Egyptische afgevaardigde vergiste
zich ettelijke eeuwen
Duizend doden bij explosie in Cali
Amsterdamse winkelier ging
door voor „dominee'.
Zijn de Belgische mijnen
onveilig voor de arbeiders?
Voorschriften ter bestrijding
van pseudo-vogelpest verzacht
PUZZLE
Verouderd argument
Beschuldiging aan Fransen met
Encyclopaedia Britannica weerlegd
Dodelijk ongeval bij
Hoogovens
En benadeelde chr.
bond voor invaliden
Italiaanse regering zette emigratie van
mijnwerkers reeds stop
Katerdag 11 augustus 1956
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
n het door de Eerste Kamer uitge
brachte voorlopig verslag over de
aanhangige wijziging van onze grond
wet worden enkele belangwekkende
Opmerkingen gemaakt over de wijze,
waarop onze grondwet kan worden
Veranderd De thans in gebruik zijnde
Werkwijze dateert al van 1848 en heeft
tich ondanks herhaalde tamelijk felle
aanvallen weten te handhaven. Deze
Werkwijze komt hierop neer, dat er
twee behandelingen zijn van de wijzi-
ingsvoorstellen. Tijdens de eerste be-
landeling heeft de Tweede Kamer
het recht de ingediende voorstellen te
amenderen, terwijl beide Kamers zich
slechts met de helft plus één der uit
gebrachte stemmen voor het voorstel
behoeven te verklaren om dit door
gang te doen vinden.
Nadat de eerste behandeling geheel
is afgesloten worden de beide Kamers
ontbonden en algemene verkiezingen
uitgeschreven. Zo spoedig mogelijk na
het bijeenkomen van de nieuwe Ka
mers worden de in eerste behande
ling aangenomen voorstellen opnieuw
bij de Tweede Kamer aanhangig ge
maakt. Ditmaal mag deze Kamer niet
amenderen, terwijl beide Kamers de
voorstellen met twee derden der uit
gebrachte stemmen moeten aannemen
willen zij na de koninklijke sanctie te
hebben verkregen in de grondwet
worden opgenomen.
Vrijwel algemeen is men het erover
eens, dat het wijzigen van onze
grondwet moeilijker behoort te zijn
dan het intrekken, aanvullen dan wel
veranderen van de gewone wet. Maar
over het „hoe?' van deze moeilijker
procedure bestaan tal van soms vrij
sterk uiteenlopende inzichten. Som
migen verdedigen het geheel laten
verv&llen van de tweede behandeling
om slechts met de dusgenaamde ver
sterkte meerderheid te volstaan. An
deren willen wel de tweede behande
ling met versterkte meerderheid, ech
ter door een afzonderlijk gekozen Ka
mer voor grondwetsherziening. Waar
bij de een dan nog denkt aan de be
staande versterkte meerderheid van
twee-derden, maar een ander dit te
stroef acht en een meerderheid van
drie-vijfden bepleit. Velen tenslotte
menen, dat de thans gevolgde proce
dure nog zo onbevredigend niet werkt
en in het algemeen goede resultaten
afwerpt.
In het in de eerste aanhef genoem
de voorlopig verslag wordt op grond
van de praktische toepassing van deze
procedure van twee zijden kritiek ge
oefend. Steen des aanstoots is, dat de
herzieningsverkiezingen samenvallen
met de gewone vierjaarlijkse verkie
zingen. Zodat, aldus de ene kritiek,
het kabinet dat immers aan de voor
avond van gewone verkiezingen zijn
ontslag pleegt aan te bieden, óf zijn
eigen voorstellen tot grondwetswijzi
ging tijdens de tweede behandeling in
het geheel niet meer verdedigt, omdat
er inmiddels een nieuw kabinet is op
getreden, óf de verdediging nog slechts
als demissionair kabinet, gelijk thans
het geval is, kan voeren. Van andere
zijde meende men in elk geval mede
als gevolg van dit samenvallen te mo
gen vaststellen, dat „de voorgestelde
grondwetswijzigingen niet het onder
werp zijn geweest van de aandacht
der kiezers". En vroeg men zich af
of op deze wijze een tweede behan
deling p'eerdiik nog wel zin heeft.
Het wil ons voorkomen, dat de kern
van 't hier in discussie zijnde pro
bleem is de vraag: Welke is eigenlijk
de betekenis van de verkiezingen tus
sen de beide behandelingen van een
grondwetswijziging? En niemand zal
toch in ernst willen volhouden, dat
de gewone verkiezingen als regel wel,
maar tussentijdse verkiezingen ge
woonlijk geen gevolgen voor het zit
tende kabinet met zich moeten bren
gen. Dit zou immers in flagrante
strijd zijn met de grondregelen van
ons parlementair bestel als in de tach
tiger jaren bevestigd en komt dan ook
niet voor. Slechts is er dit verschil
met de periode vóór de invoering van
de evenredige vertegenwoordiging in
1918, dat het zittende kabinet toen de
uitslag der verkiezingen afwachtte en
na een overwinning ais in 1909 aan
bleef.
Van oudsher is er over de betekenis
van de verkiezingen tussen de beide
behandelingen verschil van mening
geweest. Voor de één, meer of minder
denkende uit de gedachtenwereld van
de volkssoevereiniteit, was deze be
tekenis: de mogelijkheid voor de kie-
ter om na zorgvuldig wikken en we
gen van het voor en tegen van de in
gediende voorstellen zijn standpunt
door middel van zijn stembiljet ken
baar te maken; in diepste wezen dus
een soort van beslissend referendum.
Maar voor de ander lag de betekenis
der verkiezingen in de mogelijkheid
om de algemene opvattingen inzake
wetgeving en bestuur, die in de Ka
mers tijdens de eerste behandeling be
stonden, te toetsen aan de algemene
opvattingen ter zake van het kiezer
korps. Geen verkapte volksbeslissing
derhalve, maar het uitoefenen van ge
zonde, algemene volksinvloed..
Principieel kiezen wij onvoorwaar
delijk voor het tweede standpunt. En
het maakt op ons dus bepaald geen
diepe indruk als men overigens over
eenkomstig de werkelijkheid stelt, dat
de nu in behandeling zijnde wijzigin
gen vrijwel geheel aan de aandacht
der kiezers zijn ontsnapt. Wij willen
nog wel een stap verder gaan: Ook
praktisch en dat wordt bevestigd
door alle onderzoekingen in binnen-
en buitenland sedert de tweede we
reldoorlog gedaan is de veronder
stelling als zou de individuele kiezer
voldoende belangstelling en kennis
hebben om de vaak uitermate inge
wikkelde kwesties rond de grondwet
te willen en te kunnen beoordelen
volstrekt onhoudbaar. Wel wil en kan
hij zich bepalen tot een uitspreken
over de algemene regeerlijn.
Het wordt dan ook werkelijk tijd,
dat dit verouderde, principieel ver
werpelijke en zakelijk op drijfzand
rustende argument, slechts althans ten
dele passende bij het census-kiesrecht
met zijn stemrecht uitsluitend voor
weinige „denkenden", definitief ver
dwijnt. Maar het wordt ook tijd, en
dat stemmen wij sommige kritici vol
gaarne toe, dat wij in Nederland eens
ophouden onze grondwet iedere vier
jaar op een of ander onderdeel op de
helling te zetten. Want dit is in strijd
met het wezen van een grondwet en
schadelijk voor haar aanzien.
Prof. Dr. J. J. DE JONG.
Indonesisch proiest in economische en sociale raad der V.N.
GENEVE, 10 augustus. ANP. In de vergadering, waarmee de
zomerzitting van de economische en sociale raad der Ver. Naties
werd besloten, heeft Indonesië geprotesteerd tegen het feit, dat er in
het rapport van het comité voor technische hulpverlening onder de
gebieden, welke in de één of andere vorm technische steun ontvan
gen, enige malen melding wordt gemaakt van Nederlands Nieuw-
Guina. De Indonesische afgevaardigde, dr. A. R. Asmaun, verklaarde,
dat het bewuste gebied onder de naam West-Irian een integrerend
deel van de Republiek Indonesië uitmaakt. Hij protesteerde, omdat
het comité dit betwiste gebied onder een foutieve naam In het rap
port had vermeld.
„Wij allen weten, dat Indonesië aan
spraak maakt op Ned. Nieuw Guinea",
antwoordde de Nederlandse afgevaar
digde, mr. C. W. A. Schurmann, „maar
het is alle leden van deze raad ook be
kend, dat Nederlands Nieuw-Guinea
een integrerend deel van het konink
rijk der Nederlanden uitmaakt.
De naam, zoals deze in het rapport
vermeld is, is dus correct".
De president van de raad, de Noor
Hans Engen, zei daarop, dat zowel
de Indonesische als de Nederlandse
verklaring in de notulen van de ver
gadering zouden worden opgenomen.
Daarmee was dit incidentje tussen
de twee delegaties, die overigens tij
dens deze zitting van de Ecosoc in
goede verstandhouding hebben sa
mengewerkt, geëindigd.
ERNSTIGER INCIDENT
Een ernstiger incident, dat de har
monische sfeer van de slotzitting tijde
lijk verstoorde, hoewel het ook een hu
moristische kant had, speelde zich af
tussen de Franse en Egyptische dele
gaties naar aanleiding van de kwestie
van het Suezkanaal. Tijdens de discus
sies over de hulpverlening van onder
ontwikkelde landen was van Franse
zijde verklaard, dat de Egyptische ac
tie het westelijke vertrouwen in die
landen had geschokt en daarop was
door Egypte gereageerd met een zeer
felle beschuldiging aan het adres van
de „koloniale mogendheden".
De Egyptische afgevaardigde zei
toen o.a. dat het graven van het ka
naal aan 120.000 Egyptische arbeiders
het leven had gekost. Nu kwam de
Franse gedelegeerde op die beschuldi
ging terug. Hij zei, dat zijn delegatie
er ijverig naar had gespeurd hoe en
wanneer die 120.000 Egyptenaren om
het leven waren gekomen en dat zij
het antwoord tenslotte hadden gevon
den in de Encyclopaedia Britannica.
IETS EERDER
Deze vermeldde namelijk, dat er
120.000 man waren omgekomen bij een
mislukte poging van de Pharao Necho,
ondernomen in het jaar 609 voor Chris
tus, om de Middellandse Zee door een
kanaal met de Rode Zee te verbinden...
De Egyptenaar was door deze ont
hulling blijkbaar uit het veld geslagen.
Hij wist er alleen op te antwoorden,
dat hjj bij het graven van het Suez
kanaal, als gevolg van de slechte be
huizing van de arbeiders, een epide
mie had plaats gevonden. Maar hij
noemde het getal van 120.000 slachtof
fers niet meer. Wel ging hij in op het
feit, dat niet de kanaalmaatschappij
maar de Egyptische regering indertijd
onder pressie de Egyptische arbeiders
had betaald, waarna hij besloot met te
zeggen, hoe ernstig hij het betreurde,
dat de koloniale mogendheden blijk
baar probeerden de raad voor politieke
propaganda te gebruiken.
RESOLUTIES
Overigens heeft de raad donder
dag zijn goedkeuring gehecht aan al
le resoluties, die door de commissies
waren aangenomen, en in de meeste
gevallen was de aanvaarding deze
keer eenstemmig. Ook de resolutie
over het „Sunfed"-plan werd thans
unanief goedgekeurd, omdat de Ver.
Staten en Engeland ditmaal hun
stem gaven.
De Nederlandse afgevaardigde zei
echter het niet eens te kunnen zijn
met de Amerikaanse opmerking, dat
deze resolutie een stap vooruit bete
kende. Zij had de verwezenlijking van
het plan volgens Nederlandse opvat
ting in het geheel niet dichterbij ge
bracht. De heer Schurmann betreurde
het, dat de raad in dit opzicht zijn taak
niet had volbracht. Nederland had
voor de resolutie gestemd, om de een
voudige reden, dat deze onder de hui
dige politieke omstandigheden „geen
kwaad kon", maar het behield zich
zijn houding op de komende algemene
vergadering van de Ver. Naties voor.
De Nederlandse woordvoerder sprak
de hoop uit, dat er, als die vergadering
over enige maanden bijeenkomt, een
beter politiek klimaat voor „Sunfed"
zal heersen. Nederland zal dan al het
mogelijke doen om het fonds tot stand
te helpen brengen.
IJMUIDEN, 10 aug. In de in aan
bouw zijnde zeverij van de nieuwe
sintelinstallatie op het IJmuidense
hoogovensterrein is een ongeluk ge
beurd, dat de 31-jarige gehuwde ar
beider W. Chouliac uit Antwerpen het
leven heeft gekost. Hij was met een
collega uit Antwerpen, in dienst van
de firma Fabricon uit Haren bij Brus
sel, bezig met het aandraaien van
bouten, die op een hoogte van ruim
2% meter in een dubbelwandig tus-
senschot waren bevestigd. De man
nen gebruikten een leeg olievat als
standplaats en dit vat stond weer op
een werkvloer die over een zes me
ter diepe put lag. Toen het vat om
viel kwamen de beide mannen naast
de werkvloer in de open put terecht.
C. is ter plaatse aan ernstige hoofd
wonden overleden. Zijn collega, J. v.
d. Taele, is met pijn in de rug, borst
en linkerarm In het ziekenhuis opge-
1 nomen.
Zes maanden geëist wegens verduistering
AMSTERDAM, 10 aug. Een 28-
jarige winkelier uit Amsterdam
T. A. van B., die voor sommige
van zijn medewerkers in de evan
gelisatie als „dominee" doorging,
omdat hij „ds" voor zijn naam zet
te, had als voorzitter van de chris
telijke bond voor invaliden enige
tijd de functie van penningmeester
waargenomen en toen een reke^
ning van 117,voor voldaan ge
tekend, die nog niet was betaald.
Daarom heeft hij wegens verduis
tering terecht gestaan voor de
rechtbank, waar een vinnige pen-
ningmeesteresse een boekje over
de „dominee" wilde open doen.
Maar één der rechters coupeerde
deze getuige met de opmerking, dat
alles reeds in de stukken stond. Hij
vroeg daarop aan verdachte hoe hij
ertoe kwam om enerzijds het bestuur
op te roepen tot eenheid en samen
werking voor het nastreven van het
ideële doel en anderzijds het bestuur
steeds voor te houden, dat hij als
voorzitter de beslissingen in handen
had.
„Ik heb mijn uiterste best ge
daan om de bond tot een goed wer
kende organisatie op te bouwen.
gefaald", zei de ver-
Helaas heb ik gefaald", ze
dachte op plechtige toon.
„U hebt alles te veel alleen opge
zet en u had veel te weinig contact
met de andere bestuursleden" ver
weet de rechter, mr. R. de Waard,
hem.
De officier van justitie noemde de
verduistering van bondsgelden een
zeer ernstig delict, vooral doordat
verdachte heeft getracht vertrouwen
te wekken als dominee, terwijl hij 'n
strafblad bezit met vier veroordelin
gen met totaal twee jaar gevangenis
straf en terwijl hij nog in een proef
tijd van een vorige straf liep. Reke
ning houdend met de mogelijkheid dat
deze straf in een onvoorwaardelijke
zal worden omgezet, eiste de officier
6 maanden gevangenisstraf.
In zijn laatste woord vroeg ver
dachte op zijn plechtige toon clemen
tie wegens zijn financiële en huiselijke
omstandigheden.
De rechtbank zal 17 augustus von
nis wijzen.
In Indramaju in West-Java wer
den drie dorpelingen gedood en zes
gewond tijdens een gevecht tussen
gewapende bandieten en de veilig
heidswacht.
Een ontploffing van zeven vracht
wagens, geladen met munitie, dyna
miet en benzine heeft in de Colum-
biaanse stad Cali dood en verderf ge
zaaid. De explosie, die in de vroege
morgenuren uermoedelfjk door sabo
teurs werd veroorzaakt, sloeg een gat
in de aarde van veertig meter diep
en zeventig meter doorsnee en maakte
een groot gedeelte van de stad, die
90.000 inwoners telde, tot een ontzag
lijke puinhoop. Volgens officieuze be
richten zouden onder de bewoners
van Cali, waarvan de meesten in hun
slaap werden getroffen, ongeveer dui
zend doden en evenveel gewonden zijn
gevallen.
De foto toont reddingsploegen met
bulldozers (links) en draglines (rechts)
bezig met het opruimingswerk in de
onontwarbare chaos.
DJAKARTA, 10 aug. (A.F.P.)
Drie soldaten zijn geaood en zeven
ernstig gewond in gevechten, die het
gevolg waren van een onverwachte
aanval van 150 zwaar bewapende op
standelingen op de legerpost te Tji-
perang in het zuidoostelijk deel van
West-Ja va.
Prins Bernhard en oudste twee
Prinsessen naar Spa
's-GRAVENHAGE, 10 aug. Prin
ses Irene maakt, zoals bekend, deel
uit van de Nederlandse ploeg, die
door de stichting Nederlandse Hip
pische Sportbond aangewezen is voor
de internationale jeugdkampioen
schappen springen, welke van 11 tot
14 augustus te Spa gehouden worden.
Vergezeld van Prins Bernhard en
Prinses Beatrix is Prinses Irene he
denmiddag per vliegtuig van Soes-
terberg vertrokken. Onmiddellijk na
afloop van de wedstrijden zal de te
rugreis aanvaard worden.
Grote verontwaardiging in Italië
De Italiaanse minister van arbeid Vigorelli heeft voor zijn
vertrek uit Rome naar België dit gezegd; „Het ogenblik
is nu gekomen om vast te stellen waar de verantwoorde-
lijkheid ligt. Intussen zal de regering alles doen om de in het
buitenland werkende Italianen te beschermen". Met deze
woorden werd openbaar uiting gegeven aan wat reeds lange
tijd moeilijkheden gaf tussen de Belgische en de Italiaanse
autoriteiten, n.l. de veiligheid der Italiaanse mijnwerkers in
de Belgische mijnen. De Italiaanse kranten brengen in grote
opmaak artikelen, die boordevol zijn met kritiek op de Bel
gische mijnen en waarin met grote verontwaardiging wordt
gezegd, dat de mijnwerkers in Marcinelle van het ontbreken
van afdoende veiligheidsmaatregelen het slachtoffer zijn ge
worden.
Dit alles is wel één van de
meest trieste kanten van het ver
schrikkelijke mijndrama daar in
de Börinage. Het past ons niet in
het minst een oordeel uit te
spreken over de juistheid van de
beweringen. Zeker niet, voordat
het officiële onderzoek heeft uit
gewezen welke de oorzaak is van
deze mijnramp. Het is altijd zo
gemakkelijk schuldigen aan te
wijzen, maar het is tevens een
zéér gevaarlijk spel.
Hiermee is echter niet alles
gezegd. Er zijn verschillende om
standigheden, die de ongerust
heid en de verontwaardiging
verklaren. Van de Italiaanse
mijnarbeiders, die ongeveer
een derde uitmaken van het to
tale Belgische mijnwerkerskorps,
zijn er naar berekeningen van
Het gesprek
van de dag
de Italiaanse pers in de afgelo
pen negen jaren niet minder dan
453 om het leven gekomen bij
Belgische mijnrampen. Daar zijn
de slachtoffers van de ramp in
Marcinelle niet bijgeteld. Reeds
eerder was er een verklaring
van de Italiaanse vakbonden,
volgens welke de veiligheids
maatregelen in de Belgische mij
nen onvoldoende zijn.
Deze Italiaanse arbeiders zijn
zwervers. Niet, omdat zij het
niet naar hun zin hebben in
eigen land, maar omdat zij daar
geen werk kunnen vinden en dus
niet kunnen zorgen voor hun
vrouwen en kinderen. België
heeft deze mensen graag. Het
kan zelf niet in het tekort aan
mijnwerkers voorzien en tracht
dus doorlopend arbeiders uit
andere landen aan te trekken.
Emigratie gestaakt
Vroegere mijnrampen in Bel
gië waren voor de Italiaanse re
gering aanleiding geweest de
emigratie van Italiaanse mijn
werkers tot nader order stop te
zetten. Als gevolg daarvan kre
gen enkele Italianen zitting in de
Belgische veiligheidscommissie.
De Hoge Autoriteit van de Euro
pese Gemeenschap voor Kolen
en Staal nam op zich te bemid
delen tusen de Belgen en de Ita
lianen, maar tot op dit moment
zijn er nog geen resultaten be
reikt.
De Italianen blijven op hun
standpunt staan en zijn o.m. van
mening, dat het hele loonsy
steem zodanig is, dat aan de vei
ligheidsmaatregelen niet vol
doende aandacht kan worden be
steed. De Belgen stellen daarte
genover, dat deze kwestie alleen
hen aangaat. Zij verzetten zich
tegen wijzigingen in het loonsy
steem. Uit berichten blijkt, dat
de Belgen enige tijd geleden een
overeenkomst hebben getroffen
met Spanje voor de emigratie
van Spaanse mijnwerkers, ter
wijl ook in Griekenland wordt
gepoogd mijnwerkers aan te
trekken.
De vraag is wat de Hoge Auto
riteit aan deze bedenkelijke si
tuatie kan doen. In vergelijking
met de Nederlandse en de Duitse
mijnen zijn die in de Borinage
verouderd. Zuiver economisch
gezien zouden zij allang gesloten
zijn, maar overwegingen van so
ciale aard beletten het nemen
van deze beslissing. Nu is het zo,
dat de produktiekosten van de
ze mijnen zo hoog zijn, dat de
Belgische mijnen zonder subsi
dies niet zouden kunnen con
curreren.
Grote bedragen nodig
Het zal bijzonder moeilijk zijn
de Belgische regering te ver
plichten afdoende maatregelen
te treffen. Zij is op haar territoir
-autonoom, ondanks de E.G.K.S.,
die andere landen reeds laat
subsidiëren, o.a. Nederland. Om
de Belgische mijnen op peil te
brengen zullen grote bedragen
nodig zijn. Geen der in de E.G.
K.S. deelnemende landen zal er
voor te vinden zijn nog eens ex
tra te gaan betalen om België in
de gelegenheid te stellen zijn
mijnwezen op te vijzelen. Maar
daar staat als keihard feit tegen
over de zich herhalende rampen.
Zijn mensenlevens dan toch
minder belangrijk dan econo
mische overwegingen? Moeten
dan oude mijnen, die niet renda
bel zijn, maar blijven werken
om, ja waarom eigenlijk? Men
zou daar vrede mee kunnen heb
ben, als zij zodanig modern ge
outilleerd waren, dat het levens
gevaar voor de arbeiders niet
groter was dan in andere mij
nen. Gemakkelijk zal het niet
djn om hier tot een oplossing te
komen, maar bij het zoeken
daarvan zal het leven van een
mijnwerker van meer betekenis
moeten zijn dan al het andere!
's-GRAVENHAGE, 10 aug.
De nieuwe voorschriften ter be
strijding van de pseudo-vogelpest,
welke op 15 augustus van kracht
vorden, zijn ten opzichte van de
iu geldende voorschriften minder
stringent.
Het aantal gevallen van pseudo- vo
gelpest is in ons land dank zij de ge
troffen bestrijdingsmaatregelen de
laatste jaren voortdurend afgenomen,
zodat de bepalingen ten aanzien van
de in- en doorvoer en het vervoer van
pluimvee op een aantal punten ver
zacht kunnen worden.
De voorschriften hebben voortaan
alleen betrekking op de hoenderach-
tigen en kalkoenen. Eenden en gan
zen vallen daar niet meer onder, aan
gezien gebleken is, dat deze soorten
nagenoeg niet door psoudo-vogelpest
worden aangetast.
De zgn. grensstrook, waarbinnen al
le vervoer en het houden van verko
pingen van pluimvee verboden en de
markten geschorst waren, komt te ver
vallen.
De in- en doorvoerregeling is enigs
zins verruimd. Duiven vallen daar
niet meer onder, evenmin als con
sumptie-eieren.
Volgens de oude bepalingen was 't
vervoer van gebruikspluimvee buiten
de thans vervallen grensstrook slechts
toegestaan voor zover het kuikens be
trof en oudere dieren tot ten hoogste
30 stuks rechtstreeks van de ene
pluimveehouder naar de andere.
De huidige situatie maakt het mo
gelijk de beperking tot 30 stuks (van
pluimveehouder naar pluimveehou
der) te schrappen. Voorts wordt het
vervoer van jonge hennen door de
handel onder bepaalde voorwaarden
toegestaan tussen 1 februari en 1 ok
tober van de ene pluimveehouder naar
de andere, desgewenst via het bedrijf
van de handelaar.
VANDAAG EENS
KRUISWOORDRAADSEL
Z
3
A
3
b
3J1
J>ü
3^
J7
J>ti
J>l
bb
55
OO
bl
•MO
'1
b5
bö
fc*
bj»
Al
ÏA
bb
by
71
O
33
7^>
7A
VI
A3
IA
bU
7>
y
ëW
til
AA
i5
1L<0
bi
A3
l6
Ü.J>
Lu
LLo
Van buiten naar binnen toe woorden
invullen die voldoen aan onderstaande
omschrijvingen. Welk woord ontstaat
dan in het dubbel omlijnde gedeelte?
Van 1 naar 9 Cirkelgang, 810 oude
heer, 917 boordsel, 1523 aankleding,
2126 jaarboekje, 2530 fijn tafellinnen,
2935 afdruk, 3440 kommervolle om
standigheden, 39—47 niets ontziende rover,
4656 hefwerktuig, krik, 5358 na, 57
61 heideplant, 6063 aanlegplaats voor
schepen, 6266 duivel, 6572 zonder het
zelf te weten, 7176 zoete zelfstandigheid,
75—79 hoop gedroogd gras, 78—81 delfstof.
Oplossing vorige puzzle
HORIZONTAAL: 1 Krent, 5 la, 6 doel,
8 mi, 9,heg, 10 A.M., 13 ama, 14 doorslaan,
16 Eva, 17 le, 18 oef, 19 re, 20 rede, 22 ei,
23 benig.
VERTICAAL: 1 Ka, 2 edelsteen, 3 nog,
4 te, 5 li, 7 lama, 8 model, 11 manie, 12 boa,
13 aak, 15 over, 18 ode, 19 R.I., 21 eb, 22 eg.