Meer bijeenkomsten over beperkte onderwerpen Ontdekkingen en belevenissen POLITIE-AGENTEN IN ROK Afgelopen jaar voor agrarisch Zeeland het slechtst sinds 1947 In onze hoofdstad oefenen ook dertien vrouwen „het gezag" uit NIVEA Hoe spaart een dominee zijn geestelijke gezondheid houdt Uw huid gaaf en zacht Produktief gebruik van de tijd? Niemand „slaagt" Het reeenspoor Wapengeen revolver maar charme JOSEPH A. BRUSSE ^ïaandag 7 januari 1957 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 5 Confereren is een groie kunsf De twintigste eeuw zal eens de eeuw der conferenties heten. De conferentie, eens beperkt tot de politiek, vreet thans door tot in de verste hoeken van weten schap en sociaal verkeer. De con ferentie zelf is niet nieuw; de nieu wigheid ligt erin ,dat wij confere ren over veel meer onderwerpen, terwijl die onderwerpen zelf steeds Van beperkter omvang worden; wij houden conferenties over „het etnische en culturele pluralisme in intertropische gemeenschappen", over „moleculaire structuren van Vaste stoffen" of over „gezond heidsstatistieken'. Nu is, mits met mate toegepast, die ontwikkeling naar meer concrete en beperkter onderwerpen niet helemaal te ver oordelen, schrijft „Elseviers week blad", waarvan wij dit artikel ont lenen. De voornaamste oorzaak van de vloed van conferenties is de moderne drang om inlichtingen en ervaringen, speciaal op internationaal terrein, uit te wisselen. Een andere bron kan zijn de moderne cultus van „team work", waarin men tegenwoordig helaas meer Vertrouwen stelt dan in het werk van de enkeling. Maar toch is het zonder ling, dat in dit tijdperk van hoge pro- duktiviteit, waarin elke minuut van de gewone werkman nauwgezet geme ten wordt en gejuicht wordt over elke, pok minimale, vermindering van fa- pricagekosten, wij zo vrijgevig zijn met d« onnoemelijk veel kostbaarder tijd Van al die afgevaardigden en rustig miljoenen spenderen aan conferenties, tonder ons af te vragen of die nu Werkelijk enige vooruitgang teweeg (uilen brengen. Het feit, dat deze helaas maar al te gerechtvaardigde kritiek voor komt in 't orgaan van het... Euro pese Produktiviteits Agentschap te Parijs, dat op het gebied der pro- duktiviteitsverhoging zeker als ex pert mag gelden (en op het gebied van conferenties wellicht zelf niet zonder ervaring is), maakt het inte ressant ook eens naar de positieve raadslagen te luisteren. Universeel Het eerste punt is, dat er veel te veel conferenties zijn en dat de gede legeerden, die van Deauville naar We llen en van Rome naar Rotterdam feoeten reizen, vermoeid raken. Wij gijn er zo aan gewend geraakt om op de meeste conferenties steeds weer de- ïelfde gezichten te zien, dat wij ons öl niet meer verwonderen over de ontzaglijk brede kennis van de natio nale afgevaardigde, die twee dagen geleden te St. Laurent-du-Var de Be perkte Commissie voor de Ziekten van Herkauwende Dieren toesprak en van daag weer in Positano het woord richt tot de Grote Conferentie over de Nor malisatie van Mineraalwaterflesjes. On danks hun grote „ervaring in interna tionale kringen"l aten die universele ta lenten toch plaats maken voor minder «ninente en wat beperkter collega's, die misschien meer tot de conferenties kunnen bijdragen en.er meer nut van zullen trekken. Het tweede punt is, dat een confe rentie goed moet worden voorbereid. Ben conferentie heeft met een goede schotel gemeen dat de tijd in de keu ken langer moet zijn dan de tijd aan tafel. Alle deelnemers moeten tijdig beschikken over alle stukken, die voor de bespreking nodig zijn. Dan blijft men gespaard voor het droevige sehouwspel van gedelegeerden, die de morgen-zitting gebruiken om de stuk ken voor de middag-vergadering te bestuderen (wat overigens verloren moeite is, omdat de middagzitting weer besteed wordt voor het doorle zen van de stukken voor de volgende dag). Aan het onderwerp moet van de aanvang af strikt de hand worden gehouden, niet alleen tegenover de Sprekers, maar ook ten aanzien van de rapporteurs. Want uiteenzettingen van rapporteurs, hoewel op zichzelf van uitzonderlijk belang, hebben maar al te vaak niets te maken met het on derwerp in discussie. Omgekeerd Vóór een conferentie vindt elke deel nemende vereniging, dat /.ij te schraal vertegenwoordigd is; n& de conferentie is de kritiek meestal omgekeerd (en ver moedelijk is dat dan waar). Men kan het nut van een conferentie niet meten door het aantal werkuren te vermenigvuldi gen met het aantal deelnemers. Want non men de verloren tijd en de „slappe uren" eens uitdrukken naar het aantal deelnemers, dan zou het resultaat eer der een stijgende dan een horizontale UJn z\jn. Een conferentie moet haar onderwerp niet tot de laatste vezel uitrafelen, maar de te onderzoeken problemen de finiëren of bepaalde vorderingen vast stellen. Een conferentie van twee da gen kan te lang zijn, omdat men dan het onderwerp toch slechts oppervlak kig heeft kunnen bespreken en een van zes dagen kan nog te kort zijn, omdat de deelnemers dan toch midden in die pe discussies moeten blijven steken. Onbegrijpelijk is de neiging, dat een organisatie met een goed ingelicht bu reau In Salzburg tegenwoordig schijnt te dwingen om in Santiago dl Chile te vergaderen. Meestal is het voorwendsel, dat „het gastland een bijzonder belang in het onderwerp der conferentie stelt" en dat die belangstelling, speciaal wan neer het een minder ontwikkeld land betreft, verdient te worden aangemoe digd. En daarvoor maakt men dan enor me kosten en moeten de deelnemers duizenden mijlen reizen, naar de andere kant van de aarde, in plaats van een voudig te vergaderen bij de hoofdzetel der desbetreffende organisatie, die meestal ln een grote stad met prima hotel-accommodatie gevestigd is. Regels Er is helaas nog geen „weten schappelijke bedrijfsleiding" voor confe renties. De Produktiviteitsgroep te Hannover heeft toch een zevental re gels opgesteld; 1. Beknot zoveel mogelijk de begroe tingsaanspraak (absoluut maximus vijf minuten) en redevoeringen van slechts academisch belang; 2. Liever een speech minder dan de agenda vol te proppen met redevoerin gen, die alleen de ijdelheid van de spre ker of van de vergadering strelen; 3. Verschaf een maximum-comfort door alle hulpdiensten van een congres; geef voldoende pauzes en voldoende ge legenheid voor nachtrust. Vermijdt alle pompeusheid en een overmaat van ge wichtigheid. 4. Laat de besprekingen stipt op de vastgestelde tijden beginnen en eindi gen. Een automatische bel brengt elke spreker tot zwijgen en zonder herrie met de voorzitter. Excursies moeten noch vermoeiend, noch vervelend zijn. 6. De ervaring leert, dat de zoge naamde discussies in massavergaderin gen geen praktische resultaten opleve ren. Discussiegroepen moeten niet gro ter zijn dan 25 personen en moeten ge leld worden door tevoren aangewezen voorzitters. 7. Zo veel mogelijk moet gebruik ge maakt worden van visuele hulpmidde len, als grafieken, films enz. Het E.P.A. voegt daar nog aan toe; Vermijd de vloek van alle vergaderin gen: de lange redevoeringen in de mid dag. Houd de „werkgroepen" klein; tien man zijn nog een groep, maar 25 vor men weer een conferentie apart. Houd niet te veel „werkbijeenkomsten", an ders lijdt de hoofdvergadering daaron der. En ten laatste: maak de pauzes niet te lang, noch te kort, zowat 20 k 30 minuten. Zijn zjj korter, dan ls er geen gelegenheid voor dltwijls nuttig parti culier contact. Zijn zij te langdan ls voor menige deelnemer de verleiding 'te groot om „even de stad in te gaan". Negen wenken voor predikanten Nieuwjaarsreceptie Koninklijk paar 's-GRAVENHAGE, 5 jan. H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins der Nederlanden zullen op 16 januari te 12.00 uur in het koninklijk paleis op De Dam het corps diplomatique ont vangen voor de Nieuwjaarsreceptie. Hulp aan Hongaren 's-GRAVENHAGE, 5 jan. De speciale girorekeningen voor de hulp aan Hongaren gaven zaterdagochtend de volgende bedragen te zien: 777 f4.410.786.94 en 999 f4.253.995,92. Vfo oL& 4 Ie treffen het! lA/^Nog' maar nauwelijks zijn we neergestreken in de buurt van „Het Nationale Park De Hoge Indruk Z.L.M.-voorzitter Geuze Het valt wel mee met de overspan nen predikanten. Dat schreef The Christian Century naar aanleiding van de onthulling van het Amerikaanse blad Life, dat een verontrustend aantal predikanten overwerkt raakte. Intussen is het wel zo, dat de taak van de predikant moeilijk is en dat de eisen van een gemeente soms onmoge lijk zijn. Maar wat kan de predikant zelf doen om zijn geestelijke gezondheid te spa ren?, zo vraagt The Christian Century en het blad noemt de volgende punten; 1. Breng drie of vier ochtenden van de week ergens door, waar ge allleen in noodgevallen te bereiken zijt en waar ge niet anders kunt doen dan studeren, bidden en schrijven. De pre dikant zal bemerken, dat dit een ver rijking, een verdieping en een rust voor zijn werk betekent. 2. Schrijf Uw preken op. Velen vin den dit tijdverlies, maar tenslotte spaart het tijd. Het opschrijven bevor dert de juistheid van gedachten en woorden, de mooie stijl. 3. Hoe vaak ge ook op zondag moet preken, maak slechts één preek. Ver wacht niet dat de mensen tweemaal in de kerk komen. Slechts heel weinig mensen kunnen twee goede preken per week maken (dit slaat natuurlijk op Amerikaanse toestanden). 4. Verspil Uw tijd niet. Probeer de mensen op te voeden dat zij zelf U laten weten wanneer zij U nodig heb ben, precies zoals zij met de dokter doen. Ik ben er van overtuigd dat veel van Gods goede tijd verknoeid wordt met bezoeken, die niet nodig zijn. Ver mijd vooral onnodige in de avond. De avonden, die niet in beslag worden ge nomen door belangrijke gemeente-bij eenkomsten moeten voor het gezin blijven. 5. Zorg er voor dat alle mensen, die in kerkelijke arbeid werken geregeld door anderen vervangen worden. Geen enkele van het is onmisbaar eji zij die denken, dat zij het wel zijn, zullen nog veel beter werk doen als ze eens een jaar op een zijspoor zijn gezet. Het principe van elkaar af te wisselen of de verantwoordelijkheid met anderen te delen is een zeer gezond principe, vooral in een kerk, waar de leden een aandeel hebben in het werk. 6. Zeg neen tegen alle niet-creatieve activiteiten, waarvoor men een beroep op u doet huwelijksrecepties, spre ken op bijeenkomsten, die niet direct met de kerk te maken hebben. 7. Durf critiek onder ogen te zien. Een Christelijke kerk behoort wel een gemeenschap van vrienden te zijn, maar nu en dan kan er zich wel eens critiek of wanbegrip voordoen. Ga dan naar de betreffende toe en bespreek de zaak. Vrije dag 8. Neem in ieder geval iedere week een vrije dag. Dit is gemakkelijker ge zegd dan gedaan, maar het is uiterst belangrijk. Het is nodig één dag per week het tempo te verminderen. 9. Leer om uzelf te lachen, nederig te zijn, vrü te zijn van overgevoelig heid, dankbaar te zijn en laat u dage lijks vernieuwen door het gebed. Dankbaar Het werk van een predikant is het meest dankbare ter wereld. Het heeft voortdurend te maken met de grote problemen van leven en dood, met het menselijk bestaan in zijn totaliteit. Wat is een groter voorrecht dan een mens te helpen om de levende verhouding tot God te vinden, om hem te doen inzien, dat hij niet voor zichzelf moet leven maar voor anderen. De meeste predikanten, die ik ken zijn zo geboeid door hun werk dat zij er niet over denken iets anders te gaan doen. Wat is mooier dan een jonge man, die op de drempel van een grote beslis sing staat, te horen zeggen, dat ge hem werkelijk geholpen hebt; wanneer een jong paar, dat wenst te trouwen in op rechte dankbaarheid tot u komt; wan neer mensen, die geen raad meer weten tot u komen om hulp en leiding. Geen enkel mens „slaagt" in dit hoge beroep; doch ik wil liever mijn best doen en falen voor deze grote zaak dan slagen in een mindere. En voor Gods grote zaak, is de genade overvloedig. GOES, 5 jan. Ir. M. A. Geuze, voorzitter van de Z.L.M. heeft in „De Landbode" een indruk gegeven van het jaar 1956. „Veel opwekkends is er niet van te zeggen. De meeste indruk in het agrarisch vlak dit jaar hebben de bijzondere ongunstige weersom standigheden gemaakt. Wel heeft men in Zeeland in de kuststrook in het al gemeen beter weer gehad en dienten gevolge minder slechte resultaten dan in de rest van de provincie, maar daar is het dan ook meest aan de zeer min nen kant" zo merkte ir. Geuze op. Velen vrezen dan ook, dat dit jaar het slechtste zal zijn sedert 1947,. toen de droogte zoveel schade aan richtte. Hadden we reeds in 1954, een zeer nat najaar, dit jaar hebben de vele regens in een vroeger sta dium al veel bedorven. Daarbij kwam de abnormale koude en tevens ongewoon veel wind, waarbij een zo merstorm eind juli de groeikracht van vele aardappelvelden een plotse ling einde maakte en enorm veel schade aanrichtte in bloeiende stam- bonen, papavers en dergelijke ge wassen. TOBBEN Er is enorm getobd om de oogst te winnen. Op Schouwen zagen we tij dens de graanoogst het was toen al september 5-voerts zelfbinders met twee trekkers voo relkaar lopen en evenzo zelf rijdende maaidorsers met twee trekkers voor elkaar lopen en najaar werd het overal nog erger, niet alleen op de vers verkavelde gronden. Zelf hebben wij een deel van de sui kerbieten met de paarden voor de trekker van het land af moeten rijden en dat bietenland later met twee trek kers voor elkaar geploegd. Een zeer opmerkelijk feit was de dit afgelopen jaar hand over hand toegenomen arbeidsschaarste. Het bleek, dat we niet eens een Delta plan zullen behoeven om de zuig kracht van de industrie tot in Rot terdam toe te gevoelen. Veel bieten- lichters en -rooiers moesten op het eind de campagne komen helpen verlichten, maar konden alweer door het weer niet aan de slag. Dat vele opbrengsten het hebben la ten zitten, in 't bijzonder ook de peul vruchten, weten we dus. Wat alles ex tra gekost heeft, is na 't vorenstaande wel begrijpelijk. Trouwens het laatste regeltje zal het uitwijzen. De prijzen slag wes al verloren, het Suez-effect begmt de grond- en hulpstoffenprijzen op te jagen en de toekomst zullen we alleen aan kunnen, als het antwoord van de overheid op de billijke eisen van 't landbouwschap dusdanig is, dat we de prijzenslag voor de volgende ja ren het hoofd kunnen bieden. KASTANJES Tamme kastanjes kan men zeker ko ken. U moet ze dan aan de bovenzij de inkruisen, daarna wassen en in ruim water met een beetje zout on geveer een uur koken. Of de kastan je gaar is, kunt u alleen nagaan door er één uit het water te halen en open tejnaken. U dient ze op in een diepe schaal met verse boter. (Van een onzer verslaggeefsters) Als je aan Hans en Sinie vraagt of ze nog steeds geen spijt hebben van hun besluit lid te worden van het Amster damse politiecorps, zeggen ze alle twee volmondig nee.Natuurlijk zitten er aan dit beroep net als aan ieder ander ook minder leuke kantjes. Hans en Si nie verzekeren ons tenminste om het hardst.dat het heus geen pretje is om bij een temperatuur van ettelijke gra den onder nul of b(j een echt-Hollands regentje buitendienst te hebben. Maar er zijn ook dingen die ze bijzonder graag doen. Hans vindt het bijvoor beeld fijn als ze schoolkinderen mag overzetten op drukke verkeerswegen en Sinies hart gaat uit naar de blin den (voor wie ze als lang geen onbe kende meer is), die ze tussen trams, auto's, bussen en fietsen door loodst, wanneer ze uit de blindenwerkplaats komen. Ingezonden Mededeling (adv.) AMSTERDAM, december. Drie jaar geleden werden voor het eerst meisjes toegelaten tot de opleidingsschool van de Amsterdamse gemeentepolitie. De belangsteling was bijzonder groot: niet minder dan 300 ondernemende jongedames waagden een kansje. Maar vrou welijke agenten moeten in tegenstelling tot hun mannelijke collega's minstens in het bezit zijn van een mulo-diploma. Bovendien worden zij onderworpen aan een vrij zware psycho-technische test. Het ge volg was dan ook, dat in dat eerste jaar slechts zeven meisjes de vuurproef doorstonden. Hieronder bevonden zich de blonde Sinie Auwerda en de zwartgelokte Hans Schouten, die zo vriendelijk waren ons het één en ander over hun „baantje" te vertellen. last bat no least deden ze er veel aan sport, in de gymnastiekzaal, op het sportveld en in het zwembad. Afwisseling Eén van de eerste meisjes-cursisten ontwierp zelf een uniform met „vrou welijke snit" en hierin gestoken waag den de zeven agentes hun eerste aarze lende schreden op de weg van het ge zag. Eentonig en saai is hun werk niet bepaald. Integendeel: de afwisseling is groot. Met een diepe denkrimpel in hun respectievelijke voorhoofden noemen Hans en Sinie hun voornaamste taken op: het afnemen van verkeersexamens op scholen, onderzoeken instellen naar schoolverzuim, toezicht houden in zwembaden, verkeerscontrole op straat, autobussen inspecteren, toezicht hou den op baldadige jeugd in de parken van., onze hoofdstad, vrouwelijke ver dachten fouilleren, het vormen van een afzetting bij de intocht van St. Nicolaas (waarbij ze er tegelijkertijd voor pro beren te zorgen dat de allerkleinste kleuters vooraan komen te staan; com mentaar: „leuk werk") en de admini stratieve afwikkeling van de processen verbaal, ziehier de voornaamste bezig heden van een vrouwelijke politie agent. Géén revolver Op school hebben de meisjes ook schieten geleerd. Ze zijn echter niet be wapend zoals de mannelijke collega's. Maar bang zijn Sinie en Hans niet. „In Amsterdam moet je nooit een vrouw aanraken", zeggen ze. Bij wijze van voorbeeld vertellen ze, dat er eerts bij een verkeerspost met schoolkinderen twee mannen slaags raakten. Toen Si nie tussenbeide probeerde te komen, sleurde een stoere gemeente-arbeider haar opzij. „Gaat V nou maar weg", bromde hij en met enkele jiu jitsu-gre- pen wist hij de ruziemakers te schei den. Een andere keer bleek, dat de be stuurder van een auto zonder de ver eiste verlichting geen papieren bij zich had. Hij liet echter niet veel respect blijken voor de agenten-in-rok en wei gerde zijn adres op te geven en te blij ven staan. Daarop schoot Hans vlug een telefooncel binnen en belde vijf maal acht. Toen ze naar buiten kwam, arriveerde reeds al loeiend de eerste politiewagen om de twee dames in nood te helpen. „Je hoeft echt nooit bang te zijn", verklaren Hans en Sinie Opleiding Ze zijn het er wel over eens, dat het opleidingsjaar lang niet meeviel. Een politieagent heeft veel parate kennis nodig, omdat hij nu eenmaal niet met dikke wetboeken ln zijn zak rond kan lopen om die by iedere over treding ijverig te bestuderen. Elans en Sinie leerden ln dat ene jaar dan ook dertig byzondere wetten (waaronder verkeerswet, sociale wetten en ar beidswet), ze studeerden staatsin richting, stampten ontelbare plaatse lijke verordeningen In him arme hoof den, fristen hun kennis van de Ne derlandse taal nog eens op, volgden en B.B.-cursussen en Alken NIVEA bevat Bucerit het voedingmiddel voor de huid eensgezind, „er komt altijd heel vlug assitentie wanneer je er om vraagt". De 5 x 8-wagens staan namelijk via een mobilofoon in verbinding met het hoofdbureau, zodat de dichtsbijzijnde altijd in een ommezientje gewaar schuwd wordt en te hulp kan schieten. Al aan gewend De eerste tijd hadden Hans, Sinie en andere vrouwelijke agenten natuurlijk nogal wat bekijks. Tegenwoordig zijn de Amsterdammers er al aan gewend. Het zijn nu eigenlijk alleen nog mar de mensen „van buiten" die hen aansta ren. Toch heeft het ook zijn voordelen om als vrouw dit beroep uit te oefenen. Een van de voornaamste taken van de meisjes is de administratieve afwikke ling van de processen-verbaal die de motordienst opmaakt. Dat zijn er zo'n 7 a 800 per maand Veel van de slachtoffers komen ziedend van verontwaardiging op het bureau, om de dienstdoende agent eens heerlijk uit te foeteren en te overtuigen van hun smetteloos ge weten. „TSlaar.zegt Hans met een ondeugende schittering in haar bruine ogen, „zodra ze zien dat er een meisje achter het bureau zit, ver anderen ze als een blad aan een boom. Ze worden beleefd en rustig en het 'verhoor' verloopt zonder lawaaierige incidenten". Nu nog geen auto Zoals wel uit de opsomming van hun taken blijkt, is het afwerken van de processen-verbaal eigenlijk het enige werk, dat binnen wordt gedaan. Bij zonneschijn en hitte, maar ook bij re gen of kou, zijn de meisjes buiten. Hun vervoermiddells een doodgewone fiets. „Een auto staat nog op ons verlang lijstje", lachen ze alle twee. De werk tijden zijn heel verschillend: van des morgens acht tot 's middags vier, van drie tot elf uur 's avonds of van tien tot zes uur. De nachtdienst wordt altijd door de ridderlijke mannelijke collega's opgeknapt, maar 's zondags en 's zater dags moeten ze natuurlijk op hun beurt ook werken. De „arbeidsvoorwaarden" van Sinie en Hans verschillen in niets met die van de mannen. Ze ontvangen hetzelf de salaris, ze hebben zeventien dagen vakantie plus iedere week een vrije dag en een extra dag voor de feest dagen waarop dienst gedaan wordt. Boven het jaarsalaris ontvangen de meisjes een kledingtoelage, die inder daad tot en met de laatste cent aan kleren wordt gespandeerd. Nog acht in opleiding Op het ogenblik werken er dertien vrouwelijke agenten in Amsterdam, terwijl er nog acht in opleiding zijn. In de loop der jaren is nog geen enkele vrouwelijke agent weggegaan, omdat het baantje haar niet beviel. Wèl om dat er een man was, die haar nog beter beviel.Evenals de mannen hebben de meisjes de kans om hogerop te ko men. Wanneer zé bij hun examen ge middeld een zeven halen, kunnen ze de b-cursus voor brigadier volgen. Maar zover heeft nog geen enkele vrouw het Veluwe", of daar begint het te sneeuwen. Dat belooft veel goeds! De volgende dag zijn we reeds bij het krieken van de dageraad op pad. Een sprookjesachtige wereld spreidt zich ten toon. Zo adembe nemend mooi is alles, dat we ver geten te spreken. Alleen maar kij ken Wandelen langs het prachtige huis Sint-Hubertus, ontdekken we, dat we toch niet de eersten zijn. De konijnen zijn ons al vóór geweest. De indrukken van hun pootjes zijn in de sneeuw ach tergebleven. Aanvankelijk doen we moeite als echte woudlopers de sporen te volgen. Naarmate we echter verder doordrin gen in de rimboe, geven we onze po gingen maar op. Kris-kras lopen de sporen door elkaar. Er is kop noch staart meer aan te vinden. De dieren zelf laten zich niet zien. Wel spelen hier en daar een paar eek hoorntjes een beetje kiekeboe. Her haalde malen zien we de grappige kop jes met de glinsterende kraaloogjes om een hoekje gluren. Een eindje voorbij het Stenen Hert verlaten we de gebaande weg. Moei zaam trekken we voort. Op sommige plaatsen komt de sneeuw wel tot onze door knieën en als je het geluk hebt in een grote kuil te stoppen, is de boot hele maal aan. Mij overkomt dat een keer, tot groot vermaak van Willem. Weggezakt Tot aan mijn middel zak ik weg in de zachte witte massa. Niet ver van deze onheilsplaats stuiten we eensklaps op een reeën- spoor. Volgen of niet? Een ogenblik aarzelen we. Maar komaan, wat doet het er toe, waarheen we gaan? We hebben de tijd aan ons zelf. Over heuvelen en door dalen, langs ver spreide vliegdennen en bosjes sjou wen we achter ons „wild" aan, over tuigd van het nutteloze van dit ge doe. Maar we hebben plezier en we genieten volop. Gaandeweg voegen zich meer sporen bij het „onze" en spoedig hebben we in de gaten wat daarvan de oorzaak is. We naderen een voederplaats. Een over dekte ruif, die ten behoeve van het wild regelmatig gevuld wordt met aardappelen, eikels, hooi en wat dies meer zij. En dat deze vriendelijkheid van de zijde der mensen door de herten zeer gewaardeerd wordt, blijkt ons uit de vele hoefindrukken, de omgewoelde sneeuw en de ontelbare uitwerpselen rondom de ruif. Deze tegemoetkomen de houding der mensen doet echter da schuwheid van de dieren niet noe menswaard afnemen, want ze bezoeken de voederplaatsen bij voorkeur alleen in de nacht. Daar we ons spoor kwijt zijn, volgen we nu een willekeurig ander spoor, dat van de voederplaats afloopt. Het lieve leventje begint opnieuw. Zwoegen, glijden en struikelen. Maar als het tijd wordt voor ons middagkuchie, hebben we nog steed8 geen ree gezien, laat staan een edel hert. Zwijgend werken we onze boterham metjes naar binnen. ,Waar blijven die beesten?" moppert Willem. „Voor eekhoorns en konijnen behoef je toch waarlijk niet naar het Nationale Park te gaan". Enfin, U weet wel, hoe dat gaat met dat spreekwoord over die duvel en dia ketting. Want nu ineens zien we een ree. Heel evt.i maar, want nauwelijks heeft het beest ons opgemerkt, of hij gaat er vandoor. Later op de dag komen we twee sportieve, oudere dames tegen. Ze vra gen ons, zeker, omdat we zoveel op echte woudlopers lijken in onze afge dankte kleren, of we geen plaats we ten, waar veel herten zitten. „Natuurlijk, natuurlijk", zegt Wil lem. En met een gewichtig gezicht wijst hij in de richting van de plek, waar we een glimp van die ree heb ben gezien. „Moet U daarheen gaan. Daar zit ten ze bij hopen." En na deze gedenkwaardige woor den zijn we maar gauw doorgelopen. DE HOOFDKRAAN Een huurder van u heeft u bericht, dat de hoofdkraan defect is en niet kan worden afgesloten als straks de vorst komt. Of u daar nu voor zorgen moet? Dat hangt er maar van af, of er sprake is van een kleine herstel ling. In het laatste geval is de huur der aansprakelijk, anders niet. Het is wel zaak deze kwestie samen spoedig op te lossen, want anders komt straks de vraag; wie is aansprakelijk voor de vórstschade door het niet afslui ten van de hoofdkraan? gebracht, want aan deze vrij zware studie moet niet alleen een goede conduitestaat, maar ook een bepaald aantal dienstjaren vooraf gaan. Onze laatste vraag aan het tweetal was, of er bij de politie door hen ook specifiek vrouwelijke werkzaamhe den worden verricht. Dit is niet het geval. Bij de kinder- en zedenpolitie hebben natuurlijk altijd al vrouwen gewerkt. Deze diensten zullen in de toekomst van binnen-uit worden aangevuld, dus door meisjes als Hans en Sinie, die al bij de politie werk zaam zijn. Amsterdam is al niet meer de enige stad waar vrouwen in het politieuni- form gekleed gaan. En aangezien de agentes hun moeliyko taak tot Ieders tevredenheid vervullen, is het helemaal niet onwaarschijnlijk, dat nog meer plaatsen het goede voorbeeld zullen vol gen! Zoals wy al meldden heeft ooit Vllssingen plannen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1957 | | pagina 5