„C.B.T.B. put kracht uit het
Woord van God"
"S^SHAG
DRUM SHAG
van
Hevige rel
minister
ANDRÉ MA URICE
rond de Franse
Financien
U weef niet half
hoe lekker die
half zware shag
Half zwaar Heel lekker!
van
corruptiecollaboratie
en móórd beschuldigd
von Do uwe Egberts is!
Maandag 14 april weer bijeen
Generale synode geref. kerken
voorlopig gesloten
VROUWELIJKE CHAUFFEURS
MAKEN MINDER ONGELUKKEN
DAN HET STERKE GESLACHT
pppoevmcj
EERSTE AFDELING OP HET EILAND THOLEN OPGERICHT
Mr, Biesheuvel sprak te Sint Annaland
over doel en grondslag Chr. organisatie
Tholen ontwaakt"
Engeland behoudt
bases in Malakka
Maandag 14 oktober 1957
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina f
„Wij moeten God wel heel dankbaar zijn, dat veertig,jaar geleden
in Nederland de Christelijke boeren- en tuinderssbond is opgericht.
Vooral, omdat dank zij de C.B.T.B. er in Nederland Christelijk land
bouwonderwijs is gekomen. Momenteel zijn er meer dan 120 Christe
lijke landbouwscholen".
Dit zei de heer mr. B. W. Biesheuvel, algemeen secretaris van de
Nederlandse C.B.T.B. in de vrijdagavond te Sint Annaland gehouden
oprichtingsvergadering van de afdeling Sint Annaland van de C.B.
T.B., de eerste afdeling van deze organisatie op het eiland Tholen.
De heer Biesheuvel was echter niet
alleen dankbaar voor hetgeen veertig
jaar geleden in Nederland is gebeurd,
hij verheugde zich ook zeer in de op
richting van de eerste afdeling op
Tholen. Jaren geleden heeft de C.B.
T.B. hier ook getracht tot de oprich
ting van een of meer afdelingen te ko
men, toen echter zonder resultaat.
De heer C. de Putter, voorzitter van
de C.B.T.B. in Zeeland had vooraf ook
zijn blijdschap uitgesproken over het
in Sint Annaland genomen initiatief.
Op Tholen heeft men beseft, zo merk
te de heer De Putter op, dat men als
christen-boeren de handen ineens moet
slaan. Wij zullen niet rusten voor de
laatste man, die bij ons hoort, zich ook
als lid heeft laten inschrijven, aldus
de voorzitter van de Zeeuwse C.B.T.B.
Hij sprak de wens uit dat er meer af
delingen op het eiland Tholen zullen
komen en dat er een gewestelijke af
deling zal worden gevormd.
Waarom?
De heer Biesheuvel, die een zeer
rustig betoog hield, merkte op dat men
in de C.B.T.B. als christenen eerlijk en
openhartig met elkaar spreekt. Hij
vroeg de aanwezigen of zij er zich van
bewust zijn, dat zij lid zijn geworden
van een christelijke organisatie en of
zij zich wel hebben gerealiseerd, waar
om zij dat hebben gedaan.
Gij hoort als christen-boer en'chris
ten-tuinder thuis in een organisatie,
die de naam van Christus in haar ba
nier draagt. Veertig jaar geleden voel
den velen zich niet th'iis in het kli
maat van de neutrale of algemene or
ganisatie. Die neutraliteit kwam voor
al in het onderwijs tot uiting.
Wat momenteel op het eiland Tho
len gebeurt op het gebied van het
landbouwhuishoudonderwijs heeft
zich, aldus spr. tientallen jaren gele
den in andere strejcen van ons land
reeds voorgedaan. Men heeft nu op
Tholen beseft dat het niet langer ver
antwoord is, dat op het eiland slechts
een neutrale landbouwhuishoudschool
is.
Wat wij willen, aldus de heer Bies
heuvel, dat is een christelijke land-
bonwhuishoudschooi, uitgaande van
een positief christelijke organisatie.
Levensbeschouwing
De heer Biesheuvel betoogde ver
volgens dat het landbouwonderwijs
niet slechts met .technische zaken heeft
te maken. De boer moet ook maat
schappelijk op de hoogte worden ge
steld. De algemene vorming van de
9 De premier van Malakka en de
Britse hoge commissaris te Koeala
Loempoer, hebben een defensie-.over-
eenkomst getekend, waarbij Engeland
het recht verkrijgt strijdkrachten uit
het Gemenebest te legeren in de bases
Taiping, in Noord- en in Zuid-Malak-
ka.
Vrije Universiteit
Geslaagd voor het kandidaatsexamen
geneeskunde: G. A. de Bruyne, Leider
dorp.
Bevorderd tot arts: B. W. Badder,
Naarden.
In de provincie Zeeland zijn be
noemd met ingang van 4 december
1957, tot plaatsvervanger van de dijk
graaf van de Emmanuelpolder, H.
Wolfert, te Waarde; met ingang van
21 december 1957 tot plaatsvervanger
van de dijkgraaf van de Houwerpol
der, D. Vroegop, te Poortvliet.
boer voor zijn taak in de maatschappij
is van zeer grote betekenis en daar
van moet de christelijke levensbe
schouwing de grondslag zijn.
De heer Biesheuvel zeide met na
druk niet te willen beweren dat boe
ren, die lid zijn van een neutrale of
algemene organisatie, o.a. de Zeeuwse
Landbouwmaatschappij, geen goede
christenen zijn. Dat kan zeker wel het
geval zijn, aldus spr. die het zo formu
leerde „Er zijn broeders van ons, die
lid zijn van een niet-christelijke orga
nisatie".
Er zijn, aldus spr. ook goede dingen
in de neutrale organisatie, maar zij
zijn daarom nog niet christelijk. Ook
niet door in de statuten op te nemen
dat men geen tentoonstellingen op
zondag zal organiseren.
Een organisatie wordt eerst chris
telijk, als zij erkent, dat Christus
Koning is, ook op het maatschappelijke
erf.
De neutrale organisatie wil ook een
plaats inruimen voor niet-christenen.
De heer Biesheuvel betoogde voorts
dat principieel gezien de algemene or
ganisatie ook bereid moet zijn R.K.-
scholen te stichten. Immers, ook r.k.
kunnen lid van deze organisatie zijn.
De heer Biesheuvel beklemtoonde
dat het in eerste instantie niet gaat
om de prijs van de melk of van de
bieten, maar om de houding van de
christen.
In Zeeland
Zal de invloed van het christendom
tanen in Zeeland? vroeg de heer Bies
heuvel vervolgens. Hij dacht in dit
verband aan de ontwikkeling tijdens
en na de uitvoering van het Delta
plan, als de contacten met gebieden
buiten het gewest veelvuldiger wor
den.
De Zeeuwse plattelands jeugd moet
principieel worden opgeleid, aldus spr.
Naar aanleiding van de causerie van
de heer Biesheuvel vond een geani
meerde gedachtenwisseling plaats,
waarbij werd opgemerkt dat de econo
mische en sociale vraagstukken niet
los staan van de Bijbel. Op sociaal ter
rein is de verhouding van God tot de
mens beheersend voor de verhouding
van de mensen onderling.
Met nadruk zeide de heer Biesheu
vel, dat de invloed van 9e C.B.TJS. in
regeringskringen zeer groot is. De gro
te kracht van de C.B.T.B. wordt geput
uit de innerlijke overtuiging, uit het
Woord van God.
(Ingezonden mededeling adv.)
\EGBER7Sy
Een politiebureau in Bome heeft
vrijdag een arrestant die ondervraagd
werd, plotseling een revolver kunnen
grijpen, waarmee hij in het wilde weg
begon te schieten. Een brigadier v-erd
dodelijk getroffen, de commissaris die
hem ondervroeg en twee politieagen
ten werden zwaar gewond. De n.an
werd door andere politiemannen over
meesterd.
(Van een onzer verslaggevers)
Donderdagavond is de generale sy
node van de Gereformeerde Kerken
nog vrij onverwacht gesloten, nadat
men eerst verwacht had, dat ook vrij
dagmorgen er wel mee zou heengaan.
De synodp zal haar zittingen te Assen
hervatten op maandag 14 april 1958.
Hoeveel weken er dan mee gemoeid
zijn, kan nu niet gezegd worden. Wel
is het zo, dat de helft van de zaken,
die op het agendum voorkwamen, nog
op behandeling of afdoening wacht.
Hier zijn uitermate tijdrovende stuk
ken bij, zoals de dèfinitieve vaststel
ling van een nieuwe kerkorde, de her
ziening der liturgische formulieren, de
behandeling van urgente vragen op 't
gebied der evangelisatie, de „schuld
belijdenis" ten aanzien van de gebeur
tenissen rond de kerkscheuring van
1944/45 enz. enz.
Men kan niet zeggen, dat de synode
in haar laatste zitting van 1957 „als
een nachtkaars is uitgegaan". Nadat
een vergeefse poging was gedaan om
alvast enkele onderdelen uit het li
turgierapport in behandeling te ne
men, o.a. de genadeverkondiging (maar
daarmee zou veel tijd heengaan) be
gon de synode nog fris en vrolijk aan
een aanfhl brieven betreffende de
eredienst.
Ds. A. M. Lindeboom van Twijzel
vroeg de synode bepaalde maatregelen
te nemen tegen eigenmachtig wijzigen
van de liturgie. Ds. H. Th. van Mun
ster van Gorinchem verzocht de syno
de naast de apostolische geloofsbelij
denis de geloofsbelijdenis van Nicea
in de eredienst facultatief te stellen.
Wat dit laatste betreft: de synode
besloot hieraan te voldoen. Wel heeft
zij in 1952 in Rotterdam blijkbaar
alleen het apostolicum voor de ere
dienst aanbevolen, maar de praktijk
wees uit, dat vrijwel heel de synode
voor de geloofsbelijdenis van Nicea
ruimte wil laten. Er wordt trouwens
meermalen in de eredienst gebruik
van gemaakt.
Ten aanzien van ds. Lindeboom's
brief bepaalde de synode, dat niet be
wezen is dat het eigenmachtig ver
anderen der liturgie zulk een omvang
heeft aangenomen, dat de synode ver
derstrekkende maatregelen zou moe
ten nemen dan een herinnerig aan de
besluiten van de synode te Rotterdam
inzake liturgie aan de plaatselijke ge
meenten te doen toekomen.
Voordat de synode dit besluit nam
werden er nog heel wat woorden over
deze zaak gesproken. De rapporteur
Oostenrijkse en Franse verkeersdeskundigen zijn op een bijeen
komst te Wenen tot de slotsom gekomen dat vrouwelijke autobestuur
ders minder ongelukken veroorzaken dan mannelijke.
De Oostenrijkse rechter dr. Rudolf Hartmann toonde een statistiek,
waaruit bleek dat, terwijl 4.5 procent der autobestuurders van het
vrouwelijke geslacht is, slechts 3.3 procent van het aantal verkeers
ongelukken door vrouwelijke chauffeurs wordt veroorzaakt.
Daarentegen bestaat 63 procent van het aantal bij verkeersongeluk
ken betrokken voetgangers uit vrouwen.
In dit verband werd nog opgemerkt dat er meer magere, dan ge
zette voetgangers bij verkeersongelukken zijn betrokken.
van de commissie, ouderling W. van
den Berg' van Bruinisse, had althans
een overvloed van vragen te beant
woorden. Hij deed dit echter op een
wijze, die bij de synode op het ene
moment een lach en op het andere
ogenblik een gevoel van bewondering
wekte. Calvjjn, Comrie, De Cock en
zelfs Jupiter, de os en de ezel kwa
men er bij te pas. Deze ouderling Was
de eerste rapporteur in zeven weken
(en de laatste tevens) die een spon
taan applaus van de vergadering ver
gadering verwierf.
(Van onze Parijse correspondent)
Er is een hevige rel ontstaan rond de Franse minister van Defensie,
André Morice, die hiermee vermoedelijk op een zijspoor wordt ge
schoven. Niemand gelooft nog, dat hij deel zal uitmaken van een vol
gende regering, hoewel nog moet blijken, of de aantijgingen van de
communistische, neutralistische en Mendiaanse bladen juist zijn.
Morice heeft voorlopig de schrijvers voor het gerecht gedaagd. Vrijwel
de gehele Franse pers heeft de beschuldigingen met of zonder com
mentaar geciteerd. En zo hebben de Fransen eindelijk weer eens een
bloedeigen schandaal, waarover iedereen momenteel dan ook de mond
vol heeft.
„France Observateur" en „Libération"
schreven, dat de minister, een vroegere
van OPfn^are werk"", financi
ële belangen had bij de aanleg van de
prikkeldraadversperringen en de mijnen
velden aan de Algerijnse grenzen. Hij
zou er via enige tussenpersonen braaf
aan hebben verdiend. Zoiets kunnen de
Fransen hun ministers overigens nog wel
vergeven.
Beschuldigingen
Veel gevaarlijker zijn de beschuldi
gingen van „L'Express", het blad van
Pierre Mèndes-France. In het artikel, een
met foto's, fotokopieën en documenten
(deze maal hopelijk echt) doorspekte le
vensbeschrijving, wordt gezegd, dat Mo
rice voor de tweede wereldoorlog een
kleine aannemerszaak beheerde in Nan
tes, een bedrijfje, dat begon met een aan-
vangskapitaal van slechts 100.000 fr. en
Hier ziet men de zo fel be
schuldigde minister van finan
ciën, André Maurice (zie pijl)
temidden van zijn collega
ministers, toen premier Faure
in 1955 na veel moeilijkheden
eindelijk zijn nieuwe kabinet
kon presenteren
door
ANNIE
SWAN
ons dagelijks
vervolgverhaal
74)
Ze wisten niet, dat er, praktisch ge
sproken, maar één zou zijn. Haar naam
werd spoedig met luider stemme afge
kondigd:
„Christina Caldwell".
Er werd geen speciale aandacht aan
de naam besteed en evenmin deed de
gestalte van het jonge dienstmeisje in
haar nette, zwarte jurk veel verwach
ten.
Alice Harman boog zich voorover,
toen het meisje in het nauwe gangetje
verscheen, dat naar de getuigenbank
leidde en keek gespannen en bijna te
der naar haar. Zij was de enige vrien
din, die z" in het grote sombere huis
gehad had en Warburton had haar ver
teld, hoeveel er waarschijnlijk van de
getuigenis van het meisje af zou han
gen.
„Christina Caldwell, hoe lang bent
u bij wijlen Miss Dempster op het
George Plein in dienst geweest?"
„Ik ben er de negen en twintigste
december voor haar dood gekomen."
Het meisje gaf een beschrijving van
haar plichten in het huishouden en
vertelde van de komst van Miss Har
man, die, volgens haar, de plichten
van huishoudster op zich nam.
„Leek Miss Dempster met haar nicht
ingenomen te zijn."
„Ja, Edelachtbare. Ze waren heel ge
lukkig samen en zaten dikwijls te la
chen. Een keer zei Miss Dempster te
gen mij: „Meisje, als Miss Harman hier
tien jaar vroeger gekomen was, zou
het hier nu een gelukkiger en een be
ter huis zijn."
„Je hebt dokter Ruthven natuurlijk
dikwijls gezien, als hij kwam, nadat
Miss Dempster ziek geworden was?"
„Elke dag".
„Had Miss Dempster vertrouwen in
hem?"
„Dat weet ik niet".
„En Miss Harman?"
„Ze heeft daar tegen mij nooit iets
over gezegd, Edelachtbare. Zij was een
dame, die haar plaats wist en ik was
maar een dienstmeisje, maar ik hield
daarom niet minder veel van haar. Ik
keek altijd naar haar gezicht en als de
dokter er geweest was, was het altijd
een ander gezicht."
„Kun je jezelf niet een beetje nader
verklaren?"
„Ik bedoel, dat ze er bezorgd uitzag,
alsof er hèel wat dingen waren, die zij
niet kon begrijpen. Ze was heel blij,
toen die andere dokter kwam."
„Heb je hem gezien?"
„Ja, Edelachtbare. Er werd ons ver
teld, dat Professor Gardiner van de
Universiteit zou komen, maar toen hij
kwam, herkende ik in hem de dokter
uit de Rankeillourstraat. Iedereen uit
de buurt van de Pleasance kende
hem".
„Was hij daar gezien?"
„Ze vonden hem aardig. Hij was heel
goed voor de arme mensen en handig
ook, als hij nuchter was!"
„Nuchter? Wil je daarmee veronder
stellen, dat dokter Ruthven voor zulk
een belangrijk geval iemand in con
sult zou nemen, die zelden nuchter
was?"
„Dr. Gardiner is toen gekomen, Edel
achtbare. Dezelfde, die in de Rankeil
lourstraat woonde en ofschoon hij die
avond nuchter keek en aangekleed
was, zoals nog nooit iemand in de
Pleasance hem gezien had, was hij
toch niet nuchter, want ik heb hem
de trap zien aflopen."
„Dit lijkt me zeer eigenaardig. Heeft
Miss Harman deze vreemde consulte
rende geneesheer gezien?"
„Ja, Edelachtbare."
„Heeft ze iets over hem gezegd?"
„Ze zei, dat hij haar beviel en die
avond is ze kalmer naar bed gegaan,
dan ik ooit eerder gedurende Miss
Dempsters ziekte gezien had." -
„Nog eigenaardiger. Dus Miss Har
man is die avond naar bed gegaan en
je had verder geen gelegenheid om in
die ziekenkamer te komen? Dalgleish
had je zeker niet meer nodig?"
„Nee, Edelachtbare."
„Wat gebeurde er toen?"
„Ik ben op de gewone tijd naar bed
gegaan, nadat ik de haarden had na
gezien en een blaadje met theeboel er
op naar Miss Harman had gebracht."
„En verder?"
Hij wachtte, want hij bemerkte, dat
zij nog iets meer mee te delen had.
„Je bent op de gewone tijd naar bed
gegaan. Ben je die nacht nog ge
stoord?"
„Ne?, maar ik ben niet in bed ge
bleven."
„Wat heb je dan gedaan?"
„Ik wachtte, tot mijn kamergenoot
sliep en toen ben ik opgestaan en naar
beneden gegaan."
„Waarvoor?"
Christina aarzelde een ogenblik en
kreeg een kleur.
„Ik wou Dalgleish bespieden."
„Haar bespieden? Waarvoor? Ver
dacht je haar van iets speciaals?"
„Nee, Edelachtbare. Ik wilde haar
alleen bespieden. Ik kan niet verkla
ren waarom."
„Hoe laat was dat?"
(Wordt vervolgd)
dat aanvankelijk maar moeilijk op d«
been kon blijven. Nauwelijks echter had
den de Duitsers zich stevig in Frankrijk
gevestigd, of het ging de „Enterprise nan-
taise te travaux publics" beslist voor de
wind. Morice was In die tijd krijgsge-
vangene in Duitsland, maar zijn compag
non scheen er slag van te hebben, onder
deze omstandigheden prima zaken te
doen. Toen hij in 1943 terugkwam, zag
de balans er uitstekend uit en het kapi
taal kon worden verhoogd tot twee mil
joen.
Van 1940 tot 1944 haalde de onderne
ming een omzet van 110 miljoen, waar
van 100 miljoen kwam uit werken voor
de Organisatie Todt. De dhderneming te
Nantes had buitengewone relaties met de
O.T. en zij kon een behoorlijke duit ver
dienen door als middelaarster te funge
ren tussen de Duitse organisaties en de
Franse aannemers.
Veroordeeld
Na de bevrijding maakten André Mo
rice en zijn compagnon benauwde uur
tjes door, maar dank zij goede relaties
viel de strop nogal mee. Ze werden ver
oordeeld tot een geldboete van dertig
miljoen en tot verbeurdverklaring van
28 miljoen fr. aan in beslaggenomen ma
terialen. Morice wist de boete omlaag te
krijgen en in Frankrijk is blijkbaar
veel mogelijk in 1945 gingen de poor
ten van het Palais de Bourbon voor hem
open.
De vennoot van Morice had het
.moeilijker. Zijn boete bleef gehand
haafd en hij werd met de vinger nage
wezen als coliaboratuer. Omdat hij
echter trouw met Morice de winsten
had gedeeld, vond hij zichzelf niet
méér schuldig. In de volgende episode
ontstond raadsel nummer zoveel: deze
compagnon van Morice stierf onder
mysterieuze omstandigheden, terwijl
hij bezig was zijn zaak in hoger beroep
te brengen. Men vond zijn lijk aan de
oevers van de Loire. Men kon moeilijk
volhouden, dat de man de verdrin
kingsdood was gestorven, want er
werd geen water in de luchtwegen ge
vonden. Officieel maakte men er toen
„zelfmoord" van.
De verklaringen, die Morice heeft af
gelegd op de beschuldigingen, zijn maar
zwakjes. Hij ontkent vanzelfsprekend,
dat hij voordeel heeft getrokken uit de
aanleg van de verdedigingswerken in Al-
gerië. Toen hl) minister werd, was zijn
firma volgens zijn zeggen zelfs tot
werkloosheid gedoemd.
Vragen
Wat de beschuldigingen van „L'Ex
press" betreft, heeft hij voorlopig vol
staan met de verklaring, dat hij niet in
1943 maar in 1944 werd gedemobiliseerd,
een feit van belang, en dat hij later werd
vrijgesproken.
Morice viel bij die gelegenheid behalve
de communistische pers, ook heel onstui
mig de „neutralistische" pers aan, het
geen de neutrale „T.e Monde" deed be
sluiten, de minister enige vragen te stel
len: „Zijn de cijfers, gegevens, documen
ten en fotocopiëen, gepubliceerd in
L'Express vals? Heeft de onderneming
grote winsten geboekt met werken voor
de Organisatie Todt? Heeft de beheerder,
André Morice, toen hij uit krijgsgevan
genschap terugkeerde, onmiddellijk een
einde gemaakt aan de samenwerking?"
Deze rechtstreekse, afgeronde vragen
van een ernstig blad als „Le Monde" die
nen beantwoord te worden, temeer om
dat „L'Express" een brief publiceert, ge
dateerd 0 november 1944, waarin Morice
duidelijk laat uitkomen, de baas van de
maatschappij te zijn.
Redacteur in Djakarta
weer in vrijheid
De stadsredacteur van het Neder
landse dagblad „Java-bode" in Dja
karta, W. Kalee, die tijdens de confe
rentie voor nationaal overleg in Dja
karta werd aangehouden 'In verband
met een onjuist bericht over de hou
ding van Hatta tijdens de openings
plechtigheid van deze conferentie, is
thans weer in vrijheid gesteld. Hem is
echter door de plaatselijk militaire
commandant stadsarrest opgelegd.
t