Óssif* iadkUvc
Alle volken zijn niets voor God
openbare leeszalen en bibliotheken
Nederlandse leesweek
ANDRIES MINDERHOUT
a
Ontwikkeling
Ontspanning
Gezelligheid
IN HAARLEM HANGT ZIJN 'HARLEKIJN'
Onvermoeide zoeker naar hogere waarheid
en werkelijkheid
Spanning om een
schilderij
Porireischilder Anioon
van Welie overleden
'kunstenMRSkRinq 1956'
duurt tot 6 oktober
EXPOSEERT
Koninklijke bibliotheek
op microfilm
't Zeenwsch Weekend
begenadigd
beeldhouwer
met
oorspronkelijke
Ossip Zadkine, de grote Frans-Russische beeldhouwer, thans
ruim zesenzestig jaar, heeft dezer dagen in ons land opnieuw
van zich doen spreken, toen zijn beeld „De Harlekijn" in HaarT
lem aan de gevel van de honderdjarige Nederland Kattenburg N.V.
officieel werd onthuld. Het is een beeld, dat door zijn sterke plasti
sche werking en dramatische zeggingskracht zowel als door zijn om
vang sterk de aandacht trekt. Zoals dat ook het geval is met zijn
fascinerende werk in het hart van het herbouwde Rotterdam. Er zijn
niet zo heel veel plaatsen in Nederland, die zich op de aanwezigheid
van werken van deze kunstenaar kunnen beroemen. Behalve Rotter
dam en Haarlem zijn het Amsterdam, Arnhem, 's-Hertogenbosch,
Utrecht, Eindhoven en Etten-Leur. Bovendien heeft een aantal Ne
derlanders werken van Zadkine in eigen bezit.
visie
hem echter niet tot een derde vader
land.
Nauwelijks waren in 1945 de
laatste schoten gelost, of Zadkine
keerde terug naar Parijs, waar hij
sedertdien woont en werkt aan de
zijde van zijn vrouw, de schilderes
Valentine Prax. Alleen des zo
mers is de lichtstad hem te heet en
te benauwd. Dan brengt hij zijn
dagen door op 't platteland, onbe
reikbaar voor onbescheiden be
langstelling en hinderlijke aan
loop.
Ossip Zadkine werd op 14 juli 1890
in Smolensk geboren als zoon van een
leraar in oude talen. Toen hij zestien
jaar was, besliste zijn vader, dat Ossip
dokter moest worden. Maar allereerst
moest hij eens in de wereld buiten
Rusland rondneuzen. Hij moest een
jonge gentleman worden en wat was
een betere voorbereiding dan een ver
blijf in Engeland? Zo trok de jonge
Zadkine in 1906 naar Sunderland, waar
hij in de jongensgemeenschap van een
deftige kostschool werd opgenomen en
waar hij voorlopig alleen tot taak had
het Engels goed te leren.
Vlucht naar Londen
Een half jaar hield hij het eruit.
Toen nam hij de vlucht naar Londen,
waar hij een cursus beeldhouwen ging
volgen en gevestigde beeldhouwers as
sisteerde op hun ateliers. Intussen wist
Ossip precies wat hij wilde worden,
beeldhouwer. Elf maanden bleef hij in
Londen. Toen keerde hij naar Smo
Geen bindig aan enig „isme'
lensk terug, waar hij zich in een hoek
je van de enorme bibliotheek van zijn
vader onledig hield met het boetseren
van portretten van zijn moeder en een
nichtje.
Zijn vader geraakte ervan overtuigd,
dat het zijn zoon bittere ernst was en
uit tafelgesprekken over kunstzinnige
onderwerpen werd het hem duidelijk,
dat Ossip er zeer eigen denkbeelden
op nahield en zijn eigen weg wilde
gaan.
Een klooi
Met de zegen van zijn vader ver
trok Ossip voor de tweede maal naar
Londen. Hij liet zich inschrijven voor
beeldhouwcursus van de polytechni
sche school maar al vlug begreep hij
dat er een onoverbrugbare kloof
gaapte tussen de verstarde opvattin
gen van zijn leermeesters en zijn
eigen, onstuimige wil tot vernieu
wing.
Na een nieuw verblijf in het ouder
lijk huis besloot de jonge Zadkine het
in Parijs te proberen, de stad, die zo'n
geweldige invloed op hem zou hebben
en die hij van zijn aankomst in 1909
tot de huidige dag met hart en ziel
trouw is gebleven.
Vol geestdrift gaf hij zich op als
leerling van de Ecole des Beaux Arts,
maar vlug werd het hem duidelijk, dat
de leerkrachten hier precies dezelfde
denkbeelden koesterden als zijn Lon-
dense leermeesters. Voortdurend stoot
te Zadkine zich aan de vastgeroeste op
vattingen, die ook hier heersten en na
een half jaar besloot hij zelfstandig zijn
pad te kiezen.
Bewondering van Rodin
Bevrucht door zijn bewondering
voor Rodin, in wie hij vooral diens
Wie is de vervaardiger van het grote
schilderij, dat enkele maanden gele
den door de Bergen op Zoomse meubel
handelaar A. J. van de Sanden is aan
gekocht van erfgenamen van wijlen de
heer Boleijn uit Nieuwerkerk? Deze vraag
kan misschien na een onderzoek, dat nu
wordt ingesteld, met enige zekerheid
worden beantwoord. De heer Van de San-
den, die op veilingen en verkopingen wel
eens antiquiteiten aankoopt, kocht zoals
gezegd een groot schilderstuk, dat jaren
lang op zolder heeft gestaan en geheel was
verwaarloosd. Hij bracht het naar de
kunstschilder J. Raaijmakers te Bergen
op Zoom, die ook schilderijen restaureert
en toen deze het oude doek had schoon
gemaakt, was hij er zeker van te doen te
hebben met een werk van een groot En
gels portretschilder. Naam van de schil
der en andere gegevens zijn vermoedelijk
bij vroegere handelingen met het doek
verloren geraakt. Het schilderij stelt voor
een heer van middelbare leeftijd, gekleed
in gala en dragend een groot lint met
medalje in goed
De tegenwoordige eigenaar stelde zich
in verbinding met de gemeente-archivaris
en deze nam contact op met het rijks
bureau voor kunsthistorische documen
tatie. Daarvan ontving de heer Van de
Sanden nu bericht, dat men inderdaad
te deen heeft met een Engels werk. Ge
tracht zal worden uit te vissen, via de
kanselarij van orden, uit welke tijd de op
het schilderij zichtbare onderscheiding
afkomstig is. Op deze wijze hoopt men
dan ook de uitgebeelde persoon te kun
nen identificeren. Het werk moet gemaakt
zijn eind 1700 of begin 1800. Voorzover kon
worden nagegaan heeft wijlen de heer
Boleijn het schilderij op een veiling in
msterdam vele jaren geleden gekocht.
stoutmoedige zoeken naar vernieuwing
bewonderde, en door de intensieve uit
wisseling van gedachten met een klei
ne groep gelijkgezinde vrienden, begon
hjj in 1911 zijn eigenlijke carriere als
zelfstandig beeldhouwer. In het begin
was het vooral hout, dat hem als ma
teriaal bijzonder aantrok. Later ging
hij zijn krachten meten met de ruwe
steen. Hij werd een onvermoeide zoe
ker naar een hogere waarheid en wer
kelijkheid in de beeldhouwkunst.
Hij streefdt naar een synthese tus
sen het beeld en de omringende ruim
te, die als het ware in het beeld moest
doordringen, er één geheel mee vor
men. Het was een volkomen breken
met de tot dan toe geldende opvat
tingen, waarbij het beeldhouwwerk 'n
in zichzelf besloten geheel was en de
achtergrond als willekeurig decor dien
de.
Ook in Nederland
Naarmate Zadkines faam als baan
brekend beeldhouwer van de moderne
tijd zich verbreidde, verwierven tal
rijke musea en gemeentebesturen zich
werk van de kunstenaar. Tot zijn
grootste en opmerkelijkste werken in
Nederland h-*"hooiii in Rot-
n Den Haag is op 88-jarige leeftijd
overleden de kunstschilder Antoon van
Welie, die bekendheid heeft verworven
als portretschilder van de groten der
aarde. Een niet gering deel van zijn roem
heeft de schilder te danken gehad aan
Anatole France, die hem in Antwerpen
bij een tentoonstelling „ontdekte". Tot
1940 heeft Van Welie de gehele wereld
bereisd, waarbij hij zeer vele portretten
van bekende en beroemde figuren heeft
geschilderd. Tot hen behoorden een aan
tal pausen, Koningin Wilhelmina, wijlen
Prins Hendrik, Mussolini, Prins Paul van
Griekenland, generaal De Wet, Willem
Mengelberg en vele andere vorsten, ge
leerden, veldheren en kunstenaars. Ca-
mille Mauclair heeft over hem een boek
geschreven, getiteld „Un peintre hollan
dais". De schilder werd bij het bombar
dement van het Bezuidenhout in 1945
zwaar getroffen: van de 800 schilderijen,
die hij bezat, gingen er 650, samen met
documenten en andere kunstschatten,
verloren.
Veel belangstelling voor
Een miljoen mensen op bezoek
Bijna 380.000 Nederlanders zijn
lid van een openbare leeszaal
en bibliotheek. Dit blijken bo
vendien zeer trouwe leden te zijn,
want aan hen werden het vorige
jaar bijna dertien miljoen boeken
Per lid jaarlijks 34 boeken
per jaar. Bijna een miljoen mensen
brachten in 1955 een bezoek aan
de gezamenlijke leeszalen in Ne
derland.
Deze interessante cijfers zijn ont
leend aan het jaarverlag van de Cen
trale Ver. van Openbare Leeszalen en
Bibliotheken. Daarin zijn ook de prote
stants-christelijke en rooms-katholieke
openbare leeszalen opgenomen.
Nederland bezit momenteel 130 lees
zalen en 12 centrale plattelandsbiblio
theken. Men streeft ernaar in iedere
gemeente met meer dan 10.000 inwo
ners een openbare bibliotheek te stich
ten. Dit getal van 10.000 hangt samen
met de grondslag, waarop rijkssubsidie
wordt verleend. Plaatsen beneden de
10.000 inwoners komen n.l. niet in aan
merking.
Vorig jaar werden 721 uitleencen
tra ten plattelande zowel door de
centrale plattelandsbibliotheken (die
fungeren als provinciale, centrale
boekerijen) als door de correspon
dentschappen van de stedelijke open
bare leeszalen van boeken voorzien.
Aan deze lezers werden 750.000 boe
ken uitgeleend.
Twintig openbare leeszalen hebben
een muziekafdeling, waaruit de be
oefenaars van muziek hun partituren
kunnen lenen. Amsterdam en Gronin
gen beschikken verder over een blin
denbibliotheek.
Deze bezitten collecties boeken in
brailleschrift, terwijl de Amsterdamse
openbare leeszaal, als unicum in Ne
derland, gesproken boeken in haar be
zit heeft. Op een geluidsband zijn op
namen gemaakt, van boeken, die men
heeft voorgelezen.
Alle volken zijn als niets voor Hem, zij worden door Hem
beschouwd als nietig en ijdel. Met wie dan wilt gil God
vergelijken en welke vergelijking op Hem toepassen
Jesaja 40 vers 17 en 18.
j2 Is wij soms mochten denken, dat de dienst in onze wereld wordt
•7* uitgemaakt door mensen, dan zullen wij vlug van dat waandenk
beeld worden verlost als wij dit woord van Jesaja lezen. God roept
ons daarin toe, dat wij ons vooral niets moeten verbeelden, want dat
Hij en Hij alleen het te zeggen heeft. Als een volk iets betekent, dan
heeft het dit slechts te danken aan het feit, dat God dat zo heeft ge
maakt. Zonder enige restrictie poneert de Schepper van al wat leeft
hier, dat tenslotte geen enkel volk ook maar iets voor Hem betekent.
Nietig en ijdel, zo luidt de goddelijke uitspraak. Daar kunnen wij het
mee doen. Dit woord van Jesaja maakt radicaal een eind aan alle ver
heffing, hoe geraffineerd en hoe „diepgaand" gemotiveerd ook, van
elk volk. De zelfgenoegzaamheid, elk volk eigen, welke mits door
een demagoog met alle psychologische middelen gecultiveerd spoe
dig kan ontaarden in daden van agressie tegenover een ander volk,
heeft de wereld a! onnoemelijk veel kwaad berokkend.
Deze zelfgenoegzaamheid, in welke vorm zich ook uitend, is in
wezen opstand tegen God, het niet erkennen van Zijn regiem: het is
de Revolutie. Zélf wet en recht stellen, misschien o zo democratisch,
maar rebellie tegen God, de Schepper en de Wetgever van alle vol
keren. In Mijn ogen bent u als niets, beschouw Ik u als nietig en
ijdel, klinkt Gods stem. Er lijkt enige ironie in te steken. Alsof God
wil zeggen: als u dan toch, volkeren, uw gang wilt gaan, vooruit dan
maar. Als u er maar rekening mee houdt, dat Ik u zoals in ditzelfde
hoofdstuk staat) beschouw als een druppel aan de emmer, als een
stofje aan de weegschaal. Je moet een microscoop gebruiken om het
te zien. Welnu: zo denkt God over de volkeren.
Betekent dit alles dan, dat God meer dan genoeg heeft van wat Zijn
hand eenmaal schiep en dat Hij, als het ware moedeloos geworden, nu
maar dit vernietigende oordeel uitspreekt? Beslist niet! Hij wil alleen
maar laten weten, dat er tussen Hem en Zijn eigen wereld een ga
pende kloof bestaat, die slechts te overbruggen is, indien de volkeren
naar Hem luisteren en zich aan Hem gewonnen geven. Daarom vraagt
Jesaja ook of er iets of iemand is, die met God te vergelijken valt.
Het is een retorische vraag.
Tenslotte: dit woord uit de Bijbel biedt grote troost aan allen, die
terwille van Gods gerechtigheid worden vervolgd. Het geeft ook rust
in de spanning van het wereldgebeuren. Het doet ons verstaan, dat
wij ons niet moeten blindstaren op de feiten van de dag, omdat ten
slotte één goddelijk gebaar alle zelfgenoegzaamheid van alle volkeren
kan wegvagen.
Ariisten brachten in Utrecht hun
geesteskinderen aan de man
(Van één onzer verslaggeefsters)
yyt et een daverend „Hallo, hal-
II L> 1°'" richtte de bekende
schrijver C. J. Kelk deze
week het woord tot de menigte,
die zich rondom hem en een mi
crofoon had opgesteld op het
Utrechtse Janskerkhof. Op deze
heer rustte namelijk de uiterst ge
wichtige taak om de jaarlijkse
Kunstmanifestatie, meestal kort
weg „kunstmarkt" genoemd, te
openen. „De lange Gavioli"
Utrechts stadsorgel, dat deze mor-
TWEEDE
over om de deftige boekhandel of
openbare bibilotheek binnen te treden.
.Er is tegenwoordig een streven om
De tweede Nederlandse lees-1 door schroom en minderwaardigheids-
week, georganiseerd door de g?evt°elens op dit punt er eenvoudig
algemene Nederlandse bond
van leesbibliotheekhouders, is gis
teravond in TCrasnannlskv te Am- de openbare leeszalen steeds meer te
teravona m Krasnapoisky te Am- l verJraaien_ Het kon wel eens zijn> dat
sterdam officieel geopend door dr. I hoe mooier en indrukwekkender men
P. H. Ritter Jr. Zij duurt tot zater- ze maakt des te minder „boekheidenen"
dag a.s. en het doel ervan is de er 00lt nullen binnengaan. De misschien
grote massa niet-lezers te brengen ff™ Ifs^ZlVltrdt^Tefgl
tot net boek en hen, die reeds le- I makkelijker door de massamens betre-
zen, op te voeden tot het „betere"
boek. Een loffelijk streven, dat al
le waardering verdient, mits de in- We worden mei ons
houd der particuliere leesbiblio- I
theek in elk opzicht verantwoord I eigen geld beconcurreerc
is.
De voorzitter der propagandacom- den", zo verklaarde de heer Van den
missie van de bond, de heer G. M. van Berg.
terdam en het houten, met bladgoud
beplakte hert in het Amsterdamse Ste
delijk Museum. Ook zijn vele tekenin
gen, gouaches en kleurige aquarellen
verraden de grootte van zijn kunste
naarschap.
Het lag voor de hand, dat een on
stuimig kunstenaar van Zadkines kali
ber de revolutionaire invloeden van
nieuwe stromingen onderging. De ro
manticus Rodin had durven breken
met de academische wetten der vorm
geving. Kubisme en futurisme gingen
veel verder.
den Berg, heeft ter gelegenheid van
deze leesweek kritiek doen horen op
de wijze, waarop openbare leeszalen
e.d. met subsidie worden gesteund. Hij
merkte op, dat de boekhandel of b.v.
de openbare leeszaal de z.g. „boekhei
denen" over het algemeen niet bereikt.
De massamens, die niet leest, denkt
Van al deze invloeden onderging
Zadkine de inwerking, maar nooit
heeft hij zich aan een „isme" willen
binden. Zijn talent is daarvoor te
oorspronkelijk.
Nooit werd zijn werk geheel ab
stract. Steeds bleef er een nauwe bin
ding met de natuurlijke vormen van
de mens, fnaar Zadkine her
schept deze vormen, verhevigt ze en
verplaatst desnoods lichaamsdelen om
daarmee het maximum aan expressivi
teit en dramatische zeggingskracht te
bereiken.
Terug in Parijs
Zeventien jaar lang (van 1911 tot
1928) werkte hij in zijn atelier in de
Rue Rousselet. Daarna betrok Zadkine
het grote atelier in de Rue d'Assas. In
1914 werd zijn carriere tijdelijk onder
broken door de wereldoorlog, die hem
twee en half jaar opeiste als militair
voor zijn nieuwe vaderland. In 1940,
toen de Duitse vloedgolf voor de twee
de maal over Frankrijk spoelde,
wachtte hij de volledige bezetting niet
af, maar ging naar Amerika, waar hjj
zich in New York vestigde. Het werdj
FRAAI CERAMIEK VAN DICK LOEF
E VEELZIJDIGHEID en de
scheppingsdrang, de enorme
produktiviteit, van de Middel
burgse kunstenaar Andries Min
derhout worden door de tentoon
stelling van werken van deze
kunstschilder en zijn Haagse con
frère Dick Loef, die tot en met 6
oktober in de kunstzaal van de
boekhandel Van Benthem en Jut
ting te Middelburg is te bezichti
gen, in een gunstig en aangenaam
daglicht geplaatst.
Minderhouts veelzijdigheid uit zich
in de verschillende technieken, die hij
beoefent, de verschillende materialen,
waarmee hij werkt. Er zijn van hem
zowel ölieverven als gouaches, grafiek
en mozaïeken te zien. De inrichting van
de tentoonstelling heeft men, door het
beperkte aantal exposanten, stijlvol
kunnen houden: de bezoeker krijgt
een gave indruk van het artistieke
veld, dat de schilder beheerst.
Minderhouts kunst is sterk van uit
drukking, waardoor de motieven vaak
een deformatie ondergaan, hetgeen van
de beschouwer een nog meer toege-
Teveel van het goede?
Allerlei groepen in onze samenleving
voelen zich volgens de voorzitter van
deze propagandacommissie tegenwoor
dig geroepen bibliotheken op te rich
ten in wijken, waar eerder teveel dan
te weinig leesbibliotheken zijn. Er zijn
ongeveer duizend erkende leesbiblio
theken naast nog enkele honderden
niet erkende. Nog treuriger vond de
heer Van den Berg het, dat instellin
gen als plattelandsbibliotheken en
openbare leeszalen met subsidie van
de overheid bibliotheken gaan stichten
daar, waar reeds één of meer uitste
kende winkelbibliotheken zijn geves
tigd.
„Via de subsidies wordt de leesbibli
otheekhouder met zijn eigen geld be
concurreerd, aangezien in deze subsi-
spitste aandacht vraagt. Wanneer men I dies ook deel van zijn belasting
deze deformaties, gedaan terwille van Seld zit- Waarom verhoogt men niet
de expressie, aanvaardt en de visie van
de schilder op zijn onderwerpen weet
te doorgronden, spreekt uit zijn wer
ken een zeer oorspronkelijke en per
soonlijke noot.
De werken van Minderhout zijn I
goed van compositie; de kleuren, waar-
regelmatig de uitleentarieven of con
tributies?", zo vroeg de heer Van den
Berg zich af, daaraan toevoegend ern
stige bezwaren te hebben tegen het bij
na voor niets bekomen van boeken,
Prijs van f 1.000.
Gisteravond is ook de Athosprijs, de
van de schilder zich bedient, getuigen I aanmoedigingsprijs van 1.000.voor
van een weloverwogen keuze.
Sterk werk laat Minderhout zien in
zijn mozaïeken. Minderhout weet zich
niet gebonden aan palet en penseel, hij
weet zijn emotionele kunst ook in deze
oude techniek, het mozaïek, uitstekend
weer te geven.
Een oude techniek weliswaar, die
een grote opleving doormaakt, één die
past in de algehele opleving van de
monumentale kunst, waarbij de kun
stenaar een dienende funktie heeft ten
opzichte van de samenleving. Het aan
brengen van schilderijen en mozaïeken
in openbare gebouwen is hiervan het
concrete bewijs.
Bijzonder mooi van vorm, decora
tie en kleur zjjn de produkten van
Loefs toegepaste kunst het pot-
de Nederlandse auteur beneden de 35
jaar, die bij het leesbibliotheekpubliek
het meest populair is, uitgereikt. Deze
was voor mevrouw Peter Jaspers,
schrijfster van de roman „Waarom
speel je niet Vincent?"
tenbakken. Zijn potten, vazen en
schalen zijn met de hand gedraaid;
het glazuur stelde de Hagenaar zelf
samen. De motieven, op de potten
verwerkt, harmoniëren met hun ba
sis, zijn aan de vorm aangepast.
Loef gaf zijn potten een dergelijke
decoratie, dat dit er een bestanddeel
van werd. Sympathiek werk, dat een
krachtige taal spreekt. Loef vervaar
digt zijn ceramiek niet in serie, waar
door het in gunstige zin afwijkt van
fabriekswerk.
gen al verschillende vrolijke
deuntjes over het aloude Janskerk-
hof had laten weerklinken, zweeg
een een ogenblik en de 43 schil
ders, tekenaars, beeldhouwers en
schrijvers verlieten hun hoe
kan het ook anders kunstzinnig,
ingerichte kramen en tenten ort
het plechtige moment van de ope
ning bij te wonen.
Op de kunstmarkt, die ieder jaar
gehouden wordt, exposeren verschil
lende artisten niet alleen hun werken,
maar zij proberen ze ook aan 't kunst
minnend publiek te verkopen. Dit jaar
werden ze daarbij een handje gehol
pen door de heer Kelk, die met luide
stemme verkondigde, dat „op deze
markt geen oliebollen, katoentjes en
geen sinaasappelen werden verkocht,
maar iets veel waardevollers dan spij
zen, drank en kleding, namelijk het
werk van vele voortreffelijke kunste
naars."
Aan het einde van zijn speech had
de geachte spreker alle „ongelukkigen"
die nog niet in het bezit waren van
een waardevol kunstwerk, er grondig
van overtuigd, dat hun leven voortaan
ondragelijk zou zijn indien zij zich niet
stante pede één van de vele tentoon
gestelde schilderijen, etsen of beeld
houwwerken aanschaften.
Adviezen en demonstraties
De kunstenaar die over het ge
heel genomen iets bescheidener en
minder luidruchtig tewerk gingen dan
hun collega-marktkooplui plegen te
doen gaven de bezoekers adviezen
of demonstreerden hun kunstzinnig
ambacht. Erika Visser vereeuwigde
bijvoorbeeld tegen de schappelijke
prijs van drie gulden vijftig enkele
hooggezeten Utrechtse burgers, terwijl
in andere kramen een pottenbakker,
een karikaturist, een beeldhouwer en
een vioolbouwer temidden van het be
wonderende en belangstellende publiek
hun beroep uitoefenen.
Op de kunstenaarsmarkt bevond
zich ook een stand met werken van
letterkundigen, waar de schrijver zelf
hun geesteskinderen aan de man
trachtten te brengen.
De kunstenaarsmanifestatie trekt
ieder jaar bijzonder veel belangstel
ling. Dat is ook helemaal niet te ver
wonderen, want „er zit nou eenmaal
iets in", om kunstenaars en publiek
eens wat vaker met elkaar in aan
raking te brengen. En als dat op zo'n
originele manier gebeurt als in de
Domstad, is succes bij voorbaat (als
het weer tenminste meewerkt) ver
zekerd. Wie weet vinden de artiesten
uit onze eigen provincie het idee van
hun Utrechtse colleges wel een stu
die of zelfs het navolgen waard
li inister Cals acht het noodzakelijk, dat
een begin wordt gemaakt met het op
microfilm brengen van de kostbaarste
handschriften van de Koninklijke Biblio
theek te Den Haag, waardoor ln het ver
volg films kunnen worden uitgeleend in
plaats van de handschriften zelf. Boven
dien si het dringend nodig couranten te
verfilmen. De courantenverzamelingen
uit vroeger jaren worden zeer veel ge
raadpleegd, waartegen echter het hout
houdend papier niet bestand is. Daardoor
dreigen de verzamelingen te gronde te
gaan. Aangezien de Koninklijke Biblio
theek de enige instelling is, die op grote
schaal couranten verzamelt, is het drin
gend nodig hier maatregelen te nemen.
Daartoe heeft de minister 5000 gulden
extra op de begroting gebracht