Pontiaan van Hattem, merkwaardig
figuur in de kerkgeschiedenis
Het verwisselde testament
2te Radio l/Jienqt U
PUZZLE
UIT DE KERKEN
Warmtepomp de oplossing van
het verwarmingsvraagstuk?
Maandag 27 augustus 1956
ZF.EUWSCH DAGBTAD
pagina 4
Hij werd afgezet als predikant te St. Philipsland
Een mysticist met sterk
afwijkende opvattingen
Niet ermee eens
Afwijking van de leer
Deze Zeeuwse Coetus bracht 37 pun
ten van beschuldiging tegen Pontiaan
van Hattem in. Zijn verantwoording
voor dit college kon het niet overtui
gen van zijn zuiverheid in de leer, die
alleen in zijn eigen gedachten bestond,
maar in strijd was met de waarheid
van Gods Woord en indruiste tegen de
Geref. belijdenis.
VANDAAG EENS
Magische vierkanten
Oplossing vorige puzzel
Nogal filosofisch
In de ban gedaan
I Zeeuwse Wandelingen
Zijn aanhangers
Jxw-eJidohteA, lehee'id
YLu ió hei de tijd
Installatie in 1.200.000 gebouwen
Congres
voor Luther-onderzoek
te Aarhuus
Een heJioïieJh leu-en
KeAfcdien&t in £eningïad
VAa-uw-etijhe o-udeïling
Heiitió hei getal
egin september 1706 stierf in
zijn geboorteplaats Eergen op
Zoom Pontiaan van Hattem,
dat is dus juist 250 jaar geleden.
Een bekende figuur uit de kerkge
schiedenis. Met afwijkingen van
de gangbare opvatting en daarom
fel bestreden. Met ketterse dwa
lingen en daarom afgezet als pre
dikant. Toen stond hij op zijn eer
ste plaats St. Philipsland, waar hij
in lu72 bevestigd was.
Reeds als student te Leiden voelde
hij zich aangetrokken tot de filosofie
van Spinoza. Deze Joodse geleerde
was wegens zijn ongeloof uit de syna
goge gebannen. Een groot wijsgeer en
diep denker, maar hij stond vierkant
tegenover het christendom. Een na
tuurfilosoof, een pantheïst, die leerde
dat alles God is, ook het stoffelijke,
het geschapene. Die dus geen onder
scheid kende tussen Schepper en
schepsel.
Nu was Pontiaan van Hattem
geen volbloed spinozist, maar ver
scheidene leerstellingen van dit
wijsgerig stelsel onderschreef hij
volkomen. Een atheïst (godlooche
naar) mogen we hem beslist niet
noemen, meer een mysticist, maar
met sterk afwijkende beginselen
van de Gereformeerde leer.
Dit blijkt duidelijk uit zijn boek
„Verhandelingen of lessen over de
Catechismus" (1680). Wegens zijn af
wijkende gevoelens in dit boek moest
hij zich voor de classis Tholen/Bergen
op Zoom verantwoorden. Na gehouden
kerkvisitatie werden hij en alle ker-
keraadsleden van St. Philipsland ge
schorst. Of allen zijn ketterijen goed
begrepen, valt te betwijfelen, want
ioraf had men hem gevraagd „het
rr.erg zijner gedachten eens sommier'
lijk en compendienselijk" op schrift
te stellen.
Niet allen waren het echter met
deze schorsing eens, zoals b.v. de arm
bachtsheer van St. Philipsland. Ook
het Collegium Qualifaticum niet, dat
was een college van kerkelijke en
overheidspersonen, die o.a. een predi
kant berisp.
Het gevolg? Omdat de schorsing te
gen de kerkenordening van Zeeland
inging, werd ze door de Gecommit
teerde Raden van de Staten van Zee'
land opgeheven en daarna ook door
de classis Tholen/Bergen op Zoom.
Pontiaan van Hattem had dus ge
wonnen? Wacht even. Blijkbaar kon
men er niet goed wijs uit worden,
waaruit zijn afdwalingen bestonden en
daarom vroeg men inlichtingen aan de
universiteiten te Leiden en Utrecht.
De Leidse faculteit der godsgeleerd-
heid diepte uit P. van Hattem's boek
vijftien uitspraken op, die ketters en
godslasterlijk waren.
Toen werd hij opnieuw geschorst en
in 1683 afgezet door de Zeeuwse Coe-
tus. Dat was een college van acht pre
dikanten (twee uit iedere classis) plus
twee gecomm. Raden uit de Staten van
Zeeland. Slechts een enkele keer werd
zo'n Coetus samengesteld, n.l. bij ern
stige kerkelijke geschillen, waarbij de
beschuldigde of de classis in beroep
ging.
Waaruit bestonden nu eigenlijk de
dwalingen van Pontiaan van Hattem?
Ik wil enkele van zijn bekendste en
17
Van links naar rechts en van boven
naar beneden gelezen woorden invullen
die voldoen aan de volgende omschrijvin
gen: 1 zeegevecht, vulkanisch gesteente,
wisselborgtocht, avondkleding; 2 kroot,
honingbij, Arab, titel, vluchtheuvel; 3.
bitter aftreksel, vogel; 4 bloedvat, be
schaafde vrouw, struisvogel, smalle
strook; 6 vacht, geestdrift, bergplaats, te
leurstellend.
HORIZONTAAL: 1 Plal 1 snob, 5 rot,
6 drum, 8 ferm, 10 stom, 12 wolf, 14 tol,
15 kris, 16 duit.
VERTICAAL: 1 Pond, 2 krom, 3 stijf,
4 berm, 7 rit, 9 rol, 10 stok, 11 muts, 12
wild, 13 fret.
meest bestreden leerstellingen op
schrijven, dan kunt u zelf oordelen.
1. De zonde ligt niet in de daden van
de mens, maar in zijn gesteldheid.
Daarom wordt hij door zijn daden
noch goed noch kwaad, maar is hij
voor geen verandering vatbaar.
De zonden geven God dus ook
geen oorzaak tot mishagen.
Christus heeft ons, toen Hij ons
van de dood vrijkocht, niet anders
doen worden dan we reeds waren,
maar ons doen weten hoe we te
voren waren.
Zijn dood maakt ons bekend dat
we van God gerechtvaardigd zijn.
Uit kracht van die rechtvaardiging
kan niemand tegen Gods wil han
delen en die overtreden.
De mens is derhalve zoals hij be
hoort te zijn en kan zelfs gezegd
worden nooit enige zonde bedre
ven te hebben.
De uitverkorene bedrijft dus geen
zonde meer en behoeft zich ner
gens om te bekommeren, dewijl
hij voor God gerechtvaardigd is.
De wil van God wordt niet vol
bracht door handelen maar door
Ijjden, dus niet dadelijk, maar lij
delijk.
Al onze handelingen of daden zijn
de daden van Gods Zoon.
Het geloof is niets anders dan
waarachtig aannemen wat Chris
tus ons door zijn dood geopen
baard heeft.
Het gebed is geen middel waar
door men iets van God verkrijgt.
Nu kunt u zelf oordelen, schreef ik
zoeven. Maar dat is tamelijk moeilijk.
Het klinkt hier en daar nogal filoso
fisch, zodat de beschuldiging, dat Pon-
2.
8.
4.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
vóór Van Hattem, zijn boekjes werden
later op een schavot verbrand.
Een andere persoon was Jacob Rog
geveen, een bekend ontdekkingsreizi
ger. In Middelburg werd hij in de ban
gedaan, waarna hij in Zierikzee ging
wonen. Hij voltooide het hoofdwerk
van P. van Hattem: ,,De val van 's we
relds afgod".
Ook de Middelburgse schoenmaker
Marinus Booms werd uit de hoofdstad
en uit Zeeland verbannen. Ds. Tuin
man noemde hem „de liegende en be
driegende vrijgeest".
Ds. Gosuinius van Buitendijk was
wel geen directe Hattemist, maar leer
de toch dwalingen van ongeveer de
zelfde soort. Hiervoor werd hij in 1710
afgezet als predikant van Schore
Vlake.
In 1714 werd het houden en bijwo
nen van alle conventikels verboden.
Sommige volgelingen gingen verder
dan Pontiaan van Hattem en waren
meer spinozistisch dan hij.
Na de dood van deze opvolgers Is
de groep langzamerhand in sterkte
achteruitgegaan. Him ideeën of som
mige ervan waren moeilijker uit te
roeien en leven hier en daar nog
voort L. v. W.
tiaan van Hattem een Spinoza-aanhan-
ger was, goed te begrijpen is.
Ook diens pantheïsme, de vergod
delijking van het geschapene, sche
mert er door. Evenals een zekere
vorm van mysticisme, waardoor een
voudige vromen zich door zijn
schoonschijnende woorden gemakke
lijk lieten verschalken, te meer daar
hij het voorkomen had van een be
scheiden en godzalig prediker der
waarheid.
Ieder die de Bijbel enigszins kent,
zal echter bij het lezen van deze be
ginselen van Pontiaan van Hattem
ontdekken, dat er zich „schrikkelijke
ketterijen" onder bevinden.
In Bergen op Zoom werd hij met
rust gelaten. Misschien wel omdat zich
de burgemeester en vele voorname
personen onder zijn aanhangers bevon
den. Een paar keer per week hield hij
hier godsdienstoefeningen. Ook in an
dere plaatsen kwam hij met zijn aan
hangers samen in conventikelen (klei
ne besloten godsdienstige samenkom
sten).
Wel werd (in 1692) het drukken en
uitgeven van zijn werken verboden.
De Middelburgse predikant Carolus
Tuinman was een fel tegenstander van
Pontiaan van Hattem en diens volge
lingen. In enkele jaren tijd heeft hij
2000 bladzijden geschreven, sommige
in de grofste woorden, om de Hatte
misten te bestrijden. Ook zijn collega
uit Middelburg, Petrus Immens, was
een grote vijand van hem.
Onder zijn volgelingen, de Hatte-
misten, spottend „de bende van Van
Hattem" genoemd, zijn er een paar
nog al bekend geworden. Daar was
zijn vroegere dienstbode Dina Jans uit
Zierikzee, na haar huwelijk Dina Dane,
volgens Ds. Tuinman „een pestilenti-
aal vrouwmens". Haast als een profe
tes werd „dominee" Dina vereerd.
Jakob Brill uit Leiden behoorde ook
tot zijn volgelingen. Hij was een onge
letterde catechiseermeester, die vele
kleine volksboekjes heeft geschreven.
Ze werden graag gelezen door eenvou
dige mensen, mystiek aangelegd, die
meer hun gevoel dan het verstand lie
ten werken. Hij stierf enkele jaren
Zendeling H. A. van Til, die te Mompo-
no in midden Afrika werkt, vertelt van
zijn wedervaren een en ander in het
Zendingsblad van de Hervormde Kerk.
Het werk is niet ongezegend, zoals uit
het volgende citaat blijkt:
Mannen en vrouwen, die Jezus zijn
gaan volgen, zijn anders geworden.
Een der laatste bekeerlingen was een
toverdokter, die naderhand iedere dins
dag meer dan acht kilometer liep om de
catechisatie bij te wonen. Op een mor
gen kwam hij mijn kantoor binnen en
heeft verteld dat hij mensen bedrogen
had, ze geld afhandig had gemaakt, ze
had blind gemaakt met zijn medicijnen.
Hij was bewogen, vroeg me of er dan
werkelijk vergeving was bij God voor al
de misdaden, die hij in zijn leven had ge
daan. Op de dag van zijn bekering had
hij zes vrouwen, hij stuurde er vijf van
naar huis, met de boodschap er bij, dat
hij christen wilde worden. Heinde en ver
is zijn naam bekend en is hij gevreesd
omdat hij de boze geesten bezweren kon.
Maar nu gaat hij door de dorpen, zijn
stok in de hand, en vertelt de mensen dat
ze niet bang meer behoeven te zijn, dat
hij zich heeft bekeerd, dat hij nu een
kind van God is.
In De Kruisbanier, algemeen Evange
lisch Weekblad voor België, lezen we het
volgende:
Het is de tijd der vakanties, en allerlei
activiteiten worden stilgelegd, weken
lang, soms maandenlang. Het is wel zeer
de vraag of dit in overeenstemming is
met de standing van de christelijke kerk.
Gelukkig horen we hier en daar van
straatprediking, in Brussel en in Gent.
Toch is ook dit veel minder dan in het
heldentijdperk, in de jaren na de eerste
3
Amerikaanse ingenieurs opgetogen
NEW YORK, 25 augustus. (USIS). Enkele Amerikaanss inge
nieurs hebben de verwachting uitgesproken, dat het nieuwste pro-
dukt van de industrie der „air-conditioning", de warmtepomp, in de
naaste toekomst één van de belangrijkste en algemeen gebruikte
huishoudelijke apparaten zal worden, die het leven veraangenamen
Deze pomp kan worden gebruikt om zowel warmte als koelte in de
woning te brengen, terwijl hij in de keuken voor het koken en voor
het koelen van voedsel en dranken kan worden ingeschakeld.
GOTENBURG, 25 aug. (A.N.P.).
Te Aarhus in Denemarken zijn 70
kerk- en dogmen-historici van ver
schillende kerken en uit alle delen
der wereld een week in congres bij
een geweest om de problemen van de
biografie en de theologie van de Her
vormer Maarten Luther te bespreken.
Het congres stond onder voorzitter
schap van prof. dr. W. J. Kooiman
(Nederland), bisschop dr. A. Nygren
(Zweden), prof. dr. W. Pauck (Ver.
Staten) en prof. dr. Sommerlath
(Duitsland). Vastgesteld werd, dat
gedurende de oorlog niet alleen door
Zweden, maar ook door Engelse ge
leerden (Methodisten en Anglicanen)
en Amerikanen de studie van de vele
problemen, die met Luthers leer en
leven samenhangen, verder gebracht
werd. Tevens bleek, dat thans de
Duitse onderzoekers weer een eerste
plaats innemen op dit gebied.
Uitvoerig werd gesproken over ver
schenen literatuur, over de studie
plannen en over de voltooiing van de
grote kritische uitgave van Luthers
werken, welke binnenkort 100 delen
zal tellen.
Besloten werd iedere 5 jaar bijeen
te komen en een volgend maal ook
rooms-katholieke Lutherkenners uit
te nodigen. Het comité bestaat uit de
professoren Bainton (Ver. Staten), R.
Bring (Zweden), H. Rueckert (Duits
land), W. J. Kooiman (Nederland) en
Ph. Watson (Engeland).
Dit „wonder-apparaat", dan enkele
jaren geleden zijn intrede deed, is be
stemd om het apparaat bij uitstek te
worden, dat het eindeloze zoeken en
tasten van de wetenschap naar iets,
dat profijt trekt uit de weersomstan
digheden, bekroont
In het officiële tijdschrift van het
Amerikaanse Instituut voor IJzer en
Staal, „Steeiways" wordt verklaard,
dat de warmtepomp, die met het om
leggen van een schakelaar een gebouw
koelte kan brengen of verwarmen, ih
1956 in 1.200.000 gebouwen en wonin
gen zal zijn geïnstalleerd.
ZO WERKT HIJ
De pomp, die hermetisch in een sta
len omhulsel is aangebracht, werkt als
volgt: Als het in huis warm is, ont
trekt de pomp de warmte aan de lucht
en pompt deze naar buiten; is 't daar
entegen binnen koel, dan laat men de
pomp andersom werken en de warm
te aan de buitenlucht ontrekken
zelfs als het buiten om het vriespunt
is, bevat de lucht toch nog altijd een
zekere „warmte". Op die manier kan
de pomp, zelfs wanneer het buiten
flink koud is, een huis verwarmen.
Wanneer de pomp de warmte aan de
buitenlucht heeft onttrokken, verdicht
hij deze en verspreid de geconcentreer
de warmte door gebouw of woning.
Het is de bedoeling, dat de pomp
déér wordt geplaatst, waar hij het
gemakkelijkst aan te brengen is,
hetzij binnen of buiten het huis. Er
zijn ook pompen, die erop ingericht
zijn de warmte te onttrekken aan de
grond of aan water. Zo heeft men
bijvoorbeeld een installatie gebouwd
voor een zeeschip, die de benodigde
warmte aan het zeewater zal ont
trekken.
wereldoorlog, toen mannen als Belle-
ghem, Vader de Jonge en anderen op
jaarmarkten en in tentsamenkomsten het
Evangelie predikten. Het goede zomer
weer was toen het „seizoen"-weer voor
de evangelisatie, nu voor de inactiviteit.
Het is een verfrissing om midden in
deze komkommertijd iets te kunnen
schrijven over de jongste gemeente in
Vlaams-België Boechout, waar vorige
zondag een groot aantal nieuwe belijders
aan de kerk werden toegevoegd; waar
steeds méér mensen van roomse afkomst
naar de kerk komen om het Evangelie te
horen; waar gedurende deze vakantietijd
elke dag een honderdtal kinderen in een
speeltuin komen, waar ze 's middags uit
de Bijbel horen vertellen. Hier geen
sprake van een zekere „vermoeidheid",
die soms wordt aangetroffen in oudere
gemeenten.
Hoewel nog steeds vacant de ouder
lingen doen er het werk van de dominee
is deze gemeente nog niet onder het
vacancltis bezweken. Het weze voor ons
een aansporing om voor de volgende zo
mer een zomer-evangelisatie-program-
ma in elk onzer kerken te ontwerpen.
Twee taalgeleerden van het Ned. Bij
belgenootschap, dr. H. van der Veen en
dr. L. Onvlee hebben na langdurige
dienst inzake de Bijbelvertaling afscheid
van dit werk genomen. Ds. H. A. Wier-
singa te Baarn schrijft in het Zendings
blad van de Geref. Kerken bij dit af
scheid:
Deze bescheiden geleerden, die van
zulk een buitengewoon belang voor het
zendingswerk geweest zijn, stonden daar
in argeloze verwondering, dat men hen
dankte voor wat zij als het wonder van
hun leven zagen, dat de Here God hen
heeft willen gebruiken.
Deze eminente werkers, die zich zo
verbonden voelden aan het volk, waar
onder zij mochten werken, zodat zij
waarlijk den Toradja's een Toradja en
den Soembanezen een Soembanees ge
worden zijn, die jarenlang de scheiding
van hun opgroeiende kinderen aanvaard
hebben, begrepen er eigenlijk maar wei
nig van, dat de uit aller hart gesproken
waarderende woorden van dr. Harren-
stein hen golden, dat wij met eerbied
naar hen opzagen, dat zij twee mannen
zijn, waarop wij als christen-Nederlan
ders trots mogen zijn.
Dat bleek wel duidelijk, toen dr. On
vlee zei: „Wonderlijk, dat je dank gezegd
wordt, waarvoor je alleen maar dank
baar kunt zijn; dat je weten mag, dat je
werken moogt in een werk tot uitbrei
ding van Gods Koninkrijk en dat je lust
DINSDAG 38 AUGUSTUS 1950.
HILVERSUM I (402 m.) AVRO: 7.00
Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. VPRO: 7.50
Dagopening. AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram.
9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 V. d. vrouw.
9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij
ding. 10.00 Gram. 10.50 V. d. kleuters. 11.00
Lichte muz. 11.30 Sopr. en piano. 11.50
Gram. 12.00 Orgelspel. 12.30 Land- en
tuinb.meded. 12.33 Pianospel. 13.00 Nws.
13.15 Meded. of gram. 13.20 Promenade
ork. 13.55 Koersen. 14.00 De Schipbreuk,
cantate. 15.00 Manege der stokpaardjes.
15.45 Gram. 16.35 V. d. jeugd. 17.20 De
dierenwereld en wij, caus. 17.30 Mil. Ka
pel. 18.00 Nws. 18.15 Pianospel. 18.30
Amus.muz. 19.00 Act. of gram. 19.05 Gram.
19.40 Amus.muz. 20.00 Nws. 20.05 Gram.
21.05 Caus. en interv. 21.30 Amus.muz.
22.00 Cabaret. 22.30 Gitaarspel. 22.55 We
reldkampioenschappen Wielrennen in
Kopenhagen. 23.00 Nws. 23.15 Koersen.
23.20 Act. of gram. 23.3024.00 Gram.
HILVERSUM n (298 m.) KRO: 7.00
Nws. 7.10 Gram. 7.45 Morgengebed en
lit.kal. 8.00 Nws en weerber. 8.15 Gram.
8.50 Idem. 9.00 V. d. huisvrouw. 9.40 Licht
baken. 10.00 V. d. kleuters. 10.15 Gram.
10.45 Idem. 11.00 V. d. vrouw. 11.30 Gram.
12.03 Gram. 12.30 Land- en tuinb.meded.
12.33 Instr. octet. 12.55 Zonnewijzer. 13.00
Nws. en kath. nws. 13.20 Metropole-ork.
13.50 Gram. 14.00 Koorconc. 14.25 Gram.
15.20 Pianoduo. 15.45 Gram. 16.00 V. d.
zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 V. d. jeugd.
17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Rege-
ringsuitz.: Rijksdelen Overzee: Kroniek
van overzee, door J. J. van der Laan.
18.00 V. d. jeugd. 18.20 Sportpraatje 18.30
Lichte muz. 19.00 Nws. 19.10 Gram. 19.15
Uit het Boek der Boeken. 19.30 Gram.
20.20 Act. 20.35 De gewone man. 20.40
Strijkkwartet en altviool. 21.20 Pelleas et
Mélisande, opera. 22.45 Avondgebed, en
lit.kal. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram.
TELEVISIEPROGRAMMA.
NTS: 20.00 Journ. en weeroverz. NCRV:
20.16 Pots Onvoorzien, TV-spel. 22.25
Dagsluiting.
BRUSSEL (324 m.) 12.00 Gram. 12.30
Weerber. 12.34 Gram. 13.00 Nws. 13.15
Gram. 16.00 Koersen. 16.02 Orgelspel. 16.30
Gram. 17.00 Nws. 17.10 Gram. 17.45 Boek-
bespr. 18.00 Luitrecital. 18.20 Balalaika-
spel. 18.30 V. d. sold. 19.00 Nws. 19.40
Gram. 19.50 Syndicale kron. 20.00 Interv.
20.30 Clavecimbelrecital. 21.15 Omr.ork.
22.00 Nws. 22.15 Gram. 22.5523.00 Nws
11.50 Als de Ziele luistert. 12.00 Angelus.
OUD ENGELS
VERHAAL
37)
Mevrouw Herford zweeg. Ze wierp
de banden van haar kanten muts over
de schouders en dan vouwde ze de ge
ringde handen in haar schoot. Ze was
met veel smaak gekleed. Denkelijk
zou ze niet zo knap geleken hebben in
een gewoon donker kleed en een alle
daagse muts, maar in haar japon van
violette zijde en haar rijkdom van
echte kant, was ze nog een schone
dame, en had ze best haar plaats in
Londen kunnen innemen als de moe
der van Justin Herford. Dat was dan
ook een extra reden van haar ver
driet; ze zou haar kostbaar gewaad
immers hebben kunnen dragen op de
partijen van mevrouw Fortescue, in
plaats van hier te zitten met geen
andere bewonderende ogen dan die
van de predikantsvrouw en van Jen
ny.
,Kijk eens naar mijn leven", begon
ze weer. „Weduwe op mijn twintigste
jaar, en geen geld. Zeker, mevrouw,
zonder geld. 'k Was nog maar zes en
twintig, toen ik met mijnheer Her
ford trouwde, en iedereen weet, hoe
hij mij veronachtzaamd heeft na de
geboorte van mijn tweede zoon. Alles
moest wijken voor Dick, zoals nu al
les wijken moet voor Pansy, 't Gaf
niets, of ik daar al tegen opkwam;
mijnheer Herford had het in zijn hoofd
gezet, mijn arme Dick te bederven.
En nu denk ik vaak; als Dick in mijn
omgeving was, dan zou hij mij in mijn
grijsheid niet verstoten. Ja zeker, me
vrouw, mijn haar wordt grijs, nu juist
in de tijd, dat zij in Londen zijn. Dick
was een hartelijke jongen, heel anders
dan Justin. Die is altijd zo hard en
zo koud. Vindt u ook niet?"
„Ja, heel hard en koud", vervolgde
mevrouw Herford, „heel anders dan
mijn arme Dick. Ik geloof, dat hij het
mij eigenlijk niet gunt, dat ik de vrije
beschikking heb over het Huis. O, het
zou heel anders zijn, wanneer Dick
hier de meester was; hij zou blij zijn,
dat hij mij hier had. Maar 't is goed
geweest van mijn beste man, dat hij
het zo beschikt heeft; anders had je
hier al lang Diana Lynn gehad, en
waar moest ik dan heen? Wat, heeft
u dat nooit opgemerkt, mevrouw?
Maar waar had u dan uw ogen?"
„Nee, daar heb ik nooit aan ge
dacht", zei mevrouw Cunliffe leven
dig en ze sprak met oprechtheid. Haar
man hield veel van Diana Lynn en
achtte haar hoog, maar zij had nooit
enige aantrekkelijkheid in haar kun
nen vinden.
„O, ik heb 't nu al jaren geweten",
zei Justin's moeder hoofdschuddend,
„en als het testament van mijn man
er niet geweest was, dan zou zij hier
meesteres zijn. Natuurlijk weet Pansy
daar niets van, en Jenny moet er ook
geen woord met haar over spreken.
Justin gaat er twee of drie maal per
week heen, en Pansy is er de halve
tijd. Mijn arme Richard! 't Zou hem
niet in de gedachte gekomen zijn, zijn
eigen moeder naar de achtergrond te
dringen, of zo'n hele tijd naar Londen
te gaan en mij hier achter te laten.
Dat moet ik toch van Dick zeggen".
,,'t Was een groot verdriet voor u,
dat hij wegging", merkte mevrouw
Cunliffe op.
„Ja, ik heb al heel wat ondervon
den", zuchtte mevrouw Herford. „En
dat juist ontbreekt Pansy, ja, en Jus
tin ook. Hij weet nauwelijks, wat ver
driet betekent. Zo zonder enige moeite
heeft hij een mooie positie gekregen,
en dat enkel door mij. Nu verkeert hij
in Londen op voet van gelijkheid met
de voornaamste lui, en daar heeft hij
I mij voor te danken".
I „Ja, ik vind hem toch ook wel wat
ondankbaar jegens zijn moeder", zei
mevrouw Cunliffe.
„Hij heeft het me altijd kwalijk ge
nomen, dat ik weer getrouwd hen. Hij
was nog maar een jongen, doch het
heeft bij hem een wrok gezet. En wat
zou hij nu wezen, wanneer ik niet
hertrouwd was? Alles wat hij bezit,
heeft hij aan mij te danken. Hij doet
alsof hij het van zijn eigen vader heeft
geërfd, maar hü erfde het door mij,
en daarom is het zo hard van hem,
en van Pansy, dat ze zonder mij naar
Londen zijn".
„En mijn man heeft zo'n hoge ge
dachte van hem", riep mevrouw Cun
liffe op een toon van ingehouden ver
ontwaardiging.
„Ach, mijn beste, 't zijn mannen",
zei mevrouw Herford, „en wat mannen
in elkaar kunnen zien om zulke trou
we vriendschap te sluiten, dat begrijp
ik niet. Ze zijn me een raadsel. Ik zou
Jenny raden, zich niet met de mannen
in te laten".
„Nu, ik zou wel een man willen zoals
vader", zei Jenny moedig, al kreeg ze
een hoge kleur, „of een man als mijn
heer Herford".
Och, stil toch, meid!" riep haar
moeder boos. Maar mevrouw Herford
lachte Jenny goedig toe en noemde
haar een onnozel gansje.
Mevrouw Cunliffe echter nam de
eerste gelegenheid te baat, om Jenny
ernstig onder handen te nemen. „Jon
ker Herford is nog jong genoeg om
met een meisje van jouw leeftijd te
trouwen, en als zijn moeder zich dat
eens in het hoofd zette, dan zou ze je
het Huis verbieden".
(Wordt vervolgd)
in dat werk hebt. Er is in ons hart alleen
maar dank aan Hem, Die 't alles gaf".
Met dat woord zijn deze beide mannen
getypeerd. En daarom juist beamen we
zo het woord van dr. Harrenstein: „In
dien een leven heroïsch kan zijn, dari
geldt dit wel van taaiafgevaardigden'
Helden van Christus, alleen door Hem.
Ds. J. J. van de Wall, viootpredikant
op de „Zeven Provinciën", heeft bij het
bezoek van dit smaldeel aan Rusland een
marinekerkdienst, geleid in een baptis-
tenkerk te Leningrad. In De Christen
deelt hij dienaangaande mede:
Tweehonderd opvarenden, waaronder
de commandanten van schepen van het
smaldeel werden in de morgen met bus
sen naar de kerk gebracht, aan de oost
oever van de Newa, alwaar de predikant
Orion Michael Akumovitsch ons verwel
komde. De marinemensen kwamen voor
in de kerk te zitten, waarna het gebouw
zich geheel vulde met Russen, die ston
den. Zeker 1000 tot 1500 mensen woon
den de dienst bij, naar schatting. Eerst
vond een gewone „marinedienst" plaats,
waarna het Russisch kerkkoor enkele lie
deren zong, terwijl ikzelf de geloofsbe
lijdenis van Nicaea las tussen de Rus
sische gemeentezang. Collega Akumo
vitsch las Psalm 122 en sprak ons toe, ver
taald door de Hollandse tolk, die ik bij
me had.
De spannende ontroering, die reed»
aan het begin van de kerkdienst duide
lijk waarneembaar was onder allen, dia
deelnamen aan deze samenkomst, bereik
te een grote hoogte. Ikzelf sprak daarop
enkele korte woorden en gaf te kennen,
dat wij één God verheerlijkten over all#
scheidingen heen. Men stemde hiermee
in met knikken en ja-geroep.
Tenslotte zong de gemeente het af
scheidslied: „wij ontmoeten elkander
eens weer aan de voeten van de Heer"j
waarbij volgens Russische gewoonten al*
len hun zakdoek zwaaiden.
Het was een ogenblik om nooit te ver
geten en vele geharde zeebonken ston
den de tranen in de ogen. Wij zouden
toen weggaan en de Russische dienst, dia
meestal twee uren duurt, zou nog verder
gaan. Maar de hele gemeente omstuwda
ons, terwijl mij een bos bloemen in da
handen werd gedrukt en mij de hand ge
kust werd uit pure dankbaarheid, dat
deze waarlijk unieke dienst was moge
lijk gemaakt.
Vrouwelijke ouderlingen, aldus het
Centraal Weekblad van de Geref. Ker
ken, zijn in Nederland onbekend. Me
vrouw J. HeinickeMuts, thans te Miin»
chen, heeft, niettegenstaande zij Gerefor
meerd is, dit ambt hekleed. Zij schrijft!
De Nederlandse kolonie in Berlijn li
tamelijk groot. Voor velen van onze land
genoten der Nederlandse gemeente het
middelpunt. Zij horen daar tweemaal pel
maand in hun moedertaal preken e»
kunnen met hun kinderen aan het ker
kelijk leven deelnemen.
In 1949 werd deze gemeente op initia
tief van de Hervormde Kerk in het level)
geroepen. Haar voorgangster is de predi
kante A. E. Ruys. Zij wordt terzijde ge
staan door een vicaris, momenteel de hee*
E. J. Langevoort. Sinds maart 1953 heef»
ze ook een eigen kerkeraad, bestaand#
uit drie ouderlingen waaronder een
vrouwelijke en vier diakenen, waar
van ook één vrouwelijk is.
Ikzelf had het voorrecht ongeveer an
derhalf jaar de eerste vrouwelijke ouder
ling in deze gemeente te mogen zijn. Hos-
wel ik belijdend lidmate der Geref. Kerft
ben, kon ik zonder gewetensconflicten
dit ambt aanvaarden en met vreugd#
waarnemen, tot het werk van mijn matt
ons gezin uit Berlijn wegriep.
Deze gemeente draagt namelijk een
oecumenisch karakter, niet alleen van d#
gemeente maar ook van de kerkeraad
maken leden van de Hervormde, de Ge
reformeerde en de Lutherse Kerk deel
uit.
De moeilijkheden waarmede deze klei
ne gemeente in een stad als Berlijn, mei
zijn vele vluchtelingen, zijn contrasten
tussen oost en west te kampen heeft, zijtt
natuurlijk legio. Ook de grote afstanden
tussen de verschillende stadsdelen maken
de dienst voor de predikante en vicari»
niet gemakkelijker, om geheel te zwijgen
van het werk onder onze landgenoten itt
Oost-Duitsland.
Tot de kleine kerkformafies in ons land
behoren ook de Waalse (Franse) gemeen
ten, die wel deel uitmaken van de Her
vormde Kerk, maar niettemin een zelf
standig bestaan leiden. Ds. R. F. Ie Gras
te Eindhoven schrijft hierover tn het
weekblad De Hervormde Kerk:
Waar staat in 't Evangelie, naar de let
ter of de geest, dat een christelijke ge
meente met honderd of minder leden,
eigenlijk geen reden van bestaan heeft?
Wel lees ik er van Christus' belofte om
aanwezig te zijn daar waar twee of drie
vergaderd zijn in Zijn Naam. Hoe vaak
zet men er echter heimelijk uit eigen be
weging twee nullen achter!
Ook is het opvallend, hoeveel tijd Jezus
in de korte drie jaren van zijn openbare
activiteit besteedt aan gesprekken met
enkelingen, en hoezeer Hij de nadruk
legt op de vreugde in de hemel over één
zondaar, die zich bekeert, en over één
zoon, die terugkeert in het vaderhuis. De
moderne mens zou het ene verloren
schaap en de ene verloren penning als be
drijfsrisico om „efficiency"-redenen een
voudig afschrijven. Is de kerk eigenlijk
wèl verontrust, als ze er één of enkelen
verliest? Of moet het eerst tot een omvang
komen gelijk de onkerkelijkheid thans te
zien geeft?
Om begrijpelijke redenen hebben de
kleine gemeenten hier beter en sneller
oog voor. Hun zorg op dit punt kan di
recter en intensiever zijn. In Gods ogen
is het, volgens het Evangelie van het aller
hoogste belang, dat dit meestal niet spec
taculaire werk, ongeacht de bestede tijd
en moeite, uiteindelijk tot een positief
resultaat leidt.
De Waalse gemeenten hebben, èn door
hun geschiedenis èn door hun tegen
woordige situatie, heel bijzondere aan
dacht voor de enkeling. Dat is geen luxe,
dat is een aspect van de Bijbelse stijl