Uit pionierswerk groeide
Christelijke Kerk
ANJERS óclione tumble
5919
De Libanon beleeft felle
verkiezingsstrijd
Moeilijk werk in de rimboe
Uitgedréven door de
kracht des Geestes
DUINEN
Beiroet kolossale reclamezuil
In pro-westerse politiek geen
verandering verwacht
Ontwikkeling
Ontspanning
Gezelligheid
PINKSTERFEEST
Niet spectaculair,
maar toch
ASPIRINE
PIONIERS
Tekort aan priesters
TEGENKANTING
Polder gaf terug
wat water nam
oetnen
Voor alles zakenman
Onderzoek voor
a»s» predikanten
i 't Zeeuwsch Weekend
(Van onze kerknieuwsredacteur)
OP SCHOOL HEB IK NAAST een „jongen uit het zendingshuis"
gezeten. Zo placht men indertijd op de Dompleinschool in Utrecht de
zonen uit zendingsgezinnen aan te duiden, die in een voor hen be
stemd hospitium woonden. De „jongens uit het zendingshuis" genoten
achting op school. Niet omdat zij de zonen waren van hard ploeterende
vaders en moeders ergens in de binnenlanden van Indonesië, want
daar stonden hun medescholieren niet bij stil. Nee tegen de „jongens
uit het zendingshuis" zag je op, omdat zij „iets van de wereld hadden
gezien". Hun wieg had immers in de een of andere dessa gestaan.
Met de taal der inheemse bevolking waren zij vertrouwd geweest.
Ook hadden zij de grote reis naar het moederland gemaakt.
De „jongen uit het zendingshuis",
die mijn bankgenoot was, heette Van
der Klift. Ik benijdt hem omdat hij
sterke vuisten had, maar ook omdat
hij zich erop kon beroemen een heel
ongewone geboorteplaats te hebben,
namelijk Mowèwe op zuidoost Cele
bes. Dit was een groot voorrecht, al
thans wanneer je in een klas zat met
jongens, die als geboorteplaats het
doodgewone Utrecht, Bunnik of Jut-
phaas moesten vermelden!
Maar die „jongen uit het zendings
huis" heeft bij zijn „voorrechten" toch
heel wat moeten missen. Dit heb ik
later begrepen. Van zijn ouders was
hij wel niet vervreemd, want er werd
druk mee gecorrespondeerd; daar let
te het zendingshuis wel op! Maar hoe
prettig de sfeer in dit huis ook was,
de jongens groeiden toch buiten het
eigenlijk gezinsverband op. En zij wa
ren nog zo jong.
In geen jaren heb ik meer contact
met die vroegere schoolmakker ge
had. Het is mij onbekend, waar hij
terechtgekomen is. Maar dezer dagen
zag ik hem in de geest weer voor mij.
Dat was toen ik het Zendingsblad van
de Hervormde Kerk doorkeek en daar
in een artikel vond van dr. G. P. H.
Locher uit Oegstgeest over de zelf
standigwording van de Christelijke
kerk in zuidoost Celebes.
Dr. Locher begint zijn artikel met
de mededeling, dat voor zover hem
bekend, geen enkel dagblad in Indo
nesië of Nederland enige aandacht
heeft besteed aan het zelfstandig wor
den van de Christelijke kerk in zuid
oost Celebes. „Wel nieuws" zo
vraagt hij „zit er nu in de lot
gevallen van een handjevol Christe
lijke gemeenten, met bij elkaar nog
geen drieduizend leden, ergens in 'n,
uithoek van Indonesië? Er waren in
de maand februari wel belangrijker
zaken, die alle aandacht vroegen!"
Zo'n mededeling geldt voor verre
weg het meeste zendingswerk. De
kranten vinden het niet spectaculair
genoeg. Zij gaan zich pas interesse
ren bij grote getallen. Zij vermelden
precies hoeveel mensen er tijdens de
evangelisatiecampagne van Billy Gra
ham in New York opgestaan zijn na
de zeer dringende oproep om zich te
bekeren. Het evangelie loont alleen
de moeite wanneer het aankomt met
frappante cijfersEn in dat geval
wint Billy Graham het altijd van een
eenvoudig zendeling.
En toch moet men voor de oor
sprong van de heden bestaande jonge
kerken in Indonesië terug naaT de
eenvoudige zendelingen; naar de
mannen die met hun vrouwen zo
maar de rimboe ingetrokken zijn. Die
de eerste jaren door gebrek aan ken
nis van de taal heel weinig konden
uitrichten. Trouwens, indien zij niet
„door de kracht des Geestes" waren
uitgedreven, dan zouden ze spoedig
als gedesillusioneerde mensen terug
gekeerd zijn.
Zendeling H. van der Klift is in
1952 overleden, nadat hij nog enkele
Jaren predikant te Oudega en Kolder -
wolde was geweest. De zelfstandig
wording van de. Christelijke kerk in
zuidoost Celebes heeft hij niet meer
mogen zien. Hij was het, die in 1915
42 jaar geleden als pionier daar
begon. „Aan zijn vrouw hebben wij
als een der eersten kunnen berich
ten dat de kerk, gegroeid uit het zaad,
dat haar man en zij als eersten in
zuidoost Celebes mochten uitstrooien,
felfstandig geworden was", schrijft dr.
,ocher.
zijn het vooral, die de zelfstandig
wording van deze Christelijke kerk
hebben geleld. „Niet vele wijzen, niet
vele invloedrijken zijn het, die de
kerk van Christus in zuidoost Celebes
vormen", aldus dr. Locher. „Voor de
wereld zijn zij zonder betekenis. Maar
in de hemel zijn er andere oordelen
dan onder de mensen. Laten wij God
vurig bidden om trouw en moed voor
onze broeders en zusters aldaar. Welk
een voorrecht is het, dat wij met onze
gaven en ons gebed hun van dienst
mogen zijn!"
Onze gaven en ons gebed voor de
zending. Daarover gaat het in de ker
ken op het Pinksterfeest. Soms wordt
geen gave in geld gevraagd, maar de
gave van zichzelf. Zo hebben de pio
niers het ook gezien, die zich beschik
baar stelden om het evangelie aan de
heidenen te brengen. Hun offer be>
In Oostenrijk komt de Rooms-Katho-
lieke kerk thans 1700 priesters tekort;
28 procent van de dienstdoende gees
telijken is ouder dan 61 jaar en slechts
12 procent van de priesters is jonger
dan 35 jaar. Er wordt nu over gedacht
om de hulp van andere landen in te
roepen. De grootste nood aan geeste
lijke voorgangers bestaat in de ste
den. Te Wenen zijn er enkele oude
parochiekerken in de binnenstad, die
slechts een paar honderd lidmaten tel
len, maar daartegenover zijn er ker
ken, waar één priester de zorg heeft
voor 5300 zielen.
Leden der Zwitserse nationale re
serve van tussen de 48 en 50 jaar zul
len in de periode 19571958 voor twee
tot zes dagen onder de wapenen wor
den geroepen voor het ondergaan van
een speciale opleiding voor het bestrij
den van tanks.
Indertijd gaf de Zendingsstudieraad
een tweedelig werk uit over de zen
ding in oost en west. Daarin staat ook
iets vermeld van het pionierswerk,
dat zendeling Van der Klift heeft ge
daan.
Toen hjj in 1915 op zuidoost Cele
bes aankwam, vestigde hij zich in
Kolaka, de voornaamste plaats in dit
gebied. Hij wilde echter zijn stand
plaats kiezen te Mowèwe, dat vijf uur
gaans van Kolaka ligt. Pas in 1919
werd daar een huis voor hem ge
bouwd, zodat toen het eigenlijke zen
dingswerk kon beginne^
Intussen had ds.
Van der Klift het
vertrouwen van de
bevolking al gewon
nen. Een griepepide-
mie te Koloka gat
hem in 1918 de kan mgp**
ziekenbezoek te
doen. Het driejarij
verblijf te Kolaki
had hem voldoende
vertrouwd gemaakl
met de taal. De
griep maakte veel
slachtoffers in Ko-
aka. Binnen drie
weken tfjds bracht
nen van de 900 in
woners er 177 naar
het graf. Veel kon
le zendeling niet
uitrichten, want het
ontbrak hem aan
medicijnen; „met ki
nine en aspirine
werd echter al veel
bereikt", staat er
dan laconiek. Inder
daad waren deze
eenvoudige middel
tjes toch de weg
naar het hart van
de mensen. Men ac
cepteerde de zende
ling en zijn vrouw.
Toen eenmaal het
huis te Mowèwe ge
bouwd was, groei
den de mogelijk
heden. Het zendings
gezin nam pleeg
kinderen op. Na eni
ge tijd konden drie van deze
pleegkinderen, op eigen verzoek, wor
den gedoopt. De grondslag voor een
kleine Christengemeente was gelegd.
„Waar God een kerk zet, bouwt de
duivel een kapel". Zodra het pioniers
werk van zendeling Van der Klift
vrucht begon op te leveren, ontwaak
te de islam op zuidoost Celebes. Wel
woonden in dit gebied al eeuwenlang
aanhangers van de islam, maar er ging
geen activiteit vanuit.
De mohammedanen probeerden de
mensen bevreesd te maken voor het
werk van de zendeling. Zij trachtten
te voorkomen, dat de zendingsschool
leerlingen kreeg. Ook stichtten zij te
Kolaka een missigit (moskee). Maar
God liet het werk van zijn handen,
te Mowèwe begonnen, niet varen. De
school kwam er en een tijdje later
boutvde men ook een school in Rate-
rate, een dagreis van Mowèwe.
Zendeling Van der Klift had in
middels assistentie gekregen. Er heb
ben op zuidoost Celebes o.a. gewerkt
de zendelingen M. J. Gouweloos (in
1942 door de Japanners doodgescho
ten), G. W. Mollema (in 1950 door
een bende vermoord) en J. Schuur-
mans, nu predikant in Wittewierum
en Lellens.
Onzeker is dé toestand in het ge
bied van zuidoost Celebes. Er zijn
plaatsen in het binnenland, waarmee
geen contact te krijgen is. „Hoe dik
wijls hebben wij ons daarom niet be
zorgd afgevraagd schrijft dr. Lo
cher wat de toekomst dezer kleine
en menselijk gesproken zo zwakke
gemeenten zou zijn. Zullen zij staande
blijven?"
Er werken nu vier Indonesische
predikanten, die hun opleiding aan de
theologische school te Makassar, zuid
west Celebes, hebben ontvangen. Zij
stond niet alleen daarin, dat zij naar
Indonesië trokken, maar ook hierin,
dat zij later bereid waren om geschei
den te leven van hun kinderen.
Ik denk nog eens aan de zoon van
zendeling Van der Klift, de „jongen
uit het zendingshuis". Tegenwoordig
gaat het allemaal gemakkelijker. De
zendingsmensen van vandaag kunnen
hun kinderen langer bij zich houden,
en als de scheiding komt, breken de
verlofperioden sneller aan d_n vroeger.
Maar zonder offer gaat het in
Ho zeriHin". in het rijk van God,
De visser Js. Schuurman uit
Vollenhove heeft in de droogge
vallen bodem van de polder Oos
telijk Flevoland het polshorloge
teruggevonden dat hij daar twee
maanden geleden, toen er nog
water stond., had verloren. En het
merkwaardige was dat het uur
werk, nadat het was opgewonden,
weer liep als altijd.
S. was aan het vissen toen het
horloge onverwachts van zijn arm
gleed. Pogingen om het terug te
vinden liepen op niets uit en men
besloot toen op de plaats waar
het horloge in de golven was ver
dwenen een stok in de zeebodem
te steken. Thans, acht weken la
ter, was het water in de polder
zover gezakt dat de plaats waar
de stok nog steeds) stond, te
voet bereikbaar was. Men zag
aanvankelijk het horloge niet,
maar toen men met een schop de
grond even had omgewoeld, kwam
het verloren uurwerk te voor
schijn.
Anjers zijn niet alleen prima snij
bloemen, doch ook als tuinplanten
kunt u van hen veel plezier hebben.
Er zijn vele soorten; zowel tweejarige,
éénjarige als overblijvende soorten. De
vaste plant- of overblijvende anjers
zullen ongetwijfeld wel het best vol-
en begin volgende maand kunt u elk®
jonge scheut wel als stek gebruiken.
Steek die dan maar in de volle grond1
en dan op een licht schaduwplekje en
daar zullen de anjers dan spoedig
nieuwe wortels vormen. Zet ze dar|
echter niet precies op dezelfde plaat®
Met instemming van H.M. de Koningin
en Z.K.H. de Prins der Nederlanden zal
in plaats van de Prinsessenkalender met
ingang van 1958 worden uitgegeven PRO
JUVENTUTE'S ORANJEKALENDER
nooit. Wij worden niet allemaal
verwaardigd tot het pionierschap
in de zending. Maar wij worden
wèl allemaal geroepen om, meer
naar achteren in de linies staande,
de voormannen en hun gezinnen
zoveel mogelijk te steunen. Niet
met een soort medelijdende liefda
digheid. Maar met een hart vol
dankbaarheid, dat God nog steeds
mensen roept tot Zijn dienst.
Beiroet ziet er in deze verkie
zingsdagen uit als één kolossale
reclamezuil.
God blies het rulle zand op hopen
En ordende ze rij na rfj.
De stranden deed hij breed uitlopen,
Garneerde hier en daar met klei.
Toen plantte Hij de vele planten,
Het helm, viooltjes zonder tal.
Hij bracht konijnen en fazanten
En krekels in een groot getal.
De zilv'ren meeuwen deed Hij zwieren
Van zee tot heel diep in het land.
Ook bracht Hij nog de kleine mieren
En strooide schelpen op het strand.
De nachtwind liet Zjjn komen merken.
De avondlucht was rood als bloed.
De Heer bezag Zijn schone werken
En zie dit alles was zeer goed.
ADRI MALJAARS
doen. De echte witbloemige grasanjers
voldoen in elke zonnige tuin en u kimt
jaarlijks van hen een weelde van bloe
men verwachten en wanneer u wilt
plukken kunt u rustig uw gang gaan.
Pluk die bloemen dan echter zodra de
bloemknoppen de kleur al doorlaten;
volkomen ontwikkelde bloemen zult u
niet zo lang van kunnen profiteren.
Gewone grasanjers kunnen wel jaren
lang mee, doch op de duur groeien de
planten uit elkaar en er ontstaan dan
in het centrum van de plant kale plek
ken. Dat kunt u wel voorkomen, doch
dan dienen ze eens verjongd te worden
Tuinanjers.
(Foto van Tubergen)
als de oude planten; zü hebben vers®
grond nodig. Anjers voldoen uitsta*
kend als randplanten, doch ook op d®
voorgrond in de border kunt u va®
hen wel een hoekje poten; ze bloeieij
dan dat het een lieve lust is. Ze ver»
langen wel een voedzame grond eii
wanneer u geen stalmest kunt bemach*
tigen zult u hen toch eens lichte over»
bemesting moeten geven; de bekend®
tuin- en gazonmest kunt u dan wel
strooien.
(Van onze speciale verslaggever)
ALFRED VAN SPRANG
BEIROET, juni 1957
MET de verkiezingen voor een nieuw parlement in aantocht ziet
ie Libanese hoofdstad er langzamerhand uit als één kolossale
reclamezuil. De politieke partijen hebben namelijk alle gevels,
schuttingen, blinde muren en zelfs lantaarnpalen volgeplakt met ver
kiezingsposters. Speciaal in het centrum van de stad zijn weinig vier
kante meter potentiële aanplakruimte aan de stijfelkwast ontkomen.
De buitenkant van het parlementsgebouw zelf vormt geen uitzon
dering.
In sommige wijken heeft men pamfletten met het portret van een der
kandidaten tot slingers geregen en die dwars over de straat gespannen.
Sommige automobilisten rijden rond met een portret op de voor- en achter
ruit. Er er zijn fanatieke supporters, die een meer dan levensgroot portret
in een lijst van electrische lichtjes aan de gevel van hun huis bevestigd heb
ben als gold het de reclame voor een nieuwe filmster.
De verkiezingen die op 9 juni in Da
mascus beginnen en op de drie vol
gende zondagen in andere delen van
de Libanon voortgezet worden, zijn
belangrijker dan anders. In de eer
ste plaats omdat het parlement uit
gebreid zal worden van vier-en-
veertig tot zes-en-zestig leden. In
de tweede plaats omdat dat parle
ment over anderhalf jaar en nieu
we president zal moeten kiezen. En
in de derde plaats omdat de uitslag
van deze verkiezingen zal bewijzen
of de invloed van Nasser sterk ge
noeg is om de uitgesproken pro-
westerse politiek van de Libanon
te wijzigen.
Erenals in Nederland speelt ook hier
de godsdienst een belangrijke rol in
de verkiezingen. Meer dan de helft
van de Libanese bevolking belijdt 't
Christendom en het spreekt vanzelf,
dat er niemand onder hen is, die iets
voelt voor het opslokken van de
Libanon door een Arabisch-Moham-
medaans blok. De christenen steunen
dan ook in grote meerderheid de
huidige gematigd-Arabische, pro-
westerse politiek.
In de oppositie bevinden zich vooral
de fanatieke mohammedanen, die
Nasser als de leider van de Arabi
sche wereld vereren en de christe
nen, die om de een of andere reden
niet tevreden zijn met de tegenwoor
dige gang van zaken. Onder hen zijn
veel communisten. Daar de commu
nistische partij in de Libanon ver
boden is, is het beste wat zij kunnen
doen het' steunen van 'de oppositie.
Het zijn dan ook vooral de econo-
misch-zwakke mohammedanen (die
menen niets te verliezen te hebben),
die warm lopen voor Nasser en zijn
portret op de ruit van bun winkel
tje of op de carrosserie van hun
taxi geplakt hebben. In het bijzon
der worden zij aangemoedigd om
hun stem op de oppositie uit te
brengen. De Egyptische ambassade
in Beirot speelt daarbij een ac
tieve rol. Het feit, dat het Egyp
tische pond op de vrije geldmarkt
in Beiroet zeer laag staat, schijnt
geen beletsel te zijn om daarbij roy
aal met geld te smijten.
Libanese verkiezingen hebben mees
tal 'n verre van rustig verloop en er
is weinig aanleiding om te verwach
ten dat het ditmaal anders zal zijn.
Velen grijpen een verkiezing name
lijk aan om een persoonlijke of fa
milievete te beslechten. Daar heel
veel Libanezen een (clandestien)
vuurwapen bezitten, vallen er dart
ook altijd de nodige slachtoffers. De
regering weet dat uiteraard en dat
is dan ook de reden, dat de verkie
zingen niet gelijktijdig in het ge
hele land worden gehouden. Men
heeft namelijk telkens de gehele
politiemacht nodig om in één kies
district de orde te bewaren. Niette
min rekent iedereen erop, dat er
bloed «zal vloeien voor de laatste
stem in de stembus is gegleden.
De verwachting is, dat er een felle
strijd gestreden zal worden en
dat beide blokken weinig onge
daan zullen laten om de kiezers
te bewegen voor hem te stem
men, maar dat er uiteindelijk
niets zal veranderen in de poli
tiek van gematigd-Arabisme en
samenwerking met het westen,
die de Libanon al jaren in haar
en ons voordeel nastreeft.
Op 25 en 26 Juni zal het curatorium
van de Theologische School der Gere
formeerde gemeenten te Rotterdam
vergaderen tot het onderzoek van hen,
die zich hebben aangemeld voor het
predikambt in deze gemeenten. Dit
onderzoek geschiedt ook bij andera
theologische scholen (Apeldoorn,
Kampen), maar bij de Gereformeerde
gemeenten wordt aan het onderzoek
bijzondere eisen gesteld; het is meer
malen voorgekomen, dat verreweg da
meeste personen, die zich hadden aan
gemeld, werden afgewezen.
Uit De Saambinder, het orgaan van
de Gereformeerde Gemeenten blijkt,
dat men ook van tevoren niet over
één nacht ijs gaat. Niet alleen moeten
de gegadigden een attest van hun ker-
keraad meebrengen, maar ook dienen
de kerkelijke gemeenten, waaruit de
aangemelde personen komen, een vra
genlijst moeten in te vullen. Op deze
vragenlijst behoort naast de vermel
ding van leer en leven van de be
trokken persoon ook iets meegedeeld
te worden betreffende het getuigenis,
dat in het algemeen door anderen over
hem gegeven wordt. De Saambinder
besluit de mededelingen met de woor
den: „De Here geve in onze veelbewo
gen tijden zijn souvereine ontfermin
gen over onze gemeenten, ons ten goe
de, te mogen ervaren. Hij stote onder
ons nog enige jonge mannen uit, die
Hij zelf in de weg der middelen wilde
bekwamen om de gemeenten straks
ten zegen te mogen zijn gesteld."
Margaret Clifton Daniel, de doch
ter van de Amerikaanse ex-president
Harry Trumen, heeft woensdagochtend
het leven geschonken aan een zoon.
Moeder en kind maken het goed.