- HUURDEBAT Spreken van de Here Jezus valt ons moeur Door bestedingsbeperking komt 1957 net uit iiijk Koningin opende 13de int. Gemeentecon gres Verwachte prijsstijging 4.5 pet. Org anisatie is wel in orde, maar praktijk is nog zwak mm Donderdag 13 juni 1957 "ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 CENTRAAL ECONOMISCH PLAN 1957 GEREFORMEERD EVANGELISATIEWERK Ongeveer duizend deelnemers Vlag in Zeeuwse handen Afgevaardigden uit 54 landen Als vakman weet ik m'n weetje. Die Halfzware IBIS van jullie is een knap stukje vakwerk. En je draait er heel wat uit! Als kenner ken ik de smaak van m'n rokers. Geen lekkerder shag dan IBIS shag. DobbelmannJ V lekker man! JS VORIGE WEEK is dan het huurdebat in de Tweede Kamer beëindigd. Wij hebben ons tijdens het debat ge reed gehouden, om te schrijven, als er leis belangrijks zou gebeuren. Een ogenblik leek het erop, dat dit het ge val zou zijn. In de nacht van donder dag op vrijdag hebben er zelfs gedach ten aan een kabinetscrisis rondge waard, althans aan het uittreden der antirevolutionaire ministers uit het kabinet. Het is gelukkig niet zo geworden. Met name wat het laatste betreft dan. En ook wat het eerste aangaat. Uittreden der antirevolutionaire mi nisters zou onder de huidige omstan digheden zeker alleen maar verlies betekenen. Daarmee zou een stuk van de directe invloed der christelijke partijen op de regering alleen maar worden uitgeschakeld. Onder de hui dige omstandigheden, nu de regering zulk een groot wooTd meespreekt ook in zaken, waarmee ze normaal geen bemoeienis moest hebben, is het van belang, daarbij te zijn. Een kabinetscrisis zou in deze tijd zeker ook ongewenst zijn. De politieke constellatie is nu eenmaal zo, dat al leen een nog meer ongewenst kabinet dan dit noodkabinet aan het bewind zou komen. Het is begrijpelijk, dat onder deze omstandigheden het huurdebat behal ve dan enige spanning niet veel nieuws heeft opgeleverd. Wijzigingen van be tekenis konden niet tot stand worden gebracht, al is het niet helemaal zon der gewicht, dat voor bedrijfspanden een iets lagere huurverhoging uit de bus is gekomen, 15 inplaats van 25 Eén ding heeft ons leed gedaan. Dit, dat er uit de kamer alleen negatief te gen de regeringsvoorstellen werd op getrokken, doch dat er tegenover de regeringsvoorstellen maar heel weinig, feitelijk niets positiefs werd gesteld. Wij gevoelen allen, dat het niet goed gaat in Nederland. Wij gevoelen ook, dat het met name op het gebied van de woningpolitiek niet gaat, zo als het gaan moest. Het roer moet om, werd een aantal jaren geleden geroepen. Maar van die roerwending is nog steeds niet veel gekomen. Zeker, met name onze minister van economische zaken doet zijn best, om op zijn gebied een scherpe koers te varen. Maar voor het overgrote deel is het regeren in ons land gebouwd op de opvatting: het gaat goed, zolang het goed gaat. Nu we de wind wat tegen hebben, geeft dat direct allerlei zwa righeid. Het wachten is op de staatsman, die aangeeft, of de staatslieden, die aan geven, hoe Nederland koersen moet, om in het raam van de huidige ont wikkelingen op politiek en economisch terrein, in het raam ook van de groei naar integratie, zijn eigen standpunt te doen uitkomen in het belang van het Nederlandse volk en in de lijn van de beginselen, die velen in het Neder landse volk lief zijn. Wij hebben in dit opzicht het oog gericht op de christelijke politieke par tijen. Zij zijn de draagsters van de tra dities, die ons volk hebben voortge stuwd in het volkerenleven. Zij zullen het ook nu moeten zijn, die de stand van zaken het diepst doorschouwen. En zij kunnen het dan zijn, die weer leiding geven aan ons volksleven in positieve richting. Maar, wil dit tót zijn recht komen, dan is het nodig, dat ieder met en in die partijen meeleeft en mee bouwt aan een gezonde meningsvorming. Het ontbreekt daaraan de laatste tijden nogal. De les van het onbevredigende huurdebat kan zijn, dat er allereerst op dit laatste punt iets veranderen moet. Daartoe roepen wij dan ook op. Door de tenuitvoerlegging van het regeringsprogramma inzake de bestedingsbeperking en de verhoging van het agrarisch inkomen zal de betalingsbalans op lopende rekening in 1957 100 miljoen gulden overschot kunnen geven. Hierbij dient in aanmerking genomen te worden, dat de verhoging van het agrarisch inkomen in 1957 niet tot een verruiming van de bestedingen zal leiden, daar de afrekening en de uitkering met grote vertraging plaats hebben. De prijsindex van het levensonderhoud zal in 1957 een jaargemiddelde bereiken, dat 4V2 k 5Vs °/o hoger ligt dan in 1956. Deze schatting berust o.a. op de veronderstelling, dat de gemiddelde loonstijging tot 6.7 beperkt blijft en dat de loonsverhogingen voor slechts 1.8 °/o worden door berekend. De bestedingsbeperkende maatregelen doen de particuliere consumptie met ongeveer lVt °/o afnemen. Desondanks stijgt zij over de gehele linie met V* B/o per hoofd. Dit is een gevolg van de invoering van de Algemene Ouderdomswet, waardoor het verbruik door de ouden van dagen kan toenemen. Dit zjjn enkele van de belangrijkste zinsneden uit het door het Centraal Planbureau opgestelde economisch plan voor 1957, of liever de prognose, de voorspelling, welke op grond van vele gegevens op economisch gebied gedaan wordt. Het plan is gebaseerd mee op grond van een schets van de ontwikkeling sinds 1950 en van bijzondere waarde is daarbij, dat in het bijzonder de „probleemjaren" 1950 en 1956 werden vergeleken, waarna de ontwikkeling in 1951 kan worden nagegaan en in overeenstemming daarmee die in 1957 kon worden uitgestippeld. De uitbreiding der produktie bleef in 1950-1952 beperkt tot VA per jaar. Daarna steeg ze tot 6 Dit ging gepaard met een daling van het aantal werklozen, dat in 1953 nog 102.000 bedroeg, doch in 1956 slechts 40.000, terwijl het aantal openstaande aanvragen bij de arbeidsbureaux in die jaren steeg van 42 duizend tot 106 duizend. Is in de toeneming van de spanning op de arbeidsmarkt een zekere gelei delijkheid te zien, de omkeer in de po sitie van de betalingsbalans kwam van 1955-1956 tamelijk abrupt. Van 1950- 1953 steeg het betalingsbalanssaldo met 1.3 miljard gulden. In 1954 en 1955 handhaafde het zich op bevredi gend niveau, doch in 1956 viel het te rug tot het peil van 1950. De overbesteding van nu is echter moeilijker omkeerbaar dan die in '50, omdat zij thans meer ligt in consump tie en investeringen in vaste goederen, tegen toen in voorraadvorming. ALLE SECTOREN De binnenlandse bestedingen stegen in 1956 met 8d, produktie daarentegen met slechts 4 De sterke bestedingsverruiming vol trok zich in alle sectoren. De toene ming der particuliere consumptie met 814 werd mogelijk gemaakt door een verhoging van het looninkomen met 12 (bij een betrekkelijk stabiel prijsniveau) en een dalende spaarnei- ging. Heeft de binnenlandse bestedings- drang bijgedragen tot een ongunstige betalingsbalanspositie, daarnaast werk ten ook uitwendige fetoren, zoals de verslechtering van de ruilvoet met 1% Daardoor werd de groei van de HOEWEL Het niet zo bedoeld is, maakt het in de latere jaren telken male verschijnende boekje met het „Centraal Economisch Plan" door zijn titei altijd een pretentieuse indruk. Evenals de naam „Centraal Plan bureau" zou men er toch uit kunnen aflezen, dat de groep mannen, die aan dat bureau werken, wel eens in plan zal gaan zetten, hoe de toekomst zich moet ontwikkelen en daarna jaarlijks in een boekje bepalen, hoe voor een bepaald jaar de ontwikkeling moet zijn. Als het boekje dan op de helft van het jaar verschijnt, dan zou men kunnen zeggen: dat is nogal goedkoop, want men gaat er zeker van uit: cle tweede helft is net zo. Toch mag men het zo niet zien, Wie het boekje leest het is ge woonlijk geen eenvoudig werk kan constaterendat er op verantwoorde toijze gewerkt is. Men heeft de gege vens over de voorafgaande tijden naast elkaar gezet, na ze eerst nauwkeurig uit elkaar getafeld en gerubriceerd te hebben. Zijn deze gegevens uitgezet, dan tracht men, met behulp van alle bekende materiaal, uit te stippelen, hoe in de komende tijd de ontwikke ling zal zijn. Al kan men dus niet zeggen: zó wordt het, dan zijn dergelijke aanwij zingen toch nuttig, om er bij zijn be leid, voor de toekomst mee te rekenen. Meer moet men er niet in zien. Een boekje als het „Centraal Econo misch Plan 1957" is er, om te bewijzen, dat het hier om niet meer dan aan wijzingen gaat. Ze zijn dus van betreK- kelijke waarde. Dat blijkt wel, als in het boekje wordt vermeld, dat de om mekeer in 1957 „abrupt", dus plotse ling, kwam. Ook een Centraal Plan bureau kan met zoiets niet rekenen. Op een andere plaats wordt gesenre- ven over de onzekerheid ten aanzien van de ontwikkeling van onze devie- zenpositie. En ook wordt er op gezin speeld, dat op sommige punten bij He bestedingsbeperking te hoog of te laag gemikt is. Maar dat herstelt zich dan in een volgend jaar wel weer Wij blijven de titel pretentieus vin den, aanmatigend. Maar de bedoeling is, dat op grond van het voorgaande tot het volgende geconcludeerd wordt. Dit is mensen geoorloofd. Mits zij toch altijd in het oog houden, dat God in al onze menselijke berekeningen en verwachtingen kan blazen, zodat ze als een kaartenhuis ineen vallen. Wie dat niet doet, zal met alle plan nen verkeerd uitkomen. 'igezonden mededeling (adv.) In cellofaan verpakt. export teniet gedaan. Voorts bleef een stijging van de uitvoer van diensten (kapitaal, vervoer e.d.) achterwege, ondanks de gunstige 'vrachtenmarkt. Waren er geen maatregelen tot beste dingsbeperking genomen, dan zou wel iswaar het betalingsbalanstekort van circa 600 miljoen in 1956 dalen tot 200 miljoen in 1957, doch de, goud- en de viezenvoorraad zou een verdere daling van rond 600 miljoen gulden onder gaan. De spanning op de arbeidsmarkt zou zich vrijwel onverminderd voort zetten en de kapitaalmarkt zou krap blijven. De produktiestijging zal in 1957 slechts ongeveer 1% bedragen. Toch zal de arbeidsreserve als gevolg van de spanning op de arbeidsmarkt slechts weinig toenemen. Zelfs al zou, wat niet verwacht wordt, het aantal werklozen toenemen tot 62.000, dan zou het nog minder zijn dan 2 dus 1 lager dan bij een niet overspannen situatie als normaal geldt. LONEN, PRIJZEN Uit de verdere bladzijden van het Plan 1957 (een boekje van meer dan 150 bladzijden met vele staten en gra fieken) noteren we nog, dat de lonen in de particuliere bedrijfssector in '56 stegen met 10 Voor het overheids personeel wordt gerekend met 11 Het werknemersaandeel in het natio naal inkomen steeg met 4 De prijs stijging bleef beperkt tot 3 wat minder is dan bij een dergelijke loons verhoging mocht worden verwacht. Het jaargemiddelde van het con- sumptieprijsbeleid zal in 1957 stijgen met 4'A de prijsindex van de kos ten van levensonderhoud met 4 'i a 514 Een belangrijk punt is, dat het wer kelijke inkomen per hoofd der bevol king in 1957, ondanks de bestedings beperking, nagenoeg ongewijzigd blijft. Maar, als gevolg van de herverdeling van het inkomen ten behoeve van de ouden van dagen en de agrarische sec tor blijft het beschikbare inkomen voor elke categorie der bevolking niet ongewijzigd, maar daalt het iets voor de andere groepen. Ingezonden mededeling (adv.1 Vaderdag was het voor mij al 2 maanden geleden Hoe dat kan.' Wel, Jk kreeg op m'n verjaardag ue Vaderdagwens van alle mannen vervuld: „De nieuwe Braun Combi met tondeuse". Dat is nu werkelijk een volmaakt droogscheerapparaat. Dank zij het befaamde scheerbJad (gepatenteerd, flinterdun)] scheert] de Braun veel sneller en gladder. En de vernuftige precisie-tondeuse neemt bovendien de langa haren, die vrijwel met geen ander apparaat te vangen zijn, in een tel weg. Verwen Uw man als man - maak hem blij als vader. Geef hem het meest complete scheerapparaat ter wereld. BRflUlK prachtig C O m b i etui f59.75 Imp, N.V. Hapé, A'dam-C. Gev. 1913. Tel. 48.882-48.321 Dm vergelijkende «cheerproef bij Uw handelaar» overtuigender dan alle beweringen. (Van onze kerknieuwsredacteur) HOE KOMT HET TOCH, dat het gereformeerd evangelisatiewerk wat de kwantiteit betreft, aan de grens van zijn kunnen is, maar dat de kwaliteit nog allerlei zwakheden vertoont? Op deze vraag heeft ds. W. A. Wier- singa, avangelisatiepredikant in alge mene dienst, getracht een antwoord te geven op de jaarvergadering van het Verband van Evangelisatiecommissies in de Gereformeerde kerken, waarvan hij voorzitter is. In de praktijk van de georganiseerde evangelisatie houdt 95 pet. van de Ge reformeerden zich afzijdig. Evangeli satie is voor hen niet zo vanzelfspre kend als hijvoorbeeld christelijk on derwijs, dat zij automatisch voor hun kinderen begeren. Maar ook het georganiseerde werk der overige 5 pet. staat niet op die hoogte als nodig zou wezen. Gerefor meerden'zijn sterk in het organiseren zij geven ook hun geld wel voor het evangelisatiewerk, getuige de op brengst van de collekte EV-200, „maar het spreken van de Here Jezus gaat ons toch moeilijk af", zei ds. Wiersinga. Ter illustratie wees hij op de massa's lectuur, die wekelijks wordt bezorgd, waartegen het aantal huisbezoeken ongunstig afsteekt. Huisbezoekers nl. brengen gemiddeld maar acht bezoe ken per jaar. Spreken met de ander is niet de sterkste zijde van de gere formeerden. Geen vrijmoedigheid De oorzaak hiervan meende ds. Wier singa te moeten zoeken in het gebrek aan vrijmoedigheid. Bij de apostelen wordt in hun optreden,-beschreven in de Handelingen, voortdurend 't woord vrijmoedigheid gebruikt. Zij kónden niet laten te spreken van Christus. Vanwaar die vrijmoedigheid? De apostelen bezaten een wezenlijke vrij heid van het geloof; zij waren losge komen van hun eigen twijfel. Menige werker in de evangelisatie bezit deze apostolische genade nog niet: een geest van onvrjjmoedigheid houdt hem ge vangen. Deze geest van onvrijmoedig- heid wordt alleen uitgeworpen door een geest van gebed. Goede achtergrond De vraag, die hierna aan de orde conferentie mocht beschouwen, luid de: „geeft ons kerkelijk leven de goe de achtergrond voor ons evangelisatie werk?" Ds. Jac. Jonker, evangelisatiepredi kant in Amsterdam-zuid, verklaarde, dat het helemaal mis zou wezen in dien de Gereformeerde kerken niet méér zouden zjjn dan een achtergrond van het evangelisatiewerk. De evan gelisatie behoort het hart van de kerk te zijn. Feitelijk zou in de kerk steeds op de een of andere manier over da evangelisatie gesproken moeten wor den. Maar ook zal de evangelisatie nooit los mogen staan van de kerk. In de jaar-vergadering heeft ds. C. Mak van Leeuwarden zijn jaarverslag toegelicht. De vergaderink, daarna in conferentie overgaande, behandelde diverse sectoren van het evangelisatie werk. Er werd o.a. gesproken door de koopvaardijpredikant ds. K. S. G. Zijl stra van Rotterdam, de heer Anne de Vries van Zeist, mej. E. G. van Eg- mond van Zuidlaren en ds. H. Vol- kwam, en die men als het hart van de lenhoven van Maassluis. Na de openingswoorden door prof. dr. P. J. Oud, als president van de I.U.L.A. en de begroe tingsrede van de burgemeester van Den Haag, mr. H. A. M. Th. Kolfschoten, werd de nieuwe vlag van de l.U.L-A. binnenge dragen door 12 meisjes in kle derdrachten van de elf provin cies en van Urk. Het meisje, dat Zeeland in een Zuid-Bsv elands costuum vertegenwoordigde, droeg de vlag. De elf andere meisjes hielden de lange linten vast, die aan de vlaggenstok wa ren bevestigd. Voor Utrecht raas het meisje in een costuum van Spakenburg, voor Noord-Hol land was er de Volendamse dracht, voor Zuid-Holland was het meisje in een Schevenings costuum gestoken met gekleurd jak, voor Noord-Brabant~in een Brabants costuum met poffer, voor Limburg in een costuum met hoofddoek (stein) en voor de Noordoostpolder droeg het meisje een Urker costuum. Koningin Juliana heeft gister morgen in de Ridderzaal het 13de internationale gemeentencongres geopend, dat tot en met 18 juni in Den Haag-Scheveningen wordt gehouden. Aan dit congres van de Internationale Bond van Steden en Gemeenten wordt door ruim 670 personen uit 34 landen deelgeno men. Met de ruim 270 personen, die hen begeleiden, zijn er een kleine 1000 deelnemers. De koningin, die het beschermvrouw schap aanvaardde, arriveerde om half elf aan de Ridderzaal. Mejuffrouw mr. H. J. D. Revers, ad junct-directrice van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten bood de Konin gin bloemen aan, waarna prof. Oud in de Engelse taal een kort woord van wei- kom sprak. De burgemeester van Den Haag hield namens het gemeentebestuur in de Franse taal een begroetingsrede. Na een rede van minister Struycken opende de Koningin het congres. „Ik ben mij bewust van de fundamen tal verwantschap der problemen waar mee Gij u allen thuis geplaatst ziet. Ik hoop dat uw besprekingen veel vrucht zullen dragen en dat de verscheidenheid waarin dezelfde problemen zich voordoen in onze evrsehillende landen, uw inzicht moge verrijken, en zo uw taak moge ver lichten en ten dienste zijn van ai de mil joenen onzer inwoners, die u voortdu rend ter harte gaan. Het leven in de stad en op het platte land en de onderlinge verhouding zullen het hoofdthema van uw besprekingen vormen. Hieruit zullen vele moeilijkhe den kunnen blijken, waar zowel stad als platteland zoekende zijn naar menige nieuwe vorm van gemeenschapsleven. En dit vooronderstelt altijd de oude paradox: Het respect van de gemeenschap voor de enkeling, enerzijds, en het respect van de enkeling voor de gemeenschap ander zijds. Mij dunkt dat het de grondslag van de zorg voor uw gemeenten moet zijn, als haar besturen een goede verhouding van deze twee tegenovergestelden te be vorderen. Ik ben er zeker van dat wanneer alle leden van een gemeenschap samengaan, om het welzijn van hun samenleving te bereiken, deze zal leven, groeien en vrucht dragen. Dit geldt evenzeer voor de bijzondere gemeenschap die Gij enige dagen lang zult vormen in deze samen komst. Met de beste wensen voor de reële vruchten van dit uw samenzijn, verklaar ik het 13e internationale gemeentencon gres geopend". Ingezonden mededeling (adv.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1957 | | pagina 3