VIA DE ONDERGRONDSE PERS
KLONK HET VRIJE WOORD
Oud-leerlingen van „Effatha,,
vormen gelukkig gezin
I
Veel list en moed nodig
Niet zien, toch geloven
Moeilijk en gevaarlijk werk
Jaap Rodenburg heeft belangrijk
en verantwoordelijk werk
„Mijn hobby is fotograferen"
STILLE STRIJD TEGEN DE VIJAND
Ontwikkeling
Ontspanning
Gezelligheid
UIT DE SCHRIFT
Forse taal
Het eerste ,Geuzenblad'
Een machtig geheel
Drukkerijen in
gaarkeukens,
op kerkhoven en
in grafkelders
UIT HET D.HB. HIEUWS..J
Zo werd
het volk
gestimuleerd
en bemoedigd
Ook de drukkers
Redt de wereld van
het Christendom
Gelukkig gezin
't Zeenwsch Weekend
PB
droogde pulp van een suikerfabriek, in
gemeentehuizen onder of boven de
werkkamer van een N.S.B.-burgemees-
ter, op een kerkhof, in een lege graf
kelder.
WANNEER wij op deze vierde meidag geest en hart een ogenblik ja> er was inderdaad heel wat list
los maken uit de dagelijkse beslommeringen, teneinde onze ge- en moed nodig om een krant te ver-
mnirir/iwD ïn innïrta nia+oit to i,aniioni/üvi wormiilon rin"70 vaardigen en te verspreiden zonder dat
men tegen de lamp liep. Vooral in de
laatste winter van de bezetting waren
de problemen overstelpend. Men had
geen licht, geen warmte om bij te
schrijven of te typen en te stencillen.
wij niet voorbij zien aan het vele moeilijke, maar bovenal gevaarlijke Tn nMr DuUsland"evoïïdï
werk, dat de illegale pers heeft verricht. Ons gehele volk kan daar maar toch speelde de ondergrondse
met recht trots op zijn. pers het klaar om 500 gestencilde
nieuwsbulletins, waarvan er vele iede
re dag verschenen, te publiceren. Ze
dienden als aanvulling op de bestaan
de grote partijbladen.
1 ANNEER wij op deze vierde meidag geest en hart een ogenblik
los maken uit de dagelijkse beslommeringen, teneinde onze ge
vallen makkers in innige piëteit te herdenken, verwijlen onze
gedachten ook als vanzelf bij de stille strijd tegen de vijand, die door
talloze goede vaderlanders in die droevige, nooit te vergeten oorlogs
jaren van 19401945 is gevoerd geworden. En als wij dan een duik
nemen in de bloeiende historie van het Nederlandse verzet, dan mogen
grootste en kostbaarste offers.
In de totale verzetsstrijd heeft de
illegale pers een bijzonder belangrijke
taak weten te vervullen. Niemand zal
dat kunnen tegenspreken. Hoe zou, zo
vragen wij ons in stilte af, een geor
ganiseerd en doelmatig verzet denk
baar zijn geweest zonder pers?! Daar
om past het ons aan de vooravond van
onze twaalfde bevrijdingsdag een
„ode" te brengen aan haar, wier tal
loze medewerkers stille helden waren.
Aan haar, die wij de ondergrondse
pers noemen en die eens zo'n sterke
steun was voor grote delen van ons
volk. ARIE VAN PAS.
„Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven."
Joh. 2029.
Thomas wilde het getuigenis van zijn mede-discipelen, die zeiden,
dat Jezus leeft, niet aanvaarden. Want Thomas hield, nuchter en kop
pig vast aan zijn eigen kijk op de gebeurtenissen.
Thomas heeft de opgestane Heiland mogen zien. Daar had Thomas
in zekere zin ook recht op. De discipel moest immers apostel worden?
Als Thomas Jezus ziet, valt hij in geloof en aanbidding voor Zijn
voeten neer. Maar dan weet Thomas ook (en dat is hier zijn bekering!)
dat er gelukkig méér werkelijkheid is dan een mens met eigen ogen
ziet. Wie de opgestane Jezus belijdt als „Here en God", erkent, dat
er andere mogelijkheden en wonderen zijn, die buiten onze beperkte
gezichtskring liggen. Voortaan zal Thomas, ook als Jezus straks uit het
oog verdwenen is, met die onzichtbare werkelijkheden rekening hou
den.
Daarom zegt Jezus niet zonder verwijt tot Thomas: „Gij hebt ge
loofd, omdat ge Mij gezien hebt? Zalig zij, die niet gezien hebben en
toch geloven". Geloven nl., dat Ik de Here en God ben. Wie zijn dat?
Dat zijn zij, die niet aan eigen kijk op dingen willen vasthouden: die
eigen inzicht, eigen wijsheid, eigen concluses prijsgeven en zich on
derwerpen aan het getuigenis, dat Jezus fleer" is, Overwinnaar, Hei
land, Verlosser. En met deze werkelijkheid rekening houden, elke dag
en in alle dingen.
Zalig zijn zij. Niet maar straks in het hiernamaals, maar in het heden
van hun alledaagse leven. Zij geloven in vergeving in kindschap Gods,
in leven over het graf heen, in een nieuwe toekomst, een nieuwe
aarde. Daarom zijn zij niet ongelukkig of vreesachtig, maar zalig.
Want zij leven uit de werkelijkheid, dat Jezus, Gods Zoon, Heer is
en alle macht heeft.
De mensen die hun bijdragen leverden aan de ondergrondse pers,
waren mensen met durf en optimisme. Het waren fier-strijdbare ka
rakters die zich de voortdurende gevaren bewust waren, die zich
realiseerden dat het vroeg of laat „uit" "kon zijn, maar die toch hun
artikelen, hun berichten en redactionele beschouwingen schreven, een
voudig omdat ze voelden dat het moest en dat zij er toe geroepen
waren.
Op 15 mei 1940 werd zogezegd de
ondergrondse pers geboren, toen Ber-
nardus IJzerdraat de pen greep om zijn
landgenoten de ogen te openen voor
de gevaren die hen bedreigden. Voor
zijn Bericht nummer een (dat niet be
waard is gebleven) koos hij de legen
darische naam: de Geuzenactie. IJzer
draat schreef in zijn Bericht nummer
twee: „We krijgen stellig spoedig een
nieuwe Alva met bloedraad en inqui
sitie. Maar de Geuzenactie zal ons ge
leidelijk organiseren en eenmaal zul
len we, evenals in de tachtigjarige
oorlog, onze vrijheid heroveren. Moed
en vertrouwen, Ons land zal geen on-
lerdeel van Duitsland worden!"
Zo is het begonnen. Zo werd de ba
sis gelegd voor een illegale pers die
de leugenachtige berichten en beloften
van de Duitse tiran ontzenuwden. Maar
dit alles kostte offers, .veel offers. De
stichter van de ondergrondse pers, Ber
nard IJzerdraat, sneuvelde op „het
schavot".
Dat geschiedde op 13 maart 1941 en
hij was de eerste schrijver dia zijn le
ven offerde, de eerste van een lange,
lange reeks
In de eerste bladen werd veel gehe
keld en de spot gedreven met institu-
ten als de Opbouwdienst en de Winter
hulp Nederland. Ook de N.S.B. kreeg
haar portie.
Steeds meer bladen ontsproten aan
het verzet, dat daardoor nog weer eens
extra werd gestimuleerd. De oplaag
van de grootste bladen Trouw, Ons
Volk en Vrij Nederland bedroeg
honderdduizend of zelfs meer. De on
dergrondse pers groeide uit tot een
machtig geheel, waartegen de Duitsers
niets konden uitrichten wat ze graag
hadden uitgericht. Knarsetandend
moesten ze aanzien, dat het vrije
woord zijn weg ging en vond. Het volk
werd wakker gehouden, gestimuleerd
en bemoedigd en dat wisten de Duit
sers. Zij voelden de enorme waarde
en suggestieve kracht die er van deze
geheime pers uitstraalde.
Vandaar dat de Nazi's dit ernstige
gevaar de kop wilden indrukken of
althans zoveel mogelijk beteugelen
'oor scherpe vervolgingen van al de
ernen die bij de geheime journalistiek
betrokken waren.
Vele honderden bladen, blaadjes,
periodieken, bulletins en pamfletten
zijn tijdens de bezetting onder het
spiedende oog van de vijand illegaal
verspreid. Het Rijksinstituut voor Oor-
lectie van deze bladen weten te ver-
logsdocumentatie heeft een grote col-
zamelen. Een kostbaar bezit van enor
me geschiedkundige betekenis!
Wij zfjn in de gele
genheid, zelfs met be
hulp van het originele
cliché, nevenstaand
artikel te illustreren
met een plaat, zoals
die begin 1944 ver
scheen in „Geïllu
streerd Vrij Neder
land" (het latere „Ons
Vrije Nederland").
Feitelijk staan wij
thans verwonderd te
genover een derge
lijke tekening, waar
van we toen genoten,
omdat ze de bitter
heid, die in ons volk
leefde tegenover de
bezetter, volledig be
leefde: de „Schaden
freude" over het lot,
dat Duitsland toen be
gon te treffen, de ver
betenheid tegen een
Hitier, de hoon voor
de weldoorvoede
Duitse en Nederland
se NSB-bonzen ze
zijn ons thans haast
onbegrijpelijk. Maar
toen kon dat alles niet
fel en scherp genoeg
gecaricaturiseerd wor
den. Zo, als het hier
is afgebeeld, hoorden
we toen de berichten
van het Oberkom-
mando der Wehr-
macht.
Sprak de vierde: het is niet verloren.
Het lood, dat de
vijand verschoot in
kogels,
Maakten zij tot de stem van het land,
Vit de schuilplaats vlogen de vrije
vogels
Van de strijdende geuzenkrant.
Wie voor het leven der vrijheid vecht,
Voert een strijd, die moet doorgezet.
De salvo's knallen. Zij stonden recht
En hun lege plaats werd bezet.
Niet alleen de redactie, niet alleen
de journalist liep ernstig gevaar, maar In Nederland is, zolang men zich heugt,
ook de zetters en drukkers speelden Het woord van de vrijheid gehoord.
een spel met de dood. Tijdens het zet- Wie vielen, herrijzen in eeuwige jeugd
ten en drukken vormden zij een direc- Met de vrijheid van het woord.
te prooi voor de S.D., zodra die in de 'y Ao-vV-n no-
buurt was. Vele angstige momenten afvOnClcrlingC
hebben de ondergrondse typografen i *1 1
moeten doorstaan. De te harde gelui- SChUllpIclcltSCtl
den door het in werking zijn van do 1
de
machines versterkten de kans op ont
dekking, evenals ieder naar huiten
stralend kiertje licht. De drukkers
leefden als kluizenaars in afzondering
en stilte, opdat niemand hun gehei
men zou te weten komen. Zij gaven
.alles wat ze te geven hadden voor de
goede zaak.
Ziehier een treffend gedicht van
Anthonie Donker, gewijd aan de geval
len drukkers:
Het Vaderland is door de vijand bezet,
De Vrijheid wordt onderdrukt.
Maar de drukker heeft toch aan de
bokken gezet
En het woord van de vrijheid gedrukt.
Hij sprak, toen zich niemand meer
dorst uiten,
Want overal sloop het verraad:
,flet woord van de vrijheid is niet te
stuiten,
En ik rust niet voordat het er staat?'. Wij hebben toevallig voor ons lig
gen een artikel van de journalist H.
En toen de eerste van hen was gevat, M. van Randwijk, verschenen in „Vrij
Trad dadelijk de tweede naar voren, Nederland" van 23 juli 1942. Graag
Toen de derde zijn leven gegeven had, citeren we hieruit een enkel fragment:
„Wij staan alleen", zei Churchill in
1940. „Ik kan niets dan bloed en tra
nen beloven". Hij sprak de waar
heid. „Nederlagen en teleurstellin
gen", zei hij in 1941 en zelfs nog on
langs waarschuwde hij het publiek,
dat die niet zouden uitblijven. Ze
kwamen! Maar geef ons de wapens
en „we shall finish the job"
wij zullen het karweitje Opknappen.
Daar zijn ze nu mee bezig. Het is al
een heel eind opgeknapt! Twee jaren
terug vreesden wij een invasie in
Engeland, thans vragen wij onge
duldig waar de Engelsen blijven.
Daarmee is het tij gekeerd. De vloed
komt op, die Hitier en zijn beulen
zal verzwelgen. Inplaats van God te
danken voor deze verbijsterende
wending van het lot, moppert het
Nederlandse volk dat er nog geen
Tommies op het Binnenhof en op de
Dam lopen. Wij hebben voor al die
kortademige, zelf niets riskerende
mopperende toeschouwers en kouwe-
grond-strategen slechts één woord,
een moderne variatie op een oude
uitspraak van Multatuli: Stik in je
clandestiene spek en verdwijn. En
tegen de overigen zeggen wij: Beidt
uw tijd! Churchill heeft nog meer
beloofd dan „bloed en tranen". Hij
heeft beloofd: „Wij komen!" En zelfs
ongeduldigen kunnen door de ge
beurtenissen overrompeld worden!"
Tot zover dit schrijven van H. M.
van Randwijk.
Het was inderdaad forse ietwat gro
ve taal, die in de illegale pers viel te
beluisteren. Maar het was nodig om
het droombeeld van een vrij en herre
zen Nederland bij velen van onze land
genoten levend te houden. Een droom
beeld, dat bemoedigde en troostte en
dat inspireerde tot het brengen van de
De illegale journalistiek had een
zeer verantwoordelijke en zware taak
te vervullen. De omstandigheden waar
onder gewerkt moest worden waren
verre van gunstig. Geen persbureaus,
geen persconferenties of andere offi
ciële bronnen stonden de journalisten
ter beschikking. Er was alleen de mo
gelijkheid het nieuws via clandestiene
radiotoestellen op te vangen. Een mo
gelijkheid, waarvan veel en regelmatig
gebruik werd gemaakt. En als het op
opbergen van de kostbare apparatuur
aan kwam, dan wist men wel raad.
Hooibergen, nachtkastjes, bedsteden,
piano's, boekenkasten, loze ruggen van
Staatsbladen enz., vormden een geliefd
camouflagemiddel.
Het drukken en vervaardigen van de
bladen geschiedde op de meest zonder
linge schuilplaatsen: in gaarkeukens,
bakkerijen, politiebureaus, in de ge-
OP DIT MOMENT zijn in Amerika
reeds driehonderd zendelingen werk
zaam, uitgezonden door, het boeddhis
me. Dertig boedhistisehe zendelingen
uit Ceylon zullen weldra in Duitsland
arbeiden. De leidinggevende figuren
in het boeddhisme hebben hun ge
loofsgenoten opgeroepen deze zen
dingsbeweging te steunen. „Redt de
wereld van het christendom", is daar
bij de leus.
In de oproep staat, dat het misluk
ken van het christendom openbaar is:
men hoeft maar aan de twee wereld
oorlogen te denken, die juist in het
christelijke westen zijn ontstaan, en
die de zgn. christelijke landen ook
niet gespaard hebben. De boeddhist!
sche zendelingen worden opgeleid aan
speciaal daarvoor in het leven geroe
pen seminaria, waarvan er één te
Rangoon gevestigd is en een ander op
Ceylon. Verwacht wordt, dat men zich
weldra ook op Engeland zal richten.
Daarom zijn de Engelse kerken al op
merkzaam gemaakt op deze missio
naire activiteit.
(Van een onzer verslaggeefsters)
aap Rodenburg en Jannie Benders zijn alle twee op „Effatha" ge
weest. Ze schelen vijf jaar en het is dan ook niet zó'n wonder, dat
ze elkaar daar zelfs niet kenden. Een jongen uit de zesde voelt zich
nu eenmaal mijlenver verheven boven een „ukkie" uit de eerste en
als je zeventien bent gaat je belangstelling ook nog niet uit naar
meisjes van twaalf.Maar toen ze elkaar later eens ontmoetten op
de bondsdag van de Ned. Chr. Bond van Doofstommen was dat leef
tijdsverschil heus geen bezwaar meer voor een nadere kennismaking.
Integendeel..die kennismaking verliep bijzonder vlot! Jaap vond
Jannie aardig en Jannie Jaap en het duurde dan ook niet lang, of ze
waagden de grote stap, waarbij Jannie mevrouw RodenburgBenders
werd
IN HUN HUISKAMER heeft de officiële trouwfoto inmiddels al het veld geruimd
voor leuke kiekjes, die een trotse papa maakte van zijn twee schattige dochtertjes
Marijke en Liesbeth, respectievelijk drie jaar en elf maanden oud. „Andere mensen
gaan naar concerten of verzamelen mooie gramofoonplaten", zegt Jaap Rodenburg,
.maar mijn hobby is fotograferen". Hij heeft zelf een vergrotingsapparaat gemaakt
en Marijke en Liesbeth zijn al ontelbare malen door hun vader vereeuwigd: in de
box, in de wagen en in de kinderstoel, met en zonder moeder, buiten en in huis,
vanaf talloze kiekjes lachen ze hun bewonderaars vriendelijk toe.
Met z'n vieren vormen ze één van de
gelukkigste gezinnetjes die er in Ne
derland te vinden zijn. Een Jaap en
Jannie zijn dubbel blü met hun doch
ters, omdat die alletwee horen kunnen.
Marijke praat er al vrolijk op los in
haar leuke kindertaaltje. Het is bijna
onbegrijpelijk, maar ze heeft spreken
geleerd van haar ouders. Die hebben
zich aangewend om niet alleen hun lip
pen, maar ook altijd hun stem bij het
praten te gebruiken, ook al horen ze
die zelf niet. Dat is een goede oefening
en het is ook nodig voor hun kinderen,
die immers wél met hun oren gesprek
ken volgen.
„Je moet kómen, als ik je roep, mam
ma", zei Marijke eens een beetje boos.
Geduldig legde Jannie uit, dat ze haar
alleen maar kon verstaan, als ze haar zag.
„Mammie is doof", zei ze haar ter ver
duidelijking bij. Maar Marijke riep ver
ontwaardigd uit: „Néé hoor!!", waarmee
ze haar moeder wel een bijzonder groot
compliment gaf
kans dan ook met beide handen aan,
toen hij na bemiddeling van de Ver
eniging voor Onvolwaardigen bij de
B.P.M. in den Haag kon komen.
Al vijftien jaar lang fietst hij nu iedere
dag naar zijn werk. Voor het drukke
stadsverkeer is hij niet bang: hij is erg
voorzichtig en het rood-witte schildje
achter op zijn fiets waarschuwt de auto
mobilisten ervoor, dat hij hun claxons
niet kan horen. Nadat Jaap Rodenburg
vijf jaar op de afdeling telecommunicatie
had gewerkt, werd hij telexoperator. Hij
controleert nu de berichten die naar vele
steden in West-Europa en naar Curasao
gaan en dit belangrijke en verantwoorde
lijke werk doet hij met hart en ziel. Er
wordt geen onderscheid gemaakt tussen
hem en zijn horende collega's wat salari
ëring en promoties betreft en de onder
linge verstandhouding is opperbest.
De opleiding van doven is tegenwoor
dig zó, dat ze allemaal in hun eigen on
derhoud kunnen voorzien. De jongens
meestal als boekbinder, meubelmaker,
metaalbewerker of schoenmaker, de meis
jes als hulp in de huishouding of naaister.
Natuurlijk zijn er niet veel, die het zo
ver brengen als Jaap Rodenburg, die
Relanariik werk naast- een buitengewoon grote intelligen-
tie ook een behoorlijke dosis doorzettings
vermogen bezit. Zo heeft hij door zelf
studie de praktijkdiploma's Engels en
Nederlands handelscorrespondentie ge
haald. Op het ogenblik is hij bezig met
Frans. „Ik weet niet of ik het wel haal",
verklaart hij bescheiden, „maar mijn
vrouw helpt me wel!" Lezen doen ze alle
twee erg veel, zowel voor hun plezier
als voor hun algemene ontwikkeling en
de vergroting van hun woordenschat.
Jannie is een goede hulsvrouw en het
Op „Effatha" heeft ze naaien geleerd
en ze maakt veel kleren zelf. En over
(Vervolg op pag. 11)
In de tijd van Jaap Rodenburg, toen
„Effatha" nog maar iets meer dan 100
leerlingen had, waren er nog geen ge
hoorapparaten zelfs niet voor de
kinderen met goed bruikbare gehoor-
resten en er was ook geen topklas
Vanaf zijn vierde jaar kreeg Jaap
spraaklessen en daarna rekenen, taal,
lezen en Bijbelse geschiedenis. Net als
de andere jongens moest hij op zijn
twaalfde een vak kiezen en hij nam
meubelmaken. Hij kwam bij een meu
belmakersbaas in de leer, maar erg leuk
vond hij het werk niet. Hij greep zijn
Appels als tandenborstels
Ieder jaar wordt in de maand fer
bruari in de Verenigde Staten een
week voor gezonde kindertanden
gehouden. In aansluiting daarop
heeft een Amerikaanse doctor uit
gerekend dat het eten van een
appel de tanden evenveel reinigt
als drie minuten tandenborstelen.
Wanneer de leerlin
gen „Effatha" heb
ben verlaten dan
gaan zij de maat
schappij in. Zo ook
Jaap Rodenburg. Hij
heeft een mooie
functie in Den Haag
en wat zijn werk
betreft doet hij be
slist niet onder voor
de anderen. Boven
dien houdt Jaap er
een hobby op na:
fotograferen. Dit
doet hij zeer graag
en hij kan ongetwij
feld wedijveren met
de beste amateurfo
tografen. Dat hij er
weg mee weet kunt
zien op dit plaatje.
Dit leuke kiekje
maakte Jaap Roden
burg van zijn vrouw,
ook een oudleerling
van Effatha, en zijn
dochterjes Marijke
en Liesbeth,