.VERKEERSFATSOEN'
geldt voor iedereen!
H
1
y
Een keur van
zijn nieuwe zwager
alle
Drie deugden voor
weggebruikers
WINTERSE MAALTIJDEN
KEUKEN
japonnetje
Het botert niet tussen Krijn en
IflfflEA
UIT DE
„Ontknoping" tijdens de tekenles
Pracht handen
^aterdag 15 december 1956
ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 10
Een studieboekook voor de ouderen
5' isteravond een poos hard zitten studeren en toen mezelf
examen afgenomen. Het spijt me, dat ik het schrijven
moet, maar ik ben gezakt. Bij mijn „studieboek" behoorde
een boekje met vragen en opdrachten en toen ik na mijn „exa
men" alles eens controleerde, bleek me, dat ik op een enkele
vraag niet helemaal het juiste en één keer niet het volledige
antwoord had gegeven dus gezakt. Misschien wil een goed
hartige lezeres me mild toevoegen, dat je toch persé op alle
vragen bij een examen niet het antwoord behoeft te weten. De
troost zou m'n hart goed doen, maar ik weet heel zeker, dat
men in dit geval alle vragen en opdrachten volkomen goed moet
hebben, want het kan een kwestie van leven of dood betekenen,
als men het niet goed weet.
Neen, ik speel niet met deze ern
stige woorden.
Laat ik eerst eens uitleggen, dat ik
van de firma Wolters, uitgeverij te
Groningen en Batavia, twee heel
dunne boekjes ter bespreking kreeg.
Die boekjes zijn eigenlijk bestemd
voor de jongens en meisjes van de
hoogste klassen van de lagere school.
Maar toen juist gisteren de auto voor
Veilig Verkeer langs mijn huis reed,
greep ik opeens naar die dunne boek
jes, want door de actie voor Veilig
Verkeer werd de aandacht weer eens
foed gevestigd op deze grote natio-
ale zorg.
Een der Amsterdamse hoofd
agenten van politie geeft op zulk
een uitnemende wijze les aan die
oudere leerlingen, dat men zijn
lessen gebundeld heeft. De heer
Kaspers, hoofd ener school, werk
te op zijn manier ook aan het boek
je „Naar veilig verkeer" mee.
Ook voor de ouderen
Eigenlijk is dit boekje met het
bijbehorend boekje met vragen en
opdrachten dus bestemd voor onze
grotere jongens en meisjes, maar het
zou wel heel goed zijn, als de ouderen
het ook eens doornamen. Er komen
tegenwoordig heel wat regels aan te
pas, die we zeker moeten weten.
Nu kan je wel zeggen: „Ik ben en
kel maar voetganger of fietser en dan
houd ik me aan de veilige kant, maar
daar ben je niet mee klaar. Auto's zijn
ook aan vaste regels gebonden en als
men ook die niet weet, dan loopt men
Op de fiets, al rijdt men met nog zo'n
kalm gangetje, toch evengoed gevaar.
De vele ongelukken, die juist bij krui
singen van de hoofdwegen gebeuren,
bewijzen dit.
Drie deugden
Nu weet de heer Van Dijk, de
hoofdagent uit Amsterdam, wel, dat
hij voor een jonge garde spreekt, dus
begint hij bij het begin en zegt, dat
<a^<o^<a£©<a£ë>|f^<a;sg>^f5><a5sg><a5!^>
Bedenk wel: het is een
kwestie van leven of dood
er drie verkeersdeugden zijn, die je
a 11 ij d moet beoefenen. Deze drie
deugden zijn: verkeersfatsoen, geduld
in het verkeer en zelfbeheersing in
het verkeer.
De opleiding naar veilig verkeer
begint dus „7an binnen uit". En dat
is niet alleen nodig voor de jeugdigen,
die onze straten bevolken, hetzij te
voet of op de fiets. Je moet beginnen
inet de veiligheid van anderen te
rekenen, zodra je de neus buiten de
deur steekt. Dat behoort bij het ver
keersfatsoen.
Niet alleen automobilisten
Nu is men al gauw geneigd, zo'n
regel aan iedere automobilist onder
de neus te houden, want die veroor
zaken toch maar het meeste gevaar
op onze straten met hun razende
vaart. Goed, die regel laten we rus
tig een poosje onder de neus van die
automobilisten bengelen.
Het kan geen kwaad, maar de
voetgangers behoeven anders ook
lang niet allemaal met hun neus
in de lucht te lopen. Daar zijn er
ook bij, die een gevaar vormen op
de weg.
Van de week heb ik, in donker
fietsend 's avonds, eens heel wraak
gierig gedacht: „En dat er nou eens
een agent in de buurt was, die dit
wandelend gezelschap een dikke bon
gaf, dat zou me deugd doen. Heus,
anders ben ik bepaald goedmoedig,
al zeg ik het zelf. Deze laatste bij
voeging is nog een nawerking van
die oude tante van me, die vond, dat
je na eigen deugden te hebben ver
kondigd, dit er beslist bij moest
Zeggen.
Wat zij misdreven
Maar wilt u weten wat die wande
laars misdreven? Wel langs onze stad
loopt de drukke hoofdweg Bergen op
ZoomMiddelburg. Dat is u wel be
kend. Langs een deel van die hoofd
weg staan huizen, waarlangs weer
een kostelijk trottoir met 's avonds
behoorlijke verlichting.
Daarlangs ligt weer een fietspad en
aan de buitenkant van de weg is ook
een fietspad, dat in de avond niet zo
veel licht ontvangt. Dat is dus enkel
fietspad. Over het verkeer op de
hoofdweg hoef ik werkelijk niet veel
te zeggen, dat is druk en nog eens
druk.
Schamen
Nu fietste ik 's avonds in het don
ker op het fietspad aan de buitenkant
van de hoofdweg. Moest daar plotse
ling van afwijken voor een wandelend
gezelschap. De auto's, die daarlangs
raasden, vormden in het donker wel
terdege een gevaar voor me. Eigen
lijk had ik maar moeten afstappen
en op een drafje met de fiets in de
hand voorbij de wandelaars moeten
passeren en dan weer op de fiets
verder. Enfin, ik deed dat niet, maar
schoot haastig langs de wandelaars
heen, die ik door een nijdig gebel
van het fietspad had willen verdrijven.
Maar nee, men wandelde kalmpjes
midden op het pad verder en ik kreeg
in donker nog een: „Nou nou!" nage
zonden. Toen gunde ik hun een dik
ke bon. Nu ik die boekjes gelezen
heb, gun ik die onbekenden de boek
jes, om zich al lezend over gebrek
aan verkeersfatsoen te gaan schamen.
Iedereen
Nee, als die hoofdagent eens voor
ouderen over verkeersfatsoen spreekt,
dan hoeven we niet in één richting
te kijken, maar de automobilist, de
fietser en de voetganger kunnen elk
door een spiegeltje de blik op zich
zelf richten. Als je dat gedaan hebt,
kun je pas goed beginnen de regels
van het verkeer goed in je hoofd te
prenten en ook eens proberen de be
tekenis van al die verkeersborden te
onthouden. Ja, ook dat, al zal het je
nooit gebeuren, dat je het stuur van
een auto in handen neemt.
Deze wetenschap is vooral nodig
om bij elke kruising of verkeer-
situatie de juiste voorrang te ver
lenen. U voelt wel, dat door ver
keerd te handelen op een kruispunt
het slechts enkele tellen kost om
een grote ravage te veroorzaken,
waarbij vaak de dood een buit weg
draagt
Aan dc „studie"
Daarom zullen we allemaal nog aan
de „studie" moeten. Gelukkig is het
hele „studieboek" slechts 36 pagina's
en het bijbehorend werkje met de
vragen en opdrachten maar 20 pagi
na's. Nu dat kunnen onze „oude hoof
den" nog. wel verwerken, is het niet?
En als wé het te moeilijk vinden, wel
nu, het oudere kroost van ons zal ons
dan wel verder helpen, want dat
krijgt mondeling les op school, terwijl
wij het alleen schriftelijk moeten
klaarspelen.
Maar misschien zal moeder hen be
ter op weg kunnen helpen met de
grondbeginselen van Veilig Verkeer:
verkeersfatsoen, geduld in het verkeer
en zelfbeheersing in het verkeer, want
dat hangt niet van kennis maar van
de gesteldheid van het hart af, en
daarmee moeten we bij die bijdehandte
dochters van ons en die kwieke kna
pen een begin maken.
Maar wat zal ik nu moeten oppas
sen om geen fout te maken, want
anders krijg ik brieven op mijn schrijf
tafel, die niet mals zijn En dat zou
ik beslist naar vinden! M a j a.
et opmaken van een menu is
geen eenvoudige zaak: vooral
niet als U er naar streeft Uw
gezin maaltijden voor te zetten,
die niet alleen lekker zijn, maar
ook gezond. Maaltijden, die alle
voedingsstoffen bevatten, die wij
nodig hebben voor de groei en het
herstel van slijtage, voor het be
houden van onze lichaamswarmte
en ter bescherming tegen ziekten
en het ontwikkelen van energie
en infecties. Deze bouwstoffen,
brandstoffen en beschermende
stoffen zijn alle aanwezig in de
menu's, die U deze keer voorge
schoteld krijgt.
De met een kruisje aangeduide
gerechten kunnen geschrapt wor
den, zonder dat de maaltijden wat
voedingstoffen betreft onvolledig
worden.
Denkt U eraan, dat ook en voor
al in de winter de beschermende
en bouwstoffen (voedingszouten en
vitamines), die groente en fruit
ons leveren, niet ontbeerd kunnen
worden? Reken dagelijks op
1 kg groente voor 4 personen
en laat iedereen als het even kan
ook wat fruit eten!
Vermicellisoep aardappelen met
jus, runderlapjes, spruitjes appel
pudding met custardsaus
Stamppot boerenkool met rook
worst watergruel
Aardappelen met jus, soerei, sla van
rode kool, andijvie en selderijknol
rijstebrij
Aardappelsoep met melk en gebak
ken brood drie in de pan.
Kerriesoep aardappelen met
jus, varkenslapje, zuurkool peer*.
Aardappelen, botersaus, gebakken
vis, kroten custardvla met vrucht
ten (sinaasappel en banaan)*.
Recepten voor 4 personen.
Aardappelsoep met melk.
100 g 7 eetlepels) boter of
margarine, 1 kg soepgroenten
(prei, wortel, selderijgroen,
knolselderij), 1 kg aardappelen,
1 melk, 1 water, 4 bouil
lonblokjes, zout, peper, aroma.
De soepgroenten schoonmaken, was
sen en snijden. De boter of de mar
garine smelten. De groenten toevoe
gen en in een gesloten pan 15
minuten smoren. De aardappelen schil
len (grote in vieren snijden) en met
2 kopjes water bij de groenten
voegen. De aardappelen in 20 mi
nuten gaar laten worden. De massa
stampen en verdunnen met de melk
en de rest van het water. De soep op
smaak afmaken met bouillonblokjes,
zout, peper en aroma en de soep nog
5 minuten laten doorkoken. Des
gewenst dobbelsteentjes gebakken
brood erbij geven.
Schorseneren
lVz kg schorseneren, zout, 3
dl 2 kopjes) melk, 25 g (2
eetlepels) boter of margarine,
25 g (3 eetlepels) bloem, noot
muskaat.
De schorseneren bij gedeelten van
vingerlengte afschrappen en
snijden en direct in water met iets
melk leggen. De schorseneren afspoe
len en opzetten met kokend water
waaraan een scheutje melk (om het
verkleuren tegen te gaan) en zout is
toegevoegd. De schorseneren in
uur gaar laten worden en afgieten.
De boter of margarine smelten, de
bloem toevoegen en langzamerhand
onder flink roeren de melk er bij
gieten. De saus steeds even aan de
kook laten komen alvorens opnieuw
melk toe te voegen. De saus even
laten doorkoken en op smaak af
maken. De schorseneren door de saus
roeren. Desgewenst iets nootmuskaat
over de schorseneren raspen.
APART
Als we voor de a.s. feestdagen
iets nieuws willen hebben
maken we zeker gebruik van
het patroon No. 231 van dit aparte
japonnetje, dat zeer slank kleedt
en daarom voor de zwaardere fi
guren zeer geschikt is.
Leuk is de hals met het op
staande kraagje en de coupever
werking in de schouderplooi.
De rok heeft twee platte plooi
en, welke op een aardige manier
vastgezet worden met mooie kno
pen.
Nodig is dit echter niet, het ef
fect zonder deze is ook heel aar
dig. De mouwen zijn 3U met een
omgeslagen manchetje.
Patronen in de maten 44-46-48
(maat 50 op bestelling).
Ben.: stof 2.75 m a 1.30 cm
breed.
Wijze van bestellen
Plak aan de adreszijde van een brief
kaart, naast en buiten het frankeerzegel,
't verschuldigde bedrag 0,95) aan gel
dige postzegels en adresseer deze aan de
redactie van het Zeeuwsch Dagblad, Lan
ge Vorststraat 90, Goes. Aan de andere
zijde vermeldt u uw naam, adres, maat
en nummer (no 231) van het gewenste
model. Plak nooit voor meer dan 0,95
aan postzegels extra op een briefkaart,
want wat meer geplakt wordt is waarde
loos. Bestellingen onder rembours wor
den niet aangenomen en de patronen wor
den niet geruild. De redactie heeft geen
patronen in voorraad, het persoonlijk ko
men afhalen aan ons kantoor heeft dus
geen zin.
De juffrouw moesi hef weien
Er zit niets anders op dan maar eerlijk te bekennen, dat het in
alle opzichten een grauwe dag is. Buiten een grauwe mistlucht en
binnen ik ben nog thuis voor de zoveelste maal een snip
verkouden schooljuffer. Ter vertroosting begint mijn hospita te zeg
gen: ,,'t Is niet om wat te zeggen, maar dat is nou toch-er-is uwes
eigen schuld, wantIk probeer gauw te ontsnappen, want het is
nooit leuk te horen, dat je het jezelf hebt aangedaan, als je met een
neus als een rode lantaarn over de wereld loopt. En de bijkeuken
staat mijn fiets met lege band. Proberen nog op te pompen. Ffttt
suist het weer uit de band, wat „lopen" betekent. Mijn hospita haar
kans schoon ziende, vertelt me de rest van haar betoog.
Vlak bij school wandelend (op ma
ximum-snelheid) haal ik Krijn in. Er
is al wat in het lopen van Krijn, dat
me waarschuwt, dat ook daar iets niet
in orde is. Krijn loopt in een dwarse
trans. Dat kun je alleen maar aan-,
voelen. Met schorre stem poog ik toch
monter te zeggen: „Hallo Krijn", wat
de jongeling onmiddellijk aan mijn
zijde brengt. Ik zie het nu duidelijk:
ook bij Krijn schijnt de zon niet.
CONVERSATIE.
Mijn recept in zulke gevallen is:
net doen of je er geen erg in hebt,
daarom steek ik van wal met de
conversatie. Krijn negeert het aan
gesneden onderwerp en zegt kortaf:
„Onze Janna het een vrie-er."
Mijn gedachten zijn nog vastge
haakt aan het Sinterklaas-gebeuren,
waardoor ik hartelijk vraag: „Smaakt
die lekker?", menend, dat het om een
taai-taaipop ging. Krijns reactie doet
me voelen, dat ik een behoorlijke blun
der heb gemaakt. Het is heel even stil
en dan hoor ik: ,,'t Is een aeklik vent-
jie." Opeens ben ik midden in de
grauwe werkelijkheid van het leven.
„Onze Janna", dat wil voor Krijn zeg
gen, zijn oudste zus, een alleraardigst
meisje, dat zich veel met de jongste
telg in het gezin bemoeide.
„DREIGEMENT".
Dat w eet ik, daar Krijn die na de
zomervakantie enkele weken huis
arrest had, omdat hij onder een brom
fiets had gelegen, op school helemaal
bij bleef, dank zij de hulp van de grote
zus, die me, toen het resultaat zo gun
stig was, gedreigd heeft zelf een
schooltje te beginnen, mant er was
geen kunst aan.
En nu heeft die zus een vrie-er. Ons
Krijntje kwam op het tweede plan.
Dus is die klant naast me „stik ja
loers", om met m'n hospita te spre
ken. Krijns volgende opmerking be
vestigt mijn opvatting. „Onze Janna
het op zien knie gezeteMijn in
tuïtie waarschuwt me nu zeer voor
zichtig te zijn. Als er een vrie-er bij
komt, wil dat strikt genomen, ook
„gezinsvermeerdering" zeggen.
NIET ZO GUL MET VRAGEN.
In de gewone gevallen van gezins
vermeerdering ben ik altijd gul met
vragen. Of het een lief zusje (broer
tje) is. Of de grote zus (of broer)
naast me het kleintje al heeft vast-
Ingezonden Mededeling (adv.)
HANDELSVE
A.
De allerminste kwaliteit Noorse Medi-
cinale Levertraan, geijkt door het Rijks
instituut voor de volksgezondheid te
Utrecht, met gegarandeerd vitamine A
en D3 gehalte.
TEN DOESSCHATE ZWOLLE
*an Tante iruus
Zeeuwsch Weekeiu
Goes
Onder
Mijn beste nichtjes en neven,
Nu ga ik jullie toch eens wat van
mezelf vertellen, waar je verbaasd
van zult opkijken. Ik heb eens in mijn
leven een huiskamerameublement ge
maakt. Misschien denken jullie nu,
dat als je eens bij mij op visite zou
komen, dat je dan op een eigen
gemaakte stoel zou zitten. Maar dan
was je toch helemaal mis. De meu
belen waren bestemd voor de poppen-
kamer van een aardig nichtje van
mij. Ik was toen zelf al „groot". Het
nichtje kwam haar nood klagen. Ze
had een poppenhuis gekregen, maar
verder ook niets. En wat begin je nu
met een leeg huis, als je vier kleine
poppenkinderen hebt? Niets natuur
lijk. Je kunt die arme stakkers toch
zo maar niet op de kale grond zetten.
Dat kleine ding keek me zo sme
kend aan en ze had zelf zo verschrik
kelijk met haar poppenkroost te doen,
dat er voor mij niets anders opzat,
dan wat goeds te beloven. Nu schreef
ik wel, dat ik al groot was, maar
toch nog niet zo „groot", dat ik ka
pitalen verdiende. Daarom kon ik
niet zo maar eens naar een speelgoed
winkel stappen en een pracht aumeu-
blement bestellen. Ik nam een kloek
besluit en beloofde er zelf een te
maken. De kleine nicht in de wolken,
want die dacht nu komt alles in orde:
Ik zelf werd even later koud en heet
van angst en zorg over mijn haastig
besluit. Maar ja.... een man een
man, een woord een woord. Nu waren
er in mijn ouderlijk huis wel spijkers
en een fikse hamer voorradig, maar
dat was ook al. Doch ik dacht, het
begin is er. Van mijn zakgeld kocht
ik een kleine zaag en verder ging ik
bij vriend en buur aan de bedel voor
lege sigarenkistjes en klossen. Toen
was ik klaar.... ja om te beginnen.
Ik begon met een bank te maken. Dat
ging vrij vlot, want ik zaagde een
keurig plankje en spijkerde dat op
twee lege garenklossen van gelijke
grootte. Nu konden die stakkers van
poppen niet eens lekker lui zitten,
denk je. Maar dat viel mee, want ik
zette de bank netjes tegen de muur
van de poppenkamer en klaar was
kees. O ja, ik had in een lappendoos
gekeken en daarin een prachtig stuk
je fluweel ontdekt. Dat stukje opmaat
van de bank knippen en er boven op
lijmen, was het werk van een ogen
blik. De vier kleine babypopjes zaten
als prinsessen. In ieder geval, mijn
kleine nicht was zo in de wolken, dat
ik er een omhelzing voor kreeg, die
me bijna deed stikken. Het was toch
goed bedoeld. De kleine rakker ech
ter was wel heel dankbaar, maar.
lang niet voldaan, want er stonden
nog stoelen en een tafel op haar ver
langlijstje. Die tafel lukte' me ook
wondelwel, want daar kwam geen
leuning aan te pas. Vier klossen, daar
op een mooi vierkantje, gezaagd uit
een sigarenplankje, dat bracht de
tafel te voorschijn. Als het me met
één spijker niet stevig genoeg leek,
dan hamerde ik er nog eentje bij.
Voor spijkers geen krimp hoor. Nu
kon ik wel dadelijk weer een tafel
kleed uit de al eerder genoemde
lappendoos te voorschijn toveren,
maar dat zinde me niet Je zou toch
altijd die vier klossenpoten zien.
Daarom ben ik toen gauw naar een
jongen geglipt, van wie ik wist, dat
hij een kleurdoos had, waarmee je
schilderwerk kon verrichten. O ja, ik
mocht die tafel best even schilderen.
Nog beter, de jongen bood aan het
werkje voor me te doen, wat ik graag
aannam, denkend, dat het nu haast
echt vakwerk zou worden. En ik kon
mijn tijd wel beter gebruiken voor
het maken van de stoelen. Maar daar
voor heb ik zweetdruppels gelaten,
omdat ik het met die leuningen eerst
maar niet goel in orde kon krijgen.
Toch is het me gelukt, al moet Ik er
bij vertellen, dat ik met die leuningen
ook gelijk poten had voor de stoelen,
doch dat die alleen me lang niet vei
lig genoeg leken te zijn, daarom kwam
er ook onder de stoelen nog een klos.
Zekerheid voor alles, want stel je
voor, dat een poppenkind door de
stoel zakte en een hersenschudding
had gekregen. Dan had ik de dokters
rekening nog moeten betalen. Ook
over de stoelen kwam een fluwelen
zitting. Toen konden de poppenkinde
ren ook nog visite ontvangen. Het
nichtje was zo blij en zo tevreden
met haar nieuwe meubelen, dat ik
daarom maar geen rekening hab ge
stuurd voor het ameublement met
fluweel bekleed. Toch tevreden
nee dat was ze niet helemaal, want
ze bedelde nog om een kastje. Zo'n
klein bij de handje hé. Doch aan dat
verzoek heb ik nooit voldaan, door....
gebrek aan handigheid. En als je te
voren weet, dat je het toch niet kan,
dan kun je er beter niet aan begin
nen hoor, want anders wordt je nog
danig uitgelachen.
Weet je waarom ik dit nu juist
ging vertellen? Wel een nichtje
schreef me, dat zij voor haar kleine
zus, ook een poppenkamer had inge
richt en dat het jonge zusje daarmee
20 heel blij was. Ik dacht, dat is nu
toch aardig. Je zou denken, dat
tegenwoordig er niet meer aan zulke
dingen gedacht wordt, want het lijkt
wel, of het enkel maar mogelijk is
om autopeds, fietsen en rolschaatsen
cadeau te geven. Nu is het toch fijn
dat je een kleine meid nog echt blij
kunt maken door te zorgen, dat haar
poppenkinderen een behoorlijk inge
richt huis krijgen. Misschien zegt een
of ander van - ijn nichten of neven,
dat had u best voor sinterklaas kun
nen schrijven. Waarom? Het is altijd
goed, dus ook na 5 december, als je
een jong zusje, nichtje of aardig buur
tje blij kunt maken, zonder dat het
enig geld kost. En bovendienals
je tegenwoordig uit school komt is er
werkelijk niet veel aardigheid aan om
buiten te blijven spelen. De lucht is
grauw en vochtig, zodat je eigenlijk
als vanzelf hard naar huis loopt. Als
je echter de hele dag netjes en stil
in school hebt moeten zitten, dan heb
je vast geen zin om thuis ook weer
eens direct een boek te pakken en
doodstil op een stoel te plakken.
Welnu, ga ook eens denken, welk
zusje, nichtje of klein buurtje je met
je meubelmakerskurist kunt helpen.
Een hamer en spijkers zijn in elk
huis wel te vinden en die zaag, die
is er nu misschien ook wel. En in
moeders lappendoos is er vast wel de
prachtigste bekleding te vinden.
Hoor ik eens van jullie, wie op
eens meubelmaker of maakster ge
worden is. Maar als ik nu niet gauw
stop, loopt het mis met ons Week
end, want ik eet alle papier alleen
op. Dag allemaal.
Jullie tante Truus.
Ingezonden Mededeling (Adv.)
en nimmer
ruw of schraal
gehouden, of het kleintje gebuild heeft
en wat de naam is en tenslotte of de
nieuw aangekomene al naar hem of
haar gekeken heeft. Vragen genoeg en
de antwoorden komen vlot en vrolijk.
De ervaring heeft me geleerd, dat
al die vragen de moeders worden
overgebriefd en prompt komt dan al
tijd de uitnodiging, of ik er es kom
kijken, wat ik dan ook doe. Waaruit
wel blijkt, dat de vragen, als blijk
van belangstelling, worden gewaar
deerd.
ALLEEN MAAR „o".
Maar ik ben er voor honderd pro
cent zeker van, als ik nu een regen
van vragen over dit soort gezinsver
meerdering laat neerkomen op Krijns
balsturige bol, dat het niet goed af
loopt. Dus volsta ik met een lang
gerekt: „O!" Daarmee ben ik altijd uit
de brand, want „O" past op alle om
standigheden. De modulatie is alleen
zeer verschillend. Denk maar aan het
Franse spreekwoord, dat het de toon
is, die de muziek maakt. In mijn „O"
klinkt nu dus treurmuziek door.
Inmiddels zijn we bij de school
deur aangekomen en ik denk, dat ik
meehielp om Krijns last van de nieuw-
Uit mijn klas
bakken zwager te dragen, als ik hem
uitnodig de borden voor me schoon
te maken, wat altijd als een erebaantje
geldt. Het helpt Krijn er ook zicht
baar bovenop en hij draaft al volijverig
voor me uit. Zal de grauwe dag dan
toch nog zomerse .glanzen doen zien
HIAAT
Mieke haalt me net bij de deur in
en zij vertelt me, poogt me te vertel
len, dat ze gister zo gevallen is en
dat er een tand verdwenen is. En er
was al een hiaat in de voorste gele
deren. Dat geeft een raar gezicht.
Mieke laat me goed zien hoe de zaken
staan, want haar tongetje kwispelt
door de openingen. Zij is ervan onder
de indruk. Ik kan haar niet uit de put
halen, maar waarschuw haar, dat ze
door al die openingen haar tongetje
wel eens kan verliezen. Dat wordt
haar te erg en ze schatert het uit en
zegt slissend en sissend: „M'n tong zit
lekker vast van achtere."
AFGESCHREVEN?
Ziezo, die is er bovenop, denk ik
opgelucht en maak een begin aan
mijn dagtaak. De vrie-er van de
grote zus acht ik nu ook geheel af
geschreven, als ik zie met wat elan
Krijn de borden schoonmaakt. Dat is
ook zo tot in de namiddag.
We moeten tekenen het laatste half
uur. Nu is Krijn een tekenaar, die er
wezen mag, en hij heeft de verplichte
opgaaf altijd binnen de bestemde tijd
gereed. Dan komt het hoogtepunt van
de les voor hem. Hij mag op een klad
blaadje zich uitleven in eigen reacties.
Als ik de tekenschriftjes ophaal, be
wonder ik dan meestal het nieuwe
schilderstuk, dat dan mee naar huis
mag. Krijn heeft zich geweerd in de
vrije kunstuiting zie ik wel.
ALS EEN BOOM
Er staat een kerel als een boom op
het kladblaadje, maar die zielepoot
heeft een neus als een Gelderse worst
gekregen en haren als een straatbezem.
„Da's onze Janna d'r vrie-er", zegt
Krijn wraaklustig. En daarna heel gul:
„Die mag uwes hebbe."
Krijn bedoelt het blaadje natuurlijk.
Doch ook dat lijkt me te riskant. Ik
aanvaard wel het blaadje, maar met
het voornemen, de beeltenis straks in
de kachel te doen sneven, want stel
eens voor, dat bekend werd, dat de
juffrouw met het geschilderde portret
van Janna d'r vrie-er in haar tasje
liep, wat zou daar anders van komen
dan zwarte narigheid.
Maar Krijn gaat na het eindigen on
bezorgd en zonnig als weleer de klas
uit, naar buiten.
Tube 95 c».
Het Is de Homamelis die Het 'm doet
Kunsifoiografen
exposeren in Leiden
|n het Rijksprentenkabinet te Leiden
wordt een expositie gehouden van
werk van achttien Nederlandse kunst
fotografen. Zijszal tot 31 december ge
opend zijn. Het prentenkabinet heeft
enige jaren geleden een afdeling voor
fotografische beeldende kunst gesticht.
Thans is reeds een grote collectie foto
grafisch materiaal uit de laatste eeuw
bijeengebracht. Bovendien zijn in de
afgelopen jaren enkele exposities ge
houden van het werk van bekende Ne
derlandse fotografen, zoals Nico Jesse
en Wim van Os. Nu wordt een keur
van de werken van leden van de Ne
derlandse fotografenkunstkring uit de
laatste twee jaar tentoongesteld.
De expositie is voornamelijk inge
richt voor onderwijsdoeleinden, maar
heeft ook een algemene instructieve
aard.
De onderwerpen van de foto's lopen
zeer uiteen. Er is niet gestreefd naar
een bepaalde lijn in de tentoonstelling
of naar het leggen van nadruk op spe
ciale stijlen.