Zeeuwse Kunstenaarskring Actuele Zeeuwse zaken D uitspansel? Markt van Goes is uniek in West-Europa Ontwikkeling Ontspanning Gezelligheid in Zeeuws Tijdschrift maar harde plicht Iets van de glorie der Middeleeuwen bleef over 't Zeeiiwscli Weekend Hans Heeren verrasf mef „Opstanding' Na prelude het duet Middelburg-Oostburg van Kimpe's briljante techniek; Van Schagen's geestige werkjes r. A „PRELUDE" het duet Middelburg-Oostburg van de Zeeuwse JfJ, Kunstenaarskring. Duet is in 2ijn betiteling niet juist. Het is hetzelfde koor in het kunstmuseum te Middelburg en in de hal van de watertoren te Oostburg. Een koor, waarin geen partij gelijk is: iedere stem beslaat een regel in de partituur. De „akoestiek" voor het koor moge in Middelburg van een bij zondere kwaliteit zijn, de omgeving bijna wijdingsvol, de expositie in Oostburg heeft ook haar charme. De exposanten elf te Middel burg, twaalf te Oostburg tonen geheel nieuw werk; slechts een enkele doek werd reeds eerder tentoongesteld, waarbij dient aan getekend, dat zulks in een andere streek van de provincie het geval was. Vrijdag is de expositie te Oostburg officieel geopend; hedenmiddag opent ook Middelburg. In het ingezondene is een aangename tendenz te onderkennen: die van de ontwikkeling. Geen schokken, doch een gestage vooruitgang. Kimpe: schier geconsolideerd in zijn briljante techniek, Heeren: geestelijker, sterker, Prince: verrassend, affiche achtig bijna, doch gedurfd, vaardig, getuigend van een eigen visie. Van Schagen: origineel, nog geestiger, Claire Bonebakker: in haar bloemenstillevens een warme rijpheid brengend, Rijken: in Oostburg vertegenwoordigd met een stilleven, knap van stofuitdrukking. Doeken zijn er zowel te Oostburg als te Middelburg te zien, die de sporen dragen van een zoeken, maar ook van een rijpen van het Zeeuwse kunstenaarschap. De inzending van de Middelburger Jac. Prince moge enige bevreemding verwekken: zijn werk verandert van toon, neigt in sommige opzichten naar het affiche-achtige, doch is bovenal veelbelovend en oorspronkelijk. Men zou een deel van het door hem ge- exposeerde werk kunnen zien als een volgende sport, die hij beklimt op de ladder van zijn kunnen. Het is niet langer onbekend, dat Prince juist in het vervaardigen van de affiche een behoorlijk niveau heeft bereikt. Piet Rijken verrast in Oostburg met een stilleven, gaaf van stofuitdruk king. In Middelburg is zijn „Dom Vee- re" te zien, eveneens een werk, dat de autodidact Rijken met een gro te liefde voor de stof vervaardigde. Het nieuwe lid van de kring, de na vijf jaar uit Frankrijk weergekeer- Wanneer er iets aan subjectivisme onderhevig is, dan is dat het aanleg gen van een waarderingsmaatstaf voor de pro-bukten van de beeldende kunstenaar. De veelomstreden nieu were richtingen in de schilderkunst vereenvoudigen zulks niet. De catalogus neemt als volgorde de alfabetische, waar wij ons graag naar richten. Claire Bonebakker, als eerste da me, schildert met een flair, die ner gens storend is. Integendeel, haar doeken en aquarellen bezitten een grote warmte, die wordt verkregen door het rijke kleurenpalet, hetgeen in haar zuivere bloemenstillevens tot uiting komt. Haar werk getuigt van een grote liefde voor de natuur voor alles is mevr. Bonebakker na tuurmens, schilderend en tekenend tussen Veere en Majorca. Heel anders van toon, ingetogener, is het werk van de eveneens te Veere wonende kunstenaresse Sérika Góth. Teer, en van een grote helderheid is haar „Roosje" in een tot in de details knap uitgewerkt glaasje, gewogen te gen een in grijs genuanceerde achter- Tendenz: ontwikkeling frond. Ook oordacht. haar meisjesfiguren zijn De beeldhouwster mevr. L, Mes- ser-Heybroek uit Vlissingen heeft slechts één werk „De schoolmeis jes", dat in brons is uitgevoerd voor de meisjesschool te Deventer in gezonden; het is te zien in Oostburg. De Domburgse mevr. R. M. Wi- chers-Wierdsma zorgde voor een in zending van het haar bekende zwart-wit. Opstanding Verrassend is de zending voor Middelburg van Hans Heeren. Slechts één doek zond hij in „Op standing" dat in het kunstmuseum terecht een ereplaats kreeg. Heeren acht het spirituele primair; het spie gelt zich, doormengt met een sterk religieus gevoel in dit doek af. Hee ren schilderde het moment van het ontwaken van de Heiland de ge hele compositie, het ritme van de ljjnen is overstraald van de beteke nis van dit moment. Onder de inzending van de Middel burgse kunstenaar Louis Heymans zijn drie werken, waarvoor hij de in spiratie vond op de Marché aux Geschiedenis der fotografie in beeld I n het gemeentelijk museum Fodor te Amsterdam wordt tot 30 septem ber a.s. een tentoonstelling gehouden onder de titel „De geschiedenis der fotografie van Niepce tot Moholy- Nagy". De expositie bevat de belangrijkste foto's uit de foto-historische verzame ling van het Duits-Engelse echtpaar Gernsheim-Eames. De foto's (548) vormen ongeveer een derde van de collectie, die het echtpaar in de af gelopen 11 Vè jaar, tezamen met appa raten, boeken en manuscripten bijeen heeft gebracht. Zij hebben reeds ge- ixposeerd in o.a. Amerika, Zweden, Engeland, Zwitserland en Italië met als doel belangstelling te wekken voor de allereerste pogingen op het gebied van de fotografie. Hun collectie is de grootste van de openbare en particu liere foto-historische verzamelingen van Europa. Op de expositie is o.m. de eerste buitenopname, die de Fransman Jo seph Nicephore Niepce, uitvinder van de fotografie en de fotogravure, in 1826 maakte. Het beginstadium van de fotografie (camera obscura) is ver tegenwoordigd met literatuur. Voorts zijn er verschillende soorten negatie ven te zien, die in de loop der tijden werden uitgevonden en voorbeelden van fotografische reportage en docu mentatie uit de 19e eeuw. En tenslotte zijn er exemplaren van stereoscopi sche fotografie en z.g. cartes-de-visite oortretten, die sedert het midden der 19e eeuw in zwang kwamen. zijn onderwerpen sterk; veelal krij gen de figuren een defaitistische in slag; zo hij die kant wil belichten een zuivere weergave. Mr. J. C. van Schagen wordt vro lijker in zijn werk. Geestig zijn zijn „Draakjes van de maandagmorgen"; gaaf is ook het werkje „Andere we reld", votkomen geabstraheerd in wit, zwart en drie nuances grijs. Met een bijna jeugdig brio brengt Van Scha gen een fijne, speelse verdeling in de vlakken. De Veerenaar W. Vaarzon Morel jr. was zeer bescheiden in zijn inzending. „Rustende paarden" in houtskool en een litho, „Staalfabrieken" bevestigen te Middelburg de ontluiking van zijn talent. Polen krijgt kunst schatten terug van Moskou D. aar radio-Moskou heeft gemeld, zullen meer dan 300 schilderijen, waaronder werken van Rembrandt, aan Polen worden teruggegeven. Deze schilderijen, alsmede etsen en andere kunstvoorwerpen, zijn afkomstig uit Poolse verzamelingen, die indertijd door de Duitsers 'zijn buitgemaakt en daarna door de Russen in Duitsland de Andries Minderhout, abstraheert in beslag zijn genomen. Thoolse vraagstukken en de u.t.s. I puces, de Parijse „vlooienmarkt." De stillevens zijn door de zeldzame com binaties van de onderwerpen anders dan anders hoe gemakkelijk het ook is om daarbij Heymans als etser te vergeten; de wil ertoe ontbreekt geheel. Gerijpt Raymond Kimpe legt te Middelburg met negen en te Oostburg met drie zeer recente doeken getuigenis af van ztfn groot en gerijpt kunstenaarsschap. Hü weet steeds een felheid te koppelen aan het uitgewogene in de compositie. Heer lijk zijn de kleuren, waarvan deze schil der zich bedient. De juli-af le vering 'Zeeuws Tijdschrift al de tweede van van het weer de zesde jaargang is wel op dë actuali teit afgestemd. Er worden nl. niet oninteressante beschouwingen ge wijd aan de vraagstukken, waar voor het eiland Tholen staat, ter wijl in dit nummer ook de facto ren, die de (plaats van) vestiging van een uitgebreid technische school in Zeeland bepalen, vrij uit voerig worden behandeld. Een ar tikel voor de natuurliefhebbers over het duingebied van Schou- wens westhoek is eveneens up to date. Het eerste artikel is een vlot ge schreven portret van de heer Jac. van Elsacker door de heer G. A. de Kok onder de titel „Van een Zeeuwse minstreel in Rotterdam". Deze Zeeuw se Rotterdammer en Rotterdamse Zeeuw wordt vaardig getekend in zijn boeiende levensloop en in zijn voor drachtskunst, waarmee hij het leven van vele duizenden heeft verrijkt. „Tholen in beweging" is een boeien de weergave van een discussiebijeen komst, die de redactie van het Zeeuws Tijdschrift enige tijd geleden in de stad Tholen belegde tussen een aantal vooraanstaande ingezetenen van het eiland over de Thoolse problemen. De bekende vragen kregen daar. stuk voor stuk een beurt. Afgere kend werd en dat is belangrijk! met de nogal wijd verspreide me ning, dat hier een achterlijke be volking zou leven en dat deze ach terlijkheid een gevolg zou zijn van een bepaalde levensovertuiging. De (je-e.es uitstapte Simson begaf zich naar Timna Richt. 14 la. Het lijkt een heel eenvoudige mededeling, waar niets bijzonders achter zit als we lezen dat Simson op zekere dag naar Timna gaat. We zouden zeggen: onze jongelui maken ook wel eens een uitstapje en zo deed Simson zeker ook. Een dagje uit naar Timna. En dan gaat het wel eens zo, dat zo'n dagje uit van beslissende be tekenis is voor het verdere leven. Dit uitstapje heeft dan ook voor Simson heel ernstige gevolgen gehad. Toch is dit niet maar een gewone mededeling zonder meer. Waarom zou Simson naar Timna zijn gegaan? Om daar een avon tuur te beleven? Ik geloof het niet. Met die bedoeling is hij vast en zeker niet van huis gegaan. We behoeven hem niet te idealiseren. Maar we mogen ook .van Simson niet één brok zinnelust maken. We moeten hem niet zien als een jonge man, die altijd naar de meisjes keek en wiens brein door zondige fantasieën vergiftigd was. En dat zo iets er ook wel achter gezeten zal hebben, toen hij naar Timna ging. Daar staat immers niets van in de Bijbel. Neen, als wij de Bijbel heel nauwkeurig lezen, staat er zelfs heel iets anders. Als we de moeite nemen om de laatste verzen van het vorige hoofdstuk te lezen, dan vinden we daar meegedeeld, dat de Geest des Heren deze Richter dreef in Mahané-Dan tussen Zora en Estaol. En direct daarop lezen we, dat hij naar Timna ging. Dat gaan naar Timna is nog één met het vorige en gaat niet om buiten de drij ving van de Heilige Geest. En wie was Simson? Bij de aankondiging van zijn geboorte was al aan de ouders meegedeeld, dat dit een bijzondere jongeman zou wor den en dat hij beginnen zou om Israël te verlossen. Daar hebben zijn vader en moeder Simson zeker alles van verteld, zo dat hij bij het opgroeien al. duidel ijker zijn taak voor zich zag. Maar die heeft hij niet alleen gezien, hij heeft hem ook aanvaard. En dat blijkt hier. Hij gaat naar Timna. Die plaats wordt in Jozua 19 genoemd met Zora en Estaol, als een plaats, die tot het gebied van de stam Dan behoorde. Maar de Filistijnen zaten daar, zodat Israël er niets te vertellen had. En tegen deze achtergrond moeten we deze mededeling lezen. Dan zien we een heel andere Simson. Dan is het geen jonge man, die eens een verzetje wil hebben en een uitstapje maakt, maar dan is het iemand, die heel serieus bezig is" met zijn roeping te volgen. De vijanden hebben iets in bezit, wat hem een doorn in het oog is. En dat mag niet. Hij zal zien, wat h ij doen kan. Simson was nog jong, maar zyn jeugd belette hem niet gehoorzaam zijn roeping op te volgen. Wij en ook onze jongelui weten van onze roeping. Die ligt al in de doop. De vijand heeft tal van gebieden, die tot het christelijk erf beho ren nog in bezit, de Filistijnen heer sen er. Daar moeten we heen, om te zien wat daar aan gedaan kan worden. Want geen stad en geen dorp, ja geen stukje grondgebied mag aan de vijand worden overgelaten. Het kost, wat het kost, maar de strijd moet aangebonden worden. Heel de strijd op het brede christelijke erf van vereniging en organi satie enz. is geen liefhebberij, maar harde plicht. c Een minder geslaagd „Oratio pro domo suggestie werd gedaan een sociolo gisch rapport te doen opstellen, dat dan uiteraard door concrete voor stellen en maatregelen dient te worden gevolgd. De U.T.S. Drs. M. C. Verburg publiceert ver volgens een groot aantal belangwek kende gegevens en conclusies onder de titel „De vestiging van een uitge breid technische school in Zeeland". Het is een weergave van het door het E.T.I. opgestelde rapport over deze zaak. De argumenten der diverse ste- (Slot .volgende weekend-pagina) Diepgaand onderzoek in geofysisch jaar Wat is toch die geheimzinnige gloed aan het ijdens het internationale geofysisch jaar 19571958 zullen ge- L leerden uit bijna vijftig landen een uitgebreide reeks onderzoe kingen verrichten met betrekking tot de fysische verschijnselen van aarde, zee en dampkring. Hiertoe behoort ook de „gloed", die aan de hemel wordt waargenomen en waarover nog maar zeer weinig bekend is. Deze onderzoekingen hangen nauw samen met het onder zoek van de aurora noorder- en zuiderlicht die op ongekend grote schaal tijdens het geofysisch jaar zal kunnen worden waar genomen. De resultaten hiervan zullen ter beschikking van alle landen worden gesteld. Overdag en 's nachts vertoont zich aan het uitspansel een zwakke gloed, die voor het oog niet zichtbaar is, maar door gevoelige instrumenten kan worden aangetoond. Dat deze gloed onzichtbaar is moet ten dele worden toegeschreven aan het feit, dat de sterkste stralen een golflengte heb ben, die buiten het menselijk gezichts vermogen vallen: indien onze ogen gevoelig waren voor infrarode stra len, dan zou de nachtelijke hemel Prof. Eaion (V.5.) Amerikaanse geleerde op sfudiereis door de wereld HIIIIIIIIIIIMIIllililllWülllllllllllllllüilllüllllüllllllllllllllllllllllllllllflU l.oor de toerist, die Nederland \J bezoekt, is de openluchtmarkt wel een van de interessantste punten in het stadsbeeld. Stelt hij bovendien belang in architectuur, dan zal de toerist weldra opmer ken, dat dit marktgebeuren zich dikwijls afspeelt op zeer beziens waardige plaatsen, die gewoonlijk ten dele eeuwenlang onveranderd zijn gebleven. Hoegenaamd elkeen houdt van een markt. Is het niet fascinerend langs een rij kraamp jes te slenteren, de aangeprezen waar te bekijken, de prijzen tegen elkaar af te wegen en misschien een kleintje koffie te drinken in een naburig cafeetje? Voeg daarbij de kleurrijke, folkloristische cos- tuums en de prachtige gebouwen, en het schouwspel is volmaakt en onweerstaanbaar. Hoewel de Nederlanders tot de mo dernst ingestelde volken van West- Europa behoren, blijven zij zich toch sterk aangetrokken voelen tot de oudé klederdracht. Het zou ook bij geen en kele goede Nederlander opkomen een oude markt van zijn traditionele plaats te verwijderen. Daar staat tegenover, dat weinig landen wanneer ergens dringend een markt nodig is zo vrij en met zoveel verbeeldingskracht kun nen bouwen. De grote verdiensten van Berlage, Oud en Dudok voor de mo derne beweging is algemeen bekend. Om de opmerkelijke overgang in deze volksarchitectuur heb ik twee oude markten, die van Goes en te Gouda, vergeleken met het nieuwe winkelcen trum van Rotterdam. Verrassing Sinds een edict van Jacqeline van Bavaria (15e eeuw) is de dinsdag- markt te Goes al een wekelijks gebeu ren. Opmerkelijk is hier het groot aan tal straatjes maar liefst zeven dat op het marktplein, een „openlucht zaal" met verrukkelijke afmetingen, uitkomt. En daar elk der straatjes vrij nauw is, is het effect van het betre den van zo'n grote open ruimte, een opmerkelijke verrassing. De meeste van de om het plein liggende gebou wen mogen dan weinig bijzonders heb ben, het stadhuis en een charmant, oud huis aan de westkant, verdienen werkelijk onze aandacht. Stadhuis Het stadhuis, groter van afmeting dan welke van zijn „buren", geeft het plein aan de zuidkant een gevoel van bescherming en omheining, en is een passend symbool van burgerlijke trots en gezag, die in Nederland altijd zeer sterk zijn geweest. Het is misschien jammer, dat er aan de noordrand van het plein zo'n evenwichtselement ont breekt. Het gebouw demonstreert een zekere vakbekwaamheid in steen en is, zoals de meeste huisarchitectuur uit die tijd, opmerkenswaard vanwege de fraaie proporties en de vakkundige uitwerking. Hoewel 't plein groot genoeg is om aan 2 a 300 auto's parkeerruimte te bieden, is het op marktdagen met touw afgezet en wordt dan, zoals ook te Gouda gebruikelijk is, een plaats voor levendig voetgangersverkeer. De markt zelf is niet zo sterk op kaas en etenswaren gericht als Gouda, maar zij is veel gevarieerder. Hier kan men hoegenaamd alles kopen, van tractoren tot borstrokken, wapperen, mogen hier weliswaar ont breken, de prachtig bewerkte kle ding van de gewestelijke boerenbe volking, die op eerstgenoemde markt niet voorkomt, vergoedt dit weer ge heel. Sieraden Zeeland is een van de weinig overgebleven delen van West- Europa, waar de bevolking niet voor het genoegen van de toerist de klederdracht trouw blijft. Maar alleen, omdat deze manier van ge kleed gaan met hun bestaan ver weven is. Sommige sieraden zijn verrassende staaltjes van briljant en nauwgezet vakmanschap. Een recente tentoon stelling van deze oude, folkloristische sieraden in het Gemeentemuseum te Den Haag trok dan ook tot ver in de omtrek grote belangstelling. Slenterend van kraam tot kraam wordt de marktbezoeker herinnerd aan Lewis Mumfords opmerking, dat de nog in leven zijnde oude markten „iets weg hebben van de glorie van hun middeleeuwse pro totypen". Volksfeesten Maar er is nog een aspect van het Goese plein, dat de aandacht verdient. Meer dan enig ander publieke open ruimte, die ik ooit gezien heb, wordt dit plein door de stadsbewoners ge- I EONARD K. EATON, profes- *- sor in de architectuur te Mi chigan (Ver. Staten) ontuing vorig jaar een wereldstudiebeurs waarop hij een uitgebreide stu diereis door Nieuw-Zeeland en Australië, Afrika en geheel W.- Europa heef t' gemaakt. In de afgelopen zomer had prof. Eaton gedurende een maand zijn hoofdkwartier in hotel „De Korenbeurs" te Goes, waar hij getroffen werd door het stede- bouwkundige en structurele sa menspel van de Goese markt. Van hieruit bezocht hij ook Gou da en Brussel. Binnenkort verschijnen de ar chitectonische studies van prof. Eaton in druk. Het doet ons ge noegen, dat wij in de gelegenheid werden gesteld onze lezers nu reeds enkele van zijn indrukken over de Nederlandse markten, en die van Goes in het bijzonder, te kunnen geven. bruikt voor sociale activiteiten. Een zeer gewaardeerde attractie voor de jongelui was een in vrolijke kleuren geschilderd draaiorgel. Tijdens mijn verblijf in Holland werden de festiviteiten, wanneer het goed weer was, elke zaterdagavond voortgezet. Soms kon men genieten van een concert, gegeven door een muziekkorps uit Goes of uit een na burige plaats. Het viel mij op, dat de muzikan ten met evenveel trots lid van hun vereniging bleken, als Amerikaan se jongelui dat plegen te zijn van hun kostschoolband. Ook werd mij verteld, dat een der Protestantse kerken op een be paalde herdenkingsdag geld voor de feestverlichting en voor een geluids versterker bij het volksdansen be schikbaar stelde. Tot middernacht werd er door de jongelui gehost en gedanst, met als slot een grote polo naise (iets typisch Nederlands), waar bij tientallen volksliedjes worden ge zongen. In alle opzichten doet het plein dienst als een gemeentelijk open luchttheater. De beste plaatsen voor de diverse opvoeringen zijn te vin den op de terrasjes van de vele ca- fé's en hotels, die het marktplein om zomen. even helder zijn als tijdens de sche mering. Evenals bfj de aurora wordt deze gloed veroorzaakt door ionisatie- verschijnselen in de bovenste lagen van de atmosfeer, die vrijwel zeker veroorzaakt wordt door de zon, maar wat er nu precies met een fractie van de zonne-energie gebeurt, waardoor ze in deze eigenaardige gloed wordt omgezet, is nog onbekend. Indien wij dit wisten, aldus dr. C. T. Elvey, directeur van het Geo fysisch Instituut van de Universi teit van Alaska, dan zouden wij zeer belangrijke dingen te weten komen over de bovenste luchtlagen. Al langer bekend Men kent deze gloed al enige tien tallen jaren. In de spectrogrammen, die de astronomen van de hemel lichamen namen, constateerden zij de aanwezigheid van een zwakke groene straling die niet van sterren of pla neten afkomstig kon zijn. Omdat deze straling blijkbaar afkomstig is uit de atmosfeer zelf en omdat de groene spectraallijn- dezelfde was als die welke in de aurora werd waargeno men, noemden z(j de gloed de „per manente aurora"; later noemden z(j het de hemelgloed. In de jaren na de oorlog is vooral de gloed, die tijdens de nachtelijke uren optreedt, aan een uitgebreid onderzoek onderworpen en men is er in geslaagd de eigenschappen ervan tot op zekere hoogte vast te stellen. Het groene licht, afkomstig van in trilling gebrachte uurstofatomen, neemt in kracht toe bij het afnemen van dt Foto-elektrische apparaten fasten de hemel af sterkte van het zonlicht, maar wordt na middernacht weer zwakker. De ro de stralen, die eveneens afkomstig zijn van zuurstofatomen, nemen tijdens de avonduren in helderheid af en worden- even voor het aanbreken van de dag weer iets helderder. Voor dit ver schijnsel heeft men nog geen verkla ring weten te vinden. In de schemering Behalve deze nacht- en daggloed bestaat er ook een gloed in de sche mering, die ongeveer honderdmaal zo sterk is als de nachtgloed, maar toch voor .het oog niet zichtbaar is, door dat het dan nog niet donker ge noeg is. Volgens dr. Elvey kan men evenwel het bestaan van deze gloed in- de schemering beter verklaren; het is namelijk niet twijfelachtig of dezq wordt veroorzaakt door de directe in werking van het zonlicht, waardoor (Slot volgende weekend-pagina).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 9