Jacob van Maerlant, de beroemdste
man uit Damme
UIT DE KERKEN
ZIJLSTRA AR
1 ZeeuwseWandelingen
geeft de toon aan in de
Komende winter
„loafers" favoriet?
Mollet won opnieuw
vertrouwensstemming
Maandag 11 juni 1956
ZEEUWSCH DAGBLAD
pagina 5
De vader der Dietse dichters
Zijn hoofwerk was
Spiegel Historiael"
We weten niet precies, wan
neer Jacob van Maerlant
geboren is, maar het moet
tussen 1230 en 1240 geweest zijn.
Wanneer hij in Damme geboren is,
zouden we verwachten, dat hij la
ter Jacob van Damme genoemd
werd. Hij wordt echter altijd ge
noemd naar het dorpje Maerlant
op Oostvoorne, nu samengesmol
ten met Brielle. Daarheen is hij
ongeveer in 1260 verhuisd, maar 6
of 7 jaar later vertrekt hij weer
naar zijn geboorteplaats, waar hij
verder zijn hele leven is blijven
wonen en oqk gestorven en begra
ven is, kort vóór het jaar 1300.
Hij wordt meestal genoemd „coster"
van Maerlant. Nu is dat heel wat an
ders dan een tegenwoordige koster.
Vermoedelijk behoorde hij tot de lage
re geestelijkheid, in ieder geval kende
hij uitstekend Latijn. Zelf noemde hij
zich ook „clerc" en als hij weer in
Damme teruggekeerd is „scepenclerc".
Door zijn verblijf in Holland komt hy
in kennis met de jonge graaf Floris V,
die zijn jeugd op Voorne doorbracht.
Hij schijnt goed met hem bevriend te
zjjn geweest. Want als hij weer terug
is in Damme kiest hij in de eeuwen
durende strijd tussen Holland en
Vlaanderen de zijde van de graaf van
Holland.
Ook stond hij in betrekking met
de Zeeuwse edelman Nicolaas van
Cats, een invloedrijk en vertrouwd
raadsman van Floris V. Zijn werk
„Van der Naturen Bloeme" droeg hij
aan hem op.
zLijii werken
Zijn leerling Jacob van Boendale
noemt hem „de vader der Dietse dich-
teren algader". Diets heeft hier de be
tekenis van Middelnederlands, een taal
in wording, die veel overeenkwam met
Westvlaams. Maerlant gebruikte er
ook Hollandse en Zeeuwse woorden
tussendoor. Wat vóór hem geschreven
werd, was meestal Latijn en Frans.
Maerlant was een vruchtbaar schrij
ver. Er zijn 228.000 verzen (versregels)
van hem bewaard en dat is heel wat!
Het grootste deel is vertaalwerk uit
het Latijn, dat hij in het „Diets" op
rijm brengt. Maar hij hield zich nooit
slaafs aan de Latijnse tekst. Soms
sloeg hij hele stukken over, maar op
andere plaatsen voegde hij er weer
grote gedeelten eigen werk bij, al
naardat hem dit het beste leek.
Zijn hoofdwerk was „Spiegel Histo-
Ïiael", dat hij opdroeg aan Floris V.
n 31 boeken behandelde hij de we
reldgeschiedenis vanaf de Schepping
tot zijn eigen tijd. Hij heeft het werk
niet kunnen afmaken. Toen hij onge
veer bij het jaar 1000 was, stierf hij.
Lodewijk van Velthem voltooide het
werk, maar tamelijk slordig. Uit diens
vertalen blijkt, dat hij zijn Latijn niet
voldoende kende.
Uit zijn vele eigen bijgevoegde stuk
ken blijkt, dat Maerlant grote kennis
bezat en een buitengewoon belezen
man was. We zien ook, dat het hem
te doen was om waarheid bij de his
toriebeschrijving. „Men heeft Maer
lant nooit op leugens kunnen betrap
pen, hoe nauwe dat men 't ondersoch-
te", zegt Boendale.
Latere geschiedschrijvers hebben
dikwijls uit dit werk overgenomen.
Ook beroemd is zijn Rijmbijbel, de
geschiedenis van het Oude Testa
ment, de Anrocriefe boeken en de
Evangeliën uit ongeveer 27.000 ver
zen bestaande. Uit dit rijmwerk zien
we, dat Maerlant goed thuis was in
de Bijbel. Hij haalde er zich de vij
andschap van de geestelijkheid door
op de hals, die het beter vond, dat
de Bijbel niet bekend werd onder
het volk.
Zijn beginselen
Sommigen noemen Maerlant wel een
voorloper der Hervorming en een te
genstander van de Rooms-Katholieke
:erk. Deze uitspraak gaat wel wat ver,
faerlant was rechtzinnig katholiek en
innig godsdienstig. Maar hij nam geen
blad voor de mond en zei ronduit zijn
mening. In zijn ijver om de bloei der
kerk te bevorderen en de leer zuiver
te bewaren, ging hij te keer tegen de
misbruiken, die van alle kanten de
kerk inslopen. De zedeloosheid en het
losbandig leven van vele geestelijken,
het vertrouwen op de goede werken
alleen, het verkopen van geestelijke
ambten (simonie), de zogenaamde hei
ligheid van de paus, de verplichte on
gehuwde staat van de geestelijkheid,
ziehier enkele toestanden in de kerk,
Londense opera werkt
met zwaar verlies
Het Londense operagebouw van Covent
Garden zal misschien moeten sluiten,
omdat er een jaarlijks verlies van 100.000
pond sterling geleden wordt. Dit is be
kend gemaakt door de directeur, Lord
Waverley. De Britse kunstraad geeft
reeds een subsidie van 250.000 pond per
jaar, maar desondanks is er een jaarlijks
tekort van 100.000 pond.
Een gedeelte van dit tekort werd in het
verleden opgevangen door de opbreng
sten uit Amerikaanse tournees van het
Sadler Wells Ballet, maar op deze in
komsten kan niet altijd gerekend worden,
aldus Lord Waverley. De operahuizen van
Frankrijk, Italië en Duitsland ontvangen
veel meer staatssteun dan de Britse opera,
zo merkte hij op.
die Maerlant streng afkeurde. Daar
staat tegenover, dat hij een groot ver
eerder van Maria was:
(Vrouwe, moeder aire vroude,
Fontaine van onsen behoudel
Maria, moeder der ghenaden.
Moeder der ontfarmicheit
Ook de weelde en verkwisting van
de adel ,de onderdrukking van het
volk door de hoge heren, keurde hij
J
met scherpe woorden af. Tegenover de
geldgierigheid en het gevaar van de
rijkdom, waarop ook de Bijbel wijst,
prees hij de armoede.
Zijn graf
Toen Jacob van Maerlant „een edel
clerc ende wide becant", voorgoed zijn
ganzeveer had neergelegd, werd hij
begraven onder het klokkehuis van de
kerktoren te Damme.
Een marmeren steen versierde zijn
graf: een geleerde zit voor een les
senaar uit een boek te lezen, naast
hem zit een uil, het "symbool der wijs
heid. Latere geslachten die niet veel
of helemaal niets van Maerlant wisten,
zagen de lessenaar voor een spiegel
aan en meenden hier het graf te vin
den van Tijl Uilespiegel. Dit werd nog
erger, toen later deze totaal afgesle
ten steen vervangen werd door een an
dere met een Latijns opschrift, een
lofdicht op deze wijdvermaarde dich
ter, deze wijste der mensen. Maar het
volk kon er alleen het woord Ülespie-
ghel van iezen en toen werd de toe
loop naar het zogenaamde graf van
Tijl zo groot, dat de pastoor de steen
omkeerde.
Ruim een eeuw geleden is de steen
door steenhouwers verhakt en op het
ogenblik is niets meer van zijn graf
terug te vinden.
Gelukkig dat men in 1860 vóór het
stadhuis een standbeeld heeft opge
richt als blijvende herinnering aan
Damme's beroemdste inwoner.
L. v. W.
QoUoJiililel tn&eï 10-aaïd?
Kerk en Wereld, het weekblad der vrij
zinnig Hervormden, bevat een artikel van
dr. A. Welland uit Beemster over het
schrijven van een proefschrift. Uit zQn
pennevrucht citeren wij:
Een dikwijls gehoorde klacht van ker
kelijke hoogleraren is, dat zo weinig pre
dikanten hun theologische opleiding vol
tooien met het schrijven van een disser
tatie. De oorzaak daarvan zal in vele ga-
vallen wel zijn de mening, dat promo
veren een nogal kostbare liefhebberij is.
De huidige predikantstraktamenten laten
nu eenmaal zeer weinig ruimte voor fi
nanciële aderlatingen, afgezien nog van
het feit, dat de studie op zichzelf, de voor
bereiding van het proefschrift, onkosten
meebrengt.
Nu zou daar wel overheen te stappen
zijn, wanneer op het behalen van de doc
torstitel een kleine beloning stond, bij
voorbeeld een paar extra dienstjaren. Dit
is echter alleen het geval met hen, die
promoveren vóór zij betaald predikants-
werk gaan verrichten en dat kunnen al
leen zij doen, die een rijke pa hebben.
Wie vanuit de pastorie promoveert krijgt
niets. Een onderwijzer, die zijn hoofdakte
haalt, krijgt prompt 700,per jaar ex
tra, tot zijn dood toe, maar het behalen
van de doctorstitel levert in de meeste
gevallen geen enkel voordeel op.
Ingezonden Mededeling (adv.)
j^odern CHRISTELIJK
Staatsmanschap
Het Tsjechoslowaakse ministerie van
binnc landse zaken meldt een deser
teur uit het Tsjechische leger te heb-
'en gearresteerd.
(Van één onzer verslaggeefsters)
•j* erwijl da Nederlandse vrouw
no9 druk bezig is om haar zo-
mergarderobe aan te vullen
met een paar (of meerdere paren
dank zij de 3 pet. welvaartsuitke
ring!) elegante, charmante en fleu
rige zomerschoentjes, begint de
schoenenindustrie al weer met het
vertonen van haar nieuwe na-
jaars- en wintercollecties. Tijdens
de persconferentie ter inleiding
van de vijfde lnterlederbeurs die
in de Utrechtse jaarbeursgebou
wen gehouden werd, kregen wij
alvast een voorproefje van het
geen na deze zomer in de etalages
van de schoenwinkeliers te zien
zal zijn.
Het is echter meer dan waarschijnlijk,
dat drie paar schoenen die geshowd wer
den, niet in de étalages zullen verschijnen.
Het eerste paar was n.l. bijna 200 jaar
oud, en de mannequin had dégen moeten
oefenen om er enigszins elegant mee te
kunnen paraderen! Het waren z.g. „trip-
penschoentjes" uit 1770. Aangezien de we
gen in dat jaar nog niet in zo'n „effen"
toestand verkeren als ze tegenwoordig
plegen te doen, hadden deze schoentjes
heel hoge hakken en zolen, zodat de mod
der de voeten van de draagster niet al te
makkelijk zou kunnen besmeuren. Wist
u dat men vroeger geen verschil maakte
tussen de linker- en de rechterschoen?
Ook bij deze steltachtige trippenschoen-
tjes was dat het geval.
Ovale hakjes
Via een heel hoog rijglaarsje dat bij
een echte Parijse queue gedragen
werd), een handgeborduurd spits
schoentje uit 1900 met kruisbanden en
een damesschoen anno 1925, die in die
dagen het toppunt van elegance be
tekende maar nu slechts enkele mede
lijdende glimlachjes veroorzaakte, be
landden we met een paar uit Italië ge-
importeerde hakmuiltjes weer in het
heden. De muiltjes, die geïnspireerd
waren op de Oosterse stijl, hadden ova
le hakjes.
Bontlaarsjes, die in de vorige winters
erg in trek waren, kregen we weer in een
rijke variatie te zien. Helaas is er tot nu
toe geen enkele fabrikant in geslaagd om
een praktisch laarsje te ontwerpen, dat
geen plompe indruk maakt. Dat zal trou
wens uiteraard wel altijd tot de onmoge
lijkheden blijven behoren.
PARIJS, 8 juni. De Franse rege
ring heeft vrijdagochtend, voor de
tweede maal in een week tijds, een
vertrouwensstemming gewonnen.
De Nationale Vergadering heeft in
tweede lezing een wetsontwerp van de
regering om de pensioenen te verhogen
aangenomen. Mollet had aan aanvaar
ding van dit ontwerp de vertrouwens
kwestie verbonden.
De vertrouwensstemming over het
financiële gedeelte van het wetsont
werp won de regering met 277 tegen
123 stemmen.
Het wetsontwerp zal 140 miljard
frank kosten, die geheven zullen wor
den door een kleine verhoging van de
inkomstenbelasting, een nieuwe belas
ting op auto's en enige indirecte be
lastingen.
Kolonel Nasser, de Egyptische pre
mier, is door de revolutionaire raad
benoemd tot enige kandidaat bij de
presidentsverkiezingen op 28 juni.
President Coty van Frankrijk zal een
bezoek brengen aan Griekenland.
Modellen en kleuren
Onder de kleuren waarin de dames
schoenen uitgevoerd worden neemt
zwart de grootste plaats in. Dan volgen
verschillende nuances beige van zand
kleur tot cognac of hazelnootkleur en
mushroom. Nog steeds worden veel ge
krompen leersoorten gebruikt.
Wat de modelletjes betreft; naast
pumps, molières en queenies verschijnen
meer en meer „loafers", die de plaats van
de flats gaan innemen. In het hogere
voorblad van deze schoenen is vaak elas
tiek verwerkt, waardoor ze goed om de
voet sluiten. Veel Nederlandse fabrikan
ten hebben de vrij spitse Italiaanse leest
overgenomen en deze zonder de elegante
lijn te schaden aangepast aan de Neder
landse voet.
Een van de vlotte en toch praktische
schoentjes die we op de show zagen was
een variatie op het in Italië zo geliefde
moccasinmodel. By dit witte schoentje
was een uit Amerika overgewaaid mode
snufje toegepast: het had blauwe zolen.
In Amerika worden steeds meer gekleur
de zolen gebruikt.
Sportieve schoenen
De mannequins toonden vrij veel spor
tieve schoenen. Meestal waren deze ge
maakt van suède of hunting. Eén van de
„silky-suède" molières had een inzet van
veulen, hetgeen een bijzonder aardig ef
fect gaf.
Voor de pumps en queenies was vee.
gebruik gemaakt van lamacalf en andere
soepele leersoorten, die een voering er
contreforts overbodig maken. De model
len waren allemaal buitengewoon een
voudig, meestal hadden ze alleen maa
garneringen van stiksels en perforatie
De grote glimmende koperen knopen e
gespen zijn nu gelukkig voorgoed van c
baan!
Tenslotte nog even iets over de hak
jes: in overeenstemming met de Ita
liaanse lijn zijn ze bij de geklede
schoenen hoog en spits. De loafers en
molières hebben hakjes, afgeleid van
het klassieke platte en rechte Engelse
model öf een hak, die het midden
houdt tussen die van een flatje en een
ballerina.
Aan Ida G. M. Gerardt voor haar ge
dichtenbundel „Het levende monogram"
en aan Bert Schierbeek voor zijn
prozagedicht „De blinde zwemmers" zijn
twee poëzieprijzen toegekend van de ge
meente Amsterdam, elk bedragende
1000,voor een in 1955 door een auteur
van Nederlandse nationaliteit in de Ne
derlandse taal gepubliceerde bundel
poëzie.
Eén fceAJk in de vaijk.
Dr. W. F. Golterman, Doopsgezind pre
dikant te Amsterdam, geeft in 't weekblad
In de Waagschaal antwoord op de vraag
of de totstandkoming van één evangeli
sche kerk in Nederland mogelUk is. In het
streven naar decentralisatie van de ker
kelijke gemeenten ziet dr. Golterman een
stap in die richting. H(j zegt:
Dit streven naar decentralisatie is van
groot belang voor nieuwe steden of woon
wijken aan de rand zoajs Eindhoven en
Emmer of Slotermèer bij Amsterdam. Wat
kunnen wij in zulke wijken of steden op
merken? Dat vele mensen er de dichtst
bijgelegen kerk bezoeken, ongeacht de de
nominatie. In een grote stad als Chicago
is dit verschijnsel uiteraard eveneens aan
wezig. Daar bestaat zelfs een onderlinge
afspraak tussen de kerken om in iedere
nieuwe buurt slechts één kerk neer te zet
ten waarbij de bouwende denominatie in
gezamenlijk overleg wordt aangewezen.
Deze methode werd o.a. verdedigd met de
opmerking dat iedere kerk in Chicago
tooh zendings (evangeliserende) kerk is.
Is de situatie in onze zo sterk ontker
stende grote steden zo heel anders? Ook
in ons land wordt vooral in nieuwe wijken
de kerk meer en meer zendingskerk.
S.emeenicAap aan
yelo-aiyen
In het orgaan der Baptisten De Christen
verklaart dr. J. J. Kiewiet, dat de Baptis
ten zich uitspreken tégen de volkskerkge
dachte. Zij belijden een gemeente van be
wust gelovigen. Wij lezen:
Stelt men ons de vraag wie gelovig is
of behouden wordt, dan verwijzen wij niet
naar sacramenten of naar de rechte leer,
maar naar de gemeenschap met Christus.
Wie met Christus leeft wordt behouden,
ook al is hij niet gedoopt en ook al zijn
haar of zijn inzichten in Gods Woord ge
brekkig. Bij ons wordt diegene uitgeslo
ten, die niet meer in gemeenschap met de
Heer en Zijn gemeente leeft. Onze grote
strijd is altijd weer: hoe houden wij onze
gemeente gezond en wie moeten we wel
of niet als gemeentelid beschouwen?
Wordt bij het eerstgenoemde kerktype al
les genormeerd naar het sacrament en
bij het tweede naar de leer, bij ons wordt
alles beoordeeld naar het al of niet met
Christus leven.
Nu gebeurt het veelvuldig, dat de ver
schillende kerken elkaar een sekte noe
men. Wij als Baptisten-gemeenten in Ne
derland worden meestal in de hoek der
sekten gedrukt. Hierbij gaat men uit van
de veronderstelling, dat de meerderheid
SPRING MAAR ACHTEROP....'
Een buitgemaakte Duitse snorkel-
installatie, gemonteerd op een tor
pedovormig gevaarte, wordt op het
ogenblik door de Amerikaanse Marine
gebruikt voor het beproeven van
anti-duikboot apparatuur. Het ^vaar
tuig" kan op afstand bestuurd wor
den, doch er is ook een mogelijkheid
om achter het torentje op een soort
zadel plaats te nemen.
124)
„Ja, ja. Wat heb je vervolgens ge
daan?"
„De eerste keer dat ik mijn voogd
weer ontmoette, vroeg ik hem wiens
kind ik was."
„Wel, 't mijne natuurlijk", zei hij.
„Je bent mijn dochter bij een vrouw,
die ik trouwde toen ik nauwelijks de
kinderschoenen was ontwassen. Ze
heeft me wat te doen gegeven, want
ze was net als jij."
„U bent niet met Maria Beaumont
getrouwd geweest en dat was mijn
moeder".
„Je hebt hem wel gezien als hij toor
nig is. Hij sprong op en greep mij bij
de arm. „Als je ooit weer zoiets durft
zeggen, zal ik je in 't openbaar laten
geselen", zei hij. Daarna heb ik hem
dikwijls trachten over te halen mij de
waarheid te zeggen. Soms sprak hij
zus, dan zo. Als hij nuchter was, placht
hij te zeggen, dat ik geheel van hem
afhing en als ik het waagde een woord
over mijn vermoedens te uiten, dan
zou hij rruj op straat laten zetten, om
daar te sterven als een hond; was hij
echter dronken, dan vertelde hij mij
dat hij alleen bewijzen kon, wie ik
was en dat hij me, als ik gehoorzaam
was, eens tot een grote dame zou ma
ken. Nu, nuchter of dronken, neemt hij
steeds deze houding aan. „Als je mij
in alles gehoorzaamt tot je één-en-
twintig jaar bent", zei hij, „zal ik be
wijzen, dat je moeder de wettige echt-
fenote was van Sir Henry Beaumont,
och als je ook maar ln het geringste
mij vertoornt of dwarsboomt, doe ik
niets. Denk er steeds aan, dat ik .alleen
de o ajb.
„Je kunt je de positie voorstellen,
waarin ik geplaatst was. Hij kwam
hóe langer hoe meer ln de gunst en
iedereen zei, dat als Karei II mocht
komen te overlijden en Jakobus de
troon beklimmen, dat George Jeffreys
de grootste man in Engeland onder de
Koning zou zijn."
„Maar iedereen zag je voor zijn
dochter aan."
„Zelfs onder de vrienden van Jef
freys spreekt men zeer verschillend
over mij", antwoordde Maria. „Soms
sprak Jeffreys over mij als zijn doch
ter, het kind van zijn eerste vrouw,
met wie hij huwde toen hy nog arm
en onbekend was; dan weer sprak hy
over my als zyn pupil een arm
meisje, dat geen duit bezat, maar dat
hy onderdak gaf om zyn vriendschap
met de vader. De meesten geloven
evenwel, dat ik een dochter van zyn
eerste vrouw ben, die een arm, en on
opgevoed mens was. Je ziet hieruit,
hoe weinig mensen iets van dit huwe-
ïyk weten. De vrouw kwam uit een
der achterbuurten, maar hy wordt
kwaad, als iemand er over spreekt.
Soals je kunt begrijpen, hield ik niet
op erover te denken en stelde voort
durend pogingen in het werk om de
waarheid te ontdekken.
En nu", ging zy voort en haar stem
was schor toen zy sprak, „moet ik je
iets vertellen waarom je my zult ver
achten, maar toch wil ik niets voor
Je achter houden. Ik heb je reeds ver
teld, dat hy mij meedeelde, dat het
bezit van myn rechten van zyn wil
afhing en dat ik ze slechts kon ver
werven door gehoorzaam te zyn aan
zijn bevelen".
„En deed je dat?" vroeg Trela ney.
„Ik speelde een dubbele rol", ging
Een verhaal uit de tijd
van
Stadh. Koning Willem 111
ze voort. „Al een jaar voor die dag,
waarop ik je voor 't eerst zag, haatte
ik hem. Ik verafschuwde zijn bijzijn
en toch deed ik, of ik hem gehoor
zaamde. Er waren mensen, op wie hy
zich wilde wreken, en ik bracht hem
in de waan, dat ik hem werkelijk
hielp, terwijl ik hem steeds dwars
boomde. Menige ongelukkige werd
door my tegen hem gewaarschuwd en
toch meende hjj, dat ik zijn gewillig
werktuig was. Waarom ik t deed? Ik
hoopte op die wyze de naam van myn
moeder van blaam te zuiveren, daar
ik in zyn macht was. ik veracht
myzelf, en toch geliefde, jij veracht
mij niet, wel?"
Als enig antwoord sloot hy haar
dichter aan zich. Hij begreep nog niet
alles, maar hij vertrouwde haar vol
komen.
„Het werd een soort hartstocht by
mij", ging ze voort. „Ik haatte hem en
vond zyn daden verachtelijk; toch
deed ik mij voor als zijn spion, om te
volbrengen wat ik mij voorgenomen
had en tegelyk zyn plannen te dwars
bomen.
„Op die dag je weet nog, toen
Richard Baxter werd verhoord, was ik
ook naar de rechtszaal gekomen. Hy
had my bevolen daar te zijn om te
horen wat door de Dissenters werd ge
zegd. Je weet, hoezeer hy hen haat,
je weet ook hoezeer hy zich verlustigt
in hun py'niging. Toen zag ik jou. Ik
hoorde wat je sprak en besloot je te
redden. Ik was in de gevangenis, toen
het bevel daar kwam om je voor de
Koning te brengen en ik handelde
zoals je weet."
„En je bc_ rgde mij myn zwaard
terug?" vroeg Trelawnëy,
het bü het rechte eind heeft; met andere
woorden de kwantiteit wordt ais maatstai
gesteld, terwyi het eigeniyk om de kwali
teit gaat. Het gaat immers om het wezen
der gemeente en dit wordt zeker niet be
paald door het aantal leden der gemeente.
Op een zeker tydstip stonden de hervor
mers met hun aanhangers ook verreweg
in de minderheid. Toch zullen hun heden
daagse navolgers er niet over peinzen
Luther eh Calvyn sektariërs te noemen.
am
„Omhoog", het weekblad van het aarts
bisdom Utrecht der r.k. kerk, bevat een
besohouwing over het bisdom Groningen,
waarin enige cijfers worden gepubliceerd,
die we hier overnemen:
De oppervlakte van het bisdom Gro
ningen is ruim driemaal zo g>oot als die
van 't bisdom Rotterdam; daartegenover
staat, dat de bevolkingsdichtheid van dit
laatste het zesvoudige bedraagt van die
van het Groninger diocees. Rotterdam is
het stedenbisdom genoemd en met recht,
want naaste de grote steden Rotterdam
en Den Haag, telt het vier steden met
meer dan 50.000 inwoners en bovendien
nog zes met meer dan 20.000.
Groningen daarentegen heeft slechts
drie plaatsen die de 50.000 inwoners te
boven gaan; Groningen, Leeuwarden en
Emmen.
Wanneer men spreekt van Groningen
als een diaspora-bisdom, mag men toch
niet vergeten, dat ook Rotterdam een uit
gestrekte diaspora heeft, waar het per
centage katholieken niet ver van het nul
punt is verwyderd. De Zuidhollandse
eilanden, de Krimpener- en Alblasser-
waard behoren tot de meest on-katholie-
ke delen van ons land. En als men let op
het feit, dat in het bisdom Rotterdam
ruim 625,000 katholieken zyn op een be
volking van twee en een half miljoen,
dan bevindt men, dat het percentage (25
pet.) een stuk lager ligt dan het algemene
Nederlandse gemiddelde (36 pet.).
Toch is daar de situatie niet zo, dat men
van een diaspora-bisdom mag spreken.
Dat is intussen wel het geval met het
bisdom Groningen, en zorgvuldig samen
gestelde rapporten onderstrepen dit na-
drukkeiyk.
Volgens de gegevens door het Kaski
verstrekt, maken de katholieken hier
slechts ruim 7 procent uit van het bevol
kingstotaal.
£te toq.é'ö yLjjn vaeq,
De Gereformeerde predikant van Gent,
ds. H. Wiersinga, vertelt in De Kruisba
nier, dat zijn gemeente gastvrijheid ver
leende aan 45 geloofsgenoten uit Wilrt-
temberg. Nu deze logé's vertrokken zyn,
maakt ds. Wiersinga de balans op:
Ik geloof, dat wy, concreet,'drie dingen
van onze gasten kunnen leren. Ten eerste
evangelische discipline. Mij viel op, hoe
veel zy deden in de korte perioden tussen
het officiële programma door. Éérst na
men zy .elke dag de tyd voor de „An-
dacht", voor anJerhalf uur bybelstudie,
voor koor- en muziekrepetities; daarna
werd in de resterende t!jd de Stad bezich
tigd. Ik geloof, dat wij geneigd zyn, zowel
op een vrye als op een werkdag, het an
dersom te doen: éérst werk en ontspan
ning, en in de resterende tijd bijbellezing
en gebed.
Ten tweede viel de grote plaats op, die
de bybelstudie had. Na de late terugkeer
uit Maria Horebeke de vorige avond, durf
de een meisje nog wel de koorrepetitie te
verzuimen, maar beslist niet de bybel
studie. Deze studie bestond uit lezen en
bespreken van kleine gedeelten uit de
eerste brief van Petrus. Ieder deed mee
aan de bespreking; zij vroeg om eerlyke
en eenvoudige woorden: het ging tegelyk
zo diep, dat deze jongens en meisjes hun
verstand wel degelijk moesten gebruiken;
en hun concrete levensverbanden kwamen
erby in het zicht. Is dat ook geen pro-
gram-in-notedop voor ons?
Ten derde kunnen wij, meen ik, iets le
ren van de liturgische stijl van deze jeugd
groep. Hun zingen was liturgie (dienst).
Hun blazen was liturgie (dienst). Wy heb
ben niet het voorrecht van zo'n kerkmu-
zikale traditie als Württemberg en in deze
grootse stijl kunnen wij onze liturgie naar
binnen (ln de zondagse diensten) en naar
buiten (in samenkomst en op straat) niet
„oefenen". Maar wie het getuigenis proef
de van deze dienende muziek en zang,
voelt het als een tekort, wanneer wy de
preek en de toespraak alléén maar belang
rijk vinden en de stijl in onze liederen en
muziek verwaarlozen.
ïlijfoldacddeA en
maaitijd
Wö nemen maar weer eens iets over
van ds. J. T. Doornenbal, te Oene. Deze
schrijft in het Hervormd Kerkblad van de
classis Harderwijk, dat hy de jaarlijkse
vergadering van de classicale weduwen-
en wezenbeurs heeft bygewoond.
Ik ben ervan overtuigd, dat myn aan
wezigheid er volmaakt waardeloos is, zo
als trouwens het hele geval in verband
met de centralisatie der beurzen steeds
meer overbodig en uit de tyd raakt. Maar
de ryksdaalder boete by verzuim en de
gratis maaltijden waren, gezien de pré
caire toestand van myn financiën, door
slaggevend om de tocht, te maken. Ook
blijft 'n fietstocht naar Nunspeet altijd zijn
aantrekkelijkheid behouden. Ik kon wel
meerijden met autobezittende collega's,
maar prefereer de eenzame tocht per fiet3
door de bossen.
Wel was ik veel te laat voor het offi
ciële gedeelte, maar dat mocht niet hin
deren. Ik heb het al negen jaar lang aan
gehoord en het is toch ieder jaar hetzelf
de. En ik denk maar net als die commis
sie, die ergens een dominee ging horen en
ontdekte, dat de dienst al een halfuur aan
de gang was. „O, dat is niet zo erg, con
stateerden de eerwaarde broeders, dan
lopen we tegelijk die poespas mis!" Ze be
doelden de wet, de schriftlezing en het
grote voorgebed. Je hebt nu "eenmaal al
lerlei soort van kerkeraadsleden. En do
minees!
In elk geval mocht ik het aangezicht
van myn broeders collega's nog aan(
schouwen, was ik vroeg genoeg voor het
eten, hield mijn ryksdaalder in de zalj
en mocht bovendien nog reiskosten naai
aantal afgelegde kilometers in rekening
brengen. Het zijn eigenlijk maar rare din
gen uit een voorbye tyd, een nutteloos
verknoeien van tyd en geld: Maar da
fietstocht door de lentebossen deed m<J
goed.