Egyptische afgevaardigde vergiste zich ettelijke eeuwen Duizend doden bij explosie in Cali Amsterdamse winkelier ging door voor „dominee'. Zijn de Belgische mijnen onveilig voor de arbeiders? Voorschriften ter bestrijding van pseudo-vogelpest verzacht PUZZLE Verouderd argument Beschuldiging aan Fransen met Encyclopaedia Britannica weerlegd Dodelijk ongeval bij Hoogovens En benadeelde chr. bond voor invaliden Italiaanse regering zette emigratie van mijnwerkers reeds stop Katerdag 11 augustus 1956 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 n het door de Eerste Kamer uitge brachte voorlopig verslag over de aanhangige wijziging van onze grond wet worden enkele belangwekkende Opmerkingen gemaakt over de wijze, waarop onze grondwet kan worden Veranderd De thans in gebruik zijnde Werkwijze dateert al van 1848 en heeft tich ondanks herhaalde tamelijk felle aanvallen weten te handhaven. Deze Werkwijze komt hierop neer, dat er twee behandelingen zijn van de wijzi- ingsvoorstellen. Tijdens de eerste be- landeling heeft de Tweede Kamer het recht de ingediende voorstellen te amenderen, terwijl beide Kamers zich slechts met de helft plus één der uit gebrachte stemmen voor het voorstel behoeven te verklaren om dit door gang te doen vinden. Nadat de eerste behandeling geheel is afgesloten worden de beide Kamers ontbonden en algemene verkiezingen uitgeschreven. Zo spoedig mogelijk na het bijeenkomen van de nieuwe Ka mers worden de in eerste behande ling aangenomen voorstellen opnieuw bij de Tweede Kamer aanhangig ge maakt. Ditmaal mag deze Kamer niet amenderen, terwijl beide Kamers de voorstellen met twee derden der uit gebrachte stemmen moeten aannemen willen zij na de koninklijke sanctie te hebben verkregen in de grondwet worden opgenomen. Vrijwel algemeen is men het erover eens, dat het wijzigen van onze grondwet moeilijker behoort te zijn dan het intrekken, aanvullen dan wel veranderen van de gewone wet. Maar over het „hoe?' van deze moeilijker procedure bestaan tal van soms vrij sterk uiteenlopende inzichten. Som migen verdedigen het geheel laten verv&llen van de tweede behandeling om slechts met de dusgenaamde ver sterkte meerderheid te volstaan. An deren willen wel de tweede behande ling met versterkte meerderheid, ech ter door een afzonderlijk gekozen Ka mer voor grondwetsherziening. Waar bij de een dan nog denkt aan de be staande versterkte meerderheid van twee-derden, maar een ander dit te stroef acht en een meerderheid van drie-vijfden bepleit. Velen tenslotte menen, dat de thans gevolgde proce dure nog zo onbevredigend niet werkt en in het algemeen goede resultaten afwerpt. In het in de eerste aanhef genoem de voorlopig verslag wordt op grond van de praktische toepassing van deze procedure van twee zijden kritiek ge oefend. Steen des aanstoots is, dat de herzieningsverkiezingen samenvallen met de gewone vierjaarlijkse verkie zingen. Zodat, aldus de ene kritiek, het kabinet dat immers aan de voor avond van gewone verkiezingen zijn ontslag pleegt aan te bieden, óf zijn eigen voorstellen tot grondwetswijzi ging tijdens de tweede behandeling in het geheel niet meer verdedigt, omdat er inmiddels een nieuw kabinet is op getreden, óf de verdediging nog slechts als demissionair kabinet, gelijk thans het geval is, kan voeren. Van andere zijde meende men in elk geval mede als gevolg van dit samenvallen te mo gen vaststellen, dat „de voorgestelde grondwetswijzigingen niet het onder werp zijn geweest van de aandacht der kiezers". En vroeg men zich af of op deze wijze een tweede behan deling p'eerdiik nog wel zin heeft. Het wil ons voorkomen, dat de kern van 't hier in discussie zijnde pro bleem is de vraag: Welke is eigenlijk de betekenis van de verkiezingen tus sen de beide behandelingen van een grondwetswijziging? En niemand zal toch in ernst willen volhouden, dat de gewone verkiezingen als regel wel, maar tussentijdse verkiezingen ge woonlijk geen gevolgen voor het zit tende kabinet met zich moeten bren gen. Dit zou immers in flagrante strijd zijn met de grondregelen van ons parlementair bestel als in de tach tiger jaren bevestigd en komt dan ook niet voor. Slechts is er dit verschil met de periode vóór de invoering van de evenredige vertegenwoordiging in 1918, dat het zittende kabinet toen de uitslag der verkiezingen afwachtte en na een overwinning ais in 1909 aan bleef. Van oudsher is er over de betekenis van de verkiezingen tussen de beide behandelingen verschil van mening geweest. Voor de één, meer of minder denkende uit de gedachtenwereld van de volkssoevereiniteit, was deze be tekenis: de mogelijkheid voor de kie- ter om na zorgvuldig wikken en we gen van het voor en tegen van de in gediende voorstellen zijn standpunt door middel van zijn stembiljet ken baar te maken; in diepste wezen dus een soort van beslissend referendum. Maar voor de ander lag de betekenis der verkiezingen in de mogelijkheid om de algemene opvattingen inzake wetgeving en bestuur, die in de Ka mers tijdens de eerste behandeling be stonden, te toetsen aan de algemene opvattingen ter zake van het kiezer korps. Geen verkapte volksbeslissing derhalve, maar het uitoefenen van ge zonde, algemene volksinvloed.. Principieel kiezen wij onvoorwaar delijk voor het tweede standpunt. En het maakt op ons dus bepaald geen diepe indruk als men overigens over eenkomstig de werkelijkheid stelt, dat de nu in behandeling zijnde wijzigin gen vrijwel geheel aan de aandacht der kiezers zijn ontsnapt. Wij willen nog wel een stap verder gaan: Ook praktisch en dat wordt bevestigd door alle onderzoekingen in binnen- en buitenland sedert de tweede we reldoorlog gedaan is de veronder stelling als zou de individuele kiezer voldoende belangstelling en kennis hebben om de vaak uitermate inge wikkelde kwesties rond de grondwet te willen en te kunnen beoordelen volstrekt onhoudbaar. Wel wil en kan hij zich bepalen tot een uitspreken over de algemene regeerlijn. Het wordt dan ook werkelijk tijd, dat dit verouderde, principieel ver werpelijke en zakelijk op drijfzand rustende argument, slechts althans ten dele passende bij het census-kiesrecht met zijn stemrecht uitsluitend voor weinige „denkenden", definitief ver dwijnt. Maar het wordt ook tijd, en dat stemmen wij sommige kritici vol gaarne toe, dat wij in Nederland eens ophouden onze grondwet iedere vier jaar op een of ander onderdeel op de helling te zetten. Want dit is in strijd met het wezen van een grondwet en schadelijk voor haar aanzien. Prof. Dr. J. J. DE JONG. Indonesisch proiest in economische en sociale raad der V.N. GENEVE, 10 augustus. ANP. In de vergadering, waarmee de zomerzitting van de economische en sociale raad der Ver. Naties werd besloten, heeft Indonesië geprotesteerd tegen het feit, dat er in het rapport van het comité voor technische hulpverlening onder de gebieden, welke in de één of andere vorm technische steun ontvan gen, enige malen melding wordt gemaakt van Nederlands Nieuw- Guina. De Indonesische afgevaardigde, dr. A. R. Asmaun, verklaarde, dat het bewuste gebied onder de naam West-Irian een integrerend deel van de Republiek Indonesië uitmaakt. Hij protesteerde, omdat het comité dit betwiste gebied onder een foutieve naam In het rap port had vermeld. „Wij allen weten, dat Indonesië aan spraak maakt op Ned. Nieuw Guinea", antwoordde de Nederlandse afgevaar digde, mr. C. W. A. Schurmann, „maar het is alle leden van deze raad ook be kend, dat Nederlands Nieuw-Guinea een integrerend deel van het konink rijk der Nederlanden uitmaakt. De naam, zoals deze in het rapport vermeld is, is dus correct". De president van de raad, de Noor Hans Engen, zei daarop, dat zowel de Indonesische als de Nederlandse verklaring in de notulen van de ver gadering zouden worden opgenomen. Daarmee was dit incidentje tussen de twee delegaties, die overigens tij dens deze zitting van de Ecosoc in goede verstandhouding hebben sa mengewerkt, geëindigd. ERNSTIGER INCIDENT Een ernstiger incident, dat de har monische sfeer van de slotzitting tijde lijk verstoorde, hoewel het ook een hu moristische kant had, speelde zich af tussen de Franse en Egyptische dele gaties naar aanleiding van de kwestie van het Suezkanaal. Tijdens de discus sies over de hulpverlening van onder ontwikkelde landen was van Franse zijde verklaard, dat de Egyptische ac tie het westelijke vertrouwen in die landen had geschokt en daarop was door Egypte gereageerd met een zeer felle beschuldiging aan het adres van de „koloniale mogendheden". De Egyptische afgevaardigde zei toen o.a. dat het graven van het ka naal aan 120.000 Egyptische arbeiders het leven had gekost. Nu kwam de Franse gedelegeerde op die beschuldi ging terug. Hij zei, dat zijn delegatie er ijverig naar had gespeurd hoe en wanneer die 120.000 Egyptenaren om het leven waren gekomen en dat zij het antwoord tenslotte hadden gevon den in de Encyclopaedia Britannica. IETS EERDER Deze vermeldde namelijk, dat er 120.000 man waren omgekomen bij een mislukte poging van de Pharao Necho, ondernomen in het jaar 609 voor Chris tus, om de Middellandse Zee door een kanaal met de Rode Zee te verbinden... De Egyptenaar was door deze ont hulling blijkbaar uit het veld geslagen. Hij wist er alleen op te antwoorden, dat hjj bij het graven van het Suez kanaal, als gevolg van de slechte be huizing van de arbeiders, een epide mie had plaats gevonden. Maar hij noemde het getal van 120.000 slachtof fers niet meer. Wel ging hij in op het feit, dat niet de kanaalmaatschappij maar de Egyptische regering indertijd onder pressie de Egyptische arbeiders had betaald, waarna hij besloot met te zeggen, hoe ernstig hij het betreurde, dat de koloniale mogendheden blijk baar probeerden de raad voor politieke propaganda te gebruiken. RESOLUTIES Overigens heeft de raad donder dag zijn goedkeuring gehecht aan al le resoluties, die door de commissies waren aangenomen, en in de meeste gevallen was de aanvaarding deze keer eenstemmig. Ook de resolutie over het „Sunfed"-plan werd thans unanief goedgekeurd, omdat de Ver. Staten en Engeland ditmaal hun stem gaven. De Nederlandse afgevaardigde zei echter het niet eens te kunnen zijn met de Amerikaanse opmerking, dat deze resolutie een stap vooruit bete kende. Zij had de verwezenlijking van het plan volgens Nederlandse opvat ting in het geheel niet dichterbij ge bracht. De heer Schurmann betreurde het, dat de raad in dit opzicht zijn taak niet had volbracht. Nederland had voor de resolutie gestemd, om de een voudige reden, dat deze onder de hui dige politieke omstandigheden „geen kwaad kon", maar het behield zich zijn houding op de komende algemene vergadering van de Ver. Naties voor. De Nederlandse woordvoerder sprak de hoop uit, dat er, als die vergadering over enige maanden bijeenkomt, een beter politiek klimaat voor „Sunfed" zal heersen. Nederland zal dan al het mogelijke doen om het fonds tot stand te helpen brengen. IJMUIDEN, 10 aug. In de in aan bouw zijnde zeverij van de nieuwe sintelinstallatie op het IJmuidense hoogovensterrein is een ongeluk ge beurd, dat de 31-jarige gehuwde ar beider W. Chouliac uit Antwerpen het leven heeft gekost. Hij was met een collega uit Antwerpen, in dienst van de firma Fabricon uit Haren bij Brus sel, bezig met het aandraaien van bouten, die op een hoogte van ruim 2% meter in een dubbelwandig tus- senschot waren bevestigd. De man nen gebruikten een leeg olievat als standplaats en dit vat stond weer op een werkvloer die over een zes me ter diepe put lag. Toen het vat om viel kwamen de beide mannen naast de werkvloer in de open put terecht. C. is ter plaatse aan ernstige hoofd wonden overleden. Zijn collega, J. v. d. Taele, is met pijn in de rug, borst en linkerarm In het ziekenhuis opge- 1 nomen. Zes maanden geëist wegens verduistering AMSTERDAM, 10 aug. Een 28- jarige winkelier uit Amsterdam T. A. van B., die voor sommige van zijn medewerkers in de evan gelisatie als „dominee" doorging, omdat hij „ds" voor zijn naam zet te, had als voorzitter van de chris telijke bond voor invaliden enige tijd de functie van penningmeester waargenomen en toen een reke^ ning van 117,voor voldaan ge tekend, die nog niet was betaald. Daarom heeft hij wegens verduis tering terecht gestaan voor de rechtbank, waar een vinnige pen- ningmeesteresse een boekje over de „dominee" wilde open doen. Maar één der rechters coupeerde deze getuige met de opmerking, dat alles reeds in de stukken stond. Hij vroeg daarop aan verdachte hoe hij ertoe kwam om enerzijds het bestuur op te roepen tot eenheid en samen werking voor het nastreven van het ideële doel en anderzijds het bestuur steeds voor te houden, dat hij als voorzitter de beslissingen in handen had. „Ik heb mijn uiterste best ge daan om de bond tot een goed wer kende organisatie op te bouwen. gefaald", zei de ver- Helaas heb ik gefaald", ze dachte op plechtige toon. „U hebt alles te veel alleen opge zet en u had veel te weinig contact met de andere bestuursleden" ver weet de rechter, mr. R. de Waard, hem. De officier van justitie noemde de verduistering van bondsgelden een zeer ernstig delict, vooral doordat verdachte heeft getracht vertrouwen te wekken als dominee, terwijl hij 'n strafblad bezit met vier veroordelin gen met totaal twee jaar gevangenis straf en terwijl hij nog in een proef tijd van een vorige straf liep. Reke ning houdend met de mogelijkheid dat deze straf in een onvoorwaardelijke zal worden omgezet, eiste de officier 6 maanden gevangenisstraf. In zijn laatste woord vroeg ver dachte op zijn plechtige toon clemen tie wegens zijn financiële en huiselijke omstandigheden. De rechtbank zal 17 augustus von nis wijzen. In Indramaju in West-Java wer den drie dorpelingen gedood en zes gewond tijdens een gevecht tussen gewapende bandieten en de veilig heidswacht. Een ontploffing van zeven vracht wagens, geladen met munitie, dyna miet en benzine heeft in de Colum- biaanse stad Cali dood en verderf ge zaaid. De explosie, die in de vroege morgenuren uermoedelfjk door sabo teurs werd veroorzaakt, sloeg een gat in de aarde van veertig meter diep en zeventig meter doorsnee en maakte een groot gedeelte van de stad, die 90.000 inwoners telde, tot een ontzag lijke puinhoop. Volgens officieuze be richten zouden onder de bewoners van Cali, waarvan de meesten in hun slaap werden getroffen, ongeveer dui zend doden en evenveel gewonden zijn gevallen. De foto toont reddingsploegen met bulldozers (links) en draglines (rechts) bezig met het opruimingswerk in de onontwarbare chaos. DJAKARTA, 10 aug. (A.F.P.) Drie soldaten zijn geaood en zeven ernstig gewond in gevechten, die het gevolg waren van een onverwachte aanval van 150 zwaar bewapende op standelingen op de legerpost te Tji- perang in het zuidoostelijk deel van West-Ja va. Prins Bernhard en oudste twee Prinsessen naar Spa 's-GRAVENHAGE, 10 aug. Prin ses Irene maakt, zoals bekend, deel uit van de Nederlandse ploeg, die door de stichting Nederlandse Hip pische Sportbond aangewezen is voor de internationale jeugdkampioen schappen springen, welke van 11 tot 14 augustus te Spa gehouden worden. Vergezeld van Prins Bernhard en Prinses Beatrix is Prinses Irene he denmiddag per vliegtuig van Soes- terberg vertrokken. Onmiddellijk na afloop van de wedstrijden zal de te rugreis aanvaard worden. Grote verontwaardiging in Italië De Italiaanse minister van arbeid Vigorelli heeft voor zijn vertrek uit Rome naar België dit gezegd; „Het ogenblik is nu gekomen om vast te stellen waar de verantwoorde- lijkheid ligt. Intussen zal de regering alles doen om de in het buitenland werkende Italianen te beschermen". Met deze woorden werd openbaar uiting gegeven aan wat reeds lange tijd moeilijkheden gaf tussen de Belgische en de Italiaanse autoriteiten, n.l. de veiligheid der Italiaanse mijnwerkers in de Belgische mijnen. De Italiaanse kranten brengen in grote opmaak artikelen, die boordevol zijn met kritiek op de Bel gische mijnen en waarin met grote verontwaardiging wordt gezegd, dat de mijnwerkers in Marcinelle van het ontbreken van afdoende veiligheidsmaatregelen het slachtoffer zijn ge worden. Dit alles is wel één van de meest trieste kanten van het ver schrikkelijke mijndrama daar in de Börinage. Het past ons niet in het minst een oordeel uit te spreken over de juistheid van de beweringen. Zeker niet, voordat het officiële onderzoek heeft uit gewezen welke de oorzaak is van deze mijnramp. Het is altijd zo gemakkelijk schuldigen aan te wijzen, maar het is tevens een zéér gevaarlijk spel. Hiermee is echter niet alles gezegd. Er zijn verschillende om standigheden, die de ongerust heid en de verontwaardiging verklaren. Van de Italiaanse mijnarbeiders, die ongeveer een derde uitmaken van het to tale Belgische mijnwerkerskorps, zijn er naar berekeningen van Het gesprek van de dag de Italiaanse pers in de afgelo pen negen jaren niet minder dan 453 om het leven gekomen bij Belgische mijnrampen. Daar zijn de slachtoffers van de ramp in Marcinelle niet bijgeteld. Reeds eerder was er een verklaring van de Italiaanse vakbonden, volgens welke de veiligheids maatregelen in de Belgische mij nen onvoldoende zijn. Deze Italiaanse arbeiders zijn zwervers. Niet, omdat zij het niet naar hun zin hebben in eigen land, maar omdat zij daar geen werk kunnen vinden en dus niet kunnen zorgen voor hun vrouwen en kinderen. België heeft deze mensen graag. Het kan zelf niet in het tekort aan mijnwerkers voorzien en tracht dus doorlopend arbeiders uit andere landen aan te trekken. Emigratie gestaakt Vroegere mijnrampen in Bel gië waren voor de Italiaanse re gering aanleiding geweest de emigratie van Italiaanse mijn werkers tot nader order stop te zetten. Als gevolg daarvan kre gen enkele Italianen zitting in de Belgische veiligheidscommissie. De Hoge Autoriteit van de Euro pese Gemeenschap voor Kolen en Staal nam op zich te bemid delen tusen de Belgen en de Ita lianen, maar tot op dit moment zijn er nog geen resultaten be reikt. De Italianen blijven op hun standpunt staan en zijn o.m. van mening, dat het hele loonsy steem zodanig is, dat aan de vei ligheidsmaatregelen niet vol doende aandacht kan worden be steed. De Belgen stellen daarte genover, dat deze kwestie alleen hen aangaat. Zij verzetten zich tegen wijzigingen in het loonsy steem. Uit berichten blijkt, dat de Belgen enige tijd geleden een overeenkomst hebben getroffen met Spanje voor de emigratie van Spaanse mijnwerkers, ter wijl ook in Griekenland wordt gepoogd mijnwerkers aan te trekken. De vraag is wat de Hoge Auto riteit aan deze bedenkelijke si tuatie kan doen. In vergelijking met de Nederlandse en de Duitse mijnen zijn die in de Borinage verouderd. Zuiver economisch gezien zouden zij allang gesloten zijn, maar overwegingen van so ciale aard beletten het nemen van deze beslissing. Nu is het zo, dat de produktiekosten van de ze mijnen zo hoog zijn, dat de Belgische mijnen zonder subsi dies niet zouden kunnen con curreren. Grote bedragen nodig Het zal bijzonder moeilijk zijn de Belgische regering te ver plichten afdoende maatregelen te treffen. Zij is op haar territoir -autonoom, ondanks de E.G.K.S., die andere landen reeds laat subsidiëren, o.a. Nederland. Om de Belgische mijnen op peil te brengen zullen grote bedragen nodig zijn. Geen der in de E.G. K.S. deelnemende landen zal er voor te vinden zijn nog eens ex tra te gaan betalen om België in de gelegenheid te stellen zijn mijnwezen op te vijzelen. Maar daar staat als keihard feit tegen over de zich herhalende rampen. Zijn mensenlevens dan toch minder belangrijk dan econo mische overwegingen? Moeten dan oude mijnen, die niet renda bel zijn, maar blijven werken om, ja waarom eigenlijk? Men zou daar vrede mee kunnen heb ben, als zij zodanig modern ge outilleerd waren, dat het levens gevaar voor de arbeiders niet groter was dan in andere mij nen. Gemakkelijk zal het niet djn om hier tot een oplossing te komen, maar bij het zoeken daarvan zal het leven van een mijnwerker van meer betekenis moeten zijn dan al het andere! 's-GRAVENHAGE, 10 aug. De nieuwe voorschriften ter be strijding van de pseudo-vogelpest, welke op 15 augustus van kracht vorden, zijn ten opzichte van de iu geldende voorschriften minder stringent. Het aantal gevallen van pseudo- vo gelpest is in ons land dank zij de ge troffen bestrijdingsmaatregelen de laatste jaren voortdurend afgenomen, zodat de bepalingen ten aanzien van de in- en doorvoer en het vervoer van pluimvee op een aantal punten ver zacht kunnen worden. De voorschriften hebben voortaan alleen betrekking op de hoenderach- tigen en kalkoenen. Eenden en gan zen vallen daar niet meer onder, aan gezien gebleken is, dat deze soorten nagenoeg niet door psoudo-vogelpest worden aangetast. De zgn. grensstrook, waarbinnen al le vervoer en het houden van verko pingen van pluimvee verboden en de markten geschorst waren, komt te ver vallen. De in- en doorvoerregeling is enigs zins verruimd. Duiven vallen daar niet meer onder, evenmin als con sumptie-eieren. Volgens de oude bepalingen was 't vervoer van gebruikspluimvee buiten de thans vervallen grensstrook slechts toegestaan voor zover het kuikens be trof en oudere dieren tot ten hoogste 30 stuks rechtstreeks van de ene pluimveehouder naar de andere. De huidige situatie maakt het mo gelijk de beperking tot 30 stuks (van pluimveehouder naar pluimveehou der) te schrappen. Voorts wordt het vervoer van jonge hennen door de handel onder bepaalde voorwaarden toegestaan tussen 1 februari en 1 ok tober van de ene pluimveehouder naar de andere, desgewenst via het bedrijf van de handelaar. VANDAAG EENS KRUISWOORDRAADSEL Z 3 A 3 b 3J1 J>ü 3^ J7 J>ti J>l bb 55 OO bl •MO '1 b5 bö fc* bj» Al ÏA bb by 71 O 33 7^> 7A VI A3 IA bU 7> y ëW til AA i5 1L<0 bi A3 l6 Ü.J> Lu LLo Van buiten naar binnen toe woorden invullen die voldoen aan onderstaande omschrijvingen. Welk woord ontstaat dan in het dubbel omlijnde gedeelte? Van 1 naar 9 Cirkelgang, 810 oude heer, 917 boordsel, 1523 aankleding, 2126 jaarboekje, 2530 fijn tafellinnen, 2935 afdruk, 3440 kommervolle om standigheden, 39—47 niets ontziende rover, 4656 hefwerktuig, krik, 5358 na, 57 61 heideplant, 6063 aanlegplaats voor schepen, 6266 duivel, 6572 zonder het zelf te weten, 7176 zoete zelfstandigheid, 75—79 hoop gedroogd gras, 78—81 delfstof. Oplossing vorige puzzle HORIZONTAAL: 1 Krent, 5 la, 6 doel, 8 mi, 9,heg, 10 A.M., 13 ama, 14 doorslaan, 16 Eva, 17 le, 18 oef, 19 re, 20 rede, 22 ei, 23 benig. VERTICAAL: 1 Ka, 2 edelsteen, 3 nog, 4 te, 5 li, 7 lama, 8 model, 11 manie, 12 boa, 13 aak, 15 over, 18 ode, 19 R.I., 21 eb, 22 eg.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 3