Jacob van Maerlant, de beroemdste man uit Damme UIT DE KERKEN ZIJLSTRA AR 1 ZeeuwseWandelingen geeft de toon aan in de Komende winter „loafers" favoriet? Mollet won opnieuw vertrouwensstemming Maandag 11 juni 1956 ZEEUWSCH DAGBLAD pagina 5 De vader der Dietse dichters Zijn hoofwerk was Spiegel Historiael" We weten niet precies, wan neer Jacob van Maerlant geboren is, maar het moet tussen 1230 en 1240 geweest zijn. Wanneer hij in Damme geboren is, zouden we verwachten, dat hij la ter Jacob van Damme genoemd werd. Hij wordt echter altijd ge noemd naar het dorpje Maerlant op Oostvoorne, nu samengesmol ten met Brielle. Daarheen is hij ongeveer in 1260 verhuisd, maar 6 of 7 jaar later vertrekt hij weer naar zijn geboorteplaats, waar hij verder zijn hele leven is blijven wonen en oqk gestorven en begra ven is, kort vóór het jaar 1300. Hij wordt meestal genoemd „coster" van Maerlant. Nu is dat heel wat an ders dan een tegenwoordige koster. Vermoedelijk behoorde hij tot de lage re geestelijkheid, in ieder geval kende hij uitstekend Latijn. Zelf noemde hij zich ook „clerc" en als hij weer in Damme teruggekeerd is „scepenclerc". Door zijn verblijf in Holland komt hy in kennis met de jonge graaf Floris V, die zijn jeugd op Voorne doorbracht. Hij schijnt goed met hem bevriend te zjjn geweest. Want als hij weer terug is in Damme kiest hij in de eeuwen durende strijd tussen Holland en Vlaanderen de zijde van de graaf van Holland. Ook stond hij in betrekking met de Zeeuwse edelman Nicolaas van Cats, een invloedrijk en vertrouwd raadsman van Floris V. Zijn werk „Van der Naturen Bloeme" droeg hij aan hem op. zLijii werken Zijn leerling Jacob van Boendale noemt hem „de vader der Dietse dich- teren algader". Diets heeft hier de be tekenis van Middelnederlands, een taal in wording, die veel overeenkwam met Westvlaams. Maerlant gebruikte er ook Hollandse en Zeeuwse woorden tussendoor. Wat vóór hem geschreven werd, was meestal Latijn en Frans. Maerlant was een vruchtbaar schrij ver. Er zijn 228.000 verzen (versregels) van hem bewaard en dat is heel wat! Het grootste deel is vertaalwerk uit het Latijn, dat hij in het „Diets" op rijm brengt. Maar hij hield zich nooit slaafs aan de Latijnse tekst. Soms sloeg hij hele stukken over, maar op andere plaatsen voegde hij er weer grote gedeelten eigen werk bij, al naardat hem dit het beste leek. Zijn hoofdwerk was „Spiegel Histo- Ïiael", dat hij opdroeg aan Floris V. n 31 boeken behandelde hij de we reldgeschiedenis vanaf de Schepping tot zijn eigen tijd. Hij heeft het werk niet kunnen afmaken. Toen hij onge veer bij het jaar 1000 was, stierf hij. Lodewijk van Velthem voltooide het werk, maar tamelijk slordig. Uit diens vertalen blijkt, dat hij zijn Latijn niet voldoende kende. Uit zijn vele eigen bijgevoegde stuk ken blijkt, dat Maerlant grote kennis bezat en een buitengewoon belezen man was. We zien ook, dat het hem te doen was om waarheid bij de his toriebeschrijving. „Men heeft Maer lant nooit op leugens kunnen betrap pen, hoe nauwe dat men 't ondersoch- te", zegt Boendale. Latere geschiedschrijvers hebben dikwijls uit dit werk overgenomen. Ook beroemd is zijn Rijmbijbel, de geschiedenis van het Oude Testa ment, de Anrocriefe boeken en de Evangeliën uit ongeveer 27.000 ver zen bestaande. Uit dit rijmwerk zien we, dat Maerlant goed thuis was in de Bijbel. Hij haalde er zich de vij andschap van de geestelijkheid door op de hals, die het beter vond, dat de Bijbel niet bekend werd onder het volk. Zijn beginselen Sommigen noemen Maerlant wel een voorloper der Hervorming en een te genstander van de Rooms-Katholieke :erk. Deze uitspraak gaat wel wat ver, faerlant was rechtzinnig katholiek en innig godsdienstig. Maar hij nam geen blad voor de mond en zei ronduit zijn mening. In zijn ijver om de bloei der kerk te bevorderen en de leer zuiver te bewaren, ging hij te keer tegen de misbruiken, die van alle kanten de kerk inslopen. De zedeloosheid en het losbandig leven van vele geestelijken, het vertrouwen op de goede werken alleen, het verkopen van geestelijke ambten (simonie), de zogenaamde hei ligheid van de paus, de verplichte on gehuwde staat van de geestelijkheid, ziehier enkele toestanden in de kerk, Londense opera werkt met zwaar verlies Het Londense operagebouw van Covent Garden zal misschien moeten sluiten, omdat er een jaarlijks verlies van 100.000 pond sterling geleden wordt. Dit is be kend gemaakt door de directeur, Lord Waverley. De Britse kunstraad geeft reeds een subsidie van 250.000 pond per jaar, maar desondanks is er een jaarlijks tekort van 100.000 pond. Een gedeelte van dit tekort werd in het verleden opgevangen door de opbreng sten uit Amerikaanse tournees van het Sadler Wells Ballet, maar op deze in komsten kan niet altijd gerekend worden, aldus Lord Waverley. De operahuizen van Frankrijk, Italië en Duitsland ontvangen veel meer staatssteun dan de Britse opera, zo merkte hij op. die Maerlant streng afkeurde. Daar staat tegenover, dat hij een groot ver eerder van Maria was: (Vrouwe, moeder aire vroude, Fontaine van onsen behoudel Maria, moeder der ghenaden. Moeder der ontfarmicheit Ook de weelde en verkwisting van de adel ,de onderdrukking van het volk door de hoge heren, keurde hij J met scherpe woorden af. Tegenover de geldgierigheid en het gevaar van de rijkdom, waarop ook de Bijbel wijst, prees hij de armoede. Zijn graf Toen Jacob van Maerlant „een edel clerc ende wide becant", voorgoed zijn ganzeveer had neergelegd, werd hij begraven onder het klokkehuis van de kerktoren te Damme. Een marmeren steen versierde zijn graf: een geleerde zit voor een les senaar uit een boek te lezen, naast hem zit een uil, het "symbool der wijs heid. Latere geslachten die niet veel of helemaal niets van Maerlant wisten, zagen de lessenaar voor een spiegel aan en meenden hier het graf te vin den van Tijl Uilespiegel. Dit werd nog erger, toen later deze totaal afgesle ten steen vervangen werd door een an dere met een Latijns opschrift, een lofdicht op deze wijdvermaarde dich ter, deze wijste der mensen. Maar het volk kon er alleen het woord Ülespie- ghel van iezen en toen werd de toe loop naar het zogenaamde graf van Tijl zo groot, dat de pastoor de steen omkeerde. Ruim een eeuw geleden is de steen door steenhouwers verhakt en op het ogenblik is niets meer van zijn graf terug te vinden. Gelukkig dat men in 1860 vóór het stadhuis een standbeeld heeft opge richt als blijvende herinnering aan Damme's beroemdste inwoner. L. v. W. QoUoJiililel tn&eï 10-aaïd? Kerk en Wereld, het weekblad der vrij zinnig Hervormden, bevat een artikel van dr. A. Welland uit Beemster over het schrijven van een proefschrift. Uit zQn pennevrucht citeren wij: Een dikwijls gehoorde klacht van ker kelijke hoogleraren is, dat zo weinig pre dikanten hun theologische opleiding vol tooien met het schrijven van een disser tatie. De oorzaak daarvan zal in vele ga- vallen wel zijn de mening, dat promo veren een nogal kostbare liefhebberij is. De huidige predikantstraktamenten laten nu eenmaal zeer weinig ruimte voor fi nanciële aderlatingen, afgezien nog van het feit, dat de studie op zichzelf, de voor bereiding van het proefschrift, onkosten meebrengt. Nu zou daar wel overheen te stappen zijn, wanneer op het behalen van de doc torstitel een kleine beloning stond, bij voorbeeld een paar extra dienstjaren. Dit is echter alleen het geval met hen, die promoveren vóór zij betaald predikants- werk gaan verrichten en dat kunnen al leen zij doen, die een rijke pa hebben. Wie vanuit de pastorie promoveert krijgt niets. Een onderwijzer, die zijn hoofdakte haalt, krijgt prompt 700,per jaar ex tra, tot zijn dood toe, maar het behalen van de doctorstitel levert in de meeste gevallen geen enkel voordeel op. Ingezonden Mededeling (adv.) j^odern CHRISTELIJK Staatsmanschap Het Tsjechoslowaakse ministerie van binnc landse zaken meldt een deser teur uit het Tsjechische leger te heb- 'en gearresteerd. (Van één onzer verslaggeefsters) •j* erwijl da Nederlandse vrouw no9 druk bezig is om haar zo- mergarderobe aan te vullen met een paar (of meerdere paren dank zij de 3 pet. welvaartsuitke ring!) elegante, charmante en fleu rige zomerschoentjes, begint de schoenenindustrie al weer met het vertonen van haar nieuwe na- jaars- en wintercollecties. Tijdens de persconferentie ter inleiding van de vijfde lnterlederbeurs die in de Utrechtse jaarbeursgebou wen gehouden werd, kregen wij alvast een voorproefje van het geen na deze zomer in de etalages van de schoenwinkeliers te zien zal zijn. Het is echter meer dan waarschijnlijk, dat drie paar schoenen die geshowd wer den, niet in de étalages zullen verschijnen. Het eerste paar was n.l. bijna 200 jaar oud, en de mannequin had dégen moeten oefenen om er enigszins elegant mee te kunnen paraderen! Het waren z.g. „trip- penschoentjes" uit 1770. Aangezien de we gen in dat jaar nog niet in zo'n „effen" toestand verkeren als ze tegenwoordig plegen te doen, hadden deze schoentjes heel hoge hakken en zolen, zodat de mod der de voeten van de draagster niet al te makkelijk zou kunnen besmeuren. Wist u dat men vroeger geen verschil maakte tussen de linker- en de rechterschoen? Ook bij deze steltachtige trippenschoen- tjes was dat het geval. Ovale hakjes Via een heel hoog rijglaarsje dat bij een echte Parijse queue gedragen werd), een handgeborduurd spits schoentje uit 1900 met kruisbanden en een damesschoen anno 1925, die in die dagen het toppunt van elegance be tekende maar nu slechts enkele mede lijdende glimlachjes veroorzaakte, be landden we met een paar uit Italië ge- importeerde hakmuiltjes weer in het heden. De muiltjes, die geïnspireerd waren op de Oosterse stijl, hadden ova le hakjes. Bontlaarsjes, die in de vorige winters erg in trek waren, kregen we weer in een rijke variatie te zien. Helaas is er tot nu toe geen enkele fabrikant in geslaagd om een praktisch laarsje te ontwerpen, dat geen plompe indruk maakt. Dat zal trou wens uiteraard wel altijd tot de onmoge lijkheden blijven behoren. PARIJS, 8 juni. De Franse rege ring heeft vrijdagochtend, voor de tweede maal in een week tijds, een vertrouwensstemming gewonnen. De Nationale Vergadering heeft in tweede lezing een wetsontwerp van de regering om de pensioenen te verhogen aangenomen. Mollet had aan aanvaar ding van dit ontwerp de vertrouwens kwestie verbonden. De vertrouwensstemming over het financiële gedeelte van het wetsont werp won de regering met 277 tegen 123 stemmen. Het wetsontwerp zal 140 miljard frank kosten, die geheven zullen wor den door een kleine verhoging van de inkomstenbelasting, een nieuwe belas ting op auto's en enige indirecte be lastingen. Kolonel Nasser, de Egyptische pre mier, is door de revolutionaire raad benoemd tot enige kandidaat bij de presidentsverkiezingen op 28 juni. President Coty van Frankrijk zal een bezoek brengen aan Griekenland. Modellen en kleuren Onder de kleuren waarin de dames schoenen uitgevoerd worden neemt zwart de grootste plaats in. Dan volgen verschillende nuances beige van zand kleur tot cognac of hazelnootkleur en mushroom. Nog steeds worden veel ge krompen leersoorten gebruikt. Wat de modelletjes betreft; naast pumps, molières en queenies verschijnen meer en meer „loafers", die de plaats van de flats gaan innemen. In het hogere voorblad van deze schoenen is vaak elas tiek verwerkt, waardoor ze goed om de voet sluiten. Veel Nederlandse fabrikan ten hebben de vrij spitse Italiaanse leest overgenomen en deze zonder de elegante lijn te schaden aangepast aan de Neder landse voet. Een van de vlotte en toch praktische schoentjes die we op de show zagen was een variatie op het in Italië zo geliefde moccasinmodel. By dit witte schoentje was een uit Amerika overgewaaid mode snufje toegepast: het had blauwe zolen. In Amerika worden steeds meer gekleur de zolen gebruikt. Sportieve schoenen De mannequins toonden vrij veel spor tieve schoenen. Meestal waren deze ge maakt van suède of hunting. Eén van de „silky-suède" molières had een inzet van veulen, hetgeen een bijzonder aardig ef fect gaf. Voor de pumps en queenies was vee. gebruik gemaakt van lamacalf en andere soepele leersoorten, die een voering er contreforts overbodig maken. De model len waren allemaal buitengewoon een voudig, meestal hadden ze alleen maa garneringen van stiksels en perforatie De grote glimmende koperen knopen e gespen zijn nu gelukkig voorgoed van c baan! Tenslotte nog even iets over de hak jes: in overeenstemming met de Ita liaanse lijn zijn ze bij de geklede schoenen hoog en spits. De loafers en molières hebben hakjes, afgeleid van het klassieke platte en rechte Engelse model öf een hak, die het midden houdt tussen die van een flatje en een ballerina. Aan Ida G. M. Gerardt voor haar ge dichtenbundel „Het levende monogram" en aan Bert Schierbeek voor zijn prozagedicht „De blinde zwemmers" zijn twee poëzieprijzen toegekend van de ge meente Amsterdam, elk bedragende 1000,voor een in 1955 door een auteur van Nederlandse nationaliteit in de Ne derlandse taal gepubliceerde bundel poëzie. Eén fceAJk in de vaijk. Dr. W. F. Golterman, Doopsgezind pre dikant te Amsterdam, geeft in 't weekblad In de Waagschaal antwoord op de vraag of de totstandkoming van één evangeli sche kerk in Nederland mogelUk is. In het streven naar decentralisatie van de ker kelijke gemeenten ziet dr. Golterman een stap in die richting. H(j zegt: Dit streven naar decentralisatie is van groot belang voor nieuwe steden of woon wijken aan de rand zoajs Eindhoven en Emmer of Slotermèer bij Amsterdam. Wat kunnen wij in zulke wijken of steden op merken? Dat vele mensen er de dichtst bijgelegen kerk bezoeken, ongeacht de de nominatie. In een grote stad als Chicago is dit verschijnsel uiteraard eveneens aan wezig. Daar bestaat zelfs een onderlinge afspraak tussen de kerken om in iedere nieuwe buurt slechts één kerk neer te zet ten waarbij de bouwende denominatie in gezamenlijk overleg wordt aangewezen. Deze methode werd o.a. verdedigd met de opmerking dat iedere kerk in Chicago tooh zendings (evangeliserende) kerk is. Is de situatie in onze zo sterk ontker stende grote steden zo heel anders? Ook in ons land wordt vooral in nieuwe wijken de kerk meer en meer zendingskerk. S.emeenicAap aan yelo-aiyen In het orgaan der Baptisten De Christen verklaart dr. J. J. Kiewiet, dat de Baptis ten zich uitspreken tégen de volkskerkge dachte. Zij belijden een gemeente van be wust gelovigen. Wij lezen: Stelt men ons de vraag wie gelovig is of behouden wordt, dan verwijzen wij niet naar sacramenten of naar de rechte leer, maar naar de gemeenschap met Christus. Wie met Christus leeft wordt behouden, ook al is hij niet gedoopt en ook al zijn haar of zijn inzichten in Gods Woord ge brekkig. Bij ons wordt diegene uitgeslo ten, die niet meer in gemeenschap met de Heer en Zijn gemeente leeft. Onze grote strijd is altijd weer: hoe houden wij onze gemeente gezond en wie moeten we wel of niet als gemeentelid beschouwen? Wordt bij het eerstgenoemde kerktype al les genormeerd naar het sacrament en bij het tweede naar de leer, bij ons wordt alles beoordeeld naar het al of niet met Christus leven. Nu gebeurt het veelvuldig, dat de ver schillende kerken elkaar een sekte noe men. Wij als Baptisten-gemeenten in Ne derland worden meestal in de hoek der sekten gedrukt. Hierbij gaat men uit van de veronderstelling, dat de meerderheid SPRING MAAR ACHTEROP....' Een buitgemaakte Duitse snorkel- installatie, gemonteerd op een tor pedovormig gevaarte, wordt op het ogenblik door de Amerikaanse Marine gebruikt voor het beproeven van anti-duikboot apparatuur. Het ^vaar tuig" kan op afstand bestuurd wor den, doch er is ook een mogelijkheid om achter het torentje op een soort zadel plaats te nemen. 124) „Ja, ja. Wat heb je vervolgens ge daan?" „De eerste keer dat ik mijn voogd weer ontmoette, vroeg ik hem wiens kind ik was." „Wel, 't mijne natuurlijk", zei hij. „Je bent mijn dochter bij een vrouw, die ik trouwde toen ik nauwelijks de kinderschoenen was ontwassen. Ze heeft me wat te doen gegeven, want ze was net als jij." „U bent niet met Maria Beaumont getrouwd geweest en dat was mijn moeder". „Je hebt hem wel gezien als hij toor nig is. Hij sprong op en greep mij bij de arm. „Als je ooit weer zoiets durft zeggen, zal ik je in 't openbaar laten geselen", zei hij. Daarna heb ik hem dikwijls trachten over te halen mij de waarheid te zeggen. Soms sprak hij zus, dan zo. Als hij nuchter was, placht hij te zeggen, dat ik geheel van hem afhing en als ik het waagde een woord over mijn vermoedens te uiten, dan zou hij rruj op straat laten zetten, om daar te sterven als een hond; was hij echter dronken, dan vertelde hij mij dat hij alleen bewijzen kon, wie ik was en dat hij me, als ik gehoorzaam was, eens tot een grote dame zou ma ken. Nu, nuchter of dronken, neemt hij steeds deze houding aan. „Als je mij in alles gehoorzaamt tot je één-en- twintig jaar bent", zei hij, „zal ik be wijzen, dat je moeder de wettige echt- fenote was van Sir Henry Beaumont, och als je ook maar ln het geringste mij vertoornt of dwarsboomt, doe ik niets. Denk er steeds aan, dat ik .alleen de o ajb. „Je kunt je de positie voorstellen, waarin ik geplaatst was. Hij kwam hóe langer hoe meer ln de gunst en iedereen zei, dat als Karei II mocht komen te overlijden en Jakobus de troon beklimmen, dat George Jeffreys de grootste man in Engeland onder de Koning zou zijn." „Maar iedereen zag je voor zijn dochter aan." „Zelfs onder de vrienden van Jef freys spreekt men zeer verschillend over mij", antwoordde Maria. „Soms sprak Jeffreys over mij als zijn doch ter, het kind van zijn eerste vrouw, met wie hij huwde toen hy nog arm en onbekend was; dan weer sprak hy over my als zyn pupil een arm meisje, dat geen duit bezat, maar dat hy onderdak gaf om zyn vriendschap met de vader. De meesten geloven evenwel, dat ik een dochter van zyn eerste vrouw ben, die een arm, en on opgevoed mens was. Je ziet hieruit, hoe weinig mensen iets van dit huwe- ïyk weten. De vrouw kwam uit een der achterbuurten, maar hy wordt kwaad, als iemand er over spreekt. Soals je kunt begrijpen, hield ik niet op erover te denken en stelde voort durend pogingen in het werk om de waarheid te ontdekken. En nu", ging zy voort en haar stem was schor toen zy sprak, „moet ik je iets vertellen waarom je my zult ver achten, maar toch wil ik niets voor Je achter houden. Ik heb je reeds ver teld, dat hy mij meedeelde, dat het bezit van myn rechten van zyn wil afhing en dat ik ze slechts kon ver werven door gehoorzaam te zyn aan zijn bevelen". „En deed je dat?" vroeg Trela ney. „Ik speelde een dubbele rol", ging Een verhaal uit de tijd van Stadh. Koning Willem 111 ze voort. „Al een jaar voor die dag, waarop ik je voor 't eerst zag, haatte ik hem. Ik verafschuwde zijn bijzijn en toch deed ik, of ik hem gehoor zaamde. Er waren mensen, op wie hy zich wilde wreken, en ik bracht hem in de waan, dat ik hem werkelijk hielp, terwijl ik hem steeds dwars boomde. Menige ongelukkige werd door my tegen hem gewaarschuwd en toch meende hjj, dat ik zijn gewillig werktuig was. Waarom ik t deed? Ik hoopte op die wyze de naam van myn moeder van blaam te zuiveren, daar ik in zyn macht was. ik veracht myzelf, en toch geliefde, jij veracht mij niet, wel?" Als enig antwoord sloot hy haar dichter aan zich. Hij begreep nog niet alles, maar hij vertrouwde haar vol komen. „Het werd een soort hartstocht by mij", ging ze voort. „Ik haatte hem en vond zyn daden verachtelijk; toch deed ik mij voor als zijn spion, om te volbrengen wat ik mij voorgenomen had en tegelyk zyn plannen te dwars bomen. „Op die dag je weet nog, toen Richard Baxter werd verhoord, was ik ook naar de rechtszaal gekomen. Hy had my bevolen daar te zijn om te horen wat door de Dissenters werd ge zegd. Je weet, hoezeer hy hen haat, je weet ook hoezeer hy zich verlustigt in hun py'niging. Toen zag ik jou. Ik hoorde wat je sprak en besloot je te redden. Ik was in de gevangenis, toen het bevel daar kwam om je voor de Koning te brengen en ik handelde zoals je weet." „En je bc_ rgde mij myn zwaard terug?" vroeg Trelawnëy, het bü het rechte eind heeft; met andere woorden de kwantiteit wordt ais maatstai gesteld, terwyi het eigeniyk om de kwali teit gaat. Het gaat immers om het wezen der gemeente en dit wordt zeker niet be paald door het aantal leden der gemeente. Op een zeker tydstip stonden de hervor mers met hun aanhangers ook verreweg in de minderheid. Toch zullen hun heden daagse navolgers er niet over peinzen Luther eh Calvyn sektariërs te noemen. am „Omhoog", het weekblad van het aarts bisdom Utrecht der r.k. kerk, bevat een besohouwing over het bisdom Groningen, waarin enige cijfers worden gepubliceerd, die we hier overnemen: De oppervlakte van het bisdom Gro ningen is ruim driemaal zo g>oot als die van 't bisdom Rotterdam; daartegenover staat, dat de bevolkingsdichtheid van dit laatste het zesvoudige bedraagt van die van het Groninger diocees. Rotterdam is het stedenbisdom genoemd en met recht, want naaste de grote steden Rotterdam en Den Haag, telt het vier steden met meer dan 50.000 inwoners en bovendien nog zes met meer dan 20.000. Groningen daarentegen heeft slechts drie plaatsen die de 50.000 inwoners te boven gaan; Groningen, Leeuwarden en Emmen. Wanneer men spreekt van Groningen als een diaspora-bisdom, mag men toch niet vergeten, dat ook Rotterdam een uit gestrekte diaspora heeft, waar het per centage katholieken niet ver van het nul punt is verwyderd. De Zuidhollandse eilanden, de Krimpener- en Alblasser- waard behoren tot de meest on-katholie- ke delen van ons land. En als men let op het feit, dat in het bisdom Rotterdam ruim 625,000 katholieken zyn op een be volking van twee en een half miljoen, dan bevindt men, dat het percentage (25 pet.) een stuk lager ligt dan het algemene Nederlandse gemiddelde (36 pet.). Toch is daar de situatie niet zo, dat men van een diaspora-bisdom mag spreken. Dat is intussen wel het geval met het bisdom Groningen, en zorgvuldig samen gestelde rapporten onderstrepen dit na- drukkeiyk. Volgens de gegevens door het Kaski verstrekt, maken de katholieken hier slechts ruim 7 procent uit van het bevol kingstotaal. £te toq.é'ö yLjjn vaeq, De Gereformeerde predikant van Gent, ds. H. Wiersinga, vertelt in De Kruisba nier, dat zijn gemeente gastvrijheid ver leende aan 45 geloofsgenoten uit Wilrt- temberg. Nu deze logé's vertrokken zyn, maakt ds. Wiersinga de balans op: Ik geloof, dat wy, concreet,'drie dingen van onze gasten kunnen leren. Ten eerste evangelische discipline. Mij viel op, hoe veel zy deden in de korte perioden tussen het officiële programma door. Éérst na men zy .elke dag de tyd voor de „An- dacht", voor anJerhalf uur bybelstudie, voor koor- en muziekrepetities; daarna werd in de resterende t!jd de Stad bezich tigd. Ik geloof, dat wij geneigd zyn, zowel op een vrye als op een werkdag, het an dersom te doen: éérst werk en ontspan ning, en in de resterende tijd bijbellezing en gebed. Ten tweede viel de grote plaats op, die de bybelstudie had. Na de late terugkeer uit Maria Horebeke de vorige avond, durf de een meisje nog wel de koorrepetitie te verzuimen, maar beslist niet de bybel studie. Deze studie bestond uit lezen en bespreken van kleine gedeelten uit de eerste brief van Petrus. Ieder deed mee aan de bespreking; zij vroeg om eerlyke en eenvoudige woorden: het ging tegelyk zo diep, dat deze jongens en meisjes hun verstand wel degelijk moesten gebruiken; en hun concrete levensverbanden kwamen erby in het zicht. Is dat ook geen pro- gram-in-notedop voor ons? Ten derde kunnen wij, meen ik, iets le ren van de liturgische stijl van deze jeugd groep. Hun zingen was liturgie (dienst). Hun blazen was liturgie (dienst). Wy heb ben niet het voorrecht van zo'n kerkmu- zikale traditie als Württemberg en in deze grootse stijl kunnen wij onze liturgie naar binnen (ln de zondagse diensten) en naar buiten (in samenkomst en op straat) niet „oefenen". Maar wie het getuigenis proef de van deze dienende muziek en zang, voelt het als een tekort, wanneer wy de preek en de toespraak alléén maar belang rijk vinden en de stijl in onze liederen en muziek verwaarlozen. ïlijfoldacddeA en maaitijd Wö nemen maar weer eens iets over van ds. J. T. Doornenbal, te Oene. Deze schrijft in het Hervormd Kerkblad van de classis Harderwijk, dat hy de jaarlijkse vergadering van de classicale weduwen- en wezenbeurs heeft bygewoond. Ik ben ervan overtuigd, dat myn aan wezigheid er volmaakt waardeloos is, zo als trouwens het hele geval in verband met de centralisatie der beurzen steeds meer overbodig en uit de tyd raakt. Maar de ryksdaalder boete by verzuim en de gratis maaltijden waren, gezien de pré caire toestand van myn financiën, door slaggevend om de tocht, te maken. Ook blijft 'n fietstocht naar Nunspeet altijd zijn aantrekkelijkheid behouden. Ik kon wel meerijden met autobezittende collega's, maar prefereer de eenzame tocht per fiet3 door de bossen. Wel was ik veel te laat voor het offi ciële gedeelte, maar dat mocht niet hin deren. Ik heb het al negen jaar lang aan gehoord en het is toch ieder jaar hetzelf de. En ik denk maar net als die commis sie, die ergens een dominee ging horen en ontdekte, dat de dienst al een halfuur aan de gang was. „O, dat is niet zo erg, con stateerden de eerwaarde broeders, dan lopen we tegelijk die poespas mis!" Ze be doelden de wet, de schriftlezing en het grote voorgebed. Je hebt nu "eenmaal al lerlei soort van kerkeraadsleden. En do minees! In elk geval mocht ik het aangezicht van myn broeders collega's nog aan( schouwen, was ik vroeg genoeg voor het eten, hield mijn ryksdaalder in de zalj en mocht bovendien nog reiskosten naai aantal afgelegde kilometers in rekening brengen. Het zijn eigenlijk maar rare din gen uit een voorbye tyd, een nutteloos verknoeien van tyd en geld: Maar da fietstocht door de lentebossen deed m<J goed.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 5