Uttnfoawit
ROMEINEN
£euenóxlaAó£
Ontwikkeling
Ontspanning
Gezelligheid
een kunstenaarsleven
yan vreugde en verdriet
Op de
bij Haamstede
hebben
gewoond
Drie volledige huisplattegronden
werden gevonden
i 't Zeeiiwstli Hoekend
NIEMAND STEEG TOT DEZE HOOGTE
Zijn levensgeschiedenis schilderde hij
in zelfportretten
ABRAHAMS, OFFER
Het zal r,r—9T: dagen 15
juli -— driehonderd 'en
vijftig jaren geleden
zijn, dat de grootste onzer
schilders te Leiden geboren
werd. Zoals men weet is ter
gelegenheid van dit feit een
uitgebreide tentoonstelling
ingericht in het Rijksmu
seum in Amsterdam van
werken van Rembrandt, die
van heinde en ver zijn bij
eengebracht. Zelfs kwamen
zes kostbare doeken van ach
ter het IJzeren Gordijn waar,
in Leningrad, het Museum
genaamd de „Hermitage"
een zeer begeerde collectie
Rembrandts bevat, door zeer
weinigen nog gezien en dus
hoofdzakelijk van reproduk-
ties bekend. In Rotterdam
wordt in „Boymans" ter zelf-
der tijd een tentoonstelling
van etsen en tekeningen van
de Meester gehouden en bin
nenkort gaat men deze col
lecties omruilen.
Zal Rembrandt nu beter be
kend worden? Stellig, maar er is
twijfel geuit aan de mening, dat
de schilder daarna ook beter ge
kend zal zijn. In drommen voor-
bijschuifelen en met moeite een
blik werpen op schilderijen die
zelfs voor deskundigen nog
veelszins raadselachtig zijn, zal
deze reus en de oplossing van
problemen rond hem en zijn
werk, nog niet veel nader bren
gen. Maar toch hebben de dui
zenden die zich naar deze ten
toonstellingen zullen begeven
gelijk, alleen al omdat men ver
moedelijk nooit weer zoveel
„Rembrandts" bijeen zal zien.
Boek over de schilder
Er is echter een middel zich
althans enigszins voor te berei
den en dat is het lezen van een
goed boek over de schilder, 't
zij dan in een min of meer we
tenschappelijke vorm en die
zijn er vele 't zij in die van
een -via romancée, zoals David
de Jong schreefDit boekje, is boven
dien op voortreffelijke wijze geïllus
treerd door Rembrandt zelf.
Geen geringe eer voor een auteur,
want deze 44 reproducties op kunst
drukpapier hulde aan de Uitgeverij
Contact behoren inderdaad bij en
in de, tekst en laat ik dan meteen mo
gen zeggen, dat de aangrijpendste re-
produktie die is tegenover blz. 352.
Het is het portret van Hendrikje
Stoffels uit het New Yorkse Metro
politan Museum. Een portret van een
vrouw met grote, tragische ogen in
een bekommerd gezicht, waarover
nochtans een waas van liefdesgeluk
speelt, van diepe liefde, maar van ge
wond geluk. Zij wist, maar het weten
deed onuitsprekelijk pijn.
Kennis van zaken
Rustig, met veel kennis van zaken
laat de schrijver een gefingeerd Joods
geneesheer, die wegens carthesiaanse
dwalingen uit de synagoge geworpen
is, vertellen van het leven van Rem
brandt, van wat hij ziet en hoort
en daarbij peinst.
De eerste twee illustraties zijn die
van een zeer zelfbewuste, bijna ar
rogante, Rembrandt, zo kon hij
zijn en van een Christusfiguur,
waarvoor dan de sefardische Eli
Paravicino model zou hebben geze
ten. Het gehucht Houtewael even
buiten Amsterdam, waar Paravicino
woonde, is door Rembrandt in één
van zijn meesterlijke tekeningen
vereeuwigd.
Het boek is dus geschreven in de
eerste persoon, een procédé dat licht
tot geforceerdheid leidt, omdat nie
mand nu eenmaal altijd en overal oog
getuige kan zijn en zo geeft tenslotte
deze Paravicino hoe langer hoe meer
eenvoudig door wat een andere vriend
van de schilder hem vertelt, waardoor
een soort ik-vorm in de tweede graad
ontstaat die wel eens verwarrend
werkt.
Afgezien van een dergelijk vlekje is
het boek zeer leesbaar en vol fijne
trekjes en kostelijke anecdotes. Toch
betreedt de schrijver geen nieuwe ba
nen en de traditie omtrent de op- en
nedergang is 's meesters publieke le
ven wordt met geen nieuwe vondsten
verrijkt.
Liever tekenen dan studeren
De Leidse molenaarszoon had moe
ten studeren en hij bezocht ook de
beroemde Leidse Universiteit, maar
hij tekende liever dan dat hij studeer
de en hij tekende zo veel, zo' vurig en
zo voortreffelijk, dat de ware weg
spoedig gevonden jvas en zonder aar
zelen werd ingeslagen. In Leiden werd
hij al beroemd en hij verhuisde naar
Amsterdam (1632), omdat hij een op
dracht kreeg, die zoveel tijd zou kos
ten dat heen en weer reizen ondoen
lijk zou zijn.
De hoofdlieden oan hel chirurgijns-
gilde droegen hem op hun groep te
schilderen en het resultaat was de
prachtige „Anatomische les" van Prof.
Tulp. Denk u dat even in: een 25-ja-
rige vreemdeling krijgt een uiterst,
vererende opdracht met voorbijgang
van gevestigde en gerenommeerde
stadgenoten.
Het succes begint
En dan vangt een sprookjesachtig
succes aan. De fotografie bestond nog
niet, maar ieder burger die zich res
pecteerde en. die waren er in Am
sterdam heel wat wenste zichzelf
Hi
Hij was reeds beroemd tijdens
zijn leven
en zijn echtgenote levensgroot aan de
wand en dan geschilderd door Rem
brandt Harmenszoon van Rijn. Ze
moesten er vaak op wachten en de
schilder had, vooral wat aankleding
betrof, soms vreemde grillen, maar
dat had men er voor over en de artist
verdiende veel geld. Voor een groeps
portret, bijv. een schuttersstuk, be
taalde men per persoon van honderd
tot tweehonderd gulden, naargelang
men er heel, half of minder opstond.
Persoon van gewicht
En dan had die man nog tijd zijn
longe vrouw Saskia of zichzelf of
zijn zoontje Titus, in alle mogelijke
vermommingen, op het doek te bren
gen Saskia was van Friese adel;
haar vader, de burgemeester van
Leeuwarden was aanwezig geweest
bij dat meest dramatische moment
in onze historie, de dood van Wil
lem de Zwijger.
Rembrandt kwam door haar in ge
goede kringen en hij moet een persoon
van gewicht zijn geweest. Hij schil
derde zichzelf met Saskia op zijn knie,
een koket achterom ziende Saskia, een
uitbundig stuk. Maar hij schilderde
Bouwgeschiedenis van
Herv. kerk fe Bemmel
onderzocht
De (rijksdienst voor oudheidkundig bo
demonderzoek te Amersfoort heeft
tijdens de thans voltooide restauratie van
de Ned. Herv. kerk te Bemmel een on
derzoek naar de bouwgeschiedenis van
dit bedehuis ingesteld. Deze kerk, die in
1734 geheel gepleisterd is, bestaat uit een
schip, dat in de 17e eeuw verbouwd en
naar beide zijden verbreed is met een
doorbraak van de oude zijmuren, een uit
bouw ten zuiden van het schip, een vijf
achtste gesloten koor en een toren van
tufsteen.
Bij hel onderzoek kon men de vorm
van de oorspronkelijke romaanse kerk
reconstrueren. Deze was van tufsteen ge
bouwd en is vermoedelijk in de 12e eeuw
te dateren. De bakstenen kerk, die op de
romaanse volgde, had ongeveer dezelfde
afmetingen en werd ongeveer in 1400 ge
bouwd. Het is niet waarschijnlijk te ach
ten, dat de romaanse kerk in haar geheel
is afgebroken, doch dat men bv. eerst het
koor door een bakstenen koor vervangen
heeft en na de voltooiing daarvan het
schip heeft vernieuwd, waardoor gedu
rende de bouw een gedeelte van de kerk
voor de eredienst beschikbaar bleef. De
bakstenen kerk werd in gotische stijl op
getrokken Van de romaanse kerk is de
toren het enig overgebleven element
heren erom geloot? Hebben ze Rem
brandt uitgedaagd? Zitten er intriges
achter?
Hoe het zij, het „Korporaalschap van
Frans Banning Cocq" kwam in die
hoek, een stuk „met sterk zonlicht",
fn verf erop gekwakt, zo dik dat men
er „nootmuskaat" op kon raspen".
Waarom aanvaard
Waarom, vraagt' men, heeft Rem
brandt deze opdracht, zoals ze was,
naar een schilderij van Rembrandt uit. aanvaard? Want uit de .samenhang
1635, dat m Leningrad wordt -d. v?» de stukken blijkt een duidelijke
afspraak omtrent een zekere syme-
trie. Durfde hij alleen het aan daar
een stuk te schilderen, want het is ten
minste terplaatse afgemaakt. En er is
geen kwestie van dat het geweigerd
werd of ook maar slecht betaald. Een
eguw later spreekt een restaurateur
vgh het felle zonlicht op de schilderij
njfear nog negen-en-dertig jaren later
is het door vernissen reeds zo verdon
kerd, dat een graveur de uitdrukking
„Nachtwacht" gebruikt.
En Nachtwacht, (Ronde de nuit) is
Hpt gebleven tot zorgvuldige restaura-
tip in 1946-47 de Feeststoetweer te
voorschijn deed treden, zó hel, dat
zélfs kenners eraan moesten wennen.
Een keerpunt
Vele omstandigheden zuilen wel
nooit opgehelderd worden, maar de
Nachtwacht betekende een keerpunt.
Het ging hem financieel toch niet goed.
Hij had een veel te duur huis gekocht
en op veilingen kocht hij schier onge
limiteerd kunstschatten en rariteiten,
die hij nodig had voor zijn werk. Hij
leende geld en gaf het met handen
vol weer uit, leende opnieuw maar be
taalde onregelmatig af, liet zich beet
nemen en maakte tenslojte zelfs een
geduldig en welgezind begunstiger als
burgemeester Six korzelig, viel in de
klauwen van woekeraars, maar gaf
evengoed met een fijn, maar veel te
royaal, gebaar een paar kostbare doe
ken cadeau aan Constantijn Huyghens.
Opspraak
Enfin, een artist, beslist niet ver
trouwd om los te lopen in een wereld
als de onze. En na veel huiselijk leed
tenslotte ook nog opspraak. In 1656
faillissement, verkoop van huis en
kunstschatten.
Een groot stuk (Eed van Clau
dius Civilis) door de vroedschap be
steld en reeds in het stadhuis ge
plaatst weer weggehaald en nimmer
herplaatst. Niemand weet het fijne
van de zaak en het. nageslacht oor
deelt: een machtig- werk. Maar toch
verwijderd. Het moet'bitter geweest
zijn, en er is felle jaloezie geweest
van collega's. Hoe kon het anders?
Rembrandts geschiedenis, zijn
levensgeschiedenis schilderde hij
zelf in meer dan honderd zelfpor-'
tretten van de jongensachtige, bij—
na brutale snuiten uit 1630 of
ook zichzelf als één der beulsknech— flaarrvmtrent tnt de aan<rriinende
ten bij een „Kruisiging" ('t en zijn de daaromtrent tot cte aangrijpende
Joden niet) en al die doeken hadden Keulse oude man met lachende en
iets dat reeds de tijdgenoot verbaasd toch broedende ogen in een ver
deed staan: het licht en het donker; woest gelaat: een mens die het le-
eerst nog het licht geworpen op en- n „i gehavend en ffpknauwd
kele figuren maar hoe langer hoe meer ven wei genavena en geKnauwa
een innerlijk licht dat de sujetten uit- heeft, maar die het toch met klein
straalden. heeft gekregen. En nooit is iemand
Het raadsel in de ogen van het nageslacht tot
Hij verdiende veel geld, maar hij 1° hoogte gestegen als hij.
kon veel geld aan ook. En dan vangt Een echt Nederlandse reus over
het raadsel aan. Misschien, misschien gans de wereld bekend. v. D.
niet, nauw samenhangend met de
„Nachtwacht".
De heren van het Schuttersgilde hes. Uitgeverij Contact, Amsterdam,
hadden grote schilderijen nodig voor Antwerpen,
de wanden van hun nieuw gebouw en
de meest „gerenommerde" schilders
kregen een opdracht. Er was natuur- Geslaagd voor het staatsexamen voor
lijk in dat ruime gebouw ook een piano A, J. F. Ivens te Hulst en voor
„slechte", donkere hoek. Daar kwam slozang A, mevr. C. A. Schijve—Antho-
de Rembrandt. Waarom? Hebben de nisse te Oostburg.
Opgravingen leverden verrassende resultaten op
O, alle gij dorsligen .komt tot de wateren.
Jes. 55 1.
God noemt hier onze naam, nl. dorstigen, en hiermee verklaart Hij
ons menselijk leven als een dorsten. Weten we dit niet, dat we dors
tig zijn? Wal is dat dan, dat we ons soms zo ellendig kunnen gevoe
len alê het leven ons niet schenkt wat we begeren? En dat we zelfs
in voorspoed nog niet vinden kunnen wat we zoeken? Het is dorst!
Dorst naar geluk. Het is die leegte in uw hart, die ontevredenheid
en onbevredigdheid, het is een grijpen naar levensvulling, 'n smach
ten naar levensverzadiging. Voelt ge niet af en toe die knagende pijn,
die we honger noemen, dat onbestemde verlangen naar wat een
blijvende inhoud aan ons leven geven-kan? Er is vaak een levens
moeheid, die wat nieuws wil. Dit is het wat God hier aanwijst, ook
bij ons, en daarom noemt Hij ook ons: dorstigen, Hóe komt toch die
dorst? Dit is heel eenvoudig: we zijn door onze zondeval God kwijt
geraakt, God die de Bron van ons leven is, en nu verkwijnt ons le
ven, we zijn uit ons element geraakt. Want God plaatste de mens op
aarde en Hij Zelf moest het centrum van zijn leven zijn. Met alle ve
zels van zijn ziel was die mens op God gericht, en dit gaf hem be
vrediging. Maar nu komt de zonde en verwringt het menselijk leven
en buigt het van God af en richt dit menselijk hart op deze aarde en
op zichzelf. Wij zelf staan nu in het middelpunt, wij zelf zijn het
doel van -ons leven. We zoeken bevrediging in onszelf. En dit pogen
kan nooit slagen. Wij' zelf zijn veel te klein om ons diepe hart te vul
len, dat diepe hart, waarin God de drang naar Zichzelf en naar de
eeuwigheid heeft gelegd. In ons hart leven begeerten die ver uitgaan
boven de tijdelijke dingen, begeerten, die zich richten op de eeuwige
God Zelf.
God zelf is in staat ons menselijk hart ten volle te bevredigen. Als
wij dan ons levensgeluk zoeken in onszelf, in eigen eer of grootheid,
of in een ander mens, of in geld, bezit, in onze zaak, of als ons leven
opgaat in het vooruit willen komen op economisch gebied, of in wat
dan ook, dat tot deze wereld behoort, dan is dit een dorst, die niet te
verzadigen is, we willen altijd maar meer en vinden nooit bevredi
ging. Wordt zo geen licht geworpen op al onze teleurstellingen en on
vrede en onbevredigdheid? Een leven waarin God niet het doel is,
kan ons niet echt gelukkig maken. Als God ons hier dan verwijt,
dat we dorstigen zijn omdat we het niet, of niet genoeg, bij Hem zoe
ken, dan buigen we schuldbewust het hoofd en fluisteren beschaamd:
ja, Here, zo'n dorstige ben ik. Dan wijst God het ons aan: dit is uw
dorst, dit is uw honger. En we belijden het eerlijk: ons hart is dors
tig in ons, totdat we onze dorst lessen bij U, o God! En nu nodigt
God Zelf ons om te drinken, zodat er geen dorst overblijft, zodat ons
hart ten vólle krijgt, waarom het vraagt, en waarnaar het smacht, zo
dat we verzadigd worden. O, alle gij dorstigen, komt tot de wateren!
God vergelijkt Zich hier bij een waterverkoper, een bekende figuur
in het hete Oosten, die op de publieke straat luid roepend de dorstigen
tot zich noodt. Eeuwen nadat de profeet Jesaja deze boodschap bracht,
st&at in Jeruzalems tempel een Man en Hij roept: Zo iemand dorst
heeft, die kome tot Mij en drinke".
Het is Jezus Christus, Gods Zoon. Hij is het, die onze dorst gepeild
heeft, toen Hij aan het Kruis, om onze zonde wil, Zijn God kwijt was,
en Zijn geestelijke dorst uitkermde in het woord.Mijn God, Mijn
God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Hij heeft onze levensdorst
doorleden, en de oorzaak, nl. de breuk met Godgeheeld. Hij brengt
ons weer terug naar Gods Vaderhart. En dit is het, wat ons weer ver
zadiging schenkt. Gods liefde is het, die ons hart weer kan bevre
digen. God is het, die ons leven weer vult. De gemeenschap met God
lest onze levensdorst.
De vervulling van alles wat uw hart begeert is nu in de Here Jezus
Christus. O, alle gij dorstigen, komt nu tot de wateren!
David de Jong, Rembrandt, Vorst
der schilders. Roman met 44 reproduc-
Chrisius in
Gethsemane
eta van Rembrandt
uit 1657
H. et was reeds geruime tijd aan oudheidmin
naars bekend, dat er aan de oppervlakte van
de Brabers een vrij hoogelegen terrein, on
geveer 2 kilometer ten zuiden van Haamstede
veel fragmenten van Romeins en Middeleeuws
aardewerk werden gevonden. Terecht veronder
stelde men, dat de Brabers reeds in Romeinse tijd
en in de vroege Middeleeuwen bewoond moest zijn
geweest. Op advies van de heren J. M. de Nooyer te
(wanden van leem en vlechtwerk)
Gedurende ongeveer drie weken werden eerst onder leiding van dr. Braat,
conservator van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, enige putten van
3 bij 20 meter gegraven tot op een niveau juist onder de 3080 cm dikke
kleilaag, die de geheel uit zand bestaande ondergrond van de Brabers over
de gehele oppervlakte afdekt. De resultaten waren verrassend. Vlak onder de
grens van klei en zand kwamen in de putten talrijke grondsporen te voor
schijn uit lang vervlogen tijden.
complete pot van inheems aardewerk
uit de eerste eeuwen van onze jaar
telling opgegraven. Dit laatste aarde
werk is veel zachter van baksel dan
het Romeinse; het is niet op een draai
schijf vervaardigd en op primitieve
wijze met nagelindrukken versierd.
Voorts vond dr. Braat nog een oud
bouwland met ploegvoren uit de Ro
meinse tijd.
Velen betreurden het, dat het on
derzoek, dat zo veelbelovend was be-
Compleie poi van
aardewerk
Zo werd een groot gedeelte van een
huispiattegrond uit de Romeinse tijd
teruggevonden, alsmede een groot
aantal met klei opgevulde paalgaten
uit de Middeleeuwen. Ook werd veel
aardewerk in de oude cultuurlagen
aangetroffen. Naast prachtige stukken
terra sigilata (Romeins) werd een
Renesse en P. van Beveren te Zierikzee, beiden
regionaal adviseur van de Rijksdienst voor Oud
heidkundig Bodemonderzoek, werd door de direc
teur van deze dienst, dr. P. Glazema, toestemming
verleend een oudheidkundig onderzoek in te stellen.
Dankzij veler medewerking kon in maart van dit
jaar met het onderzoek worden begonnen. Na het
onderzoek zou het terrein worden geëgaliseerd.
nis van westelijk Nederland in het bi
zonder van Zeeland, van zeer veel be
lang was, na drie weken reeds werd
beëindigd, temeer ook, omdat slechts
een klein gedeelte v.an het complex
werd onderzocht en verwacht kon wor
den, dat er nog meer plattegronden
van woningen voor de dag zouden ko
men bij een voortgezet onderzoek.
Aanvullend onderzoek
Aangezien ir. J. A. Trimpe van ge
noemde Rijksdienst zich zeer interes
seerde voor de bewoningsgeschiedenis
van Zeeland, heeft hij alle mogelijke
moeite gedaan om toestemming te
verkrijgen voor een aanvullend on
derzoek, vooral ook omdat nog niet
duidelijk was, hoe het ontstaan van
Brabers bodemkundig moest worden
verklaard. Eind april kon een nieuw
onderzoek beginnën. Inmiddels was
men echter ook reeds met de egalisa
tie van het terrein begonnen. Eén
dragline groef er de kleilaag af, waar
van hierboven sprake was, en een
a,ndere haalde het zand tot ongeveer
twee meter diep weg. Het zand werd
afgevoerd naar de nieuw aan te leg
gen weg van Brabers naar Haamstede.
Het aanvankelijk hooggelegen Bra-
bersterrein komt nu op gelijke hoog-
Efficiëni en goedkoop
Door de medewerking van de uit
voerder van het egalisatiewerk en het
zorgvuldige werk van de dragline-
machinisten konden alle woonsporen
uit de Romeinse tijd en veel ook uit
de Middeleeuwen in kaart worden
gebracht, waarbü het cultuurtechni
sche werk geen stagnatie ondervond.
Nog nimmer tevoren kon een oud
heidkundig onderzoek zo efficiënt en
met zulke geringe kosten worden uit
gevoerd.
De resultaten van het onderzoek
onder leiding van ir. Trimpe Burger
kunnen als volgt worden samengevat.
Reeds bij het begin van de op
graving kon uit enkele profielen
dwars door en langs de Brabers
worden afgeleid, dat dit hooggele
gen terrein geen z.g. kreekrug of
zandplaat is, maar een strandwal,
behorende tot het z.". OUDE DUIN
LANDSCHAP.
Zo'n oud duinlandschap bestaat ge
woonlijk uit een aantal min of meer
evenwijdig lopende zandruggen en
opduikingen, gescheiden door laagten,
de strandvlakten, welke laatsten al
naar hun hoogteligging met veen
kunnen zijn overdekt. De strandwal
van de Brabers is ongeveer 100 meter
breed. Vlak ten oosten en ten westen
van het terrein kan men zeer duidelijk
in de profielen van de nieuw gegraven
sloten zien hoe het zand van de
strandwal daar onder een veenlaag
wegduikt. Het gehele complex werd
na de Romeinse tijd overstroomd,
waarbij een dikke laag zware klei
werd afgezet.
Grondspoor
gonnen en dat voor de historische ken- te met de omgeving te liggen.
De strandwallen bestonden reeds
lang voor het begin van onze jaar
telling en a die reden zou het niet
verwonderlijk zijn, als op de hoogten
sporen van zeer vroege bewoning
werden gevonden.
Op één plaats werd een grondspoor
aangetroffen, dat sterk deed denken
aan een z.g. Kringgrepbegraving, zo
als die ook elders in ons land uit de
(Zie op één na laatste pagina)