Chr. Zang- en Oratoriumverenigingen
711
Des doods schuldig
c
SINT MAARTENSDI1K
H'
Ontwikkeling
Congresse;. en discussies niet
Onder een
gaat d<*
te gronde
Eertijds vermaarde schrijvers zwijgen
of herschrijven hun werk
De grote drie
WITTE KRUIS
Vier oude meesters
naar Canada
Kunst en bedrijf"
gaf vele opdrachten
Termieten-aanval in
Italië
PARTICULIEREN KOPEN MEER DAN OVERHEID
Tentoonstellingen
voor Kunstenaars
Moeder.
Druk jubileumseizoen
voor
Concertgebouworkest
E.G. K.S-postzegel
panning
Gezelligheid
't Zeeuwsch Weekend
Ingezonden Mededeling (adv.)
o
o
O
O
O
O
O
In de Sowjetzone van Duitsland woont een aantal van de meest be
kende moderne schrijvers. Zij hebben zich uit hoofde van hun
traditionele „linkse" opvattingen ter beschikking gesteld van het
communistische regiem aldaar. En aan hun lot kan een interessant
verschijnsel worden bestudeerd: dat van een toenemende artistieke
impotentie. Bekende schrijvers, die zich in vroeger jaren door belang
rijke letterkundige werken een naam maakten, hebben, sinds zij naar
de communistische zone verhuisden, geen of nog slechts zeer on
belangrijke boeken geschreven en gepubliceerd. En dit, hoewel
uiterlijk bekeken, terwijl hun wereldbeschouwing geheel in overeen
stemming met het heersende communistische systeem schijnt te zijn.
Zo heeft Anna Seghers, die als jong
schrijfster wereldvermaardheid ver
kreeg door haar „Opstand der vissers
van St. Barbara" en later door haar
aangrijpende roman over een concen
tratiekamp „Het zevende kruis", in de
afgelopen jaren slechts één novelle,
„De Man zonder naam", gepubliceerd.
Dit is een ook door de communistische
kritiek in de Sowjetzone mislukt ge
noemde poging om de overgang van
een voormalig S.S.-man tot het com
munisme geloofwaardig te maken.
Arnold Zweig, wiens cyclus „Ser
geant Grischa" en zijn anti-fascistische
roman ,fie bijl van Wandsbek" in vele
talen werden vertaald, heeft, sinds hij
domicilie koos in de regeringswijk van
Pankow, slechts één boek „Die Feuer-
pause" gepubliceerd, waarvan de in
houd een zeer onbevredigende herha
ling is van hetgeen hij al eens veel
beter in een vroegere roman heeft
geschreven.
De reeds lang aangekondigde voort
zetting van zijn cyclus laat op zich
wachten en Zweig zelf heeft onlangs
verklaard, dat op voltooiing (het gaat
om nog twee delen) nauwelijks mag
worden gerekend.
„Geschikt maken"
Brecht vergenoegt zich met gele
genheidsgedichten en het herschrij
ven van vroegere werken, die hjj
zeer tot schade van hun artistieke
waarde, door inlassen van passages
en toevoegsels voor communistisch
huis-, tuin- en keukengebruik ge
schikt maakt.
Johannes R. Becher, de meest voor
aanstaande dichter van de Sowjetzone
en altoos weer door de S.E.D.-heer-
schappij als paradepaard jegens West-
Toeising van ideaal
werkelijkheid
openi de ogen
aan
Duitsland op de voorgrond geschoven,
heeft nu al sinds tien ]aren geen enkel
gedicht tot stand gebracht, dat ook
maar enigszins op het peil staat van
zijn prestaties uit zijn jeugdperiode.
Inplaats daarvan schrijft hij een stort
vloed van banale hymnes op de com
munistische partij.
Friedrich Wolf, die een paar jaar ge
leden als verbitterd man stierf, liet
een monsterlijk melodrama na over
Thomas Münzer, de held uit de boe'
renoorlog, waarvan de langdradige
prentenboekstijl niets, maar dan ook
niets van de eertijds zo sterke drama
tische kracht van deze auteur heeft.
Zeer typisch is ook het geval van
Stefan Heym, de auteur van „Kruis
tocht", dat nog tijdens zijn verblijf in
de Verenigde Staten verscheen en zeer
veel succes oogstte. Heym verhuisde
naar de Sowjetzone en verklaarde bij
aankomst aldaar „dat in het nieuwe
Duitsland voor een schrijver de onder
werpen maar voor het oprapen liggen.
Ik zal schrijven en niet veel spreken".
In de drie jaren, dat hij nu in de Sow
jetzone woont, heeft Heym wel veel
gesproken, maar nog geen enkel boek
geschreven.
Artistieke verlamming
Deze artistieke verlamming van be
kende letterkundigen (op de overige
gebieden van de kunst zijn de verhou
dingen overeenkomstig) probeert de
S.E.D. door voortdurende discussies en
congressen op te heffen. Resultaat
heeft dit echter niet opgeleverd. De
kunst wreekt zich op haar trouweloze
jongeren. Anna Seghers, Arnold Zweig,
Becher en Brecht weten, dat onder
dictatuur geen kunst kan bestaan. Zij
hebben immers de boekenverbrandin
gen van de nationaal-socialisten be
leefd en gingen in de emigratie.
Kunst vereist waarheid en juist de
waarheid kan een totalitair regiem
niet gedogen. Terwijl de communisti
sche partijdichters zich nu aan de rode
dictatuur onderwerpen, verraden zij
wat hun levensinhoud zou moeten zijn.
Zij betalen dit verraad met het alge
hele onvermogen te kunnen scheppen,
De leugens van de communistische
partij kunnen met de middelen der
kunst niet worden beschreven.
Zij kozen de
Een respectabel aantal letterkundi
gen liet zich echter niet omkopen door
bijzondere protectie, vooraanstaande
posities en priviléges, die de commu
nistische staat hun bood. Ricarda Huch,
Theodor Plivier, Hermann Kasack en
Rudolf Hagelstange, om slechts enke
le bekenden te noemen, verlieten de
Sowjetzone om onder democratische
verhoudingen ongehinderd te kunnen
werken. Daarvoor is behalve ijzeren
konsekwentie ook moed nodig.
En anderen, die deze moed niet
kunnen opbrengen, zijn er nu al ja
ren mee bezig, hun oude droom van
het de mensheid bevrijdende com
munisme, van de strijd voor een be
ter leven in een klassenloze maat
schappij, te toetsen aan de lelijke
werkelijkheid van het communisme.
Zij moeten daarbij Iedere dag weer
de vergeefse en zenuwslopende poging
doen die werkelijkheid met hun jeugd
dromen te vergelijken.
Hieruit mag ook de stroom van arti
kelen en discussiebijdragen worden
verklaard, waardoor vooraanstaande
letterkundigen hun eigenlijke schep
pend werk vervangen en waardoor zij
de problemen denken te kunnen op
lossen, die hen martelen. Tenslotte
echter merken ook zij, hoe hoi en on
waarachtig hnn uitlatingen kinken.
Jürgen Riihle.
Koninklijke Bond van
Aantal verenigingen steeg van 7 tot 850
JAAR
(Van een onzer verslaggeefsters), veel verenigingen bezwaar hadden te
gen zangwedstrijden, want 100 koren
DEN HAAG, maart Op 19 fe
bruari 1886 werd temidden van
knallend vuurwerk en feestgedruis
de Kon. Bond van Chr. Zang- en
Oratoriumverenigingen geboren.
Terwijl de feesten ter gelegenheid
van de verjaardag van Willem III
in volle gang waren werd in ge
bouw Diligentia te Den Haag door
de vertegenwoordigers van zeven
christelijke zangverenigingen de
fundering gelegd van de Bond, die
sinds 1935 het predicaat „konink
lijke" draagt.
De Bond begon bescheiden met ze
ven zangverenigingen, waarvan er in
hetzelfde jaar twee ophielden te be
staan. In het tweede jaar groeide het
ledental echter tot 29 koren met 1000
zangers en zangeressen, terwijl de
Bond nu, 70 jaar later, 850 oratorium
verenigingen, gemengde zangvereni
gingen, mannen-, vrouwen- en kinder
koren omvat, die samen 34.500 zangers
tellen.
In 1887 kwam de eerste „Lofstem"
van de persen. De tweede stem naar
buiten was het Bondslied, dat door de
heer Plette gedicht en door de Bonds
voorzitter Graaf van Hogendorp ge
toonzet werd.
Meer dan 600 zangers en zange
ressen lieten hun stem horen op de
eerste Bondszanguitvoering, die ge
geven werd ter gelegenheid van het
Chr. Nat. Zendingsfeest op 4 juli
1888 op „Boekenrode" hij Haarlem.
Het eerste eigen Nationaal Zangfeest
vond in 1890 in Apeldoorn plaats.
Hieraan werkten 1500 zangers en
zangeressen mee.
MOCHT DAT WEL
In het begin van deze eeuw werd er
veel gediscusieerd over de vraag, of
christelijke zangverenigingen wel aan
zangwedstrijden mogen meedoen. Men
besloot in 1919 om bij wijze van proef
in Dordrecht een zangwe(|strijd te hou
den. Hier bleek, dat toch niet zo heel
melden zich aan! Na loting konden
hiervan slechts 18 worden toegelaten.
Nadat de proeftijd voorbij wai bloeide
in ons hele land het concoursleven we
lig, geruggesteund door het Bondsbe-
stuur, dat reductie gaf op de prijzen
Feest op 2 en 3 april
van gebruikte Bondsmuziek en dat de
verenigingen later ook van subsidies
voorzag.
Belangrijk werk heeft de Bond ver
richt door het instellen van directeu
rencursussen, die sinds 1925 zijn gege
ven. In verband hiermee werden de
koorleidersexamens ingesteld. De di
ploma's kregen steeds meer gezag en
van 1926 tot 1955 zijn er niet minder
dan 285 uitgereikt.
De Bond verzorgt eigen muziekuit
gaven en heeft een uitleenbibliotheek
met 500 boeken en partituren en vele
honderden composities.
De herdenking van het zeventigjarig
jubileum zal plaatsvinden in de ge
boortestad van de Bond. De voornaam
ste punten uit het feestprogramma zijn
een liturgische zangdienst onder lei
ding van Ds. B. Timmer en een jubi
leum in de Kurhauszaal te Schevenln-
gen op 2 april. Op 3 april wordt de 70
ste jaarvergadering gehouden, terwijl
om 3 uur de receptie van het hoofdbe
stuur begint.
Het heilzome Witte Kruis-ge-
neesmiddel in 3 vormen
Naast poeders ook cachets en
tabletten.
Witte Kruis helpt direct tegen
Uw pijnen
Brengt geen maag
stoornissen teweeg
De nationale Gallery van Canada
heeft nog vier schilderstukken uit
de verzameling van de Prins van
Liechtenstein aangekocht, namelijk
„de graflegging" van Rubens, „Sint
Catherina" van Simone Martini en
twee Chardins, „De kinderjuffrouw"
en „De leverancierster". Het stuk
van Rubens is geschilderd tussen 1613
en 1615 en schijnt gebaseerd te zijn
op Caravaggio's, „Piëta" in het Vati-
caan.
Dit jaar heeft de stichting „Kunst
en Bedrijf" definitief bemiddeling
verleend voor 'n bedrag van f204.708,
terwijl verder per 31 december 1955
nog besprekingen gaande waren over
opdrachten ter waarde van duizenden
guldens, die niet in het bovengenoem
de bedrag zijn opgenomen, aldus
meldt het over 1955 uitgebrachte jaar
verslag van deze stichting. Het doel
daarvan is gratis te adviseren bij het
verstrekken van opdrachten aan beel
dende kunstenaars zo vaak het Ne
derlandse bedrijfsleven een beroep op
de stichting doet. Tevens wil zij coör
dinerend en bemiddelend optreden bij
jubilea of andere gelegenheden voor
zgn. „collectieve" geschenken van
relaties, die daartoe individueel haar
eigen bijdragen vaststellen en aan
„Kunst en Bedrijf" doen weten. Van
vele beeldhouwers zijn in het afge
lopen jaar beeldhouwwerken aange
kocht of zijn opdrachten door hen
uitgevoerd. Ook werden monumentale
wandschild jringen, wanddecoraties,
mozaïeken of gebrandschilderde ra
men in opdracht van de stichting ver
vaardigd.
In verschillende plaatsen in Italië
worden eeuwenoude architectuur-
en kunstschatten door de termieten
(witte mieren) bedreigd, aldus meldt
de „Times". In Rome zijn de termie-
tenscharen reeds in vele oude gehou
wen, musea en archieven gesigna
leerd, en evenzo in gebouwen van
Vaticaanstad.
De termieten zijn ook in Florence
doorgedrongen tot in gebouwen als
de nationale bibliotheek en het Stib-
bert-musaum. In Napels richtten de
mieren hun aanval op de staatsarchie
ven in een voormalig Benedictijner-
klooster. Verder komen alarmerende
berichten over termietenoffensieven
uit Perugia en Assisi, Spoleto en
Spello, Palermo, Catania, Messina,
Cagliari en elders.
Ingezonden Mededeling (adv.)
En zij allen veroordeelden Hem als des
doods schuldig.
itrarms 74 64.
De vergadering van de Joodse Raad, voor welke jczus na Zijn
gevangenneming in Gethsémane geleid werd, maakt niet bepaald de
indruk dat het er om te doen was onbevooroordeeld over Hem te
beslissen. Integendeel: 't lijkt meer op inquisitie dan op zuivere recht
spraak. Het is aan alles duidelijk te merken dat de Joodse leidslie
den bijeen zijn met het vooropgezette plan om Jezus schuldig te ver
klaren en dat dan ook alle mogelijke middelen in het werk worden
gesteld om het daartoe te brengen.
In allerijl was de Joodse Raad bijeengeroepen. Geheel in strijd met
de bestaande voorschriften werd de vergadering niet overdag, maar
des nachts, niet in het tempelgebouw maar in het paleis van Kajafas
de hogepriester, gehouden. Verder waren er enkele valse getuigen
opgeroepen en was de leiding van Kajafas van dien aard, dat het
wel tot een veroordeling van Jezus moest komen. Het geheel is dan
ook niet meer dan een vertoning om althans nog een schijn van recht
te bewaren. Het doel moest de middelen heiligen!
We zijn geneigd te vragen: Hoe was zoiets mogelijk? Het antwoord
moet luiden: Dit was niet slechts mogelijk, dit was beslist noodzake
lijk. Want hoe zou men anders tot een schuldig-verklaring van Je
zus hebben kunnen komen? Hij was rechtvaardig en goed. Hij had
nooit iets gedaan dat onbehoorlijk was. Niemand kon hem van zonde
overtuigen. Laat staan iets inbrengen dat voor de kerkelijke rechters
een bezwarende omstandigheid was. Alles moest dus wel met opzet
zo geleid worden, dat het tot een veroordeling komen kon. En welke
was nu de grond voor die veroordeling? Deze: beschuldigd van gods
lastering. Want aldus brandmerkt Kajafas de verklaring des Heren
dat Hij is de Messias, de Christus, de Zoon van de Gezegende. Denkt
het u in: De heilige Zone Gods gebrandmerkt als godslasteraar! Ais
ooit God gelasterd is, dan zeker wel door deze godslasterlijke lieden!
Welk een verbinding, welk een dwaling spreekt er uit deze beschul
diging ten aanzien van hen, die haar uitspreken: Hij heeft God ge
lasterd. Welk een ontzettend vonnis wordt er geveld door de leden
van het Sanhedrin: En zij. allen veroordeelden Hem als. des doods
schuldig. De doodstraf geëist voor Jezus! Zijn leven zal Hij moeten
geven voor deze gehuichelde godslastering. Hoe duidelijk komt in dit
vonnis de haat tot openbaring van het mensenhart *°"en God en
Zijn Gezalfde!
Door de Joodse raad wordt het „des doods schuldigo oer Jezus uit
gesproken. Natuurlijk niet om Zijn zonde want daarvan kon im
mers geen sprake zijn maar dit geschiedt om onze zonde. Met een
niet te miskennen duidelijkheid spreekt het Schriftuurlijk getuigenis:
Jezus sterft in onze plaats. Op Hem rust de straf, die wij hebben ver
diend en die tegelijk ons de vrede aanbrengt. Zoals het zo treffend
gezegd wordt in het Avondmaalsformulier: Hij werd onschuldig ter
dood veroordeeld, opdat wij voor het gericht van God zouden vrij
gesproken worden. Hij „des doods schuldig" opdat wij, door de kracht
van Zijn plaatsbekledende liefde, niet schuldig zouden worden ver
klaard. Hij tot zonde voor ons gemaakt, opdat wij~ zouden worden
gerechtigheid Gods in Hem. Zo heeft, onder de hogere leiding Gods,
het meest onrechtvaardige vonnis dat er ooit werd uitgesproken,
mogen dienen tot heil van zondige en schuldige mensen.
In die zegen mogen allen delen, die in Jezus Christus geloven en
zó met Hem als hun Heiland en Zaligmaker verbonden zijn, dat in Zijn
vonnis het hunne besloten ligt en in Zijn ondergaan ervan hun vrij
spraak en behoud gegeven is. Delen wij ook in deze zegen?
Voorlopig in het oude raadhuis
Fraai schilderij voor
Werk van Molendijk roept geen problemen op
et schilderij, dat in opdracht
van 't gemeentebestuur van
Sint Maartensdijk is ver
vaardigd door de heer Leen Mo
lendijk uit Arnhem en dat de ha
ven tot onderwerp heeft, heeft een
voorlopige plaats gekregen in het
oude raadhuis van genoemde smal-
stad. Daar er echter plannen be-
Ingezonden Mededeling (adv.)
Ja, die wist 't wel!
Maar zij had 't nog niet door - tot,
opeens, zij 't bemerkteMAÏZENA
ddt was het geheim van moeders
kookkunst. Maar... moeder zei by
het kopen van MAÏZENA steevast
DURYEA en daarbij keek moeder
wel uit, dat zij geen andere kreeg.
Vandaar haar kooksuccessen. Nu
is ook zy zelf ervan doordrongen
dat het heus wel de moeite loont op
die naam DU RYE A te letten. In
derdaad er ia geen beter bind
middel voor groenten, soepen en
sausen dan MAÏZENA DURYEA.
Over het geheel geno
men zijn de economi
sche mogelijkheden van het
exposeren voor de heden
daagse beeldende kunste
naars onzeker en beperkt te
noemen, zulks afgezien van
het publiciteitsaspect der
tentoonstelling, waarvan de
waarde moeilijk te schatten
is. Een expositie, die een
wezenlijke bijdrage levert tot
het inkomen van de kunste
naar, behoort tot de zeld
zaamheden".
Zo luidt één der conclu
sies, afgeleid uit gegevens
over verkoop, kopers, ten
toonstellingsruimten en prij
zen uit een rapport over
exposities van hedendaagse
beeldende kunst in ons land,
gehouden in het eerste half
jaar van 1955. Dit rapport
samengesteld en uitge
bracht door de Nederlandse
federatie van beroepsver
enigingen van kunstenaars
te Amsterdam met het doel
„enige feitelijke gegevens te
verkrijgen over het expose
ren djor Nederlandse beel
dende kunstenaars, met na
me over de mogelijkheid die
het exposeren hun biedt om
een afzet te vinden voor
hun werk,'en over de func
tie die de tentoonstellings
ruimte daarbij vervultf'.
FINANCIEEL FIASCO.
Het risico, dat op een ten
toonstelling weinig of niets
verkocht wordt, en de ex-
Uiislag
van een enquête
■■■■■■■■■■■■■■■a
positie dus een financieel
fiasco voor de kunstenaar
wordt, is aanzienlijk, zo
wordt in het rapport gecon
cludeerd, gezien ook het
percentage tentoonstellingen
in het eerste halfjaar van
1955 zonder enige verkoop,
n.l. 25 voor geheel Ne
derland. (In deze periode
zijn 239 tentoonstellingen in
ons land gehouden, waar
van uit 113 volledige gege
vens konden worden ver
zameld met behulp van een
enquetteformulier.) De ge
middelde verkoop, qer ex
positie bedraagt vijf wer
ken met prijzen voorname
lijk beneden f 150.
In de kunsthandel wordt
nog steeds een belang
rijk deel van de kunstwer
ken via exposities afgezet.
Den Haag neemt by deze
afzet de voornaamste plaats
in. Opvallend is echter de
plaats, ingenomen door
ruimten, die musea noch
kunsthandels zijn, maar die
voor kortere of langere duur
voor exposities geschikt ge
maakt werden, niet zelden
met steun van de gemeen
schap. Het tekort aan goede
zalen voor exposities is uit
de enquete duidelijk geble
ken.
PARTICULIEREN.
Particulieren bleken de
voornaamste groep van ko
pers te vormen, ruim 81
van het totaal. Hierbij ver
geleken nemen overheid en
bedrijfsleven een weinig be-
langrijke plaats in. Dit stemt
overeen met de resultaten
van het rapport van het
Prins Bernhardfonds over
de sociale positie van de
beeldende kunstenaars en
toont aan, dat de wel geuite
bewering als zou de over
heid tegenwoordig de be
langrijkste afnemer zijn,
niet op feiten berust.
De enquete bewees voorts
opnieuw, dat op enigszins
grote schaal alleen verkocht
wordt tegen betrekkelijk
lage prijzen. Het meest werd
werd grafisch werk beneden
de vijftig gulden verkocht.
De voorkeur van de ko
pers ging duidelijk uit naar
landschappen (ruim 33
Deze voorkeur was het best
waarneembaar bij de groep
particulieren, doch ze was
eveneens te constateren bij
de overheid. Van de overige
verkochte werken stelden
da meeste figuren voor (12
%)t gevolgd door non-figu
ratief of abstract werk (6
en stilleven (4 Het
aantal verkochte portretten
was 1%.
Het maart-nummer van Concertge-
bouwnieuws „Preludium" bevat als
voorlopige aankondiging van het ju
bileum-seizoen 1956-1957 1 septem
ber a.s. is Eduard van Beinum 25 jaar
aan het Concertgebouworkest verbon
den dat 14 concerten door de jubi
lerende eerste dirigent zullen worden
geleid. Deze zullen de stempel dragen
van diens bijzondere belangstelling
voor Haydn, Mozart, Schubert, voor de
Nederlanders, voor Bruckner, Debus
sy en Ravel. Voorts wordt in herinne
ring gebracht, dat de als jubileumop-
drachten gecomponeerde werken van
Sem Dresden, Hans Henkemans en
Hans Kox hun premiere in dit sei
zoen zullen beleven.
Als gastdirigenten zijn uitgenodigd
Eugene Ormandy, Erich Leinsdorf (die
tot nu toe slechts eenmaal, n.l. in juni
1953, het Concertgebouworkest heeft
geleld), Otto Klemperer en als nieu
we figuur Carlo Maria Glulini, di
rigent van het Theatro Alia Scala. De
assistent-dirigent van het orkest, Benri
Arende, zal een aandeel hebben in de
leiding der abonnementsconcerten.
Als solisten worden genoemd: pia
no: Hans Henkemans, Denis Matthews,
Pletro Scarpini, Arthur Rubinstein;
viool: Jan Damen, Arthur Grumiaux,
Jehudi Menuhin, Isaac Stern; violon
cel: Tibor de Maehula; zang: Nan Mer-
riman, Elisabeth Schwarzkopf, Ernst
HHfliger.
SLECHTE MEUBELEN
Kijk eens, lezer. U heeft die meubelen
gezien, toen U ze kocht. Aan alle
anten kon U deze bekijken. Wat 't
hout betrof, waren er zeker geen
verborgen gebreken. Pas toen U ze
thuis nog eens goed inspecteerde,
ontdekte U de opgestopte gaten.
Maar.... de koop heeft al plaatsge
vonden. Wij vrezen dan ook, dat er
weinig meer aan te doen zal zijn.
staan voor de bouw van een nieuw:
raadhuis, zal het schilderij daarin
een heel wat passender entourage
verkrijgen dan nu het geval is.
Het werk is van dezelfde afmeting
als het havengezicht van Sint An-
naland, dat de heer Molendijk vo
rig jaar voor die gemeente heeft
vervaardigd.
Het werk, dat in vrij moderne
kleurtoon is opgezet, is goed van
compositie en geeft een uitstekende
indruk van het eeuwenoude haventje
met omliggende bebouwing, welke
op de achtergrond geaccentueerd
wordt door het fraaie silhouet van
kerk en toren van Sint Maartensdijk.
Een tweetal schepen stofferen het
ietwat spiegelende water, dat op de
voorgrond van het schilderij wordt
afgesloten door het sappige groen en
het grijzige slik van de gebogen dijk.
Een geprononceerde lucht, goed van
perspectief, waarbij echter het licht
zijn werking niet mist, overkoepelt
het geheel. Met zijn frisse kleuren
en passende omlijsting zal het werk
een kleurige noot geven in het nieu
we raadhuis.
Geen problemen
Het werk van Molendijk roept geen
problemen op noch stoort het zich aan
ismen". Hij schildert louter vanwege
de liefde voor zijn onderwerp en geeft
als serieus kunstenaar zijn indrukken
weer in een feestelijk palet, waarbij
de impressie van die aard is, dat de
weergave er niet onder lijdt, zodat
de aandachtige beschouwer bij dit
Havengezicht van Sint Maartensdijk
direct ziet wat het voorstelt. Verder
is het bekend, dat er door het delta
plan veel van het streekeigene van
Zeeland voorgoed verloren gaat en er
niets meer in die geest voor terug
komt, zodat een werk als het onder
havige niet alleen een waardevol be
zit is, doch ook van plaatselijke his
torische betekenis.
Dit is de Franse versie van een van
de postzegels die op 15 september 1956
door de posterijen in de zes landen
van de Europese Kolen- en Staalge
meenschap zal worden uitgegeven. Het
ontwerp van de zegel werd goedge
keurd tijdens een vergadering, welke
vertegenwoordigers van de posterijen
uit West-Duitsland, België, Frankrijk,
Italië, Luxemburg en Nederland, op
20 maart in Parijs hielden. Overeen
gekomen is, dat elk land twee of drie
zegels met deze beeltenis, maar met
een andere waarde en een variërende
kleur zal uitgeven.