GRAMMOFOONPLAAT €sso Zeeuws rennerskorps een feit I Het verwisselde testament PUZZLE ZEEUWSCH DAGBLAD ZO ONTSTAAT EEN Hier spiegelen zich „vader", moeder" en „zoon" aan elkaar Onherstelbare afgrond Plaat van spiegelend zilver Enorme wafelkraam Acht kilometer Matthaus Passion Fout in choraal- passage Geen concurrentie ESSO EXTRA MOTOR OIL Met Esso bent U beter uit Dertigduizend gulden voor K.A.J. verduisterd PJ.T. bezorgde kaart na 15 jaar Balans van het afgelopen wielerseizoen Matadorcn Nieuwelingen KRUISWOORDRAADSEL Oplossing vorige puzzle Zaterdag 13 oktober 1956 pagina 13 Bezoek aan een Nederlandse platenfabriek ff (Van een bijzondere medewerker) <J roeger was de luisteraar bij een draaiende grammofoon bij wijze [A van spreken niets meer dan een „paard met oogkleppen", maar tegenwoordig neemt men met modern materiaal het hele geluids veld met alle fijne kleurnuances waar. Terwijl men eertijds makke lijk een bas met een trombone kon verwisselen of een klarinet met een viool, komt thans ieder timbreverschil glaszuiver door, daar de substielste trillingen van slechts een paar duizendste millimeter lengte met de allerfijnste franjes worden gecopieerd. We zijn eens bij de N.V. Philips Phonografische industrie te Baarn (waar men ook de Decca-negatieven uit Londen „afdrukt" en in circulatie brengt) een kijkje gaan nemen, teneinde het ontstaan van een grammofoonplaat op de voet te volgen. Hier worden tienduizen den platen per week geproduceerd, waarmede men „spelenderwijs" niet slechts in ons land, doch in vele uithoeken der aarde de markt verovert. Wist U overigens, dat de plastic-langspeelplaat (33Vs toeren), die naast de „ouderwetse" en nog steeds geproduceerde schellakplaat (78 toeren) in de laatste jaren enorm terrein gwonnen heeft, de be langstelling van het grote publiek voor het klassieke repertoire sterk verschoven heeft, waardoor de omzet naar schatting van 5 tot 45 °lo steeg? Het is een moeilijke opgave voor de verbeelding zich het 40.000ste deel van een milimeter voor te stellen, maar nog moeilijker schijnt het ons om in een dergelijk minimaal gleuf je (de groeve van een langspeelplaat) met een scherp beiteltje een oneffen heid weg te steken. De controleur graveur van een grammofoonplaten- fabriek, die de matrijs oftewel het negatief (waarvan evenals bij de fotografie een oneindig aantal af drukken kan worden gemaakt) op onzuiverheden inspecteert, moet daar om een zekere hand hebben, want er ontstaat zeer makkelijk een onherstel bare „afgrond" in een choraal van Bach of de smeltende stem van Vera Lynn. Maar laten we eens de verschil lende fases van het wordingsproces in de juiste volgorde bekijken. Via de n.agnetofoonband, die uit de stu dio te Hilversum komt en na de i dige correctie „produktieband" heet, wordt de opname in een lak- plaat gesneden. Dit geschiedt met een vrij ingewik kelde en volkomen trillingsvrij opge stelde apparatuur. In het opname laboratorium komt ook de „machine met hersenen" in actie, die de kunst verstaat de groeven van een lang speelplaat variabel te maken, waar door een speelduur, die anders niet verder zou reiken dan 20 minuten, op een half uur gebracht kan worden. De installatie doorbreekt namelijk het Êrincipe van de zuiver concentrisch ggende groeven op een plaat en duwt deze thans al naar gelang de uiteenlopende moduaties meer of minder ruimte bieden elastisch van en naar elkaar. De groeven door lopen dus niet meer een ronde baan, doch maken allerlei slingerbewegin gen; gaan eerbiedig voor hevige ge luidsuitbarstingen opzij en komen el ders weer broederlijk bij elkaar Dit technisch raffinement zon na tuurlijk geen bestaansrecht hebben indien de oude megafoon van onge veer 100 gram gewicht (een massa, die zich als een piepende tram zwaar door een bocht wrong) nog gebruikt werd; het geheel is berekend op een plastic weergevertje van luttele grammen, voorzien van een saffier. Maar goed, we hebben de opname een positief dus. Thans wordt de lakplaat met che mische vloeistoffen gegalvaniseerd, zodat zjj een spiegelend zilveren oppervlak krijgt. Deze hardende laag is dunner dan dun en doet de muziek- schatten van de schijf geen enkel ge weld aan. Van dit oorspronkelijk cli ché wordt nu een afdruk gemaakt en men verkrijgt dus een negatief (waar de groeven bovenop liggen), dat met de vakterm „vader" wordt aangeduid. Deze matrijs is voor de produktie bruikbaar en men zou nu met be hulp van plastic aan het persen kun nen gaan om een serie platen te pro duceren. Dit doet men echter niet, want men houdt er rekening mee, dat b.v. een klein stukje ijzer bij het inleidend zuiveren van de plastic korrel, aan de controle zou kunnen ontsnappen en straks bij de pers machines het cliché onherstelbaar zou kunnen beschadigen. Daarom maakt men van de „vader" een dubbelganger; men drukt dus eerst weer een positief hiervan af (de „moeder") en vervolgens weer een negatief (de „zoon"). De hele fa milie tooit zich overigens in prach tig spiegelend gewaad, al wachten Slechts de „zonen" het zware werk. Er is weinig fantasie voor nodig om zich bij de hydraulische persen in een enorme wafelkraam te wanen, waar de bakkers eigenaardig riekend (door zwartingsmiddelen gekleurd) deeg op hete platen zacht maken en met een enkele handgreep omtoveren tot een grote zwarte schijf met een braam. Als een blikvanger wordt na elke afdruk bij het openen van één der persmachines even de spiegelen de negatiefschijf zichtbaar. De enor me installaties, in lange rijen naast elkaar opgesteld, maken een oorver dovend lawaai, zodat men zich in deze afdeling niet meer verstaanbaar kan maken. Naast de plastic wordt hier ook een andere grondstof (in de vorm van vierkante, op maat gesneden plaatjes drop) gebruikt: de met har sen en leisteen vermengde schellak; een afscheidingsprodukt van de schel- lakluis uit de oerwouden van Paki stan. Na het persen van 25 platen wor den er bij elke machine steekproe ven genomen: er gaat een schijf naar één der vele glazen huisjes, waar de „correctors" van deze enor me „drukkerjj" zitten. Hun taak is het om de hele dag onafgebroken plaatjes te draaien deze mensen ontwikkelden een bepaa'd zintuig voor het horen van fouten, maar nemen geen muziek meer waar. We zullen het magazijn, van waar uit naar alle delen der aarde ver zonden wordt en dat een waar platen- oerwoud vormt, maar overslaan; even als de experimenten in de phoneti- sche en chemische laboratoria, want anders-zouden we verdwalen in zeer gecompliceerde akoestische proble men, slijtproeven en wat dies meer zjj. Interessant is het echter wel om nog even terug te gaan tot de reeds genoemde technische perfectie. In 1939 nam men eens voor de „aardig heid" een uitzending van de befaamde „Matthauspassion van Bach op; het geheel werd uitgevoerd door het Am sterdamse Concertgebouworkest on der leiding van Willem Mengelberg. Men gebruikte hiervoor het thans ver ouderde Philips-Miller-band-systeem; m.a.w, geluidsfilmband. Niemand dacht destijds aan een weergave op De correctorshoren geen muziek meer grammofoonplatenstel je voor! Slechts een dwaas zou zich een der gelijke uitvoering, versnipperd over 30 platen, aanschaffen. Deze 8 km lange band heeft men echter enkele jaren geleden te Baarn weer te voorschijn gehaald en onder een loupe bügegraveerd. De betrok ken programmaleider moest het vuile en beschadigde lint centimeter voor centimeter corrigeren; een nauwkeu rig en bijna angstaanjagend staaltje van geduldwerk. Dit „o verdoeken" van een oude meester werd echter een onverdeeld succes en leidde tot de uitgave van 4 fraaie minigroove-platen met een ge zamenlijke speelduur van 3Vz uur. Oorspronkelijk meende men van dez< vrij kostbare set niet meer dan een paar honderd te zullen verkopen, maai de aanvraag overtrof al spoedig all verwachtingenl Bij de tijdrovende „restauratie van dit werk stuitte men op een fou in de choraalpassage: „Wenn ich ein mal soil scheiden", waarbij 't „wenn' tekort werd aangehouden en „wen- nich" ontstond. Geen nood! Op do band werd een langgerekte „n" ver vaardigd en deze werd er gewoon tussen geplakt letterlijk en figuur lijk tegelijk. En zelfs het scherpste gehoor is thans niet in staat om iets van dit operatief ingrijpen te merken Dit plak-procedé redde ook eens de opname van een beroemd pianist, die in een bepaalde passage l/16e noot missloeg. Hij bemerkte zijn fout, doch moest tot zijn spijt dringend op reis beloofde evenwel, spoedig voor hei maken van een nieuwe opname terug te komen. Men wachtte hier echter niet op ei liet door een juffro.uw een paar maa het juiste nootje aanslaan, waarna me schaar en lijm de rest gedaan werd De pianist was uitermate verbaasd tc vernemen, dat de verre reis hem be spaard bleef, daar men het foutje zelf even in orde gemaakt had Tot slot nog dit: in Baarn ziet men de geluidsband-apparaten, die in steeds meer uitvoeringen in de handel ko men, allerminst als concurrenten van de grammofoonplaten. Dit blijkt ook wel uit de enorme opslagcijfers, die met de zwarte schijven behaald wor den. Ten eerste zijn de genoemde toe stellen nogal kostbaar en ten tweede kan men met een eigen platencollectie sneller een keuze bepalen of een pro gramma samenstellen. Men verwacht daarom ook in Baarn niet, dat de platenproduktie ook in een verre toekomst niet zal dalen. Nog steeds duiken er „be diers" op, al weet men in Baarn evenmin als in de uitgevers wereld, welke geheimzinnige wet ten een plotseling massale publie ke belangstelling veroorzaken Ingezonden Mededeling (Adv.) met de nieuwe verdubbelt U de levensduur van Uw motor UTRECHT, 12 okt. De politie te Utrecht heeft de 31-jarige hoofdboek houder H. de K. te Houten gearres teerd, verdacht van verduistering van f30.000. K. was werkzaam bij de Nationale Katholieke Arbeiders Jeugdorganisa tie te Utrecht. Hij heeft inmiddels een volledige bekentenis afgelegd en zal voor de officier van justitie worden geleid. De verduistering werd het vorig jaar tijdens afwezigheid van de penning meester van de K.A.J. gepleegd. Een Oostenrijkse moeder zond in 1904 uit Wenen een prentbrief kaart aan haar toen achtjarig zoontje te Graz. De thans zestig jarige zoon zijn moeder over leed in 1916ontving dezer dagen de kaart. De P.T.T. te Graz kon geen verklaring geven voor de 52 jaar vertraging in de bestelling, noch voor de plotselinge uitvoering. Tijdens het „overspelen" van de mag- netofoonband op de lakplaat wordt de gesneden groef voortdurend door een technicus via een microscoop gecon troleerd. yt V HET wielerseizoen op de dige wijze worden voorgelicht en p weg tot het verleden behoort gesteund, in de beoefening van en speciaal voor de Zeeuwse renners de balans wordt opge maakt mag men zeker niet onte vreden zijn wat hun geleverde prestaties betreft, terwijl nieuwe perspectieven zich hebben ge opend. Het is nog maar enkele jaren ge leden dat een Zeeuws wielrenner op de nationale markt totaal geen waarde had en feitelijk niet mee telde. Natuurlijk waren er over een dertigtal jaren gerekend en kele uitzonderingen op dat punt, want Cesar Boogaert, Leon Strob- be, Charles van de Voorde en The- ofiel Middelkamp allen renners uit Zeeuwsch-Vlaanderen heb ben in „hun tijd" zeker hun man netje gestaan. Het waren echter over een vrij langdurig tijdsbestek maar enkelingen die de Zeeuwse éer hoog hielden; van een Zeeuws rennerskorps was geen sprake. Na de laatste wereldoorlog was er op dit punt enige opleving te bespeuren en vielen de prestaties van Oosthoek, Huizen e.a. in het oog bij de categorie der nieuwelin gen, maar het bleef ontbreken aan coureurs die zoden aan de Zeeuw se wielerdijken zetten. Dit schijnt nu echter wel aanstaande; ook het korps beoefenaars van de wieler sport is sterk gegroeid. De wieler club „Scheldemond" uit Vlissingen en de Ren- en Tourclub „Theo Middelkamp" hebben daar zeker het hunne toe bijgedragen. Vooral deze laatstgenoemde vereniging heeft in de korte tijd van zijn be staan baanbrekend werk voor de wielersport in Zeeland verricht en een goed stel renners om zich heen geformeerd, die op deskun- OUD ENGELS VERHAAL 76) Philip Cunliffe kwam zaterdagavond thuis en zodra hij gehoord had, wat er gebeurd was, snelde hij naar zijn vriend. En hij verzekerde hem, dat hij gaarne zijn tent zou afbreken, en heengaan zonder dat hjj wist waar, maar in vertrouwen op de leiding van God, die hem hier in Herforc. ook had gebracht. Justin deed hem opmerken, dat hij vrouw en kinderen had. Maar hij vertelde, dat zijn vrouw er precies zo over dacht als hij, en zijn kinderen, wel, die zouden als alle kinderen blij zijn met een verandering en dachten nog niet aan rijkdom of armoede. „En waarom zou een christen bang zijn voor armoede?" vroeg hij. Had ook de Meester niet gewerkt en gesproken: „Mijn Vader werkt tot nu toe en ik werk ook?" En moest de dienstknecht dan meer zijn dan zijn Meester, de discipel meer dan zijn Here? Maar Justin maakte hem duidelijk, dat hij zelf onmogelijk te Herford kon blijven na al wat er gebeurd was; wanneer Philip dus zijn ambt neerlegde, zou er een andere predikant komen, meer naar Richards hart. En toen pas be loofde Philip, met tranen in de ogen, dat hij zou blijven in de vriendelijke pastorie. „We zullen toch tenminste honderd pond minder ontvangen", zei hij luch tig, bijna of hij er blij mee was; „wan neer je broer mij die extra honderd blijft geven, dan wil je die wel van mij aannemen, niet Justin? Beloof je me dat?" „Dat kan ik je gemakkelijk belo ven", zei Justin en hij glimlachte om de onbekendheid van zijn vriend met de natuur van de mens en van Ri chard in het bijzonder. Doch dat kon Philip Cunliffe niet helpen; hij had weinig gelegenheid gehad, Richard te leren kennen, en hij had in een een voudigheid van zijn hart, groot ver trouwen in zijn medemensen. In deze dagen gingen Justin en Ri chard dikwijls samen de velden door, schijnbaar als goede vrienden, en dan legde Justin de nieuwe eigenaar alles uit, wat hij in het verleden had gedaan, en alle plannen, die hij had gemaakt voor de toekomst. Richard was anders nog al onverschillig, maar hü luisterde naar die plannen met aandacht, en verwonderde zich, hoe zijn broer zoveel belang in de dingen kon stellen, daar ze hem niet meer aangingen. Voor hem waren de vel den zoveel bunders weide of bouw land. Voor Justin waren ze, ieder op zich zelf, levende delen van zijn le ven, hem dierbaar als de verloren hof van Eden aan Adam. Hij mocht er niet aan denken, dat ze verwaarloosd zouden worden en overgroeid met dis tels en doornen. Het land had hem in zijn macht gehad, meer dan hij het land. „Hoeveel denk je, dat het land waard is?" vroeg Richard op een morgen, toen ze op een hoog punt stonden, vanwaar zij het voor een groot deel konden overzien. „In geld vijf duizend pond", ant woordde Justin; „mij is het meer waard dan enige som, die je zou kun nen noemen." „Maar dan begrijp ik toch niet", riep Richard, „waarom je het afstaat; niet uit liefde tot mij, dat weet ik wel. Kijk eens hier, Justin, ik wil er niet van weten, dat er een verplich ting op het landgoed komt ten be hoeve van jou of van moeder. Maar voor haar zal ik zorgen, en als jij eens een honderd pond of wat nodig hebt, ik bedoel niet eens of tweemaal, maar zo vaak als je wilt, dan kom je maar en dan krijg je het. Dat beloof ik op mijn eer". Hij drukte sterk de hand van zijn broer, om nog meer nadruk aan zijn woorden te geven. En Justin begreep uit die handdruk, dat hij van dit ogenblik af toch invloed had op zijn halfbroer. HOOFDSTUK XXXIII. Verplant. Justin wenste niet in Herford te blijven, nadat hij zijn broer in het bezit had gesteld, 't Was beter maar dadelijk doi r de zure appel heen te bijten en niet uit te stellen wat toch gebeuren moest. Heel bezorgd maak te hij zich over de toekomst niet, zich veilig wetend onder de hoede des He ren. Hij was nog in de volle kracht van zijn leven een paar jaar over de veertig en tengevolge van zijn gezonde levenswijze was hij jong voor zijn jaren. Met enige zelfvoldoening herinnerde hij zich, welk een goede indruk hij dit voorjaar te Londen had gemaakt, En daarom besloot hij, naar Londen te gaan. Daar zou hij zijn brood wel kunnen verdienen. Pansy moest hij vooreerst achterla ten en voor het eerst in haar leven gevoelde zij zich alleen. Het was nog maar een paar weken geleden, dat zij de brief had ontvangen, die haar zo veel hoop had gegeven, maar die hoop werd bij de dag zwakker. Zij had aan Robert Fortescue geschreven, maar er was nog geen antwoord ge komen. Haar vader had met de baron gecorrespondeerd, maar hij had haar daarvan niet verteld. (Wordt vervolgd) hun sport op elk punt. Tevens heeft „Theo Middelkamp" door het organiseren van belangrijke wielerevenementen in onze provincie in combinatie met plaatselijke comi- té's de aandacht ook ver buiten de provincie op zich gevestigd. Deze vereniging is thans met haar ca. 150 leden alom in den lande bekend. En als U dan weet dat daarbij zo'n vijf tig licentiehouders zijn, dus actieve beoefenaars aan de wielersport, dan mag daaruit wel geconcludeerd wor- ren dat we thans terecht kunnen spreken van een Zeeuws renners korps. Om bij het uitgangspunt terug te komen: het opmaken van de prestatie balans is een goede bezigheid! Van de Zeeuwse renners die dit seizoen bij de hoogste categorie, de prof, van start gingen, heeft Piet van der Lijke uit Groede de beste prestaties geleverd. Zonder over winningen heeft deze jeugdige ren ner hoofdzakelijk in buitenlandse wedstrijden toch vaak op uitsteken de wijze de pedalen rondgedraaid, wat hem dan ook een plaats op leverde in de nationale ploeg voor als beide voorgaande renners bezit hij klasse. Jo de Roo heeft door een lang durige schorsing een grote handicap moeten verwerken, maar hjj komt wel „terug". De verrassing bij de amateurs was dit seizoen Jan de Poorter uit Hoek, die als nieuweling maar weinig be tekende, maar nu in de rijen der amateurs zeker geen sukkelaar is. Met een drietal overwinningen en di verse ere-plaatsen is deze sympathieke renner uit Zeeuwsch-Vlaanderen best tevreden. Ook Miel Verstrate uit Ede is halfweg het seizoen overgewipt naar de amateurs en heeft bewezen, dat hij ook ais zodanig zijn weg wel zal vinden. De piepjonge zoon van oud-wereld kampioen Fiel Midelkamp, Hektor, is ook niet direct een mislukking ge weest bij de amateurs. Jammer dat men hem zo weinig in wedstrijden op de Zeeuwse wegen aan het werk ziet. Voor zo ver wij zijn uitslagen in Bel gië hebben kunnen achterhalen mo gen we echter wel concluderen dat hij straks een „grote" wordt. Hij drukt nu reeds de voetsporen van zijn vader, is een tacticus bij uitnemendheid en heeft sprint in de benen. De nationale kampioenschappen in Zandvoort dit jaar, waar hij in de eindsprint tweede de wereldkampioenschappen waarin hij jammer genoeg geen best figuur sloeg, wat niet wegneemt, dat hij in het afgelopen seizoen een ruim voldoende haalde. Dit kan ook gezegd worden van Rien Verhelst uit Axel, die het even eens hoofdzakelijk in het buitenland zocht en op de Belgische wegen be hoorlijk voor de dag kwam. Van Karei Inghels uit Sas van Gent en Eddy de Waal uit Kloosterzande heeft men dit seizoen weinig gehoord en het zou ons niet verwonderen als men van hen in de toekomst niets meer hoorde omdat voor hen de perspectieven om een goed renner te worden, niet groot zijn. Jan Westdorp uit 's Heerenhoek, de butant bij de profs dit jaar, heeft een moeilijk en geen bijster succes vol seizoen achter de rug, hoewel hij eenmaal met de bloemen naar huis kwam. Jan heeft als amateur een glorieuze periode gekend, maar heeft aan de lijve ondervonden dat het „overstapje" naar de grote broers nog niet meevalt. Nu moet hieraan wor den toegevoegd dat het pechduiveltje dikwijls zijn plannen doorkruiste. Het best zijn wij te spreken over onze amateurs met Jaap Huissoon en Theo van Wychen als de matadoren, die diverse zegepralen in de wacht wisten te slepen en huri visitekaartje niet voor niets afgaven in verschil lende „klassiekers". Van Wychen is inmiddels overgegaan naar de onaf- hankelijken. Piet Rentmeester, die als nieuweling grote successen behaalde, heeft het dit seizoen bij de amateurs gepro beerd. Hoewel hjj zijn triomfen sterk moest beperken, mag men toch zeker van geen mislukking spreken. Even- Uitgave Stichting Zeeuwsch Dagblad Goes. Medewerkers: J. A. van Benne- kom, Middelburg; Ds. W. C. van Burgeier, Kruiningen; A. I. Cats- man, Aardenburg; J. S. Hoek, Middelburg; J. Hommes, Nieuw- dorp; J. Huijssen, Terneuzen; Ds. J. Karelse, Goes. Ds. M. v. d. Klis, Zierikzee; Ds. J. Kwast, Vlissingen; Ds. C. J. P. Lam, Poortvliet; J. Laport, Goes; J. Lodder, Vlissingen; J. Moll, Vlis singen, K. C. v. Spronsen, Goes; Dr. C. Stam, Goes; A. H. S. Ste- merding, Souburg; R. Zuidema, Goes. werd achter Frans Mahn bewezen dit trouwens. Hiermede hebben we dan de voornaamste amateurs onder de loep genomen. Bij de nieuwelingen zijn Van Doeselaar, Vernooy en de coming-man Piet Verschuure wel de grootste figuren geweest. Voor al deze laatste bezit capaciteiten om als wielrenner te slagen. Bij een heel stel anderen in deze ca tegorie zal het hard vechten wor den om een doorbraak te forceren. Maar hiervoor heeft men dan ook de wielersport gekozen. VANDAAG EENS 17 HORIZONTAAL: 1 Vrouw, kind, 3 ne vel, 6 heldendicht, 8 traliewerk boven een voederbak, 9 onderwijs, 10 zeelt, 12 vis soort, 13 dagelijkse brieven, 14 larve van een insect, 15 wilde haver, 17 drank, 18 rijksmunt, 19 niet vloeibaar, 21 beschaaf de vrouw, 22 pit, 23 sport van een ladder. VERTICAAL: 1 Prikkelen, 2 manl. dier, 3 mat, 4 spil, 5 invloedrijke bescherming, 7 kippenziekte, 8 voedsel, 9 wisselend ge bruik in kleding, 11 vermoeid, 12 schil 16 vruchtengelei, 19 ton, 20 sportterm, 21 zangnoot. HORIZONTAAL: 1 Alm, 5 PTT, 8 koe doe, 9 Aa, 10 vla, 11 arsenaal, 14 uitloper, \£?Drr2™'N" 21 genoe®> 23 ets, 24 sla. VERTICAAL: 1 Aks, 2 L.O., 3 meer, 4 pose, 6 talaar, 7 taal, 10 va, 11 amiant, 12 sol, 13 nop, 14 urne, 15 t.t., 16 over 7 Eros, 19 ega, 22 el.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 13