Engelse hertog heeft schuld van vijf miljoen pond c, =j T.B.C. wordt verder teruggedrongen Maar dank zij „showbusiness stroomt het peld binnen UIT DE KERKEN Misdaad bij de Huttenberg Petste Pelle Pingi Maandag 1 juli 1957 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 5 Publiciteit Televisie GOUDEN DOCTORATEN Concessie aan de orthodoxie Nader adres onbekend Ziektecijfer loopt sterk uiteen De vrolijke avonturen van en 'O Twee conclusies Gomarus vernoemd Notarisklerk verduisterde f 1700 (Van onze Londense correspondent) De Hertog van Bedford vindt het heerlijk om hertog te zijn. Vol gens hem komt het er in de wereld op aan, genoeg geld te verdienen om zijn belastingen te kunnen betalen en de staat naar behoren te 'dienen. Als edelman kan hij geen „gewoon" beroep uitoefenen, maar hij kan geld slaan uit zijn naam. Daarom heeft hij de filmster Marilyn Monroe uitgenodigd om een weekend op zijn kasteel door te brengen en te slapen in het bed dat een eeuw geleden door Koningin Victoria werd gebruikt en dat sindsdien als een muséumstuk door de opeen volgende hertogen werd bewaard. Hij heeft het Wereldverbond van Nudistenverenigingen een brief gestuurd, waarin hij zegt, dat zijn domein openstaat voor alle congressen die het Verbond wenst te organiseren. De hertog heeft zijn kasteel open gesteld voor iedereen die een kijkje wil komen nemen en zelf staat hij aan de soevenirtafel handtekeningen te Slaatsen; de melkbar wordt verzorgd oor twee hertoginnen: zijn vrouw en zijn moeder. Als het kasteel Woburn Abbey kon lachen, zou het beslist schokken van plezier over alles wat er binnen zijn muren gebeurt. De meubelen en anti quiteiten in het paleis zijn anderhalf millioen pond waard, maar toen de huidige (dertiende) hertog van Bed ford de inboedel overnam van de erf later, was het domein bezwaard met achterstallige belastingen en erfenis- rechten die vijf miljoen pond bedroe gen. Ieder ander normaal mens zou de erfenis geweigerd hebben; in elk ge val zou hij de hele zaak verkocht hebben om te proberen zó de fiscus te ontsnappen. Zo niet John Robert Russell, Markies van Tavistock, der tiende hertog van Bedford. Hij werd hertog, toen hij, nog ge woon Markies, in Zuid-Afrika gou den zaken deed als publiciteitsagent. Hij had er steeds van gedroomd, 'n eigen agentschap te hebben en niet langer af te hangen van vervelende opdrachtgevers, die niet steeds ak koord gingen met de grote bedragen die hij gebruikte voor barnumrecla- me. Toen zijn grootvader stierf en hem Woburn Abbey naliet, zag hij zijn kans schoon. Hij beloofde het Ministerie van Fi nanciën alle schulden af te betalen, als het tenminste geduld wilde oefe nen. En nu hij per jaar een half mil joen bezoekers in zijn domein ont vangt, weet het Ministerie, dat het er goed aan heeft gedaan, vertrouwen te stellen in de businessman-hertog. Marilyn Monroe heeft van zijn invi tatie geen gebruik gemaakt toen zij in Engeland een film kwam draaien met Sir Laurence Olivier. Het Nudis- tenverbond heeft niet geantwoord op de brief van de Hertog. Maar de pers heeft beide feiten met grote koppen vermeld en daar was het de dertiende hertog van Bedford om te doen. Uit Zuid-Afrika heeft een perscor respondent aan een Londense avond krant gerapporteerd dat de hertog daar tijdens een conferentie eens heeft beweerd, dat zijn succes er in bestond, publiciteit te voeren die hij niet hoef de te betalen. Dat gaf hem de gele genheid, beweerde de hertog toen, om, wanneer een zaak eenmaal kosteloos gelanceerd was, het succes in stand te houden met de normaal daarvoor ter beschikking gestelde gelden. Hij zei, dat hij de truc niet had uitgevon den óm de truc, maar omdat hij geen tnder middel had gezien om zijn op drachtgevers te voldoen op basis van de schamele sommen die zij hem ter beschikking stelden. Intussen is Woburn Abbey de meest bezochte particuliere woning geworden in Groot-Brittannië. De hertog heeft zijn concurrenten alle maal gevloerd. Hoe dat komt? Door Zijn zin voor kosteloze publiciteit natuurlijk, maar ook door zijn per soonlijkheid. „Ik ben het interes; santste deel van de show", geeft hij toe. „Dat is de reden waarom de andere kastelen zo weinig bezoekers lokken: er is geen showman. En om hem draait alles". Hij schrikt er niet voor terug, zichzelf 30 pet. van het succes van de show „Woburn Ab bey" toe te schrijven. De hertog heeft alles over voor zijn Abbey. Hij heeft speciale lessen geno men om voor de televisie een goed figuur te slaan. En zijn televisie-inter view is een der meest populaire uit zendingen van het jaar geworden. De hertog hield een gemoedelijk praatje over wat nu eigenlijk een hertog was, over de zware plicht, de staat alles te geven wat hem toekomt, over zijn vrouw en zijn vijf kinderen, zijn le ven in Zuid-Afrika en waar hij alle maal van houdt. In de eerste plaats van de mensen, zei hij. Al was het helemaal niet nodig dat het kasteel geld opbracht, dan zou hij nóg door gaan mensen te ontvangen. „Maar U moet begrijpen", zo voegde hij er aan toe, „dat U dat geluk niet lang zou kennen, want ik zou alles moeten ver kopen. En wat dan? Wel, dan kunt U nog altijd naar Woburn gaan en er een glas melk drinken, maar de spil van Woburn's succes zou er niet meer zijn en zoudt U dat goedkeuren?" De hertog kreeg een record van vijf duizend bezoekers te verwerken, de dag na zijn televisiepraatje. Het werd uitgezonden in een programma van 'n zeepfabrikant en de directeur van de zeepfabriek kwam de hertog op die recorddag helpen, om de bezoekers stroom te verwerken. Zij hadden bei den de breedst mogelijke lach op hun gezicht! Drie in gereformeerde kringen beken de figuren herdenken begin juli de dag, waarop zij vijftig jaar geleden aan de Vrije Universiteit promoveerden. Prof. dr. F. W. Grosheide, rustend hoogleraar van de V.U., promoveerde op 2 juli 1907 op een proefschrift getiteld: „De ver wachting der toekomst van Jezus Chris tus"; 8 juli 1907 promoveerde prof. dr. J. Ridderbos, rustend hoogleraar te Kam. pen, op een dissertatie over „De theolo gie van Jonathan Edwards". Mr. B. de Gaay Fortman, oud-vice- president van de rechtbank te Amster dam, promoveerde eveneens op 8 juli 1907, op 22-jarige leeftijd, op een proef schrift over „Gijsbert Karei van Hogen- dorp en de grondwet van 1814". Dit was de eerste promotie aan de V.U. waarop Kuypers hoger onderwijswet van toe passing was. Dr. Thea Wassenaar, een vroegere nationalistische leider in Transvaal, heeft de oprichting bekend gemaakt van een nieuwe party, die de nationale democratische party zal heten. Z(j streeft naar volledige gelijkheid tussen de twee balnke rassen in Zuid-Afrika, maar staat scheiding tussen blank en niet-blank voor. 's Werelds grootste radio-telescoop, die voor de universiteit van Man chester is gebouwd is bijna geheel voltooid. Op de linkerplaat zien we de ontwerper, de heer Hus band in gesprek met prof. Lovell, hoogleraar in de radio-astronomie. De foto rechts toont de arbeiders, die de laatste platen in de enorme „spiegel" leggen, die meer dan 80 meter in doorsnee is. Het gevaar te is meer dan 100 meter hoog. Met veel waardering heeft de ker kelijke pers gewag gemaakt van de „Bijbelse verhalen", voor kinderen verteld door mevr. D. A. Cramer- Schaap. Ds. W. de Wind, voorganger van de vrijzinnigen te 's-Gravenzade. is er minder over te spreken. In Kerk en Wereld noemt hij dit boek (van een vrijzinnige domineesvrouw) een concessie aan de orthodoxie, want er worden o.a. deze sprookjes in verteld: 1) De paradijsslang spreekt nog steeds! 2) De zondvloed is een straf van God, die „de slechte mensen" wil treffen! 3) Abraham krijgt bezoek van drie engelen. 4) Izaak moet geofferd worden en Abraham heft het mes reeds op. 3) Jacob is bij de Jabbok met God aan het vechten. 6) En nog altijd brandt het braambos zonder dat een takje verschroeit. 7) En Mozes' herderstaf wordt een slang. 8) En God ranselt met vreselijke pla gen het Egyptische volk. 9) En Mozes' staf is een toverstaf in de woestijn. 10) En de walls came tumbling down' (Jericho). 11) En het kind van de weduwe van Sarfath wordt weer levend. (Eerst wordt 't voorzichtig verteld, maar toch bidt Elia, of het kind weer levend mag worden). 12) Elia krijgt brood en water van een engel. 13) En Jona heeft tóch drie dagen in een grote vis gewoond. 14) En is Bethesda daalt regelmatig een engel neer. 15) En wind en golven worden stil, als Jezus het wil. 16) En Jaïrus dochtertje werd uit de dood opgewekt. 17) Vijf broden en twee visjes kun nen nog altijd 5000 mensen voe den. 17) Het graf van Jezus is leeg. 19) Jezus loopt en spreekt, als was Hij niet gestorven. 20) Jezus vaart op een wolk ten he mel. Naar aanleiding van het sterven van een aantal ouderen uit zijn wijk, merkt ds. L. van Hartingsveld in De Zon dagsbode voor Maassluis op: Vaak moet ik denken aan een fout, die op 'n postkantoor eens begaan is. Er was een brief gekomen van een ver familielid. Maar de persoon voor wie de brief gold, was inmiddels over leden, Inplaats dat de post er op zette: JOHN H1DDENS ons dagelijks vervolgverhaal 72) Móéderldenkt Evert. Bij haar zag je die stemming! Maar ook in hemzelf wordt die stemming sterker. Uit de kerk klampen Hendrik en Jantien hem aan. Of hij meegaat. „Graag", zegt hij. Voortaan is hij elke zondag hun gast. Ze staan er op en hij is er graag. Op een keer zien ze, op weg naar de Huttenberg, iemand zitten slapen, bij een veentje, tegen een turfhoop, dicht bij de weg. Een man. Pinke Vaan. In weken tijds is hij niet thuis geweest. Hij wordt wakker van hun stemmen en komt lachend overeind. „Ik dacht", zegt hij, „ze zult vanzelf wel voorbij komen". Hij loopt mee en vertelt het een en ander. Het belangrijkste horen ze ech ter, als ze in Hendriks keuken zitten. Hij gaat weer trouwen, volk! Met een vrouw uit Gelderland. Die heeft hij op zijn reizen leren kennen. Een best mens, al zegt hij 't zelf. Hij heeft dus toch iets. goeds ontdekt, al is het niet zijn halfzuster. Hendrik kijkt haast onnozel, Jan- tiens gezicht staat heel verbaasd, maar Evert is niet erg verwonderd. Pinke zegt, dat de trouwdag op han den is, maar dat er helemaal geen drukte van gemaakt wordt. En nu zul len ze hem wel niet zo vaak meer zien, want hij trekt bij haar in. Maar één ding zou hij wel graag willen: als er bericht mocht komen van zijn half zuster, dan ziet hij dat graag doorge stuurd. Natuurlijk, zegt Jantien, daar kan hij op aan. En dan komt, niet lang daarna, de dag dat Pinke weg trekt. Hij heeft zijn boeltje bij elkaar gepakt. Wat achter blijft is van de kinderen, zegt hij. Het huis ook. Dat heeft Evert immers zelf zo goed als helemaal bekostigd. Pinke hoopt, dat die zich hier nou mettertijd als timmerman gaat vestigen, getrouwd en al! Maar dan moet hij het tijdig la ten weten, hoor! Dan krijgen ze een paar bruiloftsgasten uit het verre Gel derland! En verder: als men eens in Gelderland moet zijn.het huis staat altijd open! Nou, volk daar gaat hij danl HOOFDSTUK XXVI. Het huis staat leeg. Evert gaat iedere zondag, als hij de gast is van Hendrik en Jantien, even kijken of alles nog bij het oude is. Wat er met het huis gebeuren zal, heeft Hendrik hem gevraagd. „Mooi laten staan. Ik heb mien plan nen". „Maar ie hebt nog geen vrouw. Heb ie d'r al ene op 't oog?" „Och, Hendrikremt Jantien. „Wij zult 't wel horen." „Als hij timmert!" lacht Hendrik. „Wel zeker! Maar ik weet er een huurder voor." „Nou?" „De stroper, Wisse!" „Lieve tied! Heeft hij dat zegd?" „Ja". Evert schudt zijn hoofd. Een zoele avond. De oude appelbomen bij 't huis van Hendrik en Jantien staan roerloos in schemering. Als Hendrik de geit naar binnen heeft gebracht, vraagt Evert hem, als gewoonlijk, of hij nog even meegaat naar de Huttenberg. Dat be tekent: naar het leegstaande huis. Het heeft nogal gewaaid, de laatste dagen, maar er blijkt geen schade te zijn. Ze gaan even naar binnen. Het is er kaal, de meubels zijn voor een deel bij Hendrik ondergebracht en voor de rest bij Otto Koster. Evert heeft zijn plannen met het achterhuis en hij kan er naar hunke ren om ze uit te voeren. Het werk plaatsje van Pinke moet worden ver groot en er zal verder een koestal ko men. Als hij wat meer verdiend zal hebben, gaat hij aan de slag! Ineens klinken er schoten in het oerbos. Ze kijken elkaar aan. „Wisse weer", zegt Hendrik. „Vanzelf. Kom, wij gaat maar weer, hè?" Ze hebben misschien nog maar der tig meter afgelegd, als Hendrik schuin vooruit wijst, naar de rand van het oerbos. Een man komt slingerend in hun richting. Ineens stort hij tegen de grond „Wisse!" Ze snellen naar hem toe. Hij ligt dwars over een bremstruikje. Hij steunt. „Wisse!" Hij jammert. „Hij is aangeschoten." „Grif". „Wisse!" Hij probeert overeind te komen, hij schuifelt opzij het bremstruikje zwiept veerkrachtig omhoog, maar zelf komt hij niet verderBloed begint zijn kleren te kleuren. Ineens komt er 'n jachtopziener te voorschijn. Strom pelend nadert hij, kijkt naar de ge vallene. (Wordt vervolgd) Het sterftecijfer voor tuberculose is ook in 1956 weer belangrijk gedaald en het bedraagt slechts 5.4 per 100.000 Inwoners. Dit is een ongekend laag cijfer, lager dan in alle andere landen van de wereld en lager dan men ooit verwacht had, toen men in het begin van deze eeuw met de bestrijding der ziekte begon en nog een sterfte kende van ongeveer 200 per 100.000 inwoners. Het is dit jaaar slechts 75 jaar geleden, dat Robert Koch de oor zaak van de tuberculose ontdekte in de tuberkelbacil en de strijd tegen de ziekte een aanvang kon nemen. Dat thans dit mooie resultaat bereikt is, is zeker aan de in Nederland uitstekend georganiseerde tuberculosebestrijding te danken, maar de sterke daling na 1945 is toch overwegend het gevolg van de ontdekking van een drietal sterk werkende geneesmiddelen en aan de vooruitgang van de operatieve behandeling der longtubercuiose. e 75) Ziezo, Pingo is weer los. Nu moet Petsie er nog uit. Kom Petsie, schiet eens wat op. Ik kan er niet uitkomen. O, jongens, zo komt ons mooie schip nooit op tijd klaar. Op de een of andere manier moeten we hem er toch zien uit te krijgen. Waar heb je toch die prach tige verrekijker vandaan gehaald, schildpadmannet j e? Dat staat je goed, Petsie. Je lijkt nu ook wel een schildpad, met die ton op je rugHa-ha-ha. M In de laatste vijf jaar is die sterfte tot meer dan de helft teruggelopen en voor de tuberculose van de hersenvliezen zelfs tot ongeveer een zesde. Deze mededelingen deed de voorzitter van de Kon. Ned. centrale vereniging tot bestrijding der tuberculose, dr. M. R. Heynsius van Berg, op de te Utrecht ge houden algemene vergadering. Hij zeide dat helaas deze lage sterfte bij het publiek de verkeerde indruk heeft gewekt, dat de tuberculose als volksziekte vrijwel is uitgeroeid. De des kundigen op dit gebied zijn zelf lang niet zo optimistisch en zij hebben daarvoor, naar de mening van de voorzitter, goede redenen. De sterfte is in verschillende delen van ons land nog zeer veel hoger dan het gemiddelde en ook het ziekte- cijfer, dat nog 70 nieuwe gevallen per 100.000 inwoners bedraagt dat is bijna 8000 personen per jaar loopt sterk uit een. Er zijn gedeelten in Nederland, waar in de laatste maanden zoveel nieuwe ge vallen ontdekt zijn, dat speciale maatre gelen moeten worden genomen, afgezien van de vele school-epidemietjes van tuberculose, welke zich in verschillende „Overleden, retour afzender", kwam op de achterzijde van de envelop te staan: „Overleden, nader adres onbe kend". De ambtenaar speelde de on bestelbaarheid door het hoofd met als gevolg deze merkwaardige en, voor de afzender pijnlijke vergissing. Of was het toch geen vergissing? Dit „nader adres onbekend" bergt onbe doeld een geweldige theologische pro blematiek in zich. Op een eenvoudig ste formule gebracht is het deze vraag: „Waar gaan wij naar het sterven naar toe?" Is daar niets over te zeggen? Is daar niets anders over bekend? De post kan ons de brief niet meer be zorgen. Maar heeft 't geloof hier niet een antwoord? Als wij vast en zeker geloven in de Here Jezus, mogen wij dan niet vertrouwen, dat ons nader adres zal zijn het Vaderhuis met de vele woningen? Het koninkrijk Gods? De nieuwe hemel en de nieuwe aarde? Bü Jezus? De hemel? Dat verkeerde achterschrift: „nader adres onbekend" mag ons niet losla ten. En zeker niet als christenen. Vele dogmatici hebben daar dikke en ge leerde boeken over geschreven. Om misverstand te voorkomen voeg ik meteen aan toe, dat het niet de enige vraag is, die ons moet bezig houden. „Hoe wij als christen hebben te leven" is wel eens vergeten door de eenzij dige beklemtoning van „hoe wij als christen sterven". Maar het kan geen kwaad alsdat „nader adres onbekend" ons maar eens aan het denken zet. In Contact, weekblad van de gere formeerde kerken in Indonesië, is een statistiek opgenomen betreffende het ledental dezer kerken. De zes plaatse lijke gemeenten hebben in totaal nog 2359 leden. Ds. J. J. Oranje van Dja karta tekent hierbij aan: De achteruitgang heeft zich ook dit jaar voortgezet. Het zielental slonk met 196. Vorig jaar waren ook opge nomen de leden van Palembang, dis op Malakka wonen; deze zijn thans niet in de cijfers begrepen. Wanneer men dit in rekening brengt is de ach teruitgang in zielen 156. Dit moet m.i., de omstandigheden in aanmerking ge nomen, als een geringe achteruit gang worden beschouwd. De afbraak van het Nederlandse element in de In donesische maatschappij gaat èn abso luut èn procentueel veel sneller. Daar uit blijkt weer eens, dat onze kerken niet uitsluitend afhangen van het Ne derlandse element. Een ander aspect is de taalvorming. Deze verloopt langzamer en met meer moeilijkheden dan algemeen werd ge dacht. Van de actualiteit van het Ne derlands als omgangs- en cultuurtaal zijn onze kerken veel meer afhankelijk. We moeten ons er wel op voorberei den, dat het Nederlands als cultuur taal op den duur zal worden verdron gen door het Engels, zolang de Bahasa Indonesia de alomvattende cultuur functie nog niet zal kunnen overne men. Wat ons echter ook in dit op zicht de toekomst zal brengen, is nog verborgen. Het moet naar mijn mening voorlo pig onze roeping zijn, in de zes kerken dienaren des Woords te hebben. Er zijn twee conclusies mogelijk. 1. Wat zijn we toch een verdwij nend klein groepje! 2. Wat moeten we toch dankbaar zijn, dat het nog zó is. Te Leiden is een (vrijgemaakte) ge reformeerde studentenvereniging op richt, geheten Franciscus Gomarus. Ds. J. Kamphuis van Delfshaven zegt er in De Reformatie het volgende van: De naam is een program! Twee van onze studentenverenigingen aan de Rijksuniversiteiten kozen een naam uit de kerkhistorie. In Groningen werd de gedachtenis van Hendrik de Cock, in Leiden die van Gomarus geëerd. Dat achten we zinvol: wil het gere formeerde studentenleven een zegen zijn, dan alléén in déze weg, dat de volkomen leer der zaligheid het oog scherpt en het hart wakker en waak zaam maakt. De Cock en Gomarus er is veel over hun karakter gesproken (.„lasti ge", „korzelige", „kortzichtige" men sen), maar gefeliciteerd die studenten, die de zin van deze levens hebben ge loofd; die zin kan niet eenvoudiger ge vat worden dan inde zinspreuk van Gomarus zelf: Lex lux: Gods Woord is licht. Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft gistermorgen de 35-jarige nota risklerk B. H. S. uit Noordwijk, over eenkomstig de eis van de procureur- generaal veroordeeld tot een gevange nisstrafevan twee jaren met aftrek van voorarrest. De klerk kon in de jaren 1955 en 1956 door gebrek aan controle voor ruim f 17.000 verduiste ren ten nadele van cliënten van de notaris en het notariaat zelve. De rechtbank had S. tot een gevan genisstraf van twee en een half jaar met aftrek van voorarrest veroordeeld. delen van Nederland hebben voorgedaan. UITBREIDING De vereniging besloot haar werkzaam heden uit te breiden tot op het terrein van andere longziekten. Men denkt hier bij aan astma. Uit een voordracht van dr. IJ. N. Oos- terbaan over de nderbezetting in sa natoria in verband met de veranderende epidemiologie der tuberculose bleek, dat rekening moest worden gehouden met een zeer grote onderbezetting over en kele jaren. Zijn conclusie was dat bij een voort zetting van de huidige daling in het aan tal t.b.c.-gevallen is te verwachten dat men in 1959 aan de helft van de rond 8.000 sanatorium bedden genoeg zal heb ben.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1957 | | pagina 5