KUNST EN TIJD
RUSSISCHE JEUGD WIL HET
ISOLEMENT DOORBREKEN
Let boel?
vavi
Vragen, al maar vragen over de vrije wereld
Verzet tegen bemoeizucht
communistische partij
van
K-K-K-K-K-K-K
Adverteren doet verkopen
KABOUTERS
ZEEUWSCH DAGBLAD
Illegale blaadjes
en muurkranten
Domme propaganda
Gewone jongens
en meisjes
Besmet2orgenkind
Met 100.000 jongeren
op het Rode Plein (4)
Overwinning
Illegale krantjes
Storm op Texel
Verkiezingen en bier
Uit de wereld
Kabouters
DOEN HET
Zaterdag 14 september 1957
Pagina 7
DE KUNSTENAAR heeft een apart
talent.
Hij is in staat, in woorden, in dicht,
in klank, in beeld hetzij in de vorm
van beeldhouwwerk, hetzij als schil
derij, hetzij ook door het gebruik van
instrumenten uit te beelden, wat zijn
ogen zien. Zijn geest, zijn gehoor, zijn
andere organen zijn gevoelig, om die
indrukken op te vangen, die voor de
uitbeelding nodig zijn en ze dan weer
te geven.
God heeft hem zo geschapen.
Wat hij in dit opzicht meer heeft
dan andere mensen, is een gave Gods.
Wat hij daardoor zijn medemensen
biedt, mag ook als gave Gods geno
ten worden.
Dat de mensen, wat door kunste
naars in de loop der eeuwen gescha-
jpen is, bewaren wij hebben er
vroeger al eens op gewezen, hoe door
oorlogen en allerlei andere omstan
digheden toch nog veel is verloren
gegaan dat ze het conserveren, op
dat het ook aan komende geslachten
kan overgegeven worden, is een plicht,
welke zij tegenover deze gaven Gods
hebben.
Nu speelt daarbij een bijzondere
moeilijkheid een rol.
JUIST DOOR ZIJN GEVOELIGE
FIGUUR schuilt er in de kunstenaar,
zeker in de groten onder hen, ook
iets profetisch. De ware kunstenaar
is meermalen zijn tijd vooruit, 'zoals
men dan zegt. Dat brengt mee, dat
de eigentijdse kunst vaak de minste
waardering vindt.
Men zegt wel eens het is in feite
dezelfde constatering: een kunstenaar
wordt pas na zijn dood gewaardeerd.
Het gaat niet in alle gevallen op, maar
wie zo de lijst van onze grote kun
stenaars nagaat, vindt daarop menige
naam, waarvoor de grote waardering
pas tijden na zijn dood gekomen is.
Men begrijpt de kunstenaar vaak
niet. En daarom waardeert men zijn
produkt niet. Pas door de langduri
ger ervaring met zijn werk komt de
waardering, die het feitelijk van het
begin af verdiend had.
Hierbij speelt ook een andere fac
tor een rol.
Niet alles, wat in een tijd als kunst
gepresenteerd wordt, heeft de hoge
kunstwaarde. Er zijn er ook, die als
kunstenaar aangediend worden, of
fcichzelf aandienen, die dat niet zijn.
Hier kunnen allerlei factoren, ook 'n
peker snobisme, aanstellerige nadoene-
rij, een rol spelen.
ALS DE TIJD VOORTSCHRIJDT,
werkt die als het ware als een zeef.
Waarom kunnen wij de oudere
kunstwerken vaak het hoogst waar
deren? En dat niet alleen in geld,
Jnaar waarlijk, omdat ze ons een
Schoonheidservaring geven? Omdat de
zeef van de tijd heeft doen verdwij
nen stellig ook veel goede en scho
ne dingen maar ook, wat het be
waren in feite niet waard was. Het
beste is overgebleven.
De eigentijdse kunst heeft die zeef
van de tijd nog niet doorstaan. Daar
in is nog rijp en groen.
DOCH NIET DAARAAN ALLEEN
is het te wijten, dat de eigentijdse
kunst niet gewaardeerd wordt.
Er is nog iets anders.
Wij zijn allen produkten van onze
opvoeding. In feite scheuren we ons
nimmer geheel los van de indrukken,
Sie we in onze jeugd gekregen heb
ben, van wat we toen als schoon en
goed hebben leren kennen. Het klinkt
misschien vreemd, maar met name de
ouderen zijn nooit volledig kinderen
van htm tijd. In hen is altijd een zeker
heimwee hoe vaak wordt het ook
Uitgesproken naar: vroeger.
Hier zijn we feitelijk aangekomen,
waar we vorige week eindigden, toen
we schreven over de spanning tussen
oud en jong in de gezinnen, over het
generatieconflict, zoals dat dan wel
tenoemd wordt, met betrekking tot
e muziek.
Wij zetten hierbij voorop, dat wij
persoonlijk de nieuwe vormen van de
inuziek, zowel van de serieuze als van
de ontspanningsmuziek, niet kunnen
waarderen. Ze komen meestal over
ons als een onbegrepen cacafonie van
geluiden. Voor jazz en al wat daar
mee verwant is, gebruiken wij wel
de aanduiding: georganiseerde herrie.
Op dit punt zijn we dus ongetwij
feld als de meeste ouderen.
TOCH ZIJN ER ALTIJD twee over
wegingen, die ons remmen, als we
tot een absolute veroordeling zouden
dreigen te komen van de vele jonge
nen, die deze vormen van muziek
(soms overdreven) aantrekkelijk vin
den.
De eerste is geput uit een aanwij
zing in onze jeugd, dat de muziek van
fetrauss geen behoorlijke muziek was.
Het was de moderne dansmuziek van
onze jonge tijd, toen de ontwikkeling
nog zoveel langzamer ging dan in het
huidig tijdsgewricht. En ze werd, met
name in onze kringen, afgewezen.
Wie zal dat nu nog doen? Zal
iemand uit die overweging het lied
Van „die schone blaue Donau" af
zetten, als het over de radio in ons
nuis komt?
De tweede overweging is vrucht
van een andere ervaring.
Wij liepen eens met een journalist,
die ook grote naam had als kenner
van de moderne muziek door een fa
briek. De stoom siste, de machines
ratelden, kortom, daar was het geluid
van de moderne tijd.
Toen zei die collega ons: dat nu in
muziek vast te leggen, is de begeerte
van de moderne kunstenaar.
Het is ons altijd bijgebleven.
ER WAS EEN TIJD het klinkt
inderdaad als een sprookje dat de
mensen genieten konden van het rui
sen van het riet, van het kabbelen van
een beekje, van het klateren van een
waterval.
Zeker, ze zijn er nog. En er zijn er
nog, die ervan kunnen genieten.
Maar we leven niet meer in de tijd,
waarvoor die ervaring, waarvoor de
pastorale, het herderslied de type
ring is.
De polsslag, het rytme van onze
tijd is heel anders.
Is het nu niet begrijpelijk het
geldt voor de muziek, maar ook voor
andere kunstuitingen dat de hui
dige kunstenaar in zijn scheppingen
Iets neerlegt, dat totaal afwijkt van
die oudere kunst?
Het is immers zijn bijzonder ver
mogen, dat rytme van zijn tijd vast
Nieuwsgierige Russische meisjes bij de trein in Minsk
(Van één onzer redacteuren)
„Is het waar, dat uw kranten de communisten dieren noemen?"
„Hoeveel partijen zijn er in uw land en hoe groot is de communistische
partij?" „Is het waar, dat alle Amerikaanse arbeiders een eigen auto
hebben en soms wel twee?" „Is het waar, dat zij allemaal In een
mooie villa wonen met twee badkamers en een automatische keuken?"
„Mogen de kranten, als ze dat willen, president Eisenhower zomaar
een man, die niet goed regeren kan, noemen?" Ziehier een paar van
de vele typische vragen, die de Sowjetjongeren stelden aan de buiten
landse deelnemers aan het wereld jeugdfesti val in Moskou. Als énorme
zwermen muskieten kwamen zij 's avonds naar het Rode Plein (het
centrale verzamelpunt), of naar de hotels, om de 30.000 jongens en
meisjes uit alle delen van de wereld hun vragen te stellen of te laten
stellen door een Duits of Engels sprekende student, die er altijd wel
in de buurt was. En al deze vragen, het moeten er talloos vele geweest
zijn, spraken maar één taal, de taal van een hartstochtelijk verlangen,
om te weten, hoe het leven in niet-communistische landen in werke
lijkheid is
Het was kenmerkend, dat bijna alle
vragen, die mij door Russische jongeren
gesteld zijn, direct of indirect betrek
king hadden op 1. het meer-partjjen-
stelsel in niet-communistische landen;
2. de persoonlijke vrijheid en de vrije
meningsuiting, in het bijzonder met be
trekking tot het maken van propaganda
tegen de regering; 3. de meningen over
het communisme en 4. de welvaart in
de Verenigde Staten.
De aard dezer vragen was een duide
lijk bewijs van de begeerte der Sowjet-
jongeren, om het isolement, waarin zij
ten opzichte van de „vijandige" wereld
moeten leven, te doorbreken.
Reeds als baby werden ze tot dit ge-
isoleerde leven opgevoed, in een cresh,
als vader en moeder werkten. Ook op
school, van kleuterklas tot universiteit,
laat de partij geen gelegenheid voorbij
gaan, om hen te overtuigen van de
marxistische en leninistische beginselen,
evenals op de „club van jonge pioniers",
die de kinderen van 8 tot 14 jaar schoolt
voor de komsomol, de jeugdpartij. Zelfs
op hun sport- en hobbyclubs verschijnen
regelmatig de partijfunctionarissen, om
hen te onderwijzen in de leer van het
communisme. De jongeren kunnen alleen
maar communistische kranten en boe
ken lezen, radio-uitzendingen en toe
spraken horen, films en toneelstukken
zien, die vol zijn van verheerlijking van
het communisme en de arbeid. Geen
enkel facet is er in hun jonge leven,
waarmee de partij zich niet bemoeit, tot
zelfs met de liefde toe, het meest ingrij
pende gebeuren in het leven van een
jongere. De partij veroordeelt „roman
tische gevoelens" en eist van de jeugd,
dat de liefde zich richt „naar de arbeid
en naar de opvattingen van de commu
nistische gemeenschap". Als een commu
nistische jongeman verliefd wordt op
een niet-communistisch meisje, dan
„moet hij haar naar het clubhuis van de
jeugdorganisatie brengen en niet met
haar gaan wandelen", want „de liefde
te leggen. En onze jeugd die veel meer
dan wij die polsslag van onze tijd
dagelijks ervaart en doorleeft, die
daarbij groot wordt, die geen heuge
nis heeft aan die veel meer pastorale
tijd van weleer, zal die kunst hoger
waarderen dan wij.
Zeker, ook zij zal daarbij niet altijd
direct kunnen komen tot de onder
scheiding tussen wat vals en wat echt
is in die kunst. Maar wij moeten, als
dan dat generatieconflict optreedt, als
er die spanning dreigt in onze gezin
nen, pogen, die jeugd toch te ver
staan. Haar niet zonder meer afkeu
ren en als het ware ledig heen
zenden.
Het is dan vooral de moeilijke taak,
die wij hebben, hen, indien nodig, te
geleiden, opdat ze tot zuivere kunst
waardering komen.
Zij moeten de kunst, in al haar
uitingen, leren zien als een gave Gods,
als één der schone dingen, die God
de mens gaf, opdat hij daardoor van
Hem en tot Hem en tot anderen over
Hem zou kunnen spreken.
kan alleen in de gemeenschap der com
munistische jeugd echt en veilig opbloe
ien".
Nog niet lang geleden schreef M. A.
Khatchev in „Komsomolskaja Prawda",
het orgaan van de Sowjetjeugd, over de
liefde in „kapitalistische" landen o.m.:
de mannen, hakend naar economische
en materiële voordelen, die het huwelijk
hen in uitzicht stelt, gebukt onder de
last van hun wrede burgerlijke moraal,
zijn in het huwelijk bereid tot elke laag
heid, zelfs tot misdaden en zij maken
van hun vrouwen angstige schepselen,
die niets anders weten en niets anders
kunnen dan haar echtgenoten vermaken
en dienen". Over de liefde in de Sowjet-
Unie schreef hij: „In de Sowjet-Unie is
de liefde niet een subjectief gevoel, maar
het objectieve bewustzijn van gemeen
schappelijke aspiraties en verlangens,
die één zijn met het Sowjetpatriottisme,
met het verlangen, om alle krachten te
wijden aan de grote zaak van Lenin.
Ook is zij een verbazingwekkende prik
kel tot produktieverhoging" en hier
haalde hij een voorbeeld aan van een
jongeman, die Katia gevraagd had wat
met hem te wandelen. „Katia stemde
toe en de volgende dag deed hij op de
werf driemaal zoveel werk als an
ders"
Deze en veel meer van dergelijke dom
me propaganda, waarover elk normaal
denkend mens in lachen uitbarst, moet
op de Russische jeugd een averechtse
buitenlanders naar binnen, maar geen
Russen zonder „geleide" naar buiten
kunnen.
Maar de Sowjetleiders, die zo ge
schrokken zijn van „Hongarije", moeten
niet minder ontsteld zijn door wat er in
het eigen land gebeurde. Het bleek al
gauw, dat hun pupillen helemaal niet de
„ideaalkinderen" zijn, die het regiem
dacht te kunnen kweken. De pogingen,
om een „nieuwe mens" te scheppen, ble
ken ondanks veertig jaar van intensieve
propaganda en „indoctrinatie" mislukt.
De „ideaalkinderen" bleken heel gewone
jongens en meisjes te zijn, met een nor
maal kritisch vermogen, ook ten aan
zien van alles, wat het communisme van
's morgens vroeg tot 's avonds laat over
hun hoofden uitstort.
En inmiddels is het „onheil" geschied.
Het gerammel van de ideologische ke
tens, waarmee het partijapparaat zijn
jongens en meisjes omstrengelt, heeft
zo'n luidruchtige omvang genomen, dat
de Sowjetpers er niet meer over kan
zwijgen. De Russische bladen waarschu
wen de jeugd de laatste tijd herhaalde
lijk voor „besmetting met westerse in
vloeden en ideeën", ze spreken in hittere
termen van „totale onverschilligheid en
zelfs weerzin voor het communisme by
een deel der jeugd" en van „onbegrijpe
lijke ideologische luiheid". De pers is een
actie begonnen tegen het toenemend
aantal „stiljagi's", die men het best zou
kunnen vergelijken met onze „nozems"
of met de Parjjse „zazous" en staatspre
sident Klementl Worosjilof sprak on
langs van „ondankbare lummels, die
voor de enorme veroveringen van de re
volutie niet het minste respect hebben".
De Russische jeugd biykt een zorgen
kind te zijn, een „besmet" zorgenkind!
Onder de ontwikkelde en denkende
jongeren in de Sowjet-Unie hebben zich
de laatste tijd twee geestelijke stromin-
gen afgetekend: enerzijds is er een stre
ven naar terugkeer tot het oorspronke
lijke Leninisme en anderzijds Is er een
weliswaar tastend, maar bewust zoeken
naar een geheel nieuwe, een meer per-
soonlijke-geestelijke basis.
Een uitermate belangrijke ontwikke
ling daarvan is, dat de jeugd zich, biy-
kens berichten en artikelen in o.m. de
„Komsomolskaja Prawda", het dagblad
van de jeugdpartij, geleldeiyk aan af
keert van de verplichte eisen van een
politieke vorming In de komsomol. On
langs schreef dit blad: „De komsomol-
organisaties op het platteland staan op
non-actief en vallen stuk voor stuk uit
een en in de steden organiseert de jeugd
dikwijls vrye groepen ter bestudering
van literatuur of kunst. De gevallen, dat
jongeren zich afwenden van de commu
nistische beginselen, nemen toe. Men
heeft er genoeg van, velen kunnen deze
niets meer geven".
De „Jonge Kommunist" schreef: „Bij
ons zijn nog jonge mensen, waaronder
ook leden van de komsomol, die zich
overgeven aan demagogie, aan burger
lijke propaganda en die geloven in fa
beltjes van persoonlijke vrijheid in een
burgerlijke maatschappij, aan volkskapi-
talisme en aan democratisch socialisme.
Soms worden zij zelfs de verspreiders
van dergelijke fabeltjes".
Zoals altijd in een strijd tegen geeste
lijke onderdrukking, gaan ook hier de
kunstenaars en de studenten voorop.
Het zijn vooral de jonge Russische schrij
vers en dichters, die zich verzetten te
gen de verregaande bemoeizucht van
de party en in tal van bijeenkomsten,
gesteund door het applaus van al of niet
met opzet verzamelde jongeren, protest
't Valt niet mee, om de jeugd in bedwang te houden
uitwerking gehad hebben met het onver
mijdelijke gevolg, dat de jongeren elke
kans, om zich een beetje los te werken
uit de knellende vangarmen van 's we
relds grootste bemoeial, direct zouden
aangrijpen. Na de dood van Stalin heb
ben de nieuwe partijleiders hen zulk een
kans gegeven. Wellicht in de verwach
ting, dat het volk voldoende „gevormd"
zou zijn, lieten zij de teugels wat vieren
en in het besef, dat een volk van 119
miljoen zielen onmogelijk blijvend van
de rest van de wereld kan worden afge
sloten, werd de deur naar buiten op een
kiertje gezet, waardoor overigens wel
aantekenen tegen de eis, dat al hun
werk gebaseerd moet zijn op het „socia
listisch realisme" (alle andere stromin
gen worden als politiek schadelijk be
schouwd) en die een voor elke echte
kunstenaar onverdraagzame domper zet
op zijn scheppingsdrang. Opvallend is in
dit verband ook, dat de beeldende kun
stenaars in de Sowjet-Unie een zeer gro
te belangstelling aan de dag leggen
voor het impressionisme.
De „Literatoernaja Gazeta" schreef: „In
de werken van sommige jeugdige schrij
vers zijn tendenties merkbaar, die het
prediken van een algemeen menselijke
en zelfs Christelijke moraal beogen".
Volgens ditzelfde blad heeft de jonge
schrijver W. Doedintsew in het openbaar
geëist, dat er een eind komt aan de
propagandaleuzen van de partij. Het is
deze schrijver, die verleden jaar in het
maandblad „Nowi Mir" (Nieuwe vrede)
enkele afleveringen publiceerde van zijn
manuscript „Niet van brood alleen",
waarin hij van leer trekt tegen de bu
reaucratie en aantoont, dat het schep
pend initiatief, de wil en de geestelijke
onafhankelijkheid van de mens zich al
tijd zullen verzetten tegen bureaucratie
en propaganda van een staatsapparaat.
De publikaties verwekten een enorme
deining en Doedintsew werd in tal van
literaire tijdschriften heftig aangevallen.
Maar tijdens een serie vergaderingen in
het „Huis van de Literator" CWorows-
kistraat) in Moskou, kregen de partij
functionarissen nauwelijks reactie en
z-, die Doedintsew verdedigden, ontvin
gen oorverdovend applaus. Dit alles re
sulteerde in een enorme overwinning
van de jeugd op de partij: korte tijd la
ter werd aangekondigd, dat het manu
script in boekvorm zou worden uitgege
ven, hetgeen oorspronkelijk door de jon
geren was geëist, maar aan welke eis de
partij niet had willen toegeven.
Karakteristiek voor het hedendaagse
studentenleven in de Sowjet-Unie zijn
debatten over principiële ideologische
onderwerpen, waarbij openlijke kritiek
de partij niet wordt bespaard. De „Kom
somolskaja Prawda" verhaalde onlangs,
hoe de student-dichter Charabarov het
in het openbaar had aangedurfd, de
„party bureaucraten verschrikkelijke,
ijzerharde mensen, die mij willen dwin
gen" te noemen. Onder de studenten cir
culeren tal van illegale, met de hand ge
schreven geschriften, o.a.: „Ketterij",
„Nieuwe Geluiden", Blauwe Knoop",
„Nieuwe Stemmen" en „Vijgeblad" ge
heten, waarin, aldus 't dagblad van de
jeugdpartij, „nihilistische standpunten
worden verdedigd en het socialistisch
realisme op onverantwoorde wijze aan
gevallen wordt", met name in „Nieuwe
Stemmen" van de studenten in Lenin
grad. Ook maken de studenten gebruik
van muurkrantjes. Volgens „Trud" zijn
in muurkranten aan de universiteiten
van Moskou, Leningrad en Kiev „grove
uitvallen jegens de communistische ideo
logie gedaan". Aan de muren van de be
roemde Lomonosov-universiteit (18.000
studenten) in Moskou verschijnt zo nu
en dan een krantje, „Tribune" geheten,
waarin onlangs de Sowjetleiders zelfs
verweten werd „niet alles" over de ge
beurtenissen in Hongarije te hebben ver
teld.
De officiële Sowjetpers doet alle moei
te, om de stroom van kritiek, die voort
durend in omvahg toeneemt en die steeds
gedurfder wordt, in te dammen. En stel
lig zal er binnen niet al te lange tijd een
moment komen, waarop het de partijlei
ders te gek wordt en ze zullen decrete
ren; tot hiertoe en niet verder. Maar een
weg terug is er niet, uitgezonderd de
weg terug naar de terreur van het Sta
linistisch tijdperk. Tot nu toe gaat de
jeugd door zolang het haar mogelijk
wordt gemaakt, zich voorzichtig te ont
trekken aan de alles omvattende be
moeizucht van de partij. jongeren
vragen zich af, of de pers en de radio,
die hen al zo dikwijls hebben bedrogen,
door zwart te maken wat eens wit waa
en wit te maken wat eens zwart was,
hen ook niet bedriegt in de voorlichting
over de „oorlogsvoorbereidende, laaghar
tige en stinkende hyena's van het impe
rialistische kapitalisme". Met andere
woorden; zij wensen niet langer onkun
dig te worden gehouden omtrent het
werkelijke leven In de niet-communisti
sche landen. Zij wensen het recht van
VTije meningsuiting. Z\j wensen de vrij
heid, waarvan ze de laatste jaren einde
lijk Iets hebben geproefd!
In het volgende artikel:
Gesprek met Natsjnina
Harde wind en hoog water heb
ben velen op Texel narigheid be
zorgd. Een exploitant van strand
huisjes zag zijn bezit door wilde
viagen bedreigd: De fundamenten
onder de huisjes werden finaal
weggespoeld.
De partij van kanselier Adenauer
heeft op de laatste dag van de ver
kiezingscampagne de volgende verkie
zingsleuze gelanceerd: „In 1949 dronk
iedere Duitser slechts 29,42 liter bier
per jaar. In 1956 kon hij 71,28 liter
verbruiken. Om deze vooruitgang
voort te zetten, stemt Christen-De
mocratisch".
Het bittere kruid, Marga Minco,
Op sobere en daardoor wel zeer aan
grijpende wijze vertelt Marga Minco in
dit boekje (Ooievaar-serie) over het le
ven van een Joodse familie tijdens de
Duitse bezetting van ons land. De vader
van dit gezin blijft hopen dat de nazi's
menselijkheid zullen kennen. Hij heeft
zich vergist, zoals zovelen dat hebben
gedaan. In onopgesmukete taal geschre
ven boeit dit boek, ondanks tragiek en
afgrijzen. Jongeren van 18-20 jaar moe
ten vooral dit relaas eens lezen.
TE KOOP:
mm Amerikaans eiken huis
orgel. Modern model, 2
spel, 11 reg. f250,
J. Murre, N. W. K.weg 39,
Nieuwdorp.
Red I hennen.
L. SCHOUT, Vebenabös
44, Koudekerke, tel. 309-
K 1185.
DIVERSEN
Aangeboden: Standard
Vangard stationwagen
f 1000. Garage De Muynck,
P. Krugerstr. 209, Vlissin-
gen, tel. 2008.
Delfts Blauwe reclame
artikelen, asbakken, vaas
jes, borden etc. met firma
naam enz. Offerte wordt
gaarne verstrekt door
Atelier Den Boer, Lange
Vorststr. 110, tel. 2663 te
Goes en Nieuwediepstr. 36,
tel. 3113, Terneuzen.
Een nieuwe OPTIMA
schrijfmachine, nu voorde
liger dan elke 2e hands
schrijfmachine. Vraagt
gratis prijscourant of de
monstratie. „OPTIMA"
Kantoormachine Import
voor Nederland. Postbus
28, Hilversum, tel. K 2950-
6789.
Orgels. Zeldzaam mooie
voorraad. Levering franco
huis. Vele jaren garantie
Reiskosten worden vergoed
Vraagt prijslijst. BOOT'S
Orgel- en Pianohandel, Bo
degraven
Ruime keuze bazuin
beeldjes, klokvazen, wek
kerketting, wekkerge
wichten, jaargetijden,
schuifplaten met vadertje
Tijd en andere.
Fa. J. MALJERS, Korte
Noordstr. 38, Middelburg.
mm Elke donderdag en za
terdag demonstreren wij
met een uitgebreide sor
tering petroleumkachels.
F. J. VAN AARTSEN,
Pottenmarkt, Middelburg.
Verloren vrijdagmorgen
ong. 9 uur, bril met doos,
tussen school en even
voorbij de molen te St.
Laurens. Terug te bezor
gen bij L. Hollebrandse,
Noordweg 261, St. Lau
rens.
Actieve agenten ge
vraagd voor de verkoop
van tuin-, bloem- en land-
bouwzaden. Hoge provisie.
Voor geheel Zeeland.
Brieven onder no. A 4997
bur. van dit blad te Goes
Leer vlug en voordelig
autorijden bij autorijschool
„Van Zweeden", tel. 01188
-370, Domburg. Erk. en ge-
dipl. door F.N.O.P. Gratis
gehaald en thuisgebracht
Antieke meubelen te
koop gevraagd, o.a. kabi
netten, gebogen bureaus,
kisten, tafels e.d Kan ook
ingeruild worden voor
nieuwe meubelen - A J
v. d. Sanden. Wouwsestraat
12, Bergen op Zoom. Telef
1067
Dames!! Bontjasjes kort
en lang, v.a. f2,p. week.
Onze coupeur bezoekt
met kollektie aan huis.
Strikte geheimhouding. Br.
onder no. A 4996 bur. v. d.
blad Goes
PERSONEEL GEVR.:
Terstond gevraagd:
huishoudster bij bejaard
echtpaar, waarvan de
vrouw hulpbehoevend is.
Bij A. Poppe, adres W.
Poppe, Meliskerke, tel. K
1186-348.
AXEL
Chr. Ulo, 5-mansschool,
nieuw gebouw (dicht bij
Belg. grens)
Gevraagd:
ONDERWIJZER (ES)
bevoegd of in staat tot
het geven van Frans. Ook
jonge coll. met studielust
zijn welkom. Woning van
vertrekkende voor opv.
besch. Verpl. k. besluit
van toep. Soli, en inf.
aan het H. d. S„
B. TEUNISSEN,
Singelweg 4 B, tel. 515