Óssif* iadkUvc Alle volken zijn niets voor God openbare leeszalen en bibliotheken Nederlandse leesweek ANDRIES MINDERHOUT a Ontwikkeling Ontspanning Gezelligheid IN HAARLEM HANGT ZIJN 'HARLEKIJN' Onvermoeide zoeker naar hogere waarheid en werkelijkheid Spanning om een schilderij Porireischilder Anioon van Welie overleden 'kunstenMRSkRinq 1956' duurt tot 6 oktober EXPOSEERT Koninklijke bibliotheek op microfilm 't Zeenwsch Weekend begenadigd beeldhouwer met oorspronkelijke Ossip Zadkine, de grote Frans-Russische beeldhouwer, thans ruim zesenzestig jaar, heeft dezer dagen in ons land opnieuw van zich doen spreken, toen zijn beeld „De Harlekijn" in HaarT lem aan de gevel van de honderdjarige Nederland Kattenburg N.V. officieel werd onthuld. Het is een beeld, dat door zijn sterke plasti sche werking en dramatische zeggingskracht zowel als door zijn om vang sterk de aandacht trekt. Zoals dat ook het geval is met zijn fascinerende werk in het hart van het herbouwde Rotterdam. Er zijn niet zo heel veel plaatsen in Nederland, die zich op de aanwezigheid van werken van deze kunstenaar kunnen beroemen. Behalve Rotter dam en Haarlem zijn het Amsterdam, Arnhem, 's-Hertogenbosch, Utrecht, Eindhoven en Etten-Leur. Bovendien heeft een aantal Ne derlanders werken van Zadkine in eigen bezit. visie hem echter niet tot een derde vader land. Nauwelijks waren in 1945 de laatste schoten gelost, of Zadkine keerde terug naar Parijs, waar hij sedertdien woont en werkt aan de zijde van zijn vrouw, de schilderes Valentine Prax. Alleen des zo mers is de lichtstad hem te heet en te benauwd. Dan brengt hij zijn dagen door op 't platteland, onbe reikbaar voor onbescheiden be langstelling en hinderlijke aan loop. Ossip Zadkine werd op 14 juli 1890 in Smolensk geboren als zoon van een leraar in oude talen. Toen hij zestien jaar was, besliste zijn vader, dat Ossip dokter moest worden. Maar allereerst moest hij eens in de wereld buiten Rusland rondneuzen. Hij moest een jonge gentleman worden en wat was een betere voorbereiding dan een ver blijf in Engeland? Zo trok de jonge Zadkine in 1906 naar Sunderland, waar hij in de jongensgemeenschap van een deftige kostschool werd opgenomen en waar hij voorlopig alleen tot taak had het Engels goed te leren. Vlucht naar Londen Een half jaar hield hij het eruit. Toen nam hij de vlucht naar Londen, waar hij een cursus beeldhouwen ging volgen en gevestigde beeldhouwers as sisteerde op hun ateliers. Intussen wist Ossip precies wat hij wilde worden, beeldhouwer. Elf maanden bleef hij in Londen. Toen keerde hij naar Smo Geen bindig aan enig „isme' lensk terug, waar hij zich in een hoek je van de enorme bibliotheek van zijn vader onledig hield met het boetseren van portretten van zijn moeder en een nichtje. Zijn vader geraakte ervan overtuigd, dat het zijn zoon bittere ernst was en uit tafelgesprekken over kunstzinnige onderwerpen werd het hem duidelijk, dat Ossip er zeer eigen denkbeelden op nahield en zijn eigen weg wilde gaan. Een klooi Met de zegen van zijn vader ver trok Ossip voor de tweede maal naar Londen. Hij liet zich inschrijven voor beeldhouwcursus van de polytechni sche school maar al vlug begreep hij dat er een onoverbrugbare kloof gaapte tussen de verstarde opvattin gen van zijn leermeesters en zijn eigen, onstuimige wil tot vernieu wing. Na een nieuw verblijf in het ouder lijk huis besloot de jonge Zadkine het in Parijs te proberen, de stad, die zo'n geweldige invloed op hem zou hebben en die hij van zijn aankomst in 1909 tot de huidige dag met hart en ziel trouw is gebleven. Vol geestdrift gaf hij zich op als leerling van de Ecole des Beaux Arts, maar vlug werd het hem duidelijk, dat de leerkrachten hier precies dezelfde denkbeelden koesterden als zijn Lon- dense leermeesters. Voortdurend stoot te Zadkine zich aan de vastgeroeste op vattingen, die ook hier heersten en na een half jaar besloot hij zelfstandig zijn pad te kiezen. Bewondering van Rodin Bevrucht door zijn bewondering voor Rodin, in wie hij vooral diens Wie is de vervaardiger van het grote schilderij, dat enkele maanden gele den door de Bergen op Zoomse meubel handelaar A. J. van de Sanden is aan gekocht van erfgenamen van wijlen de heer Boleijn uit Nieuwerkerk? Deze vraag kan misschien na een onderzoek, dat nu wordt ingesteld, met enige zekerheid worden beantwoord. De heer Van de San- den, die op veilingen en verkopingen wel eens antiquiteiten aankoopt, kocht zoals gezegd een groot schilderstuk, dat jaren lang op zolder heeft gestaan en geheel was verwaarloosd. Hij bracht het naar de kunstschilder J. Raaijmakers te Bergen op Zoom, die ook schilderijen restaureert en toen deze het oude doek had schoon gemaakt, was hij er zeker van te doen te hebben met een werk van een groot En gels portretschilder. Naam van de schil der en andere gegevens zijn vermoedelijk bij vroegere handelingen met het doek verloren geraakt. Het schilderij stelt voor een heer van middelbare leeftijd, gekleed in gala en dragend een groot lint met medalje in goed De tegenwoordige eigenaar stelde zich in verbinding met de gemeente-archivaris en deze nam contact op met het rijks bureau voor kunsthistorische documen tatie. Daarvan ontving de heer Van de Sanden nu bericht, dat men inderdaad te deen heeft met een Engels werk. Ge tracht zal worden uit te vissen, via de kanselarij van orden, uit welke tijd de op het schilderij zichtbare onderscheiding afkomstig is. Op deze wijze hoopt men dan ook de uitgebeelde persoon te kun nen identificeren. Het werk moet gemaakt zijn eind 1700 of begin 1800. Voorzover kon worden nagegaan heeft wijlen de heer Boleijn het schilderij op een veiling in msterdam vele jaren geleden gekocht. stoutmoedige zoeken naar vernieuwing bewonderde, en door de intensieve uit wisseling van gedachten met een klei ne groep gelijkgezinde vrienden, begon hjj in 1911 zijn eigenlijke carriere als zelfstandig beeldhouwer. In het begin was het vooral hout, dat hem als ma teriaal bijzonder aantrok. Later ging hij zijn krachten meten met de ruwe steen. Hij werd een onvermoeide zoe ker naar een hogere waarheid en wer kelijkheid in de beeldhouwkunst. Hij streefdt naar een synthese tus sen het beeld en de omringende ruim te, die als het ware in het beeld moest doordringen, er één geheel mee vor men. Het was een volkomen breken met de tot dan toe geldende opvat tingen, waarbij het beeldhouwwerk 'n in zichzelf besloten geheel was en de achtergrond als willekeurig decor dien de. Ook in Nederland Naarmate Zadkines faam als baan brekend beeldhouwer van de moderne tijd zich verbreidde, verwierven tal rijke musea en gemeentebesturen zich werk van de kunstenaar. Tot zijn grootste en opmerkelijkste werken in Nederland h-*"hooiii in Rot- n Den Haag is op 88-jarige leeftijd overleden de kunstschilder Antoon van Welie, die bekendheid heeft verworven als portretschilder van de groten der aarde. Een niet gering deel van zijn roem heeft de schilder te danken gehad aan Anatole France, die hem in Antwerpen bij een tentoonstelling „ontdekte". Tot 1940 heeft Van Welie de gehele wereld bereisd, waarbij hij zeer vele portretten van bekende en beroemde figuren heeft geschilderd. Tot hen behoorden een aan tal pausen, Koningin Wilhelmina, wijlen Prins Hendrik, Mussolini, Prins Paul van Griekenland, generaal De Wet, Willem Mengelberg en vele andere vorsten, ge leerden, veldheren en kunstenaars. Ca- mille Mauclair heeft over hem een boek geschreven, getiteld „Un peintre hollan dais". De schilder werd bij het bombar dement van het Bezuidenhout in 1945 zwaar getroffen: van de 800 schilderijen, die hij bezat, gingen er 650, samen met documenten en andere kunstschatten, verloren. Veel belangstelling voor Een miljoen mensen op bezoek Bijna 380.000 Nederlanders zijn lid van een openbare leeszaal en bibliotheek. Dit blijken bo vendien zeer trouwe leden te zijn, want aan hen werden het vorige jaar bijna dertien miljoen boeken Per lid jaarlijks 34 boeken per jaar. Bijna een miljoen mensen brachten in 1955 een bezoek aan de gezamenlijke leeszalen in Ne derland. Deze interessante cijfers zijn ont leend aan het jaarverlag van de Cen trale Ver. van Openbare Leeszalen en Bibliotheken. Daarin zijn ook de prote stants-christelijke en rooms-katholieke openbare leeszalen opgenomen. Nederland bezit momenteel 130 lees zalen en 12 centrale plattelandsbiblio theken. Men streeft ernaar in iedere gemeente met meer dan 10.000 inwo ners een openbare bibliotheek te stich ten. Dit getal van 10.000 hangt samen met de grondslag, waarop rijkssubsidie wordt verleend. Plaatsen beneden de 10.000 inwoners komen n.l. niet in aan merking. Vorig jaar werden 721 uitleencen tra ten plattelande zowel door de centrale plattelandsbibliotheken (die fungeren als provinciale, centrale boekerijen) als door de correspon dentschappen van de stedelijke open bare leeszalen van boeken voorzien. Aan deze lezers werden 750.000 boe ken uitgeleend. Twintig openbare leeszalen hebben een muziekafdeling, waaruit de be oefenaars van muziek hun partituren kunnen lenen. Amsterdam en Gronin gen beschikken verder over een blin denbibliotheek. Deze bezitten collecties boeken in brailleschrift, terwijl de Amsterdamse openbare leeszaal, als unicum in Ne derland, gesproken boeken in haar be zit heeft. Op een geluidsband zijn op namen gemaakt, van boeken, die men heeft voorgelezen. Alle volken zijn als niets voor Hem, zij worden door Hem beschouwd als nietig en ijdel. Met wie dan wilt gil God vergelijken en welke vergelijking op Hem toepassen Jesaja 40 vers 17 en 18. j2 Is wij soms mochten denken, dat de dienst in onze wereld wordt •7* uitgemaakt door mensen, dan zullen wij vlug van dat waandenk beeld worden verlost als wij dit woord van Jesaja lezen. God roept ons daarin toe, dat wij ons vooral niets moeten verbeelden, want dat Hij en Hij alleen het te zeggen heeft. Als een volk iets betekent, dan heeft het dit slechts te danken aan het feit, dat God dat zo heeft ge maakt. Zonder enige restrictie poneert de Schepper van al wat leeft hier, dat tenslotte geen enkel volk ook maar iets voor Hem betekent. Nietig en ijdel, zo luidt de goddelijke uitspraak. Daar kunnen wij het mee doen. Dit woord van Jesaja maakt radicaal een eind aan alle ver heffing, hoe geraffineerd en hoe „diepgaand" gemotiveerd ook, van elk volk. De zelfgenoegzaamheid, elk volk eigen, welke mits door een demagoog met alle psychologische middelen gecultiveerd spoe dig kan ontaarden in daden van agressie tegenover een ander volk, heeft de wereld a! onnoemelijk veel kwaad berokkend. Deze zelfgenoegzaamheid, in welke vorm zich ook uitend, is in wezen opstand tegen God, het niet erkennen van Zijn regiem: het is de Revolutie. Zélf wet en recht stellen, misschien o zo democratisch, maar rebellie tegen God, de Schepper en de Wetgever van alle vol keren. In Mijn ogen bent u als niets, beschouw Ik u als nietig en ijdel, klinkt Gods stem. Er lijkt enige ironie in te steken. Alsof God wil zeggen: als u dan toch, volkeren, uw gang wilt gaan, vooruit dan maar. Als u er maar rekening mee houdt, dat Ik u zoals in ditzelfde hoofdstuk staat) beschouw als een druppel aan de emmer, als een stofje aan de weegschaal. Je moet een microscoop gebruiken om het te zien. Welnu: zo denkt God over de volkeren. Betekent dit alles dan, dat God meer dan genoeg heeft van wat Zijn hand eenmaal schiep en dat Hij, als het ware moedeloos geworden, nu maar dit vernietigende oordeel uitspreekt? Beslist niet! Hij wil alleen maar laten weten, dat er tussen Hem en Zijn eigen wereld een ga pende kloof bestaat, die slechts te overbruggen is, indien de volkeren naar Hem luisteren en zich aan Hem gewonnen geven. Daarom vraagt Jesaja ook of er iets of iemand is, die met God te vergelijken valt. Het is een retorische vraag. Tenslotte: dit woord uit de Bijbel biedt grote troost aan allen, die terwille van Gods gerechtigheid worden vervolgd. Het geeft ook rust in de spanning van het wereldgebeuren. Het doet ons verstaan, dat wij ons niet moeten blindstaren op de feiten van de dag, omdat ten slotte één goddelijk gebaar alle zelfgenoegzaamheid van alle volkeren kan wegvagen. Ariisten brachten in Utrecht hun geesteskinderen aan de man (Van één onzer verslaggeefsters) yyt et een daverend „Hallo, hal- II L> 1°'" richtte de bekende schrijver C. J. Kelk deze week het woord tot de menigte, die zich rondom hem en een mi crofoon had opgesteld op het Utrechtse Janskerkhof. Op deze heer rustte namelijk de uiterst ge wichtige taak om de jaarlijkse Kunstmanifestatie, meestal kort weg „kunstmarkt" genoemd, te openen. „De lange Gavioli" Utrechts stadsorgel, dat deze mor- TWEEDE over om de deftige boekhandel of openbare bibilotheek binnen te treden. .Er is tegenwoordig een streven om De tweede Nederlandse lees-1 door schroom en minderwaardigheids- week, georganiseerd door de g?evt°elens op dit punt er eenvoudig algemene Nederlandse bond van leesbibliotheekhouders, is gis teravond in TCrasnannlskv te Am- de openbare leeszalen steeds meer te teravona m Krasnapoisky te Am- l verJraaien_ Het kon wel eens zijn> dat sterdam officieel geopend door dr. I hoe mooier en indrukwekkender men P. H. Ritter Jr. Zij duurt tot zater- ze maakt des te minder „boekheidenen" dag a.s. en het doel ervan is de er 00lt nullen binnengaan. De misschien grote massa niet-lezers te brengen ff™ Ifs^ZlVltrdt^Tefgl tot net boek en hen, die reeds le- I makkelijker door de massamens betre- zen, op te voeden tot het „betere" boek. Een loffelijk streven, dat al le waardering verdient, mits de in- We worden mei ons houd der particuliere leesbiblio- I theek in elk opzicht verantwoord I eigen geld beconcurreerc is. De voorzitter der propagandacom- den", zo verklaarde de heer Van den missie van de bond, de heer G. M. van Berg. terdam en het houten, met bladgoud beplakte hert in het Amsterdamse Ste delijk Museum. Ook zijn vele tekenin gen, gouaches en kleurige aquarellen verraden de grootte van zijn kunste naarschap. Het lag voor de hand, dat een on stuimig kunstenaar van Zadkines kali ber de revolutionaire invloeden van nieuwe stromingen onderging. De ro manticus Rodin had durven breken met de academische wetten der vorm geving. Kubisme en futurisme gingen veel verder. den Berg, heeft ter gelegenheid van deze leesweek kritiek doen horen op de wijze, waarop openbare leeszalen e.d. met subsidie worden gesteund. Hij merkte op, dat de boekhandel of b.v. de openbare leeszaal de z.g. „boekhei denen" over het algemeen niet bereikt. De massamens, die niet leest, denkt Van al deze invloeden onderging Zadkine de inwerking, maar nooit heeft hij zich aan een „isme" willen binden. Zijn talent is daarvoor te oorspronkelijk. Nooit werd zijn werk geheel ab stract. Steeds bleef er een nauwe bin ding met de natuurlijke vormen van de mens, fnaar Zadkine her schept deze vormen, verhevigt ze en verplaatst desnoods lichaamsdelen om daarmee het maximum aan expressivi teit en dramatische zeggingskracht te bereiken. Terug in Parijs Zeventien jaar lang (van 1911 tot 1928) werkte hij in zijn atelier in de Rue Rousselet. Daarna betrok Zadkine het grote atelier in de Rue d'Assas. In 1914 werd zijn carriere tijdelijk onder broken door de wereldoorlog, die hem twee en half jaar opeiste als militair voor zijn nieuwe vaderland. In 1940, toen de Duitse vloedgolf voor de twee de maal over Frankrijk spoelde, wachtte hij de volledige bezetting niet af, maar ging naar Amerika, waar hjj zich in New York vestigde. Het werdj FRAAI CERAMIEK VAN DICK LOEF E VEELZIJDIGHEID en de scheppingsdrang, de enorme produktiviteit, van de Middel burgse kunstenaar Andries Min derhout worden door de tentoon stelling van werken van deze kunstschilder en zijn Haagse con frère Dick Loef, die tot en met 6 oktober in de kunstzaal van de boekhandel Van Benthem en Jut ting te Middelburg is te bezichti gen, in een gunstig en aangenaam daglicht geplaatst. Minderhouts veelzijdigheid uit zich in de verschillende technieken, die hij beoefent, de verschillende materialen, waarmee hij werkt. Er zijn van hem zowel ölieverven als gouaches, grafiek en mozaïeken te zien. De inrichting van de tentoonstelling heeft men, door het beperkte aantal exposanten, stijlvol kunnen houden: de bezoeker krijgt een gave indruk van het artistieke veld, dat de schilder beheerst. Minderhouts kunst is sterk van uit drukking, waardoor de motieven vaak een deformatie ondergaan, hetgeen van de beschouwer een nog meer toege- Teveel van het goede? Allerlei groepen in onze samenleving voelen zich volgens de voorzitter van deze propagandacommissie tegenwoor dig geroepen bibliotheken op te rich ten in wijken, waar eerder teveel dan te weinig leesbibliotheken zijn. Er zijn ongeveer duizend erkende leesbiblio theken naast nog enkele honderden niet erkende. Nog treuriger vond de heer Van den Berg het, dat instellin gen als plattelandsbibliotheken en openbare leeszalen met subsidie van de overheid bibliotheken gaan stichten daar, waar reeds één of meer uitste kende winkelbibliotheken zijn geves tigd. „Via de subsidies wordt de leesbibli otheekhouder met zijn eigen geld be concurreerd, aangezien in deze subsi- spitste aandacht vraagt. Wanneer men I dies ook deel van zijn belasting deze deformaties, gedaan terwille van Seld zit- Waarom verhoogt men niet de expressie, aanvaardt en de visie van de schilder op zijn onderwerpen weet te doorgronden, spreekt uit zijn wer ken een zeer oorspronkelijke en per soonlijke noot. De werken van Minderhout zijn I goed van compositie; de kleuren, waar- regelmatig de uitleentarieven of con tributies?", zo vroeg de heer Van den Berg zich af, daaraan toevoegend ern stige bezwaren te hebben tegen het bij na voor niets bekomen van boeken, Prijs van f 1.000. Gisteravond is ook de Athosprijs, de van de schilder zich bedient, getuigen I aanmoedigingsprijs van 1.000.voor van een weloverwogen keuze. Sterk werk laat Minderhout zien in zijn mozaïeken. Minderhout weet zich niet gebonden aan palet en penseel, hij weet zijn emotionele kunst ook in deze oude techniek, het mozaïek, uitstekend weer te geven. Een oude techniek weliswaar, die een grote opleving doormaakt, één die past in de algehele opleving van de monumentale kunst, waarbij de kun stenaar een dienende funktie heeft ten opzichte van de samenleving. Het aan brengen van schilderijen en mozaïeken in openbare gebouwen is hiervan het concrete bewijs. Bijzonder mooi van vorm, decora tie en kleur zjjn de produkten van Loefs toegepaste kunst het pot- de Nederlandse auteur beneden de 35 jaar, die bij het leesbibliotheekpubliek het meest populair is, uitgereikt. Deze was voor mevrouw Peter Jaspers, schrijfster van de roman „Waarom speel je niet Vincent?" tenbakken. Zijn potten, vazen en schalen zijn met de hand gedraaid; het glazuur stelde de Hagenaar zelf samen. De motieven, op de potten verwerkt, harmoniëren met hun ba sis, zijn aan de vorm aangepast. Loef gaf zijn potten een dergelijke decoratie, dat dit er een bestanddeel van werd. Sympathiek werk, dat een krachtige taal spreekt. Loef vervaar digt zijn ceramiek niet in serie, waar door het in gunstige zin afwijkt van fabriekswerk. gen al verschillende vrolijke deuntjes over het aloude Janskerk- hof had laten weerklinken, zweeg een een ogenblik en de 43 schil ders, tekenaars, beeldhouwers en schrijvers verlieten hun hoe kan het ook anders kunstzinnig, ingerichte kramen en tenten ort het plechtige moment van de ope ning bij te wonen. Op de kunstmarkt, die ieder jaar gehouden wordt, exposeren verschil lende artisten niet alleen hun werken, maar zij proberen ze ook aan 't kunst minnend publiek te verkopen. Dit jaar werden ze daarbij een handje gehol pen door de heer Kelk, die met luide stemme verkondigde, dat „op deze markt geen oliebollen, katoentjes en geen sinaasappelen werden verkocht, maar iets veel waardevollers dan spij zen, drank en kleding, namelijk het werk van vele voortreffelijke kunste naars." Aan het einde van zijn speech had de geachte spreker alle „ongelukkigen" die nog niet in het bezit waren van een waardevol kunstwerk, er grondig van overtuigd, dat hun leven voortaan ondragelijk zou zijn indien zij zich niet stante pede één van de vele tentoon gestelde schilderijen, etsen of beeld houwwerken aanschaften. Adviezen en demonstraties De kunstenaar die over het ge heel genomen iets bescheidener en minder luidruchtig tewerk gingen dan hun collega-marktkooplui plegen te doen gaven de bezoekers adviezen of demonstreerden hun kunstzinnig ambacht. Erika Visser vereeuwigde bijvoorbeeld tegen de schappelijke prijs van drie gulden vijftig enkele hooggezeten Utrechtse burgers, terwijl in andere kramen een pottenbakker, een karikaturist, een beeldhouwer en een vioolbouwer temidden van het be wonderende en belangstellende publiek hun beroep uitoefenen. Op de kunstenaarsmarkt bevond zich ook een stand met werken van letterkundigen, waar de schrijver zelf hun geesteskinderen aan de man trachtten te brengen. De kunstenaarsmanifestatie trekt ieder jaar bijzonder veel belangstel ling. Dat is ook helemaal niet te ver wonderen, want „er zit nou eenmaal iets in", om kunstenaars en publiek eens wat vaker met elkaar in aan raking te brengen. En als dat op zo'n originele manier gebeurt als in de Domstad, is succes bij voorbaat (als het weer tenminste meewerkt) ver zekerd. Wie weet vinden de artiesten uit onze eigen provincie het idee van hun Utrechtse colleges wel een stu die of zelfs het navolgen waard li inister Cals acht het noodzakelijk, dat een begin wordt gemaakt met het op microfilm brengen van de kostbaarste handschriften van de Koninklijke Biblio theek te Den Haag, waardoor ln het ver volg films kunnen worden uitgeleend in plaats van de handschriften zelf. Boven dien si het dringend nodig couranten te verfilmen. De courantenverzamelingen uit vroeger jaren worden zeer veel ge raadpleegd, waartegen echter het hout houdend papier niet bestand is. Daardoor dreigen de verzamelingen te gronde te gaan. Aangezien de Koninklijke Biblio theek de enige instelling is, die op grote schaal couranten verzamelt, is het drin gend nodig hier maatregelen te nemen. Daartoe heeft de minister 5000 gulden extra op de begroting gebracht

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 9