Europeanen leven niet langer rustig in Egypt nieuwe ouderdomswet Achtenveertigste „Ornithophilia groter dan ooit tevoren Uit het land van Nasser (X) Bestelling op een „goede serie artikelen" Zorgen over verzwakking van reformatorisch besef Chr, Geref. ouderlingen confereerden Stijgende uitvoer van kippen en eieren Uitkeringen wegens oorlogsschade MEER LICHT OVER DE In vragen en antwoorden Frans vliegtuig moest op Cyprus landen Elegant japonnetje Zaterdag 27 oktober 1956 ZEEUWSCH DAGBI AD pagina 5 ii NICOSIA, oktober. (Van onze reiscorrespondent Link van Bruggen). Ik ben blij uit Egypte te zijn. Toen ik, op weg naar Cyprus, hoog in de lucht, de zeegrens van het rijk der Nijl passeerde, had ik het ge voel een bezet land te verlaten. De druk, aan welke ik zes weken lang had bloot gestaan, de ergernis, die ik had ondervonden en de waak zaamheid die ik voortdurend in acht had moeten nemen, vielen als een last van me af. Voor het eerst kon ik weer zeggen wat ik wilde, voor het eerst ook kon ik weer precies schrijven waar het op stond. Ik hoefde geen geheime agenten meer van me af te schudden, niet langer de censuur met alle mogelijke middelen te ontduiken en niet voortdurend op m'n qui vive te zijn voor mensen, die tot taak hebben de buitenland5;0 iournalist een rad voor de ogen te draaien. Behalve voor bedelaars en al die an dere duizenden lieden, die aan de zelf kant van de Egyptische samenleving wonen, is de westerling in het militaire rijk van Nasser bijna een ongewenste vreemdeling geworden. De door de staat verordineerde pers, de films en de aanplakbiljetten hebben hem de personificatie van het imperialisme ge maakt. Hü is de man, die op de nek van zijn medemensen wenst te staan, die onderdrukkingsmethoden toepast om zichzelf te verrijken. Zijn gouden koloniale tijdperk zal hij nooit kunnen vergeten en hij zal altijd weer probe ren zijn vroegere positie te herwinnen. Toen de Suezkanaalcrisis een goede maand geleden haar hoogtepunt had bereikt, kon men aan het gedrag van de massa op straat, goed merken, dat het door de regering ingegoten gif aan het werken was. De blanke werd met vijandige blikken opgenomen, herhaal delijk het voorwerp van spot gemaakt en nagestaard, alsof hij een beziens waardigheid was. Jonge knapen bot sten in drukke straten opzettelijk te gen hem op en bij het oversteken van een straat, wat op zichzelf al een le vensgevaarlijk karwei in Egypte is, moest hij dubbel op zijn hoede zijn, omdat er taxichauffeurs waren, die niet aarzelden op hem in te rijden. In het gekrioel van een overvolle bus heb ik het meegemaakt, dat een jongen van een jaar of veertien net zo lang met een kan water manoeu vreerde, tot hij haar boven het hoofd van een Europese kon uitgieten. De dame protesteerde heftig, maar haar stem ging verloren in het brullend gelach van haar medepassagiers, die niet tot bedaren te brengen waren Een paar weken geleden was het vrij wel onmogelijk om in de straten der -steden te fotograferen, zonder risico's te lopen. Ik heb zelf de allerminst ple zierige ervaring gehad, dat, toen ik op het Bevrijdingsplein van Cairo mijn ca mera voor een plaatje van het rege ringsgebouw wilde instellen, er zeker twintie mensen voor m'n lens gingen staan „Ga opzij, alsjeblieft!" zei ik geër gerd, maar niemand verroerde een vin. Toen ik ten einde raad een andere plek opzocht, volgde het hinderlijke groepje me op de voet en zwijgend herhaalde zich hetzelfde spelletje. Een politie man kwam tenslotte op me af ken nelijk gewaarschuwd door een der „patriotten" en na een langdurige uitleg mijnerzijds kreeg ik verlof de onschuldige foto te nemen. De mensen, die nu vele rijen dik om me heen stonden, kregen bevel zich te verspreiden. Maar toen ik had afge drukt, ging er een luid gejoel uit hun midden op, terwijl mij, bij het weg gaan, alle mogelijke Arabische scheld woorden werden nageslingerd. Het is overigens opmerkelijk hoeveel waarde Egypte aan propaganda in het Westen hecht, ondanks zijn dagelijkse tirades tegen de blanke wereld. In het land van Nasser heeft men blijkbaar bijzonder lange tenen en er zijn maar weinig Egyptenaren, die kunnen ver dragen, dat ze in het buitenland voor hun daden worden gekritiseerd. Men kan dit als een uiting van overdreven patriottisme zien, gepaard gaande met een minderwaardigheidscomplex, dat het kenmerk van bijna alle jonge na ties is. De Egyptenaar is beledigd, als men iets ten nadele van zijn land zegt, het kan niet schelen op welke afstand dit gebeurt. De eerste dag, dat ik in Egypte was, werd ik al in de gelegenheid yesteld iets van dit nationaal zelfrespect te proeven. Toen ik bezig was mijn eer ste kontacten te leggen en bij een offi cier kwam, die mij waarschijnlijk zou kunnen helpen, deed deze mij het voorstel „een goede serie artikelen" tegen „een hoog honorarium" over Egypte te schrijven. „Ik wordt al voor mijn artikelen be taald", zei ik zo vriendelijk mogelijk. „Bovendien: waarom wilt u gunstige artikelen over uw land hebben? Zijn de toestanden hier dusdanig, dat men er geen een kan schrijven?" De man lachte zoals een olievlek op het water rimpelt. „U begrijpt me verkeerd", verklaar de hij. „Ik vraag niet of u goede ar tikelen wilt schrijven, ik bestel ze bij uEn ik betaal u er voor, gewoon alsof ik iets gekocht heb „Het spijt me werkelijk, meneer," antwoordde ik, „maar ik ben niet in de gelegenheid u iets te verkopen. Ik ge loof, eerlijk gezegd, dat u op het ver keerde adres bent. Waarom schrijft u niet naar mijn directie met het verzoek een paar pagina's artikelen in adver tentievorm op te nemen? Het grote voordeel hiervan is, dat u ze zelf schrij ven kunt. D kunt er ook alle gewenste foto's hij doen op voorwaarde, dat ze een fatsoenlijke strekking hebben De verleider hield nog even aan, maar toen ik hem iets over de ethiek van de vrije pers verteld had en hem er ook op gewezen had, dat het westen omkoperij anders benadert dan het oosten, zag hij wel in, dat het onver standig was op dit stramien voort te borduren. Hij brak het gesprek ten minste af, of beter: hij begon over meer onschuldige dingen te praten. De volgende morgen vervoegde ik me bij het ministerie van Voorlichting Oplichting, zeggen de buitenlandse journalisten in Cairo dat, op dat van Buitenlandse Zaken na, het grootste departement van de regering van Nas ser is. Ik werd naar verschillende af delingen gevoerd, gaf mijn wensen te kennen, vertelde hoe lang ik ongeveer in Egypte blijven wilde en verzocht om de nodige papieren en de gebruikelijke medewerking. „Wij nodigen u uit de gast van de re gering te zijn", zei toen plotseling de fonctionaris, die me had rondgeleid, nadat hü ruggespraak met zijn chef had gehouden. „Als u even uw aan vraagformulier wilt ondertekenen, is alles meteen in orde „Aanvraagformulier? Welk aanvraag formulier?" vroeg ik verbaasd. „Dit" .antwoordde de man, een pa pier uit mijn dossier lichtend. Het bleek, dat alle vragen al waren inge vuld en dat ik alleen nog maar be hoefde te ondertekenen „Nu moet u eens even goed luiste ren, meneer", glimlachte ik zoetelijk. „In een land, dat bekend staat om zijn gastvrijheid moet men toch weten, dat er een groot verschil bestaat, tussen gastvrijheid, die aangeboden wordt en gastvrijheid, waar men om vraagt?" Pleidooi voor de I.C.C.C. Een krakende mast, een zeil vol gaten, maar het schip vaart nog best. „Het is een formaliteit", zei de man, niet van zijn stuk te bren gen. „Zuiver een formaliteit.. „Ik houd niet van dit soort for maliteiten", verklaarde ik, nog steeds trachtend beleefd te blij ven. „Ze hebben in feite precies hetzelfde effect als het aanbod van gisteren „Het is uw eigen wens", klonk het ten slotte koel. „Wij willen u natuurlijk niets opdringen Van dat moment af heb ik geen medewerking van het ministerie van Voorlichting ondervonden, be halve als men alsnog meende mij voor het propagandawagentje van Nasser te kunnen spannen. Van dat moment af ook werd ik door een geheime agent gevolgd, die een ontstellend grote amateur bleek te zijn, maar daarover in een migend artikel. De nijlschippers zijn volleerde zei lers. Soms houden ze de schoot tussen de tanden, wanneer ze met grote snelheid over het water scheren. (Van één onzer verslaggeefsters.) UTRECHT, 25 okt. „Wij mo gen ons niet laten beïnvloeden door de geest van defaitisme, die door de kerken rondwaart. Juist nu hebben wij een grote taak. Wanneer wij ons ambtelijk werk goed willen vervullen, moeten wij ons bezinnen op de moeilijkheden die vandaag op onze weg worden gelegd." Dit verklaarde de heer K. Geleinse uit Den Haag, toen hij de jaarlijkse Ouderlingenconferen tie der Chr. Geref. Kerken opende. In de morgenuren werd door ds. J. C. Maris het werk van dè „I.C.C.C." de Internationale Raad van Chr. Ker ken, onder de loep genomen. Volgens ds. Maris weerspiegelen de verschil lende internationale kerkelijke orga nisaties de betreurenswaardige situa tie, die in de verschillende landen heerst. Men poneert in deze organi saties eenvoudig de eenheid in Chris tus van alle kerken en richtingen, ook at staan ze diametraal tegenover el kaar. Alles wordt ondergeschikt ge maakt aan het streven naar eenheid (Van één onzer verslaggeefsters.) UTRECHT, 25 okt. Hal C en de Margriethal van de Jaarbeurs biedjn van 25 tot en met vandaag onderdak aan een grote schare la waaierige hennen en hanen, koe rende duiven, kwakende eenden en zwijgzame konijnen. Al deze dieren dragen er het hunne toe bij om van de 48ste pluimveetentoon stelling „Ornithophilia" weer een succes te maken. Een „Ornithophi lia", die zich steeds uitbreidt en een getrouwe afspiegeling is van de toenemende welvaart in het Ne derlandse pluimveebedrijf. In Hal C hebben kippen-, duiven- en konijnenliefhebbers 2600 van hun mooiste exemplaren tentoongesteld. De Margriethal is het domein van bedrijf en industrie: hier hebben de inzendingen van fok- en vermeerde- ringsbedrijven, chemische- en meng voederindustrieën van exporteurs een plaatsje gekregen. Er staan ruim 90 stands, die samen onderdak bieden aan ongeveer 1000 dieren, d.w.z. 30 stands en 300 dieren meer dan ver leden jaar. Op „Ornithophilia" worden alleen eigen rassen tentoongesteld. Er zijn ook enkele vertegenwoordigers van het nieuwe kippenras, dat vooral om het vle'ïs gefokt wordt (de „white cornix"), aanwezig. Reeds voor de officiële opening van „Ornithophilia" door de burgemees ter van Utrecht, liepen de keurmees ters tussen de honderden hokken door. Zij betastten en bekeken de duiven, konijnen en kippen met een kenners blik enzij waren bijzonder tevre den over de inzendingen. Naar de mening van deze vakman is de kwït-' liteit van verschillende kippenrassen (o.a. van de witte leghorns en de Reds) nog beter dan op de vorige tentoonstellingen. BELANGRIJKE EXPORT. De export van de Nederlandse pro- dukten der pluimveebedrijven groeit in een verheugend tempo. In de eer ste negen maanden van 1956 werden er 14,5 miljoen eieren méér uitge voerd dan over hetzelfde tijdvak in 1955, n.L 1435,2 miljoen. In de eer ste drie kwartalen van 1955 werd 21,8 miljoen kg. slachtpluimvee naar het buitenland gezonden, in de maanden januari tot en met september van 1956 al 1,4 miljoen kg. meer. De to tale waarde van de eieren- en pluim- veeuitvoer bedroeg dit jaar tot en met september ruim 23 miljoen gulden meer dan in 1955, n.l. 271,5 miljoen gulden. Voor 1956 wordt de totale Neder landse eierenproduktie op 4100 mil joen stuks geraamd, terwijl men rekent op 43.000 ton slachtgevogelte. De binnenlandse consumptie van eie ren is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen: in 1953 at iedere Neder lander gemiddeld 136 eieren per jaar, in 1955 al 175 en voor 1956 wordt een nog hoger gemiddelde verwacht. De consumptie van slachtgevogelte laat helaas nog wel iets te wensen over; van de hele Nederlandse pro- duktie wordt maar een vijfde deel in het binnenland verorberd. De waarde van de uitgevoerde pluimveehouderij-produkten bedroeg in 1955 zo'n 14,2 van de agrarische export en zelfs 23,7 van de export in de veehouderijsector. 's-GRAVENHAGE, 26 okt. In de buitengewone vergadering van deel nemers der Onderlinge Oorlogsschade verzekering mij. deed het bestuur me dedeling van de percentages, die op grond van de opgemaakte slotafreke- ning voor de verschillende kassen van de maatschappij, zoals deze in de oor logsjaren waren samengesteld, konden worden vastgesteld. Hierbij bleek, dat over de verzekeringsperioden, afge sloten vóór of op 30 september 1944, 100 procent van de vastgestelde scha den, nadat deze verminderd zijn met de bevrijdende rijksbijdragen, kon worden uitgekeerd. Uit de daarna af gesloten kassen, die in het algemeen perioden omvatten, waarin buitenge woon veel schade viel, konden per centages, variërend van 21 tot 100, worden uitgekeerd. Verschillende malen heb ik ge lezen, dat het nieuwe ouder domspensioen een „waarde vast" pensioen is. Wat betekent dit eigenlijk?, zo luidt de eerste vraag van deze nieuwe „aflevering". Dit betekent, dat het pensioen bedrag in guldens op en neer zal gaan met het indexcijfer der lonen. Dit is dus niet waardevast in de ab solute zin van het woord. Opmerke lijk is verder, dat iedereen er op rekent, dat de lonen steeds maar zul len stijgen en dus het pensioen van de Ouderdomswet ook. Dit zou be tekenen, dat er aan de waardedaling van het geld en dus aan de vermin dering der koopkracht maar geen einde zal komen. Dit is niet te hopen. In een pas verschenen Koninklijk besluit is nader aangegeven hoe het begrip „indexcijfer der lonen" zal worden gehanteerd. Gedacht is hier aan de regelings lonen in de sectoren van nijverheid, transport en landbouw, waarvan het gewogen gemiddelde in een index cijfer wordt uitgedrukt door het centraal bureau voor de statistiek. Gewogen gemiddelde wil hier zeggen, dat met allerlei bijfactoren rekening kan worden gehouden. Zou er een tijd komen, dat het indexcijfer der lonen êen daling ver toont, dan zal ook het waardevaste pensioen der nieuwe wet vanzelf sprekend naar beneden gaan. Gehandhaafd? In verband met een vorige maal ge geven antwoord betreffende de toe slagen, die sedert 1941 worden gege ven aan ouderdomsrentetrekkers, die niet van de noodwet hebben getrok ken, wordt thans gevraagd, of deze toeslagen ook na 1 januari 1957 blij ven gehandhaafd. Op deze vraag moet ontkennend worden geantwoord. Deze toeslagen vervallen, zodra de nieuwe wet in werking treedt. Let wel: dit betreft de toeslagen ingevolge de wet aan vulling renten krachtens de Invali diteitswet voor de boven 65-jarigen. Gemoedsbezwaren Moeten gemoedsbezwaarden ook premie betalen voor de nier we wet Iemand, die gemoedsbezwaren heeft tegen deze verzekering, kan vrijstel ling aanvragen voor het betalen van premie. Inplaats van premie te be talen betaalt men dan een bedrag, gelijk aan zijn premie, extra aan de belasting, zodat men er dus finan cieel geen vóór- of nadeel van heeft. Bij vrijstelling van premiebetaling blijft men wel verzekerd (men be taalt immers hetzelfde bedrag) en men kan dus na het bereiken van de 65-jarige leeftijd in aanmerking ko men voor het ouderdomspensioen. Hoe moet het gaan na 1 januari 1957 met mijn premiebetalingIk werk n.l. bij een gemoedsbezwaarcle werkgever, die gezegd heeft geen premie voor de nieuwe wet te zullen inhouden en dus ook niet af te dragen aan de belas ting. Ik heb zelf geen gemoedsbezwa ren tegen verzekeringen. Ook deze werkgever kan vrijstel ling hiervoor krijgen. Dit betekent evenwel, dat arbeiders in dienst van deze werkgever zelf voor de premie betaling moeten zorgen. Hiervoor zullen ze dan een aparte belasting aanslag krijgen. Deze arbeiders zul len er goed aan doen de door hen verschuldigde premie wekelijks te reserveren, daar ze anders vrij hoge belastingaanslagen ineens te betalen krijgen. Wordt op spoorwegpensioenen ook een korting toegepast na 1 jan. 1957? Inderdaad. Op welke wijze, is reeds in een vorig artikel aangegeven. Rondkomen? In januari 1957 hoop ik 65 jaar te worden. Ik ben dan voornemens met werken op te houden, want ik ben niet zo sterk meer. Ben de laatste tijd ook wel eens een keer uitgevallen. Nu wou ik u vragen: zou ik kunnen rondko men, als ik ermee ophoud? Wij heb ben geen kinderen meer thuis. Het huisje, waarin we wonen, is ons eigen dom. Wat zouden we per week trek ken? Ik heb bijna alle zegels van het landbouwpensioenfonds en voor mijn rentékaart heb ik goed gezorgd. Ik ben in 't verplichte ziekenfonds. Kan ik daarin blijven? Ja, hoe zal dit toekomstbeeld voor dit echtpaar eruit zien? Zullen deze mensen straks na een leven van werken behoorlijk kunnen rondkomen? Het ziet er wel naar uit. Laten we de berekening maar eens maken. Regelmatig plakken op de rentekaart is voor dit geval wel op ongeveer f 250.ouderdomsrente per jaar te stellen. Daarbij komt het pensioen uit het landbouwpensioenfonds. Ne men we aan, dat betrokkene niet al te dikwijls is uitgevallen, zoals hij dat noemt, dan mag hier ook wel op ongeveer f300.per jaar worden ge rekend. Dan komt daar het gehuw denpensioen nog bij van de nieuwe ouderdomswet van f 1404.per jaar. Dat wordt dan bij elkaar ongeveer f1950.per jaar vast inkomen. Als wij nu mogen aannemen, dat vraag steller nog een behoorlijk groente tuintje heeft en daar zelf voor zorgt, dan mogen wij toch wel stellen, dat hij na zijn 65ste jaardag op een be hoorlijke wijze kan leven van een vast inkomen. Dit is wel een mooi voorbeeld van de vooruitgang, die de sociale zeker heid heeft gebracht. Vergelijken we daarmee de toestand van b.v. 25 jaar geleden, dan mogen we spreken van een enorme vooruitgang. Een kwart eeuw geleden moest in dit geval worden volstaan met een ouderdoms rente van de rentekaart. Zelfs als we stellen, dat toen de gulden twee en een half maal zoveel waard was als tegenwoordig, dan is het verschil nog zeer groot. Na deze kleine wijdlopigheid schiet er geen ruimte meer over voor het antwoord op de vraag van het ziekenfonds. Hierop hopen we een volgend maal wat dieper op in te gaan. Hier staan grote wijzi- gingen op stapel. en daarom volstaat b.v. de Oecume nische Raad van Kerken ook met een schijnbaar rechtzinnige, maar zeer on voldoende basisformule, die boven dien door de leden naar eigen inzicht mag worden uitgelegd. „Strijden voor het geloof houdt in een strijden tegen alles wat van Gods Woord afwijkt", aldus spreker. De I.C.C.C. is een organisatie, die zich zonder voorbehoud zal wijden aan de taak zonder compromis of afwijking te getuigen van Christus. De raad streeft er o.a. naar de wereldgemeen schap van Bijbelgetrouwe kerken te bevorderen, alle deelnemende leden op te wekken tot daadwerkelijke ver nieuwing van het Bijbels Christen dom over de hele wereld en de chris tenen te waarschuwen voor het ge vaar van het modernisme en de com promissen ermee en tegen het rooms- katholicisme. REFORMATORISCH BESEF. „Wil het kerkelijk leven weer bloei en, dan dient in de eerste plaats het reformatorisch besef weer levend te worden". Deze mening uitte ds. J. H. Velema te Apeldoorn, die 's middags een referaat hield over „Versterking van het reformatorisch besef". Reformatorisch besef is het besef, dat ons in de Reformatie een diepe schriftuurlijke geloofsvisie is gegeven, die nog actueel is. In de gemeenten van nu is helaas een tanen van het kerkelijk besef te constateren, hetgeen o.a. tot uiting komt in de houding t.o.v. evangelisatiearbeid en in het te kort aan predikanten. Het reformatorisch besef is niet al gemeen meer. In brede massa's van het kerkvolk leeft het veel te weinig. Er heerst een ontstellend gebrek aan kennis en veel volk leeft het veel t# weinig. Er heerst een ontsellend ge brek aan kennis en veel te weinig lust tot onderzoek. Als oorzaken van de verzwakking van het reformato risch besef noemde ds. Velema o.a. de geest van deze tijd, de doorbraak- theologie en -politiek („die ook slacht offers maakt in onze kerk") en het feit, dat het chr. verenigingsleven tegenwoordig uiteenvalt in allerlei „christelijke liefhebberijtjes". Het reformatorisch besef zal niet kunnen worden versterkt door een nieuwe koers of principiële wijzigin gen, maar alleen door het bewaren van de continuïteit met het verleden, door geloof en gebed. Vooral de ambts dragers zullen moeten onderzoeken, zij moeten op de hoogte blijven met de gang van zaken in het kerkelijk leven. In verband hiermee pleitte de predikant voor het organiseren van ouderlingencursussen. NICOSIA, 26 okt. (Reuter). Straaljagers van de Britse luchtmacht hebben een Frans passagiersvliegtuig, dat van Athene op weg was naar Ka- ratsji, gedwongen op een basis van de R.A.F. te Nicosia te landen. De piloot van het Franse vliegtuig, dat boven verboden gebied vloog, had geweigerd aan een verzoek tot" landing gehoor te geven en wilde niet verklaren waarom hij boven verboden gebied vloog. Op 12 oktober heeft het Britse bestuur van Cyprus vluchten boven het eilan# verboden. Een uitzondering werd g« maakt voor enkele luchteorridors. Een fijn en elegant japonnetje is patroon no. 228, in de maten 42, 44 en 46, waarvoor men aan stof nodig heeft ongeveer 3 m k 1.30 m breed. Vlot is de lijn in dit modelletje met de aangeknipte kraag en de ruime mouwen met de brede man chetten. Een leuke ceintuur en knopen verhogen het effect. Achter heeft de rok drie banen. Wijze van bestellen Plak aan de adreszijde van een brief kaart, naast en buiten het verschuldig de bedrag 0,95) aan geldige postze gels en adresseer deze aan de Redactie van het Zeeuwsch Dagblad, Lange Vorststraat 90 te Goes. Aan de andere zijde vermeldt u uw naam, adres, maat en nummer (no. 228) van het gewenste model. Plak nooit voor meer dan 0,95 aan postzegels extra op een briefkaart, want wat meer geplakt wordt is waar deloos. Bestellingen onder rembours worden niet aangenomen en de patro nen worden niet geruild. De redactie heeft geen patronen in voorraad, het persoonlijk komen afhalen aan ons kantoor heeft dus geen zin.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 5