VROUWEN ZIJN VREEMD AAN
BEMOEIING VAN DE STAAT
Een Zeeuwse stroom vloeide naar
Bergen op Zoom
|P|1
Met komst van Greetje is
vier dozijn precies vol
Sadrach en zijn
vriendjes
Gezin zou te gronde gaan
ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 10
„Boeremensen" zijn tot cultureel
werk in staat
Voor de oudere dames
AmMmk
<1
Onder
Jeugdig en fris als een meisje, wijs als een vrouw, zó is „Margriet".
Mijn zorgen zijn toegenomen
Veertig jaar geleden gold als een principe
In 1922 toch...
Toekomstbeeld
Arme huisvrouw...
Gehuwde vrouw niet
Zaterdag 8 juni 1957
Ge hebt natuurlijk van de week in ons Zeeuwsch Dagblad gelezen,
dat de Christelijke Plattelanders, mannen en vrouwen, hun jaarver
gadering hielden in Bergen op Zoom. Dan hoef ik, dat weet ge al
wel, niet te zeggen, dat ik die dag niet thuis was. Gezellig zo eens
met zijn allen bij elkaar te zijn. Als je eens zo'n vergadering mee
maakt, kun je eenvoudig een volgende keer niet wegblijven. Het is
mooi als in de middag zo'n heel grote zaal tot in de uiterste hoekjes
gevuld is met onze Chr. Plattelanders, maarals vrouw waardeer
Te die morgenvergadering zo helemaal onder ons toch ook ten zeerste.
Nu vooral dit keer heeft die samenkomst der Plattelandse vrouwen
me deugd gedaan. Wat was die mooi, want toen bleek kostelijk, dat
de kunst om op hoog peil feest te vieren, onder ons niet verleerd is.
Onlangs op de gedenkdagen in mei,
namen we een avond vrijaf om naar
de radio te luisteren, want die zou in
•en gemeenschappelijk programma
ons een gedenkavond geven. Mijn
eindconclusie aan het slot van die
avond was: „We hebben een hele
avond in een stadsachterbuurt ver
keerd". Heel even aan het begin leek
Voor de oudere dames hebben wij
deze keer een patroon voor 'n smaak
volle japon. Door de slank afkleden-
de lijn is een elegant geheel ontstaan.
De hals wordt iets verhoogd. De
ruimteverwerking bij de buste geeft
•en prettige bewegingsvrijheid. Het
beste is om in de taille als garnering
knopen te zetten.
De driekwartmouw heeft een smal
manchetje.
In deze japon zullen uw kennissen
bewonderen.
De benodigde stof is ongeveer 4.25
jneter 90 cm. breed. De patronen
zijn verkrijgbaar in de maten 4648
flO (maat 44 op bestelling).
Let U vooral goed op de
Wijze van bestellen
Plak aan de adreszijde van een
briefkaart, naast en buiten het fran-
keerze?-1 ^^rag
(f 1,15) aua geidige pos regels en
adresseer deze aan de redactie van
het Zeeuwsch Dagblad, Lange Vorst-
straat 90, Goes. Aan de andere zijde
vermeldt u uw naam, adres, maat en
nummer (no. 243) van het gewenste
model. Plak nooit voor meer dan
f 1,05 aan postzegels extra op een
briefkaart, want wat meer geplakt
wordt, is waardeloos. Bestellingen
onder rembours worden niet aange
nomen en de patronen worden niet
geruild. De redactie heeft geen pa
tronen in voorraad, het persoonlijk
komen afhalen aan ons kantoor heeft
dus geen zin.
het aardig te worden, doch dat was,
ach zo kort en verder was het mise
rabele „geestigheid" waarover men
niet eens het gezicht tot een grijns
vertrekken kon en toen aan het slot
ons prachtig Wilhelmus werd ge
speeld, was het als een vlag op een
modderschuit. En dat alles voor de
radio-microfoon van waaruit men
„culturele klanken" mag verwachten.
Je krijgt dan zo het gevoel of je met
heel je volk publiek te koop wordt
gezet als „armoedzaaiers" in geeste
lijke en culturele zin.
Woensdagmorgen in Bergen op
Zoom te midden van de vrouwen van
het platteland ben ik weer geheel
boven die narigheid van de „natio
nale gedenkavond" uitgekomen.
De Platteladsvrouwen hebben in
hun lustrumsamenkomst in een prach
tig declamatorium een brok historie
gegeven uit het leven der Oranje-
vorstinnen, dat elk die het hoorde,
zal bijblijven. Dit verdiept de liefde
voor ons Vorstenhuis, want we hoor
den hoevele nobele vrouwen uit dit
edel geslacht alles hebben gegeven,
eerst voor hun gezin en daarmee aan
ons volk. Wat is dit een rij der ede
len, die begon bij Juliana van Stol
berg, de moeder van onze Prins Wil
lem I.
En met welk een eenvoudige mid
delen wisten de vier dames een diepe
indruk te maken. Alleen door een
sober zeggen van de tekst, maar waar
uit wel bleek hoe diep eerst alles, als
het ware doorleefd was.
En het koortje, dat eigenlijk be
scheiden, en daarom zo juist de taak
volbracht, om met de liederen de in
druk van het gesprokene te verster
ken! Ik waag het niet af te meten
wat toewijding en tijd het gekost zal
hebben, voordat men dit resultaat be
reikte, maar het was dan ook goed.
Zó goed, dat ik het de moeite waard
acht hier over uitvoerig te schrijven,
want er zijn, dat bleek toch, mogelijk
heden om op de juiste wijze stijlvol
feest te vieren.
Je hoort soms zo wel eens zeggen:
„Ach, we zijn maar boeremense
Nu daar waag ik het dan graag mee,
want die zijn tot beter cultureel werk
in staat, dan veel z.g. „kleinkunste
naars" voor de radio, terwijl (en dat
is het voornaamste), het stuk over
onze Oranjevorstinnen principieel
voorlicht over het leven en werk van
hen die zoveel voor ons land ep volk
deden. Daardoor was er ook geen
tegenstelling tussen het geheel van
het prachtige stuk en de sfeer van
deze vergadering, toen de woorden
uit ons altijd weer ontroerend Volks
lied de Koningin in de mond werden
gelegd, bij de zwarte dagen van mei
1940:
Soo het den wille des Heeren,
Op die tyd, had gheweest,
Had ick gheern willen keeren
Van u dit zwaer tempeest;
Maer de Heer van hier boven
Die alle dick regheert
Diemen altyd moet loven.
En heeftet niet begheert.
Deze voordracht der vier Zeeuwsch-
Vlaamse dames kan zeker herha
ling verdragen. Het stond op heel wat
hoger geestelijk en cultureel plan dan
wat we onlangs bij de mei-herdenking
door de radio te horen kregen.
Deze mooie morgen in „De Koren
beurs" te Bergen op Zoom, geeft de
burger weer moed. Zo kwam het dat
ik geen „Gewissenbisse" had, huis en
haard voor een poos snodelijk te ver
laten, want ik bracht „soete winst"
mee thuis.
We hebben iets meegekregen, dat
blijvende waarde bezit en het over
denken méér dan waard is.
Aan TANTE TRUUS
Zeeuwsch Weekend
GOES
Mijn beste nichtjes en neven,
Twee prijzen naar Veere dit keer. Daar
wonen ook mijn trouwe klanten. De ge
lukkigen zijn nu: Kamperfoelie en Blauw
vos.
Deze keer, omdat de brieven nog al
wat ruimte in beslag namen, geen nieuwe
raadsels. Dat komt volgende keer weer
in orde. Kijken jullie goed ons hele Week
end door, want ik vertel, wat ik deze
week voor Sadrach en zijn vriendjes
kreeg. We hebben echter nog heel wat
duiten nodig, dusdenken jullie om
SADRACH EN ZIJN VRIENDJES?
Dag allemaal.
r Jullie tante TRUUS.
Madeliefje te Serooskerke. Heel harte
lijk dank voor je bijdrage voor Sadrach.
Daarmee ben ik zo blij. Nu ben jij dus
aan het kamperen. Je treft kostelijk weer.
Ik hoop, dat jullie fijne dagen zult heb
ben. Schrijf je gauw hoe alles geweest is?
Er is nog een heel programma af te wer
ken voor je zomervakantie! Hoever ben
je nu met al dat werk? Winnetou te
Veere. O! jongeman, dat is ook een ge
waarwording als je merkt, dat ze je wil
len omtoveren in een jongedame! Dat liet
ik ook niet bp me zitten, maar je zou er
anders lelijk scha mee oplopen, net als
met die fiets. Gelukkig dat alles in orde
kwam. Jullie hebben het toch maar
prachtig voor elkaar gebracht,om zo bij
na vijfhonderd gulden voor „Goed Zo"
bijeen te brengen. Allemaal een pluim op
hoed. Dat is eerlijk verdiend. Ik heb nog
geen zoutwater-duik genomen. Kamper
foelie te Veere. Wat zullen die juffrouws
het druk hebben nu er een mijnheer ziek
is. Nu moeten jullie, zolang die zieke niet
weer terug is, in school maar van die
echt brave kinders zijn hoor, want anders
wordt het te veel voor de anderen, die
nu voor het hele stel moeten zorgen, dat
ze elke dag de nodige happen geleerd
heid binnen krijgen. Als alles weer ge
woon is, mogen jullie wel weer een
beetjenee, verder zeg ik niets, an
ders krijg ik een boze brief van de onder
wijzers. Was die verjaarsvisite leuk?
Sneeuwwitje te Veere. Wat een alleraar
digst postpapier heb jij. Daar kijk je met
plezier naar voor je aan de brief begint
te lezen. Je vertelt van heel wat feeste
lijkheden. Ik geloof, dat ik ook maar eens
naar Veere kom, want zo'n feestje nu en
dan wil er wel in. Harlekijn te Vrouwen
polder. Natuurlijk mag je mee doen. Je
hebt een vrolijke schuilnaam gekozen,
houd ik wel van. Toen ik jong was, had
ik ook eens een konijn. Ze hebben het
geslacht en sindsdien wilde ik beslist zo'n
diertje niet meer hebben, want ik heb
emmers tranen geschreid om „Witje".
Prachtig vooruitzicht, dat reisje met het
Kinderkoor. Zou best mee willen. Blauw
vos te Veere. En ik maar piekeren, in
welk vossenhol is ons blauw vosje wegge
kropen, zodat we ze niet meer zien? Maar
gelukkig ben je er weer. Zie je wel, dat
het in Veere een genoeglijk leventje is.
Jij schrijft ook al over zoveel feestelijks.
Als er een aardig huis leeg komt, waar
schuw je me maar hoor, dan kan ik met
al die pret meedoen. Ik hoop, dat je voor
die fietstocht prachtig weer zult hebben.
Adrle B. te Wolf aartsdijk. Fijn, dat je
ook weer present bent in ons hoekje,
want ik miste je al een paar keer. Had
je het druk met schoolwerk? Of heb je
misschien zelf een tuintje, dat je een
voorjaarsbeurt moet geven? Daar weet ik
ook alles van, hoor! Korenbloem te West-
kapelle. Je giro ontvangen en ik denk,
als je goed geluisterd hebt, had je hele
maal in Westkapelle mijn juichkreet kun
nen horen. Heel veel dank voor je gift,
waardoor je meehelpt een paar kroes
kopjes in december blij te maken. Blond
je te Serooskerke. Wat hebben jullie met
Vader een fijne dag gehad. Mogen alle
drie die poesjes bij jullie blijven? Daar
kun je wel pret genoeg mee hebben,
vooral als ze nog klein zijn, want dan
doen ze niets liever dan hele dagen spe
len. Welk vers leren jullie nu met je
koor?
(Ingezonden mededeling (adv.)
Niet wot niets is Margriet" reeds jarenlang het gróótste blad van Nederland 1
Vandaag is mijn vier dozijn precies
vol geworden dook de komst, zij het
dan voor tijdelijk, van „Greetje". De
baas kondigde dit gister al aan en ver
telde bijzonderheden. Greetje komt
bij haar grootmoeder, op de hofstee
„Dijkzicht", een kwartier buiten ons
dorp. Ieder kent de boerin van „Dijk
zicht" en men spreekt immer met
groot respect over haar. Opmerkelijk
is, dat men in verband met deze kloe
ke vrouw altijd het woord „flink" be
zigt. Geen wonder, want toen haar
man door een ongeval overleed, bleef
zij achter met vijf jonge kinderen en
de zorg voor het bedrijf. En ze heeft
zich weten te handhaven. Nu zijn de
kinderen groot, worden ook met ere
genoemd en de zaken van de hofstee
staan er uitstekend voor.
Toen ze weduwe werd, was haar
jongste twee jaar en de oudste bijna
tien. Vier van de vijf waren jongens
en het zusje van zes was de middel
ste. De oudste twee boeren nu al
jaren op het bedrijf van hun schoon
vader. Nu heet het, dat de boerin
samen met haar derde zoon het be
drijf voert, maar het wordt ook ge
zegd, dat moeder nog stééds beslist.
De moeder van ons nieuwelingetje
werd het boerenland ontrouw, toen
ze huwde met een leraar uit de stad.
Nu moet dat jonge vrouwtje voor
maanden naar Zwitserland, in de hoop
hiermee haar leven te redden. Groot
moeder haalde het enig kind van haar
dochter bij zich, want ze vindt dat
de schoonzoon wel voor zich zelf kan
zorgen.
Dat alles weet ik al van de baas
nog Voor ik Greetje gezien heb, en,
het spreekt, ik vind het triest dat zo'n
jonge vrouw voor zulk een lange tijd,
man en dochtertje moet achterlaten.
Maar nu ik Greetje gezien heb, kan
ik er haast om schreien, wat iedereen
je reinste dwaasheid zou vinden, om
dat het kind ook bij oma uitstekend
verzorgd zal worden, want die is zo
flink en verstandig. Ja, dat flinke.
In de auto
De nog zo kordate en uiterst han
dige vrouw brengt haar kleindoch
ter zelf bij ons in de auto, die ze
met verbazingwekkende soepelheid
bestuurt. Ik kom ook juist aan als
de grote car voor ons plein stopt.
Oma is er kwiek uit en ik zie nog,
dat een hummel ineengedoken op
de voorste bank zit.
Oma doet het portier aan Greetjes
kant open en zegt „Kom Greetje, hier
zijn we bij je nieuwe school en hier
is ook je juffrouw". Meteen wordt de
kleine meid uit de wagen getild en
staan we face en face.
Grootmoeder knikt me vriendelijk
toe en zegt, dat Mijnheer al is inge
licht, waarop ik laat weten, dat de
berichten al aan mij zijn doorgegeven.
Veel meer kan ik eerst niet zeggen,
want al mijn aandacht is nu op mijn
nieuwe leerling gevestigd. Het ten
gere meisje verdwijnt in het niet naast
haar forse, toch nog knappe oma. Het
is een fijn popje met haast onnatuur
lijk grote grijze ogen in het smalle
gezichtje. Schuchter neemt ze mij op
en kijkt dan vragend naar haar groot
moeder. Die vertelt nog even, dat ze
om twaalf uur weer gehaald zal wor
den en dat ze „nu een flinke meid
moet zjjn en goed haar best doen".
Greetje zwijgt en in haar plaats knik
ik toestemmend. Oma herneemt haar
plaatsje achter het stuur en Greetje
en ik zijn nu op elkaar aangewezen.
Al pratend lok ik haar mee naar bin
nen. De conversatie blijft echter een
zijdig. Binnen houd ik haar bezig met
onze leesboekjes, waarvoor ze wel
aan'dacht heeft. Maar aldoor is er die
trieste blik in de grote grijze ogen.
Ik geeft haar een plaatsje dicht bij
me, want ze mag me alles vragen, zeg
ik haar.
Om twaalf uur is er weer de grote
auto en prompt op tijd wordt Greetje
weer gebracht, ook juist als ik aan
kom. Mevrouw zegt, dat ze voorlopig
de kleine meid halen en brengen zal,
tot ze wat sterker zal zijn geworden,
want oma is vast van plan er een
echt Bevelands boerinneke van te
maken, zegt ze. Dit gesprek gaat te
hoog voor Greetje en ze wacht zwij
gend tot ze met mij mee kan gaan.
De vrijheid
Als ik aan het eind van de middag
schooltijd ze allemaal fluks de vrij
heid geef, houd ik Greetje even bij
me, want ik zie de auto nog niet. Ze
mag even een stapeltje boeken naai
de kast brengen en dan ben ik gereed
om samen met haar naar het plein
te gaan. De kleine meid kijkt aan
dachtig toe, terwijl ik mijn jasje aan
trek en ze strekt haar hand al naar
me uit.
Opeens zegt ze: „Mammie is ziek en
pappie zegt dat ik bij oma ook elke
avond moet bidden voor mammie.
Bij deze woorden is het alsof een mist
langs de grijze ogen trekt en haar
mond beeft, zoals je dat soms bij
heel jonge babies ziet. Het ontroert
meer dan een luide huilbui.
We zijn net op het plein als de auto
er aan komt. Grootmoeder doet het
portier open en ze is klaar haar klein
dochter op te vangen, die ik op haar
plaatsje zet. „En juffrouw is het een
flinke meid geweest vandaag?"
Ik geeft alle lof, die te geven is,
waarop grootmoeder voldaan weg
rijdt.
Ik heb ondanks de montere toon
wel bezorgdheid gelezen in haar klare
ogen. Ze meent het goed, daarvan ben
ik stellig overtuigd, maar ach ze is
zo flink, zo verschrikkelijk flink en
Greetje is een ontroerend broos kind
je. Wie zal peilen wat er in een
kinderziel kan omgaan?
Met de acht en veertigste in ons
klassegezin zijn mijn zorgen toege
nomen.
Deze week mocht ik ont
vangen van: Madeliefje te
Serooskerke f 1; Korenbloem
te Westkapelle f 2.50; Familie
G. te Krabbendijke f 5. Vori
ge week verantwoord f 15.
Maakt met het bedrag van
deze week samen f 23.50.
Heel veel dank hiervoor en-
dat er nog veel meer mag vol
gen, op het bekende gironum
mer van ons Zeeuwsch Dag
blad: 274289. Vergeet er niet
bij te zetten: „Voor Sadrach
en zijn vriendjes". Dat be
spaart ter redactie veel tijd,
want dan wordt het direct ter
bestemder plaatse gedepo
neerd.
NOG VOOR DE GRONDWETSHERZIENING van 1887 is het Aletta
Jacobs, die als eerste Nederlandse vrouw een plaats op de kiezerslijst
claimt. De eis daarvoor was immers,, dat men aan bepaalde belasting
verplichtingen had voldaan en „Nederlander" was. Nu wat dit
laatste betreft: daarin is man èn vrouw, zo meende de bekende strijd
ster voor de rechten van „het zwakke geslacht" en daarom vroeg zij
haar stembiljet op.
Het was een voor die tijd stoutmoedige poging, die echter geen
resultaat opleverde. De rechter, die over de aanvraag moest beslissen,
legde de nadruk op een andere bepaling, nl. dat de kiezer moest be
schikken over „het volle genot der burgerlijke en burgerschapsrech
ten". Volgens deze regel kwam de vrouw er niet aan te pas.Zij
was immers naar het oordeel van de betrokken magistraat niet in
het bezit van alle burgerlijke rechten! Met name werd daarbij aan
gevoerd, dat zij in het algemeen niet bevoegd was, als voogdes op te
treden.
Alle nog resterende twijfel over
deze kwestie werd weggevaagd door
de grondwetsherziening, waarbij het
woordje „mannelijk" ter verduidelij
king vóór „Nederlander" werd ge
plaatst.
Tegen deze combinatie is tientallen
jaren gestreden, vaak met hartstochte
lijke felheid. Aan het eind van de
eeuw omschreef Anna Polak het fe
ministisch toekomstbeeld ondermeer
als het streven naar:
„Een maatschappij, waarin de
vrouw voor de volle ontplooiing van
haar individuele gaven en talenten
in wetten noch zeden meer belem
mering ondervindt.
Waarin zij, zonder overwegingen
van sekse, naar de eerlijke mate
van haar kennen en kunnen, dié
plaats in het gemeenschapsleven
mag innemen, die zij zélf begeert.
Waarin de getrouwde vrouw, zon
der inmenging van wetgever of pu
blieke opinie, naar eigen aanleg en
omstandigheden de verhouding mag
regelen tussen ha'ar gezins- en haar
beroeps- en gemeenschapsplichten.
Waarin de burgeres dezelfde
staatkundige rechten bezit als de
burger."
Zover was het nog ling niet! Jhr.
A. F. de Savornin Lobman, die zich
in 1919, in tegenstelling tot 10 an
dere rechtse kamerleden, zou uit
spreken vóór vrouwenkiesrecht, was
in 1885 nog een heel andere mening
toegedaan. „Vrouwen behoren van het
stemrecht uitgesloten te worden", zo
betoogde hij toen, „door roeping zfjn
zij vreemd aan de bemoeiing van de
staat en het openbare leven".
Vrouwen kiesbevoegdheid verlenen?
„Het zal wel nimmer ondersteuning
kunnen vinden bij hen", aldus de
anti-revolutionaire staatsman, „die de
bestemming der vrouw naast de man
in het huisgezin in ondergeschiktheid
en dienende liefde vinden. Die menen
dat zij door de ordeningen Gods niet
tot regeren, niet tot openlijk optre
den is geroepen. Maar om in alle
stilheid werkende in eigen kring, als
moeder haar hoogste bestemming te
vinden of om een leed verzachtende
in elk verdriet troostend geluk ron
dom zich te verspreiden".
„Kiesbevoegdheid zou de vrouw",
zo vervolgde Lohman, „op een plaats
brengen, waar zij niet behoort en haar
hare roeping doen vergeten; om haar
in de strijd des levens en de poli
tieke twisten te mengen en haar daar
door buiten het haar toekomende ge-
Onze medewerker, de heer
A. J. van Duist, die vooral in
C.-H.-kringen en met name bij
de jongeren veel bekendheid ge
niet, schreef voor het Zeeuwsch
Dagblad een belangwekkende
serie artikelen bver het algemeen
kiesrecht en enkele andere po
litieke onderwerpen. Vandaag
publiceren wij de eerste bijdrage.
bied over te brengen op een terrein,
waar zij gevaar zou lopen hare
schoonste eigenschappen te verliezen,
tot schade van de maatschappij".
Terugziende op een reeds 35-jarige
ervaring als kamerlid geeft Lohman
in de debatten van 1916 niet al te
hoog op van het politiek bedrijf, wan
neer hij zegt:
het toekennen van het kies
recht brengt mede de noodzakelijk
heid om deel te nemen aan het pu
blieke leven, de bladen te lezen, de
vergaderingen en meetings te be
zoeken, vaak uithuizig te zijn. Voor
al in tijden van spanning is de
geest vol van politieke bacteriën,
die zich door heel het geestelijk
leven, vaak op onrustbarende wijze
verspreiden.
Maar wat blijft er dan over van
de huisvrouw, van de moeder, wier
natuurlijke, onafwijsbare en hoge
plicht het is zich van de morgen
tot de avond bezig te houden met
allerlei dagelijkse dingen, die niet
kunnen worden verzuimd zonder
het gezin zelf te gronde te richten."
Het is wel duidelijk, dat de hui
dige C.H. vrouwenorganisatie, die
juist (en gelukkig!) de huisvrouw
en moeder poogt te interesseren
voor de politieke vragen, met deze
uitspraken van de christelijk-histo-
rische fractievoorzitter geen propa
ganda kan maken
Toch was Lohman beslist de kwaad
ste niet voor de vrouwen! In 1905 is
zijn standpunt al een aanzienlijk stuk
milder geworden. „Wij zouden toe
kunnen geven", zo formuleert hij, „dat
tegen de absolute uitsluiting van vrou
wen, thans in de grondwet vastgelegd,
wel iets te zeggen valt, omdat moei
lijk valt in te zien, waarom OP ZICH
ZELF STAANDE VROUWEN, ON
GEHUWD of WEDUWE, niet even
goed een stem mogen uitbrengen als
een man. Ons althans is daarvoor geen
redelijke grond bekend".
Deze opvatting was toen echter nog
geen gemeengoed onder de vertegen
woordigers uit de Prot. Christelijke
partijen, wat praktisch wél gezegd
kan worden van de volgende zin uit
Lohmans artikel:
„Aan getrouwde vrouwen zou ik
zolang de man het kiesrecht kan
uitoefenen, geen kiesrecht willen
geven. Dit hangt samen met de
positie van de vrouw in het huis
gezin."
Zoals gezegd vertolkte Lohman
daarmee de mening van zeer vele
geestverwanten. De gehuwde vrouw
behoorde in haar gezin, in haar huis
eh met de dingen daarbuiten moest
zij zich maar zo weinig mogelijk be
moeien! Dat hier de kern van de
tegenkanting ligt, bewijst Lohman
'door in hetzelfde artikel nog te stel
len, dat „de beperkingen in sommige
gevallen aan de vrouw opgelegd, het
natuurlijk resultaat zijn van de door
het huwelijk geboren toestand, niet
van verschil in waardering van man
of vrouw".
Tijdens het .„politieke bestand", dat
de politieke partijen in de oorlogs
jaren hebben gesloten, kwam de zeer
belangrijke grondwetswijziging van
1917 tot stand. Gelijkstelling van
openbaar en bijzonder onderwijs,
evenredige vertegenwoordiging, stem
plicht en algemeen mannenkiesrecht
zijn er in vastgelegd. Nadat de voor
steilen door de beide Kamers waren
goedgekeurd, werden ze op 18 mei tot
wet verheven.
De mogelijkheid voor vrouwenkies
recht was er in geopend, maar niet
tot werkelijkheid geworden. Er be
stonden in de volksvertegenwoordi
ging, ihet name aan de rechterzijde,
nog te veel bezwaren.
Men duchtte in het Protestants-
Christelijke kamp „ontwrichting van
het gezin" bij de toekenning van het
kiesrecht aan de vrouw. Tijdens de
mei-debatten van 1919 over het ini-
tiatiefvoorstel-Marchant om de vrou
wen stemrecht te verlenen, tilden 10
leden dit argument zo zwaar, dat zij
tégen stemden.
Edoch: de overgrote meerder
heid was vóór: de weg naar de
stembus lag open voor de Neder
landse vrouwen!1 In 1922 zouden
zij er voor het eerst haar schreden
op zetten
A. J. VAN DULST.
In het volgende artikel:
GEEN APARTE PARTIJEN VOOR
VROUWEN....