dat is nog al wat hé? Het spreekt vanzelf, dat er geen jongens- of meisjes- fiesten of autopeds in de kist gingen. Dan waren we met een twintig cadeautjes al aan het eind van het geld geweest. Toch ben ik er zeker van, dat die zwarte kroeskopjes net zo blij, misschien nog wel blij der zijn met hun doos met een spel er in waarbij een pakje knikkers is gevoegd, dan menige jongen of meisje hier in Nederland, die een fiets krijgt óf een autoped. Er waren ook popjes bij, die nog niet eens twee gulden kosten, maar er zijn hier al zoveel kinderen, die naar zo'n eenvoudig popje niet eens willen kijken. Dat komt, jullie allemaal hier in ons goede eigen land, hebben zo heel veel al, dat je het eigenlijk niet eens meer telt. Op Nieuw-Guinea is dat allemaal zo geheel anders. Die kinderen bezitten zo weinig, dat al wat ze krijgen uit Neder land voor hen een grote schat is. De on derwijzeres die daar is, schreef me pas nog, dat vorig jaar, toen we ook pakken daarheen zonden, ze na het uitdelen een lief zwart hummeltje zag zitten, dat ge ruime tijd roerloos en sprakeloos bleef kijken naar een klein popje, dat ze o, zo voorzichtig in bei haar handjes vasthield Als je dat bedenkt is het voor je zelf een feest, dat je hebt mogen meehelpen om zovelen daar blij te maken. Want weet je wat daarbij komt? De onderwijzeres daar die in de eerste plaats de kinderen uit de Bijbel vertelt zal er zeker ook bij zeggen, dat dit in Nederland gedaan werd door hen, die ook diezelfde Here Jezus liefhebben. Zo is er dan toch een wonderlijke band, die ons allen, zwart en blank samenbindt. Ik hoop, dat we na het Kerstfeest een paar foto's gestuurd zullen krijgen, die ik in de krant kan laten zetten. Dan is het toch een beetje, of we er bij zijn ge weest. Maar nu moet ik stoppen. Toch eerst nog groeten naar alle kanten strooien, waar nichten en neven van me wonen. Jullie tante Truus Jacob den H. te Lewedorp. Dat ben ik volkomen met je eens, dat je er goed aan deed om eens alarm te slaan, toen je prijs niet arriveerde. Ik ben blij, dat nu alles in orde is gekomen, al blijft het me een raadsel, waar die eerste rol is weggekro pen. Zo zie je dan wel, dat ook tante Truus wel eens een raadsel niet kan op lossen. Blondje te Serooskerke. Je hebt al hele werkstukken met je mecano gemaakt, 't Is knap. Ik geloof, dat ik zelf liever een bouwdoos had, waarvan je huizen kunt bouwen. Dat lijkt me zulk prachtig werk. Ik zou het ene huis al mooier maken dan het andere. Zo zie je weer, dat niet ieder hetzelfde wil, wat maar heel geluk kig is. Hoe is het met de zieke? Tot nu toe kwam ik vrij van griep. Maar ik zeg heel voorzichtig: tot nu toeHoeveel namen van paddestoelen heb je al? Hoewel de prijs van witlof nog aan de hoge kant is en daarom in gekook te vorm voor de meeste gezinnen on bereikbaar, kan deze smakelijke groente toch in een andere vorm op het weekmenu voorkomen. Voor een witlofslaatje b.v., bereid door in fijne ringetjes gesneden witlof aan te maken met de gebruikelijke slasaus of nog liever met wat yoghurt of mayonnaise, desgewenst onder toe voeging van een uitje, is een hoeveel heid van plm 150 gram lof per per soon voldoende, zodat de prijs dan ook geen onoverkomelijk bezwaar meer behoeft te zijn. Zondag: kaascroquetten, kalfsragout, doperwten, wortelen, aardappelen, chocoladevla met stukjes peer. Maandag: kruidenomelet, witlofsla, gebakken aardappelen, wentelteefjes. Dinsdag: runderlapjes, andijvie, aardappelen, gebakken banaan. Woensdag: haché, rode kool, aard- aardappelpurée, tweekleurenvla. Donderdag: gebakken prei met kaas, rijst, yoghurt (witte bonen in de week zetten). Vrijdag: gebakken bokking, witte bonen, tomatensaus, aardappelen, rijst met krenten. Zaterdag: witte bonensoep, stamp pot bieten met gebakken uien en spek. Recept: Kaascroquetten. Van 30 g boter, 40 g bloem, 2 dl melk en 175 g geraspte kaas een dikke gladde -aus maken (zie bereiding kaassaus) en deze met wat zout en peper op smaak afmaken. Op een nat gemaakt bord uitgestreken goed koud laten worden en er daarna langwer pige croquetten van vormen, die door losgeklopt ei, paneermeel en nog een maal door ei en paneermeel gerold worden. De croquetten in dampend frituurvet bakken en warm opdienen. Recept: Gabakken prei met kaas. De prei goed schoonmaken, wassen en in stukken van plm 10 cm lengte snijden. In de braadpan per persoon 20 g boter bruin maken en de stukken prei aan alle kanten hierin goudbruin bakken. Nu wat zout toevoegen, en daarna met een deksel op de pan op een zacht vuur in plm 15 min. verder gaar maken. Desgewenst het vocht met iets aangemengde bloem bijbin- den en er (van het vuur af) per per soon 60 g in blokjes gesneden kaas (belegen) doorroeren. De kaas alleen even warm laten worden en het ge recht meteen opdienen. Op een onbewaakt ogen blik heeft men op het plein gevoetbald, wat tegen de wet is. Van datzelfde onbe waakte ogenblik maakte het miserabele trapding gebruik om pardoes door een onzer grote schoolruiten te tuime len en uitgerekend door een van mijn lokaal. Je zou zeg gen, laf van dat monster om nu net de enige juffer van het hele stel uit te kiezen. Op slag natuurlijk groot tumult op het plein, met vele pikante uitroepen. Ik bekommer me geen zier om dat buiten-geweld. Moet de baas maar opknappen. Bin nen heb ik al meer dan ge noeg te stellen met de ge volgen van dat onverwach te binnenploffen van dat ronde monster. Ik begin met het ding zo'n keiharde trap te geven, dat geen manne lijke collega zich voor zo'n aftrap zou behoeven te schamen. Dit geweld mij nerzijds om mijn woede af te reageren, want niet al leen een grote ruit is ge sneuveld, waarover ik me totaal niet wens te bekom meren, maar ook de grote fuchsia, mijn trots en glorie onder de vele planten op ons raamkozijn. Voor die plant had ik het nota bene over om voor de grote va kantie van school naar mijn kosthuis te lopen, het dwergboompje met de tal loze purperen klokjes be hoedzaam in de arm hou dend, omdat ik niemand an ders dan mijn hospita de zorg hiervoor wilde toever trouwen. En nu ligt daar de plant aan alle kanten gebroken en gekneusd op de grond. De vele tere takjes die steeds met niet vermoede kracht, de bengelende klok jes fier in de lucht staken, liggen nu machteloos tussen en onder de aarde, die uit de gebroken pot naar alle kanten heen vloog, daarmee tegelijk het slachtoffer als voor een ontijdige begrafe nis dekkend. Behoedzaam til ik de plant uit de aarde, die met duizend glassplinters is ver mengd. De ijle takjes slaan dubbel op de breuken, de klokjes meenemend in die dodelijke buiging. Hét is raar, maar ik voel iets als verdriet om de ver nietiging van dit brokje stille schoonheid. De deur gaat open, maar het interesseert me geen klap, wie daar zal binnen komen. Het is de baas met twee van zijn eigen onder danen, die heel gedwee voor hem uitlopen in mijn rich ting. „Juffrouw, hier zijn twee hoosdoeners, die moeten proberen de rommel hier op te ruimen en zo nodig de schade te vergoeden". Dan heeft de baas blijkbaar het zijne gezegd. Hij is immer een man van weinig woor den. Jaap en Jan staan daar of ze geen tien kunnen tellen. Ik sta daar met de fuch sia in de handen. De fel rode klokjes met hun wit zijden binnenvoering vallen, nog sierlijk in hun dood, over mijn handen heen. „Die paar dubbeltjes van die gebroken pot zal ik zelf wel betalen, mijnheer, maar voor die knappe knapen heb ik werk aan de winkel. Zij moeten met zorg al die ge broken takjes van mijn mooie plant weer heel ma ken, zodat ik die straks weer fris en fleurig voor het raam kan zetten". Meteen houd ik hen de gehavende plant onder de neus. „U hebt gelijk juffrouw, dal moeten ze eerst doen en daarna de rommel op de grond opruimen. De scha van de ruit reken ik wel met hen af". Jaap en Jan blijven als standbeelden staan. Het lijkt nu wel een pantomime. Ze kijken onthutst naar el kaar, dan naar mij en naar de plant. De baas zwijgt en ik doe hetzelfde. Dat duurt een minuut lang „Ik wacht, tot je gaat doen wat de juffrouw zegt". Kleintjes zegt Jaap: „Dat kenne we niet". „Jammer, want mijn plant was zo mooi en daar was ik blij mee. Ruim dan de rommel maar op". Ik keur de knapen geen blik meer waard, maar zie wat ik redden kan van de plant. De baas blijft zwij gend kijken tot de rommel is opgeruimd en verdwijnt dan zonder een woord te zeggen met het tweetal. Die zullen in dat betekenisvolle zwijgen hun portie al aardig beet hebben. En er zal, de baas kennend, nog wel wat volgen. In de namiddag, thuis bij thee troost zoekend over mijn vernield bezit, word ik gestoord door mijn hospita, die bezoek aankondigt. Daar staat Jaap voor me. In de holte van zijn gebo gen arm houdt hij voorzich tig, maar niet bepaald sier lijk, een grote fuchsia. Ook al niet gracieus pro beert hij die aan te bieden. Stoterig komt het er uit „Van mien moeder. Ze heit er tuus toch nog ientje. Die mag uwes van d'r 'ebbe". Dan is zijn missie afge lopen en hij maakt rechts omkeert. Bij de deur houdt hij even halt en zegt over zijn schouder heen,,'k a d'r spiet van, want die van school was zo 'arge mooie". Jaap is meteen verdwe nen, 'n juffer achterlatend, die op slag een groot brok kwaadheid ook maar met een plof op de grond liet vallen, want blijf nu eens nijdig op zo'n joch. Boven dien heeft de baas die twee waarschijnlijk al genoeg de oren gewassen en genoeg is genoeg vind ik. Morgen gaat moeder Van Vliet's fuchsia mee naar school en ik zal toch nog pogen wat stekken te red den van mijn gesneuvelde plant. Misschien haal ik uit verlies nog winst, vooral als Jaap ook nog iets geleerd heeft.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1957 | | pagina 10