Luctor et
fout op
ementor: een stempel-
munt uit 1754
een
I
PUZZLE
UIT DE KERKEN
Waarschuwingen voor onder
weg zijnde automobilisten
öe crisis öer „mó.ssó,miööeLen"
S
Munimeesier Holtzhey werd opgehitst
Zeeuwse Wandelingen
Maar met opzet
gemaakt
VANDAAG EENS
Seen. Ruikend bchifi,
UeAantw-o-oJideiij,^fieid
meAltacui
Yliel heicdeti
maak ontu.cuiq.en
W,eM.o-m uAe&mdeHnq
Wie van goud-gele
Virginia houdt,
kiest
DOUWE EGBERTS
ZILVER-SHAG
9n de. tent
Service van wegenwacht
en posterijen
Kapiiein ter Zee
W. A. MONTANUS
Van het wereldwijde front der
M
j&p&n en qoösöienstiqe
ORq&msdties
nieBuhR ov€R
miööen-oosten
Zoetwalerbekken in
Dijckmeesterpolder
Proefvaart nieuwe
mosselmotorkotter
Maandag 23 juli 1956.
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina
Ingezonden Mededeling (adv.)
Onlangs kwam er iemand bij
me met een vreemde munt.
Een mooi exemplaar,hele
maal niet afgesleten. Met het jaar
tal 1754 er op en het opschrift:
Luctor et ementor. Zeker een
stempelfout in plaats van de
Zeeuwse wapenspreuk Luctor et
emergo?
Inderdaad een fout gemaakt bij
het stempelen. Maar met opzet ge
maakt. Dat zit zo.
De meeste Nederlandse gewesten
hadden een eigen munt. Alleen Zee
land niet. Dat heeft geduurd tot 1580
toen onze provincie ook een eigen
munt kreeg en dus zelf munten kon
gaan slaan. Wat ook gebeurd is. Het
Muntplein in de Abdij te Middelburg
herinnert hier nog aan.
Waar de andere gewesten geen
zinspreuk hadden, kwam er vanaf
1601 op de Zeeuwse munten onze wa-
penspreuk Luctor et emergo (ik wor
stel en ontzwem). De woorden die
nog steeds staan onder het Zeeuwse
wapen, te leeuw die uit de golven op
duikt.
Luctor et ementor
In 1754 hadden we sinds twee jaar
een nieuwe muntmeeStetr, Maxtinus
Holtzhey. Het was toen een tijd van
ontevredenheid over de regering. Na
een lang stadhouderloos tijdperk was
stadhouder Willem IV aan de regering
gekomen (1747). Slechts 4 jaar heeft
hfj geregeerd. Hij had niet voldoende
de hervormingen en verbeteringen
aangebracht, die een deel van 't volk
gewenst had: de opruiming van de fa
milieregering van de regentenheer
schappij. Bij zijn dood in 1751 was de
rust niet hersteld. Zijn zoontje van 3
jaar regeerde nu onder de voogdij van
zijn moeder. In deze tijd nam de on
enigheid tussen de z.g. patriotten en
prinsgezinden steeds toe.
Toen heeft muntmeester Holtzhey,
waarschijnlijk opgehitst door tegen
standers van de regering, deze
vreemde munt geslagen. Een gewo
ne duit met een waarde van
groot. Een groot is een halve stui-
ver (2% cent), dus een duit was
iets meer waard dan een halfje.
Tegenwoordig bestaan er geen half
jes meer, enkele jaren geleden zijn ze
ingetrokken. Men kan er ook zo goed
als niets voor kopen. Maar in de 18e
eeuw was er nog aardig wat voor te
krijgen, het formaat was ongeveer als
onze oude vooroorlogse cent.
Maar het ongewone was het op
schrift: Luctor et ementor, dat zoveel
moet betekenen als: ik worstel en be-
zwijk of ik worstel en word gek.
In de gevangenis
Zodra de munten in omloop waren
en het vreemde opschrift ontdekt was:
werd Holtzheij in de gevangenis ge
zet. Daar moest hij blijven tot al deze
munten waren opgehaald.
Dat was een onmogelijk werk; wie
er een te pakken kreeg wilde die
graag bewaren als curiositeit. Munt-
verzamelaars betaalden er graag een
paar gulden voor. Ze zijn dus lang
niet allemaal achterhaald en Holtzheij
is dan ook in de gevangenis gestorven,
Om even buiten Zeeland en Neder'
land te kijken: In Pruisen heeft men
eens iets dergelijks uitgehaald. Kort
nadat Frederik de Grote Silezië ver
overd had, werden er Pruisische spot-
rijksdaalders geslagen. Daar moest
dus als waarde op staan: een rijks
daalder, in het Duits: ein Reichstha-
ler. Door opzettelijke foutieve onder
treking tussen de lettergrepen kon
men er op lezen: ein Reich stahl er
(eon rijk stal hij!).
We hadden het zoeven over de
Zeeuwse duit. Een muntstukje van
weinig waarde, zagen we. Toch
wordt dit kleine geldstuk nog wel
in enkele uitdrukkingen gebruikt.
Wie „een vrouw met duiten" trouwt
behoeft niet bang te zijn dat hij met
„geen rooie duit op zak" door het
leven moet gaan.
En een „duitendief" is nu eenmaal
geen geacht medelid van de maat
schappij.
Deze duiten werden ook wel van
zilver of goud gemaakt om als ge
schenk te dienen.
Maar er bestond ook een geldstukje
van nog minder waarde dan een duit.
We zagen dat een groot 2% cent
waard was, een halve stuiver dus.
Verdeeld in vier duiten of 8 mijten.
Een mijt was dus een halve duit, de
kleinste muntstuk die we hadden. In
het Zeeuws dialect zei men altoos
„miete". Tegenwoordig zou zoiets
helemaal niks waard zijn, vroeger ook
bitter weinig. Vandaar de uitdruk
king: dat is geen mjjte (miete) waard.
Waarvoor meestal ruwweg gezegd
wordt: geen mieter waard.
Pietje bedroefd
Een zilveren munt was het pietje:
KRUISWOORDRAADSEL
rijksdaalder, dus met de waarde
ven 32% cent of 6% stuiver (oude
mensen rekenden veel met stui
vers).
Een klein geharnast mannetje hield
het wapen der provincie vast. Was
dat wapen afgesleten, dan leek het
net of de man een zakdoek in zijn
hand hield. Vandaar de naam Pietje
bedroefd, die zijn zakdoek gebruikte
om zijn tranen af te vegen. Was ook
het mannetje door het vele gebruik
weggesleten, dan noemde men de
munt blinde Pietje. Om vergissing te
voorkomen met de even grote schel
ling (30 cent) waren de pietjes soms
gedeukt. Was deze indeuking juist op
de rug van Piet, dat leek het net of
hij een bult had en kreeg hij de
scheldnaam gebochelde Pietje.
De diligence op de oude weg tus
sen Middelburg en Vlissingen werd
naar het tarief wel de pietjesuiogen
genoemd.
De rijksdaalder had in Holland
een waarde van f 2,50, dus 50 sha
vers, zoals nu nog onze riks. Maar
de Zeeuwse rijksdaalder was van
heter gehalte en was in 1672 51
stuivers waard en vanaf 1747 52
stuivers. Een dubbeltje meer waard
dus. Schreef ik zoeven niet dat een
pietje van 32% cent rijksdaalder
was? Als U goed narekent is 8 x
82% cent f 2,60. Het klopt dus pre
cies! L.V.W.
Horizontaal: 1 Belasting, 3 parvenu, 8
familielid, 6 dikke pap, 8 voorschoot,
10 bestemming, 11 voetenbankje, 12
vruchtje, 15 spoedig, 16 gebakje, 17 geld
stuk.
Verticaal: 1 Vereniging, 2 kledingstuk,
3 kobaltgas, 4 grootspraak, 7 bedorven,
8 lepelkost, 9 vreemde munt, 10 schuur,
11 voedsel, 13 berouw, 14 vruchtengelei.
Oplossing vorige puzzle
Horizontaal: 1 Troebel, 8 emmer, 10
A.D., 12 e.o., 13 ra, 14 mr, 15 letsel, 18
pose, 20 eg-1, 21 oosten, 23 e.o., 24 N.M.,
25 R.G., 26 L.O., 27 zetel, 30 verslag.
Verticaal: 2 Re, 3 ommelet, 4 emoe, 5
be, 6 er, 7 kampong, 9 malloot, 11 droom,
13 reëel, 16 tengel. 17 S.G., 19 S.S., 22
erts. 27 ze, 28 er, 29 la.
Het Is gewoonte om over het gees-
_Ii)k leven der grotestadsbevolWng
pessimistische klanken te laten horen.
Daarom lijkt het ons de moeite waard
om door te geven wat ds. W. G. Over-
bosch, evangelisatiepredikant ln Am
sterdam-zuid, opmerkt ln „Woord en
Dienst", orgaan voor Hervormd kerke-
werli. Dat is dit:
Laat Ik alleen nog mogen zeggen, dat
Ik de toestand bepaald niet hopeloos
vind. De zaak van de gemeente van
Christus In de grote stad ls alles eer
der dan een zinkend schip. Het hangt
er maar van af, of wij het als een taak
van Godswege zullen aanvaarden ui
ons eigentijdse gebeuren betrokken te
zijn of niet.
Ik ben ervan overtuigd, dat er eigen
lijk in alle levensverbanden mensen te
vinden zijn, die erop wachten tot de
orde geroepen te worden. Als wij ons
nu maar niet verbeelden, dat het met
die orde wel „in orde" is (hoe onge
looflijk irriterend ls niet dat voorbarig
aangegeven krijgslied: „Wij hebben een
woord voor de wereld"!), kunnen er
grote dingen gebeuren. Dan kunnen
namelijk de ergernissen, die er niet be
hoorden te zijn, worden opgeruimd, op
dat wij tezamen over het reële scan-
dalon van het Evangelie struikelen
en ons bekeren.
Een evangelisatiepredikant ln Ant
werpen, ds. B. W. Ganzevoort, bljjkt
eveneens hoop te hebben voor de kerk
in de stad. Wanneer althans de leden
der gemeente niet heel het leven onder
leiding van kerkeraden en synodes la
ten brengen, maar als vrije christenen
zelf iets aandurven. In „De Kruisba
nier" zegt hij:
Ik herinner me een advertentie voor
een nieuw soort kousen, die werd aan
bevolen met deze woorden: „Ben kous,
waarbij het begrip kous helemaal weg
valt". We kunnen ook ln ons kerkelijk
leven het er zo naar maken, dat we
een kerk krijgen, waarbij het begrip
kerk helemaal wegvalt. Zover komt
het, wanneer we niet elk onze verant
woordelijkheid verstaan en beleven.
Zoeken we dit wel te doen, dan mo
gen we met een blij geloof leven en
werken. Want dan ls er de band aan
het Woord en ligt hierin onze kracht,
zowel voor de predikanten en ouderlin
gen als voor de andere leden van de
kerk.
Ik beklaag de predikanten, die zo
weinig vertrouwen hebben in 't Woord,
dat zij brengen, dat z(j allerlei kunst
en vliegwerk gebruiken om de belang
stelling van de mensen te trekken:
film in de kerk, toneel ln de kerk, aans
ln de kerk. Alsof onze kunsten meer
vermogen dan Gods gunst. Wie durft
werken in vertrouwen op Gods Woord,
die kan volhouden ook bij veel teleur
stelling.
Om nog even to België te blijven, in
-/Jji\ orgaan „Uit het hart van Brussel"
wijst ds. P. Fagel, Hervormd predikant
te Brussel, op het misverstand, dat er
bjj velen bestaat ten aanzien van het
christelijk geloof. VVjj lezen;
Spurgeon, de grote prediker, vertelde
eens van een collega, die aan de deur
van een arm vrouwtje aanklopte, om
haar geld voor de huur te brengen. Hoe
hij ook klopte, de deur bleef dicht. Toch
was het vrouwtje thuis en haar ver
klaring achteraf was: „Ik hoorde wei
kloppen, maar ik dacht dat het de huis
baas was die de huur kwam halen".
Prof. Baillie noemt dit terecht een
duidelijke illustratie van het grote
misverstand ten aanzien van God. Er
is een transcedente klop op onze deur.
Maar de hand die klopt is die van een
Redder en niet van een Eiser, Die
aan de deur staat komt geven en niet
halen.
Dit ls de meest voorkomende vergis
sing van de voor-christelijke religies
(denk aan de offeranden, waarmee men
de goden trachtte te behagen), dit is
de vreselijke vergissing van de na-
christelijke religies (denk aan het na
zisme met z'n offerande van miljoenen
Joden), dit is ook de meest voorkomen
de falsificatie van het christelijk ge
loof. Wij leggen Gods oproep uit als
een eis tot gehoorzame dienst en traen
ten er eventueel aan te voldoen aoor
koortsachtige actie.
Wij maken van de godsdienst een
regel van goed gedrag, een Ideaal om
na te streven, een wet om aan te ge
hoorzamen. Christelijk geloof ls echter
niet een wet, maar een blijde tijding
van behoud. Het ls niet een kwestie
van betalen, maar van ontvangen.
Ds. J. Louw vraagt In „De Christen"
aan de Baptistengemeenten of er ra
elke kerk wel een „commissie van ont
vangst" bestaat, om vreemdelingen
van een. plaats en een kerkboek te
voorzien. Ds. Louw schrijft:
Waar dit nog niet het geval ls, be
denke men maar eens hoe moeilijk het
sommige vreemdelingen valt 'n vreem
de kerk binnen te stappen, een kerk
dus, welker interieur hij niet kent, met
welker gewoonten hij evenmin bekend
ls. Moet hij, die als vreemdeling binnen
treedt, dat gevoel van in die ruimte
en onder de daar vergaderende men
sen, vreemdeling te zijn, behouden
Neen immers. Men moet hem „op zijn
gemak zetten", door hem te laten voe
len, dat hfl er welkom is en liefheb
bende mensen hem daar omgeven. Een
vriendelijk gebaar doet soms meer dan
een goede preek.
Een vrouw met een groot verdriet
was een vreemde kerk binnengelopen.
De preek handelde over de zonde en
ging grotendeels aan haar voorny,
maar zy ging nochtans gezegend huis
waarts, omdat een vrouwelijk gemeen
telid met haar kerkboek naar haar
was toegeschoven om met haar uit het
zelfde boek te zingen en haar by het
heengaan een hand gegevén en vrien
delijk uitgeleide gedaan had.
Zfidra U een pakje Douwe Egberts
ZilvetrShag openmaakt, ziet U het alt
dit is Virginia-shag zoals zij
moet zijn. Een weloverwogen
melange van de rijpste tabakken,
die U meer en intenser van Uw
cigaret doet genieten
erl
Gemakkelijker
te rollen 1
U geniet er taéêi van!
Geuriger I Zacfajer
ikkelijke
177
Blijkbaar is ds. M. Wabeke van En
schede een enthousiast kampeerder. In
de „Hervormde Kerkbode" te Enschede
vinden wij van hem de volgende over
peinzing:
In Genesis 4, waar het gaat over de
nakomelingen van Kaïn, wordt ge
noemd Jabal, die de vader geworden ls
van hen die ln tenten wonen. Jabal ls,
geesteiyk en oud-testamentisch gespro
ken, in menigte uitgebroken. Niet
slechts in de Bijbel wordt menige tent
opgezet, nu de vakantie aanbreekt,
zullen weer duizenden gaan toegeven
aan de drang om erop uit te trekken
met hun tijdelijk dak van linnen, om
ergens dicht by de natuur te zijn. Ve
len hebben van Jabal waarschijnlyk
nooit gehoord, maar ze weten wel wat
kamperen is. Er zit iets van dynamiek
in dat bestaan van zwerven zonder al
te omiynd plan, misschien wel iets dat
telkens herinnert aan het boek, waar
in van Jabal verteld wordt.
Het verband is niet ver te zoeken,
het ls zelfs niet diepzinnig. Ik kan my
Iets voorstellen by het verhaal van
Abram, die in de avondschemerng voor
zyn tent stond, toen de vreemdelingen
by hem op bezoek kwamen. Op de
woestijnreis van het volk wordt het
heiligdom een tent en de tenten der
Joden hebben gestaan in de rivierdalen
en op de hellingen der bergen, leger
tenten zowel als tenten des vredes.
Paulus beroemt zich erop, dat hy een
handwerk geleerd heeft en ln zijn eigen
onderhoud kan voorzien: hij was ten
tenmaker. Vandaar soms zijn beeld
spraak Wanneer onze aardse tent
wordt afgebroken
Waar in het Openbaringsvisioen de
nieuwe hemel en de nieuwe aarde ge
schouwd worden, daar is zelfs de tent
Gods onder de mensen. Van Jabal tot
Johannes ls het linnen dak gespannen,
het dient God en de mensen tot een
woning, letteriyk en in beeldspraak; er
wordt kamp gemaakt en weer opge
broken; de tent Is het symbool van ons
vreemdeling zyn op aarde; wij hebben
geen vaste woonplaats, geen blijvende
stad.
Borden langs de wegen
PARIJS, 23 juli. AFP. In Parijs
is aan de pers de organisatie, die een
systeem van „autogrammes" bood
schappen voor onderweg zijnde auto
mobilisten beeft ontworpen, voor
gesteld. Het doel van dit systeem is op
reis zijnde automobilisten op ieder uur
van de dag en van de nacht te kun-
Commandant der maritieme midde
len te Amsterdam, die door de Am
sterdamse gemeenteraad benoemd ls
tot havenmeester van de hoofdstad.
assamlddelen" zijn hulpmiddelen,
die ter beschikking staan om ae
massa te bereiken (audio-visual aid,
etc.).
Malcolm Boyd Is een episcopaals gees-
telyke, die vroeger gedurende tien jaar
werkzaam ls geweest als „fllm-proou-
cer".
De schrijver begint zyn bydrage in
„Christianity and Crisis" met de weer
gave van pet effect, dat de T.V.-opna-
me van een dienst in de kapel van het
Union Theological Seminary had op öe
voor hun aanwezigheid met twee dol-
De minister van onderwys in Japan
leeft de benoeming bekend gemaakt
van twee christenen in de adviescom
missie voor godsdienstige jurispruden
tie. Het protestantisme wordt verte
genwoordigd door dr. Zenta Watanabe,
bekende autoriteit op het gebied van
het Oude Testament en professor aan
de Aoyama Gakuln Universiteit en pre
dikant bij de Glnza Kerk, dr. Y oshio
Kobayashi, professor aan de Sophia
Universiteit, zal het katholieke chris
tendom vertegenwoordigen. Deze com
missie adviseert de minister van onder
wys in zaken betreffende bestaande
godsdienstige organisaties.
lars per persoon betaalde seminaristen
en hun vrouwen (het eindigde met de
vernieling van een T.V. generator
truck!). Ze voelden sterk de brutaliteit,
de commerciële inslag van dit hele ve-
levisiegedoe in de sfeer van de kapel.
Naar aanleiding hiervan stelt schrijver
de vraag, of de kerk zich wel realiseert
in welke crisis het gebruik van deze
„massamiddelen" haar brengt. Over net
algemeen staat ze er nog veel te naief
tegenover en laat er zich door ma
noeuvreren. Een eigengereid zich te
rugtrekken ervan, in plaats van er
scheppend in betrokken willen zyn,
Wflst echter ook op een ziekteverschijn
sel.
Boyd ziet de betekenis van de „mas
samiddelen" vooral in het schilderen
van de wezeniyke toestand van de
mens. Hierin ligt de mogeiykheid van
het wakker maken van zielsbehoeften.
Het gaat hlerby om de voorbereiding
tot het Evangelie. Als voorbeeld van
een dergeiyke voorbereiding tot net
Evangelie noemt hy het spel van Te
rence Rattingan „Separate Tables",
waarin eenzaamheid en geïsoleerdheid
geschilderd wordt ln het beeld van öe
aparte tafels in een restaurant. Maar
dit negatief getuigenis moet ln ver
band gebracht worden met, tot ver
vulling komen ln een uitgesproken ge
tuigenis aangaande het Evangelie van
Christus.
Het brengen van dit positieve, getui
genis langs de weg der „massamidde
len" ls een terrein vol voetangels en
klemmen. Als voorbeeld hiervan noemt
de schryver de aankondiging over de
veel miljoenen dollars verslindende pro-
duktie van de film „The Son of Man"
(De Zoon des Mensen). Onze zendings
opdracht kan demonisch verward ra
ken in middelen, die door hetzelfde
Evangelie, dat we te brengen hebben,
geoordeeld worden. Er zijn „Christeiyke
activisten", die dit onvoldoende zien.
De theoloog zal de vragen, die nier
liggen, niet mogen ontwijken, de „acti
vist" moet met de theoloog gaan sa
menwerken, ook al zal dit zijn vaart
wat minderen.
In een artikel in „Christianity and
Crisis" wyst Reinhold Niebuhr er
naar aanleiding van de door Hammars-
kjöld bereikte resultaten in het Mid
den-Oosten op, dat er nog geen eind
oplossing voor de moeilijkheden in zicht
is.
De schryver acht de enige weg tot
een durende vrede een groot, gezamen-
lyk aangevat, gedurfd plan voor wa
terkrachtvoorziening en bodemverbete
ring (plan Lowdermllk). De uitvoering
van dit plan zou de vrees der Arabische
landen voor een technisch hoogstaande
Israëlitische economie kunnen ver
zachten en Israël meer zekerheid kun
nen geven voor zyn bestaan.
nen waarschuwen, dat een
boodschap tot hen ls gericht nil eet)
of andere plaats in Europa. De waart
schuwingen geschieden door middel
van aankondigingen op reclame-bor»
den, die langs de wegen worden ga-
plaatst. De aankondigingen bevatten
de naam van de automobilist voor wié
de boodschap is bestemd en het num
mer van zijn auto.
Des nachts zullen de borden ver
licht zijn.
Om een dergelijke boodschap te ver
zenden, moet men op het postkantoor
een formulier invullen. De aankondi
gingen blijven 49 uur op de borden
bevestigd.
De prijs bedraagt 1260 fr francs (on
geveer 12,60).
Voorlopig worden zes borden ge
plaatst: vier op de weg van Parijs naar
Nice en twee op de weg van Parijs
naar Hendaye.
De organisatie is opgericht door d<
Franse wegenwacht in samenwerkte:
met de PTT en een olie-maatschapp:
MIDDELBURG, 21 juli Ten aan
zien van de mogelijkheid tot verrui
ming van de zoetwatervoorziening
van Zeeuwsch-Vlaanderen heeft d
vaste commissie van de provincials
planologische dienst gedeputeerd»
staten geadviseerd het zoetwaterbek
ken te doen inrichten in de Dijck
meesterpolder, aldus blijkt uit het
jaarverslag van de P.P.D. In dit bek
ken moet het bij Isabellasluis uit Bel
gië afstromende water worden ver
zameld. De vaste commissie kon In
stemmen met het voorstel een kam
peerterrein in de Braakman ten noor
den van de Middenweg te projecteren.
Op grond van praktische overleg
gingen stelde het bureau van de
D. voor bij de eerstvolgende herzii
ning van het Streekplan Walcheren
situering van enkele kampeerterrei
nen, met name in de gemeenten Zou-
telande, Westkapelle en Oostkapelle,
te herzien. Hiermee werd akkoord ge
gaan. De suggestie het toekomstig#
villaterrein van Oostkapelle te pro
jecteren ten noordwesten van „Ter
Mantelinge", werd aanvaard.
In het jaarverslag wordt verder
een uitvoerig overzicht gegeven van
de in de provinciale commissie ter be
studering van de gemeentelijke uit
breidingsplannen behandelde onder
werpen, voornamelijk betrekking heb
bende op adviezen in verband met
uitbreidingsplannen van een groot
aantal gemeenten.
De Australische minister van bui
tenlandse zaken, Casey, heeft ver
klaard dat Australië tegen het plaat
sen van de kwestie Nieuw-Guinea op
de agenda van de algemene vergade
ring der V.N. is.
YERSEKE, 20 juli. De nieuw»
mosselkotter van de fa. D'Hooge heeft
vanmiddag in tegenwoordigheid van
talrijke autoriteiten zijn proefvaart ge
maakt.
Hlerby waren o.m. aanwezig het Vis-
serijbestuur, ir. Dorst. B. en W. van
Yerseke, hoofdinspecteur Van Erp uit
Amsterdam, de bioloog dr. Korrlnga en
de bacterioloog dr. Grijns, de hoofdop
zichter van de Zeeuwse stromen, dhr.
T. van Hekke, het bestuur van de vis
serijvereniging te Yerseke en een uit
gebreide clientele, o.m. uit België.
Het schip Is gebouwd door de ra.
Bakker en uitgerust met een 160 pk
Kromhoutmotor.