CJMV-stammen togen vrolijk
op naar Zijpendaal
Fusie
met meisjesbond bepleit tijdens
congres
Let op het vuur
Massaal jeugdappel in
Utrechtse Beatrixhal
Gezamelijke bondsdag
J.V. en M.V. in
van
Amsterdam
Krabbendijke en Waarde waren het
voor de bali roerend eens
Dat moet ik afkloppen" sprak S.
en bonkte op de bah
Gereformeerde Mannenbond
zet arbeid voort
Vrijdag 31 mei 1957
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
Geslaagd „LENTEFEEST" in Arnhem
Zevende lustrumviering in Rotterdam
Bondsdagen CBTB
in Arnhem
Bondsdag Hervormde jongens en meisjes
„Er rust grote verantwoordelijkheid
op de* jonge mensen
GEDUPEERDE ONTPOPTE ZICH ALS EEN ADVOCAAT
(Van een onzer verslaggevers)
Ogen en oren kwam je te kort op het C.J.M.V.-
festijn te Arnhem, dat onder de titel „lente
feest" den volke werd gepresenteerd. Het was
voor de eerste keer, dat de vroegere bondsdag
op deze nieuwe manier werd gehouden. Het
verbondsbestuur heeft met de veranderde opzet
een goede gooi gedaan. Want men moet een
eind terug in de C.J.M.V.-historie om een zó
geslaagde toogdag te vinden. Zelden was name
lijk elke aanwezige dusdanig betrokken bij al
wat er voorviel als deze keer.
Toegegeven het terrein de parken van
Zijpendaal leende zich uitmuntend voor dit
feest en de weersomstandigheden waren zoda
nig, dat een feest als dit wel slagen moest. In
dien men zich in overdekte ruimten had moeten
terugtrekken, was er veel van de fleur verloren
gegaan.
Maar gelukkig hoefde dat niet. Zo zag men
dan ook aanstonds na de openstelling van de
terreinen de stammen vrolijk opgaan naar de
tempel van ongekorven hout.
Ja, want het begon met een tempelgang, een
eredienst. Met het oog op de omgeving had men
hieraan de benaming „hagepreek" gegeven. Als
hagepreker trad op ds. J. J. Buskes van Am
sterdam. Maar anders dan in 1566 (smeekschrift
der edelen, hagepreken, beeldenstorm) behoef
de men niet te vrezen voor verstoring der preek
door de overheid; integendeel, de vroedschap
van Arnhem gaf haar medewerking en liet het
niet bij daden, want zij heeft ook vriendelijke
woorden tót het C.J.M.V. gesproken.
En zo klonken van Zijpendaal uit
vierduizend kelen de Hemelvaarts
liederen op, waaronder er waren van
Blumhardt en Fedde Schurèr. En ds,
Buskes preekte over de verwachting
van Christus als Verlosser, gelijk Hi
komen zal om Zijn rijk te voltooien,
Geen eredienst zonder collecte. Zij
was bestemd voor de C.J.M.V.-zieken
dienst en bracht f 1755,op.
Had men tijdens de preek het oog
gericht gehouden op de spreker, ach
ter wie een wit houten kruis stond, te
scherper uitkomend door het weer
daarachter oprijzende geboomte, nu
was het ogenblik aangebroken om zich
te vermeien in het groen rondom.
Op allerlei plekken in Zijpendaal
had men platforms aangebracht; daar
musiceerden, turnden of dansten
C.J.M.V.-groepen, maar ook clubs van
het meisjesverbond C.J.V.F.
En hier kreeg men eigenlijk direct
de waarde te zien, van twee beslissin
gen, daags tevoren in het C.J.M.V.
congres gevallen, namelijk ten eerste
om aan te sturen op fusie met het
meisjesverbond, en indien dit C.J.V.F,
dat niet zou willen terzake een eigen
weg te volgen; en voorts praktische
experimenten te gaan ondernemen in
zake het aantrekken van activiteits
groepen als judo, volksdans, pijper
korpsen e.d. in C.J.M.V.-verband.
Het lentefeest van het C.J.M.V. heeft
het doorslaand bewijs geleverd hoezeer
en samengaan met de meisjes èn
van andere jeugdontspanning no
dig zijn.
EEN HELE ZORG
De hele zorg is nu hoe men, bij deze
wisseling van vormen de inhoud kan
bewaren. Dit verklaarde verbonds
voorzitter ds. H. J. van Heerden uit
Scheveningen in de rede, die hij „tus
gen de bedrijven" door heeft gehou
den.
Ds. Van Heerden herinnerde er
aan, hoe men in Amerika de „4 H
clubs" kent; head, heart, health,
hands (hoofd, hart, gezondheid, han
den). Het lentefeest laat zien hoe
zeer het C.J.M.V. ook op de werk
zaamheid van de „4 H's" wil aan
dringen. Het verbond heeft de ge
varen onderkend van een passieve
vrijetijdsbesteding. Zelf doen, zelf
werkzaam zijn, ook terwille van de
gezondheid, is eis.
Maar dan kan een ander gevaar ont
staan, namelijk, dat te weinig met het
hart wordt gerekend. Men moet bij
dit werk in de eerste plaats zijn hart
hebben! Het C.J.M.V. zou de C in zijn
naam niet verdienen wanneer dit hart
niet brandende was voor Christus,
Speciaal zal dit moeten gelden voor
hen, die geroepen zijn tot leiding ge
ven.
„Let op het vuur in je hart" was de
titel van de rede die ds. H. J. van Heerden
uit Scheveningen voorzitter van het
Christelijk Jonge Mannen Verbond, hield
tijdens het lentefeest van het C.J.M.V. te
Arnhem en waarin hij o.m. zeide, dat dit
vuur de werkelijk drijvende kracht achter
ons werk is. Hij herinnerde hierbij aan
hetgeen William Booth, de stichter van
het Leger des Heils eens gezegd heeft tot
zijn vrienden en medewerkers, n.l. „let
op het vuur in je hart, want vuur heeft
de neiging om uit te gaan". Spreker zeide
er van overtuigd te zijn, dat het Gods be
doeling is, dat ieder persoonlijk en ook
de C.J.M.V.'s zoiets als een brandend
haardvuur zullen zijn, een vuur, dat aan
trekt, eenheid schept en de overtuiging
geeft om zich voor het werk in te spannen.
Ds. Van Heerden zeide voorts, dat, wil
het vuur branden, de schoorsteen moet
trekken. Er moet trek naar boven zijn,
d.w.z. openheid naar God. „Wij leven zo
snel en vluchtig", aldus spreker! Wij zijn
zo opt wuld en druk, dat wij op het laatst
stilstaan en ondergaan in de koude druk
te. In de levenstoerist en in de levensdil-
lettant gaat het diepere zieleleven onher
roepelijk verloren".
De mensen worden verzamelaars, al
dus spreker. Men is opgewonden, doch
niet bezield, men is druk doch geesteloos,
er is mode en gedweep, doch geen en
thousiasme en geen ontroering. Hieraan
kan men slechts ontkomen in een wezen
lijke openheid naar en gerichtheid op God
in een voortdurende concentratie op de
eeuwige dingen, zo zei hij, er tevens op
wijzend dat om een werkelijke broeder
schap, om een echte werkgemeenschap te
vormen er ook openheid naar elkander
moet zijn.
Spreker had in het begin van zijn rede
gezegd dat het congres gewijd is aan
denkarbeid over het hoe en het wat en het
Voor vele C.J.M.V.-ers is hun werk
in het verbond onverbreekbaar ver
bonden met een man, die hen daar met
bezieling leidde. Zo had wethouder
Van Ham te Arnhem op het congres
nog verklaard, dat hij als C.J.M.V.-er
zoveel te danken had aan de illustere
voorman C. Tabak.
NOG MEER KLANKEN
Na dit beroep op het hart, werd het
weer hoog tijd om aan de andere H's
te gaan denken. Drie uur achtereen
werd er gedemonstreerd, gezongen,
gespeeld, wedstrijden gehouden.
Het musicale element kreeg duch
tige versterking toen de tamboers- en
prj perkorpsen, die ook naar Arnhem
waren gekomen, het lentefeestterrein
op marcheerden. Nu was de muziek
niet meer van de lucht totdat voor het
spel. „De aarde: ons speelveld" de
„gordijnen opengingen".
Verbondsbestuurder Kees Klap had
dit spel geschreven. Een mars door
Arnhem completeerde het feest. Er
waren toen echter al verschillende
bussen met jongelui uit Burgwerd,
Heerlen, Middelburg en Groningen
vertrokken.
Op het congres had men bestuurs
verkiezing gehouden. Gekozen werden
de heren H. L. H. van der Molen te
Heerenveen, F. van As te Haarlem,
H. Eversdijk Jaczn. te Kapelle, J. Hein
te Terwinselen en B. Kanters te Hoge
Zwaluwe.
(Van één onzer verslaggevers).
Ter viering van zijn 35-jarig bestaan
had de Bond van Gereformeerde Man-
nenverenigingen zijn leden opgeroepen
naar Rotterdam, de stad waar indertijd de
bond werd opgericht. Zo was daags voor
Hemelvaartsdag de Rivièrahal van de
Rotterdamse diergaarde gevuld met man
nen, die het zevende lustrum van hun
organisatie kwamen meevieren.
Bondsvoorzitter ds. Y. van der Zee van
Nieuw-Vennep, zette in zijn openings
woord uiteen, wat de bedoeling van de
Mannenbond is. Het gaat niet in de eer
ste plaats om het bijbrengen van kennis,
maar om de liefde voor de kerk en daar
in om liefde voor elkaar. Men wil, naar
een woord van Paulus „eenheid des gees-
tes in de band der vredes", blijkende uit
dienstbetoon en strekkende tot opbouw.
Maar daartoe moet men worden toege
rust. Langs de weg der studie van Schrift
en belijdenis tracht men dit dienstbetoon
aan elkaar te betrachten en deze opbouw
der kerk te bevorderen.
Daarom was het ds. Van der Zee een
raadsel hoe men zoals een predikant
in de Gereformeerde kerken deed de
Mannenbond en de andere organisaties
op dit gebied aan te wijzen als schuldi
gen aan de verschraling in de Gerefor
meerde kerken. Zij zouden dit kunnen zijn
indien een eenzijdig intellectualisme werd
aangekweekt. Ofschoon met allerlei ge
breken behept, heeft men toch juist wil
len werken aan dienstbetoon en opbouw
voor en van de kerk. Hoewel de oorza
ken van de verschraling nog niet aange
wezen zijn, meende ds. Van der Zee, dat
zij in het werk van mannen-, vrouwen
en jeugrorganisaties niet gezocht moeten
worden.
Burgemeester mr. G. E. van Walsum
van Rotterdam, onderstreepte in zekere
zin de woorden van ds. Van der Zee, nl.
door te verklaren dat de overheid waar
dering kan en moet heben voor dit werk.
Want het dient tot versterking van de
fundamenten der samenleving, waartoe
immers het Godsdienstig leven behoort.
Er zit namelijk aan het Godsdienstig leven
naast een persoonlijke kant een maat
schappelijke zijde. Zo bezien is het werk
der mannenverenigingen van veel bete
kenis.
Als derde spreker, die de waarde van
het mannenwerk kwam aantonen, trad
prof. dr. K. Dijk, oud-hoogleraar van
Kampen, naar voren. Er wordt wel ge
zegd, dat dit werk te passief is. Men
laat tegenwoordig voortdurend het
„God roept ons broeders tot de daad"
horen. Maar het merkwaardige is dan
dat die daad altijd wordt gezocht in de
arbeid naar buiten. Zo had prof. Dijk
onlangs een lid van de Gereformeerde
kerken ontmoet, die verzuchtte: „ik wou
dat ik een buitenkerkelijke was". Op de
vraag van de hoogleraar vanwaar deze
wens kwam, werd geantwoord: „dan zou
de kerk tenminste aandacht aan mij
besteden."
Prof. Dijk riep zijn hoorders op de oude
strijd voort te zetten. Weliswaar schijnt
het woord „strijd" verouderd, want het
wordt liever vervangen door het vrien-
der klinkende „gesprek", maar de strijd
blijkt nodig. In de strijd heeft men wa
pens nodig en het zijn de mannenvereni
gingen, die hiervoor zorgen kunnen.
CULTUUR EN CHRISTELIJKE
VRIJHEID
Ds. O. Jager, predikant te Almelo, heeft
in de middagvergadering over „cultuur en
christelijke vrijheid" gesproken. In deze
rede schetste hij de moeilijkheden van
de doorsnee-gereformeerden naar een
verantwoorde levensstijl. Nog teveel gaat
het in deze stijl om de vraag welke cul
turele evenementen aanvaardbaar zijn
voor de christen, èn welke niet. Dit houdt
waarheen van het werk van de C.J.M.V. tegelijk in, dat de eigenlijke zaak waar
het om gaat te weinig wordt aangepakt.
„Onze stijl aldus O. Jager wordt
vaak gestempeld door de dood. Geloof en
dood liggen vlak bij elkaar. Een preek
over het sterven vinden wij ernstiger en
dieper dan een preek over de christelijke
vrijheid." Jongeren mogen niet naar de
bioscoop, want, zeggen we: „Als je zo eens
in de bioscoop werd weggeroepen
op die manier proberen we er een ern
stig gesprek van te maken: „we moeten
bereid zijn en klaarstaan". Maar dit
spreekt de jongeren niet aan, want we
zijn van louter klaarstaan statig en sta
tisch geworden. Beter kan men deze soort
van ernst laten varen en de vraag stel
len: waaróm wil je naar de bioscoop,
waaróm wil je dansen.
De goede levensstijl wordt niet gebo
ren uit de doodsprediking maar vanuit de
verwachting van Christus' wederkomst.
Cultuur is dan, dat wij de nieuwe aarde
dichterbij brengen door uit de oude aarde
te halen wat er in zit.
Christelijke vrijheid is dan: zó vastzit
ten aan Christus, dat alle dingen worden
betrokken op Zijn komst. Deze levens
stijl aanvaardend behoeft geen christen
benauwd te zijn voor nieuwe dingen.
Behalve de feesttoespraken was er op
deze jubileum vergadering ook een feest
geschenk^ aan de penningmeester van de
Mannenbond, de heer M. van der Ven,
werd een jubileumgift overhandigd groot
8.854,85, bijeengebracht door leden uit
het hele land. Bovendien ontving men
enige geschenken, w.o. een wire-recorder.
De Nederlandse Christelijke Boeren-
en Tuindersbond zal van 2 tot en met
4 juli in Musis Sacrum te Arnhem zijn
bondsdagen 1957 houden.
Dinsdagavond 2 juli zal de huishou
delijke vergadering worden gehouden
en woensdag 3 juli de algemene ver
gadering. Tijdens de algemene verga
dering zal prof. dr. R. Schippers spre
ken over het onderwerp „Boer en
Cultuur". Donderdag 4 juli zal een ex
cursie worden gehouden.
De Zuidafrikaanse volksraad heeft
woensdag met 72 tegen 42 stemmen in
tweede lezing een wetsontwerp goed
gekeurd tot rassenscheiding bij het
hoger onderwijs.
Tengevolge van de aardbeving die
zondag de Turkse provincie Bolu heeft
geteisterd zijn 46 mensen omgekomen
en 119 gewond.
In ons blad van morgen hopen wij het
verslag van de Bondsdag der Geref. J.V.
(art. 31 k.o.) op te nemen. Red.)
(Van een onzer verslaggeefsters)
Meer dan drieduizend jongens en meisjes, leden van de Ned. Hervormde
Jongelings- en Meisjesverenigingen op G.G., vulden gisteren de grote Beatrix
hal aan het Vredenburg' te Utrecht. Uit letterlijk alle delen van het land was
de Hervormde jeugd naar de Domstad gestroomd, om deel te nemen aan dit
massale jeugdappèl. Samen luisterden ze in stille aandacht naar de sprekers
en samen zongen ze hun liederen, die vermengd met de klanken van de Chr.
Utrechtse Muziekvereniging „Maranatha", de grote ruimte tot in de verste
hoeken vulden.
De bijeenkomst stond onder leiding van
ds. Jac. Vermaas, die in zijn openings
woord verschillende gasten welkom heet
(Van een onzer redacteuren)
Dertienduizend gereformeerde jongeren vulden gistermorgen het enorme
R.A.I.-gebouw in de hoofdstad tot in de verste hoeken, toen daar de geza
menlijke bondsdag van de Bond van Meisjesverenigingen op Gereformeerde
Grondslag cn de Ned. Bond van Jongelingsverenigingen op G.G. met een li
turgische Hemelvaartsviering geopend werd. Toen de massale samenkomst
middags gesloten werd, waren ze er alle 13.000 nog. Ieder, die met het
bondsdagwezen bekend is, zal toegeven dat hierdoor op de meest overtuigende
wijze gedemonstreerd wordt, 'dat deze bondsdag is geslaagd. Het gehele pro
gramma omvatte eigenlijk maar één punt: het Groot Dagspel, waarvan ook alle
toespraken, de muziek en de samenzang een wezenlijk deel vormden. Het spel
wilde tonen, wat het gereformeerde jeugdwerk ten diepste beweegt en bezielt,
Het liet dit de duizenden jongeren horen en zien en meebeleven op een ma
nier, die zeker meer indruk heeft gemaakt dan de meest gloedvolle betogen
ooit zouden kunnen doen.
Na de Hemelvaartsviering waarbij ds.
G. N. Lammens (Rotterdam) als liturg
optrad opende de heer H. Algra als voor
zitter van de Geref. Jongelingsbond de
bondsdag. Hij deed dit met de wens, dat
deze één grote masificatie zou zijn van
heb geloof en het vertrouwen van de ge
reformeerde jeugd, dat hen prikkelt tot
activiteit in het volle leven.
De Federation of Calvinist Youth Clubs
in Australië had een afgevaardigde ge
zonden in de persoon van ds. F. v. d.
Bom, die persoonlijk de groeten van deze
jonge zusterorganisatie overbracht.
Daarna begon het Groot Dagspel, waar
bij telkens in een korte toespraak een be
paald facet van het jeugdwerk onder de
loep werd genomen, waarna dit door een
korte maar indringende dramatisering op
het toneel midden in de werkelijkheid
van het leven werd geplaatst. Aan de
tekstschrijver Wim Gispen en de regis
seur Coos van Hoboken komt alle lof toe
voor de uitstekende wijze, waarop deze
schetsen het gesproken woord ondersteun
den.
Zo beschreef de heer Algra in korte
trekken het ontstaan van de Geref. Jeugd
beweging die altijd heeft willen strijden
en bouwen op een veld, dat zo wijd is als
de wereld. Deze jeugdbeweging ziet zich
nu geplaatst in een vreemde wereld en
tegenover een toekomst, die beheerst
schijnt te worden door atoomenergie en
robots. Dit is een uitdaging die echter
door de jongeren van nu niet moet wor
den beantwoord met een vlucht in de
schuilkelder. Zij moeten de handschoen
opnemen in deze gigantische en misschien
wel laatste strijd om een nieuwe maat
schappij, waarin de mens als beelddrager
Gods tot een nieuwe ontplooiing kan ko
men.
Twee robots schreden op het podium:
produkten van de hoogmoedige en ver-
techniseerde mens van deze tijd, die in
het technisch vlak alles kan, doch die niet
meer kan geloven, bidden en liefhebben.
Die steeds meer gaat gelijken op de ma
chines, die hij geschapen heeft.
Mej. C. van Alkemade, die sprak over
„Ons jeugdwerk en ons jong-zijn'
sprak over het verschil tussen het „lol"
maken van de losgeslagen jeugd en het
echte blij zijn, dat nooit los kan zijn
van de Heer. Na haar toespraak vulde
een luidruchtige massa rock 'n rollers
het toneel, die op de tonen van een
draaiorgel hun danswoede botvieren.
Het snerpend geluid van een lucht
alarm-sirene en van duikenle bommen
werpers deed de lolmakers angstig in
een duiken. Maar dwars door dit lawaai
heen klonk daar het lied op van de
jonge kerk, van jonge mensen, die zin
gen kunnen dwars dook de hel heen dat
God de vaste burcht is omdat zij de
ware blijdschap kennen, die tegen de
hardste werkelijkheid bestand is.
Op deze wijze werd ook de toespraak
van mej. T. Riemersma geïllustreerd, dit
wees op de verantwoordelijkheid van de
leden tegenover de eenzamen, de afge-
dwaalden, de velen die nog niet meedoen
in het jeugdwerk. Zo werd na een in
leiding van de heer Ad Kuiper getoond,
dat het geloof midden in het dagelijks
leven staat en dat er een eenheid is van
de kerk en werk. Zo werden ook de jon
geren naar aanleiding van een korte
speech van ds. D. J. Roos (Haarlem) ge
confronteerd met hun gezonden zijn in
de wereld, met hun zware verantwoorde
lijkheid jegens de honderdduizenden die
de boodschap der verlossing nog nimmer
hoorden, hoewel zij misschien dagelijks
met gelovige jongeren In contact komen.
„NOG NOOIT EERDER Jieb ik een aanrijding of zoiets gehad",
sprak de Middelburgse chauffeur C. F. S. woensdagmorgen met be
slistheid tot de kantonrechter, waarna hij met een schok naar voren
stapte en zijn grote rechterknuist tegen de blanke balie bonkte: „dat
moet ik even afkloppenMet al dat geklop bereikte hij alleen
maar, dat de drie heren in toga even in de lach schoten. Het niet uit
kijken bij het achteruitrijden in zijn vrachtwagen op de Westwal te
Goes, waarbij een andere auto was beschadigd, kwam hem op een
tientje (of 2 dagen) te staan. Zo ging het gisteren in het domein van
kantonrechter mr. Moolenburgh in Middelburg aan de lopende band.
De ene verkeerszondaar na de andere, grote overtreders en kleine
zondaartjes, schoven achter elkaar langs de groene tafel.
kundige ambtenaar J. B. Smit uit Vlis-
singen tegen de keien was gesmakt,
twee vingers brak en zeven weken
rust moest houden.
Goedenmorgen, Excellentie", luid
de de begroeting van de 67-jarige
grondarbeider Abr. de R. te Souburg,
toen hij in zijn zondagse bruine pak
binnenstapte. De kantonrechter, die
zich met deze aanspraaktitel wel zeer
verheerlijkt moet hebben gevoeld,
fronste zijn wenkbrauwen geducht,
toen duidelijk werd, wat zich op die
dag van het Koninklijke bezoek aan
Vlissingen op het kruispunt bij Sou
burg had afgespeeld. De gedagvaarde
was plots de weg overgestoken, waar-
,,'k Had 'em glad nie gezie.al
dus de Souburger, die kordaat zijn
woordje deed en zijn roodverbrande
hoofd heftig liet meemanoevreren. Hij
betreurde het, dat er op dit drukke
punt geen agent had gestaan, want
hoewel hij er zonder kleerscheuren
vandaan was gekomen, had het hem
toch een nieuwe fiets gekost. Daarmee
door de motorrijder, de 25 j. landmeet- wilde de rechter dan wel rekening
houden en kwam in zijn uitspraak tot
f 25.boete of 10 dagen.
Krabbendijke en Waarde bijten el
kaar niet. Dat bleek alras, toen chauf
feur Chr. D. te Waarde voorkwam, die
op 4 febr. j.l. nabij Krabbendijke in
een onoverzichtelijke bocht de auto
handelaar J. Francke uit Krabbendijke
in diens auto had aangereden. De kan
tonrechter legde D. het vuur na aan
de schenen, maar eensklaps stokte de
woordenwisseling, toen de gedupeerde
en getuige F. met nadruk te kennen
gaf: „Ik zou in D. zijn plaats precies
hetzelfde gedaan hebben, Edelacht
bare
Het was even stil aan beide zijden
van het groene laken.
„U lijkt wel een advocaat van D.
vond mr. Moolenburgh.
Nadat getuige J. Joosse, AMZ-chauf-
feur nog was gehoord, werd D. vrijge
sproken, omdat er geen sprake was
geweest van „passeren" in de letter
lijke zin, waarvan de dagvaarding had
gesproken.
Tegen een decor van grote autoban
den en velgen zette een politieman, als
getuige-deskundige, uiteen, hoe de his
torie van de lekke band zich moet
hebben toegedragen, toen chauffeur H.
J. de B. te Schoondijke uit een flauwe
bocht bij Krabbendijke reed en een
hekwerk vernielde. De politie had
twee lekke banden geconstateerd: een
door de aanrijding, maar het andere
gat moet al oud zijn geweest, hoewel
De B. dit nadrukkelijk tegensprak.
Politie en deskundige kwamen ge
zamenlijk tot de conclusie, dat niet
de band, maar een grote vermoeid-
te, w.o. ook prof. dr. J. Severijn. Ds. Ver
maas wees op de voorechten, die de jeugd
in Europa geniet boven die in andere de
len van de wereld. Wij behoren tot het
„bezittende" derde deel van de wereldbe
volking, dat 85 pCt van het wereldinko
men gebruikt.
Maar boven alle materiële welvaart
hebben wij het voorrecht, dat wij het
Woord van God kennen, dat wij vrij mo
gen belijden, dat Christus is opgevaren
ten Hemel en dat Hij alles is wat we no
dig hebben voor de tijd en voor da
eeuwigheid. Juist bij onze materiële wel
vaart mogen we ons onafhankelijk gaan
voelen van God, van Wie wij alles ont
vangen. Wij moeten juist onze verant
woordelijkheid gaan beseffen. „Het Gere
formeerd belijden is helemaal niet uit da
tijd en het is geen ballast waar we zo gauw
mogelijk van af moeten zien te komen.
Nee, we moeten er naar terug, wij per
soonlijk, zowel als de Kerk. die ons lief
is", aldus ds. Vermaas.
AFVAL
Na een Hemel vaartsmeditatie van ds. G.
H. van Kooten te Genemuiden, sprak dr.
H. Bout te Utrecht over: „De jeugd in de
afval van het avondland". De afval van
het Christendom manifesteert zich in het
Westen bijna massaal. In onze tijd is God
voor duizenden dood en daarmee mede
eeuwigheid weg uit het leven van vele
mensen. Met het verlies van God raken
alle verhoudingen in de war. „Wie God
van Zijn troon duwt, geeft ook de mens
als verantwoordelijkheidsschepsel, als
eeuwigheidswezen en als beelddrager-
Gods, een trap", aldus spr.
De jongeren van vandaag zijn niet zelf
op de ideeën gekomen, waarover soms
zeer terecht wordt geklaagd. Met milieu
waarin men verkeert vormt een gewel
dige kracht en de verhouding van de jon
geren is sterk afhankelijk van de houding
der ouderen. „Ik denk er niet aan om
mee te gaan huilen in het koor van: het
is niets gedaan met de jeugd van van
daag', aldus dr. Bout, ,maar ik ben er niet
zo gerust op als men zich voor de toe
komst vastklampt aan de jeugd, omdat
die tenminste idealen heeft en enthousias
me kent".
Er rust een grote verantwoordelijk
heid op de jonge mensen. Er is afval,
maar wij zijn geen slachtoffers van een
lot dat zich blindelings voltrekt. Het
waarachtig welzijn hangt af van dé mo
bilisatie van de levensbronnen voor het
tijdelijk en eeuwig leven. En de grote
Bron is Christus. Alleen geleid en ver
nieuwd door Gods geest kunen wij het
uithouden in een wereld waar een an
dere geest waait.
Ds. C. Graafland te Ameide hield een
referaat over ,De jeugd bij de voort
gang van het Evangelie". Spr. vroeg
zich af, of er eigenlijk wel sprake is
van vooruitgang. Overal klaagt men im.
mers over minder kerkbezoek, over een
afnemend ledental en over slecht be
zochte vergaderingen? Inderdaad: vol
gens curven en statistieken gaat het met
het Evangelie hollende achteruit.
DISCIPEL ZIJN
Maar ook Christus deed niets anders
dan schrappen: van zijn 5000 discipelen
houdt Hij er tenslotte nog maar 11 over.
Ook in het jeugdwerk zijn de gelederen
gedund. Maar deze reductie is tevens een
versterking, omdat juist degenen blijven,
die niet buiten Christus kunnen leven: da
jeugd die meedoet aan de voortgang van
het Evangelie. Wanneer je tot de elf be
hoort heb je een bewuste keus gedaan
en dan volg je de vaste koers van de
dienst des Heren.
Discipel zijn van Jezus is de drijfkracht
om uit te gaan in deze wereld, om je
voor God te laten gebruiken bij de voort
gang van het Evangelie, in de winkel, op
school en op de fabriek. „Gelukkig die
jongens en meisjes die tot deze jeugd be
horen", zo besloot ds. Graafland.
Tenslotte sprak ds. W. de Bruijn te Er-
melo over „De jeugd in het aanlichten
van Christus' wederkomst". De tijd waar
in wij leven is er een van ongekende on
zekerheid. In de harten van jongeren en
ouderen komen allerlei klemmende vra
gen op. Maar in de Bijbel wordt deze tijd
gekenschetst als de tijd tussen de hemel
vaart en de wederkomst van Christus, de
tijd die voorafgaat aan de volkomenheid
van Zijn rijk. Dit betekent, dat de duivel
nu zijn laatste krampachtige strijd uit
woedt. Daar waar het Evangelie komt,
brengt het altijd de crisis. Maar in Chris
tus is Gods Kerk overwinnares en uit
geheven boven alle nood. Als we dit zien,
hebben we ook de kracht om onze hoof
den op te richten als we de aangrijpende
dingen beleven en zien, die Zijn komst
aankondigen.
Een van de traditionele programma
punten op de Bondsdag was weer het
verzenden van telegrammen aan Konin
gin Juliana en aan Prinses Wilhel'mina.
heid van de chauffeur oorzaak van
het uit de bocht rijden is geweest.
De B. was 's nachts van IJmuiden ge
komen, op weg naar zijn baas in
Breskens.
„Ik kan het niet genoeg zeggen; la
ten beroepschauffeurs zich toch hoe
den voor die biertjes", sprak de Offi
cier, mr. Lebrèt, „ook de gedagvaarde
dronk er niaar twee die nacht, maar
het kan bij oververmoeidheid net do
druppel zijn, die de emmer doet over
lopen. Daarom vorder ik geen kleine
boete: f 80.of 20 dagen, en vernieti
ging van de gehavende handen."
De rechter was het daar volledig
mee eens.