Kanalisatie W.-Scbelde kan redding oestercultunr betekenen
De bedrijven van Yerseke zouden verplaatst
moeten worden
Omdijkt gebied is voor oesterbanken
geschikt te maken
Nieuw eiland bewesten de lijn
Ellewoutsdijk-Terneuzen
Met één slag uit alle zorg
en narigheden!
De nieuwe dertig
de Geref.
gezangen voor
Kerken
Nu geperforeerde dam in Ooster-Schelde niet doorgaat
Dijken kunnen
geperforeerd worden
Gedeelten als bezink-
bekkens
Schooldag Chr. Geref.
Kerken
Overleg met Hervormde
commissie
Promotie Ds G. Gilhuis
NARE DAGEN?
AMBULIN!
Vers, slibvrij water
N.C. G.O.V. 75 jaar
Zaterdag 26 mei 1956
ZEEUWSCH DAGBLAD
pagina 9
Laten we er geen doekjes om winden,
Yerseke is niet te redden. We zullen de
ijzeren feiten laten spreken. Vóór alle
andere dingen moeten we in het oog houden,
dat Waterstaat de afsluitdammen daar zed
plaatsen, waar ze uit waterstaatkundig en
waterbouwkundig oogpunt móeten komen.
Nergens anders. Het is niet te verwachten,
dat men onverschillig welk ander motief ook,
anders dan misschien op ondergeschikte pun
ten, zwaar zal kunnen laten wegen, hoe gaar
ne men dat ook zou willen en hoe gaarne men
aan de overigens alleszins gerechtvaardigde
bezwaren van Yerseke tegemoet zou willen
komen.
De dam door de Ooster-Schelde wordt een
werk, waarbij de Afsluitdijk Wieringen
Friesland (30 jaar geleden het grootste wa
terstaatswerk dat de wereld ooit gezien had)
afzakt tot een alledaags routinekarweitje.
Men kan zich eenvoudig niet veroorloven
andere dan waterstaatkundige en water
bouwkundige maatstaven aan te leggen. Wie
er einders over denkt koestert een illusie.
Evengoed als men de gehele Zuiderzee-
Het antwoord op deze vraag is voor Yerseke van levensbelang, van
zijn of niet zijn. Verschillende gedachten zijn reeds geopperd om op
deze vraag een bevestigend antwoord te geven.
Zo denkt men in sommige kringen aan de aanleg van nieuwe
oesterbanken buiten de toekomstige afsluitingen. Het is evenwel
duidelijk, dat deze plaatsen uiterst kwetsbaar zullen zijn. Om aan
deze gedachte uitvoering te geven zullen er zeer kostbare voorzienin
gen moeten worden getroffen en dan blijft het nog de vraag of deze
nieuwe oesterbanken een ramp als van 1953, op deze uiterst vooruit
geschoven plaatsen, zullen overleven. De deskundigen zullen hier
niet al te veel optimisme voor aan de dag kunnen leggen.
Het plan tot kanalisatie van de Wester-Schelde biedt voor dit
vraagstuk waarschijnlijk ook „de" oplossing.
Zoals bijgaand kaartje aantoont komt, bij uitvoering van deze
plannen, het oude stroombed van de Wester-Schelde beschikbaar
voor andere en nieuwe doeleinden, zoals droogmaking van nieuwe
gronden, recreatie of bij voorbeeld: de aanleg van nieuwe oester
banken.
Als de oester- en mosseldeskundigen
zich eens over dit kaartje willen bui
gen en aandacht besteden aan de
nieuw te omdijken gebieden, dan is het
niet uitgesloten, dat men een gebied
ontdekt, dat meer dan enig ander voor
dit doel geschikt is of geschikt ge
maakt kan worden. In bevestigend ge
val zou men het in de hand hebben de
nieuwe oesterbanken op kunstmatige
wijze op de meest ideale manier aan
te leggen en de gunstigst denkbare
omstandigheden te scheppen, want de
ze dijken kunnen wèl geperforeerd
worden op de plaatsen die daarvoor
het meest geschikt zijn met het oog
op de eisen der oestercultuur. Het
daarvoor aan te wijzen gebied zou dan
uitsluitend voor de oester- en mossel
cultuur bestemd kunnen worden en
geheel ingericht als nodig zou blijken.
We hebben te maken met een nieuw
gebied, waar vooralsnog geen andere
bestemming voor is en waar de voor
waarden geschapen kunnen worden
om deze culturen te redden.
Yerseke zal derhalve verplaatst
moeten worden, althans de bedrij
ven die het bestaan van Yerseke
uitmaken dat zal veel geld kosten,
maar dat zal men er voor over
moeten hebben, want hier is dan
een mogelijkheid om met één slag
uit alle toekomstige zorgen en na
righeden te komen. Dit zal inder
daad moeten geschieden op kosten
van de Nederlandse gemeenschap,
die, uit lijfsbehoud, de zeegaten
moet afsluiten.
visserij hééft moeten opofferen aan de Af
sluitdijk, zal men Yerseke moeten opofferen
aan de afsluitdam door de Ooster-Schelde.
Voorzover de zaak zich op het ogenblik
laat bekijken, mede aan de hand van de aller
beste en allerhoogste bronnen, behoeft men
ook geen ogenblik de gedachte te koesteren
van een z.g. „geperforeerde" dam door de
Ooster-Schelde. Het verkrijgen van een vol
doende zoetwaterreserve voor Zeeland acht
men van zo groot belang de cijfers spreken
in dit verband een onverbiddelijke taal dat
de belangen van Yerseke daarvoor moeten
wijken.
Het lijkt wat cru, maar zo liggen de feiten
en niet anders. Het is beter dit tijdig ronduit
te zeggen dan hoop en verwachtingen in het
leven te roepen of te houden, die niet in ver
vulling zullen kunnen gaan. Niemand is er
mede gebaat zich te paaien, of gepaaid te
worden, met een hoop waarvan reeds thans
vast staat dat ze beschaamd zal worden. Een
andere vraag evenwel is deze: Is de oester-
en mosselcultuur te redden?
en de Zuiderzeevisserij ophield te be
staan, had men zijn kansen voorbij la
ten gaan om op behoorlijke en rede
lijke wijze gebruik te maken van de
geboden gelegenheden met steun van
de overheid tijdig een ander bestaan te
zoeken of op te bouwen.
Ook de overheid heeft fouten ge
maakt, zeker, maar met de eerlijke
medewerking van de Zuiderzeebevol-
king zou alles veel geleidelijker en
beter verlopen zijn. Deze medewer
king heeft op belangrijke punten ont
broken en velen zijn de dupe gewor
den van eigen machteloos ver
zet.
Ideale omstandigheden
Voor Yerseke kan de zaak even an
ders liggen dan- voor de toenmalige
Zuiderzeevissers. Als de in deze arti
kelen beschreven plannen tot uitvoe
ring zouden komen, bestaat de moge
lijkheid alle bedrijven in hun geheel
over te plaatsen naar een nieuw ge
bied met nieuwe en ongekende moge
lijkheden, waar men het in de hand zal
hebben op zuiver wetenschappelijke
grondslagen de meest ideale omstan
digheden zelf te scheppen, meer mis
schien nog dan thans in de Ooster-
Schelde mogelijk is.
Yerseke -weet het zelf het beste, dat
ook in de Ooster-Schelde niet alles
ideaal is. In deze nieuwe omgeving zou
dat wel ideaal kunnen worden, zoals
het voor de boeren in de nieuwe Zui
derzeepolders nagenoeg ideaal is.
Men houde zich ervan overtuigd, dat
er geen enkele twijfel aan kan bestaan,
dat „die stadjer met z'n aetentas" de
Ooster-Schelde afsluit. Men vorme dus
de eensgezindheid die nodig is en men
bestudere de mogelijkheden om el
ders de oester- en mosselcultuur voort
te zetten. In het kader van de in deze
artikelen beschreven plannen bestaan
die mogelijkhec'. n zonder twijfel.
O, zeker, er zijn ook bezwaren. Het
water in de Wester-Schelde bevat veel
meer slib dan dat in de Ooster-Schelde
en dat is niet bevorderlijk voor de
cultuur waar Yerseke van leeft. Juist
het slibvrije water van de Ooster-
Schelde was zo zeldzaam gunstig.
Bij de juiste keuze van een nieuw
gebied, waartoe men bij de uitvoe
ring van de hier beschreven plannen
ruimschoots de gelegenheid zou heb
ben, is door een wetenschappelijke
plaatsing der sluizen (perforaties) in
de dijken om het voor de oestercul
tuur te bestemmen gebied de moge
lijkheid niet uitgesloten, onder na
der te onderzoeken voorwaarden,
slibvrij water in te laten, water te
verversen, eb en vloed te hebben,
meer nog dan op het ogenblik in de
Ooster-Schelde, waar men nog vrij
wel geheel óp de natuurlijke om
standigheden aangewezen is.
Voor elk redelijk en uitvoerbaar
plan heeft de regering een open
oor, aan Zeeland in zijn geheel,
om de uitvoering van de hier be
schreven plannen in Den Haag te
bepleiten.
Hilversum, mei 1956 A. SPITS
Ingezonden Mededeling (adv.)
Swlio
8i»w itim fwxiiK
t/1A/\ HNHH AiinitM
AlHMiaili
.Imp. I W. UHNEHAHN, lAREN N.H. Poitfcu» II...
Uit de aard der zaak is het
noodzakelijk voor een nieuw
terrein voor de aanleg van
oesterbanken uit te zien naar een
gebied, dat onmiddellijk met het
buitenwater in verbinding kan
worden gebracht, bij voorkeur dus
bewesten de lijn Ellewoutsdijk
Terneuzen. Laten we dus als voor
beeld nemen het nieuw te schep
pen eiland, tegen de nieuwe ka
naaldijk gelegen, als in de kleine
kaart is aangegeven.
De hoogte van het maaiveld wisselt
hier van ongeveer 1 meter boven N.A.
P. tot op enkele diepe plaatsen 6 a 7
meter onder N.A.P.
Aangezien de dijken hier geperfo
reerd kunnen worden, kan men elke
waterhoogte kiezen die men voor het
doel gewenst acht, al zal het wel nodig
Leergeld
Het is geen geheim, dat de schade
vergoedingen en steunverleningen aan
de toenmalige Zuiderzeevissers niet op
alle punten bevredigend hebben ge
werkt. Het zou onjuist zijn de schuld
daarvan alleen op de overheid te wer-
">en. Gebrek aan medewerking van de
-ajde der Zuiderzeevissers als collecti
viteit draagt zeker ook een deel van de
schuld aan het feit, dat de toenmalige
regelingen op vele punten een fiasco
zijn geworden. De belanghebbenden in
Yerseke mogen hieruit lering trekken.
Ook de overheid heeft trouwens ge
leerd.
Als men zijn oor te luisteren legt
in regerings- en hoge waterstaats
kringen, dan ontdekt men de oprech
te wens een herhaling van het Zui-
derzee„drama" te voorkomen. Men
kan er dan ook van overtuigd zijn
WESTER SCHELDE
BRESKENS
^ONTWORPEN SCHELDEKANAAL
E=J OUDE LAND
NIEUW LAND
BLIJVEND WATER BINNENDUKS
SKm
bij de regering een open oor te vin
den voor elke redelijke regeling, die
een éénmalig en afdoend karakter
draagt, ook al zou het wat veel kos
ten.
Maar dan niet het voorbeeld van de
toenmalige Zuiderzeevissers volgen en
op zien komen spelen. Tegen beter
weten in hebben vele Zuiderzeevissers
niet willen geloven, dat de dijk er ko
men zou, c.q. dat men erin zou slagen
de dijk te sluiten. Men meende de zee
beter te kennen dan „die stadjer met
z'n actetas". „Geloven jij mij nou maar
mijnheer, ze krijgen die dijk nooooit
dicht". En toen de dijk gesloten was
APELDOORN, 25 mei. Duizen
den, uit alle delen van het land af
komstig, waren donderdag naar Apel
doorn gekomen om de jaarlijkse
schooldag van de theologische school
der Christelijk Gereformeerde Ker
ken, bij te wonen. Ds. D. H. Biesma
uit Hoogeveen hield een referaat over
het onderwerp „Door woord en kerk".
Hierin wees Ds. Biesma op het ver
band tussen het Pinksterfeest en het
ontstaan der kerk.
In de middagvergadering sprak Ds.
P. op den Velde uit Hilversum over
„In het huis des heren". Spreker be
handelde het totaal van de eredienst.
GOES, 25 mei. De generale
synode van de Geref. Kerken
heeft zoals wij gisteren bericht
ten besloten een aantal van
dertig gezangen voorlopig ten ge-
bruike in de vrijheid der kerken
te geven. De bundel gezangen van
de Geref. Kerken zal dan in totaal
59 liederen bevatten. Een defini
tieve afsluiting heeft de gezangen
bundel der Geref. Kerken nog niet
gekregen.
Deputaten voor herziening en uitbrei
ding van deze bundel zullen hun werk
in overleg met de Hervormde commissie
voortzetten.
In het algemeen is bij de keus der aan
vullende dertig gezangen de meest gang
bare tekst gehandhaafd.
In enkele gezangen zijn enige wijzigin
gen aangebracht, die moeten worden aan
gemerkt als verbeteringen. Voor het me
rendeel zijn deze veranderingen vastge
steld in overleg met de hervormde com
missie, die werkt aan de herziening van
de in de Ned. Herv. Kerk gebruikte ge
zangbundel. Tussen haakjes hebben we
achter elk gezang het nummer van het
gezang in de hervormde bundel ge
plaatst.
De in de vrijheid der kerken gegeven
gezangen zijn de volgende: Op U, mijn
Heiland, blijf ik hopen (hervormde bun
del no. 7)Komt, verwondert u hier men
sen (no. 15), Dit is de dag, die God ons
schenkt (no. 24), Daar is uit 's werelds
duist're wolken (no. 10:1, 5 en 7), Leer
mij, o Heer, Uw lijden recht betrachten
(no. 34), Mijn Verlosser hangt aan 't
kruis (no. 45),- Heugelijke tijding (no.
113), God is getrouw, zijn plannen falen
niet (no. 130), Verlosser, Vriend, Gij hoop
en lust (no. 171), 'k Heb geloofd en daar
om zing ik (niet opgenomen in de herv.
bundel), Rust mijn ziel, uw God is Ko
ning (no. 179 zonder het vierde couplet),
Beveel gerust uw wegen (no. 180), Blijf
bij mij, Heer (no. 282), O God, die droeg
ons voorgeslacht (no. 293), Wat de toe
komst brengen moge (no. 300 A zonder
het vierde couplet), Nu daagt het in het
oosten (no. 8), Vaste rots van mijn be
houd (no. 174), De dag uit Godes gunst
ontvangen (no. 281), Dankt, dankt nu al
len God (no. 135), Grote God, wij loven U
(no. 149), Neem mijn leven, laat het, Heer
(no. 228), Jezus leven van ons leven (no.
49), Vfees gegroet, gij eersteling der da
gen (no. 53:1 en 3), Heilig, heilig, heilig
(no. 921 en 2), Ere zij aan God de Vader
(no. 93), De Kerk van alle tijden (no. 112),
Lof zij de Heer (no. 136), Ik heb de vaste
grond gevonden (Lutherse bundel no.
191), Komt laat ons voortgaan kind'ren
(no. 171 met geheel gewijzigd eerste cou
plet en zonder het vierde couplet) en
Ontwaak, gij die slaapt (no. 165).
AMSTERDAM, 25 mei. Hedenmiddag
is aan de V.U. gepromoveerd tot doctor
in de theologie Ds. C. Gilhuis, Geref. pre
dikant te 's-Gravenhage-oost op een
proefschrift getiteld: „Pastorale zorg aan
bejaarden". Als promotor trad' op Prof.
Dr. J. Waterinck terwijl als paranymfen
fungeerden Dr. J. C. Gilhuis, Geref. pre
dikant te Watergraafsmeer en T. M. Gil
huis, hoofd der Chr. school te Katwijk
aan Zee, resp. oudste en jongste broer
van de promovendus.
Ingezonden Mededeling (adv.)
zijn het terrein te egaliseren. In het
kaartje is dit gebied gedacht als op 6
meter NAP. afgemalen. Het kaartje
geeft aan, dat er enkele gedeelten blij
vend water zijn, welke vermoedelijk
als „bezinkbekkens" gebruikt kunnen
worden. Men laat deze bij hoog water
geheel vol lopen, laat het slib bezin
ken en heeft dan de beschikking over
slibvrij water. Bezinkbekkens en
noordzijde van het eiland zullen be-
kaad moeten worden.
Het is denkbaar, dat de bestaande
(gegeven) diepe gedeelten blijvend wa
ter niet voldoende zijn of niet econo
misch van plaats en vorm; welnu: men
heeft het in de hand, door egalisatie
van het gehele terrein en het plaatsen
van kaden waar men die wenselijk
oordeelt, een bezinkbekken te maken,
dat aan alle eisen voldoet om het ge
hele gebied van voldoende vers, slib
vrij water te voorzien.
Het westelijke gedeelte van dit ge
bied, tot boven de havenmond van
Terneuzen, heeft een lengte van on
geveer S kilometer en een grootste
breedte van ruim 2 kilometer: een
totale oppervlakte van ongeveer 120
ha, dus vermoedelijk ruim voldoende.
Er is echter niets op tegen, desge
wenst, ook het verder oostelijk gele
gen deel van dit gebied voor dit doel
in gebruik te nemen.
De boven N.A.P. gelegen gedeelten
kunnen gebruikt worden voor bedrijfs
gebouwen; verder heeft dit gebied, via
een weg over de kanaaldijk, verbin
ding met de tunnel, welke weer ver
binding geeft met Zuid-Beveland.
Uiteraard is dit slechts een sugges
tie; aan de oesterdeskundigen om dit
vraagstuk nader te bestuderen. De be
doeling is slechts aan te geven, dat
hier ideale mogelijkheden geschapen
kunnen worden, vrij zeker idealer dan
thans in Yerseke zelf bestaan. Het zal
geen „goedkope" oplossing zijn, maar
naar alle waarschijnlijkheid zal men
nergens een geschikter gebied kunnen
vinden dan beschikbaar zou komen bij
uitvoering van de in deze artikelen be
schreven plannen.
Indien men het oostelijkste gedeelte
van dit gebied bestemt voor de nieuwe
woonplaats Yerseke, dan ligt deze
plaats betrekkelijk dicht bij de tunnel;
heeft dus geen, of geen noemenswaard,
geïsoleerder ligging dan het oude Yer
seke en de voornaamste exportlanden:
België en Frankrijk zijn zeker niet
minder goed bereikbaar, doch desge
wenst bouwt men een eigen haven,
waartoe eveneens alle gelegenheid is.
ARNHEM, 25 mei. De Nationale
Christen Geheel Onthouders Vereniging
(N.C.G.O.V.) bestaat vijfenzeventig jaar.
Op 18 mei 1881 werd de vereniging in het
leven geroepen door een groepje van ze
ventien mannen, bij wie zich bevond Ds.
C. S. Adama van Seheltema, die als de
eigenlijke oprichter kan worden be
schouwd en tot 1890 de eerste voorzitter
is geweest.
Na hem zijn als voorzitter opgetreden
Ds. E. W. Heinicken (1890—1892), J. M.
Heijbroek (1892—1901), Ds. A. H. Roose
(19011904), Ds. C. L. van den Broek
(19041911), Prof. Dr. J. R. Slotemaker
de Bruine (1911—1941). Sedert 1941 is
voorzitter Prof. Dr. A. H. Edelkoort. In
1890 werd de vereniging georganiseerd.
Zij kreeg toen een meer landelijk karak
ter. Het aantal afdelingen bedroeg twaalf.
Het jubileum zal in augustus worden ge
vierd.
V