KUNST EN TIJD RUSSISCHE JEUGD WIL HET ISOLEMENT DOORBREKEN Let boel? vavi Vragen, al maar vragen over de vrije wereld Verzet tegen bemoeizucht communistische partij van K-K-K-K-K-K-K Adverteren doet verkopen KABOUTERS ZEEUWSCH DAGBLAD Illegale blaadjes en muurkranten Domme propaganda Gewone jongens en meisjes Besmet2orgenkind Met 100.000 jongeren op het Rode Plein (4) Overwinning Illegale krantjes Storm op Texel Verkiezingen en bier Uit de wereld Kabouters DOEN HET Zaterdag 14 september 1957 Pagina 7 DE KUNSTENAAR heeft een apart talent. Hij is in staat, in woorden, in dicht, in klank, in beeld hetzij in de vorm van beeldhouwwerk, hetzij als schil derij, hetzij ook door het gebruik van instrumenten uit te beelden, wat zijn ogen zien. Zijn geest, zijn gehoor, zijn andere organen zijn gevoelig, om die indrukken op te vangen, die voor de uitbeelding nodig zijn en ze dan weer te geven. God heeft hem zo geschapen. Wat hij in dit opzicht meer heeft dan andere mensen, is een gave Gods. Wat hij daardoor zijn medemensen biedt, mag ook als gave Gods geno ten worden. Dat de mensen, wat door kunste naars in de loop der eeuwen gescha- jpen is, bewaren wij hebben er vroeger al eens op gewezen, hoe door oorlogen en allerlei andere omstan digheden toch nog veel is verloren gegaan dat ze het conserveren, op dat het ook aan komende geslachten kan overgegeven worden, is een plicht, welke zij tegenover deze gaven Gods hebben. Nu speelt daarbij een bijzondere moeilijkheid een rol. JUIST DOOR ZIJN GEVOELIGE FIGUUR schuilt er in de kunstenaar, zeker in de groten onder hen, ook iets profetisch. De ware kunstenaar is meermalen zijn tijd vooruit, 'zoals men dan zegt. Dat brengt mee, dat de eigentijdse kunst vaak de minste waardering vindt. Men zegt wel eens het is in feite dezelfde constatering: een kunstenaar wordt pas na zijn dood gewaardeerd. Het gaat niet in alle gevallen op, maar wie zo de lijst van onze grote kun stenaars nagaat, vindt daarop menige naam, waarvoor de grote waardering pas tijden na zijn dood gekomen is. Men begrijpt de kunstenaar vaak niet. En daarom waardeert men zijn produkt niet. Pas door de langduri ger ervaring met zijn werk komt de waardering, die het feitelijk van het begin af verdiend had. Hierbij speelt ook een andere fac tor een rol. Niet alles, wat in een tijd als kunst gepresenteerd wordt, heeft de hoge kunstwaarde. Er zijn er ook, die als kunstenaar aangediend worden, of fcichzelf aandienen, die dat niet zijn. Hier kunnen allerlei factoren, ook 'n peker snobisme, aanstellerige nadoene- rij, een rol spelen. ALS DE TIJD VOORTSCHRIJDT, werkt die als het ware als een zeef. Waarom kunnen wij de oudere kunstwerken vaak het hoogst waar deren? En dat niet alleen in geld, Jnaar waarlijk, omdat ze ons een Schoonheidservaring geven? Omdat de zeef van de tijd heeft doen verdwij nen stellig ook veel goede en scho ne dingen maar ook, wat het be waren in feite niet waard was. Het beste is overgebleven. De eigentijdse kunst heeft die zeef van de tijd nog niet doorstaan. Daar in is nog rijp en groen. DOCH NIET DAARAAN ALLEEN is het te wijten, dat de eigentijdse kunst niet gewaardeerd wordt. Er is nog iets anders. Wij zijn allen produkten van onze opvoeding. In feite scheuren we ons nimmer geheel los van de indrukken, Sie we in onze jeugd gekregen heb ben, van wat we toen als schoon en goed hebben leren kennen. Het klinkt misschien vreemd, maar met name de ouderen zijn nooit volledig kinderen van htm tijd. In hen is altijd een zeker heimwee hoe vaak wordt het ook Uitgesproken naar: vroeger. Hier zijn we feitelijk aangekomen, waar we vorige week eindigden, toen we schreven over de spanning tussen oud en jong in de gezinnen, over het generatieconflict, zoals dat dan wel tenoemd wordt, met betrekking tot e muziek. Wij zetten hierbij voorop, dat wij persoonlijk de nieuwe vormen van de inuziek, zowel van de serieuze als van de ontspanningsmuziek, niet kunnen waarderen. Ze komen meestal over ons als een onbegrepen cacafonie van geluiden. Voor jazz en al wat daar mee verwant is, gebruiken wij wel de aanduiding: georganiseerde herrie. Op dit punt zijn we dus ongetwij feld als de meeste ouderen. TOCH ZIJN ER ALTIJD twee over wegingen, die ons remmen, als we tot een absolute veroordeling zouden dreigen te komen van de vele jonge nen, die deze vormen van muziek (soms overdreven) aantrekkelijk vin den. De eerste is geput uit een aanwij zing in onze jeugd, dat de muziek van fetrauss geen behoorlijke muziek was. Het was de moderne dansmuziek van onze jonge tijd, toen de ontwikkeling nog zoveel langzamer ging dan in het huidig tijdsgewricht. En ze werd, met name in onze kringen, afgewezen. Wie zal dat nu nog doen? Zal iemand uit die overweging het lied Van „die schone blaue Donau" af zetten, als het over de radio in ons nuis komt? De tweede overweging is vrucht van een andere ervaring. Wij liepen eens met een journalist, die ook grote naam had als kenner van de moderne muziek door een fa briek. De stoom siste, de machines ratelden, kortom, daar was het geluid van de moderne tijd. Toen zei die collega ons: dat nu in muziek vast te leggen, is de begeerte van de moderne kunstenaar. Het is ons altijd bijgebleven. ER WAS EEN TIJD het klinkt inderdaad als een sprookje dat de mensen genieten konden van het rui sen van het riet, van het kabbelen van een beekje, van het klateren van een waterval. Zeker, ze zijn er nog. En er zijn er nog, die ervan kunnen genieten. Maar we leven niet meer in de tijd, waarvoor die ervaring, waarvoor de pastorale, het herderslied de type ring is. De polsslag, het rytme van onze tijd is heel anders. Is het nu niet begrijpelijk het geldt voor de muziek, maar ook voor andere kunstuitingen dat de hui dige kunstenaar in zijn scheppingen Iets neerlegt, dat totaal afwijkt van die oudere kunst? Het is immers zijn bijzonder ver mogen, dat rytme van zijn tijd vast Nieuwsgierige Russische meisjes bij de trein in Minsk (Van één onzer redacteuren) „Is het waar, dat uw kranten de communisten dieren noemen?" „Hoeveel partijen zijn er in uw land en hoe groot is de communistische partij?" „Is het waar, dat alle Amerikaanse arbeiders een eigen auto hebben en soms wel twee?" „Is het waar, dat zij allemaal In een mooie villa wonen met twee badkamers en een automatische keuken?" „Mogen de kranten, als ze dat willen, president Eisenhower zomaar een man, die niet goed regeren kan, noemen?" Ziehier een paar van de vele typische vragen, die de Sowjetjongeren stelden aan de buiten landse deelnemers aan het wereld jeugdfesti val in Moskou. Als énorme zwermen muskieten kwamen zij 's avonds naar het Rode Plein (het centrale verzamelpunt), of naar de hotels, om de 30.000 jongens en meisjes uit alle delen van de wereld hun vragen te stellen of te laten stellen door een Duits of Engels sprekende student, die er altijd wel in de buurt was. En al deze vragen, het moeten er talloos vele geweest zijn, spraken maar één taal, de taal van een hartstochtelijk verlangen, om te weten, hoe het leven in niet-communistische landen in werke lijkheid is Het was kenmerkend, dat bijna alle vragen, die mij door Russische jongeren gesteld zijn, direct of indirect betrek king hadden op 1. het meer-partjjen- stelsel in niet-communistische landen; 2. de persoonlijke vrijheid en de vrije meningsuiting, in het bijzonder met be trekking tot het maken van propaganda tegen de regering; 3. de meningen over het communisme en 4. de welvaart in de Verenigde Staten. De aard dezer vragen was een duide lijk bewijs van de begeerte der Sowjet- jongeren, om het isolement, waarin zij ten opzichte van de „vijandige" wereld moeten leven, te doorbreken. Reeds als baby werden ze tot dit ge- isoleerde leven opgevoed, in een cresh, als vader en moeder werkten. Ook op school, van kleuterklas tot universiteit, laat de partij geen gelegenheid voorbij gaan, om hen te overtuigen van de marxistische en leninistische beginselen, evenals op de „club van jonge pioniers", die de kinderen van 8 tot 14 jaar schoolt voor de komsomol, de jeugdpartij. Zelfs op hun sport- en hobbyclubs verschijnen regelmatig de partijfunctionarissen, om hen te onderwijzen in de leer van het communisme. De jongeren kunnen alleen maar communistische kranten en boe ken lezen, radio-uitzendingen en toe spraken horen, films en toneelstukken zien, die vol zijn van verheerlijking van het communisme en de arbeid. Geen enkel facet is er in hun jonge leven, waarmee de partij zich niet bemoeit, tot zelfs met de liefde toe, het meest ingrij pende gebeuren in het leven van een jongere. De partij veroordeelt „roman tische gevoelens" en eist van de jeugd, dat de liefde zich richt „naar de arbeid en naar de opvattingen van de commu nistische gemeenschap". Als een commu nistische jongeman verliefd wordt op een niet-communistisch meisje, dan „moet hij haar naar het clubhuis van de jeugdorganisatie brengen en niet met haar gaan wandelen", want „de liefde te leggen. En onze jeugd die veel meer dan wij die polsslag van onze tijd dagelijks ervaart en doorleeft, die daarbij groot wordt, die geen heuge nis heeft aan die veel meer pastorale tijd van weleer, zal die kunst hoger waarderen dan wij. Zeker, ook zij zal daarbij niet altijd direct kunnen komen tot de onder scheiding tussen wat vals en wat echt is in die kunst. Maar wij moeten, als dan dat generatieconflict optreedt, als er die spanning dreigt in onze gezin nen, pogen, die jeugd toch te ver staan. Haar niet zonder meer afkeu ren en als het ware ledig heen zenden. Het is dan vooral de moeilijke taak, die wij hebben, hen, indien nodig, te geleiden, opdat ze tot zuivere kunst waardering komen. Zij moeten de kunst, in al haar uitingen, leren zien als een gave Gods, als één der schone dingen, die God de mens gaf, opdat hij daardoor van Hem en tot Hem en tot anderen over Hem zou kunnen spreken. kan alleen in de gemeenschap der com munistische jeugd echt en veilig opbloe ien". Nog niet lang geleden schreef M. A. Khatchev in „Komsomolskaja Prawda", het orgaan van de Sowjetjeugd, over de liefde in „kapitalistische" landen o.m.: de mannen, hakend naar economische en materiële voordelen, die het huwelijk hen in uitzicht stelt, gebukt onder de last van hun wrede burgerlijke moraal, zijn in het huwelijk bereid tot elke laag heid, zelfs tot misdaden en zij maken van hun vrouwen angstige schepselen, die niets anders weten en niets anders kunnen dan haar echtgenoten vermaken en dienen". Over de liefde in de Sowjet- Unie schreef hij: „In de Sowjet-Unie is de liefde niet een subjectief gevoel, maar het objectieve bewustzijn van gemeen schappelijke aspiraties en verlangens, die één zijn met het Sowjetpatriottisme, met het verlangen, om alle krachten te wijden aan de grote zaak van Lenin. Ook is zij een verbazingwekkende prik kel tot produktieverhoging" en hier haalde hij een voorbeeld aan van een jongeman, die Katia gevraagd had wat met hem te wandelen. „Katia stemde toe en de volgende dag deed hij op de werf driemaal zoveel werk als an ders" Deze en veel meer van dergelijke dom me propaganda, waarover elk normaal denkend mens in lachen uitbarst, moet op de Russische jeugd een averechtse buitenlanders naar binnen, maar geen Russen zonder „geleide" naar buiten kunnen. Maar de Sowjetleiders, die zo ge schrokken zijn van „Hongarije", moeten niet minder ontsteld zijn door wat er in het eigen land gebeurde. Het bleek al gauw, dat hun pupillen helemaal niet de „ideaalkinderen" zijn, die het regiem dacht te kunnen kweken. De pogingen, om een „nieuwe mens" te scheppen, ble ken ondanks veertig jaar van intensieve propaganda en „indoctrinatie" mislukt. De „ideaalkinderen" bleken heel gewone jongens en meisjes te zijn, met een nor maal kritisch vermogen, ook ten aan zien van alles, wat het communisme van 's morgens vroeg tot 's avonds laat over hun hoofden uitstort. En inmiddels is het „onheil" geschied. Het gerammel van de ideologische ke tens, waarmee het partijapparaat zijn jongens en meisjes omstrengelt, heeft zo'n luidruchtige omvang genomen, dat de Sowjetpers er niet meer over kan zwijgen. De Russische bladen waarschu wen de jeugd de laatste tijd herhaalde lijk voor „besmetting met westerse in vloeden en ideeën", ze spreken in hittere termen van „totale onverschilligheid en zelfs weerzin voor het communisme by een deel der jeugd" en van „onbegrijpe lijke ideologische luiheid". De pers is een actie begonnen tegen het toenemend aantal „stiljagi's", die men het best zou kunnen vergelijken met onze „nozems" of met de Parjjse „zazous" en staatspre sident Klementl Worosjilof sprak on langs van „ondankbare lummels, die voor de enorme veroveringen van de re volutie niet het minste respect hebben". De Russische jeugd biykt een zorgen kind te zijn, een „besmet" zorgenkind! Onder de ontwikkelde en denkende jongeren in de Sowjet-Unie hebben zich de laatste tijd twee geestelijke stromin- gen afgetekend: enerzijds is er een stre ven naar terugkeer tot het oorspronke lijke Leninisme en anderzijds Is er een weliswaar tastend, maar bewust zoeken naar een geheel nieuwe, een meer per- soonlijke-geestelijke basis. Een uitermate belangrijke ontwikke ling daarvan is, dat de jeugd zich, biy- kens berichten en artikelen in o.m. de „Komsomolskaja Prawda", het dagblad van de jeugdpartij, geleldeiyk aan af keert van de verplichte eisen van een politieke vorming In de komsomol. On langs schreef dit blad: „De komsomol- organisaties op het platteland staan op non-actief en vallen stuk voor stuk uit een en in de steden organiseert de jeugd dikwijls vrye groepen ter bestudering van literatuur of kunst. De gevallen, dat jongeren zich afwenden van de commu nistische beginselen, nemen toe. Men heeft er genoeg van, velen kunnen deze niets meer geven". De „Jonge Kommunist" schreef: „Bij ons zijn nog jonge mensen, waaronder ook leden van de komsomol, die zich overgeven aan demagogie, aan burger lijke propaganda en die geloven in fa beltjes van persoonlijke vrijheid in een burgerlijke maatschappij, aan volkskapi- talisme en aan democratisch socialisme. Soms worden zij zelfs de verspreiders van dergelijke fabeltjes". Zoals altijd in een strijd tegen geeste lijke onderdrukking, gaan ook hier de kunstenaars en de studenten voorop. Het zijn vooral de jonge Russische schrij vers en dichters, die zich verzetten te gen de verregaande bemoeizucht van de party en in tal van bijeenkomsten, gesteund door het applaus van al of niet met opzet verzamelde jongeren, protest 't Valt niet mee, om de jeugd in bedwang te houden uitwerking gehad hebben met het onver mijdelijke gevolg, dat de jongeren elke kans, om zich een beetje los te werken uit de knellende vangarmen van 's we relds grootste bemoeial, direct zouden aangrijpen. Na de dood van Stalin heb ben de nieuwe partijleiders hen zulk een kans gegeven. Wellicht in de verwach ting, dat het volk voldoende „gevormd" zou zijn, lieten zij de teugels wat vieren en in het besef, dat een volk van 119 miljoen zielen onmogelijk blijvend van de rest van de wereld kan worden afge sloten, werd de deur naar buiten op een kiertje gezet, waardoor overigens wel aantekenen tegen de eis, dat al hun werk gebaseerd moet zijn op het „socia listisch realisme" (alle andere stromin gen worden als politiek schadelijk be schouwd) en die een voor elke echte kunstenaar onverdraagzame domper zet op zijn scheppingsdrang. Opvallend is in dit verband ook, dat de beeldende kun stenaars in de Sowjet-Unie een zeer gro te belangstelling aan de dag leggen voor het impressionisme. De „Literatoernaja Gazeta" schreef: „In de werken van sommige jeugdige schrij vers zijn tendenties merkbaar, die het prediken van een algemeen menselijke en zelfs Christelijke moraal beogen". Volgens ditzelfde blad heeft de jonge schrijver W. Doedintsew in het openbaar geëist, dat er een eind komt aan de propagandaleuzen van de partij. Het is deze schrijver, die verleden jaar in het maandblad „Nowi Mir" (Nieuwe vrede) enkele afleveringen publiceerde van zijn manuscript „Niet van brood alleen", waarin hij van leer trekt tegen de bu reaucratie en aantoont, dat het schep pend initiatief, de wil en de geestelijke onafhankelijkheid van de mens zich al tijd zullen verzetten tegen bureaucratie en propaganda van een staatsapparaat. De publikaties verwekten een enorme deining en Doedintsew werd in tal van literaire tijdschriften heftig aangevallen. Maar tijdens een serie vergaderingen in het „Huis van de Literator" CWorows- kistraat) in Moskou, kregen de partij functionarissen nauwelijks reactie en z-, die Doedintsew verdedigden, ontvin gen oorverdovend applaus. Dit alles re sulteerde in een enorme overwinning van de jeugd op de partij: korte tijd la ter werd aangekondigd, dat het manu script in boekvorm zou worden uitgege ven, hetgeen oorspronkelijk door de jon geren was geëist, maar aan welke eis de partij niet had willen toegeven. Karakteristiek voor het hedendaagse studentenleven in de Sowjet-Unie zijn debatten over principiële ideologische onderwerpen, waarbij openlijke kritiek de partij niet wordt bespaard. De „Kom somolskaja Prawda" verhaalde onlangs, hoe de student-dichter Charabarov het in het openbaar had aangedurfd, de „party bureaucraten verschrikkelijke, ijzerharde mensen, die mij willen dwin gen" te noemen. Onder de studenten cir culeren tal van illegale, met de hand ge schreven geschriften, o.a.: „Ketterij", „Nieuwe Geluiden", Blauwe Knoop", „Nieuwe Stemmen" en „Vijgeblad" ge heten, waarin, aldus 't dagblad van de jeugdpartij, „nihilistische standpunten worden verdedigd en het socialistisch realisme op onverantwoorde wijze aan gevallen wordt", met name in „Nieuwe Stemmen" van de studenten in Lenin grad. Ook maken de studenten gebruik van muurkrantjes. Volgens „Trud" zijn in muurkranten aan de universiteiten van Moskou, Leningrad en Kiev „grove uitvallen jegens de communistische ideo logie gedaan". Aan de muren van de be roemde Lomonosov-universiteit (18.000 studenten) in Moskou verschijnt zo nu en dan een krantje, „Tribune" geheten, waarin onlangs de Sowjetleiders zelfs verweten werd „niet alles" over de ge beurtenissen in Hongarije te hebben ver teld. De officiële Sowjetpers doet alle moei te, om de stroom van kritiek, die voort durend in omvahg toeneemt en die steeds gedurfder wordt, in te dammen. En stel lig zal er binnen niet al te lange tijd een moment komen, waarop het de partijlei ders te gek wordt en ze zullen decrete ren; tot hiertoe en niet verder. Maar een weg terug is er niet, uitgezonderd de weg terug naar de terreur van het Sta linistisch tijdperk. Tot nu toe gaat de jeugd door zolang het haar mogelijk wordt gemaakt, zich voorzichtig te ont trekken aan de alles omvattende be moeizucht van de partij. jongeren vragen zich af, of de pers en de radio, die hen al zo dikwijls hebben bedrogen, door zwart te maken wat eens wit waa en wit te maken wat eens zwart was, hen ook niet bedriegt in de voorlichting over de „oorlogsvoorbereidende, laaghar tige en stinkende hyena's van het impe rialistische kapitalisme". Met andere woorden; zij wensen niet langer onkun dig te worden gehouden omtrent het werkelijke leven In de niet-communisti sche landen. Zij wensen het recht van VTije meningsuiting. Z\j wensen de vrij heid, waarvan ze de laatste jaren einde lijk Iets hebben geproefd! In het volgende artikel: Gesprek met Natsjnina Harde wind en hoog water heb ben velen op Texel narigheid be zorgd. Een exploitant van strand huisjes zag zijn bezit door wilde viagen bedreigd: De fundamenten onder de huisjes werden finaal weggespoeld. De partij van kanselier Adenauer heeft op de laatste dag van de ver kiezingscampagne de volgende verkie zingsleuze gelanceerd: „In 1949 dronk iedere Duitser slechts 29,42 liter bier per jaar. In 1956 kon hij 71,28 liter verbruiken. Om deze vooruitgang voort te zetten, stemt Christen-De mocratisch". Het bittere kruid, Marga Minco, Op sobere en daardoor wel zeer aan grijpende wijze vertelt Marga Minco in dit boekje (Ooievaar-serie) over het le ven van een Joodse familie tijdens de Duitse bezetting van ons land. De vader van dit gezin blijft hopen dat de nazi's menselijkheid zullen kennen. Hij heeft zich vergist, zoals zovelen dat hebben gedaan. In onopgesmukete taal geschre ven boeit dit boek, ondanks tragiek en afgrijzen. Jongeren van 18-20 jaar moe ten vooral dit relaas eens lezen. TE KOOP: mm Amerikaans eiken huis orgel. Modern model, 2 spel, 11 reg. f250, J. Murre, N. W. K.weg 39, Nieuwdorp. Red I hennen. L. SCHOUT, Vebenabös 44, Koudekerke, tel. 309- K 1185. DIVERSEN Aangeboden: Standard Vangard stationwagen f 1000. Garage De Muynck, P. Krugerstr. 209, Vlissin- gen, tel. 2008. Delfts Blauwe reclame artikelen, asbakken, vaas jes, borden etc. met firma naam enz. Offerte wordt gaarne verstrekt door Atelier Den Boer, Lange Vorststr. 110, tel. 2663 te Goes en Nieuwediepstr. 36, tel. 3113, Terneuzen. Een nieuwe OPTIMA schrijfmachine, nu voorde liger dan elke 2e hands schrijfmachine. Vraagt gratis prijscourant of de monstratie. „OPTIMA" Kantoormachine Import voor Nederland. Postbus 28, Hilversum, tel. K 2950- 6789. Orgels. Zeldzaam mooie voorraad. Levering franco huis. Vele jaren garantie Reiskosten worden vergoed Vraagt prijslijst. BOOT'S Orgel- en Pianohandel, Bo degraven Ruime keuze bazuin beeldjes, klokvazen, wek kerketting, wekkerge wichten, jaargetijden, schuifplaten met vadertje Tijd en andere. Fa. J. MALJERS, Korte Noordstr. 38, Middelburg. mm Elke donderdag en za terdag demonstreren wij met een uitgebreide sor tering petroleumkachels. F. J. VAN AARTSEN, Pottenmarkt, Middelburg. Verloren vrijdagmorgen ong. 9 uur, bril met doos, tussen school en even voorbij de molen te St. Laurens. Terug te bezor gen bij L. Hollebrandse, Noordweg 261, St. Lau rens. Actieve agenten ge vraagd voor de verkoop van tuin-, bloem- en land- bouwzaden. Hoge provisie. Voor geheel Zeeland. Brieven onder no. A 4997 bur. van dit blad te Goes Leer vlug en voordelig autorijden bij autorijschool „Van Zweeden", tel. 01188 -370, Domburg. Erk. en ge- dipl. door F.N.O.P. Gratis gehaald en thuisgebracht Antieke meubelen te koop gevraagd, o.a. kabi netten, gebogen bureaus, kisten, tafels e.d Kan ook ingeruild worden voor nieuwe meubelen - A J v. d. Sanden. Wouwsestraat 12, Bergen op Zoom. Telef 1067 Dames!! Bontjasjes kort en lang, v.a. f2,p. week. Onze coupeur bezoekt met kollektie aan huis. Strikte geheimhouding. Br. onder no. A 4996 bur. v. d. blad Goes PERSONEEL GEVR.: Terstond gevraagd: huishoudster bij bejaard echtpaar, waarvan de vrouw hulpbehoevend is. Bij A. Poppe, adres W. Poppe, Meliskerke, tel. K 1186-348. AXEL Chr. Ulo, 5-mansschool, nieuw gebouw (dicht bij Belg. grens) Gevraagd: ONDERWIJZER (ES) bevoegd of in staat tot het geven van Frans. Ook jonge coll. met studielust zijn welkom. Woning van vertrekkende voor opv. besch. Verpl. k. besluit van toep. Soli, en inf. aan het H. d. S„ B. TEUNISSEN, Singelweg 4 B, tel. 515

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1957 | | pagina 7