CJMV-stammen togen vrolijk op naar Zijpendaal Fusie met meisjesbond bepleit tijdens congres Let op het vuur Massaal jeugdappel in Utrechtse Beatrixhal Gezamelijke bondsdag J.V. en M.V. in van Amsterdam Krabbendijke en Waarde waren het voor de bali roerend eens Dat moet ik afkloppen" sprak S. en bonkte op de bah Gereformeerde Mannenbond zet arbeid voort Vrijdag 31 mei 1957 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 Geslaagd „LENTEFEEST" in Arnhem Zevende lustrumviering in Rotterdam Bondsdagen CBTB in Arnhem Bondsdag Hervormde jongens en meisjes „Er rust grote verantwoordelijkheid op de* jonge mensen GEDUPEERDE ONTPOPTE ZICH ALS EEN ADVOCAAT (Van een onzer verslaggevers) Ogen en oren kwam je te kort op het C.J.M.V.- festijn te Arnhem, dat onder de titel „lente feest" den volke werd gepresenteerd. Het was voor de eerste keer, dat de vroegere bondsdag op deze nieuwe manier werd gehouden. Het verbondsbestuur heeft met de veranderde opzet een goede gooi gedaan. Want men moet een eind terug in de C.J.M.V.-historie om een zó geslaagde toogdag te vinden. Zelden was name lijk elke aanwezige dusdanig betrokken bij al wat er voorviel als deze keer. Toegegeven het terrein de parken van Zijpendaal leende zich uitmuntend voor dit feest en de weersomstandigheden waren zoda nig, dat een feest als dit wel slagen moest. In dien men zich in overdekte ruimten had moeten terugtrekken, was er veel van de fleur verloren gegaan. Maar gelukkig hoefde dat niet. Zo zag men dan ook aanstonds na de openstelling van de terreinen de stammen vrolijk opgaan naar de tempel van ongekorven hout. Ja, want het begon met een tempelgang, een eredienst. Met het oog op de omgeving had men hieraan de benaming „hagepreek" gegeven. Als hagepreker trad op ds. J. J. Buskes van Am sterdam. Maar anders dan in 1566 (smeekschrift der edelen, hagepreken, beeldenstorm) behoef de men niet te vrezen voor verstoring der preek door de overheid; integendeel, de vroedschap van Arnhem gaf haar medewerking en liet het niet bij daden, want zij heeft ook vriendelijke woorden tót het C.J.M.V. gesproken. En zo klonken van Zijpendaal uit vierduizend kelen de Hemelvaarts liederen op, waaronder er waren van Blumhardt en Fedde Schurèr. En ds, Buskes preekte over de verwachting van Christus als Verlosser, gelijk Hi komen zal om Zijn rijk te voltooien, Geen eredienst zonder collecte. Zij was bestemd voor de C.J.M.V.-zieken dienst en bracht f 1755,op. Had men tijdens de preek het oog gericht gehouden op de spreker, ach ter wie een wit houten kruis stond, te scherper uitkomend door het weer daarachter oprijzende geboomte, nu was het ogenblik aangebroken om zich te vermeien in het groen rondom. Op allerlei plekken in Zijpendaal had men platforms aangebracht; daar musiceerden, turnden of dansten C.J.M.V.-groepen, maar ook clubs van het meisjesverbond C.J.V.F. En hier kreeg men eigenlijk direct de waarde te zien, van twee beslissin gen, daags tevoren in het C.J.M.V. congres gevallen, namelijk ten eerste om aan te sturen op fusie met het meisjesverbond, en indien dit C.J.V.F, dat niet zou willen terzake een eigen weg te volgen; en voorts praktische experimenten te gaan ondernemen in zake het aantrekken van activiteits groepen als judo, volksdans, pijper korpsen e.d. in C.J.M.V.-verband. Het lentefeest van het C.J.M.V. heeft het doorslaand bewijs geleverd hoezeer en samengaan met de meisjes èn van andere jeugdontspanning no dig zijn. EEN HELE ZORG De hele zorg is nu hoe men, bij deze wisseling van vormen de inhoud kan bewaren. Dit verklaarde verbonds voorzitter ds. H. J. van Heerden uit Scheveningen in de rede, die hij „tus gen de bedrijven" door heeft gehou den. Ds. Van Heerden herinnerde er aan, hoe men in Amerika de „4 H clubs" kent; head, heart, health, hands (hoofd, hart, gezondheid, han den). Het lentefeest laat zien hoe zeer het C.J.M.V. ook op de werk zaamheid van de „4 H's" wil aan dringen. Het verbond heeft de ge varen onderkend van een passieve vrijetijdsbesteding. Zelf doen, zelf werkzaam zijn, ook terwille van de gezondheid, is eis. Maar dan kan een ander gevaar ont staan, namelijk, dat te weinig met het hart wordt gerekend. Men moet bij dit werk in de eerste plaats zijn hart hebben! Het C.J.M.V. zou de C in zijn naam niet verdienen wanneer dit hart niet brandende was voor Christus, Speciaal zal dit moeten gelden voor hen, die geroepen zijn tot leiding ge ven. „Let op het vuur in je hart" was de titel van de rede die ds. H. J. van Heerden uit Scheveningen voorzitter van het Christelijk Jonge Mannen Verbond, hield tijdens het lentefeest van het C.J.M.V. te Arnhem en waarin hij o.m. zeide, dat dit vuur de werkelijk drijvende kracht achter ons werk is. Hij herinnerde hierbij aan hetgeen William Booth, de stichter van het Leger des Heils eens gezegd heeft tot zijn vrienden en medewerkers, n.l. „let op het vuur in je hart, want vuur heeft de neiging om uit te gaan". Spreker zeide er van overtuigd te zijn, dat het Gods be doeling is, dat ieder persoonlijk en ook de C.J.M.V.'s zoiets als een brandend haardvuur zullen zijn, een vuur, dat aan trekt, eenheid schept en de overtuiging geeft om zich voor het werk in te spannen. Ds. Van Heerden zeide voorts, dat, wil het vuur branden, de schoorsteen moet trekken. Er moet trek naar boven zijn, d.w.z. openheid naar God. „Wij leven zo snel en vluchtig", aldus spreker! Wij zijn zo opt wuld en druk, dat wij op het laatst stilstaan en ondergaan in de koude druk te. In de levenstoerist en in de levensdil- lettant gaat het diepere zieleleven onher roepelijk verloren". De mensen worden verzamelaars, al dus spreker. Men is opgewonden, doch niet bezield, men is druk doch geesteloos, er is mode en gedweep, doch geen en thousiasme en geen ontroering. Hieraan kan men slechts ontkomen in een wezen lijke openheid naar en gerichtheid op God in een voortdurende concentratie op de eeuwige dingen, zo zei hij, er tevens op wijzend dat om een werkelijke broeder schap, om een echte werkgemeenschap te vormen er ook openheid naar elkander moet zijn. Spreker had in het begin van zijn rede gezegd dat het congres gewijd is aan denkarbeid over het hoe en het wat en het Voor vele C.J.M.V.-ers is hun werk in het verbond onverbreekbaar ver bonden met een man, die hen daar met bezieling leidde. Zo had wethouder Van Ham te Arnhem op het congres nog verklaard, dat hij als C.J.M.V.-er zoveel te danken had aan de illustere voorman C. Tabak. NOG MEER KLANKEN Na dit beroep op het hart, werd het weer hoog tijd om aan de andere H's te gaan denken. Drie uur achtereen werd er gedemonstreerd, gezongen, gespeeld, wedstrijden gehouden. Het musicale element kreeg duch tige versterking toen de tamboers- en prj perkorpsen, die ook naar Arnhem waren gekomen, het lentefeestterrein op marcheerden. Nu was de muziek niet meer van de lucht totdat voor het spel. „De aarde: ons speelveld" de „gordijnen opengingen". Verbondsbestuurder Kees Klap had dit spel geschreven. Een mars door Arnhem completeerde het feest. Er waren toen echter al verschillende bussen met jongelui uit Burgwerd, Heerlen, Middelburg en Groningen vertrokken. Op het congres had men bestuurs verkiezing gehouden. Gekozen werden de heren H. L. H. van der Molen te Heerenveen, F. van As te Haarlem, H. Eversdijk Jaczn. te Kapelle, J. Hein te Terwinselen en B. Kanters te Hoge Zwaluwe. (Van één onzer verslaggevers). Ter viering van zijn 35-jarig bestaan had de Bond van Gereformeerde Man- nenverenigingen zijn leden opgeroepen naar Rotterdam, de stad waar indertijd de bond werd opgericht. Zo was daags voor Hemelvaartsdag de Rivièrahal van de Rotterdamse diergaarde gevuld met man nen, die het zevende lustrum van hun organisatie kwamen meevieren. Bondsvoorzitter ds. Y. van der Zee van Nieuw-Vennep, zette in zijn openings woord uiteen, wat de bedoeling van de Mannenbond is. Het gaat niet in de eer ste plaats om het bijbrengen van kennis, maar om de liefde voor de kerk en daar in om liefde voor elkaar. Men wil, naar een woord van Paulus „eenheid des gees- tes in de band der vredes", blijkende uit dienstbetoon en strekkende tot opbouw. Maar daartoe moet men worden toege rust. Langs de weg der studie van Schrift en belijdenis tracht men dit dienstbetoon aan elkaar te betrachten en deze opbouw der kerk te bevorderen. Daarom was het ds. Van der Zee een raadsel hoe men zoals een predikant in de Gereformeerde kerken deed de Mannenbond en de andere organisaties op dit gebied aan te wijzen als schuldi gen aan de verschraling in de Gerefor meerde kerken. Zij zouden dit kunnen zijn indien een eenzijdig intellectualisme werd aangekweekt. Ofschoon met allerlei ge breken behept, heeft men toch juist wil len werken aan dienstbetoon en opbouw voor en van de kerk. Hoewel de oorza ken van de verschraling nog niet aange wezen zijn, meende ds. Van der Zee, dat zij in het werk van mannen-, vrouwen en jeugrorganisaties niet gezocht moeten worden. Burgemeester mr. G. E. van Walsum van Rotterdam, onderstreepte in zekere zin de woorden van ds. Van der Zee, nl. door te verklaren dat de overheid waar dering kan en moet heben voor dit werk. Want het dient tot versterking van de fundamenten der samenleving, waartoe immers het Godsdienstig leven behoort. Er zit namelijk aan het Godsdienstig leven naast een persoonlijke kant een maat schappelijke zijde. Zo bezien is het werk der mannenverenigingen van veel bete kenis. Als derde spreker, die de waarde van het mannenwerk kwam aantonen, trad prof. dr. K. Dijk, oud-hoogleraar van Kampen, naar voren. Er wordt wel ge zegd, dat dit werk te passief is. Men laat tegenwoordig voortdurend het „God roept ons broeders tot de daad" horen. Maar het merkwaardige is dan dat die daad altijd wordt gezocht in de arbeid naar buiten. Zo had prof. Dijk onlangs een lid van de Gereformeerde kerken ontmoet, die verzuchtte: „ik wou dat ik een buitenkerkelijke was". Op de vraag van de hoogleraar vanwaar deze wens kwam, werd geantwoord: „dan zou de kerk tenminste aandacht aan mij besteden." Prof. Dijk riep zijn hoorders op de oude strijd voort te zetten. Weliswaar schijnt het woord „strijd" verouderd, want het wordt liever vervangen door het vrien- der klinkende „gesprek", maar de strijd blijkt nodig. In de strijd heeft men wa pens nodig en het zijn de mannenvereni gingen, die hiervoor zorgen kunnen. CULTUUR EN CHRISTELIJKE VRIJHEID Ds. O. Jager, predikant te Almelo, heeft in de middagvergadering over „cultuur en christelijke vrijheid" gesproken. In deze rede schetste hij de moeilijkheden van de doorsnee-gereformeerden naar een verantwoorde levensstijl. Nog teveel gaat het in deze stijl om de vraag welke cul turele evenementen aanvaardbaar zijn voor de christen, èn welke niet. Dit houdt waarheen van het werk van de C.J.M.V. tegelijk in, dat de eigenlijke zaak waar het om gaat te weinig wordt aangepakt. „Onze stijl aldus O. Jager wordt vaak gestempeld door de dood. Geloof en dood liggen vlak bij elkaar. Een preek over het sterven vinden wij ernstiger en dieper dan een preek over de christelijke vrijheid." Jongeren mogen niet naar de bioscoop, want, zeggen we: „Als je zo eens in de bioscoop werd weggeroepen op die manier proberen we er een ern stig gesprek van te maken: „we moeten bereid zijn en klaarstaan". Maar dit spreekt de jongeren niet aan, want we zijn van louter klaarstaan statig en sta tisch geworden. Beter kan men deze soort van ernst laten varen en de vraag stel len: waaróm wil je naar de bioscoop, waaróm wil je dansen. De goede levensstijl wordt niet gebo ren uit de doodsprediking maar vanuit de verwachting van Christus' wederkomst. Cultuur is dan, dat wij de nieuwe aarde dichterbij brengen door uit de oude aarde te halen wat er in zit. Christelijke vrijheid is dan: zó vastzit ten aan Christus, dat alle dingen worden betrokken op Zijn komst. Deze levens stijl aanvaardend behoeft geen christen benauwd te zijn voor nieuwe dingen. Behalve de feesttoespraken was er op deze jubileum vergadering ook een feest geschenk^ aan de penningmeester van de Mannenbond, de heer M. van der Ven, werd een jubileumgift overhandigd groot 8.854,85, bijeengebracht door leden uit het hele land. Bovendien ontving men enige geschenken, w.o. een wire-recorder. De Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond zal van 2 tot en met 4 juli in Musis Sacrum te Arnhem zijn bondsdagen 1957 houden. Dinsdagavond 2 juli zal de huishou delijke vergadering worden gehouden en woensdag 3 juli de algemene ver gadering. Tijdens de algemene verga dering zal prof. dr. R. Schippers spre ken over het onderwerp „Boer en Cultuur". Donderdag 4 juli zal een ex cursie worden gehouden. De Zuidafrikaanse volksraad heeft woensdag met 72 tegen 42 stemmen in tweede lezing een wetsontwerp goed gekeurd tot rassenscheiding bij het hoger onderwijs. Tengevolge van de aardbeving die zondag de Turkse provincie Bolu heeft geteisterd zijn 46 mensen omgekomen en 119 gewond. In ons blad van morgen hopen wij het verslag van de Bondsdag der Geref. J.V. (art. 31 k.o.) op te nemen. Red.) (Van een onzer verslaggeefsters) Meer dan drieduizend jongens en meisjes, leden van de Ned. Hervormde Jongelings- en Meisjesverenigingen op G.G., vulden gisteren de grote Beatrix hal aan het Vredenburg' te Utrecht. Uit letterlijk alle delen van het land was de Hervormde jeugd naar de Domstad gestroomd, om deel te nemen aan dit massale jeugdappèl. Samen luisterden ze in stille aandacht naar de sprekers en samen zongen ze hun liederen, die vermengd met de klanken van de Chr. Utrechtse Muziekvereniging „Maranatha", de grote ruimte tot in de verste hoeken vulden. De bijeenkomst stond onder leiding van ds. Jac. Vermaas, die in zijn openings woord verschillende gasten welkom heet (Van een onzer redacteuren) Dertienduizend gereformeerde jongeren vulden gistermorgen het enorme R.A.I.-gebouw in de hoofdstad tot in de verste hoeken, toen daar de geza menlijke bondsdag van de Bond van Meisjesverenigingen op Gereformeerde Grondslag cn de Ned. Bond van Jongelingsverenigingen op G.G. met een li turgische Hemelvaartsviering geopend werd. Toen de massale samenkomst middags gesloten werd, waren ze er alle 13.000 nog. Ieder, die met het bondsdagwezen bekend is, zal toegeven dat hierdoor op de meest overtuigende wijze gedemonstreerd wordt, 'dat deze bondsdag is geslaagd. Het gehele pro gramma omvatte eigenlijk maar één punt: het Groot Dagspel, waarvan ook alle toespraken, de muziek en de samenzang een wezenlijk deel vormden. Het spel wilde tonen, wat het gereformeerde jeugdwerk ten diepste beweegt en bezielt, Het liet dit de duizenden jongeren horen en zien en meebeleven op een ma nier, die zeker meer indruk heeft gemaakt dan de meest gloedvolle betogen ooit zouden kunnen doen. Na de Hemelvaartsviering waarbij ds. G. N. Lammens (Rotterdam) als liturg optrad opende de heer H. Algra als voor zitter van de Geref. Jongelingsbond de bondsdag. Hij deed dit met de wens, dat deze één grote masificatie zou zijn van heb geloof en het vertrouwen van de ge reformeerde jeugd, dat hen prikkelt tot activiteit in het volle leven. De Federation of Calvinist Youth Clubs in Australië had een afgevaardigde ge zonden in de persoon van ds. F. v. d. Bom, die persoonlijk de groeten van deze jonge zusterorganisatie overbracht. Daarna begon het Groot Dagspel, waar bij telkens in een korte toespraak een be paald facet van het jeugdwerk onder de loep werd genomen, waarna dit door een korte maar indringende dramatisering op het toneel midden in de werkelijkheid van het leven werd geplaatst. Aan de tekstschrijver Wim Gispen en de regis seur Coos van Hoboken komt alle lof toe voor de uitstekende wijze, waarop deze schetsen het gesproken woord ondersteun den. Zo beschreef de heer Algra in korte trekken het ontstaan van de Geref. Jeugd beweging die altijd heeft willen strijden en bouwen op een veld, dat zo wijd is als de wereld. Deze jeugdbeweging ziet zich nu geplaatst in een vreemde wereld en tegenover een toekomst, die beheerst schijnt te worden door atoomenergie en robots. Dit is een uitdaging die echter door de jongeren van nu niet moet wor den beantwoord met een vlucht in de schuilkelder. Zij moeten de handschoen opnemen in deze gigantische en misschien wel laatste strijd om een nieuwe maat schappij, waarin de mens als beelddrager Gods tot een nieuwe ontplooiing kan ko men. Twee robots schreden op het podium: produkten van de hoogmoedige en ver- techniseerde mens van deze tijd, die in het technisch vlak alles kan, doch die niet meer kan geloven, bidden en liefhebben. Die steeds meer gaat gelijken op de ma chines, die hij geschapen heeft. Mej. C. van Alkemade, die sprak over „Ons jeugdwerk en ons jong-zijn' sprak over het verschil tussen het „lol" maken van de losgeslagen jeugd en het echte blij zijn, dat nooit los kan zijn van de Heer. Na haar toespraak vulde een luidruchtige massa rock 'n rollers het toneel, die op de tonen van een draaiorgel hun danswoede botvieren. Het snerpend geluid van een lucht alarm-sirene en van duikenle bommen werpers deed de lolmakers angstig in een duiken. Maar dwars door dit lawaai heen klonk daar het lied op van de jonge kerk, van jonge mensen, die zin gen kunnen dwars dook de hel heen dat God de vaste burcht is omdat zij de ware blijdschap kennen, die tegen de hardste werkelijkheid bestand is. Op deze wijze werd ook de toespraak van mej. T. Riemersma geïllustreerd, dit wees op de verantwoordelijkheid van de leden tegenover de eenzamen, de afge- dwaalden, de velen die nog niet meedoen in het jeugdwerk. Zo werd na een in leiding van de heer Ad Kuiper getoond, dat het geloof midden in het dagelijks leven staat en dat er een eenheid is van de kerk en werk. Zo werden ook de jon geren naar aanleiding van een korte speech van ds. D. J. Roos (Haarlem) ge confronteerd met hun gezonden zijn in de wereld, met hun zware verantwoorde lijkheid jegens de honderdduizenden die de boodschap der verlossing nog nimmer hoorden, hoewel zij misschien dagelijks met gelovige jongeren In contact komen. „NOG NOOIT EERDER Jieb ik een aanrijding of zoiets gehad", sprak de Middelburgse chauffeur C. F. S. woensdagmorgen met be slistheid tot de kantonrechter, waarna hij met een schok naar voren stapte en zijn grote rechterknuist tegen de blanke balie bonkte: „dat moet ik even afkloppenMet al dat geklop bereikte hij alleen maar, dat de drie heren in toga even in de lach schoten. Het niet uit kijken bij het achteruitrijden in zijn vrachtwagen op de Westwal te Goes, waarbij een andere auto was beschadigd, kwam hem op een tientje (of 2 dagen) te staan. Zo ging het gisteren in het domein van kantonrechter mr. Moolenburgh in Middelburg aan de lopende band. De ene verkeerszondaar na de andere, grote overtreders en kleine zondaartjes, schoven achter elkaar langs de groene tafel. kundige ambtenaar J. B. Smit uit Vlis- singen tegen de keien was gesmakt, twee vingers brak en zeven weken rust moest houden. Goedenmorgen, Excellentie", luid de de begroeting van de 67-jarige grondarbeider Abr. de R. te Souburg, toen hij in zijn zondagse bruine pak binnenstapte. De kantonrechter, die zich met deze aanspraaktitel wel zeer verheerlijkt moet hebben gevoeld, fronste zijn wenkbrauwen geducht, toen duidelijk werd, wat zich op die dag van het Koninklijke bezoek aan Vlissingen op het kruispunt bij Sou burg had afgespeeld. De gedagvaarde was plots de weg overgestoken, waar- ,,'k Had 'em glad nie gezie.al dus de Souburger, die kordaat zijn woordje deed en zijn roodverbrande hoofd heftig liet meemanoevreren. Hij betreurde het, dat er op dit drukke punt geen agent had gestaan, want hoewel hij er zonder kleerscheuren vandaan was gekomen, had het hem toch een nieuwe fiets gekost. Daarmee door de motorrijder, de 25 j. landmeet- wilde de rechter dan wel rekening houden en kwam in zijn uitspraak tot f 25.boete of 10 dagen. Krabbendijke en Waarde bijten el kaar niet. Dat bleek alras, toen chauf feur Chr. D. te Waarde voorkwam, die op 4 febr. j.l. nabij Krabbendijke in een onoverzichtelijke bocht de auto handelaar J. Francke uit Krabbendijke in diens auto had aangereden. De kan tonrechter legde D. het vuur na aan de schenen, maar eensklaps stokte de woordenwisseling, toen de gedupeerde en getuige F. met nadruk te kennen gaf: „Ik zou in D. zijn plaats precies hetzelfde gedaan hebben, Edelacht bare Het was even stil aan beide zijden van het groene laken. „U lijkt wel een advocaat van D. vond mr. Moolenburgh. Nadat getuige J. Joosse, AMZ-chauf- feur nog was gehoord, werd D. vrijge sproken, omdat er geen sprake was geweest van „passeren" in de letter lijke zin, waarvan de dagvaarding had gesproken. Tegen een decor van grote autoban den en velgen zette een politieman, als getuige-deskundige, uiteen, hoe de his torie van de lekke band zich moet hebben toegedragen, toen chauffeur H. J. de B. te Schoondijke uit een flauwe bocht bij Krabbendijke reed en een hekwerk vernielde. De politie had twee lekke banden geconstateerd: een door de aanrijding, maar het andere gat moet al oud zijn geweest, hoewel De B. dit nadrukkelijk tegensprak. Politie en deskundige kwamen ge zamenlijk tot de conclusie, dat niet de band, maar een grote vermoeid- te, w.o. ook prof. dr. J. Severijn. Ds. Ver maas wees op de voorechten, die de jeugd in Europa geniet boven die in andere de len van de wereld. Wij behoren tot het „bezittende" derde deel van de wereldbe volking, dat 85 pCt van het wereldinko men gebruikt. Maar boven alle materiële welvaart hebben wij het voorrecht, dat wij het Woord van God kennen, dat wij vrij mo gen belijden, dat Christus is opgevaren ten Hemel en dat Hij alles is wat we no dig hebben voor de tijd en voor da eeuwigheid. Juist bij onze materiële wel vaart mogen we ons onafhankelijk gaan voelen van God, van Wie wij alles ont vangen. Wij moeten juist onze verant woordelijkheid gaan beseffen. „Het Gere formeerd belijden is helemaal niet uit da tijd en het is geen ballast waar we zo gauw mogelijk van af moeten zien te komen. Nee, we moeten er naar terug, wij per soonlijk, zowel als de Kerk. die ons lief is", aldus ds. Vermaas. AFVAL Na een Hemel vaartsmeditatie van ds. G. H. van Kooten te Genemuiden, sprak dr. H. Bout te Utrecht over: „De jeugd in de afval van het avondland". De afval van het Christendom manifesteert zich in het Westen bijna massaal. In onze tijd is God voor duizenden dood en daarmee mede eeuwigheid weg uit het leven van vele mensen. Met het verlies van God raken alle verhoudingen in de war. „Wie God van Zijn troon duwt, geeft ook de mens als verantwoordelijkheidsschepsel, als eeuwigheidswezen en als beelddrager- Gods, een trap", aldus spr. De jongeren van vandaag zijn niet zelf op de ideeën gekomen, waarover soms zeer terecht wordt geklaagd. Met milieu waarin men verkeert vormt een gewel dige kracht en de verhouding van de jon geren is sterk afhankelijk van de houding der ouderen. „Ik denk er niet aan om mee te gaan huilen in het koor van: het is niets gedaan met de jeugd van van daag', aldus dr. Bout, ,maar ik ben er niet zo gerust op als men zich voor de toe komst vastklampt aan de jeugd, omdat die tenminste idealen heeft en enthousias me kent". Er rust een grote verantwoordelijk heid op de jonge mensen. Er is afval, maar wij zijn geen slachtoffers van een lot dat zich blindelings voltrekt. Het waarachtig welzijn hangt af van dé mo bilisatie van de levensbronnen voor het tijdelijk en eeuwig leven. En de grote Bron is Christus. Alleen geleid en ver nieuwd door Gods geest kunen wij het uithouden in een wereld waar een an dere geest waait. Ds. C. Graafland te Ameide hield een referaat over ,De jeugd bij de voort gang van het Evangelie". Spr. vroeg zich af, of er eigenlijk wel sprake is van vooruitgang. Overal klaagt men im. mers over minder kerkbezoek, over een afnemend ledental en over slecht be zochte vergaderingen? Inderdaad: vol gens curven en statistieken gaat het met het Evangelie hollende achteruit. DISCIPEL ZIJN Maar ook Christus deed niets anders dan schrappen: van zijn 5000 discipelen houdt Hij er tenslotte nog maar 11 over. Ook in het jeugdwerk zijn de gelederen gedund. Maar deze reductie is tevens een versterking, omdat juist degenen blijven, die niet buiten Christus kunnen leven: da jeugd die meedoet aan de voortgang van het Evangelie. Wanneer je tot de elf be hoort heb je een bewuste keus gedaan en dan volg je de vaste koers van de dienst des Heren. Discipel zijn van Jezus is de drijfkracht om uit te gaan in deze wereld, om je voor God te laten gebruiken bij de voort gang van het Evangelie, in de winkel, op school en op de fabriek. „Gelukkig die jongens en meisjes die tot deze jeugd be horen", zo besloot ds. Graafland. Tenslotte sprak ds. W. de Bruijn te Er- melo over „De jeugd in het aanlichten van Christus' wederkomst". De tijd waar in wij leven is er een van ongekende on zekerheid. In de harten van jongeren en ouderen komen allerlei klemmende vra gen op. Maar in de Bijbel wordt deze tijd gekenschetst als de tijd tussen de hemel vaart en de wederkomst van Christus, de tijd die voorafgaat aan de volkomenheid van Zijn rijk. Dit betekent, dat de duivel nu zijn laatste krampachtige strijd uit woedt. Daar waar het Evangelie komt, brengt het altijd de crisis. Maar in Chris tus is Gods Kerk overwinnares en uit geheven boven alle nood. Als we dit zien, hebben we ook de kracht om onze hoof den op te richten als we de aangrijpende dingen beleven en zien, die Zijn komst aankondigen. Een van de traditionele programma punten op de Bondsdag was weer het verzenden van telegrammen aan Konin gin Juliana en aan Prinses Wilhel'mina. heid van de chauffeur oorzaak van het uit de bocht rijden is geweest. De B. was 's nachts van IJmuiden ge komen, op weg naar zijn baas in Breskens. „Ik kan het niet genoeg zeggen; la ten beroepschauffeurs zich toch hoe den voor die biertjes", sprak de Offi cier, mr. Lebrèt, „ook de gedagvaarde dronk er niaar twee die nacht, maar het kan bij oververmoeidheid net do druppel zijn, die de emmer doet over lopen. Daarom vorder ik geen kleine boete: f 80.of 20 dagen, en vernieti ging van de gehavende handen." De rechter was het daar volledig mee eens.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1957 | | pagina 3