VROUWEN ZIJN VREEMD AAN BEMOEIING VAN DE STAAT Een Zeeuwse stroom vloeide naar Bergen op Zoom |P|1 Met komst van Greetje is vier dozijn precies vol Sadrach en zijn vriendjes Gezin zou te gronde gaan ZEEUWSCH WEEKEND Pagina 10 „Boeremensen" zijn tot cultureel werk in staat Voor de oudere dames AmMmk <1 Onder Jeugdig en fris als een meisje, wijs als een vrouw, zó is „Margriet". Mijn zorgen zijn toegenomen Veertig jaar geleden gold als een principe In 1922 toch... Toekomstbeeld Arme huisvrouw... Gehuwde vrouw niet Zaterdag 8 juni 1957 Ge hebt natuurlijk van de week in ons Zeeuwsch Dagblad gelezen, dat de Christelijke Plattelanders, mannen en vrouwen, hun jaarver gadering hielden in Bergen op Zoom. Dan hoef ik, dat weet ge al wel, niet te zeggen, dat ik die dag niet thuis was. Gezellig zo eens met zijn allen bij elkaar te zijn. Als je eens zo'n vergadering mee maakt, kun je eenvoudig een volgende keer niet wegblijven. Het is mooi als in de middag zo'n heel grote zaal tot in de uiterste hoekjes gevuld is met onze Chr. Plattelanders, maarals vrouw waardeer Te die morgenvergadering zo helemaal onder ons toch ook ten zeerste. Nu vooral dit keer heeft die samenkomst der Plattelandse vrouwen me deugd gedaan. Wat was die mooi, want toen bleek kostelijk, dat de kunst om op hoog peil feest te vieren, onder ons niet verleerd is. Onlangs op de gedenkdagen in mei, namen we een avond vrijaf om naar de radio te luisteren, want die zou in •en gemeenschappelijk programma ons een gedenkavond geven. Mijn eindconclusie aan het slot van die avond was: „We hebben een hele avond in een stadsachterbuurt ver keerd". Heel even aan het begin leek Voor de oudere dames hebben wij deze keer een patroon voor 'n smaak volle japon. Door de slank afkleden- de lijn is een elegant geheel ontstaan. De hals wordt iets verhoogd. De ruimteverwerking bij de buste geeft •en prettige bewegingsvrijheid. Het beste is om in de taille als garnering knopen te zetten. De driekwartmouw heeft een smal manchetje. In deze japon zullen uw kennissen bewonderen. De benodigde stof is ongeveer 4.25 jneter 90 cm. breed. De patronen zijn verkrijgbaar in de maten 4648 flO (maat 44 op bestelling). Let U vooral goed op de Wijze van bestellen Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het fran- keerze?-1 ^^rag (f 1,15) aua geidige pos regels en adresseer deze aan de redactie van het Zeeuwsch Dagblad, Lange Vorst- straat 90, Goes. Aan de andere zijde vermeldt u uw naam, adres, maat en nummer (no. 243) van het gewenste model. Plak nooit voor meer dan f 1,05 aan postzegels extra op een briefkaart, want wat meer geplakt wordt, is waardeloos. Bestellingen onder rembours worden niet aange nomen en de patronen worden niet geruild. De redactie heeft geen pa tronen in voorraad, het persoonlijk komen afhalen aan ons kantoor heeft dus geen zin. het aardig te worden, doch dat was, ach zo kort en verder was het mise rabele „geestigheid" waarover men niet eens het gezicht tot een grijns vertrekken kon en toen aan het slot ons prachtig Wilhelmus werd ge speeld, was het als een vlag op een modderschuit. En dat alles voor de radio-microfoon van waaruit men „culturele klanken" mag verwachten. Je krijgt dan zo het gevoel of je met heel je volk publiek te koop wordt gezet als „armoedzaaiers" in geeste lijke en culturele zin. Woensdagmorgen in Bergen op Zoom te midden van de vrouwen van het platteland ben ik weer geheel boven die narigheid van de „natio nale gedenkavond" uitgekomen. De Platteladsvrouwen hebben in hun lustrumsamenkomst in een prach tig declamatorium een brok historie gegeven uit het leven der Oranje- vorstinnen, dat elk die het hoorde, zal bijblijven. Dit verdiept de liefde voor ons Vorstenhuis, want we hoor den hoevele nobele vrouwen uit dit edel geslacht alles hebben gegeven, eerst voor hun gezin en daarmee aan ons volk. Wat is dit een rij der ede len, die begon bij Juliana van Stol berg, de moeder van onze Prins Wil lem I. En met welk een eenvoudige mid delen wisten de vier dames een diepe indruk te maken. Alleen door een sober zeggen van de tekst, maar waar uit wel bleek hoe diep eerst alles, als het ware doorleefd was. En het koortje, dat eigenlijk be scheiden, en daarom zo juist de taak volbracht, om met de liederen de in druk van het gesprokene te verster ken! Ik waag het niet af te meten wat toewijding en tijd het gekost zal hebben, voordat men dit resultaat be reikte, maar het was dan ook goed. Zó goed, dat ik het de moeite waard acht hier over uitvoerig te schrijven, want er zijn, dat bleek toch, mogelijk heden om op de juiste wijze stijlvol feest te vieren. Je hoort soms zo wel eens zeggen: „Ach, we zijn maar boeremense Nu daar waag ik het dan graag mee, want die zijn tot beter cultureel werk in staat, dan veel z.g. „kleinkunste naars" voor de radio, terwijl (en dat is het voornaamste), het stuk over onze Oranjevorstinnen principieel voorlicht over het leven en werk van hen die zoveel voor ons land ep volk deden. Daardoor was er ook geen tegenstelling tussen het geheel van het prachtige stuk en de sfeer van deze vergadering, toen de woorden uit ons altijd weer ontroerend Volks lied de Koningin in de mond werden gelegd, bij de zwarte dagen van mei 1940: Soo het den wille des Heeren, Op die tyd, had gheweest, Had ick gheern willen keeren Van u dit zwaer tempeest; Maer de Heer van hier boven Die alle dick regheert Diemen altyd moet loven. En heeftet niet begheert. Deze voordracht der vier Zeeuwsch- Vlaamse dames kan zeker herha ling verdragen. Het stond op heel wat hoger geestelijk en cultureel plan dan wat we onlangs bij de mei-herdenking door de radio te horen kregen. Deze mooie morgen in „De Koren beurs" te Bergen op Zoom, geeft de burger weer moed. Zo kwam het dat ik geen „Gewissenbisse" had, huis en haard voor een poos snodelijk te ver laten, want ik bracht „soete winst" mee thuis. We hebben iets meegekregen, dat blijvende waarde bezit en het over denken méér dan waard is. Aan TANTE TRUUS Zeeuwsch Weekend GOES Mijn beste nichtjes en neven, Twee prijzen naar Veere dit keer. Daar wonen ook mijn trouwe klanten. De ge lukkigen zijn nu: Kamperfoelie en Blauw vos. Deze keer, omdat de brieven nog al wat ruimte in beslag namen, geen nieuwe raadsels. Dat komt volgende keer weer in orde. Kijken jullie goed ons hele Week end door, want ik vertel, wat ik deze week voor Sadrach en zijn vriendjes kreeg. We hebben echter nog heel wat duiten nodig, dusdenken jullie om SADRACH EN ZIJN VRIENDJES? Dag allemaal. r Jullie tante TRUUS. Madeliefje te Serooskerke. Heel harte lijk dank voor je bijdrage voor Sadrach. Daarmee ben ik zo blij. Nu ben jij dus aan het kamperen. Je treft kostelijk weer. Ik hoop, dat jullie fijne dagen zult heb ben. Schrijf je gauw hoe alles geweest is? Er is nog een heel programma af te wer ken voor je zomervakantie! Hoever ben je nu met al dat werk? Winnetou te Veere. O! jongeman, dat is ook een ge waarwording als je merkt, dat ze je wil len omtoveren in een jongedame! Dat liet ik ook niet bp me zitten, maar je zou er anders lelijk scha mee oplopen, net als met die fiets. Gelukkig dat alles in orde kwam. Jullie hebben het toch maar prachtig voor elkaar gebracht,om zo bij na vijfhonderd gulden voor „Goed Zo" bijeen te brengen. Allemaal een pluim op hoed. Dat is eerlijk verdiend. Ik heb nog geen zoutwater-duik genomen. Kamper foelie te Veere. Wat zullen die juffrouws het druk hebben nu er een mijnheer ziek is. Nu moeten jullie, zolang die zieke niet weer terug is, in school maar van die echt brave kinders zijn hoor, want anders wordt het te veel voor de anderen, die nu voor het hele stel moeten zorgen, dat ze elke dag de nodige happen geleerd heid binnen krijgen. Als alles weer ge woon is, mogen jullie wel weer een beetjenee, verder zeg ik niets, an ders krijg ik een boze brief van de onder wijzers. Was die verjaarsvisite leuk? Sneeuwwitje te Veere. Wat een alleraar digst postpapier heb jij. Daar kijk je met plezier naar voor je aan de brief begint te lezen. Je vertelt van heel wat feeste lijkheden. Ik geloof, dat ik ook maar eens naar Veere kom, want zo'n feestje nu en dan wil er wel in. Harlekijn te Vrouwen polder. Natuurlijk mag je mee doen. Je hebt een vrolijke schuilnaam gekozen, houd ik wel van. Toen ik jong was, had ik ook eens een konijn. Ze hebben het geslacht en sindsdien wilde ik beslist zo'n diertje niet meer hebben, want ik heb emmers tranen geschreid om „Witje". Prachtig vooruitzicht, dat reisje met het Kinderkoor. Zou best mee willen. Blauw vos te Veere. En ik maar piekeren, in welk vossenhol is ons blauw vosje wegge kropen, zodat we ze niet meer zien? Maar gelukkig ben je er weer. Zie je wel, dat het in Veere een genoeglijk leventje is. Jij schrijft ook al over zoveel feestelijks. Als er een aardig huis leeg komt, waar schuw je me maar hoor, dan kan ik met al die pret meedoen. Ik hoop, dat je voor die fietstocht prachtig weer zult hebben. Adrle B. te Wolf aartsdijk. Fijn, dat je ook weer present bent in ons hoekje, want ik miste je al een paar keer. Had je het druk met schoolwerk? Of heb je misschien zelf een tuintje, dat je een voorjaarsbeurt moet geven? Daar weet ik ook alles van, hoor! Korenbloem te West- kapelle. Je giro ontvangen en ik denk, als je goed geluisterd hebt, had je hele maal in Westkapelle mijn juichkreet kun nen horen. Heel veel dank voor je gift, waardoor je meehelpt een paar kroes kopjes in december blij te maken. Blond je te Serooskerke. Wat hebben jullie met Vader een fijne dag gehad. Mogen alle drie die poesjes bij jullie blijven? Daar kun je wel pret genoeg mee hebben, vooral als ze nog klein zijn, want dan doen ze niets liever dan hele dagen spe len. Welk vers leren jullie nu met je koor? (Ingezonden mededeling (adv.) Niet wot niets is Margriet" reeds jarenlang het gróótste blad van Nederland 1 Vandaag is mijn vier dozijn precies vol geworden dook de komst, zij het dan voor tijdelijk, van „Greetje". De baas kondigde dit gister al aan en ver telde bijzonderheden. Greetje komt bij haar grootmoeder, op de hofstee „Dijkzicht", een kwartier buiten ons dorp. Ieder kent de boerin van „Dijk zicht" en men spreekt immer met groot respect over haar. Opmerkelijk is, dat men in verband met deze kloe ke vrouw altijd het woord „flink" be zigt. Geen wonder, want toen haar man door een ongeval overleed, bleef zij achter met vijf jonge kinderen en de zorg voor het bedrijf. En ze heeft zich weten te handhaven. Nu zijn de kinderen groot, worden ook met ere genoemd en de zaken van de hofstee staan er uitstekend voor. Toen ze weduwe werd, was haar jongste twee jaar en de oudste bijna tien. Vier van de vijf waren jongens en het zusje van zes was de middel ste. De oudste twee boeren nu al jaren op het bedrijf van hun schoon vader. Nu heet het, dat de boerin samen met haar derde zoon het be drijf voert, maar het wordt ook ge zegd, dat moeder nog stééds beslist. De moeder van ons nieuwelingetje werd het boerenland ontrouw, toen ze huwde met een leraar uit de stad. Nu moet dat jonge vrouwtje voor maanden naar Zwitserland, in de hoop hiermee haar leven te redden. Groot moeder haalde het enig kind van haar dochter bij zich, want ze vindt dat de schoonzoon wel voor zich zelf kan zorgen. Dat alles weet ik al van de baas nog Voor ik Greetje gezien heb, en, het spreekt, ik vind het triest dat zo'n jonge vrouw voor zulk een lange tijd, man en dochtertje moet achterlaten. Maar nu ik Greetje gezien heb, kan ik er haast om schreien, wat iedereen je reinste dwaasheid zou vinden, om dat het kind ook bij oma uitstekend verzorgd zal worden, want die is zo flink en verstandig. Ja, dat flinke. In de auto De nog zo kordate en uiterst han dige vrouw brengt haar kleindoch ter zelf bij ons in de auto, die ze met verbazingwekkende soepelheid bestuurt. Ik kom ook juist aan als de grote car voor ons plein stopt. Oma is er kwiek uit en ik zie nog, dat een hummel ineengedoken op de voorste bank zit. Oma doet het portier aan Greetjes kant open en zegt „Kom Greetje, hier zijn we bij je nieuwe school en hier is ook je juffrouw". Meteen wordt de kleine meid uit de wagen getild en staan we face en face. Grootmoeder knikt me vriendelijk toe en zegt, dat Mijnheer al is inge licht, waarop ik laat weten, dat de berichten al aan mij zijn doorgegeven. Veel meer kan ik eerst niet zeggen, want al mijn aandacht is nu op mijn nieuwe leerling gevestigd. Het ten gere meisje verdwijnt in het niet naast haar forse, toch nog knappe oma. Het is een fijn popje met haast onnatuur lijk grote grijze ogen in het smalle gezichtje. Schuchter neemt ze mij op en kijkt dan vragend naar haar groot moeder. Die vertelt nog even, dat ze om twaalf uur weer gehaald zal wor den en dat ze „nu een flinke meid moet zjjn en goed haar best doen". Greetje zwijgt en in haar plaats knik ik toestemmend. Oma herneemt haar plaatsje achter het stuur en Greetje en ik zijn nu op elkaar aangewezen. Al pratend lok ik haar mee naar bin nen. De conversatie blijft echter een zijdig. Binnen houd ik haar bezig met onze leesboekjes, waarvoor ze wel aan'dacht heeft. Maar aldoor is er die trieste blik in de grote grijze ogen. Ik geeft haar een plaatsje dicht bij me, want ze mag me alles vragen, zeg ik haar. Om twaalf uur is er weer de grote auto en prompt op tijd wordt Greetje weer gebracht, ook juist als ik aan kom. Mevrouw zegt, dat ze voorlopig de kleine meid halen en brengen zal, tot ze wat sterker zal zijn geworden, want oma is vast van plan er een echt Bevelands boerinneke van te maken, zegt ze. Dit gesprek gaat te hoog voor Greetje en ze wacht zwij gend tot ze met mij mee kan gaan. De vrijheid Als ik aan het eind van de middag schooltijd ze allemaal fluks de vrij heid geef, houd ik Greetje even bij me, want ik zie de auto nog niet. Ze mag even een stapeltje boeken naai de kast brengen en dan ben ik gereed om samen met haar naar het plein te gaan. De kleine meid kijkt aan dachtig toe, terwijl ik mijn jasje aan trek en ze strekt haar hand al naar me uit. Opeens zegt ze: „Mammie is ziek en pappie zegt dat ik bij oma ook elke avond moet bidden voor mammie. Bij deze woorden is het alsof een mist langs de grijze ogen trekt en haar mond beeft, zoals je dat soms bij heel jonge babies ziet. Het ontroert meer dan een luide huilbui. We zijn net op het plein als de auto er aan komt. Grootmoeder doet het portier open en ze is klaar haar klein dochter op te vangen, die ik op haar plaatsje zet. „En juffrouw is het een flinke meid geweest vandaag?" Ik geeft alle lof, die te geven is, waarop grootmoeder voldaan weg rijdt. Ik heb ondanks de montere toon wel bezorgdheid gelezen in haar klare ogen. Ze meent het goed, daarvan ben ik stellig overtuigd, maar ach ze is zo flink, zo verschrikkelijk flink en Greetje is een ontroerend broos kind je. Wie zal peilen wat er in een kinderziel kan omgaan? Met de acht en veertigste in ons klassegezin zijn mijn zorgen toege nomen. Deze week mocht ik ont vangen van: Madeliefje te Serooskerke f 1; Korenbloem te Westkapelle f 2.50; Familie G. te Krabbendijke f 5. Vori ge week verantwoord f 15. Maakt met het bedrag van deze week samen f 23.50. Heel veel dank hiervoor en- dat er nog veel meer mag vol gen, op het bekende gironum mer van ons Zeeuwsch Dag blad: 274289. Vergeet er niet bij te zetten: „Voor Sadrach en zijn vriendjes". Dat be spaart ter redactie veel tijd, want dan wordt het direct ter bestemder plaatse gedepo neerd. NOG VOOR DE GRONDWETSHERZIENING van 1887 is het Aletta Jacobs, die als eerste Nederlandse vrouw een plaats op de kiezerslijst claimt. De eis daarvoor was immers,, dat men aan bepaalde belasting verplichtingen had voldaan en „Nederlander" was. Nu wat dit laatste betreft: daarin is man èn vrouw, zo meende de bekende strijd ster voor de rechten van „het zwakke geslacht" en daarom vroeg zij haar stembiljet op. Het was een voor die tijd stoutmoedige poging, die echter geen resultaat opleverde. De rechter, die over de aanvraag moest beslissen, legde de nadruk op een andere bepaling, nl. dat de kiezer moest be schikken over „het volle genot der burgerlijke en burgerschapsrech ten". Volgens deze regel kwam de vrouw er niet aan te pas.Zij was immers naar het oordeel van de betrokken magistraat niet in het bezit van alle burgerlijke rechten! Met name werd daarbij aan gevoerd, dat zij in het algemeen niet bevoegd was, als voogdes op te treden. Alle nog resterende twijfel over deze kwestie werd weggevaagd door de grondwetsherziening, waarbij het woordje „mannelijk" ter verduidelij king vóór „Nederlander" werd ge plaatst. Tegen deze combinatie is tientallen jaren gestreden, vaak met hartstochte lijke felheid. Aan het eind van de eeuw omschreef Anna Polak het fe ministisch toekomstbeeld ondermeer als het streven naar: „Een maatschappij, waarin de vrouw voor de volle ontplooiing van haar individuele gaven en talenten in wetten noch zeden meer belem mering ondervindt. Waarin zij, zonder overwegingen van sekse, naar de eerlijke mate van haar kennen en kunnen, dié plaats in het gemeenschapsleven mag innemen, die zij zélf begeert. Waarin de getrouwde vrouw, zon der inmenging van wetgever of pu blieke opinie, naar eigen aanleg en omstandigheden de verhouding mag regelen tussen ha'ar gezins- en haar beroeps- en gemeenschapsplichten. Waarin de burgeres dezelfde staatkundige rechten bezit als de burger." Zover was het nog ling niet! Jhr. A. F. de Savornin Lobman, die zich in 1919, in tegenstelling tot 10 an dere rechtse kamerleden, zou uit spreken vóór vrouwenkiesrecht, was in 1885 nog een heel andere mening toegedaan. „Vrouwen behoren van het stemrecht uitgesloten te worden", zo betoogde hij toen, „door roeping zfjn zij vreemd aan de bemoeiing van de staat en het openbare leven". Vrouwen kiesbevoegdheid verlenen? „Het zal wel nimmer ondersteuning kunnen vinden bij hen", aldus de anti-revolutionaire staatsman, „die de bestemming der vrouw naast de man in het huisgezin in ondergeschiktheid en dienende liefde vinden. Die menen dat zij door de ordeningen Gods niet tot regeren, niet tot openlijk optre den is geroepen. Maar om in alle stilheid werkende in eigen kring, als moeder haar hoogste bestemming te vinden of om een leed verzachtende in elk verdriet troostend geluk ron dom zich te verspreiden". „Kiesbevoegdheid zou de vrouw", zo vervolgde Lohman, „op een plaats brengen, waar zij niet behoort en haar hare roeping doen vergeten; om haar in de strijd des levens en de poli tieke twisten te mengen en haar daar door buiten het haar toekomende ge- Onze medewerker, de heer A. J. van Duist, die vooral in C.-H.-kringen en met name bij de jongeren veel bekendheid ge niet, schreef voor het Zeeuwsch Dagblad een belangwekkende serie artikelen bver het algemeen kiesrecht en enkele andere po litieke onderwerpen. Vandaag publiceren wij de eerste bijdrage. bied over te brengen op een terrein, waar zij gevaar zou lopen hare schoonste eigenschappen te verliezen, tot schade van de maatschappij". Terugziende op een reeds 35-jarige ervaring als kamerlid geeft Lohman in de debatten van 1916 niet al te hoog op van het politiek bedrijf, wan neer hij zegt: het toekennen van het kies recht brengt mede de noodzakelijk heid om deel te nemen aan het pu blieke leven, de bladen te lezen, de vergaderingen en meetings te be zoeken, vaak uithuizig te zijn. Voor al in tijden van spanning is de geest vol van politieke bacteriën, die zich door heel het geestelijk leven, vaak op onrustbarende wijze verspreiden. Maar wat blijft er dan over van de huisvrouw, van de moeder, wier natuurlijke, onafwijsbare en hoge plicht het is zich van de morgen tot de avond bezig te houden met allerlei dagelijkse dingen, die niet kunnen worden verzuimd zonder het gezin zelf te gronde te richten." Het is wel duidelijk, dat de hui dige C.H. vrouwenorganisatie, die juist (en gelukkig!) de huisvrouw en moeder poogt te interesseren voor de politieke vragen, met deze uitspraken van de christelijk-histo- rische fractievoorzitter geen propa ganda kan maken Toch was Lohman beslist de kwaad ste niet voor de vrouwen! In 1905 is zijn standpunt al een aanzienlijk stuk milder geworden. „Wij zouden toe kunnen geven", zo formuleert hij, „dat tegen de absolute uitsluiting van vrou wen, thans in de grondwet vastgelegd, wel iets te zeggen valt, omdat moei lijk valt in te zien, waarom OP ZICH ZELF STAANDE VROUWEN, ON GEHUWD of WEDUWE, niet even goed een stem mogen uitbrengen als een man. Ons althans is daarvoor geen redelijke grond bekend". Deze opvatting was toen echter nog geen gemeengoed onder de vertegen woordigers uit de Prot. Christelijke partijen, wat praktisch wél gezegd kan worden van de volgende zin uit Lohmans artikel: „Aan getrouwde vrouwen zou ik zolang de man het kiesrecht kan uitoefenen, geen kiesrecht willen geven. Dit hangt samen met de positie van de vrouw in het huis gezin." Zoals gezegd vertolkte Lohman daarmee de mening van zeer vele geestverwanten. De gehuwde vrouw behoorde in haar gezin, in haar huis eh met de dingen daarbuiten moest zij zich maar zo weinig mogelijk be moeien! Dat hier de kern van de tegenkanting ligt, bewijst Lohman 'door in hetzelfde artikel nog te stel len, dat „de beperkingen in sommige gevallen aan de vrouw opgelegd, het natuurlijk resultaat zijn van de door het huwelijk geboren toestand, niet van verschil in waardering van man of vrouw". Tijdens het .„politieke bestand", dat de politieke partijen in de oorlogs jaren hebben gesloten, kwam de zeer belangrijke grondwetswijziging van 1917 tot stand. Gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs, evenredige vertegenwoordiging, stem plicht en algemeen mannenkiesrecht zijn er in vastgelegd. Nadat de voor steilen door de beide Kamers waren goedgekeurd, werden ze op 18 mei tot wet verheven. De mogelijkheid voor vrouwenkies recht was er in geopend, maar niet tot werkelijkheid geworden. Er be stonden in de volksvertegenwoordi ging, ihet name aan de rechterzijde, nog te veel bezwaren. Men duchtte in het Protestants- Christelijke kamp „ontwrichting van het gezin" bij de toekenning van het kiesrecht aan de vrouw. Tijdens de mei-debatten van 1919 over het ini- tiatiefvoorstel-Marchant om de vrou wen stemrecht te verlenen, tilden 10 leden dit argument zo zwaar, dat zij tégen stemden. Edoch: de overgrote meerder heid was vóór: de weg naar de stembus lag open voor de Neder landse vrouwen!1 In 1922 zouden zij er voor het eerst haar schreden op zetten A. J. VAN DULST. In het volgende artikel: GEEN APARTE PARTIJEN VOOR VROUWEN....

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1957 | | pagina 10