WERELDTENTOONSTELLING 1958 TE BRUSSEL
IS IN DE LAATSTE OPBOUWFASE
Groot arbeidsleger brengt terrein van tweehonderd ha in gereedheid
België maakt zich gereed voor de ontvangst van
35 miljoen bezoekers
Wat is nu eigenlijk een
wereldtentoonstelling
Logexpo zorgt dat alle bezoekers
een passend onderdak krijgen
Driehonderd meisjes
in wijnrode jasjes
I
- r mi
Het water: thema van de
Nederlandse inzending
HET ATOMIUM
/i\
Vrijdag 2 augustns 1957
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
PALEIZEN DER NATIËN
Het lijkt een
heksenketel
Op de Heizelvlakte
Vervoer
De expositie
Amerika en Rusland
Logiescapaciteit verhoogd
van 12.000 50,0 00 bedden
Elektronisch
brein helpt
h<*
?J\
mm
Kunst en wetenschap
Symbool van Brussel
1958
Polder met vaarten en sloten
Boven de polder
de hemel
(Van een onzer redacteuren)
België zal in het volgend jaar de gastvrouw van
de wereld zijn. Op 17 april a.s. zullen in Brus
sel de negen poorten van de Wereldtentoon
stelling opengaan en in de zes maanden, die dan
volgen, zullen naar schatting 33 miljoen bezoekers
uit alle landen, rassen en nationaliteiten deze
enorme expositie bezoeken. De voorbereidingen
voor deze monster-tentoonstelling zijn al in 1953
begonnen, maar thans zijn ze in de vierde en
laatste fase gekomen. In België zelf, maar ook in
de vijftig deelnemende landen wordt dag en nacht
koortsachtig gewerkt, om de opbouw en de inrich
ting van de paleizen der natiën en de andere grote
werken tijdig klaar te krijgen. Een arbeidsleger
van 50.000 man, grotendeels geconcentreerd in de
Belgische hoofdstad, maar met hulptroepen op
alle delen van de aardbol, is bij deze titanenarbeid
betrokken.
Daar zijn de mannen, die in Brussel het wegennet grondig moderniseren, om de
bezoekersstroom te kunnen verwerken. Zjj bouwen kilometerslange tunnels in het
hart van de stad, ze construeren enorme viaducten en verbreden de boulevards.
Anderen bereiden de komst van de bezoekersstroom voor, die vier maal zo groot
zal zjjn als het inwonertal van België zelf. Zjj moeten zorgen, dat op de aller
drukste dagen 50.000 vreemdelingen in Brussel en omgeving logies kunnen vinden.
Een leger van architecten, aannemers, bouw- en metaalarbeiders zwoegt op de
Heizelvlakte aan de opbouw van de tentoonstellingspaleizen der verschillende
landen. En in die landen zelf worden vaak de onderdelen voor deze paviljoens
pasklaar gemaakt en vervoerd. Daar werken de staven van de nationale commis
sarissen-generaal aan de organisatie van de eigen expositie en daar wordt druk
geconfereerd met de deelnemende groepen uit industrie, handel, landbouw en
vervoer.
te groot, om ze lopend af te leggen.
De bezoekers kunnen hier voor het
vervoer naar keuze gebruik maken
van de 20 treintjes op luchtbanden of
van de Zwitserse stoeltjeslift (Sessel-
bahn), die een capaciteit heeft van
3600 personen en die langs* vier ver
schillende routes hoog over de exposi
tie zweeft.
Voor een buitenstaander lijkt het een
ware heksenketel van diensten en bu
reaux en comité's en afdelingen, die samen
de tentoonstelling organiseren moeten.
Het hart van dit gehele samenstel klopt
in het gebouw van de Sabena aan de
Puttewj in Brussel. In dat hoofdkwar
tier, waar het commissariaat-generaal is
gevestigd, heeft men de honderden touw
tjes echter goed in handen. We spraken
daar met de adj. secretaris-generaal, de
heer M. Thienpont, die temidden van al
dit gewoel zijn kalmte en vertrouwen
nooit verliest.
„In grote lijnen verloopt alles volgens
het plan", zegt hij. „Op één punt zijn
we soms wat voor en op een ander wat
achter. De plannen moeten nu en dan op
onderdelen plotseling gewijzigd worden,
maar dat vangen we wel op. We hebben
nog negen maanden en we komen klaar,
omdat we klaar moeten komen".
Van het hoofdkwartier gaan we naar
het front. Dat ligt op de Heizelvlakte in
het noordwesten van Brussel bij het ko
ninklijk paleis van Laken. Het tentoon
stellingsterrein zelf is 200 ha groot en
daarvan zal 150 ha worden bebouwd'en
50 ha beplant. De eveneens 200 ha be
slaande parken van Laken en Osseghem
omringen de expositie, het laatste loopt
tussen de Belgische en de buitenlandse
afdelingen door.
Over dit park wordt dan ook een
luchtbrug gebouwd van 400 meter lang
en 25 meter breed om de beide afdelin
gen met elkaar te verbinden. Rechts van
de hoofdingang, de „Poort der grote pa
leizen", wordt een helihaven gebouwd.
Bezoekers uit de voornaamste Europese
hoofdsteden kunnen per helicopter naar
Brussel gaan en als het ware voor de
deur van de expositie uitstappen.
Ten behoeve van de automobilisten
wordt gezorgd, dat 40.000 auto's tegelijk
op drie punten van het terrein parkeer
ruimte zullen vinden. Te hunnen behoe
ve is ook het gehele wegennet in de
buurt van het terrein grondig gewijzigd
en wordt een rondweg ten oosten van
Brussel aangelegd.
Ook voor de treinreizigers is gezorgd.
6peciale trams kunnen 30.000 tot 40.000
man per uur van de Brusselse stations
naar de tentoonstelling brengen. Deze
tram3 rijden door een tunnel onder een
deel van het tentoonstelingsterrein door
naar het „station der buurtspoorwegen".
De afstanden op het terrein rijn ook
Een wereldtentoonstelling is geen jaar
beurs en handel wordt er niet gedreven.
De bedoeling is, dat de volkeren hier
iets laten zien van het essentiële van hun
cultuur, van hun wetenschap en kunst,
van de huidige stand van hun handel,
nijverheid en landbouw. Het zijn dan
ook geen individuele firma's, die in de
nationale paviljoens exposeren, maar wat
de Belgen „collectiviteiten" noemen.
Aan deze groepen, zoals b.v. Onderwijs
Voeding, Elektrische energie, Gebouwen
en Woningen, wordt dan door een groot
aantal ondernemingen, organisaties en
overheidsinstanties deelgenomen.
Natuurlijk is de afdeling van het ont
vangende land altijd het grootst. De
Belgische afdeling omvat 45 ha en be
slaat ruim een derde van het geheel.
Deze afdeling is ondergebracht in en
achter de uit 1935 daterende en gemo
derniseerde Eeuwfeestpaleizen op de
Heizelvlakte. Twee nieuwe paleizen en
een groot aantal enorme tijdelijke pavil
joens zijn hiervoor aan het bestaande
complex toegevoegd.
Ook de Belgische Congo en Ruanda
Urundi hebben een prachtig complex
met een zeer progressieve architectuur.
De Nederlandse architect J. B. Bakema
heeft trouwens reeds gezegd, dat de ar
chitectuur van talloze gebouwen op deze
expositie onze tijd twintig jaar vooruit
is en ieder, die de maquettes en teke
ningen ziet van de complexen van Fin
land en Polen, van de Belgische provin
cie Brabant en van Frankrijk, van de
Verenigde Naties en van Zwitserland zal
dit moeten toegeven.
De maximale expositieruimte, die aan
vreemde naties kon worden toegewezen,
bedroeg 25.000 vierkante meter en er
zijn slechts vier landen, die ook op dit
maximum beslag hebben gelegd: Frank
rijk, de Ver. Staten, Rusland en Neder
land. De Russen zijn bezig met de bouw
van een reusachtige hal van staal en glas
met een inhoud van 225.000 kubieke me
ter. Een standbeeld van Lenin vormt het
pièce de milieu in deze geweldige ruim
te. Naast dit gebouw komt nog een bios
coopzaal met 1000 zitplaatsen en een
Russisch restaurant.
De Ver. Staten nemen ditmaal voor het
eerst deel aan een wereldtentoonstelling
buiten het eigen grondgebied en ze doen
dat op echt Amerikaanse wijze. Hun pa
leis (kosten ƒ20 miljoen), dat vlak bij
het Russische verrijst, is cirkelvormig
Een wereldtentoonstelling is
een massale expositie, waarop
een zeer groot aantal landen in
nationale paviljoens de bezoekers
een beeld geven van hun cultuur
en de prestaties van hun weten
schap, industrie, landbouw, han
del en transport. De eerste we
reldtentoonstelling werd in 1851
te Londen gehouden in het spe
ciaal daarvoor gebouwde Crystal
Palace. De laatste had in 1939 in
New York plaats. Dat was de
23ste in de rij.
Bij die 29 waren er echter ver
schillende, die meer het karakter
hadden van een internationale
jaarbeurs. Om de echte wereld
tentoonstellingen op peil te hou
den en excessen tegen te gaan,
tekenden 35 landen in 1928 een
diplomatieke overeenkomst te Pa
rijs, waarin de „spelregels" wer
den vastgelegd. Een Internatio
naal Bureau voor Tentoonstellin
gen werd opgericht om de getrof
fen regelingen uit te voeren.
Afgesproken werd, dat ieder
land het recht heeft, een echte
wereldtentoonstelling van de
eerste categorie te organiseren.
Tussen twee van deze evenemen
ten moet minstens tien jaar lig
gen en één land mag slechts een
maal in de vijftien jaar zo'n ten
toonstelling op touw zetten.
Op 20 juni 1952 besliste de Bel
gische ministerraad, dat in 1958
zo'n expositie van de eerste ca
tegorie in België gehouden zou
worden en op 5 november 1953
schreef het Internationaal Bureau
deze Wereldtentoonstelling 1958
officieel in.
met een diameter van 110 meter en met
een zwevend dak. Zij hebben een mu
ziek- en toneelzaal met 1000 zitplaatsen
om de Russische films concurrentie aan
te doen.
Het Russische paleis wordt in België
vervaardigd en zal geheel uitneembaar
worden. Na afloop van de tentoonstel
ling gaat bet dan naar Rusland, om
daar als permanente expositiehal te
worden neergezet. De Amerikanen
doen het andersom. Hun uit plastic en
aluminium bestaand gebouw wordt in
de Ver. Staten in onderdelen vervaar
digd. De stukken komen met vliegtui
gen van de Pan American Airlines
naar Brussel om daar gemonteerd te
worden. De vliegtuigruimen zijn air
conditioned daar het plastic niet aan
grote temperatuurschommelingen mag
worden blootgesteld.
(Vervolg op pag. 4)
Men verwacht op de Brusselse expositie gemiddeld 175.000
bezoekers per dag. Dit aantal zal op topdagen kunnen stijgen
tot 700.000. Talloze bezoekers uit België, Nederland en
Noord-Frankrijk zullen niet in Brussel logeren. Anderen zul
len elders in België gaan overnachten. Maar. toch moet op een
dagelijkse minimum-behoefte van 20.000 bedden en op som
mige dagen met een maximum-behoefte van 50.000 bedden
in Brussel worden gerekend. Normaal zijn hl het gebied van
groot-Brussel 12.000 bedden in hotels en pensions beschik
baar. Een speciaal orgaan, de Logexpo, moet ervoor zorgen,
dat toch iedere bezoeker behoorlijk onderdak komt.
Hoe men dat doet, heeft de
directeur van Logexpo, de
heer Jean Borgniet, ons even
op een kladje voorgerekend.
Het aantal hotelbedden zal
door de inrichting van tijde
lijke paviljoens en slaapzalen
met 3300 worden uitgebreid.
In de omgeving van de Heizei
komt een Motel-complex, dat
aan 4000 personen onderdak
kan bieden. Bij particulieren
zullen permanent 10.000 be
zoekers een kamer kunnen
krijgen. Een groot kampeer
terrein en caravancomplex is
in opbouw, waar 20.000 lie
den van het sportieve genre
kunnen overnachten. Dan zijn
er verschillende objecten van
kleinere omvang en zo komen
in Brussel en naaste omge
ving inderdaad 50.000 logies-
plaatsen in alle prijsklassen
beschikbaar.
Is Logexpo thans met het
scheppen en registreren van
logiesruimte belast, in 1958
zal zij deze ruimte ook onder
de bezoekers verdelen via
haar logiesbureaus op de
Heizei, in het Centraalstation
en in het Zuidstation. Alle
beschikbare kamers staan
hier in een „elektronisch
brein" geregistreerd. De be
zoeker vult een formulier in,
waarin hij het aantal nach
ten, het aantal bed^pn en de
verlangde prijsklasse opgeeft.
De gegevens worden op een
ponskaart overgebracht, die
in de machine wordt gesto
ken. Binnen 15 seconden pro
duceert de machine dan een
adres, dat aan de gestelde ei
sen voldoet. Dat adres wordt
dan tevens voor het opgege
ven aantal nachten in het
brein van het apparaat ge
blokkeerd, zodat het in die
periode niet opnieuw kan
worden uitgegeven.
logies aan Logexpo, krijgt
op een plattegrond uitgo*
duid, waar hij zijn moet ea
kan welgemoed op stay
gaan naar zijn.bed. De hela
procedure van de binnen
komst tot de afrekening
neemt slechts drie minuten
in beslag. Zo hoopt Logex
po baar leus „ver van hult
en toch thuis" voor de bul»
tenlandse gasten tot werke
lijkheid te maken.
Een andere service aan buitenlanders biedt het corpê
van fair-hostesses, oftewel tentoonstellings-gastvrouwen
Bijna 300 aardige meisjes zullen het wijnrode jasje met
bijpassende hoed en de zwarte rok het uniform van
dit corps dragen. Zij spreken alle verschillende ta
len en weten bovendien alles, wat er over de wereld
tentoonstelling, de stad Brussel en het logies aldaar fa
weten is.
Zij zullen te vinden zijn in de grensplaatsen, in da
Belgische zee- en luchthavens, in Brussel en op het
expositieterrein. Zij wijzen de weg, geven inlichtingen
brengen u bij het gewenste paviljoen en helpen ieder,
die in moeilijkheden verkeert. Naast het aanwerven van
dit corps heeft men in geheel België een actie ontketend
voor behulpzaamheid en gatvrijheid jegens tentoon
stellingsbezoekers.
'V;
r
Sfei I
m a
f
3
V-
1 kW""'
- Ja
Twee facetten van de mense
lijke activiteit heeft men losge
maakt uit de nationale exposities^
omdat ze wezenlijk een internatio
naal karakter dragen: de kunst en
de wetenschap. Aan beide onder
werpen is één van de Eeuwfeest
paleizen gewijd en beide exposi
ties worden door de landen geza-
melijk verzorgd. Het Internatio
naal Paleis der Wetenschap zal 'li
overzicht bieden van onze huidige
kennis op het gebied van de fun
damentele natuurwetenschap. In 'i
Internationaal Paleis der Kunsten
worden twee tentoonstellingen ge
houden, die elk drie maanden du
ren. De eerste is gewijd aan de he
dendaagse kunst, de tweede aan
de mens en de kunst. De inzendin
gen hiervoor komen uit tal van
musea in vele landen.
De Eiffeltoren was het symbool
en de attractie van de Par ij se we
reldtentoonstelling van 1889. Het
Atomium moet dezelfde functies
vervullen voor de tentoonstelling
Brussel 1958. Zoals het atoom ons
huidige tijdperk beheerst, zo be
heerst de gigantische metalen con
structie van het Atomium de ge
hele expositie. Het Atomium is in
het centrum van het tentoonstel
lingsterrein geplaatst en steekt
met zijn hoogte van 110 meter ver
boven alle gebouwen en paleizen
uit.
Het Atomium is een 150 miljard maal
vergroot model van een ijzermolecuul
(elementair metaalkrlstal)', bestaan
de uit negen atomen. ZQals u op de
foto ziet, omvat het geheel dan ook
negen bollen, die onderling door sta
len bulzen verbonden zijn. Een inge
nieuze verlichting aan de buitenzijde
van elke bol zal de kringloop van de
elektronen rond de atoomkern ln
beeld brengen. Elke bol heeft een
middellijn van 18'meter en bevat dan
ook een behoorlijke zaal. De onderste
vijf hollen zijn ingericht als tentoon
stellingszalen, gewijd aan het gebruik
van atoomenergie voor vredesdoel
einden. Rusland, de Ver. Staten, W.-
Duithland, Italië, Noorwegen en Bel
gië zullen aan deze expositie meewer
ken.
Drie bollen daarboven dienen als uit
kijkpost en recreatieruimte. De bo
venste bol wordt als restaurant inge
richt. Van dit restaurant uit zal men
een fantastisch uitzicht hebben over
de gehele tentoonstelling en over de
stad Brussel. Een hypersnelle lift zal
net symbool van de tentoonstelling-
het Atomium. De bovenste bol, die
80 meter boven de begane grond ligt,
zal een restaurant bevatten, dat met
een ultra-snelle lift iri 25 seconden
bereikt kan worden. In de overige
bollen zijn tentoonstellingszalen on
dergebracht. De enorme omvang van
dit gevaarte blijkt duidelijk bij een
vergelijking met het Brusselse stad
huis, dat op dezelfde schaal is afge
beeld.
de bezoekers in 25 seconden van de
onderste in de bovenste bol brengen.
De lagere bollen zfln via roltrappen
te bereiken door de zijbuizen. De af
daling uit alle bollen moet langs ge
wone trappen gebeuren.
Het Atomium is tevens het symbool van
de wereldtentoonstelling Brussel 1958.
Verkleinde modellen staan op de bu
reaus van de functionarissen, afbeel
dingen van deze bizarre constructie
komen voor op de affiches en druk
werken. Hoe groot het gevaarte is,
blijkt duidelijk op de foto, waarop ter
vergelijking het Brusselse stadhuis
op dezelfde schaal is weergegeven.
Het is nog niet zeker, dat het Atomi
um na de sluiting van de expositie
op 19 oktober 1958 verdwijnen zal. Er
schijnt een kleine kans te zijn, dat
het zal blijven staan.
UermaaL
Natuurlijk worden op de tentoonstel
ling voor de vermoeide, jeugdige en min
der serieuze bezoekers ook allerlei at
tracties neergezet. De Belgen zorgen
voor een terrein vol met wentelende,
draaiende, schommelende en rijdende
instrumenten voor dit doel. Ook richten
ze een stadje in onder de naam „België
anno 1900". Dit stadje bestaat geheel uit
nauwkeurig nagebouwde oude huizen
uit Belgische steden uit de zestiende t.e.
m. de negentiende eeuw. Tal van oude
stamineekes zullen hier in vol bedrijf
zijn.
Als thema voor de Nederlandse afdeling op
de tentoonstelling werd gekozen „Het water".
Waarom? Omdat het water de Nederlanders
tot de beste waterbouwkundigen van de we
reld, tot vrachtvaarders sinds eeuwen en pro
motors van de internationale handel heeft ge
maakt. Omdat de strijd tegen het water het
Nederlandse volkskarakter heeft gevormd.
Aldus lezen we in het boekje over de Neder
landse afdeling, dat enige tijd geleden ver
scheen.
Het Nederlandse pavil
joen was het tweede,
waarvan op de Heizel
vlakte de eerste steen kon
worden gelegd en het
werk schiet hard op. Uit
voerder M. de Ruiter uit
Sliedrecht, die men de
hele dag op baggerlaarzen
over het bouwterrein kan
zien stappen, is dan ook
geen moment bang, dat
wij niet op tijd gereed
zullen zjjn. De 200 arbei
ders, die hier ijverig be
zig zijn, zullen het wel
klaren.
I'll
•Ml
Aan ons land is een hel
lend terein van 25.000
vierkante meter toegewe
zen en van die helling
wordt gebruik gemaakt
om de inzending op ttoee
niveaux te bouwen. Het
lage gedeelte doet denken
aan een Nederlands pol
derlandschap en zal ons
land vooral als agrarisch
land en waterland doen
zien. Boven dit gedeelte
verheft zich een grote
polder de hemel" in beeld
brengt.
Onder deze koepel zal
een beeld worden gegeven
van de grote waterbouw
kundige werken: de
drooglegging van de Zui
derzee en het Deltaplan.
De eigenlijke agrarische
afdeling is gedacht in een
bebouwing, die het grilli
ge verloop van de zuide
lijke terreingrens volgt.
Het Friese en het Neder-
landse rundveestamboek
zullen hier elk met 24 van
hun beste dieren vertegen
woordigd zijn. Ook fok-
zeugen, biggen en mest-
varkens zijn aanwezig. Zo
krijgen de bezoekers te
vens een beeld van ons
land als exporteur van
zuivelprodukten en vlees.
Ook het pluimvee en de
eierproduktie geven hier
acte de présence." In de
aan het landbouwkundig
onderzoek gewijde sectie
zal het aardappelonder-
zoek in het centrum staan.
De polder, doorsneden
van vaarten en sloten,
wordt door een echte Hol
landse dijk afgesloten van
het hoge gedeelte. Dit
laatste omvat twee luchti
ge paviljoens, waarin
gen een beeld wordt ge
geven van de Nederlandse
industrie, de handel en
het verkeer, van ons gees
telijk leven, cultuur en
kunst en ook van onze
overzeese rijksdelen.
Het water uit de polder
sloten wordt door een vij
zelgemaal opgepompt in
een groot waterbekken in
de industriële sector. In
dit bekken, dat een opper
vlakte heeft van 2400 vier.
kante meter, worden onze
havens en onze scheep
vaart in lilliputtervorm
opgebouwd. Een kunstma
tige golfopwekker in het
bassin zal zorgen voor een
hoorbare illustratie van
het thema „het water".
Het gedruis van het water
zal de bezoekers op hun
gehele gang door de Ne
derlandse afdeling bege
leiden.
Het geheel doet niet
massaal aan. Het is een
luchtig samenstel van pa
viljoens, fleurig door de
100.000 bloembollen en
25.000 perkplanten, dat een
goed beeld geeft van Ne
derland in de wereld van
heden. Wat de bedoeling
is van deze inzending,
heeft de commissaris-ge
neraal van de Nederlandse
inzending, mr. H. F. van
Walsem, onlangs op een
persconferentie als volgt
weergegeven:
„Wij willen de bezoe
kers in Brussel niet met
stomheid slaan. Wij wil
len alleen bereiken, dat
degenen, die denken, ons
te kennen, ons beter le
ren kennen en dat zij, bij
wie wij onbekend zijn,
zich voor ons gaan in
teresseren. Hoe wij dat
willen doen? Op zijn,
Nederlands, dus degelijk,
zonder veel omhaal en
zonder franje. Eenvou
dig, maar goed. Wij wil
len proberen, in de klei
ne wereld, die Brussel
1958 zal heten, een waar
koepel, die het „boven de I door collectieve inzendin- dige plaats in te nemen".