Meer bijeenkomsten over
beperkte onderwerpen
Ontdekkingen en belevenissen
POLITIE-AGENTEN IN ROK
Afgelopen jaar voor agrarisch
Zeeland het slechtst sinds 1947
In onze hoofdstad oefenen ook dertien
vrouwen „het gezag" uit
NIVEA
Hoe spaart een dominee zijn
geestelijke gezondheid
houdt Uw huid
gaaf en zacht
Produktief gebruik van
de tijd?
Niemand „slaagt"
Het
reeenspoor
Wapengeen revolver maar charme
JOSEPH A. BRUSSE
^ïaandag 7 januari 1957
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 5
Confereren is een groie kunsf
De twintigste eeuw zal eens de
eeuw der conferenties heten.
De conferentie, eens beperkt
tot de politiek, vreet thans door
tot in de verste hoeken van weten
schap en sociaal verkeer. De con
ferentie zelf is niet nieuw; de nieu
wigheid ligt erin ,dat wij confere
ren over veel meer onderwerpen,
terwijl die onderwerpen zelf steeds
Van beperkter omvang worden;
wij houden conferenties over „het
etnische en culturele pluralisme in
intertropische gemeenschappen",
over „moleculaire structuren van
Vaste stoffen" of over „gezond
heidsstatistieken'. Nu is, mits met
mate toegepast, die ontwikkeling
naar meer concrete en beperkter
onderwerpen niet helemaal te ver
oordelen, schrijft „Elseviers week
blad", waarvan wij dit artikel ont
lenen.
De voornaamste oorzaak van de
vloed van conferenties is de moderne
drang om inlichtingen en ervaringen,
speciaal op internationaal terrein, uit
te wisselen. Een andere bron kan zijn
de moderne cultus van „team work",
waarin men tegenwoordig helaas meer
Vertrouwen stelt dan in het werk van
de enkeling. Maar toch is het zonder
ling, dat in dit tijdperk van hoge pro-
duktiviteit, waarin elke minuut van
de gewone werkman nauwgezet geme
ten wordt en gejuicht wordt over elke,
pok minimale, vermindering van fa-
pricagekosten, wij zo vrijgevig zijn met
d« onnoemelijk veel kostbaarder tijd
Van al die afgevaardigden en rustig
miljoenen spenderen aan conferenties,
tonder ons af te vragen of die nu
Werkelijk enige vooruitgang teweeg
(uilen brengen.
Het feit, dat deze helaas maar al
te gerechtvaardigde kritiek voor
komt in 't orgaan van het... Euro
pese Produktiviteits Agentschap te
Parijs, dat op het gebied der pro-
duktiviteitsverhoging zeker als ex
pert mag gelden (en op het gebied
van conferenties wellicht zelf niet
zonder ervaring is), maakt het inte
ressant ook eens naar de positieve
raadslagen te luisteren.
Universeel
Het eerste punt is, dat er veel te
veel conferenties zijn en dat de gede
legeerden, die van Deauville naar We
llen en van Rome naar Rotterdam
feoeten reizen, vermoeid raken. Wij
gijn er zo aan gewend geraakt om op
de meeste conferenties steeds weer de-
ïelfde gezichten te zien, dat wij ons
öl niet meer verwonderen over de
ontzaglijk brede kennis van de natio
nale afgevaardigde, die twee dagen
geleden te St. Laurent-du-Var de Be
perkte Commissie voor de Ziekten van
Herkauwende Dieren toesprak en van
daag weer in Positano het woord richt
tot de Grote Conferentie over de Nor
malisatie van Mineraalwaterflesjes. On
danks hun grote „ervaring in interna
tionale kringen"l aten die universele ta
lenten toch plaats maken voor minder
«ninente en wat beperkter collega's,
die misschien meer tot de conferenties
kunnen bijdragen en.er meer nut
van zullen trekken.
Het tweede punt is, dat een confe
rentie goed moet worden voorbereid.
Ben conferentie heeft met een goede
schotel gemeen dat de tijd in de keu
ken langer moet zijn dan de tijd aan
tafel. Alle deelnemers moeten tijdig
beschikken over alle stukken, die voor
de bespreking nodig zijn. Dan blijft
men gespaard voor het droevige
sehouwspel van gedelegeerden, die de
morgen-zitting gebruiken om de stuk
ken voor de middag-vergadering te
bestuderen (wat overigens verloren
moeite is, omdat de middagzitting
weer besteed wordt voor het doorle
zen van de stukken voor de volgende
dag). Aan het onderwerp moet van
de aanvang af strikt de hand worden
gehouden, niet alleen tegenover de
Sprekers, maar ook ten aanzien van
de rapporteurs. Want uiteenzettingen
van rapporteurs, hoewel op zichzelf
van uitzonderlijk belang, hebben maar
al te vaak niets te maken met het on
derwerp in discussie.
Omgekeerd
Vóór een conferentie vindt elke deel
nemende vereniging, dat /.ij te schraal
vertegenwoordigd is; n& de conferentie
is de kritiek meestal omgekeerd (en ver
moedelijk is dat dan waar). Men kan het
nut van een conferentie niet meten door
het aantal werkuren te vermenigvuldi
gen met het aantal deelnemers. Want
non men de verloren tijd en de „slappe
uren" eens uitdrukken naar het aantal
deelnemers, dan zou het resultaat eer
der een stijgende dan een horizontale
UJn z\jn.
Een conferentie moet haar onderwerp
niet tot de laatste vezel uitrafelen,
maar de te onderzoeken problemen de
finiëren of bepaalde vorderingen vast
stellen. Een conferentie van twee da
gen kan te lang zijn, omdat men dan
het onderwerp toch slechts oppervlak
kig heeft kunnen bespreken en een van
zes dagen kan nog te kort zijn, omdat
de deelnemers dan toch midden in die
pe discussies moeten blijven steken.
Onbegrijpelijk is de neiging, dat een
organisatie met een goed ingelicht bu
reau In Salzburg tegenwoordig schijnt
te dwingen om in Santiago dl Chile te
vergaderen. Meestal is het voorwendsel,
dat „het gastland een bijzonder belang
in het onderwerp der conferentie stelt"
en dat die belangstelling, speciaal wan
neer het een minder ontwikkeld land
betreft, verdient te worden aangemoe
digd. En daarvoor maakt men dan enor
me kosten en moeten de deelnemers
duizenden mijlen reizen, naar de andere
kant van de aarde, in plaats van een
voudig te vergaderen bij de hoofdzetel
der desbetreffende organisatie, die
meestal ln een grote stad met prima
hotel-accommodatie gevestigd is.
Regels
Er is helaas nog geen „weten
schappelijke bedrijfsleiding" voor confe
renties. De Produktiviteitsgroep te
Hannover heeft toch een zevental re
gels opgesteld;
1. Beknot zoveel mogelijk de begroe
tingsaanspraak (absoluut maximus vijf
minuten) en redevoeringen van slechts
academisch belang;
2. Liever een speech minder dan de
agenda vol te proppen met redevoerin
gen, die alleen de ijdelheid van de spre
ker of van de vergadering strelen;
3. Verschaf een maximum-comfort
door alle hulpdiensten van een congres;
geef voldoende pauzes en voldoende ge
legenheid voor nachtrust. Vermijdt alle
pompeusheid en een overmaat van ge
wichtigheid.
4. Laat de besprekingen stipt op de
vastgestelde tijden beginnen en eindi
gen. Een automatische bel brengt elke
spreker tot zwijgen en zonder herrie
met de voorzitter.
Excursies moeten noch vermoeiend,
noch vervelend zijn.
6. De ervaring leert, dat de zoge
naamde discussies in massavergaderin
gen geen praktische resultaten opleve
ren. Discussiegroepen moeten niet gro
ter zijn dan 25 personen en moeten ge
leld worden door tevoren aangewezen
voorzitters.
7. Zo veel mogelijk moet gebruik ge
maakt worden van visuele hulpmidde
len, als grafieken, films enz.
Het E.P.A. voegt daar nog aan toe;
Vermijd de vloek van alle vergaderin
gen: de lange redevoeringen in de mid
dag. Houd de „werkgroepen" klein; tien
man zijn nog een groep, maar 25 vor
men weer een conferentie apart. Houd
niet te veel „werkbijeenkomsten", an
ders lijdt de hoofdvergadering daaron
der.
En ten laatste: maak de pauzes niet
te lang, noch te kort, zowat 20 k 30
minuten. Zijn zjj korter, dan ls er geen
gelegenheid voor dltwijls nuttig parti
culier contact. Zijn zij te langdan
ls voor menige deelnemer de verleiding
'te groot om „even de stad in te gaan".
Negen wenken voor predikanten
Nieuwjaarsreceptie
Koninklijk paar
's-GRAVENHAGE, 5 jan. H. M.
de Koningin en Z. K. H. de Prins der
Nederlanden zullen op 16 januari te
12.00 uur in het koninklijk paleis op
De Dam het corps diplomatique ont
vangen voor de Nieuwjaarsreceptie.
Hulp aan Hongaren
's-GRAVENHAGE, 5 jan. De
speciale girorekeningen voor de hulp
aan Hongaren gaven zaterdagochtend
de volgende bedragen te zien: 777
f4.410.786.94 en 999 f4.253.995,92.
Vfo oL&
4 Ie treffen het!
lA/^Nog' maar nauwelijks zijn we
neergestreken in de buurt
van „Het Nationale Park De Hoge
Indruk Z.L.M.-voorzitter Geuze
Het valt wel mee met de overspan
nen predikanten. Dat schreef The
Christian Century naar aanleiding van
de onthulling van het Amerikaanse
blad Life, dat een verontrustend aantal
predikanten overwerkt raakte.
Intussen is het wel zo, dat de taak
van de predikant moeilijk is en dat de
eisen van een gemeente soms onmoge
lijk zijn.
Maar wat kan de predikant zelf doen
om zijn geestelijke gezondheid te spa
ren?, zo vraagt The Christian Century
en het blad noemt de volgende punten;
1. Breng drie of vier ochtenden van
de week ergens door, waar ge allleen
in noodgevallen te bereiken zijt en
waar ge niet anders kunt doen dan
studeren, bidden en schrijven. De pre
dikant zal bemerken, dat dit een ver
rijking, een verdieping en een rust voor
zijn werk betekent.
2. Schrijf Uw preken op. Velen vin
den dit tijdverlies, maar tenslotte
spaart het tijd. Het opschrijven bevor
dert de juistheid van gedachten en
woorden, de mooie stijl.
3. Hoe vaak ge ook op zondag moet
preken, maak slechts één preek. Ver
wacht niet dat de mensen tweemaal in
de kerk komen. Slechts heel weinig
mensen kunnen twee goede preken per
week maken (dit slaat natuurlijk op
Amerikaanse toestanden).
4. Verspil Uw tijd niet. Probeer de
mensen op te voeden dat zij zelf U
laten weten wanneer zij U nodig heb
ben, precies zoals zij met de dokter
doen. Ik ben er van overtuigd dat veel
van Gods goede tijd verknoeid wordt
met bezoeken, die niet nodig zijn. Ver
mijd vooral onnodige in de avond. De
avonden, die niet in beslag worden ge
nomen door belangrijke gemeente-bij
eenkomsten moeten voor het gezin
blijven.
5. Zorg er voor dat alle mensen, die
in kerkelijke arbeid werken geregeld
door anderen vervangen worden. Geen
enkele van het is onmisbaar eji zij die
denken, dat zij het wel zijn, zullen nog
veel beter werk doen als ze eens een
jaar op een zijspoor zijn gezet. Het
principe van elkaar af te wisselen of de
verantwoordelijkheid met anderen te
delen is een zeer gezond principe,
vooral in een kerk, waar de leden een
aandeel hebben in het werk.
6. Zeg neen tegen alle niet-creatieve
activiteiten, waarvoor men een beroep
op u doet huwelijksrecepties, spre
ken op bijeenkomsten, die niet direct
met de kerk te maken hebben.
7. Durf critiek onder ogen te zien.
Een Christelijke kerk behoort wel een
gemeenschap van vrienden te zijn,
maar nu en dan kan er zich wel eens
critiek of wanbegrip voordoen. Ga dan
naar de betreffende toe en bespreek de
zaak.
Vrije dag
8. Neem in ieder geval iedere week
een vrije dag. Dit is gemakkelijker ge
zegd dan gedaan, maar het is uiterst
belangrijk. Het is nodig één dag per
week het tempo te verminderen.
9. Leer om uzelf te lachen, nederig
te zijn, vrü te zijn van overgevoelig
heid, dankbaar te zijn en laat u dage
lijks vernieuwen door het gebed.
Dankbaar
Het werk van een predikant is het
meest dankbare ter wereld. Het heeft
voortdurend te maken met de grote
problemen van leven en dood, met het
menselijk bestaan in zijn totaliteit. Wat
is een groter voorrecht dan een mens
te helpen om de levende verhouding tot
God te vinden, om hem te doen inzien,
dat hij niet voor zichzelf moet leven
maar voor anderen.
De meeste predikanten, die ik ken
zijn zo geboeid door hun werk dat zij
er niet over denken iets anders te gaan
doen.
Wat is mooier dan een jonge man,
die op de drempel van een grote beslis
sing staat, te horen zeggen, dat ge hem
werkelijk geholpen hebt; wanneer een
jong paar, dat wenst te trouwen in op
rechte dankbaarheid tot u komt; wan
neer mensen, die geen raad meer weten
tot u komen om hulp en leiding.
Geen enkel mens „slaagt" in dit hoge
beroep; doch ik wil liever mijn best
doen en falen voor deze grote zaak dan
slagen in een mindere. En voor Gods
grote zaak, is de genade overvloedig.
GOES, 5 jan. Ir. M. A. Geuze,
voorzitter van de Z.L.M. heeft in „De
Landbode" een indruk gegeven van
het jaar 1956. „Veel opwekkends is er
niet van te zeggen. De meeste indruk
in het agrarisch vlak dit jaar hebben
de bijzondere ongunstige weersom
standigheden gemaakt. Wel heeft men
in Zeeland in de kuststrook in het al
gemeen beter weer gehad en dienten
gevolge minder slechte resultaten dan
in de rest van de provincie, maar daar
is het dan ook meest aan de zeer min
nen kant" zo merkte ir. Geuze op.
Velen vrezen dan ook, dat dit jaar
het slechtste zal zijn sedert 1947,.
toen de droogte zoveel schade aan
richtte. Hadden we reeds in 1954,
een zeer nat najaar, dit jaar hebben
de vele regens in een vroeger sta
dium al veel bedorven. Daarbij
kwam de abnormale koude en tevens
ongewoon veel wind, waarbij een zo
merstorm eind juli de groeikracht
van vele aardappelvelden een plotse
ling einde maakte en enorm veel
schade aanrichtte in bloeiende stam-
bonen, papavers en dergelijke ge
wassen.
TOBBEN
Er is enorm getobd om de oogst te
winnen. Op Schouwen zagen we tij
dens de graanoogst het was toen al
september 5-voerts zelfbinders met
twee trekkers voo relkaar lopen en
evenzo zelf rijdende maaidorsers met
twee trekkers voor elkaar lopen en
najaar werd het overal nog erger, niet
alleen op de vers verkavelde gronden.
Zelf hebben wij een deel van de sui
kerbieten met de paarden voor de
trekker van het land af moeten rijden
en dat bietenland later met twee trek
kers voor elkaar geploegd.
Een zeer opmerkelijk feit was de
dit afgelopen jaar hand over hand
toegenomen arbeidsschaarste. Het
bleek, dat we niet eens een Delta
plan zullen behoeven om de zuig
kracht van de industrie tot in Rot
terdam toe te gevoelen. Veel bieten-
lichters en -rooiers moesten op het
eind de campagne komen helpen
verlichten, maar konden alweer
door het weer niet aan de slag.
Dat vele opbrengsten het hebben la
ten zitten, in 't bijzonder ook de peul
vruchten, weten we dus. Wat alles ex
tra gekost heeft, is na 't vorenstaande
wel begrijpelijk. Trouwens het laatste
regeltje zal het uitwijzen. De prijzen
slag wes al verloren, het Suez-effect
begmt de grond- en hulpstoffenprijzen
op te jagen en de toekomst zullen we
alleen aan kunnen, als het antwoord
van de overheid op de billijke eisen
van 't landbouwschap dusdanig is, dat
we de prijzenslag voor de volgende ja
ren het hoofd kunnen bieden.
KASTANJES
Tamme kastanjes kan men zeker ko
ken. U moet ze dan aan de bovenzij
de inkruisen, daarna wassen en in
ruim water met een beetje zout on
geveer een uur koken. Of de kastan
je gaar is, kunt u alleen nagaan door
er één uit het water te halen en open
tejnaken. U dient ze op in een diepe
schaal met verse boter.
(Van een onzer verslaggeefsters)
Als je aan Hans en Sinie vraagt of ze
nog steeds geen spijt hebben van hun
besluit lid te worden van het Amster
damse politiecorps, zeggen ze alle twee
volmondig nee.Natuurlijk zitten er aan
dit beroep net als aan ieder ander
ook minder leuke kantjes. Hans en Si
nie verzekeren ons tenminste om het
hardst.dat het heus geen pretje is om
bij een temperatuur van ettelijke gra
den onder nul of b(j een echt-Hollands
regentje buitendienst te hebben. Maar
er zijn ook dingen die ze bijzonder
graag doen. Hans vindt het bijvoor
beeld fijn als ze schoolkinderen mag
overzetten op drukke verkeerswegen
en Sinies hart gaat uit naar de blin
den (voor wie ze als lang geen onbe
kende meer is), die ze tussen trams,
auto's, bussen en fietsen door loodst,
wanneer ze uit de blindenwerkplaats
komen.
Ingezonden Mededeling (adv.)
AMSTERDAM, december. Drie jaar geleden werden voor het
eerst meisjes toegelaten tot de opleidingsschool van de Amsterdamse
gemeentepolitie. De belangsteling was bijzonder groot: niet minder
dan 300 ondernemende jongedames waagden een kansje. Maar vrou
welijke agenten moeten in tegenstelling tot hun mannelijke collega's
minstens in het bezit zijn van een mulo-diploma. Bovendien worden
zij onderworpen aan een vrij zware psycho-technische test. Het ge
volg was dan ook, dat in dat eerste jaar slechts zeven meisjes de
vuurproef doorstonden. Hieronder bevonden zich de blonde Sinie
Auwerda en de zwartgelokte Hans Schouten, die zo vriendelijk
waren ons het één en ander over hun „baantje" te vertellen.
last bat no least deden ze er veel
aan sport, in de gymnastiekzaal, op
het sportveld en in het zwembad.
Afwisseling
Eén van de eerste meisjes-cursisten
ontwierp zelf een uniform met „vrou
welijke snit" en hierin gestoken waag
den de zeven agentes hun eerste aarze
lende schreden op de weg van het ge
zag. Eentonig en saai is hun werk niet
bepaald. Integendeel: de afwisseling is
groot. Met een diepe denkrimpel in hun
respectievelijke voorhoofden noemen
Hans en Sinie hun voornaamste taken
op: het afnemen van verkeersexamens
op scholen, onderzoeken instellen naar
schoolverzuim, toezicht houden in
zwembaden, verkeerscontrole op straat,
autobussen inspecteren, toezicht hou
den op baldadige jeugd in de parken
van., onze hoofdstad, vrouwelijke ver
dachten fouilleren, het vormen van een
afzetting bij de intocht van St. Nicolaas
(waarbij ze er tegelijkertijd voor pro
beren te zorgen dat de allerkleinste
kleuters vooraan komen te staan; com
mentaar: „leuk werk") en de admini
stratieve afwikkeling van de processen
verbaal, ziehier de voornaamste bezig
heden van een vrouwelijke politie
agent.
Géén revolver
Op school hebben de meisjes ook
schieten geleerd. Ze zijn echter niet be
wapend zoals de mannelijke collega's.
Maar bang zijn Sinie en Hans niet. „In
Amsterdam moet je nooit een vrouw
aanraken", zeggen ze. Bij wijze van
voorbeeld vertellen ze, dat er eerts bij
een verkeerspost met schoolkinderen
twee mannen slaags raakten. Toen Si
nie tussenbeide probeerde te komen,
sleurde een stoere gemeente-arbeider
haar opzij. „Gaat V nou maar weg",
bromde hij en met enkele jiu jitsu-gre-
pen wist hij de ruziemakers te schei
den.
Een andere keer bleek, dat de be
stuurder van een auto zonder de ver
eiste verlichting geen papieren bij zich
had. Hij liet echter niet veel respect
blijken voor de agenten-in-rok en wei
gerde zijn adres op te geven en te blij
ven staan. Daarop schoot Hans vlug
een telefooncel binnen en belde vijf
maal acht. Toen ze naar buiten kwam,
arriveerde reeds al loeiend de eerste
politiewagen om de twee dames in
nood te helpen. „Je hoeft echt nooit
bang te zijn", verklaren Hans en Sinie
Opleiding
Ze zijn het er wel over eens, dat
het opleidingsjaar lang niet meeviel.
Een politieagent heeft veel parate
kennis nodig, omdat hij nu eenmaal
niet met dikke wetboeken ln zijn zak
rond kan lopen om die by iedere over
treding ijverig te bestuderen. Elans en
Sinie leerden ln dat ene jaar dan ook
dertig byzondere wetten (waaronder
verkeerswet, sociale wetten en ar
beidswet), ze studeerden staatsin
richting, stampten ontelbare plaatse
lijke verordeningen In him arme hoof
den, fristen hun kennis van de Ne
derlandse taal nog eens op, volgden
en B.B.-cursussen en
Alken NIVEA bevat Bucerit
het voedingmiddel voor de huid
eensgezind, „er komt altijd heel vlug
assitentie wanneer je er om vraagt".
De 5 x 8-wagens staan namelijk via een
mobilofoon in verbinding met het
hoofdbureau, zodat de dichtsbijzijnde
altijd in een ommezientje gewaar
schuwd wordt en te hulp kan schieten.
Al aan gewend
De eerste tijd hadden Hans, Sinie en
andere vrouwelijke agenten natuurlijk
nogal wat bekijks. Tegenwoordig zijn
de Amsterdammers er al aan gewend.
Het zijn nu eigenlijk alleen nog mar de
mensen „van buiten" die hen aansta
ren. Toch heeft het ook zijn voordelen
om als vrouw dit beroep uit te oefenen.
Een van de voornaamste taken van de
meisjes is de administratieve afwikke
ling van de processen-verbaal die de
motordienst opmaakt. Dat zijn er zo'n
7 a 800 per maand
Veel van de slachtoffers komen
ziedend van verontwaardiging op het
bureau, om de dienstdoende agent
eens heerlijk uit te foeteren en te
overtuigen van hun smetteloos ge
weten. „TSlaar.zegt Hans met
een ondeugende schittering in haar
bruine ogen, „zodra ze zien dat er
een meisje achter het bureau zit, ver
anderen ze als een blad aan een
boom. Ze worden beleefd en rustig
en het 'verhoor' verloopt zonder
lawaaierige incidenten".
Nu nog geen auto
Zoals wel uit de opsomming van hun
taken blijkt, is het afwerken van de
processen-verbaal eigenlijk het enige
werk, dat binnen wordt gedaan. Bij
zonneschijn en hitte, maar ook bij re
gen of kou, zijn de meisjes buiten. Hun
vervoermiddells een doodgewone fiets.
„Een auto staat nog op ons verlang
lijstje", lachen ze alle twee. De werk
tijden zijn heel verschillend: van des
morgens acht tot 's middags vier, van
drie tot elf uur 's avonds of van tien
tot zes uur. De nachtdienst wordt altijd
door de ridderlijke mannelijke collega's
opgeknapt, maar 's zondags en 's zater
dags moeten ze natuurlijk op hun beurt
ook werken.
De „arbeidsvoorwaarden" van Sinie
en Hans verschillen in niets met die
van de mannen. Ze ontvangen hetzelf
de salaris, ze hebben zeventien dagen
vakantie plus iedere week een vrije
dag en een extra dag voor de feest
dagen waarop dienst gedaan wordt.
Boven het jaarsalaris ontvangen de
meisjes een kledingtoelage, die inder
daad tot en met de laatste cent aan
kleren wordt gespandeerd.
Nog acht in opleiding
Op het ogenblik werken er dertien
vrouwelijke agenten in Amsterdam,
terwijl er nog acht in opleiding zijn. In
de loop der jaren is nog geen enkele
vrouwelijke agent weggegaan, omdat
het baantje haar niet beviel. Wèl om
dat er een man was, die haar nog beter
beviel.Evenals de mannen hebben
de meisjes de kans om hogerop te ko
men. Wanneer zé bij hun examen ge
middeld een zeven halen, kunnen ze de
b-cursus voor brigadier volgen. Maar
zover heeft nog geen enkele vrouw het
Veluwe", of daar begint het te
sneeuwen. Dat belooft veel goeds!
De volgende dag zijn we reeds
bij het krieken van de dageraad op
pad. Een sprookjesachtige wereld
spreidt zich ten toon. Zo adembe
nemend mooi is alles, dat we ver
geten te spreken. Alleen maar kij
ken
Wandelen langs het prachtige huis
Sint-Hubertus, ontdekken we, dat we
toch niet de eersten zijn. De konijnen
zijn ons al vóór geweest. De indrukken
van hun pootjes zijn in de sneeuw ach
tergebleven.
Aanvankelijk doen we moeite als
echte woudlopers de sporen te volgen.
Naarmate we echter verder doordrin
gen in de rimboe, geven we onze po
gingen maar op. Kris-kras lopen de
sporen door elkaar. Er is kop noch
staart meer aan te vinden.
De dieren zelf laten zich niet zien.
Wel spelen hier en daar een paar eek
hoorntjes een beetje kiekeboe. Her
haalde malen zien we de grappige kop
jes met de glinsterende kraaloogjes om
een hoekje gluren.
Een eindje voorbij het Stenen Hert
verlaten we de gebaande weg. Moei
zaam trekken we voort. Op sommige
plaatsen komt de sneeuw wel tot onze
door
knieën en als je het geluk hebt in een
grote kuil te stoppen, is de boot hele
maal aan. Mij overkomt dat een keer,
tot groot vermaak van Willem.
Weggezakt
Tot aan mijn middel zak ik weg
in de zachte witte massa.
Niet ver van deze onheilsplaats
stuiten we eensklaps op een reeën-
spoor. Volgen of niet? Een ogenblik
aarzelen we. Maar komaan, wat doet
het er toe, waarheen we gaan? We
hebben de tijd aan ons zelf. Over
heuvelen en door dalen, langs ver
spreide vliegdennen en bosjes sjou
wen we achter ons „wild" aan, over
tuigd van het nutteloze van dit ge
doe. Maar we hebben plezier en we
genieten volop.
Gaandeweg voegen zich meer sporen
bij het „onze" en spoedig hebben we in
de gaten wat daarvan de oorzaak is. We
naderen een voederplaats. Een over
dekte ruif, die ten behoeve van het
wild regelmatig gevuld wordt met
aardappelen, eikels, hooi en wat dies
meer zij. En dat deze vriendelijkheid
van de zijde der mensen door de herten
zeer gewaardeerd wordt, blijkt ons uit
de vele hoefindrukken, de omgewoelde
sneeuw en de ontelbare uitwerpselen
rondom de ruif. Deze tegemoetkomen
de houding der mensen doet echter da
schuwheid van de dieren niet noe
menswaard afnemen, want ze bezoeken
de voederplaatsen bij voorkeur alleen
in de nacht.
Daar we ons spoor kwijt zijn, volgen
we nu een willekeurig ander spoor, dat
van de voederplaats afloopt. Het lieve
leventje begint opnieuw. Zwoegen,
glijden en struikelen.
Maar als het tijd wordt voor ons
middagkuchie, hebben we nog steed8
geen ree gezien, laat staan een edel
hert.
Zwijgend werken we onze boterham
metjes naar binnen.
,Waar blijven die beesten?" moppert
Willem.
„Voor eekhoorns en konijnen behoef
je toch waarlijk niet naar het Nationale
Park te gaan".
Enfin, U weet wel, hoe dat gaat met
dat spreekwoord over die duvel en dia
ketting. Want nu ineens zien we een
ree. Heel evt.i maar, want nauwelijks
heeft het beest ons opgemerkt, of hij
gaat er vandoor.
Later op de dag komen we twee
sportieve, oudere dames tegen. Ze vra
gen ons, zeker, omdat we zoveel op
echte woudlopers lijken in onze afge
dankte kleren, of we geen plaats we
ten, waar veel herten zitten.
„Natuurlijk, natuurlijk", zegt Wil
lem. En met een gewichtig gezicht
wijst hij in de richting van de plek,
waar we een glimp van die ree heb
ben gezien.
„Moet U daarheen gaan. Daar zit
ten ze bij hopen."
En na deze gedenkwaardige woor
den zijn we maar gauw doorgelopen.
DE HOOFDKRAAN
Een huurder van u heeft u bericht, dat
de hoofdkraan defect is en niet kan
worden afgesloten als straks de vorst
komt. Of u daar nu voor zorgen
moet? Dat hangt er maar van af, of
er sprake is van een kleine herstel
ling. In het laatste geval is de huur
der aansprakelijk, anders niet. Het is
wel zaak deze kwestie samen spoedig
op te lossen, want anders komt straks
de vraag; wie is aansprakelijk voor
de vórstschade door het niet afslui
ten van de hoofdkraan?
gebracht, want aan deze vrij zware
studie moet niet alleen een goede
conduitestaat, maar ook een bepaald
aantal dienstjaren vooraf gaan.
Onze laatste vraag aan het tweetal
was, of er bij de politie door hen ook
specifiek vrouwelijke werkzaamhe
den worden verricht. Dit is niet het
geval. Bij de kinder- en zedenpolitie
hebben natuurlijk altijd al vrouwen
gewerkt. Deze diensten zullen in de
toekomst van binnen-uit worden
aangevuld, dus door meisjes als Hans
en Sinie, die al bij de politie werk
zaam zijn.
Amsterdam is al niet meer de enige
stad waar vrouwen in het politieuni-
form gekleed gaan. En aangezien de
agentes hun moeliyko taak tot Ieders
tevredenheid vervullen, is het helemaal
niet onwaarschijnlijk, dat nog meer
plaatsen het goede voorbeeld zullen vol
gen! Zoals wy al meldden heeft ooit
Vllssingen plannen.