Zeeuwse Kunstenaarskring
Actuele Zeeuwse zaken
D
uitspansel?
Markt van Goes is
uniek in West-Europa
Ontwikkeling
Ontspanning
Gezelligheid
in Zeeuws Tijdschrift
maar harde plicht
Iets van de glorie der
Middeleeuwen bleef over
't Zeeiiwscli Weekend
Hans Heeren verrasf mef „Opstanding'
Na prelude het duet Middelburg-Oostburg
van
Kimpe's briljante techniek; Van Schagen's
geestige werkjes
r. A „PRELUDE" het duet Middelburg-Oostburg van de Zeeuwse
JfJ, Kunstenaarskring. Duet is in 2ijn betiteling niet juist. Het is
hetzelfde koor in het kunstmuseum te Middelburg en in de
hal van de watertoren te Oostburg. Een koor, waarin geen partij
gelijk is: iedere stem beslaat een regel in de partituur.
De „akoestiek" voor het koor moge in Middelburg van een bij
zondere kwaliteit zijn, de omgeving bijna wijdingsvol, de expositie in
Oostburg heeft ook haar charme. De exposanten elf te Middel
burg, twaalf te Oostburg tonen geheel nieuw werk; slechts een
enkele doek werd reeds eerder tentoongesteld, waarbij dient aan
getekend, dat zulks in een andere streek van de provincie het geval
was.
Vrijdag is de expositie te Oostburg officieel geopend; hedenmiddag
opent ook Middelburg. In het ingezondene is een aangename tendenz
te onderkennen: die van de ontwikkeling. Geen schokken, doch een
gestage vooruitgang. Kimpe: schier geconsolideerd in zijn briljante
techniek, Heeren: geestelijker, sterker, Prince: verrassend, affiche
achtig bijna, doch gedurfd, vaardig, getuigend van een eigen visie.
Van Schagen: origineel, nog geestiger, Claire Bonebakker: in haar
bloemenstillevens een warme rijpheid brengend, Rijken: in Oostburg
vertegenwoordigd met een stilleven, knap van stofuitdrukking.
Doeken zijn er zowel te Oostburg als te Middelburg te zien, die
de sporen dragen van een zoeken, maar ook van een rijpen van het
Zeeuwse kunstenaarschap.
De inzending van de Middelburger
Jac. Prince moge enige bevreemding
verwekken: zijn werk verandert van
toon, neigt in sommige opzichten naar
het affiche-achtige, doch is bovenal
veelbelovend en oorspronkelijk. Men
zou een deel van het door hem ge-
exposeerde werk kunnen zien als een
volgende sport, die hij beklimt op de
ladder van zijn kunnen. Het is niet
langer onbekend, dat Prince juist in
het vervaardigen van de affiche een
behoorlijk niveau heeft bereikt.
Piet Rijken verrast in Oostburg met
een stilleven, gaaf van stofuitdruk
king.
In Middelburg is zijn „Dom Vee-
re" te zien, eveneens een werk, dat
de autodidact Rijken met een gro
te liefde voor de stof vervaardigde.
Het nieuwe lid van de kring, de na
vijf jaar uit Frankrijk weergekeer-
Wanneer er iets aan subjectivisme
onderhevig is, dan is dat het aanleg
gen van een waarderingsmaatstaf
voor de pro-bukten van de beeldende
kunstenaar. De veelomstreden nieu
were richtingen in de schilderkunst
vereenvoudigen zulks niet.
De catalogus neemt als volgorde de
alfabetische, waar wij ons graag naar
richten.
Claire Bonebakker, als eerste da
me, schildert met een flair, die ner
gens storend is. Integendeel, haar
doeken en aquarellen bezitten een
grote warmte, die wordt verkregen
door het rijke kleurenpalet, hetgeen
in haar zuivere bloemenstillevens tot
uiting komt. Haar werk getuigt van
een grote liefde voor de natuur
voor alles is mevr. Bonebakker na
tuurmens, schilderend en tekenend
tussen Veere en Majorca.
Heel anders van toon, ingetogener,
is het werk van de eveneens te Veere
wonende kunstenaresse Sérika Góth.
Teer, en van een grote helderheid is
haar „Roosje" in een tot in de details
knap uitgewerkt glaasje, gewogen te
gen een in grijs genuanceerde achter-
Tendenz: ontwikkeling
frond. Ook
oordacht.
haar meisjesfiguren zijn
De beeldhouwster mevr. L, Mes-
ser-Heybroek uit Vlissingen heeft
slechts één werk „De schoolmeis
jes", dat in brons is uitgevoerd voor
de meisjesschool te Deventer in
gezonden; het is te zien in Oostburg.
De Domburgse mevr. R. M. Wi-
chers-Wierdsma zorgde voor een in
zending van het haar bekende
zwart-wit.
Opstanding
Verrassend is de zending voor
Middelburg van Hans Heeren.
Slechts één doek zond hij in „Op
standing" dat in het kunstmuseum
terecht een ereplaats kreeg. Heeren
acht het spirituele primair; het spie
gelt zich, doormengt met een sterk
religieus gevoel in dit doek af. Hee
ren schilderde het moment van het
ontwaken van de Heiland de ge
hele compositie, het ritme van de
ljjnen is overstraald van de beteke
nis van dit moment.
Onder de inzending van de Middel
burgse kunstenaar Louis Heymans
zijn drie werken, waarvoor hij de in
spiratie vond op de Marché aux
Geschiedenis der
fotografie in beeld
I n het gemeentelijk museum Fodor
te Amsterdam wordt tot 30 septem
ber a.s. een tentoonstelling gehouden
onder de titel „De geschiedenis der
fotografie van Niepce tot Moholy-
Nagy".
De expositie bevat de belangrijkste
foto's uit de foto-historische verzame
ling van het Duits-Engelse echtpaar
Gernsheim-Eames. De foto's (548)
vormen ongeveer een derde van de
collectie, die het echtpaar in de af
gelopen 11 Vè jaar, tezamen met appa
raten, boeken en manuscripten bijeen
heeft gebracht. Zij hebben reeds ge-
ixposeerd in o.a. Amerika, Zweden,
Engeland, Zwitserland en Italië met
als doel belangstelling te wekken voor
de allereerste pogingen op het gebied
van de fotografie. Hun collectie is de
grootste van de openbare en particu
liere foto-historische verzamelingen
van Europa.
Op de expositie is o.m. de eerste
buitenopname, die de Fransman Jo
seph Nicephore Niepce, uitvinder van
de fotografie en de fotogravure, in
1826 maakte. Het beginstadium van
de fotografie (camera obscura) is ver
tegenwoordigd met literatuur. Voorts
zijn er verschillende soorten negatie
ven te zien, die in de loop der tijden
werden uitgevonden en voorbeelden
van fotografische reportage en docu
mentatie uit de 19e eeuw. En tenslotte
zijn er exemplaren van stereoscopi
sche fotografie en z.g. cartes-de-visite
oortretten, die sedert het midden der
19e eeuw in zwang kwamen.
zijn onderwerpen sterk; veelal krij
gen de figuren een defaitistische in
slag; zo hij die kant wil belichten
een zuivere weergave.
Mr. J. C. van Schagen wordt vro
lijker in zijn werk. Geestig zijn zijn
„Draakjes van de maandagmorgen";
gaaf is ook het werkje „Andere we
reld", votkomen geabstraheerd in wit,
zwart en drie nuances grijs. Met een
bijna jeugdig brio brengt Van Scha
gen een fijne, speelse verdeling in de
vlakken.
De Veerenaar W. Vaarzon Morel jr.
was zeer bescheiden in zijn inzending.
„Rustende paarden" in houtskool en
een litho, „Staalfabrieken" bevestigen
te Middelburg de ontluiking van zijn
talent.
Polen krijgt kunst
schatten terug van
Moskou
D. aar radio-Moskou heeft gemeld,
zullen meer dan 300 schilderijen,
waaronder werken van Rembrandt,
aan Polen worden teruggegeven. Deze
schilderijen, alsmede etsen en andere
kunstvoorwerpen, zijn afkomstig uit
Poolse verzamelingen, die indertijd
door de Duitsers 'zijn buitgemaakt en
daarna door de Russen in Duitsland
de Andries Minderhout, abstraheert in beslag zijn genomen.
Thoolse
vraagstukken en
de u.t.s.
I
puces, de Parijse „vlooienmarkt." De
stillevens zijn door de zeldzame com
binaties van de onderwerpen anders
dan anders hoe gemakkelijk het
ook is om daarbij Heymans als etser
te vergeten; de wil ertoe ontbreekt
geheel.
Gerijpt
Raymond Kimpe legt te Middelburg
met negen en te Oostburg met drie zeer
recente doeken getuigenis af van ztfn
groot en gerijpt kunstenaarsschap. Hü
weet steeds een felheid te koppelen aan
het uitgewogene in de compositie. Heer
lijk zijn de kleuren, waarvan deze schil
der zich bedient.
De juli-af le vering
'Zeeuws Tijdschrift
al de tweede van
van het
weer
de zesde
jaargang is wel op dë actuali
teit afgestemd. Er worden nl. niet
oninteressante beschouwingen ge
wijd aan de vraagstukken, waar
voor het eiland Tholen staat, ter
wijl in dit nummer ook de facto
ren, die de (plaats van) vestiging
van een uitgebreid technische
school in Zeeland bepalen, vrij uit
voerig worden behandeld. Een ar
tikel voor de natuurliefhebbers
over het duingebied van Schou-
wens westhoek is eveneens up to
date.
Het eerste artikel is een vlot ge
schreven portret van de heer Jac. van
Elsacker door de heer G. A. de Kok
onder de titel „Van een Zeeuwse
minstreel in Rotterdam". Deze Zeeuw
se Rotterdammer en Rotterdamse
Zeeuw wordt vaardig getekend in zijn
boeiende levensloop en in zijn voor
drachtskunst, waarmee hij het leven
van vele duizenden heeft verrijkt.
„Tholen in beweging" is een boeien
de weergave van een discussiebijeen
komst, die de redactie van het Zeeuws
Tijdschrift enige tijd geleden in de
stad Tholen belegde tussen een aantal
vooraanstaande ingezetenen van het
eiland over de Thoolse problemen.
De bekende vragen kregen daar.
stuk voor stuk een beurt. Afgere
kend werd en dat is belangrijk!
met de nogal wijd verspreide me
ning, dat hier een achterlijke be
volking zou leven en dat deze ach
terlijkheid een gevolg zou zijn van
een bepaalde levensovertuiging. De
(je-e.es uitstapte
Simson begaf zich naar Timna
Richt. 14 la.
Het lijkt een heel eenvoudige mededeling, waar niets bijzonders
achter zit als we lezen dat Simson op zekere dag naar Timna gaat.
We zouden zeggen: onze jongelui maken ook wel eens een uitstapje
en zo deed Simson zeker ook. Een dagje uit naar Timna.
En dan gaat het wel eens zo, dat zo'n dagje uit van beslissende be
tekenis is voor het verdere leven. Dit uitstapje heeft dan ook voor
Simson heel ernstige gevolgen gehad.
Toch is dit niet maar een gewone mededeling zonder meer.
Waarom zou Simson naar Timna zijn gegaan? Om daar een avon
tuur te beleven? Ik geloof het niet. Met die bedoeling is hij vast en
zeker niet van huis gegaan. We behoeven hem niet te idealiseren.
Maar we mogen ook .van Simson niet één brok zinnelust maken. We
moeten hem niet zien als een jonge man, die altijd naar de meisjes
keek en wiens brein door zondige fantasieën vergiftigd was. En dat
zo iets er ook wel achter gezeten zal hebben, toen hij naar Timna
ging. Daar staat immers niets van in de Bijbel.
Neen, als wij de Bijbel heel nauwkeurig lezen, staat er zelfs heel
iets anders. Als we de moeite nemen om de laatste verzen van het
vorige hoofdstuk te lezen, dan vinden we daar meegedeeld, dat de
Geest des Heren deze Richter dreef in Mahané-Dan tussen Zora en
Estaol. En direct daarop lezen we, dat hij naar Timna ging. Dat gaan
naar Timna is nog één met het vorige en gaat niet om buiten de drij
ving van de Heilige Geest.
En wie was Simson? Bij de aankondiging van zijn geboorte was al
aan de ouders meegedeeld, dat dit een bijzondere jongeman zou wor
den en dat hij beginnen zou om Israël te verlossen.
Daar hebben zijn vader en moeder Simson zeker alles van verteld, zo
dat hij bij het opgroeien al. duidel ijker zijn taak voor zich zag.
Maar die heeft hij niet alleen gezien, hij heeft hem ook aanvaard.
En dat blijkt hier. Hij gaat naar Timna. Die plaats wordt in Jozua
19 genoemd met Zora en Estaol, als een plaats, die tot het gebied van
de stam Dan behoorde. Maar de Filistijnen zaten daar, zodat Israël er
niets te vertellen had. En tegen deze achtergrond moeten we deze
mededeling lezen. Dan zien we een heel andere Simson. Dan is het geen
jonge man, die eens een verzetje wil hebben en een uitstapje maakt,
maar dan is het iemand, die heel serieus bezig is" met zijn roeping te
volgen.
De vijanden hebben iets in bezit, wat hem een doorn in het oog is.
En dat mag niet. Hij zal zien, wat h ij doen kan.
Simson was nog jong, maar zyn jeugd belette hem niet gehoorzaam
zijn roeping op te volgen.
Wij en ook onze jongelui weten van onze roeping. Die ligt al in de
doop. De vijand heeft tal van gebieden, die tot het christelijk erf beho
ren nog in bezit, de Filistijnen heer sen er. Daar moeten we heen, om te
zien wat daar aan gedaan kan worden. Want geen stad en geen dorp,
ja geen stukje grondgebied mag aan de vijand worden overgelaten.
Het kost, wat het kost, maar de strijd moet aangebonden worden.
Heel de strijd op het brede christelijke erf van vereniging en organi
satie enz. is geen liefhebberij, maar harde plicht.
c
Een minder geslaagd
„Oratio pro domo
suggestie werd gedaan een sociolo
gisch rapport te doen opstellen, dat
dan uiteraard door concrete voor
stellen en maatregelen dient te
worden gevolgd.
De U.T.S.
Drs. M. C. Verburg publiceert ver
volgens een groot aantal belangwek
kende gegevens en conclusies onder
de titel „De vestiging van een uitge
breid technische school in Zeeland".
Het is een weergave van het door het
E.T.I. opgestelde rapport over deze
zaak. De argumenten der diverse ste-
(Slot .volgende weekend-pagina)
Diepgaand onderzoek in geofysisch jaar
Wat is toch die geheimzinnige gloed
aan het
ijdens het internationale geofysisch jaar 19571958 zullen ge-
L leerden uit bijna vijftig landen een uitgebreide reeks onderzoe
kingen verrichten met betrekking tot de fysische verschijnselen
van aarde, zee en dampkring. Hiertoe behoort ook de „gloed", die
aan de hemel wordt waargenomen en waarover nog maar zeer weinig
bekend is. Deze onderzoekingen hangen nauw samen met het onder
zoek van de aurora noorder- en zuiderlicht die op ongekend
grote schaal tijdens het geofysisch jaar zal kunnen worden waar
genomen. De resultaten hiervan zullen ter beschikking van alle
landen worden gesteld.
Overdag en 's nachts vertoont zich
aan het uitspansel een zwakke gloed,
die voor het oog niet zichtbaar is,
maar door gevoelige instrumenten kan
worden aangetoond. Dat deze gloed
onzichtbaar is moet ten dele worden
toegeschreven aan het feit, dat de
sterkste stralen een golflengte heb
ben, die buiten het menselijk gezichts
vermogen vallen: indien onze ogen
gevoelig waren voor infrarode stra
len, dan zou de nachtelijke hemel
Prof. Eaion (V.5.)
Amerikaanse geleerde op sfudiereis door de wereld
HIIIIIIIIIIIMIIllililllWülllllllllllllllüilllüllllüllllllllllllllllllllllllllllflU
l.oor de toerist, die Nederland
\J bezoekt, is de openluchtmarkt
wel een van de interessantste
punten in het stadsbeeld. Stelt hij
bovendien belang in architectuur,
dan zal de toerist weldra opmer
ken, dat dit marktgebeuren zich
dikwijls afspeelt op zeer beziens
waardige plaatsen, die gewoonlijk
ten dele eeuwenlang onveranderd
zijn gebleven. Hoegenaamd elkeen
houdt van een markt. Is het niet
fascinerend langs een rij kraamp
jes te slenteren, de aangeprezen
waar te bekijken, de prijzen tegen
elkaar af te wegen en misschien
een kleintje koffie te drinken in
een naburig cafeetje? Voeg daarbij
de kleurrijke, folkloristische cos-
tuums en de prachtige gebouwen,
en het schouwspel is volmaakt en
onweerstaanbaar.
Hoewel de Nederlanders tot de mo
dernst ingestelde volken van West-
Europa behoren, blijven zij zich toch
sterk aangetrokken voelen tot de oudé
klederdracht. Het zou ook bij geen en
kele goede Nederlander opkomen een
oude markt van zijn traditionele plaats
te verwijderen. Daar staat tegenover,
dat weinig landen wanneer ergens
dringend een markt nodig is zo vrij
en met zoveel verbeeldingskracht kun
nen bouwen. De grote verdiensten van
Berlage, Oud en Dudok voor de mo
derne beweging is algemeen bekend.
Om de opmerkelijke overgang in deze
volksarchitectuur heb ik twee oude
markten, die van Goes en te Gouda,
vergeleken met het nieuwe winkelcen
trum van Rotterdam.
Verrassing
Sinds een edict van Jacqeline van
Bavaria (15e eeuw) is de dinsdag-
markt te Goes al een wekelijks gebeu
ren. Opmerkelijk is hier het groot aan
tal straatjes maar liefst zeven
dat op het marktplein, een „openlucht
zaal" met verrukkelijke afmetingen,
uitkomt. En daar elk der straatjes vrij
nauw is, is het effect van het betre
den van zo'n grote open ruimte, een
opmerkelijke verrassing. De meeste
van de om het plein liggende gebou
wen mogen dan weinig bijzonders heb
ben, het stadhuis en een charmant,
oud huis aan de westkant, verdienen
werkelijk onze aandacht.
Stadhuis
Het stadhuis, groter van afmeting
dan welke van zijn „buren", geeft het
plein aan de zuidkant een gevoel van
bescherming en omheining, en is een
passend symbool van burgerlijke trots
en gezag, die in Nederland altijd zeer
sterk zijn geweest. Het is misschien
jammer, dat er aan de noordrand van
het plein zo'n evenwichtselement ont
breekt. Het gebouw demonstreert een
zekere vakbekwaamheid in steen en is,
zoals de meeste huisarchitectuur uit
die tijd, opmerkenswaard vanwege de
fraaie proporties en de vakkundige
uitwerking.
Hoewel 't plein groot genoeg is om
aan 2 a 300 auto's parkeerruimte te
bieden, is het op marktdagen met touw
afgezet en wordt dan, zoals ook te
Gouda gebruikelijk is, een plaats voor
levendig voetgangersverkeer.
De markt zelf is niet zo sterk op
kaas en etenswaren gericht als Gouda,
maar zij is veel gevarieerder. Hier kan
men hoegenaamd alles kopen, van
tractoren tot borstrokken,
wapperen, mogen hier weliswaar ont
breken, de prachtig bewerkte kle
ding van de gewestelijke boerenbe
volking, die op eerstgenoemde markt
niet voorkomt, vergoedt dit weer ge
heel.
Sieraden
Zeeland is een van de weinig
overgebleven delen van West-
Europa, waar de bevolking niet
voor het genoegen van de toerist
de klederdracht trouw blijft. Maar
alleen, omdat deze manier van ge
kleed gaan met hun bestaan ver
weven is.
Sommige sieraden zijn verrassende
staaltjes van briljant en nauwgezet
vakmanschap. Een recente tentoon
stelling van deze oude, folkloristische
sieraden in het Gemeentemuseum te
Den Haag trok dan ook tot ver in de
omtrek grote belangstelling.
Slenterend van kraam tot kraam
wordt de marktbezoeker herinnerd
aan Lewis Mumfords opmerking,
dat de nog in leven zijnde oude
markten „iets weg hebben van de
glorie van hun middeleeuwse pro
totypen".
Volksfeesten
Maar er is nog een aspect van het
Goese plein, dat de aandacht verdient.
Meer dan enig ander publieke open
ruimte, die ik ooit gezien heb, wordt
dit plein door de stadsbewoners ge-
I EONARD K. EATON, profes-
*- sor in de architectuur te Mi
chigan (Ver. Staten) ontuing
vorig jaar een wereldstudiebeurs
waarop hij een uitgebreide stu
diereis door Nieuw-Zeeland en
Australië, Afrika en geheel W.-
Europa heef t' gemaakt.
In de afgelopen zomer had
prof. Eaton gedurende een maand
zijn hoofdkwartier in hotel „De
Korenbeurs" te Goes, waar hij
getroffen werd door het stede-
bouwkundige en structurele sa
menspel van de Goese markt.
Van hieruit bezocht hij ook Gou
da en Brussel.
Binnenkort verschijnen de ar
chitectonische studies van prof.
Eaton in druk. Het doet ons ge
noegen, dat wij in de gelegenheid
werden gesteld onze lezers nu
reeds enkele van zijn indrukken
over de Nederlandse markten,
en die van Goes in het bijzonder,
te kunnen geven.
bruikt voor sociale activiteiten. Een
zeer gewaardeerde attractie voor de
jongelui was een in vrolijke kleuren
geschilderd draaiorgel.
Tijdens mijn verblijf in Holland
werden de festiviteiten, wanneer het
goed weer was, elke zaterdagavond
voortgezet. Soms kon men genieten
van een concert, gegeven door een
muziekkorps uit Goes of uit een na
burige plaats.
Het viel mij op, dat de muzikan
ten met evenveel trots lid van hun
vereniging bleken, als Amerikaan
se jongelui dat plegen te zijn van
hun kostschoolband.
Ook werd mij verteld, dat een
der Protestantse kerken op een be
paalde herdenkingsdag geld voor de
feestverlichting en voor een geluids
versterker bij het volksdansen be
schikbaar stelde. Tot middernacht
werd er door de jongelui gehost en
gedanst, met als slot een grote polo
naise (iets typisch Nederlands), waar
bij tientallen volksliedjes worden ge
zongen.
In alle opzichten doet het plein
dienst als een gemeentelijk open
luchttheater. De beste plaatsen voor
de diverse opvoeringen zijn te vin
den op de terrasjes van de vele ca-
fé's en hotels, die het marktplein om
zomen.
even helder zijn als tijdens de sche
mering.
Evenals bfj de aurora wordt deze
gloed veroorzaakt door ionisatie-
verschijnselen in de bovenste lagen
van de atmosfeer, die vrijwel zeker
veroorzaakt wordt door de zon, maar
wat er nu precies met een fractie van
de zonne-energie gebeurt, waardoor
ze in deze eigenaardige gloed wordt
omgezet, is nog onbekend.
Indien wij dit wisten, aldus dr.
C. T. Elvey, directeur van het Geo
fysisch Instituut van de Universi
teit van Alaska, dan zouden wij zeer
belangrijke dingen te weten komen
over de bovenste luchtlagen.
Al langer bekend
Men kent deze gloed al enige tien
tallen jaren. In de spectrogrammen,
die de astronomen van de hemel
lichamen namen, constateerden zij de
aanwezigheid van een zwakke groene
straling die niet van sterren of pla
neten afkomstig kon zijn. Omdat deze
straling blijkbaar afkomstig is uit de
atmosfeer zelf en omdat de groene
spectraallijn- dezelfde was als die
welke in de aurora werd waargeno
men, noemden z(j de gloed de „per
manente aurora"; later noemden z(j
het de hemelgloed.
In de jaren na de oorlog is vooral
de gloed, die tijdens de nachtelijke
uren optreedt, aan een uitgebreid
onderzoek onderworpen en men is er
in geslaagd de eigenschappen ervan
tot op zekere hoogte vast te stellen.
Het groene licht, afkomstig van in
trilling gebrachte uurstofatomen, neemt
in kracht toe bij het afnemen van dt
Foto-elektrische apparaten
fasten de hemel af
sterkte van het zonlicht, maar wordt
na middernacht weer zwakker. De ro
de stralen, die eveneens afkomstig zijn
van zuurstofatomen, nemen tijdens de
avonduren in helderheid af en worden-
even voor het aanbreken van de dag
weer iets helderder. Voor dit ver
schijnsel heeft men nog geen verkla
ring weten te vinden.
In de schemering
Behalve deze nacht- en daggloed
bestaat er ook een gloed in de sche
mering, die ongeveer honderdmaal zo
sterk is als de nachtgloed, maar toch
voor .het oog niet zichtbaar is, door
dat het dan nog niet donker ge
noeg is.
Volgens dr. Elvey kan men evenwel
het bestaan van deze gloed in- de
schemering beter verklaren; het is
namelijk niet twijfelachtig of dezq
wordt veroorzaakt door de directe in
werking van het zonlicht, waardoor
(Slot volgende weekend-pagina).