Ds. Scharp, vurig dichter van oranjeklant gezangen en c. IN DE NATUUR UIT DE KERKEN Baders in zee: neemt deze wenken steeds in acht Hij weigerde in 1795 de eed op de grondwet Te Rotterdam was hij in volle kracht Zeeuwse W andelingen Schuldige aan „dodenmars" vrijgesproken Een schip wordt geëerd Opnieuw jong PUZZLE Hieuw- fretgden nodig* 1 Nieuwe leden van Wereldraad van Kerken OtddMungzn enMwenis&en Een heilige plani" met een onheilige levenswandel JOSEPH A. BRUSSE Dader Londense diamantdiefstal gegrepen Maandag 6 augustus 1956. ZEEUWSCH DAGBLAD pagina 5 Nadat ds. Scharp acht jaar pre dikant in Axel was geweest, vertrok hij in 1788 naar Noordwijk-Binnen, waar hij slechts ruim een jaar heeft ge staan. Het volgend jaar vertrok hij naar Rotterdam, waar hij tot zijn dood gebleven is. Dat ds. Scharp erg Oranjegezind was, bleek reeds in Axel. In 1787 hield hij daar een biddagpredikatie, waardoor hij zich de hevige haat van de Patriotten, de vijanden van Oranje, op de hals haalde. Ze noemden hem „een gebefte Oran- jeslaaf". Het blijkt ook uit de vele verzen, waarin hij Prins Willem V verheer lijkt en verdedigt tegen zijn vijanden. Op diens verjaardag in 1794 (8 maart) 'ingt hij: „Lustig vieren wij, Bataven, Vijfden Willems jaargetij, Wij, wij allen waren slaven, Neerlands glorie lag begraven, Was er niet die stuurman bij, Die het staatsroer kan regeren, En het schip als 't stormt en raast, Door het, naar de kunst, laveren Veilig voor het onweer plaatst. Roer der vorsten, kroon der groten! Oog der wijzen in de Staat! Schutsheer, 't zij ge vest of sloten, Of het leger of de vloten Op de rede gadeslaat En een hekeldicht van een zekere Batavus de Hekeldichter noemt hij „Zwavelstok in satanshanden Vuurtang in de hel gegloeid, Schender van het recht der mensen, In de afgrond uitgebroeid." De Fransen zijn in 't land gekomen en eisten, dat de predikanten een eed op de nieuwe grondwet aflegden. Maar ds. Scharp weigerde. Hij had vroeger eens gezegd: „Ik behoor niet onder 't getal van die mensen, die naar tijds omstandigheden van gevoelens en taal veranderen, gelijk men van klederen verwisselt naar het seizoen." Deze moedige woorden waren geen ijdele taal, want in 1796 werd hij afgezet. Hij vertrok naar Loga in Oost-Friesland, waar hij de gemeen te diende. Enkele jaren later promo veerde hij aan de universiteit te Duisburg tot doctor in de godge leerdheid. Reeds in 1800 mocht hij terugkeren naar Rotterdam. Er was daar een va kature ontstaan en een verzoekschrift, niet slechts ondertekend door zijn col lega's en gemeenteleden, maar ook door Roomsen, Luthersen en Remon stranten, had succes gehad. Zijn colle ga kon spoedig zeggen: „De roem der priesterenrij is aan ons weergegeven" In Rotterdam Hier in Rotterdam heeft hij zijn vol le kracht kunnen ontplooien als her der der gemeente en als welsprekend kanselredenaar,. Zijn manier van preken zou ons nu vermoedelijk niet meer bekoren, zijn stijl was bombastisch en vol opeen stapelingen, zoals het in die dagen de gewoonte was. Zoiets gold als voor waarde voor goed redenaarstalent. Men luisterde graag naar hem, temeer daar hij zijn hoogdravende ellenlange zinnen afwisselde met aardige zin spelingen, geestige kwinkslagen en koddige anecdoten. Wilt u een anecdote die over hem verteld wordt? Op een keer ging hij naar kennis sen, die hem ai eens een foto beloofd hadden, maar nog nooit gegeven. Hij moest even wachten en zag daar in de kamer de beloofde foto. Hij nam ze ,an de wand en stak ze in zijn zak. 't Wachten duurde hem te lang, hij had weinig tijd, bovendien kwam er een onweer opzetten. Omdat hij voor de bui thuis wilde zijn, belde hij de meid en zei: „Zeg aan meneer en me vrouw dat ik een hele tijd gewacht heb, dat ik ze al lang in mijn zak heb en nu om de donder en de bliksem wegga". De meid liet hem uit en met ver schrikt gezicht vertelde ze, dat do minee erg boos was en zelfs gevloekt had! Wat zal Scharp gelachen hebben, toen zijn vriend hem nog dezelfde avond om een verklaring kwam vra gen van deze wel wat dubbelzinnige ■voorden ^ycxening in de poëzie Graag oefende ds. Scharp zich in .e poëzie. Hij was dan ook een ver- iienstelijk en ijverig lid van de let terkundige vereniging „Verscheiden denheid en Overeenstemming" te Rotterdam, waar veel in dichtmaat werd gesproken. Natuurlijk deed ook Scharp het, nen noemde hem „de vorst der Maas- dichters, de hogepriester van het Rot terdamse zangerenkoor". Iedere gelegenheid benutte hij, ge boorte en sterfgeval, afscheid en feest, irbileum en huwelijk, om zich in poëzie te uiten. On 70 jarige leeftijd preekte hij in i826 afscheid van zijn gemeente te Rotterdam. Slechts twee jaar heeft hij jan zijn emeritaat kunnen genieten. Tijdens zijn ziekbed, dat zijn sterf bed geworden is, heeft hij nog een ge- -chrift uitgegeven, waarin hij getuigde en wie zou het wagen in 't aange zicht van de dood te huichelen? ,En nu belijd ik (met afstand van al le roem, maar roemende de Here) mijn vast geloof en onwrikbare hope, lat ik, lie binnenkort ga sterven, niet ïlleen sterf op dat Evangelie dat ik 'rijmoedig heb gepredikt, maar ook, at ook ik, door en om Jezus Christus, ijn enige Heiland en Zaligmaker, zo zekerlijk uit vrije erbarming de eeuwi ge zaligheid verkrijgen zal, als Gij voor mij gestorven zijt. Rustig en vro lijk ga ik sterven, Goddelijke, Godge- offerde, door God verheerlijkte Red der van mensen, Verzoener van de zonden, Gever van het eeuwige leven, Voleindiger van mijn geloof, mijn Here en mijn God". Dichter van gezangen Tijdens Scharps verblijf in Rotter dam werd een bundel gezangen sa mengesteld ten behoeve der Ned. Her vormde kerk, waaraan ook hij heeft medegewerkt. Als scriba heeft hij het voorwoord ervan ondertekend en en kele gedichten van hem zijn in de bundel opgenomen. De meeste ook in de nieuwe bundel, die enige jaren ge leden is uitgegeven (de nummers 43, 102, 107, 158, 168, 173 en 208). Het oude gezang 78 „De ware Chris ten is de beste burger" heeft men gelukkig laten vervallen. De slappe inhoud en het onbeduidend gerijmel verdienden de weglating ten volle. Wat zegt u van dergelijke „poëzie": „Komt Christenen, toont met woord en daad, Dat, wie de ware godsvrucht smaad', Altijd de beste burger zij. Zich zijner roeping steeds bewust, Werkt hij in zijn kring met lust; Hij streeft naar grootheid, geld of goed, Nooit hoger dan hij streven moeV'. De volgende negen coupletten spaar ik u! Maar daar staat tegenover, dat ds. Scharp er een paar aan de gezangen bundel heeft afgestaan, die tot op dit ogenblik lievelingsverzen van vele vrome zielen zijn. Wie kent niet no. 168: „Jezus neemt de zondaars aan! Roept dit troostwoord toe aan allen, Die van 's levens rechte baan Op de dwaalweg zijn vervallen." En dan het bekende no. 173: „Alle roem is uitgesloten! Onverdiende zaligheen, Heb ik van mijn God genoten, 'k Roem in vrije gunst alleen." Ook bekend is het passielied no. 43: „Is dat, is dat mijn Koning?" De twee laatstgenoemde zijn zelfs (gedeeltelijk) overgenomen in de kleine bundel, die de Geref. Kerken hebben uitgegeven om te zingen naast de psalmen. Tenslotte zou ik nog kunnen ver melden, dat ds. Scharp op Kerst feest eens een preek heeft gehouden in dichtvorm en een andere keer een preek, waarin de letter r niet voorkomt. Een mooi onderwerp om tegen Kerstdag eens over te schrij ven. L. v. W. PARRIS ISLAND, South Carolina, 4 aug. (Reuter). De sergeant der Amerikaanse mariniers McKeonn is door de krijgsraad vrijgesproken van doodslag door schuld. Hij heeft des tijds een strafmars door een moeras geleid, waarbij zes rekruten verdron ken. Hij werd schuldig bevonden aan nalatigheid en het gebruik van sterke drank in diensturen. Daarop staat ma ximaal twee jaar gevangenisstraf en oneervol ontslag uit de dienst. Bouwverenigingen in Zuid-Afrika floreren PRETORIA, 3 augustus Het ka pitaal van de gezamenlijke bouwver enigingen in de Unie van Zuid-Afrika steeg van 420 miljoen gulden in 1945 tot ruim 1,8 miljard gulden in 1955. Gedurende 1955 stelden de bouwver enigingen een miljard gulden beschik baar, waarvan de helft werd gebruikt voor de bouw van woningen en flats. De andere helft werd verstrekt in de vorm van hypotheken of leningen voor de aankoop van reeds bestaande pan den. DEN HAAG, 3 augustus De Ko ninklijke Nederlandsche Bond tot het redden van drenkelingen adviseert om de volgende wenken in acht te nemen bij het baden in zee: Begeeft u nimmer verder in zee dan tot heupdiepte; vooral bij zeewind kurmen de golven en het „trekken' van de zee u anders van de been werken. Wanneer iemand in nood verkeert: meldt u dan bij een zeebadinrich- NEW YORK, 4 aug. AFP Twee krasse Amerikaanse oud jes, de 98-jarige Myer Krich en de 95-jarige mevrouw Hinda Ju- ba, hebben vrijdag kennis gege ven van hun voornemen in het huwelijk te treden. De gelukkige verloofden hebben elkaar in het begin, van dit jaar in een be jaardentehuis leren kennen en raakten „op het eerste gezicht verliefd op elkaar". Samen zul len ze straks 15 kinderen, 27 kleinkinderen en 40 achterklein kinderen hebben. VANDAAG EENS KRUISWOORDRAADSEL HORIZONTAAL: 1 Muziekinstrument, 4 hoeveelheid, 7 vissoort, 8 vreemd, 9 gevierde zangeres, 11 zonnescherm, 13 krijgsman, 17 voedsel, 18 aardig, 19 drank, 20 hard vet. 21 deel van het gelaat. VERTICAAL: 1 Dier. 2 knol, 3 heerlijk, oord, 5 vreemde munt, 6 dierenverblijf, 9 onmiddellijk, 10 dier, 12 bevel, 13 blaam, 14 rijzig. 15 rivier in Italië, 16 heiligen beeld. Oplossing vorige puzzle Sigaar, roerdomp, prauw, winter, room soes, sleep, polder, ruimte, enorm, mollig, grappig, gesp, peper, rumoer, rein, nes, som, merk, SPIN, RUPS, MIER, WORM. Te Rotterdam slaagden voor akte K. (nuttige handwerken) de dames A. Ton, St Laurens; C. Bruijnooge, IJzendijke; M. Boone, Arnemuiden; M. Blok, Krabben- dijke en J. Noback te Middelburg. Zij kregen hun opleiding op het atelier voor Kunstnijverheid Dora Prins. ting of indien zij bezet zijn bij de strandposten van politie en reddings brigades. Volgt de aanwijzingen die badperso- neel, politie of leden der reddingsbri gade u geven prompt op; men geeft die in uw eigen belang. Wendt u in twijfelgevallen altijd tot de eerder genoemde deskundige, de leden der brigades kunt u herkennen aan hun oranje kapjes. Belangrijk: gaat altijd gezamenlijk baden, nimmer alleen, zorgt er voor een „ketting" te maken door eikaars polsen te grijpen indien een uit de groep in moeilijkheden komt. Laat dan de langste persoon trachten de hulpbehoevende te pakken, terwijl de anderen zich opstellen in de rich ting van het strand. Voor baders en voor zwemmers geldt: wuif nooit naar familie op het strand, opdat geen misvatting kan ont staan doordat men meent dat u om hulp vraagt. Aandachtverdeling kan een medemens het leven doen kosten. De „lle de France", het Franse lijn schip, dat een groot aandeel had in de redding van de opvarenden van de AndreaDoria", is onderscheiden met het „Kruis van ridder van de scheep- vaartverdienste"waarmee de gehele bemanning van het schip door de Franse regering geëerd werd. Op de rechtse foto zien we de onderstaats secretaris voor de koopvaardij, Roger Duveau, die het kruis op het kussen hecht, waarop reeds de militaire on derscheiding prijkt, die de „lle de France" tijdens Wereldoorlog II ver wierf. Kapitein De Beaudan kijkt toe_ Op de linker foto vertelt de kapitein van het schip tijdens de persconferen tie hoe de redding van de opvarenden van de „Andrea Doria" in zijn werk ging. Te Baam hebben onlangs Hervormden en Gereformeerden een conferentie gehou den, waarin de Geref. hoogleraar prof. mr. W. F. de Gaay Fortman als een middel om tot eenheid te komen de „bezinning op een nieuw belijden" noemde. In De Waarheidsvriend, het orgaan van de Geref. Bond ln de Ned. Herv. Kerk, vraagt prof. dr. Severljn zich af: Ia dat nu niet een omgekeerde rede? Is da weg der zaligheid in de twintigste eeuw een andere dan in de zestiende eeuw? Is het geloof, dat de heiligen over geleverd is, heden een ander geloof dan voorheen? Resoneert de geloofsstrijd van de kerk der eeuwen in de beslissingen, welke zij in het geloof en bij het licht der Schrift won, niet ln onze belijdenis der drie formulieren? Het gaat er niet om, of de oude belijde nisgeschriften passen op de nieuwe vra gen, maar het gaat er om, of wij antwoord kunnen vinden op de vragen, waarvoor wij ons gesteld zien, ln het licht van het zelfde geloof, dat in de belijdenis aan het woord is. Het gaat er om, vanuit dat geloof onze positie in de huidige wereld bepaald te zien, onze roeping, de roeping der kerk, te betrachten en een klaar geluid te geven op en naar aanleiding van die vragen des tijds. Het is bovendien zo betreurenswaardig, dat de „nieuwe vragen" voor een belang rijk deel zo geheel en al liggen in en opko men uit een woestijn van vervreemding van het geloof en indifferentisme ten aan zien van de geloofsvragen. Het geloof kan zich alleen ten koste van het geloof solidair maken met de wereld. De oude belijdenisgeschriften passen waarlijk niet op de tegenwoordige lerin gen van solidariteit met de wereld. Wie deze leringen tot grondslag wil maken van het kerkelijk leven, berooft tegelij kertijd de kerk van haar geestelijk karak ter en de wereld van de regeneratieve kracht, welke van het waarachtig geeste lijk leven der kerk op haar uitgaat. Die prijs kan het geloof nooit brengen. fCutee moeiigdheden Ook onderling hebben de Gereformeer den een conferentie gehouden, en wel op Woudschoten. Een der organisatoren daar van was weer prof. De Gaay Fortman. Deze geeft in het Centraal Weekblad van de Geref. Kerken een nabeschouwing, waarin lij naar voren brengt: De mensen van Woudschoten zitten met twee moeilijkheden. De eerste is, dat zij alle onrust in de kerk willen vermijden. Na de beweging van 1944 Is voor onze kerk eendracht nodig bij het vervullen „Beschermd gebied" op Cyprus NICOSIA, 4 aug. (Reuter). Een groot deel van het bergachtige gebied Troodos in midden-Cyprus, waarin 72 dorpen zijn gelegen, is door het be stuur van het eiland tot „beschermd gebied" verklaard. Zonder speciale vergunning mag het niet betreden worden. Ook voor een gebied bij Fa- magusta geldt een dergelijke bepa ling. GALYATETOE (Hongarije), 4 aug. (Reuter). Het negentig leden tel lende centrale comité van de Wereld raad van Kerken, die op het ogenblik in Hongarije een congres houdt, heeft eenstemming drie nieuwe aanvragen voor het lidmaatschap goedgekeurd. De aanvragen zijn afkomstig van de Baptistenkerk in Hongarije, de Anglicaanse Kerk van de provincie Centraal-Afrika (met ongeveer een miljoen leden), en de Duitse Evange lische synode te Rio de la Plata, die in Argentinië en Uruguay ruim 30.000 leden telt en nauwe betrekkingen on derhoudt met de Duitse Evangelische Kerk. Thans is nog bevestiging vereist door twee-derde van de 162 leden van de Wereldraad van Kerken zelf. Na een tijdvak van een half jaar worden de nieuwe leden toegelaten. Qen grasgroene, niet zeer steile berghellingoverdekt met een veelkleurig bloementapijt. Daaronder in het dal het zacht murmelende beekje. Een paar kin deren met smoezelige handjes' en een verwarde haardos, die ver legen naar ons opkijken. Zingende wilde kanaries, een haastig weg- flitsende appelvink. Ziedaar de Ardennen, zoals ze zich aan ons openbaren op het ogenblik, dat we de glanzende luxe auto verlaten om voor een wijle onze benen te strekken. Hoe we zo ineens aan die mooie wagen gekomen zijn? O, maar die is niet van ons, hoor. We zijn slechts meerijders. Kijk, daar komt onze gastheer met zijn jonge vrouw en zijn nog jongere char mante dochter (in spijkerbroek) ook juist naar buiten. Een hele Piet, als je hem zo ziet, vindt u niet? Nou, maar vanmorgen was het an ders maar droevig met hem gesteld. Een kapotte motor en als logisch ge volg daarvan twee kijvende vrouwen, die hem op zijn onhandige vingers ston den te kijken. En maar zwoegen jon gens! En niets vinden natuurlijk! En die vrouwen maar foeteren! Enfin, toen de nood op het hoogste was, kwamen wij aan gewandeld. Willem, direct één en al hulpvaardigheid. „Wat doet er op, meneer? Kan ik U we avonturen. soms ergens mee helpen? „Nou, als U wilt, graag!" zei meneer. „Ik zie er geen gat meer in". „Prachtig, vertelt U dan eerst maar eens, hoe alles ln zijn werk ls gegaan". „Nou, heel gewoon. We reden. Geen wolkje aan de lucht. En toen opeens: „Prut", zegt de motor en gelijk staan we stil' „Ja, ja, Ik begrijp het", knikte Wil lem en meteen dook hij met zijn boven lijf de motorkap in. Van daaruit hoor den we hem heel wijsgerig mompelen: „Erg belangrijk, wat U me daar ver telde, meneer. Ja, ziet U, auto's heb ben zo hun eigen taaltje. Ze kunnen „Prut" zeggen of „Piep" of „Zzzz" en ze kunnen ook helemaal niets zeggen. Maar je moet een kenner wezen om te weten, wat dat allemaal beduidt". En heel bescheiden liet hg er op volgen: „Zo'n kenner ben ik nu. U zult het zien, meneer, binnen het half uur rgdt U weer". Hg had niets te veel gezegd. Drie entwintig minuten na onze aankomst kon de onderbroken reis van het drietal worden voortgezet. „Wat mag ik U aanbieden?" vroeg meneer, een dikke portemonnaie te voorschgn halend. Een gratis reisje „Een gratis reisje voor mg en mgn maat", antwoordde Willem prompt. Moeder en dochter vonden dit maar verfomfaaide zwerversplunje (lk had gisteren net een winkelhaak ln mgn broek gehaald bg het nemen van een prikkeldraadversperring), maar meneer zei: „Oké!" en als om te tonen, dat hg inweerwll van de druk, die er van twee kanten op hem werd uitgeoefend, nog steeds het laatste woord had, hield hg het portier met een uitnodigend gebaar voor ons open. En daar zaten we dan, aan de vooravond van een reeks nleu- En nu zgn we ln de Ardennen. Tien minuten om ons te vertreden. Tien mi nuten, om de omgeving eens goed in ons op te nemen. En terwgi lk met de ogen de appelvink volg (een veelkleu rige vink van merelgrootte met een opvallende witte vlek op zgn vleugels en een grote, dikke snavel. In Neder land komt de vogel slechts sporadisch voor, maar in België is hg niet zeld zaam), die nu al voor de tweede keer overvliegt, hoor ik Willem roepen: „Hé, geleerde bol, kom eens kgken. door Die boom daar, die eik, heeft twee soorten bladeren. Verklaar me dat eens Leergierig Die Willem! Hg begint werkeigk leer gierig te worden. „Kijk, ouwe jongen", leg ik uit, „die bladeren daar, die gladgerande, die le- pelvormige, zijn van een andere plant, de maretak. Dat is een woekerplant, zo gezegd. In Nederland zul je hem, be halve op een enkel plekje in Limburg, niet veel tegenkomen. Hier ln België hg echter verre van zeldzaam. Ook tn Engeland komt hg veel voor en daar dient hg zelfs, omdat hij altgd groene bladeren heeft, als kerstversiering (mistletoe). Dat gebruik stamt nog uit de tgd der Germanen, voor wie de ma retak een heilige plant was, het zinne beeld van het leven, dat de dood over wint. zgn levenswQze is overigens zo heilig niet. Hg teert op de zak van anderen. Het door de elk opgezogen water met het daarin aanwezige voedsel wordt van haar onmetelijke grote taak. Zou wat de mensen van Woudschoten willen scherpe tegenstellingen in de kerk oproepen, dan zou voor de zoveelste maal energie, die voor het eigenRjke werk van de kerk nodig is als brood, opgeslorpt worden door onderling meningsverschil. Ik althans meen duidehjk te zien wat onze kerk in de naaste toekomst te doen staat, en ik meen, dat niet weinigen het daarin met mij eens zijn, zoals ik het met hun eens ben. Maar welke weg moet worden bewandeld, opdat de kerk in brede lagen het ook zo gaat zien en aan het werk gaat? Dat is de eerste moeibjkheid. De tweede kan ik duidelijk maken met een verhaal, dat ik las in het pas versche nen boek van dr. K. Groot over Kohlbrug- ge en Kuyper. Tijdens de Doleantie stond er in Am sterdam een mede door Kohlbrugge opge leide predikant, ds. Lütge. Kuyper heeft zich erg veel moeite gegeven ds. Lütge t« bewegen met de Doleantie mee te gaan en hem daartoe meermalen opgezocht. Lütge voelde deze herhaalde gesprekken tenslotte als een kwelling. Eindelijk zei hg Kuyper, dat zijn besluit vast stond. Hg bleef in de Hervormde Kerk, omdat hg Kuypers weg onjuist achtte. Lütge had Kuyper uitgelaten en deze had reeds enige stappen in de richting van zijn huis gedaan, toen hij zich omdraaide en Lütge toeriep: „Maar wat moet lk dan doen, Lütge!" En Lütge antwoordde: „Weet je wat jij moet doen, Kuyper? Je moet eindelijk eens ophouden het zelf te doen, en je moet het God laten doen." Om dat laatste gaat het mg. Ieder die meent zgn kerk op een bepaalde weg te sturen loopt gevaar het zelf te gaan doen. De mensen van Woudschoten willen eer lijk naar God luisteren en Hem laten doen. Vandaar hun strijdbare terughou dendheid en onzekerheid. £iedeAen man ut-atiltnaad Elke protestant, die in het „Lof" in de rooms-katholieke kerk de „gemeente" hoort zingen (wat maar zelden gebeurt) stoot zich aan de miserabele Inhoud, wat de stgi betreft, van veel liederen. Dat deze ergernis ook wel door rooms-katholieken zelf gedeeld wordt, blUkt uit het r.k. or gaan De Bazuin, waarin een kapelaan op biecht: Een doorn in mijn oog blijven de vele Nederlandse liedjes in het Lof, die de mensen de kerk uitjagen. „Die klank is als een hemeldrank van reinen maagden wijn. Ik heb mijn schone dagen ver- roekloosd en verdaan; en kom o moeder klagen bg U voortaan. Gg moet mg, lieve moeder zoet, mij in uw armen dragen eto. Ook hier wachten talloze parochies op 'n goede aanpak van hogerhand, ik bedoel 'n hervorming van het Lof in meer bijbelse geest, met schriftlezing en korte medita tie, want u kunt zich toch wel voorstellen, dat het voor ons moeilijk is de mensen te enthousiasmeren voor iets, waar wg zelf de buik vol van hebben. Bg dt padmindeAi Er zgn enige predikanten een poosje ale gast op het hoofdkwartier van de Ned. Padvindersvereniging geweest. Ds. J. H. Smit Duyzendkunst van Amsterdam ver telt er in het Evang. Luthers Weekblad het volgende van: Een interkerkelijk gezelschap van ne gen voorgangers was bgeen om enkele dingen van deze methode te leren en zo doende een algemeen inzicht te krijgen ln het werk van de padvindera. Interkerke- lijk, inderdaad, wij waren met twee Her vormde, twee Gereformeerde en twee Lutherse predikanten, een pastoor van de Oud-Katholieke Kerk en twee officieren van het Leger des Heils. En leren deden we! En wel door de praktijk te beoefenen. We werden behandeld als gewone pad vinders merkwaardig voor een domi nee om nu eens niet op eigen initiatief te handelen, maar gecommandeerd te wor den. Zo hebben we veel praktgk geleerd en daar tussen door enkele theorielessen ont vangen. We sliepen op dè harde grond in tenten, moesten zelf koken, kregen In spectie (of we goed geschoren waren; da hygiëne is een belangrijk ding in een kamp!). We leerden de touwknopen: plat te knoop, paalsteek, mastworp, schoot steek. We ontvingen les ln kaartlezen (landkaart) wel te verstaan, op kompas lopen enz. 's Ochtends moesten we de vlag hijsen en de padvinderswet lezen. En dan de wedstrijden tussen de twee patrouilles! LONDEN, 4 aug. (AFP). Aan boord van de pakketboot „Bloemfon tein Castle", onderweg naar Zuid- Afrika, is een man gearresteerd, die verdacht wordt medeplichtig te zijn aan de diamant-diefstal van 16 juli ln Londen, waarbij uit een auto voor ruim een miljoen aan kostbare stenen werd gestolen. Twee detectives van Scot land Yard, die per vliegtuig uit Lon den zijn overgekomen, wachten hem op voor een verhoor. Het schip wordt maandagnacht in Kaapstad verwacht. voor een groot deel door de maretak weer opgeslokt. De wortels van de ro ver zgn daartoe in het hout van de eik doorgedrongen. In het voorjaar komen er aan de plant kleine, maar heerigk riekende geelgroene bloemen. Uit de vrouwelijke bloempjes ontwikkelt zich dan de vrucht: een witte bes, die een taai, kle verig vocht bevat. Wordt deze bes door de vogels gegeten (lijsters!), dan bigft er door die kleverigheid allicht wel een zaadje aan de snavel plakken, dat dan naderhand wordt afgestreken aan een boomtak. Op die plaats ontwikkelt zich vervolgens een nieuwe plant. Gesno pen?" „Gesnopen!", antwoordt Willem. Met dat hij het zegt, klinkt er achter ons een luid getoeter: Meneer wil de reis vervolgen. En dus haasten we ons als gehoor zame kinderen terug naar de auto. Nog een laatste blik op het liefe- ïgke dal en daar gaan we. Op naar het zuiden!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 5