PROTESTANTS OOSTENRIJK: een kerk
in de diaspora
Russische fabriekssteden zijn mengeling
van oud en nieuw
Bergboeren gaven het Evangelie
in het geheim door
In Sowjet-Unie wordt bezit van
eigen woning weer gepropageerd
Vrouwen en mannen doen het
zelfde (zware) werk
pagina 5
Land aan de grens (III)
Ds. Meier verricht een boven
menselijke taak
Donderdag 16 augustus 1956
ZEEUWSCH DAGBLAD
DEUTSCHFEISTRIZ, augustus. „In Gott ist aller Freuden Grund" staat er op de zware balk, die
dwars door de eetzaal van het protestantse jeugdhuis in Deutschfreistriz loopt. Links is deze spreuk ge
flankeerd door het zilveren kruis op een blauw veld, het insigne van het Evangelische Jugendwerk in
Oesterreich. En onder dit symbool staat onze gastheer, die datzelfde insigne op zijn revers draagt: Ds.
Sepp Meier, de jeugdpredikant van Stiermarken. In dit jeugdhuis hebben de leden van de C.B.P.B. een
gastvrij onderdak gevonden gedurende het grootste deel van hun verblijf in Stiermarken. Nu luisteren ze
aandachtig naar Ds. Meier, die iets vertelt over het kerkelijk leven van de kleine groep protestanten in
Oostenrijk, die slechts 5 °/o van de bevolking uitmaakt. Die worstelt met tegenwerking van roomse zijde,
met een groot gebrek aan predikanten en kerkgebouwen en geld. Die en dat is veel erger gecon
fronteerd wordt met een grote lauwheid en onverschilligheid bij talloze volwassen kerkleden, zodat zij
het grotendeels van de jeugd moet hebben. Daarom is in Oostenrijk het jeugdwerk het belangrijkste
kerkewerk en daarom klopt in dit jeugdhuis het har t van de protestantse kerk in Stiermarken.
Tal van Nederlandse predikanten hebben het tegenwoordig verschrikkelijk
druk. Z(j verschijnen met vermoeide en zorgeiyke gezichten op hun talloze
vergaderingen en vernemen daar, dat die en die collega overspannen Is en
rust moet houden. Naar deze maatstaf gemeten zou ds. Meier permanent in
een taestand van uiterste overspanning moeten verkeren. Zie maar naar het
volgende niet volledige overzicht van zyn werkzaamheden.
In de hoofdstad Graz is hij de
zielenherder van één der drie ker
ken aldaar. Voorts verzorgt hij de
verspreide leden in een gebied van
800 vierkante kilometer, waar geen
enkel kerkgebouw is maar waar toch
regelmatig godsdienstoefeningen ge
houden moeten worden. Bovendien
moet in dit diaspora-gebied ge
werkt worden aan de vorming van
gemeenten en de bouw van kerken.
Tenslotte is hij jeugdpredikant voör
geheel Stiermarken en in deze kwa
liteit heeft hij leiding te geven aan
het zeer intensieve jeugdwerk onder
17 000 jonge gemeenteleden.
Godsdienstonderwijs
Een van de grootste problemen in
het diaspora-gebied, waar dus geen
kerk en geen eigen predikant is, vormt
het godsdienstonderwijs aan de jeugd.
Dat onderwijs wordt gegeven aan de
staatsscholen, die alle roomse leer
krachten hebben. De protestantse kin
deren mogen tijdens het op de rooster
vermelde uur eigen godsdienstonder
wijs ontvangen, doch slechts van een
bevoegde kracht. Dat betekent, dat
de predikant doorlopend grote afstan
den afleggen van de ene school
naar andere om op bepaalde uren
asm twee of drie kinderen les te ge
ven. Gelukkig zijn er hier en daar
moeders, die het diploma godsdienst
onderwijs behalen om dan hun eigen
»n enkele andere kinderen les te kun
nen geven. Ook zijn er diakonessen,
die bevoegd en bereid zijn om bij te
springen. Maar de dominee moet zor
gen, dat dit onderwijs gegeven wordt.
Daarnaast heeft hij dan het eigenlijke
catechetische onderwijs, dat ook in de
grote gebieden met alleen maar ver
spreide leden altijd door de predikant
zelf gegeven moet worden.
Zo hebben ds. Meier en velen van
zyn collega's dus een bijna bovenmen
selijke taak. Bovendien baren de „han
delingen van de leeftocht" hem waar-
schyniyk ook nog wat meer zorgen dan
zyn Nederlandse ambtgenoten. Het ma
ximum salaris van een dominee met B
kinderen bedraagt n.l. inclusief de kin-
derbyslag slechts f 420 per maand. Het
aanvangstraktement van een hulppre
diker Is f ISO per maand.
„A. und H.B."
Eén groot voorrecht geniet de
kleine protestantse groepering in
Oostenrijk, een voorrecht dat uit de
druk geboren is. Zij kent n.l. geen
kerkelijke verdeeldheid. Alle ge
meenten behoren bij de „Evangeli
sche Kirche A. und H.B. in Ooster-
reich", zoals de officiële naam van
de kerk luidt. Die geheimzinnige
lettercombinaties duiden op de een
drachtige samenwerking van protes
tanten van gereformeerde en van
Lutherse signatuur binnen deze
kerk.
A.B. betekent Augsburger Bekennt-
nis en duidt de Lutherse groep aan,
die de Augsburgse geloofsbelijdenis
onderschrijft. De H.B. gemeenten zijn
de gemeenten „Helvetische Bekennt-
nis", die de Zwitserse' geloofsbelijde
nis van Calvijn onderschrijven.
De gereformeerde groep is verre in
de minderheid en telt in geheel Oosten-
ryk slechts 16.000 zielen, terwijl de Lu
therse groep 410.000 zielen omvat. Bo
vendien zijn er maar acht H.B.-gemeen-
ten, terwijl de overige gereformeerden
plaatseiyk aangesloten zyn by de A.B.-
gemeenten die een Lutherse predikant
hebben. Dit is echter voor wat b.v. het
catechetisch onderwys betreft geen be
zwaar. Deze Lutherse dominees leren
de ldnJeren van hun gereformeerde ge
meenteleden nJ. de Heidelbergse cate
chismus en omgekeerd onderwijzen de
predikanten In gemeenten van gerefor
meerde signatuur de Lutherse belijde
nisschriften aan hnn catechisanten, die
van Lutherse huize zijn. Moeilykheden
iieeft deze nauwe samenwerking tot
dusverre nimmer opgeleverd. Daarvoor
Is de gemeenschappelijke strijd naar
hu', ten te fel.
De lauwheid van vele ouderen is
alleen te verstaan uit de geschiedenis
van de protestantse kerk in Oosten
rijk, waarvan ds. Meier zijn gehoor
een goede samenvatting gaf.
Nederlandse ketterjager
Oostenrijk heeft geen reformator
gehad. Kooplieden, soldaten en stu-
d aten brachten echter de geschriften
en vooral de liederen van Luther in
net land. „Al zingende is Oostenrijk
voor de moederkerk verloren gegaan",
zei een bisschop destijds. Binnen vijf
tig jaar had de reformatie gezegevierd
en was 90 pet. van de bevolking pro
testant geworden. Priesters waren er
haast niet meer in het land.
Dan begint keizer Ferdinand I de
contra-reformatie en hij roept daar
bij de hulp in van de tien jaar tevo
ren gestichtte Jesuietenorde. De.Je-
suieten stichten overal in Oostenrijk
scholen en universiteiten, waardoor zij
vat op de jeugd krijgen en in het te
kort aan priesters voorzien. Het pro
testantisme wordt overal met kracht
onderdrukt. De leider van deze actie
tegen het protestantisme in Oostenrijk
was jarenlang de later heilig verklaar
de Nederlandse Jesuiet Petrus Cani-
sius, die de naam „de ketterhamer"
verwierf. Binnen 60 jaar was Oosten
rijk weer geheel rooms-katholiek.
Alleen de bergboeren op hun af
gelegen boerderijen hoog in de Al
pen bleven het protestantisme
trouw. Zeven generaties lang gaven
zij de Bijbel en het reformatorisch
geloof door aan hun kinderen, 's Za
terdagsavonds werd dan de Bijbel
te voorschjjn gehaalt uit een gehei
me bergplaats in het varkenshok of
ergens tussen de balken. Sommigen
haalden een waterdicht vaatje op
met een Bijbel er in, dat de gehele
week op de bodem van een berg
meer had gerust. Dan las de vader,
of een anders gezinslid dat lezen
kon, voor uit het Heilig Woord. Ook
onderwees hij de kinderen uit de
catechismus. Zij, die niet lezen kon
den, waren vaak in staat om een
dienden echter weldra in strafcompag
nieën omdat zij geweigerd hadden be
paalde opdrachten te vervullen. De na
oorlogse vluchtelingenstroom deed het
aantal kerkleden echter weer met 25
pet. toenemen. Verschillende H.B.-ge
meenten bestaan thans geheel uit Hon
gaarse calvinisten.
De toekomst
De groei van het protestantisme
in Oostenrijk wordt duidelijk gede
monstreerd door de volgende cij
fers: In 1781 waren er 15.000 protes
tanten, in 1900 ongeveer 100.000 en
thans 426.000. Naast het grote ge
brek aan predikanten, kerkgebou
wen en jeugdleiders baart echter
vooral de houding van een groot
deel der oudere gemeenteleden veel
zorg. De geest, die in veel Ueber-
trftt-gemeenten heerst is er een van
lauwheid en onverschilligheid. Men
ziet het lidmaatschap van de kerk
als een formele en traditionele aan
gelegenheid en als een vorm van
protest tegen Rome.
De jeugd is echter in de na-oorlogse
jaren dank zij de jeugdbeweging op
gegroeid in een nauw contact met
Duitsland, Zwitserland, Hongarije en
Amerika. Bij de jeugd wordt nog en
thousiasme gevonden en een levend
geloof. Zo doet zich hier het wonder
lijke verschijnsel voor, dat de jeugd
in doorsnee veel orthodoxer is dan de
oudere generatie. Dit geldt vooral voor
Stiermarken, waar van de 3 gemeen
ten er slechts drie behoren tot de
bergboerengemeenten, die teruggaan
tot de reformatietijd. De jonge belij
dende leden nemen 20 maal aan het
Avondmaal deel tegen de ouderen één
maal. Vaak zijn de middagdiensten in
de kerk voor de helft gevuld met
jongeren.
Vandaar, dat aan de jeugdbeweging
zo veel aandacht wordt besteed. Van
daar dat ds. Meier jarenlang alles op
alles heeft gezet om een jeugdhuis te
kunnen bouwen als centrum van het
voor de arbeidersjeugd, die dagelijks
onder invloed staat van de zeer mar
xistisch geörienteerde vakbeweging.
Hier komt de boerenjeugd bijeen, die
dikwijls volkomen geïsoleerd leeft tus
sen louter rooms jongeren, 's Winters
is het tehuis een landbouwhuishoud-
school en wordt hier een slotcursus
gegeven voor de boerenmeisjes, die
allen openbare en dus rooms-katho-
lieke scholen moesten bezoeken en die
hier nog eens in een protestantse ge
meenschap worden samengebracht,
voor ze zelf een gezin gaan vormen.
Protestants centrum
Maar dit huis van de jeugd wordt
ook wel gebruikt voor predikantencon
ferenties en andere kerkelijke byeen-
komsten. Buitenlandse jongerengroepen
worden er graag ontvangen. Kortom,
het Evangelische Jugendheim in
Deutschfxeistritz is het centrum van 't
protestantse leven In Stiermarken. Ook
by de exploitatie van dit tehuis kampt
men natuuriyk met geldgebrek, want de
kerk is arm en kan onmogelyk bysprin-
gen. Van de bouwkosten, groot f 195.000,
werd 60 pet. door de jeogd zelf byeen-
gebracht In allerlei acties, 30 pet. werd
ontvangen van de Wereldraad van Ker
ken en de overheid droeg 10 pet. bU
wegens het gebruik als school.
Doch ondanks alle geldzorgen
heerst er een blijmoedige en opti
mistische sfeer in dit tehuis. Men
wordt er niet gewekt door gong
geluid of gebons op de kamer
deuren, doch door de klanken van
een christelijk lied, dat door de
directrice en enkele meisjes iede
re morgen wordt aangeheven.
Zware debatten worden er afge
wisseld met volksdans en voor
dracht. Hier wordt gebouwd aan
de toekomst van de protestantse
kerk in Stiermarken, dat ook ker
kelijk een „land aan de grens" is
met zijn 62.000 protestanten op 'n
bevolking van 1.200.000. Gebouwd
in het vertrouwen, dat in de toe
komst, evenals zo vaak in het ver
leden, de woorden uit het hier zo
vaak gezongen Lutherlied bewaar
heid zullen worden: „Al drukt het
leed, al dreigt het lot, Hij doet Zijn
hulp verschijnen".
En dit is de barak, waarin de pro
testantse groep van Deutschlands-
berg zondags haar kerkdiensten
houdt. De gemeente van Stainz, die
wel over een kerk en een pastorie
beschikt, heeft nog zes zgn. „dias-
pora-gemeenten" onder haar hoede.
De dominee en de vikaris van
Stainz moeten zorgen, dat ook op
deze „preekstations" regelmatig
godsdienstoefeningen gehouden wor
den. In Deutschlandsberg hoopt
men binnenkort aan de bouw van
een eenvoudig kerkje te kunnen
beginnen.
geheel evangelie uit het hoofd op te
zeggen.
Tolerantie
Uit deze kleine kern moest de kerk
weer worden opgebouwd, toen onder
keizer Jozef II, de zoon van Maria
Theresia, een tijdperk van tolerantie
aanbrak. De protestanten werden toen
geduld, hoewel ze van academische
studie en staatsambten uitgesloten
bleven en ze ook geen kerkgebouwen
met torens mochten bouwen.
Zo bleef het tot in 1870 de rooms-
katholieke kerk het dogma van de on
feilbaarheid van de paus aanvaardde.
Uit nationalistische overwegingen ont
stond daarop in Oostenrijk een krach
tige los-van-Rome beweging. Uit ver
zet tegen het veldwinnende ultra-mon-
tanisme werden vele roomsen toen
protestant. Zo werden de zgn. „Ueber-
tritt-Gemeinden" gevormd, de ge
meenten die uit gewezen roomsen be
stonden. De nieuwe gemeenteleden
hadden echter over het algemeen niet
uit diepe, innerlijke overtuiging voor
het protestantisme gekozen. Hun over
gang was een demonstratie tegen
Rome. „Ze waren meer protestant dan
evangelisch", zoals ds. Meier het uit
drukte.
Zowel de Dolfuss—periode als de tyd
van de „Anschluss" waren moeilijk voor
de protestantse kerk, die onder het na-
tlonaal-socialisme 30 pet. van haar le
den waaronder vele predikanten door
het oorlogsgeweld verloor. Tal van
jonge gemeenteleden uit de jeugdbewe
ging werden by de SS ingedeeld. Velen
kerkelijke jeugdwerk in Stiermarken.
Hier worden conferenties gehouden
De foto s op deze pagina laten u
een grote tegenstelling zien. Dit is
het interieur van de rooms-katho-
lieke kerk van Weizberg. Deze uit
bundige Oostenryicse barokstyl is
typerend voor dit land. Zelfs het
interieur van sommige oude ro-
maanse en gotische kerken is In de
periode van hartstochteiyke bouw
drift onder de „barokkelzers" in de
nieuwe styi „bygewerkt".
Syngman Rhee opnieuw
geïnstalleerd
SEOEL, 15 aug. (Reuter). Da
Zuidkoreaanse president dr Syngman
Rhee is woensdag in de Zuidkoreaan
se hoofdstad Seoel voor zijn derde
ambtsperiode geïnstalleerd. Rhee was
in met herkozen als president van da
republiek Zuid-Korea.
Geen tekort aan arbeidskrachten
(Van een speciale verslaggever)
SWERDLOWSK, augustus.
De eerste zonnestralen schoten
wat kleur in het grauwe landschap
van de Midden Oeral toen ons
vliegtuig boven Swerdlowsk cir
kelde en wij ons verbaasden over
de omvang van de stad, die wei
nige tientallen jaren geleden nog
met 35000 inwoners te boek stond.
Het zijn er nu driekwart miljoen.
Het vliegtuig streek zonder schok
ken neer op de grasmat der lucht
haven.
„De bodem is hier zo vast, dat
het niet nodig is een startbaan aan
Ondanks staatssocialisme
SWERDLOWSK,augustus.
Het bedrijf, de fabriek speelt in
de Sowjet-Unie een grote rol in
de woningvoorziening, ofschoon
men thans in Moskou zowel als
in Swerdlowsk gewaagde van
pogingen van de woningverde
ling goeddeels aan de invloed
der bedrijven te onttrekken. In
Swerdlowsk hebben we grote
complexen fabriekswoningen
bezichtigd. Ze waren massief
gebouwd en boden twee, drie of
vier kamers, badkamer, stads
verwarming en hamer en sikkel
als plafondversiering. Sedert
enige tijd, zo werd ons gezegd,
is het de bedrijven niet meer
mogelijk de huur op te zeggen
aan arbeiders, die elders willen
gaan werken. Het stadsbestuur
van Swerdlowsk zeide ernaar te
streven alle nieuwbouw in ei
gen hand te nemen. Tot dusver
wordt hier nog 80 procent der
woningen door de bedrijven ge
bouwd.
In de bedrijven wordt nu ook de
bouw van eigen woningen door het
personeel gepropageerd. Swerd
lowsk bleek reeds een kleine wijk
van zulke woningen te hebben.
Kleine, vriendelijke landhuisjes
met houten balkons en met een
flink stukje tuin.
Ook op collectieve boerderijen
hoorden wü van pogingen om het
bouwen van een eigen woning aan
te moedigen. De tuinen bij zulke
woningen worden vrijwel uitslui
tend voor de teelt van groenten,
aardappelen en fruit gebruikt. Toen
wij een der huiseigenaren vroe
gen of hij een deel van de op
brengst van zijn tuin ook ter markt
bracht was het antwoord: „Dat zou
beneden mijn waardigheid zijn".
Wie kan het betalen?
Door cumulatie van gezinsinkom-
sten wordt het soms mogelyk, dat
men zich de middelen verwerft om
van zulke mogeiykheden gebruik te
maken. Slechts hooggeplaatste furie
tionarissen in het politieke, cultu
rele en economische leven kunnen
zich deze luxe uit een enkel salaris
veroorloven.
De hoogte van het loon van de
arbeiders hangt geheel en al af
van hun prestatie, of liever van de
prestatie van hun arbeidsgroepen.
Het loon wordt naar een vaste
norm, een soort minimum, bere
kend en hoge lonen worden alleen
dan bereikt, wanneer de prestaties
hoog boven deze norm uitgaan. Zjj
die honderd of tweehonderd pro
cent boven de norm komen wor
den als lichtend voorbeeld ge
noemd op de talrijke borden, die
aanmanen tot hoge prestaties ter
bereiking van een hogere welvaart.
Aan deze normen-methode heeft
de Russische arbeider zich blijkbaar
reeds lang gewend.
te leggen", zei een van onze be
geleiders.
Een nieuw formidabel lucht
station stond in de steigers. Het
oude was, zoals alle in Rusland, in
een krans van bloemperken gevat.
Bij de uitgang viel het oog op
nieuwe gebouwen in de hier zo ge
waardeerde rose en oker pastel
kleuren. Reeksen taxis wachtten.
Het kostte ons moeite voor te stel
len, dat wij hier aan de grens van
Siberië stonden.
De stad groeide voor ons oog als
een wilde mengeling van oud en
nieuw. Een klein Moskou, met
kwistig gestrooide moderne ge
bouwen en brede boulevards en
daartussen nog oude met bolle
keien bestrate wegen met houten
huizen, die aan de oude naam der
stad, Jekaterinenburg, deden den
ken. Ofschoon de zon brandde was
de stad boordevol leven. Wij zagen
mensen naar een kerk gaan; op de
kerk stond een bord „museum".
Voor alle winkels in de hoofd
straten dromden grote mensen
massa's. De staatswinkels gaan
alom in Rusland pas om elf uur
open.
Hei bedrijf zorgt „van de wieg tot het graf"
Naar Swerdlowsk waren wij geko
men om de mensen in de fabrieken
gade te slaan. Het is van de reeks in
het stadium van ontwikkeling verke
rende fabriekssteden van de OeraL
Molotow, Swerdlowsk, Magnitogorsk,
Tsjeljabinsk vormen een keten van
zware industrie. Wij bezochten er
„Oeralmasj", een uitgestrekt fabrieks
complex, waar vijftienduizend mensen
dag en nacht werken aan de vervaar
diging van zware werktuigen. Een
tank stond er bij de ingang op een
sokkel geplaatst. Het was, zo zei men
ons, de laatste die hier in 1945 was
geproduceerd. Sindsdien was er, zo
werd eraan toegevoegd, slechts voor
vredesproduktie gewerkt. Thans ko
men er uit de fabriekshallen walsen,
hoogoveninstallaties, ertsmolens, hijs
kranen, boortorens, stalen buizen en
platen en excavators, die met één
greep twintig kubieke meter aarde
over 150 meter kunnen verplaatsen.
Van de produktie van „Oeralmasj",
opgegeven met een waarde van 800
miljoen roebel per jaar, gaat thans 20
procent naar het buitenland. Afnemers
zijn China en de andere volksdemo
cratieën, Finland en ook India, waar
het bedrijf thans de installatie voor
een nieuwe staalindustrie levert.
Vrouwen
Wat ons hier, evenzeer als in andere
door ons bezichtigde fabrieken in Mos
kou en Tasjkent, opviel was de om
vang, waarin vrouwen in het arbeids
proces zijn ingeschakeld. Van de 15000
arbeiders van de machinefabriek in
Swerdlowsk zijn 30 procent vrouwen,
evenveel als in de tot voor kort naar
Stalin genoemde automobielfabriek in
Moskou.
In een textielfabriek in Tasjkent
waren 70 procent van de 17000 arbei
ders vrouwen. Meer dan door deze cij
fers werden wij evenwel getroffen
door de aard van het door vrouwen
verrichte werk. Zeker, hier is de in
de Sow jet-grondwet neergelegde ge
lijkheid van man en vrouw verwezen
lijkt.
Bij de verdeling van de arbeid in
Bij de verdeling van de arbeid m kende huisvrouw de tabriekspoort
de Russische fabrieken lijkt de sexe verlaten met netten vol proviand.
geen rol te spelen. Men ziet vrouwen
aan het zwaarste werk. Zij bedienen
hydraulische stampers in de staalgiete-
rijen. Zij besturen de monstertangen,
waarmee glooiende turbineassen onder
de walsen worden gedraaid. Zij be
heersen de loop der kranen in de hoge
fabriekshallen. Zij hebben voorliefde
voor ingenieursstudie. Zij metselen op
alle bouwplaatsen. Zij regelen het ver
keer.
Waarschijnlijk is het dank zij de
vrouwenarbeid, dat vrijwel alle fa
brieksdirecteuren die wij ontmoetten
konden rapporteren: er is geen tekort
aan arbeidskrachten.
Men is in de Sowjet-Unie geneigd
de geweldige omvang van het vrou
wenwerk aan te merken als sociale
vooruitgang, vooral omdat aan vrou
wen principieel hetzelfde loon wordt
betaald als aan mannen.
Sociale voorzieningen
Om deze vrouwenarbeid mogelijk te
maken heeft men in alle bedrijven uit
gebreide sociale voorzieningen getrof
fen. Men wil de vrouwen in staat stel
len onbezorgd over het lot van laar
kinderen naar de fabriek te gaan. In
Swerdlowsk bleken de meeste gezin
nen drie of vier kinderen te hebben.
Iedere fabrieksleiding gaat trots op
de kinderbewaarplaatsen van het be
drijf, die men niet betreden mag zon
der zich in een witte doktersjas te
hebben gehuld. Aan kinderen besteden
staat, partij en bedrijven veel zorgen,
die in deze bewaarscholen beginnen en
die later in de pioniers- en jeugdorga
nisatie worden voortgezet. Daardoor
wordt een goed stuk der opvoeding uit
het familieverband getrokken en naar
het collectief verband overgeheveld.
Om de werkende vrouwen het win
kelen mogelijk te maken zijn op zon
dag de staatswinkels geopend. In de
door ons bezochte bedrijven waren
overigens ook winkels ingericht, die
de vrouwen in staat stellen op het fa
brieksterrein haar dagelijkse inkopen
te doen. Eén bedrijf had voor de voor
ziening van deze winkels zelfs eigen
boerderijen. Men kan dan ook de wer
kende huisvrouw de fabriekspoort zien