Resultaat van expeditie: stuk
hout en enkele foto's
J
Houtresten gevonden in krater
van Araratgebergte
VRAGENROND DE OPVOEDING
VAN PRINS CHARLES
mrnm.
Petste
Pelle
Pingo
Auto in Noordhollands
kanaal gereden
UIT DE KERKEN
OP ZOEK NAAR DE ARK VAN NOACH
Vrijzinnigheid I
Vrijzinnigheid II
U kunt preken
Troonopvolger naar een „gewone^ school
■R ff» I
De vrolijke
avonturen
van
en
Banden met het
voorgeslacht
De oude rijm
Ben „èle zwaere
Moeder en
dochtertje
verdronken
Maandag 19 augustus 1957
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 5
Enkele jaren geleden rustte de Franse ontdekkingsreiziger Fernand
Navarra een expeditie uit naar het gebergte Ararat, met het doel dé
overblijfselen van de ark van Noach te ontdekken. Samen met enkele
vrienden bereikte hij een hoogte van 4850 meter, waar hij in een
kratermeer de omtrekken van wat op een schip leek zag liggen en
fotografeerde. Hij moest toen echter onver richter zake terugkeren door
tegenwerking van de Turken. In 1955 ging Navarra nu samen met
zijn zoon opnieuw op onderzoek uit, zonder Turken, op een clandes
tiene expeditie. Hij slaagde erin om dichter bij de plaats te komen
waar hij een vorige maal de omtrekken van een schip had waarge
nomen en bracht een stuk hout van ongeveer 1.50 m. lengte naar
boven. Dit stuk hout moest naar zijn mening van de ark afkomstig
zijn. Daar hij het hout niet in zijn geheel durfde meenemen, dit zou
te veel de aandacht der Turken trekken, zaagde hij een gedeelte
daarvan af, dat hij mee terugnam naar de bewoonde wereld. Het
resultaat van deze expedities die meer dan 15 miljoen Franse francs
kostten, dat is honderdvijftigduizend gulden, is dus niet meer dan
enkele foto's en een stuk hout.
We zijn geneigd om te zeggen: al'
met al weinig materiaal om aan te ne
men, dat we hier met de ark van
Noach te doen hebben.
Toch zijn er enkele dingen, die we
niet zomaal mogen voorbijgaan. Zo
bleek de „scheepvorm" in het krater-
meer een lengte te hebben van 300 el
len (vgl. Gen. 6:15). Vervolgens was
net door Navarra meegebrachte hout
met pek doordrengt (Gen. 6 14, van
binnen en van buiten met pek be-
imeerd) en het was Goferhout (Gen.
6 14).
Deze laatste feiten werden vastge
steld door een onafhankelijk van el
kaar verricht onderzoek met de zgn.
C 14 Carbontest door de universiteiten
van Parijs, Bordeaux en Madrid. Ook
gaven deze universiteiten dezelfde
ouderdom op voor het hout, het daar
mee plaatsend in de periode waarin
volgens de Schrift de zondvloed plaats
had.
Dat dit hout zo lang bewaard bleef
zonder aangetast te worden, schrijft
men toe aan vier factoren, namelijk de
houtsoort, de conserverende peklaag,
het ijs van het kratermeer en een laag
lavasintels, die het geheel luchtdicht
afsloot.
In een onderhoud, dat wij mochten
hebben met ds. Guiton uit Courbevoie,
toonde hij ons enkele stukjes van het
door Navarra meegebrachte stuk hout,
en al was het geen C 14 test, die wij
toepasten, toch braken wij een splin
ter af, hielden er een brandende luci
fer bij met het resultaat dat een pek-
vlam opvlamde.
Er komt een boek van
de pers
Ook vertelde ds. Guiton ons, dat hij
een boek persklaar heeft over de ont
dekking van Navarra. Het boek zal
heten: Bewijzen voor de universaliteit
van de zondvloed, naar aanleiding van
de recente ontdekking van de ark van
Noach. Het vinden van de ark is, al
dus ds. Guiton, het zekere bewijs, dat
de zondvloed inderdaad over de ge
hele aarde is geweest, en niet zoals
zovele geleerden willen beweren
slechts een plaatselijke grote vloed,
dan immers was het voor Noach en de
dieren en vele anderen mogelijk ge
weest om naar drooggelegen gebieden
te vluchten. Aan zijn zeer lezenswaar
dig boek, Introduction a Ia Bible (In
leiding tot de Bijbel) heeft ds. Guiton
een aanhangsel gemaakt, waarin hij
feeds enige gegevens over de ontdek
king van Navarra verwerkt.
Treffend is, dat kort geleden een
werelds blad, namelijk de Figaro II-
lustré met een artikel verscheen,
waarin op grond van verschillende ge
gevens men ook tot de algemeenheid
Van de zondvloed besloot.
Nu hebben wij noch restanten van
de ark, noch wetenschappelijke gege
vens nodig om de algemeenheid van
de zondvloed te bewijzen, wij hebben
Immers Gods eigen Woord, dat zeer
vast is en waarop wij wel doen acht
te geven.
Indien echter de ark inderdaad is
gevonden, dan zal deze vondst slechts
de wijsheid der wereld beschamen, die
In haar wijsheid God niet heeft willen
kennen, maar die Zijn Woord als een
kunstig verdichte fabel verwierp.
De Franse ontdekkingsreiziger
Fernand Navarra speurde in
het gebergte Ararat naar over
blijfselen van de ark van Noach,
Hij meent deze te hebben ont
dekt in een kratermeer en slaag
de er in een stuk hout daarvan
uit Turkije te smokkelen. Een on
zer medewerkers had over deze
ontdekking een onderhoud met ds.
Guiton uit Courbevoiedie hem
enkele stukjes hout van de ark
toonde. Hij vertelt over het een
en ander in dit boeiend artikel.
Mr. van Roggen gaat naar
Dordrecht
De president van de rechtbank te Mid
delburg mr. C. van Roggen is in gelijke
functie benoemd in Dordrecht. Zijn af
scheid is bepaald op woensdag 28 augus
tus a.s. Het is dus niet mr. P. van Empel,
die vertrekt, zoals wij in onze krant
hebben meegedeeld.
0 Op 3 september zal in Bentheim een
Duits-Nederlandse cultuurdag gehouden
worden.
Hoe moeilijk het is om over „de"
vrijzinnigheid in het algemeen te spre
ken, alsof alle vrijzinnigen gelijk zou
den denken, blijkt uit een artikel van
dr. A. de Wilde in Kerk en Wereld. Hij
concludeert daarin, dat de vrijzinnig
heid, theologisch gesproken, werkend
en worstelend is:
Als een expeditie 2ich door het oei -
woud beweegt, zijn er pioniers nodig
die het woud verkennen en doorgan
gen zoeken. Zij kunnen vastlopen op
onoverkomelijke rivieren of in moe
rassen, en moeten dan weer terug naar
de hoofdgroep. Zij zoeken echter in
andere richting en banen tenslotte we
gen. Als ik de vrijzinnigheid een ogen
blik in dit beeld mag vatten, wordt
ook duidelijk dat onder de pioneren
den nogal eens verschil van mening
zal heersen. Zo is het ook in de vrijzin
nige theologie. Van standaard-opvat
ting is geen sprake. Ik zou willen spre
ken van „schakeringen" in het vrijzin
nig christendom. Een onwelwillende
toeschouwer zou kunnen spreken van
„spraakverwarring". Ik wil zelfs niet
ontkennen dat men op vrijzinnige con
ferenties wel eens die indruk krijgt!
Alweer: het is een bewijs van de nood
wendigheid van dit soort theologise
ren, dat men ondanks de uiteenlopend
heid van opvatting toch onversaagd en
kameraadschappelijk samen verder
trekt.
Ook ds. G. W. van Tricht schrijft
over de vrijzinnigheid. Hij doet dit in
j „De Jongeman", orgaan van het C.J.
M.V. De zogenaamde „principiële" vrij
zinnigheid (loochening van alle chris
telijke heilsfeiten). wijst hij af:
Met het risico door een lezer uitge
maakt te worden voor een inquisiteur
en ketterjager zeg ik toch: we moeten
hopen, dat déze vrijzinnigheid, als ze
niet vrijwillig heengaat, spoedig tot
heengaan wordt gedwongen. Want zij
misbruikt de kansel om het evangelie
tegen te spreken en de gemeente af te
te breken.
Moet dit nu ons oordeel zijn over
„de" vrijzinnigheid?
Nee!
Er is een vrijzinnigheid, en zij
groeit, die misschien dingen zegt en
formuleert op een wijze, die ons niet
ligt en ons onjuist lijkt, maar die po
sitief Christus belijdt, zoals de kerk
dat door de eeuwen heeft gedaan.
Waarom men dan de naam „vrij
zinnig" nog handhaaft, is vaak ondui
delijk. Misschien om zich toch te wil
len onderscheiden van de hervormde
en gereformeerde orthodoxie, zoals
deze zich heeft ontwikkeld in haar
eenzijdigheden. De mooiste definitie
van het woord vrijzinnig heb ik ge
hoord van een van de vrijzinnige voor
mannen in ons land: „Vrijzinnigheid
betekent voor mij de vrijheid om terug
te keren tot het dogma van de kerk".
Op déze vrijzinnigheid moeten we
hopen. Niet één, die alleen maar nee
zegt. Ook niet een, die het vroeg of
laat braaf eens zal worden met de me
ningen der orthodoxen. Maar een, die
waarlijk vrij is om terug te keren tot
het dogma der kerk.
Ds. F. C. Meyster vertelt in het ge
reformeerde weekblad „De Bazuin"
over de wekelijkse zorg van veel do
minees om een preek te moeten maken
en het niet te kunnen. Toch denken
veel mensen, dat dominees de preken
maar uit hun mouw schudden. Ziehier
een illustratie ervan:
Jaren geleden had een predikant op
zijn aangiftebiljet voor de inkomsten
belasting een bescheiden bedrag voor
aangekochte theologische boeken in
mindering van zijn belastbaar inkomen
opgegeven, en hij kon de juistheid
daarvan staven met gequiteerde reke
ningen van zijn boekhandelaar.
Hij ontving daarop een uitnodiging
om bij de inspecteur der belastingen te
komen. Dit heer nu was „liberaal", en
hij had blijkbaar van preken evenveel
Toen dit artikel reeds opgemaakt
was kwam liet bericht dat Prins
Charles met ingang van het nieuwe
schooljaar naar Cheam, een exclu
sieve kostschool in Headly, een
plaatsje op de grens van het graaf
schap Pen Berkshire en Hampshire
gaat. De foto geeft een beeld van
Cheam, een van de duurste kostscho
len van Engeland.
„ARME PRINS CHARLES, arm
koninklijk kind, ongelukkig klein
experimenteel wezen", heeft de
invloedrijke „New Chronicle"
Prins Charles, de enige zoon en
de vermoedelijke troonopvolger
van Koningin Elisabeth van En
geland genoemd. Straks wordt hij
negen jaar en dan moet er beslist
worden over de vraag, wie hem
opvoeden zal. Maar bij Prins Char
les is dat niet zo gemakkelijk als
bij een gewone jongen en daarom
noemde de „News Chronicle" hem
een ongelukkig kind. Want over
de opvoeding van een troonopvol
ger beslist niet de vader alleen en
zelfs niet de moeder ook al is
zij Koningin van het Verenigd
Koninkrijk.
De hele Britse pers is zich met dit
vraagstuk gaan. bemoeien en het is
niet uitgesloten, dat MacMillan over
deze zaak vragen in het parlement zal
moeten beantwoorden.
Gewone school
Nog geen jaar geleden heeft vader
Prins Philip, Hertog van Edinburgh
en gemaal van Hare Majesteit, be
slist dat Prins Charles een gewone
school zou volgen en hij heeft zijn
wil doorgezet. De achtjarige jongen
werd iedere morgen van Bucking
ham Palace naar school gereden en
hij kwam daar elke avond terug, met
zijn schooltas onder de arm, net zo
als alle andere Engelse kinderen. De
school is echter niet helemaal „ge
woon", want alleen zonen van Lords,
Earls en andere Britse edellieden
worden er toegelaten. Het schoolpro
bleem doet zich nu opnieuw voor,
omdat de onderwijsinstelling waar
Prins Charles enkele maanden ver
bleef, geen leerlingen heeft die
.ouder dan acht jaar zijn.
Lord Altrincham
De veelbesproken 33-jarige Lord Al
trincham heeft, zoals bekend, geschre
ven, dat het hele Hof nog in de negen
tiende eeuw leeft. Het krantenartikel
van de Lord heeft vooral een groot
schandaal uitgelokt, omdat hij ook Ko
ningin Elisabeth niet spaarde met zijn
kritiek en haar een „niet eens zeer
goede debutante" noemde.
De Lord stelt voor, Prins Charles
een opvoeding te geven, die niet af
wijkt van die van de doorsnee Britse
schooljongen. Waarom zou de Prins
niet naar een gewone school gaan,
waar hij 's morgens een melkpapje
krijgt en 's middags een beker thee?
zo vraagt Lord Altrincham zich af.
De Lord, die als woordvoerder van
de „Jonge Conservatieven" wordt be
schouwd, en o.m. zijn zetel in het Ho
gerhuis weigerde, omdat het Huis vol
gens hem „beter afgebroken kan wor
den", die de regeringspolitiek stelsel
matig afkeurt en er zeer linkse denk
beelden op nahoudt, verlangt ook, dat
er bij de Hofhouding mensen van alle
rangen en standen worden betrokken
inplaats van uitsluitend vertegenwoor
digers van een bepaalde „kaste".
Doodgewoon
De opvoeding van Prins Charles zou
volgens hem het meest gediend zijn,
door hem in contact te brengen met
alle lagen van de bevolking. Evenals
de Lord, vinden verschillende Londen-
se kranten, dat het er niets toe doet
hoe de Prins de wetgeving, het reke
nen en de natuurkunde leert. Die vak
ken mogen hem gerust door een privé-
gouverneur worden onderwezen. Maar
een „doodgewone" school zou bijzon
der nuttig zijn voor het contact met de
mensen van zijn land.
Wie zal uiteindelijk belast worden
met de opvoeding van de Prins? Het
Hof wordt thans, na het artikel van
Lord Altrincham, door velen niet in
staat geacht om de verantwoordelijk
heid voor deze zware taak op zich te
nemen. Want het Hof bestaat uit „de
vriendjes" en Prins Charles moet het
hele land leren kennen. De Koningin
is een goede moeder, maar men vreest
dat zij te zwak is om aan het „Hof'
het hoofd te bieden en het Is moeilijk
om een schoolmeester te kiezen.
iSiïi
M. 'ZM
Prins Philip
Dan is Prins Philip, de sportieve
prins-gemaal, er natuurlijk ook nog.
Hij wordt als het vooruitstrevende ele
ment aan het Hof beschouwd en hij
staat bekend als de man, die al dik
wijls met tradities heeft gebroken en
die Prins Charles in ieder geval al één
keer naar een school met andere kin
deren heeft gestuurd, ook al waren die
kinderen dan allemaal kleine Lords.
Het was ook Prins Philip die eiste,
dat er tenminste één kamer in het ont
zaglijke Buckingham Palace „bewoon
baar" moest worden gemaakt en die
zelf zeer moderne meubelen kocht, om
deze speciale familiezitkamer in te
richten. Men kan er van op aan, dat
de hele bevolking de keuze zal goed
keuren, als Prins Philip beslist over de
toekomstige school van Prins Charles,
Hertog van Cornwall en vermoedelijk
107) Nu hebben we toch zeker
wel voldoende toevoerleidingen
naar de schoorsteen gemaakt, is
het niet zeerob?
Geweldig zeg, nu krijgen we
echte rook uit de schoorsteen, pre
cies zo als op de tekening. Maar
hoe kunnen we de motor nu eigen
lijk draaiend houden?
Dat is heel eenvoudig, men
doet wat water bij de benzine en
dan blijft de motor vanzelf wel
lopen.
troonopvolger. En daarom vragen de
populaire bladen nu, of Prins Philip
door de keuze van een school voor
Charles een definitieve breuk met het
verleden wil doorvoeren om de knaap
een „gelukkige" jeugd te geven.
KRUININGEN
Mooi succes. De W.S.V. Kruiningen
nam deel aan de wandeltochten, georga
niseerd door de vereniging B.A.B. te
Gorkum. Zij behaalde op de afstanden
over 25 en 10 km resp. een 2e en 4e prijs.
Zeker een mooi succes voor de Krui-
ningse wandelaars.
verstand als een Hollandse koe van
Spaans.
„Dominee", zei hij, „ik ga met uw
opgave niet akkoord, namelijk wat die
boeken betreft. En ik zal u zeggen
waarom niet. U is opgeleid voor predi
kant, u hebt uw studie voltooid en u
kunt preken. Maar nu wilt u mooier pre
ken dan uw collega's, en daarom hebt
u zich die lectuur aangeschaft, om
daaruit te putten. Dit uw streven om
boven anderen uit te blinken moet u
zelf verantwoorden, maar u houdt mij
ten goede, dat ik deze geste niet ten
laste laat komen van de schatkist des
rijks; daarom heb ik deze post ge
schrapt, die moet u voor eigen reke
ning nemen.
En wat ook de dominee als argu
menten aanvoerde, het refrein van de 1
inspecteur luidde steeds: neen, u kunt
preken, en dat is genoeg. Daarmee kon
de predikant naar huis gaan.
kunt preken" ach, zei de te
leurgestelde pastor die deze ervaring
bij de inspecteur vertelde, ik wilde
dat die man gelijk had, en dat ik kón
preken, omdat mijn opleiding voltooid
was, maar ik vind het zo vreselijk
moeilijk, en ik heb vaak het moede
loos makende gevoel dat ik het niet
kan.
De hervormde predikant van Maas
dijk, H. W. Lovink, geeft in „De Zon
dagsbode" van het Westland vakantie-
indrukken uit de Gelderse Achterhoek.
Wij knippen er onderstaand gedeelte
uit:
Ik ga, als ik ergens kom waar een
kerk staat, graag eens binnenlopen. Zo
ben ik ook in Silvolde in de hervorm
de kerk geweest, waar mijn vader in
1866 gedoopt is en waar mijn groot
ouders geregeld heen gingen. Ik zette
mij neder in het oude kerkje op de
eenvoudige bank en dacht een wijle
aan het verleden. Ik zag ze daar zitten,
die beide grootouders in hun zwarte
kledij, zoals toen algemeen in de mo
de was. Wat een jaren zijn daar over
heen gegaan en nu ben ik zelf al groot
vader. Hoe gevoelde ik in dit stille
ogenblikje de betekenis van het
eeuwig blijvend evangelie. Daar zat ik
in dat dorpskerkje en mijn diepste
verlangens waren, dat de genade van
de Here Jezus Christus met kerk en
volk van Nederland zouden blijven en
dat wij bewaard zouden blijven voor
algehele afval.
Nu er veel wordt geschreven over
nieuwe psalmberijmingen, is het mis
schien goed de volgende woorden te
lezen van een schrijver in het christe
lijk weekblad „Eilanden-Nieuws"
(Flakkee), die enige dagen in Zeeland
doorbracht.
Wie in Zeeland voor familiebezoek
komt, blijft er allicht een zondag over.
Dan gaan we ter kerke; Zeeland is ge
lukkig nog kerks. Nog niet helemaal
aangetast door die brute geest van on
geloof, van Godsverzaking die ge in
andere streken en vooral in de grote
steden aantreft. Onze kerkgang was
daar waar nog de oude rijm van Da
theen gezongen wordt. Zij heeft hier
en daar wei een woord dat nu niet
meer gebruikt wordt en waarvan niet
iedereen de betekenis vat. Ook is de
rijm gekunsteld, om ten minste nog
met de zangwijs uit te komen. Maar
de inhoud is toch vaak schoon, het is
of de woorden zo rechtstreeks uit het
hart van de dichter komen. En in dat
leven der genade geldt wat men wel
eens zegt: „één hart kent alle harten".
In het weekblad „De Hervormde
Kerk" schrijft ds. H. Cramer geregeld
over zijn gemeente Oberdreis in Duits
land. Ds. Cramer, die vroeger remon
strants predikant was en daarna ver
schillende vrijzinnig-hervormde ge
meenten diende, zegt iets over de
vroegere voorgangers in zijn stand
plaats:
Er heeft hier meer dan zeventien
jaar een echte bondsdominee gestaan.
Hij heeft de gemeente sterk beïnvloed.
Mijn onmiddellijke voorganger was
meer het doorsnee-type mens van de
Duitse predikant. Toen kwam ik....
en ja, voor een gereformeerde-bonder
ben ik wel nooit versleten of het zou
moeten zijn toen ik eens in de Magda-
lena in Goes preekte waar niemand
mij kende en de kerkgangers na afloop
tegen elkaar zeiden: „Da's een 'ele
zwaere" of misschien door mijn koster
in Noordwelle, die als hij zaterdags
avonds de gezangen haalde, op de
stoep bleef staan tellen hoeveel psal
men er bij waren, misnoegd te mom
pelen: ,,'t Liekent wol een gerefor
meerde dominee".
Vrijdag is bij Schoorl een per
sonenauto van achteren door een
bestelauto aangereden, en in het
water van het Noord-Hollandska-
naal geraakt. Van de zes inzitten
den, konden vier worden gered.
Een moeder en haar 8-jarig doch
tertje Wietse lieten bij dit onge
val het leven.
De auto werd bestuurd door de 37-
jarige heer S. Minnema uit Harlingen,
die met zijn 37-jarige echtgenote, hun
dochtertje en beide zoontjes, de 12-ja-
rige Menno en de 10-jarige Theo, be
nevens de 20-jarige zuster van mevr.
Minnema, mej. D. Vollema, van hun
vakantie uit Schoorl terugkeerden.
Mej. Vollema was buiten de wagen
te water geraakt. Zij kon vrijwel ter
stond op het droge worden gebracht
door de chauffeur van de bestelauto en
een aantal automobilisten en fietsers
die daar passeerden, en die er ook in
slaagden de vader met de beide jon
gens te redden. Mej. Vollema is met
een shock in het Elisabethziekenhuis
in Alkmaar opgenomen.
WOLPH AARTSDIJK
Baad. Op donderdag 22 augustus a.s.
des middags om twee uur komt de
raad in openbare vergadering bijeen. De
agenda vermeldt o.m. voorstellen tot het
verlenen van een bijdrage voor de aan
sluiting van onrendabele percelen op het
waterleidingnet en tot het verlenen van
een bijdrage voor godsdienstonderwijs op
de openbare lagere scholen.