EEN WETSARTIKEL Mi tiasiitk
G
JAN WESTDORP, de nieuwe ster aan
het Zeeuwse wïelerfirmament
PUZZLE
JVV
A88
a®j§p
a\B
2krnes?%:^^2
mm
mm
m
mm^s8aa
M M
0
De werkloosheidswet en nevenbetrekkingen
Amateur uit 's-Heerenhoek (21 jaar) met klasse
FLITSEN
VANDAAG EENS
Zijn fiets staat nu nog
op zolder, maar straks..
ROENTESLA
Een wetsartikel met elastiek: zo
mag men art. 4 van de werk
loosheidswet wel noemen,
waarin wij o.a. lezen, dat de wet
niet van toepassing is op hen, die
in loondienst werkzaamheden ver
richten, die voor hen van bijkomsti
ge aard zijn. Dit was bij de inwer
kingtreding van genoemde wet in
1953 iets geheel nieuws in de sociale
verzekeringswetten. De officiële toe
lichting op deze wet was ten aan
zien van dit punt ook verre van
duidelijk, daar de memorie van toe
lichting hierbij slechts vermeldt, dat
men niet verzekerd is, voorzover
men werkzaamheden verricht in een
nevenbetrekking en dat in de prak'
tijk zal moeten worden nagegaan in
welke gevallen een nevenbetrekking
geacht moet worden aanwezig te
zijn. Ook deze schriftelijke toelich
ting is elastisch genoeg.
Bij de mondelinge beraadslaging wer
den de minister nadere inlichtingen ge
vraagd. Hfl antwoordde te geloven, dat
het taalgebruik zelf het spoor wijst en
dat men in de gevallen, die zich voor
doen, zal moeten uitmaken of het in
komen als van bijkomstige aard moet
worden beschouwd dan wel een hoofd
bestanddeel vormt van de Inkomsten
van betrokkene.
Noch het taalgebruik noch de prak
tijk hebben hier het juiste spoor ge
wezen. In de praktijk bleek, dat wat
yopr de één een bijkomstigheid was,
Voor de ander zeker een noodzakelijk
onderdeel van het totaal inkomen vorm
de. Voorts bleek, dat men In de hande
ling twee elementen moest betrekken,
n.l. hoeveel tijd vergt de bijbetrekking
en hoeveel geld brengt het op, in ver
houding tot de oveTlge inkomsten.
Niet zo gemakkelijk.
Het is dus niet zo, dat „Jan en alle-
jnan" zo maar in eens kunnen uitmaken
6f hetgeen erbij komt in een bepaald
geval de in art. 4 der Werkloosheids-
Wet genoemde bijkomstigheid ls.
In tal van gevallen wisten noch de
werkgever noch de werknemer noch het
betrokken uitvoeringsorgaan het juiste
antwoord op die vraag te vinden. En
dan komt het beroepsapparaat in wer
per week tegen een loon van f32.57
per week.
5e. Een zelfstandig handelaar met een
Inkomen van f 2000 per jaar had even
eens een betrekking in een bioscoop,
welke hem f 1200 per Jaar opbracht.
Taalgebruik en praktijk
wezen niet
het juiste spoor
Het onder drie genoemde geval zal
voor iedere lezer duldljjk bijverdienste
zijn, bij het vierde zal men vermoedelijk
de schouders ophalen en bjj het vijfde
is men zeker geneigd niet meer aan
iets bijkomstigs te denken. Toch heeft
de centrale raad van beroep ook in deze
drie gevallen arbeid van bijkomstige
aard aangenomen.
Als voorname overweging gold daar
bij, dat voor iemand, die in een hoofd
beroep of betrekking een volledige of
bijna volledige dagtaak vindt, de ar
beid in een nevenbetrekking steeds van
bijkomstige aard is, ook al verwerft
hij daarmee een vrij aanzienlijk deel van
zijn inkomen.
Hier wel premie.
de. Twee zusters, van „beroep" werk
ster, "'aren schoolschoonmaakster en
verdienden daarmee f 48 per maand.
Haar overige verdiensten als werkster
waren voor ieder ongeveer f 70 per
maand.
In dit geval oordeelde de centrale
raad van beroep, dat deze arbeid van
schoolschoonmaakster behoorde tot het
gewone beroep van deze vrouwen en
net daarmee verdiende bedrag een niet
te verwaarlozen deel vormde van de uit
beroep verworven Inkomsten en dus de
onderhevige arbeid niet van bijkom
stige aard was. Hier moest dus premie
W.W, worden betaald.
Dit is belangrijk voor schoolbestu
ren die vaak met deze vraag zitten.
Dit moge ook blijken uit het volgen
de' geval, waarmee wij willen besluiten.
Een andere school werd schoongehou-
den deor een gehuwde vrouw, die daar
in werd bijgestaan door haar man en
twee dochters. Het loon bedroeg f 16
per week. Voor het overige werkte de
vrouw in eigen huishouding.
Vergeleken met de geldswaarde van
deze arbeid tegen de beloning van de
schoolschoonmaakster, moesten deze
laatste werkzaamheden voor deze
huisvrouw van bijkomstige aard ge
acht worden, zo oordeelde de centrale
raad van beroep en was het school
bestuur ontslagen van de verplichting
tot premiebetaling voor de Werkloos
heidswet.
uit de sociale sector
king en tracht men een zekere leidraad
te vinden voor alle moeilijke gevallen
in de reeks uitspraken in twjjfelzaken.
Dat heet met een geleerd woord: de
jurisprudentie.
Zo kreeg de beroepsrechter de vol
gende puzzles voorgelegd:
le. Een student gebruikte de vakan
tiemaanden als kaartjesvérkoper ln een
theater en verdiende daarmee in totaal
1440. Overigens werkte hij niet in
loondienst.
2e. Een studente deed op vier mid
dagen dienst als tandarts-assistente en
Verdiende daarmee f 55 per maand.
Haar studie en levensonderhoud werden
bekostigd door haar ouders.
In beide gevallen nam de centrale
raad van beroep aan, dat zowel de ar
beid als het loon van deze studenten in
vergelijking met de totale taak als stu
dent van bijkomstige aard waren. Dus
geen verzekeringsplicht voor de Werk
loosheidswet.
Nog drie gevallen.
8e. Een landbouwer verrichtte werk
zaamheden als kassier van een boeren
leenbank gedurende 12 uur per week
tegen een beloning van f 1150 per jaar.
Zijn inkomen uit zijn bedrijf bedroeg
f 10.000 per jaar.
4e. Een fabrieksarbeider met volledi
ge dagtaak en een weekloon van f 68.54
Verrichtte op vijf avonden per week en
des zondags werkzaamheden als con
troleur in een bioscoop, totaal .31 uur
DE PARTIJ, die we U deze keer
willen voorzetten, werd gespeeld door
de heren A. Dubbelman, 's-Gravenpol-
der (Wit) en A. van Sorge, Souburg
(Zwart).
1. 31—27 17—21
8. 31—26 14—19
5. 36x27 12—17
7. 46-41 20—25
9. 39—33 1— 7
2. 37—31 19—23
4. 26X17 11X31
6. 41—37 7—12
8. 33—28 10—14
10. 43—39
Ingezonden Mededeling (Adv.)
Draaiwoordraadsel
Met deze zet onttrekt wit een schijf
uit het centrum en bovendien blijft
schijf 50 voorlopig buiten het spel. Be
ter was 4439.
10. 7—11
11. 49—43 2— 7 12. 34—80
Wil nu trachten schijf 50 in het spel
te brengen: Wij geven de voorkeur aan
41—36 (17—21) 37—31 (21—26) 42—87
(1420) 4742 met de tekstzet geeft
wit een combinatie schijf prijs. (Meer
dere malen hebben we hierop gewe
zen!)
1225x34
13. 39x30 17—22 14. 28x17 11x31
15. 37x26 18—22
AANVAL ZWART
Zwart zet een aanval in op wit lan
ge vleugel.
16. 41—36 13—18
17. 4439 9—13 18. 50—44 7—11
19. 80—25
De voorkeur verdient 3227.
1912—17 20. 35—30 4— 9
21. 40—35 8—12 22. 44—40 23—28
23. 32x28 19X28
Zwart breekt de laatste steun uit
wit's centrum.
24. 33—29 16—21
25. 39—24
Beter was 3933 enz. om na (18—
22) schijf 34 in het centrum terug te
brengen.
2521—27 26. 29—24
Wit gaat nu ook tot de aanval over,
doch komt wel wat laat.
261419
27. 34—29 9—14 28. 43—39 19—23
29. 39—34
Inzender meent dat 4034 sterker is.
Met deze zet is wit verplicht om later
een afruil naar achter te doen.
2914—19 30. 38—33 28x39
31. 34x43 23x34 82. 30x39 19x30
33. 25x34
ip
'(1^1 Mwii WW
GROEP A (gevorderden).
Probleem 7A
Zwart
De Zeeuwse wielerfans zijn
hoopvol gestemd. Sinds Ce-
sar Bogaart, Leon Strobbe,
Charles van de Voorde en nog
niet zo heel lang geleden Theo
Middelkamp van het toneel zijn
verdwenen heeft zich dan einde
lijk weer eens een nieuwe belofte
aangemeld in de persoon van de
21-jarige amateur Jan Westdorp
uit 's-Heerenhoek. Want onge
twijfeld moet Westdorp thans als
Zeelands renner nummer één
worden beschouwd die een nieu
we ster kan worden aan het wie-
Ierfirmament.
Zij die Westdorp in de afgelopen
jaren hebben gadegeslagen kunnen
het beamen dat deze kortgebouwde
knaap „klasse" in zich heeft.
Vooral zijn prestaties in 1955 zijn
daar borg voor. Hij ging in 92 cour-
sen van start en kaapte 82 prijzen
mee. Daar waren zestien zegepralen
bij, terwijl Jan elf maal als tweede
en twaalf maal als derde aan de
meet arriveerde.
Ook bekampte hij enkele „grote"
wedstrijden met goed resultaat.
f
In 't buitenland.
Te Bregenz in Oostenrijk nam hij
samen met Jan Franken en Rien van
Grinsven deel aan een etappewed-
strijd waarin bergen waren opgeno
men. En als je, zoals Westdorp,
praktisch nog nooit een berg hebt
gezien valt dat beslist niet mee.
Reeds in die eerste rit te Bregenz
moest Jan vier maal tegen zo'n bult
op maar hij deinsde er niet voor te
rug en arriveerde als zevende aan
de finish. Deze ouverture was voor
hem een stimulans om de volgende
dag maar eens eerste te worden en
uiteindelijk een vierde plaats te be
zetten in het algemeen klassement.
Dat was de beloning voor zijn moed
die hij in deze zware wedstrijd ten
toon had gespreid. Ook in de
„Fleche du Sud" in Luxemburg of
zoals men hier wel zegt „De pijl van
het zuiden" kwam Jan goed voor de
dag. Hij won o.a. de 2e etappe en
werd in het algemeen klassement 6e.
Een twee-daagse in Zele (België)
leverde een fraaie zege op voor de
taaie Zeeuw en in de Ronde van
West-Vlaanderen was hij de besta
Nederlander na Rusman en eindigde
als tiende. Tevens wist hij de titel
van Zeeuws kampioen in Achtmaal
te prolongeren.
Matige sprint.
Al met al een zeer behoorlijke
staat van dienst, vooral wanneer
men in ogenschouw neemt dat
Westdorp maar een matige sprint in
de benen heeft. Hij moet het voor
namelijk hebben van zijn wilskracht
en vechtlust maar deze eigenschap
pen bezit hij dan ook in ruime mate.
Daar kunnen ze trouwens bij „Ma-
thieu Cordang" in Geleen, de club
waar Jan lid van is, wel over mee
praten. Zeeland beschikt momenteel
over een bloeiende wielerclub n.l.
„Theo Middelkamp" in Goes maar
Westdorp blijft voorlopig bij „Ma-
thieu Cordang", de vereniging die
reeds veel voor hem heeft gedaan en
waarmede zijn toekomst gebaat is.
Dit begrijpen de Zeeuwen trouwens
ook wel.
Moeilijk begin.
Jan Westdorp klom in 1952 voor
het eerst in het zadel. Hij was toen
nog een tenger kereltje dat echter
reeds direct de aandacht op zich
vestigde en enkele behoorlijke prij
zen bij de nieuwelingen wegkaapte.
Dit allereerste begin was echter
moeilijk.
Maar het jaar daarop ging het al
veel beter en voordat hij in septem
ber een amateur-licentie kreeg had
hij tien overwinningen op zijn naam
staan.
Bij de amateurs kwam hij ook di
rect goed voor de dag maar moest
toch wachten tot 1954 voordat hij
met de bloemen naar huis kon. Dit
gebeurde in dat jaar driemaal. Te
vens werd hij zevenmaal tweede en
tienmaal derde. Zijn mooiste succes
behaalde hij in Eindhoven waar hij
bij de gecombineerde kampioen
schappen van Brabant en Zeeland
kampioen van zijn provincie werd.
Naar de profs.?
Jan Westdorp heeft nu zijn fiets
op zolder staan en pas half febru
ari denkt hij de training te hervat
ten. Maar luieren doet hij deze win
ter niet. In een graanpakhuis te
Goes waar hij nu werkzaam is
tracht hü zijn spieren soepel te hou
den.
Als wij hem polsen omtrent zijn
toekomstplannen zegt hij zich voor
lopig nog te jong te voelen voor de
baan hoewel er misschien in de toe
komst op de piste ook wel kansen
voor hem liggen.
En dan willen we nog iets weten
over het berichtje in diverse bla
den waarin werd aangekondigd dat
hij gelijk met enkele andere beken
de amateurs plannen zou koesteren
om in het a.s. voorjaar over te gaan
naar de prof-gelederen. Die plannen
zijn er inderdaad volgens hem hoe
wel hü eerst nog even wil aanzien
bij de amateurs. Voelt hij zich ech
ter sterk genoeg om bij de profs te
debuteren dan worden deze plannen
werkelijkheid.
Wit
Zw. 7 schijven op 8, 9, 11, 12, 19, 20, 23.
Wit 7 schijven op 21, 30, 31, 33, 34, 39,
42.
Wit begint en wint, eindspel aange
ven.
GROEP B (beginners)
Probleem 7B
Zwart
iü üf
P IF
■*Bh
«w
Wit
Zw. 12 schijven op 9, 10, 11, 12, 18, 14,
15, 16, 18, 19, 24, 36.
Wit 12 schijven op 22, 25, 27, 30, 81, 32,
33, 37, 40, 44, 45, 49.
Wit begint en wint.
Oplossingen van beide problemen
aan H. M. Slabbekoorn, Oostsingel 60a,
Goes, tot en met 2 maart a.s.
VORIGE PROBLEMEN
Probleem 6A en 6B kan men in
zenden tot en met 24 februari a.s.
Nogrriaals geven we de cijferstand
van 6A: Zwart 11 schijven op 7, 9, 12,
16, 17, 19, 22, 24, 25, 28, 35.
Wit 11 schijven op: 21, 26, 30, 33, 34,
36, 38, 39, 41, 42, 45.
6B: Zwart 9 schijven op: 12, 13, 14, 15,
21, 24, 27, 31, 36.
Wit 9 schijven op: 23, 25, 33, 34, 38, 39,
40, 46, 50.
Oplossing probleem 4A.
Auteur Hoogveld
40—34 (15X24), 47—41 (36x47), 27—
21 (12x49), 50—44 (18x38), 48—42
(49x40), 42X33 (47x29), 50x1 (IS
IS), 1x15 (35—40), 15—33 (40—45),
33—50 wint.
Oplossing probleem 4B
Auteur Hertum
27—21 (16X36), 37—31 (36x27), 32x
12 (23x34), 12x3 (24—30), 3x25 (35—
40), 42—38 (40—44), 45—40 (44x35),
38—33 (35—40), 33—29 (34x23), 25X
45 (23—28), 45—29 (28—32), 29—42
wint.
GOEDE OPLOSSERS
We ontvingen goede oplossingen van:
R. Rijkse, K. Louwerse, Yerseke; L.
Trieller, J. v. d. Meulen, D. Trielier,
Domburg; J. de Visser, F. Blaas, P. de
Visser, A. Willemse, Aagtekerke; A.
Karman, 's-Gravenpolder; J. L. Stroo-
band, M. F. de Jonge, P. Walthuis,
Middelburg; L. Goedbloed, P. Goed-
bloed, E. A. Schuitema, W. Heydra,
Joh. Lere, O. Hellinga, N. Corstanje, C.
M. van Poeije, G. M. v. d. Voorde,
Vlissingen; A. Krijger, Driewegen; A.
v. Sorge, O.-Souburg; J. Vinke, Kou-
dekerke; B. v. d. Broeke, St. Laurens;
C. W. Zwemer, Kamperland; J. Mange,
Goes; Joh. de Smet, IJzendijke, M.
Sinke en A. A. v. d. Weele, Waarde.
RAUW
Als hapje vooraf, als tweede
groente, maar ook in plaats van
gekookte groente, kan een rau
we groentesla een smakelijke ver.
rassing zijn.
Als het slaatje als extra hapje
wordt opgediend hebt U er natuur,
lijk minder groente voor nodig, dan
wanneer het de hoofdschotel van de
warme maaltijd uitmaakt: dan kunt
U rekenen op 400 a 500 gr. voor
een gezin van 4 personen.
Er is bijna geen groente in dit
seizoen of U kunt er een slaatje van
maken. Al zult U wat zuinig om
springen met sterk-smakende soor
ten, zoals prei en uien, zij kunnen in
kleine hoeveelheden door de andere
groente gemengd, de smaak van de
sla aanmerkelijk verhogen.
kan 'n smakelijke verrassing zijn
Sla van één soort groente.
B.-GROEP
Goede oplossingen 4B:
J. v. Iwaarden, Krabbendijke; P. West-
veer, Kapelle-Biezelinge; A. Geldhof,
Grijpskerke; Kees Schot, B. J. Schot,
Zierikzee; J. Baayens, Goes; Joh. Lu-
wema, H. W. Wiegmans, J. Geljon, P.
Paans, E. L. Verschoor, J. Ovaa, K. v.
Hemert, J. Koole, G. Meerman, J. C.
Nijssen, A. C. Snel, H. de Vlieger, W.
Lere, S. de Visser, Oostkapelle; Joh. J.
Geleynse, J. P. Geleynse, J. M. Kos-
tense, J. A. Kostense, Renesse; M. C.
Deurloo, R. Polderdijk, Nieuwdorp.
Rechtsom draaiende woorden van elk
4 letters invullen. Boven het getal 16
komt de letter N te staan.
1 Verdikking, 2 mals, zacht, 3 dans,
4 lichtbron, 5 brandbaar koord, 0 ver
moeid, 7 koker, 8 tegenslag, 9 bladader,
10 oude vrouw, 11 staatsgreep, 12 munt,
13 geijkte hoeveelheid, 14 hardhorend,
15 stram, 16 klinknageltje.
Oplossing vorige puzzle
Horizontaal: 1 Overtrek, 7 vloe, 10 ser
pent, 12 op, 14 lor, 15 most, 17 stoa, 18
mee, 19 ra, 20 endemie, 23 eelt, 25 aspi
rine.
Verticaal: 2 V.V., 3 eis, 4 roest, 5 ter,
6 emelt, 8 straal, 9 rommel, 11 Noor, 13
poen, 16 steeds, 17 stier, 21 Mei, 22 Eli,
24 t.n.
Slaan naar 24 is beter. Nu wordt het
zaak om veld 24 te bezetten, nu zwart
geen schijf op 9 meer heeft.
3322—28 34. 34—29 17—22
35. 39—33 28x39 36. 43x34 22—28
37. 35—30 11—17 38. 29—24 3— 9
39. 34—29
DAM
Nu doet zich voor wit de gelegen
heid voor om dam te halen 3631, 47-
41, 48—42, 30—25 (47x20) 25x3 doch
o.i. staat wit verloren. Of ziet een on
zer lezers nog een remise-kans met (18
22) als gedwongen zet?
3918—22 40. 40—34 12—18
41. 42—38 9—19 42. 38—33
Wit tracht nog door afruilen zwart's
aanval te breken.
4228x39
43. 34x43 22—28 44. 43—39 27—32
45. 47—42 6—11 46. 42—37 32x41
47. 36x47 17—22 48. 45—40 22—27
49. 48—42 11—17 50. 40—34 14—20
Verhinderd 3025 wegens 1822,
2731, 3822 en 22x44. Wit moet nu
wel offeren door 24—19 (13x33) 14—9
(4449) met o.i. gewonnen stand.
51. 39—33 28x39 52.
53. 26—21 25x23 54,
55. 42—38 10—14 56.
57. 47—42 23—29 58.
59. 19 X 8 49—21 60.
61. 2—16 21—26 62.
En op correcte wijze
nu de partij.
62.
63. 21x25 28—33 64.
en 3339 wint!
De analyse is van de
ge, met aanvulling van
34x43 20—25
21—32 5—10
38—33 18—22
24—19 29x49
8— 2 22—28
16—21?
besliste zwart
26X48
25— 8 20—25
heer Van Sor-
de redactie.
38)
„Dat komt", sprak Henry Dugdale".
„omdat hij niet voldoende onder
steund wordt. Als hij van ons slechts
de verzekering ontvangt, dat wij hem
kunnen en willen ondersteunen, dan
zal alles wel veranderen".
„En welke verzekeringen kunnen
wij geven?"
Daarop spraken mannen uit So
merset, uit Wiltshire, uit Glocester,
uit Schotland en uit andere delen van
het land, alleen verklarende, dat als
eens de Standaard van de Hertog van
Monmouth werd opgeheven, Jiet Plat"
teland zijn zijde zou kiezen. Weer an
deren maakten allerlei tegenwerpingen
doch deze werden alle bevredigend
beantwoord, totdat een man, die zich
tot op dit ogenblik op een afstand had
gehouden, naar voren trad.
„Broederen in de Here", zo begon
hij, „wü zjjn het er allen over eens,
dat Jacobus Stuart trouweloos han
delt tegenover God en de mensen.
Maar toch moeten wij verstandig zijn.
Wij moeten er van overtuigd zijn, wat
de wil Gods is. Gij zijt er allen voor,
Jakobus Croft, die tot Hertog van
Monmouth werd verheven, terug te
roepen. Maar overlegt eerst goed. Als
er gestreden moet worden, dan moet
het overeenkomstig Gods Woord zijn.
„Geeft ons een koning, een Prote
stantse koning", roepen wij allen. Wat
zullen evenwel onze vijanden zeggen?
Zij zullen zekerlijk zeggen, dat Jako
bus Croft de bastaard is van Lucy
Walters. Hoe zou een kind der schan
de Protestants koning van Engeland
zijn? Zelfs ai had hij al de goede
eigenschappen, die gij zo even Opge
somd hebt, dan zouden wij nog tot
spot en aanfluiting zijn der andere
volkeren. Is er geen andere, tot wie
wij kunnen gaan en zeggen: „Wü vra
gen u in de Naam des Heren, of gij
Koning over ons wilt zijn."
Bij deze woorden kwam de oude
man, die Benedictus opgemerkt had,
bü de tafel, waarop nog steeds de ge
opende Bijbel lag. Zijn ogen schitter
den van onder zijn borstelige wenk
brauwen, zijn handen beefden van op
gewondenheid. „Hoort allen!" riep hij,
„ik kwam hierheen, om te bewijzen,
dat Lucy Walters de echte vrouw van
Karei II geweest is; ik heb de bewij
zen bij mij, om te laten zien, dat de
man, die gij Jakobus Goft noemt, geen
bastaard is, en daarom de rechtmatige
erfgenaam van de troon van Enge
land."
HOOFDSTUK 10.
De handtekening van Karei Stuart
„Wie is deze man en hoe kwam hij
hierheen?" vroeg degene, die de
vraag had opgeworpen over de wet
tigheid van Monmouth. „Wie kan een
verklaring geven?"
„Ik", zei de enige in de vergade
ring, die, buiten Donald Stewart, er
als een edelman uitzag. „Ik, Roland
Rashcliffe, heb hem hierheen geleid".
Een verward gemompel ging door
de kamer. Roland Rashclifïe's naam
was welbekend. In de tijd van Karei
II was hij gevangen gezet, omdat hij
de Koning getrotseerd had; hij was
gehuwd met de vrouw, die men valse
lijk van de moordaanslag op generaal
Monk had beschuldigd, en vele jaren
was hü een welbekend verdediger ge-
Een verhaal uit de tijd
van
Stadh. Koning Willem III
weest van allen, die streden voor de
vrijheid van geweten zowel als een
krachtig voorstander van recht voor
allen, welke godsdienst zij ook moch
ten belijden.
,,En wat is u van deze man bekend,
mijnheer Rashcliffe?"
„Vraag de oude man, wat gij wilt",
was het antwoord, „en dan zal ik u
zeggen of ik kan instaan voor hetgeen
hij zegt. Hij is zeer oud, zoals gij ziet,
daarom vertrouw ik, dat gij hem met
toegevendheid behandelt."
„Ik vraag geen toegevendheid", zei
de oude man. „Oud ben ik maar nog
zijn mijn ogen niet verduisterd of
mijn lichaamskracht verminderd.
Maar begin slechts te vragen".
„Wie zijt ge dan? Hoe heet gij?"
„Ik Ben de vader van de vrouw,
die koningin had moeten zijn van
Engeland; ik ben de vader van Lucy
Walters, die in haar tijd voor de
schoonste vrouw van Engeland ge
houden werd."
„De vader van Lucy Walters!"
„Van Lucy Walters, ja, de vrouw
met wie Karei Stuart huwde, toen hij
nog balling was". Enigen lachten on
gelovig.
„De vorige koning heeft plechtig
gezworen, dat htj nooit met Uw doch
ter gehuwd is".
„Dan heeft hij een valse eed afge
legd. Ik spreek zo stout, omdat ik het
huwelijkscontract, door de koning en
twee Roomse priesters getekend, in
mijn bezit heb."
„De geschiedenis van de zwarte doos
bleek vals te zijn", zei Donald Ste
wart.
(Wordt vervolgd.)
U kunt gebruik maken van fijnge
sneden andijvie, grof geraspte wortel
of knolraap, van zuurkool of verse kool
en niet te vergeten van selderij»
knol. Dat de slasaus hier een punt vart
betekenis is, spreekt vanzelf. Mèt dé
garnering van b.v. augurk, peterselie,
plakjes wortel of partjes ei, maakt d$
saus zo'n één-groente-slaatje tot iets
bijzonders.
U kunt de saus laten bestaan uit een
mengsel van azijn of citroensap eli
olie of uit een mayonaise; hangop of
uitgelekte joghurt kunnen ervoof
dienst doen; U kunt natuurlijk ook een
gekochte slasaus nemen.
Voor een enigszins bittere groente
witlof, andijvie of veldsla b.v. is
een saus met wat tomatenketchup of
suiker erdoor heel lekker. Kool komt,
Uit de keuken
KONING WINTER
evenals alle andere groene, groente,
uitstekend tot zijn recht met een saus
je van olie, azijn en geprakt ei.
Wilt U een paar voorbeelden?
rode kool met mayonaise
wortel met citroensap of azijn, aro
ma, peterselie- of selderijgroen
savoyekool met augurk of piccalilly,
olie
witlof met ei en geraspte sinaasap
pelschil
andijvie met blokjes spek en ci
troensap of azijn, olie
koolraap met tomaten-slasaus.
Sla van twee of meer
groentesoorten.
Hier zijn bijzonder smakelijke com
binaties mogelijk, b.v.:
rode kool met appel en selderij knol
zuurkool met wortel
witlof met biet
savoyekool met andijvie en wortel.
Wanneer U stevige groenten neemt,
kunt U van alle ingrediënten gelijkó
hoeveelheden gebruiken. Voor een
mengsel van bladgroente en stevige
groente kunt U met iets minder blad
groente volstaan.
RECEPTEN VOOR VIER
PERSONEN.
Sla van zuurkool en wortel»
250 gr. zuurkool, 1 flinke wortel, een
slasaus, enige augurkjes (zout).
Een slasaus maken. De zuurkool fijn-
snijden en de wortelen schoonmaken,
wassen en fijnraspen. Zuurkool en ge
raspte wortel vermengen met de sla
saus. Zonodig nog wat zout toevoegen.
Het slaatje versieren met een paar in
plakjes gesneden augurkjes.
Wittekoolsla met selderij
knol en biet.
250 gr. wittekool, 125 gr. selderijknol,
1 ui, een slasaus, een gekookte biet
(zout).
Een slasaus maken. De kool van de
buitenste bladeren ontdoen en fijn
schaven. De selderijknol schillen, was
sen en raspen. Het uitje schoonmaken
en fijnsnipperen. Deze ingrediënten
vermengen met de slasaus. Zonodig
nog wat zout toevoegen. De sla in een
schaal overdoen en versieren met de
biet, die in reepjes of schijfjes is ge
sneden.