„BESPOTTING VAN DE GODSDIENST"
SCHREVEN DE KRANTEN
Botsing jeugd en ouderen:
fout ligt aan beide zijden
GELUID
)ét interesseert ons
Liefde ah voorwaarde
Effatha
Waarom steeds formulieren lezen
Zeventig jaar Leger des Heils in Nederland
Heilssoldaat thans door allen
geaccepteerd en gerespecteerd
GERED OM
TE REDDEN
LEGER DES HEILS
IN ZEELAND
HET HEILSLEGER
IN GETALLEN
pt
Geschenk voor Moeder
JEUGD ENROMANTIE K
jon^e
„De jeugd hoopt op vredebestendige vrede
Heeft zij recht te hopenzolang men niet
hieraan toe is gekomen Heeft het zin te
hopennu?
Laten wij jeugd van het volktrachten
dit te bereiken. Hier ligt onze taak
BIJ DOOP EN AVONDMAAL
Iets anders
Het venster
Zaterctag 4 mei 1957
ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 11
C
„BOERENBEDROG" schreven verschillende Nederlandse kranten
in mei 1887, en daarmee bedoelden zij het Leger des Heils, dat op
zondagmorgen 8 mei 1887 voor het eerst een openbare samenkomst
hield in Amsterdam. „Bespotting van de godsdienst" noemden andere
journalisten dit optreden en zelfs de enkele persstemmen, die prijzend
of zelfs ook maar afwachtend waren, gingen onder in het algemene
koor der verdoeming, welks strekking door een toen zeer bekend
maandblad als volgt werd getypeerd: Ons volk zal hen laten
komen en gaan, zonder er zich warm om te maken. Het heeft andere
denkbeelden en andere voorstellingen van godsdienst en bekering
tn de Heilssoldaat lijkt hun een rariteit."
-))
ZEVENTI.G JAREN zijn ruimschoots
voldoende geweest om het Nederlandse
volk ln elk geval ook omtrent het Le
ger des Hells andere denkbeelden en
andere voorstellingen te geven. Niet
langer een rariteit, wordt de Heilssol
daat nu door allen geaccepteerd en ge
respecteerd.
En hoezeer het Nederlandse volk voor
„zgn" Leger kan warmlopen, bleek o.m.
op die gedenkwaardige 20e januari
1933, toen H.K.H. Prinses Juliana de
officiële opening verrichtte van de Wil
liam Boothkweekschool voor heilsoffi
cieren te. Amstelveen een geschenk
van het Nederlandse volk!
Blijkbaar is de nadere kennismaking
toch niet zo tegengevallen als in 1887
vermoed werd en daaraan zal wat het
Leger des Heils sindsdien heeft gepres
teerd zeer zeker niet vreemd zijn.
Getuigenissen
Thans, zeventig jaar lang, verkondigt
het Leger op de hoeken van straten en
stegen, in zalen en ziekenhuizen, in cel
len en in sanatoria de Blijde Boodschap
van Jezus Christus. Het doet dat, met
een blij hart zingend, spelend en
getuigend.
O, die getuigenissen! Hoe slecht
werd ln het begin begrepen, dat waar
het hart vol van ls, de mond van over
loopt! Afgesproken werk, van te voren
pasklaar gemaakt, meende men in 1887.
Wij in 1957 weten beter duizenden
waren in de afgelopen jaren levende
getuigen van de kracht, die door het
geloof geschonken wordt.
Er waren dronkaards bij en dieven,
zelfkanters en zelfmoordenaars-in-spé,
maar ook honderden en duizenden nette
mensen, brave burgers, die beseften dat
netjes en braaf zijn niet voldoende was
Er waren jonge mensen bij, die hun hele
leven geheel en al in dienst wilden stel
len van God en de naaste. En als heils
soldaat bezielde hen alleen dit ene: het
anderen aanzeggen dat er, zoals de Ju
bileumposter het uitdrukt, Vrijheid,
Vrede en Vreugde te vinden zijn in
Jezus Christus. „Gered om te redden",
was hun motto.
Maatschappelijk werk
Zeventig jaar ook voegt het Leger
des Heils de daad btj het woord door
liet maatschappelijk werk. Het begon
*o simpel en toch zo vanzelfspre
kend, ln de barre winter van 1890
„Het Leger des Heils ls voorne
mens, zoolang deze strenge koude
aanhoudt, zijn lokaal op het Rapen
burg alhier des nachts van 107,
goed verwarmd, open te ifellvoor
1/it is de commandant van het In
ternationale Leger des Heils, gene
raal Wilfred Kitchlng, die ln 1954
werd gekozen als opvolger van
generaal Albert Osborne.
„Een hongerige maag heeft geen oren",
was de stelregel van de stichter van
het Leger des Heils en daarom ont
stond naast het geestelijke werk al
spoedig de maatschappelijke arbeid.
Naast kinderzorg, reclassering en ver
pleging is er ook de verzorging van
bejaarden.
hen die anders zonder dak zouden
zijn", lezen we in het Avondblad van
31 december 1890. En een paar we
ken later In dezelfde krant: üe
eerste nacht, die van het Oudejaar,
meldden zich tien personen aan
(waaronder een vrouw), een getal dat
geleidelijk' Bteeg tot negentig
In 1957 heeft het Leger des Hells
een maatschappelijk werk van rijke ge
schakeerdheid: asiels, Industriële In
richtingen, volkskosthuizen, verpleeg
inrichtingen voor Invaliden en langdu
rig zieken, kinderbescherming, jeugd
zorg, reclassering, goodwill, bejaarden
zorg en nog zoveel meer.
IN ZEELAND heeft het Leger des
Heils zes korpsen: te Middelburg,
Vlissingen, Goes, i'erseke, Terneu-
zen en Zierikze
0 In Zierikzee heeft men boven-
vendlen een groot Jeugdcentrum,
waar scholieren tussen de middag
hun brood kunnen opeten en 's
avonds gelegenheid is voor handen
arbeid. Daar is veel belangstelling
voor. Zeker 1500 jongelni maken
daar elke week gebruik van.
9 In de verschillende korpsen zijn
er de jeugdafdelingen, van welke
Middelburg een uitstekende drum
band heeft. De Instuif in de diverse
korpsen wordt heel goed bezocht.
9 In verband met het 70-jarig be
staan van het Leger des Heils zul
len er woensdagavond om half acht
jubileumsamenkomsten worden ge
houden in elke afdeling van het Le
ger des Heils.
Ieder is hartelijk welkom, zo deel
den de bevlvoerende officieren ons
mede.
Medeleven
Bij dit alles mag het Leger zich ge
dragen weten door het medeleven en
Op 2 april 1887 sclireef een pien
tere Amsterdamse correspondent
aan zijn krant, het volgende be
richt:
„Alhier is met zijne echtgenoote
aangekomen de heer Tijier, „kapi
tein" van het Engelse Heilsleger,
om met een stadgenoot stillekens
propaganda te maken. Vedere of
ficieren of soldaten komen er
voorshands niet."
Dat was bet begin, en op zondag
8 mei d.a.v. de volgende week
dus precies zeventig jaar geleden
werd voor het eerst in ons land
een openbare Leger des Heiissa-
menkomst gehouden. Ter gelegen
heid van dit jubileum wijden wij
vandaag ëen speciaal artikel aan
het Leger des Heils, dat ons allen
zo na aan het hart ligt.
de medewerking van het gehele Neder
landse volk. Het mag dit medeleven
steeds weer opnieuw ln verheugende
mate ondervinden, ook wanneer het
zich tot de bevolking wendt om steun
bij de voortzetting en uitbreiding van
dit werk: Nationale Inzameling, Kerst-
pottenactie, plaatselijke noden vinden
een verblijdende weerklank ln alle ge
ledingen van ons volk.
Zeventig jaar Leger des Heils in Ne
derland!
Het Leger ziet het als de leeftijd dei
stérken en is vol moed voor de toe
komst.
De tijd van „stillekens propaganda
maken" ls lang voorbij met lulde
stem kunt u het de heilssoldaten horen
'zingen:
„In ons land van het ene eind naar
't andere
Is het Leger des Heils aan het werk
Onze harten heeft Jezus veranderd
Vol van liefde tot Hem zijn wij sterk.
Ja, ons Leger zal 't blijven verkonden:
Er ts redding voor elk, hier en nu,
Want daartoe heeft de Heer ons
gezonden:
„Er ls, zondaar, verlossing voor u"."
9 Het Leger des Heils werkt ln 85
landen, waar het ln totaal 16.831 korp
sen en posten heeft en waaraan 26.873
officieren en kadetten werkzaam zijn
Het Internationaal hoofdkwartier is in
Londen.
9 In totaal worden 136 periodieken
uitgegeven met een oplaag van ruim
twee miljoen per uitgave.
9 Het Nederlandse hoofdkwartier is
In Amsterdam. In ons land zijn 103
korpsen en een evangelisatie-motor
schip „De Febe".
9 Wat het maatschappelijk werk be
treft heeft het Leger des Heils ln ons
land: 7 kindertehuizen, 2 jongenstehui
zen, 1 moederhuis, 1 meisjeshuls, 1
psych. inrichting annex boerderij, 5
maatsch. centra, 1 villa voor bejaarde
heren, 2 verpleeginrichtingen voor In
validen ,2 tehuizen voor vrouwen, 1 te
huis voor mannen, 2 hotels „Ellm", 3
metropools, 13 reclasseringsbureaus, 2
nachtasiels, 4 tehuizen voor bejaarde
dames, 2 goodwill-centra, 3 jeugd-cen-
tra, 1 jeugd-buitencentrum, 2 barmhar-
tigheldsposten, 1 kweekschool voor of
ficieren en 1 rusthuis.
Een opname tijdens een verlossings
samenkomst, zoals die elke week bij
alle posten wordt gehouden.
ItÉi
Ingezonden mededeling (adv.)
en Baby is een Babyderm Babyset
Onze rubriek „Het jonge geluid"
waarin de jeugd aan het woord
komt, geniet grote belangstelling.
In het militaire tehuis te Bergen op
Zoom, waar „Zeeuwsch Dagblad"
op de leestafel ligt, wordt door
zeer veel militairen de rubriek „Het
jonge geluid" gelezen. Een der mi
litairen reageert met bijgaand arti
kel op een der vorige bijdragen.
Naar betere ontspannings-
muziek
De N'c.R.V. zal trachten de verbe
tering van het niveau dei ontspan-
ningsmuziek te activeren en wel in de
vorm van compositie-opdrachten voor
de Shamrock-orkesten, die geregeld
voor de N.C.R.V.-microfoon optreden.
Er bestaan drie verschillende bezettin
gen vap deze ensembles, namelijk het
Shamrock blaas-ensemble, het Concert-
Orchestra en het Small-Orchestra.
Aar, de volgende componisten heeft de
N.C.R.V. verzocht voor deze ensem
bles een korte compositie te schrijven:
Jurriaan Andriessen, Adriaan Bonsel,
Jaap Geraedts, Robert Heppener, Jan
Masséus en Willem Etrietman.
Een zeer bekende beeldspraak voor de onlosmakelijke verbonden
heid der verschillende levensfasen is ontleend aan de tapijtin
dustrie n.l. „de gouden-levensdraad".
Deze draad kan het symbool voor de romantiek van het leven
worden genoemd. Met deze romantiek wordt dan niet speciaal
bedoeld de verhouding jongen-meisje, hoewel dit er een typische
uiting van is, dan wel de algemene dingen, die het dagelijks leven
mt een bonte verscheidenheid van kleuren opluisteren.
Ik zie hier als werkelijke achtergrond in, psychisch gezien dan,
het „Libido" van Freud.
De algemene trek van de mens naar wat hij behoeft ligt niet
aan het wezen der benodigde dingen zelf, maar ligt zeer zeker
diep geworteld in de mens zelf. Vandaar Freuds Libido, maar van
daar ook dat het kan worden in sluimering gehouden, ofwel in zijn
geheel uitgesloten en vernietigd. Er zijn dus voorwaarden aan
wezig, terug te brengen op de mens.
Daar is, in de eerste plaats het psychisch inhouden, de materie
van, en in de tweede plaats, de kwaliteit, de ontwikkelingsdrang
tot het Libido. Waarop ik de levensromantiek en in het bijzonder
die der jeugd, terugbreng en verklaar.
Allereerst ga ik, noodzakelijkerwijze, over tot een splitsing.
Daar is het terrein van wij en de naaste met een voorwaarde der
materie, en twee van kwaliteit Liefde, Instelling en Bemerking.
Hierop sluit aan „Wij en de kunst" met: Interesse, Doormaken
en Omzetten.
wortel van de instelling ten i p-
m.i. overbodig dit nog eens nader
te bespreken.
Genoeg zij alleen, dat de mens
de gave heeft gekregen der ge-
Jachtelijke voortplanting, waarin
opgesloten de mogelijkheid van
aanpassing naar de zijde van de
medemens.
Deze eigenschap opent ons de
mogelijkheid van benadering van
de eigenlijke romantiek van het
mensenleven.
Deze eigenschap is aankweekbaar,
opvoedbaar. Dat wil zeggen, dat
haar totale rijkwijdte door toedoen
Als allereerste voorwaarde moet
ik de liefde gaan stellen. Vanzelf
sprekend zult U zeggen, want daar-
(Vervolg van voorpagina Weekend)
huishouden loopt dan ook op rolletjes,
haar kookprestaties is haar heer-echt
genoot ook buitengewoon tevreden!
Natuurlijk zijn er enkele dingen in huis
aangepast bij de dove bewoners. Zo is
er in alle kamers, in de gang en in de
keuken een lampje, dat gaat branden
wanneer er iemand op de bel drukt. En
verslapen doen ze zich ook nooit, dank
zij een uitvinding van een eveneens
dove vriend: een wekker die op het
lichtnet is aangesloten en er voor zorgt,
dat er op de vastgestelde tijd een vrij
sterke bedlamp gaat branden die het
onmogelijk maakt om rustig verder te
slapen!
Marijkes ledikantje staat in de slaap
kamer van haar ouders en ze hoeft maar
even op het schot te bonzen om haar
moeder wakker te maken. Jannies „moe
derinstinct" waarschuwt haar ook, als
een van haar spruiten huilt, zij voelt dat
als het ware.
Als iedere andere huisvrouw doet Jan-
nie zo nu en dan boodschappen. De leve
ranciers kennen haar allemaal, ze begrij
pen haar en zij begrijpt hen. Er is werke
lijk bijna niets, waarin dit gezin zich van
andere normale Nederlandse gezinnen
onderscheidt. In de vakantie huren ze een
huisje in Beekbergen, ze gaan veel op be
zoek bij hun talloze dove en horende ken
nissen en vrienden en natuurlijk zijn ze
trouwe leden van hun dovenbond.
DS. D. J. COUVEE, Gereformeerd
predikant te Axel, heeft zich in de
Zeeuwse Kerkbode gekeerd tegen
de in de Gereformeerde kerken
heersende praktijk, waarbij men
men geen doopsbediening houdt
zonder dat vooraf het formulier
gelezen is. Hij ziet daarachter een
vorm van formuliervergoding.
Waarom vindt men het toch zo no
dig om telkens maar weer de be
kende klanken te herhalen, die
haast door niemand bewust wor
den aangehoord? In de Gerefor
meerde kerken in grotere gèmeen-
ten wordt bijna elke week de doop
bediend; wie presteert het om vijf
tig maal per jaar zijn aandacht bij
de ongetwijfeld rijke maar toch
zwaar te verstane inhoud van het
formulier te bepalen?
Dat zijn misschien enkele begena
digden, maar aan de meeste kerkgan
gers gaat het formulier totaa) voorbij.
Vooral voor jonge mensen acht ds.
Couvée het een kwelling, en hij roept
de ouderen op om eens eerlijk te zijn
tegenover elkaar: „Laten wij geen
juk opleggen, dat de Here Jezus
Christus bij de instelling der sacra
menten niet heeft opgelegd".
Ds. M. Vreugdenhil van Ruinerwold
Koekange valt ds. Couvée bij. In
„Waarheid en Eenheid" wijst hij ook
de herhaalde lezing van het avond-
maalsformulier af. „Waarom mogen de
predikanten niet een preek houden
voor het avondmaal begint? Het for
mulier is de preek? Inderdaad, maar
wie hoort graag elke drie maanden
dezelfde preek en dat soms tweemaal
op een zondag? Wanneer zal doop en
avondmaal inderdaad een feest wor
den, doordat de overbodige formulie
ren niet meer gelezen worden?"
9 De componist Simon Pluister is
door de N.C.R.V. uitgenodigd een ora
torium te componeren voor koor, or
kest en colisten. De tekst hiervoor is
samengesteld door Jaap Das en draagt
als titel: .Een dag des neils". De op
dracht tot het vervaardigen van een
werk voor mannenkoor en harmonie
orkest op teksten van Jeremia is in
middels gereed gekomen. Ook dit
werk is van Simon Pluister.
op is het gehele maatschappelijke
stelsel der mensen gebaseerd. De
kern der maatschappij vormt ten
slotte het gezin. Het vormen van
het gezin is de taak der jeugd.
Maar ziet de jeugd dit nog als een
der voornaamste levenskwesties?
Neen, want ze groeit heden op in
de tijd van het proef-huwelijk en
ti de tijd van de echtscheidingen op
grote schaal. Ze groeit ook op in
de tijd der moderne voorlichting.
Voorlichting die zuiver sexueel ge
richt is, omdat ze van de straat
komt. Hier ligt een fout bij de
ouders eensdeels, maar andersdeels
ook bij de jeugd zelf.
Het is vrij vaak de angst van het
mystieke der sexualiteit, die de
jeugd naar betere voorlichtingslec-
tuur' doet grijpen.
Intuitieve angst tot mislukking,
omdat de „liefde-eenheid" hen on
bekend is gebleven, en zij alleen
de sexuele eenheid hebben leren
zien.
Het geloof hierin is onmogelijk
gemaakt in dit moderne omgangs-
en huwelijkssysteem. Immers zijn
de echtscheidingen ontelbaar. En
voor ernstige fouten in huwelijk en
verloving kennen beide partijen
geen pardon.
Wat leert dan een jeugd denken,
die zeer oppervlakkig en onver
schillig opgroeit? Wat is waarheid
en wat is liefde?
In hoeveel gevallen van breuk en
echtscheiding ziet men, dat de beide
partijen tot een vergeving in liefde
weten te komen? Zou de trouw, na
een vergeving niet oneindig veel
dieper en rijker zijn geworden?
Helaas ziet de jeugd iets an
ders. De bioscoop, de moderne
roman, en de levenspraktijk, ook
die der Christenen, leren hen, zij
het negatief. Maar dit brengt
verstarring. Dit geeft voet aan
een geestelijke dood. Want met
het doden van de liefde voor de
„ander", bloedt ook deze tot de
medemens dood.
Juist dit speciale levensterrein
draagt het kenmerk van een har
monisch verband. Het is hier: of
het een, of het ander.
Twijfel bestaat niet, die is nega
tief.
Het is nodig, dat we dit, in onze
jeugd, leren beseffen.
Wat doen wij
Zoals ik dus reeds in het vooraf
gaande liet blijken is de liefde de
van onze medemens kan worden
verkleind of wel vergroot.
De richting, waarin onze ouders
deze eigenschap in de jeugd stu
wen, is niet, of behoeft althans niet
bepalend te zijn.
Wij zelf moeten hiervoor een ac
tiviteit aan de dag leggen. Onze
wil heeft hierin een sterk werkend
element.
Alleen de eigenlijke 'drijfveer
hiertoe, die zuiver is, kan de liefde
zijn. De zeer speciale liefde, of die
in de algfmene zin des woords.
Iedere 'andere drijfveer zal een
bepaald doel aan de aanpassing -ge
ven, dus in de meeste gevallen ver
troebeling.
Zo kan als voorheen worden ge
noemd een actieve heersersdrang.
Daarom stelde ik primair als mate
rie: de Liefde?
Is het wonder, dat de instel
ling der jeugd van een wereld
oorlog met haar naweeën, zeer
terughoudend is te noemen?
Hiermede valt ook te verkla
ren de botsing tussen de heden
daagse jeugd en de ouderen. Ook
hier weer de fout aan beide zij
den. Het gezinsleven lijdt in vele
gevallen aan bloedarmoede en de
vermaakscentra vinden gretiger
aftrek.
Deze centra geven aan velen een
tijdelijke persoonlijke bevrediging,
maar werken de veel betere invloed
van de gezinssfeer tegen. In het ge
zin leert men zich geven, daar leert
men nemen.
Men kent deze romantiek met
zijn geheel eigen karakter, waarin
een grotere bekoring schuilt dan al
het andere, niet meer.
Daarom moeten de ouderen de
jeugd een sfeer trachten te geven
van rust en veiligheid.
Alleen de rust kan ons met ons
zelf confronteren, 'en alleen zij
opent de mogelijkheid om de an
dere mens zuiver te leren kennen.
Uit deze beiden groeiend, zien we
de bemerking van de medemens
naar voren komen.
Deel willen hebben aan de le
vensromantiek wil zeer zeker in de
allereerste plaats zegen, loskomen
uit het eigen kringetje .en zich be
wegen naar de ander. Een begrip
trachten te krijgen van de moei
lijkheden van onze naaste, zodat
men zich ook leer verheugen in, en
verblijden met de vreugde en het
geluk van de naaste.
Dit bemerken wil niet zeggen een
zien zonder meer, maar veel meer
een zich verdiepen in. Want zien
zonder meer, doet iedere mens, zelfs
de meest oppervlakkige en de meest
ruwe. Maar aan het door mij be
doelde stadium moet iets zijn voor
af gegaan.
Zij, die hier aan toe weten te
komen, zullen hun eigen moeilijk
heden verlicht, en de zin van het
leven verdiept en verrijkt weten.
Deze eigenschap opent ook an
dere perspectieven. Ze is het ven
ster voor het zien van de wijde
horizon der kunst, kunst in ai zijn
vormen. Immers is alle kunst ge
richt op het wezen der schepping
en der schepselen.
Hoe zal men diep verstaan en
verrijkt worden door vreemde of
door het abstracte, als men eerst
niet heeft gepeild de waarde van
het concrete nabije?
Men bezit dan geen vergelijk of
achtergrond voor het begrijpen.
Men komt Jan met Pilatus voor
de vraag te staan:
Waar is de waarheid.
Men kan haar immers niet on
derscheiden, als men haai zelf niet
kent.
Ieder moet toegeven, dat dit be
merken onvolmaakt zal blijven.
Maar. is niet de strijd om de vol
maaktheid aangaan, het beginsel
der volmaaktheid
P. VAN EERSEL.