Pontiaan van Hattem, merkwaardig figuur in de kerkgeschiedenis Het verwisselde testament 2te Radio l/Jienqt U PUZZLE UIT DE KERKEN Warmtepomp de oplossing van het verwarmingsvraagstuk? Maandag 27 augustus 1956 ZF.EUWSCH DAGBTAD pagina 4 Hij werd afgezet als predikant te St. Philipsland Een mysticist met sterk afwijkende opvattingen Niet ermee eens Afwijking van de leer Deze Zeeuwse Coetus bracht 37 pun ten van beschuldiging tegen Pontiaan van Hattem in. Zijn verantwoording voor dit college kon het niet overtui gen van zijn zuiverheid in de leer, die alleen in zijn eigen gedachten bestond, maar in strijd was met de waarheid van Gods Woord en indruiste tegen de Geref. belijdenis. VANDAAG EENS Magische vierkanten Oplossing vorige puzzel Nogal filosofisch In de ban gedaan I Zeeuwse Wandelingen Zijn aanhangers Jxw-eJidohteA, lehee'id YLu ió hei de tijd Installatie in 1.200.000 gebouwen Congres voor Luther-onderzoek te Aarhuus Een heJioïieJh leu-en KeAfcdien&t in £eningïad VAa-uw-etijhe o-udeïling Heiitió hei getal egin september 1706 stierf in zijn geboorteplaats Eergen op Zoom Pontiaan van Hattem, dat is dus juist 250 jaar geleden. Een bekende figuur uit de kerkge schiedenis. Met afwijkingen van de gangbare opvatting en daarom fel bestreden. Met ketterse dwa lingen en daarom afgezet als pre dikant. Toen stond hij op zijn eer ste plaats St. Philipsland, waar hij in lu72 bevestigd was. Reeds als student te Leiden voelde hij zich aangetrokken tot de filosofie van Spinoza. Deze Joodse geleerde was wegens zijn ongeloof uit de syna goge gebannen. Een groot wijsgeer en diep denker, maar hij stond vierkant tegenover het christendom. Een na tuurfilosoof, een pantheïst, die leerde dat alles God is, ook het stoffelijke, het geschapene. Die dus geen onder scheid kende tussen Schepper en schepsel. Nu was Pontiaan van Hattem geen volbloed spinozist, maar ver scheidene leerstellingen van dit wijsgerig stelsel onderschreef hij volkomen. Een atheïst (godlooche naar) mogen we hem beslist niet noemen, meer een mysticist, maar met sterk afwijkende beginselen van de Gereformeerde leer. Dit blijkt duidelijk uit zijn boek „Verhandelingen of lessen over de Catechismus" (1680). Wegens zijn af wijkende gevoelens in dit boek moest hij zich voor de classis Tholen/Bergen op Zoom verantwoorden. Na gehouden kerkvisitatie werden hij en alle ker- keraadsleden van St. Philipsland ge schorst. Of allen zijn ketterijen goed begrepen, valt te betwijfelen, want ioraf had men hem gevraagd „het rr.erg zijner gedachten eens sommier' lijk en compendienselijk" op schrift te stellen. Niet allen waren het echter met deze schorsing eens, zoals b.v. de arm bachtsheer van St. Philipsland. Ook het Collegium Qualifaticum niet, dat was een college van kerkelijke en overheidspersonen, die o.a. een predi kant berisp. Het gevolg? Omdat de schorsing te gen de kerkenordening van Zeeland inging, werd ze door de Gecommit teerde Raden van de Staten van Zee' land opgeheven en daarna ook door de classis Tholen/Bergen op Zoom. Pontiaan van Hattem had dus ge wonnen? Wacht even. Blijkbaar kon men er niet goed wijs uit worden, waaruit zijn afdwalingen bestonden en daarom vroeg men inlichtingen aan de universiteiten te Leiden en Utrecht. De Leidse faculteit der godsgeleerd- heid diepte uit P. van Hattem's boek vijftien uitspraken op, die ketters en godslasterlijk waren. Toen werd hij opnieuw geschorst en in 1683 afgezet door de Zeeuwse Coe- tus. Dat was een college van acht pre dikanten (twee uit iedere classis) plus twee gecomm. Raden uit de Staten van Zeeland. Slechts een enkele keer werd zo'n Coetus samengesteld, n.l. bij ern stige kerkelijke geschillen, waarbij de beschuldigde of de classis in beroep ging. Waaruit bestonden nu eigenlijk de dwalingen van Pontiaan van Hattem? Ik wil enkele van zijn bekendste en 17 Van links naar rechts en van boven naar beneden gelezen woorden invullen die voldoen aan de volgende omschrijvin gen: 1 zeegevecht, vulkanisch gesteente, wisselborgtocht, avondkleding; 2 kroot, honingbij, Arab, titel, vluchtheuvel; 3. bitter aftreksel, vogel; 4 bloedvat, be schaafde vrouw, struisvogel, smalle strook; 6 vacht, geestdrift, bergplaats, te leurstellend. HORIZONTAAL: 1 Plal 1 snob, 5 rot, 6 drum, 8 ferm, 10 stom, 12 wolf, 14 tol, 15 kris, 16 duit. VERTICAAL: 1 Pond, 2 krom, 3 stijf, 4 berm, 7 rit, 9 rol, 10 stok, 11 muts, 12 wild, 13 fret. meest bestreden leerstellingen op schrijven, dan kunt u zelf oordelen. 1. De zonde ligt niet in de daden van de mens, maar in zijn gesteldheid. Daarom wordt hij door zijn daden noch goed noch kwaad, maar is hij voor geen verandering vatbaar. De zonden geven God dus ook geen oorzaak tot mishagen. Christus heeft ons, toen Hij ons van de dood vrijkocht, niet anders doen worden dan we reeds waren, maar ons doen weten hoe we te voren waren. Zijn dood maakt ons bekend dat we van God gerechtvaardigd zijn. Uit kracht van die rechtvaardiging kan niemand tegen Gods wil han delen en die overtreden. De mens is derhalve zoals hij be hoort te zijn en kan zelfs gezegd worden nooit enige zonde bedre ven te hebben. De uitverkorene bedrijft dus geen zonde meer en behoeft zich ner gens om te bekommeren, dewijl hij voor God gerechtvaardigd is. De wil van God wordt niet vol bracht door handelen maar door Ijjden, dus niet dadelijk, maar lij delijk. Al onze handelingen of daden zijn de daden van Gods Zoon. Het geloof is niets anders dan waarachtig aannemen wat Chris tus ons door zijn dood geopen baard heeft. Het gebed is geen middel waar door men iets van God verkrijgt. Nu kunt u zelf oordelen, schreef ik zoeven. Maar dat is tamelijk moeilijk. Het klinkt hier en daar nogal filoso fisch, zodat de beschuldiging, dat Pon- 2. 8. 4. 7. 8. 9. 10. 11. 12. vóór Van Hattem, zijn boekjes werden later op een schavot verbrand. Een andere persoon was Jacob Rog geveen, een bekend ontdekkingsreizi ger. In Middelburg werd hij in de ban gedaan, waarna hij in Zierikzee ging wonen. Hij voltooide het hoofdwerk van P. van Hattem: ,,De val van 's we relds afgod". Ook de Middelburgse schoenmaker Marinus Booms werd uit de hoofdstad en uit Zeeland verbannen. Ds. Tuin man noemde hem „de liegende en be driegende vrijgeest". Ds. Gosuinius van Buitendijk was wel geen directe Hattemist, maar leer de toch dwalingen van ongeveer de zelfde soort. Hiervoor werd hij in 1710 afgezet als predikant van Schore Vlake. In 1714 werd het houden en bijwo nen van alle conventikels verboden. Sommige volgelingen gingen verder dan Pontiaan van Hattem en waren meer spinozistisch dan hij. Na de dood van deze opvolgers Is de groep langzamerhand in sterkte achteruitgegaan. Him ideeën of som mige ervan waren moeilijker uit te roeien en leven hier en daar nog voort L. v. W. tiaan van Hattem een Spinoza-aanhan- ger was, goed te begrijpen is. Ook diens pantheïsme, de vergod delijking van het geschapene, sche mert er door. Evenals een zekere vorm van mysticisme, waardoor een voudige vromen zich door zijn schoonschijnende woorden gemakke lijk lieten verschalken, te meer daar hij het voorkomen had van een be scheiden en godzalig prediker der waarheid. Ieder die de Bijbel enigszins kent, zal echter bij het lezen van deze be ginselen van Pontiaan van Hattem ontdekken, dat er zich „schrikkelijke ketterijen" onder bevinden. In Bergen op Zoom werd hij met rust gelaten. Misschien wel omdat zich de burgemeester en vele voorname personen onder zijn aanhangers bevon den. Een paar keer per week hield hij hier godsdienstoefeningen. Ook in an dere plaatsen kwam hij met zijn aan hangers samen in conventikelen (klei ne besloten godsdienstige samenkom sten). Wel werd (in 1692) het drukken en uitgeven van zijn werken verboden. De Middelburgse predikant Carolus Tuinman was een fel tegenstander van Pontiaan van Hattem en diens volge lingen. In enkele jaren tijd heeft hij 2000 bladzijden geschreven, sommige in de grofste woorden, om de Hatte misten te bestrijden. Ook zijn collega uit Middelburg, Petrus Immens, was een grote vijand van hem. Onder zijn volgelingen, de Hatte- misten, spottend „de bende van Van Hattem" genoemd, zijn er een paar nog al bekend geworden. Daar was zijn vroegere dienstbode Dina Jans uit Zierikzee, na haar huwelijk Dina Dane, volgens Ds. Tuinman „een pestilenti- aal vrouwmens". Haast als een profe tes werd „dominee" Dina vereerd. Jakob Brill uit Leiden behoorde ook tot zijn volgelingen. Hij was een onge letterde catechiseermeester, die vele kleine volksboekjes heeft geschreven. Ze werden graag gelezen door eenvou dige mensen, mystiek aangelegd, die meer hun gevoel dan het verstand lie ten werken. Hij stierf enkele jaren Zendeling H. A. van Til, die te Mompo- no in midden Afrika werkt, vertelt van zijn wedervaren een en ander in het Zendingsblad van de Hervormde Kerk. Het werk is niet ongezegend, zoals uit het volgende citaat blijkt: Mannen en vrouwen, die Jezus zijn gaan volgen, zijn anders geworden. Een der laatste bekeerlingen was een toverdokter, die naderhand iedere dins dag meer dan acht kilometer liep om de catechisatie bij te wonen. Op een mor gen kwam hij mijn kantoor binnen en heeft verteld dat hij mensen bedrogen had, ze geld afhandig had gemaakt, ze had blind gemaakt met zijn medicijnen. Hij was bewogen, vroeg me of er dan werkelijk vergeving was bij God voor al de misdaden, die hij in zijn leven had ge daan. Op de dag van zijn bekering had hij zes vrouwen, hij stuurde er vijf van naar huis, met de boodschap er bij, dat hij christen wilde worden. Heinde en ver is zijn naam bekend en is hij gevreesd omdat hij de boze geesten bezweren kon. Maar nu gaat hij door de dorpen, zijn stok in de hand, en vertelt de mensen dat ze niet bang meer behoeven te zijn, dat hij zich heeft bekeerd, dat hij nu een kind van God is. In De Kruisbanier, algemeen Evange lisch Weekblad voor België, lezen we het volgende: Het is de tijd der vakanties, en allerlei activiteiten worden stilgelegd, weken lang, soms maandenlang. Het is wel zeer de vraag of dit in overeenstemming is met de standing van de christelijke kerk. Gelukkig horen we hier en daar van straatprediking, in Brussel en in Gent. Toch is ook dit veel minder dan in het heldentijdperk, in de jaren na de eerste 3 Amerikaanse ingenieurs opgetogen NEW YORK, 25 augustus. (USIS). Enkele Amerikaanss inge nieurs hebben de verwachting uitgesproken, dat het nieuwste pro- dukt van de industrie der „air-conditioning", de warmtepomp, in de naaste toekomst één van de belangrijkste en algemeen gebruikte huishoudelijke apparaten zal worden, die het leven veraangenamen Deze pomp kan worden gebruikt om zowel warmte als koelte in de woning te brengen, terwijl hij in de keuken voor het koken en voor het koelen van voedsel en dranken kan worden ingeschakeld. GOTENBURG, 25 aug. (A.N.P.). Te Aarhus in Denemarken zijn 70 kerk- en dogmen-historici van ver schillende kerken en uit alle delen der wereld een week in congres bij een geweest om de problemen van de biografie en de theologie van de Her vormer Maarten Luther te bespreken. Het congres stond onder voorzitter schap van prof. dr. W. J. Kooiman (Nederland), bisschop dr. A. Nygren (Zweden), prof. dr. W. Pauck (Ver. Staten) en prof. dr. Sommerlath (Duitsland). Vastgesteld werd, dat gedurende de oorlog niet alleen door Zweden, maar ook door Engelse ge leerden (Methodisten en Anglicanen) en Amerikanen de studie van de vele problemen, die met Luthers leer en leven samenhangen, verder gebracht werd. Tevens bleek, dat thans de Duitse onderzoekers weer een eerste plaats innemen op dit gebied. Uitvoerig werd gesproken over ver schenen literatuur, over de studie plannen en over de voltooiing van de grote kritische uitgave van Luthers werken, welke binnenkort 100 delen zal tellen. Besloten werd iedere 5 jaar bijeen te komen en een volgend maal ook rooms-katholieke Lutherkenners uit te nodigen. Het comité bestaat uit de professoren Bainton (Ver. Staten), R. Bring (Zweden), H. Rueckert (Duits land), W. J. Kooiman (Nederland) en Ph. Watson (Engeland). Dit „wonder-apparaat", dan enkele jaren geleden zijn intrede deed, is be stemd om het apparaat bij uitstek te worden, dat het eindeloze zoeken en tasten van de wetenschap naar iets, dat profijt trekt uit de weersomstan digheden, bekroont In het officiële tijdschrift van het Amerikaanse Instituut voor IJzer en Staal, „Steeiways" wordt verklaard, dat de warmtepomp, die met het om leggen van een schakelaar een gebouw koelte kan brengen of verwarmen, ih 1956 in 1.200.000 gebouwen en wonin gen zal zijn geïnstalleerd. ZO WERKT HIJ De pomp, die hermetisch in een sta len omhulsel is aangebracht, werkt als volgt: Als het in huis warm is, ont trekt de pomp de warmte aan de lucht en pompt deze naar buiten; is 't daar entegen binnen koel, dan laat men de pomp andersom werken en de warm te aan de buitenlucht ontrekken zelfs als het buiten om het vriespunt is, bevat de lucht toch nog altijd een zekere „warmte". Op die manier kan de pomp, zelfs wanneer het buiten flink koud is, een huis verwarmen. Wanneer de pomp de warmte aan de buitenlucht heeft onttrokken, verdicht hij deze en verspreid de geconcentreer de warmte door gebouw of woning. Het is de bedoeling, dat de pomp déér wordt geplaatst, waar hij het gemakkelijkst aan te brengen is, hetzij binnen of buiten het huis. Er zijn ook pompen, die erop ingericht zijn de warmte te onttrekken aan de grond of aan water. Zo heeft men bijvoorbeeld een installatie gebouwd voor een zeeschip, die de benodigde warmte aan het zeewater zal ont trekken. wereldoorlog, toen mannen als Belle- ghem, Vader de Jonge en anderen op jaarmarkten en in tentsamenkomsten het Evangelie predikten. Het goede zomer weer was toen het „seizoen"-weer voor de evangelisatie, nu voor de inactiviteit. Het is een verfrissing om midden in deze komkommertijd iets te kunnen schrijven over de jongste gemeente in Vlaams-België Boechout, waar vorige zondag een groot aantal nieuwe belijders aan de kerk werden toegevoegd; waar steeds méér mensen van roomse afkomst naar de kerk komen om het Evangelie te horen; waar gedurende deze vakantietijd elke dag een honderdtal kinderen in een speeltuin komen, waar ze 's middags uit de Bijbel horen vertellen. Hier geen sprake van een zekere „vermoeidheid", die soms wordt aangetroffen in oudere gemeenten. Hoewel nog steeds vacant de ouder lingen doen er het werk van de dominee is deze gemeente nog niet onder het vacancltis bezweken. Het weze voor ons een aansporing om voor de volgende zo mer een zomer-evangelisatie-program- ma in elk onzer kerken te ontwerpen. Twee taalgeleerden van het Ned. Bij belgenootschap, dr. H. van der Veen en dr. L. Onvlee hebben na langdurige dienst inzake de Bijbelvertaling afscheid van dit werk genomen. Ds. H. A. Wier- singa te Baarn schrijft in het Zendings blad van de Geref. Kerken bij dit af scheid: Deze bescheiden geleerden, die van zulk een buitengewoon belang voor het zendingswerk geweest zijn, stonden daar in argeloze verwondering, dat men hen dankte voor wat zij als het wonder van hun leven zagen, dat de Here God hen heeft willen gebruiken. Deze eminente werkers, die zich zo verbonden voelden aan het volk, waar onder zij mochten werken, zodat zij waarlijk den Toradja's een Toradja en den Soembanezen een Soembanees ge worden zijn, die jarenlang de scheiding van hun opgroeiende kinderen aanvaard hebben, begrepen er eigenlijk maar wei nig van, dat de uit aller hart gesproken waarderende woorden van dr. Harren- stein hen golden, dat wij met eerbied naar hen opzagen, dat zij twee mannen zijn, waarop wij als christen-Nederlan ders trots mogen zijn. Dat bleek wel duidelijk, toen dr. On vlee zei: „Wonderlijk, dat je dank gezegd wordt, waarvoor je alleen maar dank baar kunt zijn; dat je weten mag, dat je werken moogt in een werk tot uitbrei ding van Gods Koninkrijk en dat je lust DINSDAG 38 AUGUSTUS 1950. HILVERSUM I (402 m.) AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 V. d. vrouw. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij ding. 10.00 Gram. 10.50 V. d. kleuters. 11.00 Lichte muz. 11.30 Sopr. en piano. 11.50 Gram. 12.00 Orgelspel. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Pianospel. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Promenade ork. 13.55 Koersen. 14.00 De Schipbreuk, cantate. 15.00 Manege der stokpaardjes. 15.45 Gram. 16.35 V. d. jeugd. 17.20 De dierenwereld en wij, caus. 17.30 Mil. Ka pel. 18.00 Nws. 18.15 Pianospel. 18.30 Amus.muz. 19.00 Act. of gram. 19.05 Gram. 19.40 Amus.muz. 20.00 Nws. 20.05 Gram. 21.05 Caus. en interv. 21.30 Amus.muz. 22.00 Cabaret. 22.30 Gitaarspel. 22.55 We reldkampioenschappen Wielrennen in Kopenhagen. 23.00 Nws. 23.15 Koersen. 23.20 Act. of gram. 23.3024.00 Gram. HILVERSUM n (298 m.) KRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.45 Morgengebed en lit.kal. 8.00 Nws en weerber. 8.15 Gram. 8.50 Idem. 9.00 V. d. huisvrouw. 9.40 Licht baken. 10.00 V. d. kleuters. 10.15 Gram. 10.45 Idem. 11.00 V. d. vrouw. 11.30 Gram. 12.03 Gram. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Instr. octet. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.20 Metropole-ork. 13.50 Gram. 14.00 Koorconc. 14.25 Gram. 15.20 Pianoduo. 15.45 Gram. 16.00 V. d. zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 V. d. jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Rege- ringsuitz.: Rijksdelen Overzee: Kroniek van overzee, door J. J. van der Laan. 18.00 V. d. jeugd. 18.20 Sportpraatje 18.30 Lichte muz. 19.00 Nws. 19.10 Gram. 19.15 Uit het Boek der Boeken. 19.30 Gram. 20.20 Act. 20.35 De gewone man. 20.40 Strijkkwartet en altviool. 21.20 Pelleas et Mélisande, opera. 22.45 Avondgebed, en lit.kal. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. TELEVISIEPROGRAMMA. NTS: 20.00 Journ. en weeroverz. NCRV: 20.16 Pots Onvoorzien, TV-spel. 22.25 Dagsluiting. BRUSSEL (324 m.) 12.00 Gram. 12.30 Weerber. 12.34 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Gram. 16.00 Koersen. 16.02 Orgelspel. 16.30 Gram. 17.00 Nws. 17.10 Gram. 17.45 Boek- bespr. 18.00 Luitrecital. 18.20 Balalaika- spel. 18.30 V. d. sold. 19.00 Nws. 19.40 Gram. 19.50 Syndicale kron. 20.00 Interv. 20.30 Clavecimbelrecital. 21.15 Omr.ork. 22.00 Nws. 22.15 Gram. 22.5523.00 Nws 11.50 Als de Ziele luistert. 12.00 Angelus. OUD ENGELS VERHAAL 37) Mevrouw Herford zweeg. Ze wierp de banden van haar kanten muts over de schouders en dan vouwde ze de ge ringde handen in haar schoot. Ze was met veel smaak gekleed. Denkelijk zou ze niet zo knap geleken hebben in een gewoon donker kleed en een alle daagse muts, maar in haar japon van violette zijde en haar rijkdom van echte kant, was ze nog een schone dame, en had ze best haar plaats in Londen kunnen innemen als de moe der van Justin Herford. Dat was dan ook een extra reden van haar ver driet; ze zou haar kostbaar gewaad immers hebben kunnen dragen op de partijen van mevrouw Fortescue, in plaats van hier te zitten met geen andere bewonderende ogen dan die van de predikantsvrouw en van Jen ny. ,Kijk eens naar mijn leven", begon ze weer. „Weduwe op mijn twintigste jaar, en geen geld. Zeker, mevrouw, zonder geld. 'k Was nog maar zes en twintig, toen ik met mijnheer Her ford trouwde, en iedereen weet, hoe hij mij veronachtzaamd heeft na de geboorte van mijn tweede zoon. Alles moest wijken voor Dick, zoals nu al les wijken moet voor Pansy, 't Gaf niets, of ik daar al tegen opkwam; mijnheer Herford had het in zijn hoofd gezet, mijn arme Dick te bederven. En nu denk ik vaak; als Dick in mijn omgeving was, dan zou hij mij in mijn grijsheid niet verstoten. Ja zeker, me vrouw, mijn haar wordt grijs, nu juist in de tijd, dat zij in Londen zijn. Dick was een hartelijke jongen, heel anders dan Justin. Die is altijd zo hard en zo koud. Vindt u ook niet?" „Ja, heel hard en koud", vervolgde mevrouw Herford, „heel anders dan mijn arme Dick. Ik geloof, dat hij het mij eigenlijk niet gunt, dat ik de vrije beschikking heb over het Huis. O, het zou heel anders zijn, wanneer Dick hier de meester was; hij zou blij zijn, dat hij mij hier had. Maar 't is goed geweest van mijn beste man, dat hij het zo beschikt heeft; anders had je hier al lang Diana Lynn gehad, en waar moest ik dan heen? Wat, heeft u dat nooit opgemerkt, mevrouw? Maar waar had u dan uw ogen?" „Nee, daar heb ik nooit aan ge dacht", zei mevrouw Cunliffe leven dig en ze sprak met oprechtheid. Haar man hield veel van Diana Lynn en achtte haar hoog, maar zij had nooit enige aantrekkelijkheid in haar kun nen vinden. „O, ik heb 't nu al jaren geweten", zei Justin's moeder hoofdschuddend, „en als het testament van mijn man er niet geweest was, dan zou zij hier meesteres zijn. Natuurlijk weet Pansy daar niets van, en Jenny moet er ook geen woord met haar over spreken. Justin gaat er twee of drie maal per week heen, en Pansy is er de halve tijd. Mijn arme Richard! 't Zou hem niet in de gedachte gekomen zijn, zijn eigen moeder naar de achtergrond te dringen, of zo'n hele tijd naar Londen te gaan en mij hier achter te laten. Dat moet ik toch van Dick zeggen". ,,'t Was een groot verdriet voor u, dat hij wegging", merkte mevrouw Cunliffe op. „Ja, ik heb al heel wat ondervon den", zuchtte mevrouw Herford. „En dat juist ontbreekt Pansy, ja, en Jus tin ook. Hij weet nauwelijks, wat ver driet betekent. Zo zonder enige moeite heeft hij een mooie positie gekregen, en dat enkel door mij. Nu verkeert hij in Londen op voet van gelijkheid met de voornaamste lui, en daar heeft hij I mij voor te danken". I „Ja, ik vind hem toch ook wel wat ondankbaar jegens zijn moeder", zei mevrouw Cunliffe. „Hij heeft het me altijd kwalijk ge nomen, dat ik weer getrouwd hen. Hij was nog maar een jongen, doch het heeft bij hem een wrok gezet. En wat zou hij nu wezen, wanneer ik niet hertrouwd was? Alles wat hij bezit, heeft hij aan mij te danken. Hij doet alsof hij het van zijn eigen vader heeft geërfd, maar hü erfde het door mij, en daarom is het zo hard van hem, en van Pansy, dat ze zonder mij naar Londen zijn". „En mijn man heeft zo'n hoge ge dachte van hem", riep mevrouw Cun liffe op een toon van ingehouden ver ontwaardiging. „Ach, mijn beste, 't zijn mannen", zei mevrouw Herford, „en wat mannen in elkaar kunnen zien om zulke trou we vriendschap te sluiten, dat begrijp ik niet. Ze zijn me een raadsel. Ik zou Jenny raden, zich niet met de mannen in te laten". „Nu, ik zou wel een man willen zoals vader", zei Jenny moedig, al kreeg ze een hoge kleur, „of een man als mijn heer Herford". Och, stil toch, meid!" riep haar moeder boos. Maar mevrouw Herford lachte Jenny goedig toe en noemde haar een onnozel gansje. Mevrouw Cunliffe echter nam de eerste gelegenheid te baat, om Jenny ernstig onder handen te nemen. „Jon ker Herford is nog jong genoeg om met een meisje van jouw leeftijd te trouwen, en als zijn moeder zich dat eens in het hoofd zette, dan zou ze je het Huis verbieden". (Wordt vervolgd) in dat werk hebt. Er is in ons hart alleen maar dank aan Hem, Die 't alles gaf". Met dat woord zijn deze beide mannen getypeerd. En daarom juist beamen we zo het woord van dr. Harrenstein: „In dien een leven heroïsch kan zijn, dari geldt dit wel van taaiafgevaardigden' Helden van Christus, alleen door Hem. Ds. J. J. van de Wall, viootpredikant op de „Zeven Provinciën", heeft bij het bezoek van dit smaldeel aan Rusland een marinekerkdienst, geleid in een baptis- tenkerk te Leningrad. In De Christen deelt hij dienaangaande mede: Tweehonderd opvarenden, waaronder de commandanten van schepen van het smaldeel werden in de morgen met bus sen naar de kerk gebracht, aan de oost oever van de Newa, alwaar de predikant Orion Michael Akumovitsch ons verwel komde. De marinemensen kwamen voor in de kerk te zitten, waarna het gebouw zich geheel vulde met Russen, die ston den. Zeker 1000 tot 1500 mensen woon den de dienst bij, naar schatting. Eerst vond een gewone „marinedienst" plaats, waarna het Russisch kerkkoor enkele lie deren zong, terwijl ikzelf de geloofsbe lijdenis van Nicaea las tussen de Rus sische gemeentezang. Collega Akumo vitsch las Psalm 122 en sprak ons toe, ver taald door de Hollandse tolk, die ik bij me had. De spannende ontroering, die reed» aan het begin van de kerkdienst duide lijk waarneembaar was onder allen, dia deelnamen aan deze samenkomst, bereik te een grote hoogte. Ikzelf sprak daarop enkele korte woorden en gaf te kennen, dat wij één God verheerlijkten over all# scheidingen heen. Men stemde hiermee in met knikken en ja-geroep. Tenslotte zong de gemeente het af scheidslied: „wij ontmoeten elkander eens weer aan de voeten van de Heer"j waarbij volgens Russische gewoonten al* len hun zakdoek zwaaiden. Het was een ogenblik om nooit te ver geten en vele geharde zeebonken ston den de tranen in de ogen. Wij zouden toen weggaan en de Russische dienst, dia meestal twee uren duurt, zou nog verder gaan. Maar de hele gemeente omstuwda ons, terwijl mij een bos bloemen in da handen werd gedrukt en mij de hand ge kust werd uit pure dankbaarheid, dat deze waarlijk unieke dienst was moge lijk gemaakt. Vrouwelijke ouderlingen, aldus het Centraal Weekblad van de Geref. Ker ken, zijn in Nederland onbekend. Me vrouw J. HeinickeMuts, thans te Miin» chen, heeft, niettegenstaande zij Gerefor meerd is, dit ambt hekleed. Zij schrijft! De Nederlandse kolonie in Berlijn li tamelijk groot. Voor velen van onze land genoten der Nederlandse gemeente het middelpunt. Zij horen daar tweemaal pel maand in hun moedertaal preken e» kunnen met hun kinderen aan het ker kelijk leven deelnemen. In 1949 werd deze gemeente op initia tief van de Hervormde Kerk in het level) geroepen. Haar voorgangster is de predi kante A. E. Ruys. Zij wordt terzijde ge staan door een vicaris, momenteel de hee* E. J. Langevoort. Sinds maart 1953 heef» ze ook een eigen kerkeraad, bestaand# uit drie ouderlingen waaronder een vrouwelijke en vier diakenen, waar van ook één vrouwelijk is. Ikzelf had het voorrecht ongeveer an derhalf jaar de eerste vrouwelijke ouder ling in deze gemeente te mogen zijn. Hos- wel ik belijdend lidmate der Geref. Kerft ben, kon ik zonder gewetensconflicten dit ambt aanvaarden en met vreugd# waarnemen, tot het werk van mijn matt ons gezin uit Berlijn wegriep. Deze gemeente draagt namelijk een oecumenisch karakter, niet alleen van d# gemeente maar ook van de kerkeraad maken leden van de Hervormde, de Ge reformeerde en de Lutherse Kerk deel uit. De moeilijkheden waarmede deze klei ne gemeente in een stad als Berlijn, mei zijn vele vluchtelingen, zijn contrasten tussen oost en west te kampen heeft, zijtt natuurlijk legio. Ook de grote afstanden tussen de verschillende stadsdelen maken de dienst voor de predikante en vicari» niet gemakkelijker, om geheel te zwijgen van het werk onder onze landgenoten itt Oost-Duitsland. Tot de kleine kerkformafies in ons land behoren ook de Waalse (Franse) gemeen ten, die wel deel uitmaken van de Her vormde Kerk, maar niettemin een zelf standig bestaan leiden. Ds. R. F. Ie Gras te Eindhoven schrijft hierover tn het weekblad De Hervormde Kerk: Waar staat in 't Evangelie, naar de let ter of de geest, dat een christelijke ge meente met honderd of minder leden, eigenlijk geen reden van bestaan heeft? Wel lees ik er van Christus' belofte om aanwezig te zijn daar waar twee of drie vergaderd zijn in Zijn Naam. Hoe vaak zet men er echter heimelijk uit eigen be weging twee nullen achter! Ook is het opvallend, hoeveel tijd Jezus in de korte drie jaren van zijn openbare activiteit besteedt aan gesprekken met enkelingen, en hoezeer Hij de nadruk legt op de vreugde in de hemel over één zondaar, die zich bekeert, en over één zoon, die terugkeert in het vaderhuis. De moderne mens zou het ene verloren schaap en de ene verloren penning als be drijfsrisico om „efficiency"-redenen een voudig afschrijven. Is de kerk eigenlijk wèl verontrust, als ze er één of enkelen verliest? Of moet het eerst tot een omvang komen gelijk de onkerkelijkheid thans te zien geeft? Om begrijpelijke redenen hebben de kleine gemeenten hier beter en sneller oog voor. Hun zorg op dit punt kan di recter en intensiever zijn. In Gods ogen is het, volgens het Evangelie van het aller hoogste belang, dat dit meestal niet spec taculaire werk, ongeacht de bestede tijd en moeite, uiteindelijk tot een positief resultaat leidt. De Waalse gemeenten hebben, èn door hun geschiedenis èn door hun tegen woordige situatie, heel bijzondere aan dacht voor de enkeling. Dat is geen luxe, dat is een aspect van de Bijbelse stijl

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 4