Chr. Zang- en Oratoriumverenigingen 711 Des doods schuldig c SINT MAARTENSDI1K H' Ontwikkeling Congresse;. en discussies niet Onder een gaat d<* te gronde Eertijds vermaarde schrijvers zwijgen of herschrijven hun werk De grote drie WITTE KRUIS Vier oude meesters naar Canada Kunst en bedrijf" gaf vele opdrachten Termieten-aanval in Italië PARTICULIEREN KOPEN MEER DAN OVERHEID Tentoonstellingen voor Kunstenaars Moeder. Druk jubileumseizoen voor Concertgebouworkest E.G. K.S-postzegel panning Gezelligheid 't Zeeuwsch Weekend Ingezonden Mededeling (adv.) o o O O O O O In de Sowjetzone van Duitsland woont een aantal van de meest be kende moderne schrijvers. Zij hebben zich uit hoofde van hun traditionele „linkse" opvattingen ter beschikking gesteld van het communistische regiem aldaar. En aan hun lot kan een interessant verschijnsel worden bestudeerd: dat van een toenemende artistieke impotentie. Bekende schrijvers, die zich in vroeger jaren door belang rijke letterkundige werken een naam maakten, hebben, sinds zij naar de communistische zone verhuisden, geen of nog slechts zeer on belangrijke boeken geschreven en gepubliceerd. En dit, hoewel uiterlijk bekeken, terwijl hun wereldbeschouwing geheel in overeen stemming met het heersende communistische systeem schijnt te zijn. Zo heeft Anna Seghers, die als jong schrijfster wereldvermaardheid ver kreeg door haar „Opstand der vissers van St. Barbara" en later door haar aangrijpende roman over een concen tratiekamp „Het zevende kruis", in de afgelopen jaren slechts één novelle, „De Man zonder naam", gepubliceerd. Dit is een ook door de communistische kritiek in de Sowjetzone mislukt ge noemde poging om de overgang van een voormalig S.S.-man tot het com munisme geloofwaardig te maken. Arnold Zweig, wiens cyclus „Ser geant Grischa" en zijn anti-fascistische roman ,fie bijl van Wandsbek" in vele talen werden vertaald, heeft, sinds hij domicilie koos in de regeringswijk van Pankow, slechts één boek „Die Feuer- pause" gepubliceerd, waarvan de in houd een zeer onbevredigende herha ling is van hetgeen hij al eens veel beter in een vroegere roman heeft geschreven. De reeds lang aangekondigde voort zetting van zijn cyclus laat op zich wachten en Zweig zelf heeft onlangs verklaard, dat op voltooiing (het gaat om nog twee delen) nauwelijks mag worden gerekend. „Geschikt maken" Brecht vergenoegt zich met gele genheidsgedichten en het herschrij ven van vroegere werken, die hjj zeer tot schade van hun artistieke waarde, door inlassen van passages en toevoegsels voor communistisch huis-, tuin- en keukengebruik ge schikt maakt. Johannes R. Becher, de meest voor aanstaande dichter van de Sowjetzone en altoos weer door de S.E.D.-heer- schappij als paradepaard jegens West- Toeising van ideaal werkelijkheid openi de ogen aan Duitsland op de voorgrond geschoven, heeft nu al sinds tien ]aren geen enkel gedicht tot stand gebracht, dat ook maar enigszins op het peil staat van zijn prestaties uit zijn jeugdperiode. Inplaats daarvan schrijft hij een stort vloed van banale hymnes op de com munistische partij. Friedrich Wolf, die een paar jaar ge leden als verbitterd man stierf, liet een monsterlijk melodrama na over Thomas Münzer, de held uit de boe' renoorlog, waarvan de langdradige prentenboekstijl niets, maar dan ook niets van de eertijds zo sterke drama tische kracht van deze auteur heeft. Zeer typisch is ook het geval van Stefan Heym, de auteur van „Kruis tocht", dat nog tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten verscheen en zeer veel succes oogstte. Heym verhuisde naar de Sowjetzone en verklaarde bij aankomst aldaar „dat in het nieuwe Duitsland voor een schrijver de onder werpen maar voor het oprapen liggen. Ik zal schrijven en niet veel spreken". In de drie jaren, dat hij nu in de Sow jetzone woont, heeft Heym wel veel gesproken, maar nog geen enkel boek geschreven. Artistieke verlamming Deze artistieke verlamming van be kende letterkundigen (op de overige gebieden van de kunst zijn de verhou dingen overeenkomstig) probeert de S.E.D. door voortdurende discussies en congressen op te heffen. Resultaat heeft dit echter niet opgeleverd. De kunst wreekt zich op haar trouweloze jongeren. Anna Seghers, Arnold Zweig, Becher en Brecht weten, dat onder dictatuur geen kunst kan bestaan. Zij hebben immers de boekenverbrandin gen van de nationaal-socialisten be leefd en gingen in de emigratie. Kunst vereist waarheid en juist de waarheid kan een totalitair regiem niet gedogen. Terwijl de communisti sche partijdichters zich nu aan de rode dictatuur onderwerpen, verraden zij wat hun levensinhoud zou moeten zijn. Zij betalen dit verraad met het alge hele onvermogen te kunnen scheppen, De leugens van de communistische partij kunnen met de middelen der kunst niet worden beschreven. Zij kozen de Een respectabel aantal letterkundi gen liet zich echter niet omkopen door bijzondere protectie, vooraanstaande posities en priviléges, die de commu nistische staat hun bood. Ricarda Huch, Theodor Plivier, Hermann Kasack en Rudolf Hagelstange, om slechts enke le bekenden te noemen, verlieten de Sowjetzone om onder democratische verhoudingen ongehinderd te kunnen werken. Daarvoor is behalve ijzeren konsekwentie ook moed nodig. En anderen, die deze moed niet kunnen opbrengen, zijn er nu al ja ren mee bezig, hun oude droom van het de mensheid bevrijdende com munisme, van de strijd voor een be ter leven in een klassenloze maat schappij, te toetsen aan de lelijke werkelijkheid van het communisme. Zij moeten daarbij Iedere dag weer de vergeefse en zenuwslopende poging doen die werkelijkheid met hun jeugd dromen te vergelijken. Hieruit mag ook de stroom van arti kelen en discussiebijdragen worden verklaard, waardoor vooraanstaande letterkundigen hun eigenlijke schep pend werk vervangen en waardoor zij de problemen denken te kunnen op lossen, die hen martelen. Tenslotte echter merken ook zij, hoe hoi en on waarachtig hnn uitlatingen kinken. Jürgen Riihle. Koninklijke Bond van Aantal verenigingen steeg van 7 tot 850 JAAR (Van een onzer verslaggeefsters), veel verenigingen bezwaar hadden te gen zangwedstrijden, want 100 koren DEN HAAG, maart Op 19 fe bruari 1886 werd temidden van knallend vuurwerk en feestgedruis de Kon. Bond van Chr. Zang- en Oratoriumverenigingen geboren. Terwijl de feesten ter gelegenheid van de verjaardag van Willem III in volle gang waren werd in ge bouw Diligentia te Den Haag door de vertegenwoordigers van zeven christelijke zangverenigingen de fundering gelegd van de Bond, die sinds 1935 het predicaat „konink lijke" draagt. De Bond begon bescheiden met ze ven zangverenigingen, waarvan er in hetzelfde jaar twee ophielden te be staan. In het tweede jaar groeide het ledental echter tot 29 koren met 1000 zangers en zangeressen, terwijl de Bond nu, 70 jaar later, 850 oratorium verenigingen, gemengde zangvereni gingen, mannen-, vrouwen- en kinder koren omvat, die samen 34.500 zangers tellen. In 1887 kwam de eerste „Lofstem" van de persen. De tweede stem naar buiten was het Bondslied, dat door de heer Plette gedicht en door de Bonds voorzitter Graaf van Hogendorp ge toonzet werd. Meer dan 600 zangers en zange ressen lieten hun stem horen op de eerste Bondszanguitvoering, die ge geven werd ter gelegenheid van het Chr. Nat. Zendingsfeest op 4 juli 1888 op „Boekenrode" hij Haarlem. Het eerste eigen Nationaal Zangfeest vond in 1890 in Apeldoorn plaats. Hieraan werkten 1500 zangers en zangeressen mee. MOCHT DAT WEL In het begin van deze eeuw werd er veel gediscusieerd over de vraag, of christelijke zangverenigingen wel aan zangwedstrijden mogen meedoen. Men besloot in 1919 om bij wijze van proef in Dordrecht een zangwe(|strijd te hou den. Hier bleek, dat toch niet zo heel melden zich aan! Na loting konden hiervan slechts 18 worden toegelaten. Nadat de proeftijd voorbij wai bloeide in ons hele land het concoursleven we lig, geruggesteund door het Bondsbe- stuur, dat reductie gaf op de prijzen Feest op 2 en 3 april van gebruikte Bondsmuziek en dat de verenigingen later ook van subsidies voorzag. Belangrijk werk heeft de Bond ver richt door het instellen van directeu rencursussen, die sinds 1925 zijn gege ven. In verband hiermee werden de koorleidersexamens ingesteld. De di ploma's kregen steeds meer gezag en van 1926 tot 1955 zijn er niet minder dan 285 uitgereikt. De Bond verzorgt eigen muziekuit gaven en heeft een uitleenbibliotheek met 500 boeken en partituren en vele honderden composities. De herdenking van het zeventigjarig jubileum zal plaatsvinden in de ge boortestad van de Bond. De voornaam ste punten uit het feestprogramma zijn een liturgische zangdienst onder lei ding van Ds. B. Timmer en een jubi leum in de Kurhauszaal te Schevenln- gen op 2 april. Op 3 april wordt de 70 ste jaarvergadering gehouden, terwijl om 3 uur de receptie van het hoofdbe stuur begint. Het heilzome Witte Kruis-ge- neesmiddel in 3 vormen Naast poeders ook cachets en tabletten. Witte Kruis helpt direct tegen Uw pijnen Brengt geen maag stoornissen teweeg De nationale Gallery van Canada heeft nog vier schilderstukken uit de verzameling van de Prins van Liechtenstein aangekocht, namelijk „de graflegging" van Rubens, „Sint Catherina" van Simone Martini en twee Chardins, „De kinderjuffrouw" en „De leverancierster". Het stuk van Rubens is geschilderd tussen 1613 en 1615 en schijnt gebaseerd te zijn op Caravaggio's, „Piëta" in het Vati- caan. Dit jaar heeft de stichting „Kunst en Bedrijf" definitief bemiddeling verleend voor 'n bedrag van f204.708, terwijl verder per 31 december 1955 nog besprekingen gaande waren over opdrachten ter waarde van duizenden guldens, die niet in het bovengenoem de bedrag zijn opgenomen, aldus meldt het over 1955 uitgebrachte jaar verslag van deze stichting. Het doel daarvan is gratis te adviseren bij het verstrekken van opdrachten aan beel dende kunstenaars zo vaak het Ne derlandse bedrijfsleven een beroep op de stichting doet. Tevens wil zij coör dinerend en bemiddelend optreden bij jubilea of andere gelegenheden voor zgn. „collectieve" geschenken van relaties, die daartoe individueel haar eigen bijdragen vaststellen en aan „Kunst en Bedrijf" doen weten. Van vele beeldhouwers zijn in het afge lopen jaar beeldhouwwerken aange kocht of zijn opdrachten door hen uitgevoerd. Ook werden monumentale wandschild jringen, wanddecoraties, mozaïeken of gebrandschilderde ra men in opdracht van de stichting ver vaardigd. In verschillende plaatsen in Italië worden eeuwenoude architectuur- en kunstschatten door de termieten (witte mieren) bedreigd, aldus meldt de „Times". In Rome zijn de termie- tenscharen reeds in vele oude gehou wen, musea en archieven gesigna leerd, en evenzo in gebouwen van Vaticaanstad. De termieten zijn ook in Florence doorgedrongen tot in gebouwen als de nationale bibliotheek en het Stib- bert-musaum. In Napels richtten de mieren hun aanval op de staatsarchie ven in een voormalig Benedictijner- klooster. Verder komen alarmerende berichten over termietenoffensieven uit Perugia en Assisi, Spoleto en Spello, Palermo, Catania, Messina, Cagliari en elders. Ingezonden Mededeling (adv.) En zij allen veroordeelden Hem als des doods schuldig. itrarms 74 64. De vergadering van de Joodse Raad, voor welke jczus na Zijn gevangenneming in Gethsémane geleid werd, maakt niet bepaald de indruk dat het er om te doen was onbevooroordeeld over Hem te beslissen. Integendeel: 't lijkt meer op inquisitie dan op zuivere recht spraak. Het is aan alles duidelijk te merken dat de Joodse leidslie den bijeen zijn met het vooropgezette plan om Jezus schuldig te ver klaren en dat dan ook alle mogelijke middelen in het werk worden gesteld om het daartoe te brengen. In allerijl was de Joodse Raad bijeengeroepen. Geheel in strijd met de bestaande voorschriften werd de vergadering niet overdag, maar des nachts, niet in het tempelgebouw maar in het paleis van Kajafas de hogepriester, gehouden. Verder waren er enkele valse getuigen opgeroepen en was de leiding van Kajafas van dien aard, dat het wel tot een veroordeling van Jezus moest komen. Het geheel is dan ook niet meer dan een vertoning om althans nog een schijn van recht te bewaren. Het doel moest de middelen heiligen! We zijn geneigd te vragen: Hoe was zoiets mogelijk? Het antwoord moet luiden: Dit was niet slechts mogelijk, dit was beslist noodzake lijk. Want hoe zou men anders tot een schuldig-verklaring van Je zus hebben kunnen komen? Hij was rechtvaardig en goed. Hij had nooit iets gedaan dat onbehoorlijk was. Niemand kon hem van zonde overtuigen. Laat staan iets inbrengen dat voor de kerkelijke rechters een bezwarende omstandigheid was. Alles moest dus wel met opzet zo geleid worden, dat het tot een veroordeling komen kon. En welke was nu de grond voor die veroordeling? Deze: beschuldigd van gods lastering. Want aldus brandmerkt Kajafas de verklaring des Heren dat Hij is de Messias, de Christus, de Zoon van de Gezegende. Denkt het u in: De heilige Zone Gods gebrandmerkt als godslasteraar! Ais ooit God gelasterd is, dan zeker wel door deze godslasterlijke lieden! Welk een verbinding, welk een dwaling spreekt er uit deze beschul diging ten aanzien van hen, die haar uitspreken: Hij heeft God ge lasterd. Welk een ontzettend vonnis wordt er geveld door de leden van het Sanhedrin: En zij. allen veroordeelden Hem als. des doods schuldig. De doodstraf geëist voor Jezus! Zijn leven zal Hij moeten geven voor deze gehuichelde godslastering. Hoe duidelijk komt in dit vonnis de haat tot openbaring van het mensenhart *°"en God en Zijn Gezalfde! Door de Joodse raad wordt het „des doods schuldigo oer Jezus uit gesproken. Natuurlijk niet om Zijn zonde want daarvan kon im mers geen sprake zijn maar dit geschiedt om onze zonde. Met een niet te miskennen duidelijkheid spreekt het Schriftuurlijk getuigenis: Jezus sterft in onze plaats. Op Hem rust de straf, die wij hebben ver diend en die tegelijk ons de vrede aanbrengt. Zoals het zo treffend gezegd wordt in het Avondmaalsformulier: Hij werd onschuldig ter dood veroordeeld, opdat wij voor het gericht van God zouden vrij gesproken worden. Hij „des doods schuldig" opdat wij, door de kracht van Zijn plaatsbekledende liefde, niet schuldig zouden worden ver klaard. Hij tot zonde voor ons gemaakt, opdat wij~ zouden worden gerechtigheid Gods in Hem. Zo heeft, onder de hogere leiding Gods, het meest onrechtvaardige vonnis dat er ooit werd uitgesproken, mogen dienen tot heil van zondige en schuldige mensen. In die zegen mogen allen delen, die in Jezus Christus geloven en zó met Hem als hun Heiland en Zaligmaker verbonden zijn, dat in Zijn vonnis het hunne besloten ligt en in Zijn ondergaan ervan hun vrij spraak en behoud gegeven is. Delen wij ook in deze zegen? Voorlopig in het oude raadhuis Fraai schilderij voor Werk van Molendijk roept geen problemen op et schilderij, dat in opdracht van 't gemeentebestuur van Sint Maartensdijk is ver vaardigd door de heer Leen Mo lendijk uit Arnhem en dat de ha ven tot onderwerp heeft, heeft een voorlopige plaats gekregen in het oude raadhuis van genoemde smal- stad. Daar er echter plannen be- Ingezonden Mededeling (adv.) Ja, die wist 't wel! Maar zij had 't nog niet door - tot, opeens, zij 't bemerkteMAÏZENA ddt was het geheim van moeders kookkunst. Maar... moeder zei by het kopen van MAÏZENA steevast DURYEA en daarbij keek moeder wel uit, dat zij geen andere kreeg. Vandaar haar kooksuccessen. Nu is ook zy zelf ervan doordrongen dat het heus wel de moeite loont op die naam DU RYE A te letten. In derdaad er ia geen beter bind middel voor groenten, soepen en sausen dan MAÏZENA DURYEA. Over het geheel geno men zijn de economi sche mogelijkheden van het exposeren voor de heden daagse beeldende kunste naars onzeker en beperkt te noemen, zulks afgezien van het publiciteitsaspect der tentoonstelling, waarvan de waarde moeilijk te schatten is. Een expositie, die een wezenlijke bijdrage levert tot het inkomen van de kunste naar, behoort tot de zeld zaamheden". Zo luidt één der conclu sies, afgeleid uit gegevens over verkoop, kopers, ten toonstellingsruimten en prij zen uit een rapport over exposities van hedendaagse beeldende kunst in ons land, gehouden in het eerste half jaar van 1955. Dit rapport samengesteld en uitge bracht door de Nederlandse federatie van beroepsver enigingen van kunstenaars te Amsterdam met het doel „enige feitelijke gegevens te verkrijgen over het expose ren djor Nederlandse beel dende kunstenaars, met na me over de mogelijkheid die het exposeren hun biedt om een afzet te vinden voor hun werk,'en over de func tie die de tentoonstellings ruimte daarbij vervultf'. FINANCIEEL FIASCO. Het risico, dat op een ten toonstelling weinig of niets verkocht wordt, en de ex- Uiislag van een enquête ■■■■■■■■■■■■■■■a positie dus een financieel fiasco voor de kunstenaar wordt, is aanzienlijk, zo wordt in het rapport gecon cludeerd, gezien ook het percentage tentoonstellingen in het eerste halfjaar van 1955 zonder enige verkoop, n.l. 25 voor geheel Ne derland. (In deze periode zijn 239 tentoonstellingen in ons land gehouden, waar van uit 113 volledige gege vens konden worden ver zameld met behulp van een enquetteformulier.) De ge middelde verkoop, qer ex positie bedraagt vijf wer ken met prijzen voorname lijk beneden f 150. In de kunsthandel wordt nog steeds een belang rijk deel van de kunstwer ken via exposities afgezet. Den Haag neemt by deze afzet de voornaamste plaats in. Opvallend is echter de plaats, ingenomen door ruimten, die musea noch kunsthandels zijn, maar die voor kortere of langere duur voor exposities geschikt ge maakt werden, niet zelden met steun van de gemeen schap. Het tekort aan goede zalen voor exposities is uit de enquete duidelijk geble ken. PARTICULIEREN. Particulieren bleken de voornaamste groep van ko pers te vormen, ruim 81 van het totaal. Hierbij ver geleken nemen overheid en bedrijfsleven een weinig be- langrijke plaats in. Dit stemt overeen met de resultaten van het rapport van het Prins Bernhardfonds over de sociale positie van de beeldende kunstenaars en toont aan, dat de wel geuite bewering als zou de over heid tegenwoordig de be langrijkste afnemer zijn, niet op feiten berust. De enquete bewees voorts opnieuw, dat op enigszins grote schaal alleen verkocht wordt tegen betrekkelijk lage prijzen. Het meest werd werd grafisch werk beneden de vijftig gulden verkocht. De voorkeur van de ko pers ging duidelijk uit naar landschappen (ruim 33 Deze voorkeur was het best waarneembaar bij de groep particulieren, doch ze was eveneens te constateren bij de overheid. Van de overige verkochte werken stelden da meeste figuren voor (12 %)t gevolgd door non-figu ratief of abstract werk (6 en stilleven (4 Het aantal verkochte portretten was 1%. Het maart-nummer van Concertge- bouwnieuws „Preludium" bevat als voorlopige aankondiging van het ju bileum-seizoen 1956-1957 1 septem ber a.s. is Eduard van Beinum 25 jaar aan het Concertgebouworkest verbon den dat 14 concerten door de jubi lerende eerste dirigent zullen worden geleid. Deze zullen de stempel dragen van diens bijzondere belangstelling voor Haydn, Mozart, Schubert, voor de Nederlanders, voor Bruckner, Debus sy en Ravel. Voorts wordt in herinne ring gebracht, dat de als jubileumop- drachten gecomponeerde werken van Sem Dresden, Hans Henkemans en Hans Kox hun premiere in dit sei zoen zullen beleven. Als gastdirigenten zijn uitgenodigd Eugene Ormandy, Erich Leinsdorf (die tot nu toe slechts eenmaal, n.l. in juni 1953, het Concertgebouworkest heeft geleld), Otto Klemperer en als nieu we figuur Carlo Maria Glulini, di rigent van het Theatro Alia Scala. De assistent-dirigent van het orkest, Benri Arende, zal een aandeel hebben in de leiding der abonnementsconcerten. Als solisten worden genoemd: pia no: Hans Henkemans, Denis Matthews, Pletro Scarpini, Arthur Rubinstein; viool: Jan Damen, Arthur Grumiaux, Jehudi Menuhin, Isaac Stern; violon cel: Tibor de Maehula; zang: Nan Mer- riman, Elisabeth Schwarzkopf, Ernst HHfliger. SLECHTE MEUBELEN Kijk eens, lezer. U heeft die meubelen gezien, toen U ze kocht. Aan alle anten kon U deze bekijken. Wat 't hout betrof, waren er zeker geen verborgen gebreken. Pas toen U ze thuis nog eens goed inspecteerde, ontdekte U de opgestopte gaten. Maar.... de koop heeft al plaatsge vonden. Wij vrezen dan ook, dat er weinig meer aan te doen zal zijn. staan voor de bouw van een nieuw: raadhuis, zal het schilderij daarin een heel wat passender entourage verkrijgen dan nu het geval is. Het werk is van dezelfde afmeting als het havengezicht van Sint An- naland, dat de heer Molendijk vo rig jaar voor die gemeente heeft vervaardigd. Het werk, dat in vrij moderne kleurtoon is opgezet, is goed van compositie en geeft een uitstekende indruk van het eeuwenoude haventje met omliggende bebouwing, welke op de achtergrond geaccentueerd wordt door het fraaie silhouet van kerk en toren van Sint Maartensdijk. Een tweetal schepen stofferen het ietwat spiegelende water, dat op de voorgrond van het schilderij wordt afgesloten door het sappige groen en het grijzige slik van de gebogen dijk. Een geprononceerde lucht, goed van perspectief, waarbij echter het licht zijn werking niet mist, overkoepelt het geheel. Met zijn frisse kleuren en passende omlijsting zal het werk een kleurige noot geven in het nieu we raadhuis. Geen problemen Het werk van Molendijk roept geen problemen op noch stoort het zich aan ismen". Hij schildert louter vanwege de liefde voor zijn onderwerp en geeft als serieus kunstenaar zijn indrukken weer in een feestelijk palet, waarbij de impressie van die aard is, dat de weergave er niet onder lijdt, zodat de aandachtige beschouwer bij dit Havengezicht van Sint Maartensdijk direct ziet wat het voorstelt. Verder is het bekend, dat er door het delta plan veel van het streekeigene van Zeeland voorgoed verloren gaat en er niets meer in die geest voor terug komt, zodat een werk als het onder havige niet alleen een waardevol be zit is, doch ook van plaatselijke his torische betekenis. Dit is de Franse versie van een van de postzegels die op 15 september 1956 door de posterijen in de zes landen van de Europese Kolen- en Staalge meenschap zal worden uitgegeven. Het ontwerp van de zegel werd goedge keurd tijdens een vergadering, welke vertegenwoordigers van de posterijen uit West-Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland, op 20 maart in Parijs hielden. Overeen gekomen is, dat elk land twee of drie zegels met deze beeltenis, maar met een andere waarde en een variërende kleur zal uitgeven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 9