EEN WETSARTIKEL Mi tiasiitk G JAN WESTDORP, de nieuwe ster aan het Zeeuwse wïelerfirmament PUZZLE JVV A88 a®j§p a\B 2krnes?%:^^2 mm mm m mm^s8aa M M 0 De werkloosheidswet en nevenbetrekkingen Amateur uit 's-Heerenhoek (21 jaar) met klasse FLITSEN VANDAAG EENS Zijn fiets staat nu nog op zolder, maar straks.. ROENTESLA Een wetsartikel met elastiek: zo mag men art. 4 van de werk loosheidswet wel noemen, waarin wij o.a. lezen, dat de wet niet van toepassing is op hen, die in loondienst werkzaamheden ver richten, die voor hen van bijkomsti ge aard zijn. Dit was bij de inwer kingtreding van genoemde wet in 1953 iets geheel nieuws in de sociale verzekeringswetten. De officiële toe lichting op deze wet was ten aan zien van dit punt ook verre van duidelijk, daar de memorie van toe lichting hierbij slechts vermeldt, dat men niet verzekerd is, voorzover men werkzaamheden verricht in een nevenbetrekking en dat in de prak' tijk zal moeten worden nagegaan in welke gevallen een nevenbetrekking geacht moet worden aanwezig te zijn. Ook deze schriftelijke toelich ting is elastisch genoeg. Bij de mondelinge beraadslaging wer den de minister nadere inlichtingen ge vraagd. Hfl antwoordde te geloven, dat het taalgebruik zelf het spoor wijst en dat men in de gevallen, die zich voor doen, zal moeten uitmaken of het in komen als van bijkomstige aard moet worden beschouwd dan wel een hoofd bestanddeel vormt van de Inkomsten van betrokkene. Noch het taalgebruik noch de prak tijk hebben hier het juiste spoor ge wezen. In de praktijk bleek, dat wat yopr de één een bijkomstigheid was, Voor de ander zeker een noodzakelijk onderdeel van het totaal inkomen vorm de. Voorts bleek, dat men In de hande ling twee elementen moest betrekken, n.l. hoeveel tijd vergt de bijbetrekking en hoeveel geld brengt het op, in ver houding tot de oveTlge inkomsten. Niet zo gemakkelijk. Het is dus niet zo, dat „Jan en alle- jnan" zo maar in eens kunnen uitmaken 6f hetgeen erbij komt in een bepaald geval de in art. 4 der Werkloosheids- Wet genoemde bijkomstigheid ls. In tal van gevallen wisten noch de werkgever noch de werknemer noch het betrokken uitvoeringsorgaan het juiste antwoord op die vraag te vinden. En dan komt het beroepsapparaat in wer per week tegen een loon van f32.57 per week. 5e. Een zelfstandig handelaar met een Inkomen van f 2000 per jaar had even eens een betrekking in een bioscoop, welke hem f 1200 per Jaar opbracht. Taalgebruik en praktijk wezen niet het juiste spoor Het onder drie genoemde geval zal voor iedere lezer duldljjk bijverdienste zijn, bij het vierde zal men vermoedelijk de schouders ophalen en bjj het vijfde is men zeker geneigd niet meer aan iets bijkomstigs te denken. Toch heeft de centrale raad van beroep ook in deze drie gevallen arbeid van bijkomstige aard aangenomen. Als voorname overweging gold daar bij, dat voor iemand, die in een hoofd beroep of betrekking een volledige of bijna volledige dagtaak vindt, de ar beid in een nevenbetrekking steeds van bijkomstige aard is, ook al verwerft hij daarmee een vrij aanzienlijk deel van zijn inkomen. Hier wel premie. de. Twee zusters, van „beroep" werk ster, "'aren schoolschoonmaakster en verdienden daarmee f 48 per maand. Haar overige verdiensten als werkster waren voor ieder ongeveer f 70 per maand. In dit geval oordeelde de centrale raad van beroep, dat deze arbeid van schoolschoonmaakster behoorde tot het gewone beroep van deze vrouwen en net daarmee verdiende bedrag een niet te verwaarlozen deel vormde van de uit beroep verworven Inkomsten en dus de onderhevige arbeid niet van bijkom stige aard was. Hier moest dus premie W.W, worden betaald. Dit is belangrijk voor schoolbestu ren die vaak met deze vraag zitten. Dit moge ook blijken uit het volgen de' geval, waarmee wij willen besluiten. Een andere school werd schoongehou- den deor een gehuwde vrouw, die daar in werd bijgestaan door haar man en twee dochters. Het loon bedroeg f 16 per week. Voor het overige werkte de vrouw in eigen huishouding. Vergeleken met de geldswaarde van deze arbeid tegen de beloning van de schoolschoonmaakster, moesten deze laatste werkzaamheden voor deze huisvrouw van bijkomstige aard ge acht worden, zo oordeelde de centrale raad van beroep en was het school bestuur ontslagen van de verplichting tot premiebetaling voor de Werkloos heidswet. uit de sociale sector king en tracht men een zekere leidraad te vinden voor alle moeilijke gevallen in de reeks uitspraken in twjjfelzaken. Dat heet met een geleerd woord: de jurisprudentie. Zo kreeg de beroepsrechter de vol gende puzzles voorgelegd: le. Een student gebruikte de vakan tiemaanden als kaartjesvérkoper ln een theater en verdiende daarmee in totaal 1440. Overigens werkte hij niet in loondienst. 2e. Een studente deed op vier mid dagen dienst als tandarts-assistente en Verdiende daarmee f 55 per maand. Haar studie en levensonderhoud werden bekostigd door haar ouders. In beide gevallen nam de centrale raad van beroep aan, dat zowel de ar beid als het loon van deze studenten in vergelijking met de totale taak als stu dent van bijkomstige aard waren. Dus geen verzekeringsplicht voor de Werk loosheidswet. Nog drie gevallen. 8e. Een landbouwer verrichtte werk zaamheden als kassier van een boeren leenbank gedurende 12 uur per week tegen een beloning van f 1150 per jaar. Zijn inkomen uit zijn bedrijf bedroeg f 10.000 per jaar. 4e. Een fabrieksarbeider met volledi ge dagtaak en een weekloon van f 68.54 Verrichtte op vijf avonden per week en des zondags werkzaamheden als con troleur in een bioscoop, totaal .31 uur DE PARTIJ, die we U deze keer willen voorzetten, werd gespeeld door de heren A. Dubbelman, 's-Gravenpol- der (Wit) en A. van Sorge, Souburg (Zwart). 1. 31—27 17—21 8. 31—26 14—19 5. 36x27 12—17 7. 46-41 20—25 9. 39—33 1— 7 2. 37—31 19—23 4. 26X17 11X31 6. 41—37 7—12 8. 33—28 10—14 10. 43—39 Ingezonden Mededeling (Adv.) Draaiwoordraadsel Met deze zet onttrekt wit een schijf uit het centrum en bovendien blijft schijf 50 voorlopig buiten het spel. Be ter was 4439. 10. 7—11 11. 49—43 2— 7 12. 34—80 Wil nu trachten schijf 50 in het spel te brengen: Wij geven de voorkeur aan 41—36 (17—21) 37—31 (21—26) 42—87 (1420) 4742 met de tekstzet geeft wit een combinatie schijf prijs. (Meer dere malen hebben we hierop gewe zen!) 1225x34 13. 39x30 17—22 14. 28x17 11x31 15. 37x26 18—22 AANVAL ZWART Zwart zet een aanval in op wit lan ge vleugel. 16. 41—36 13—18 17. 4439 9—13 18. 50—44 7—11 19. 80—25 De voorkeur verdient 3227. 1912—17 20. 35—30 4— 9 21. 40—35 8—12 22. 44—40 23—28 23. 32x28 19X28 Zwart breekt de laatste steun uit wit's centrum. 24. 33—29 16—21 25. 39—24 Beter was 3933 enz. om na (18— 22) schijf 34 in het centrum terug te brengen. 2521—27 26. 29—24 Wit gaat nu ook tot de aanval over, doch komt wel wat laat. 261419 27. 34—29 9—14 28. 43—39 19—23 29. 39—34 Inzender meent dat 4034 sterker is. Met deze zet is wit verplicht om later een afruil naar achter te doen. 2914—19 30. 38—33 28x39 31. 34x43 23x34 82. 30x39 19x30 33. 25x34 ip '(1^1 Mwii WW GROEP A (gevorderden). Probleem 7A Zwart De Zeeuwse wielerfans zijn hoopvol gestemd. Sinds Ce- sar Bogaart, Leon Strobbe, Charles van de Voorde en nog niet zo heel lang geleden Theo Middelkamp van het toneel zijn verdwenen heeft zich dan einde lijk weer eens een nieuwe belofte aangemeld in de persoon van de 21-jarige amateur Jan Westdorp uit 's-Heerenhoek. Want onge twijfeld moet Westdorp thans als Zeelands renner nummer één worden beschouwd die een nieu we ster kan worden aan het wie- Ierfirmament. Zij die Westdorp in de afgelopen jaren hebben gadegeslagen kunnen het beamen dat deze kortgebouwde knaap „klasse" in zich heeft. Vooral zijn prestaties in 1955 zijn daar borg voor. Hij ging in 92 cour- sen van start en kaapte 82 prijzen mee. Daar waren zestien zegepralen bij, terwijl Jan elf maal als tweede en twaalf maal als derde aan de meet arriveerde. Ook bekampte hij enkele „grote" wedstrijden met goed resultaat. f In 't buitenland. Te Bregenz in Oostenrijk nam hij samen met Jan Franken en Rien van Grinsven deel aan een etappewed- strijd waarin bergen waren opgeno men. En als je, zoals Westdorp, praktisch nog nooit een berg hebt gezien valt dat beslist niet mee. Reeds in die eerste rit te Bregenz moest Jan vier maal tegen zo'n bult op maar hij deinsde er niet voor te rug en arriveerde als zevende aan de finish. Deze ouverture was voor hem een stimulans om de volgende dag maar eens eerste te worden en uiteindelijk een vierde plaats te be zetten in het algemeen klassement. Dat was de beloning voor zijn moed die hij in deze zware wedstrijd ten toon had gespreid. Ook in de „Fleche du Sud" in Luxemburg of zoals men hier wel zegt „De pijl van het zuiden" kwam Jan goed voor de dag. Hij won o.a. de 2e etappe en werd in het algemeen klassement 6e. Een twee-daagse in Zele (België) leverde een fraaie zege op voor de taaie Zeeuw en in de Ronde van West-Vlaanderen was hij de besta Nederlander na Rusman en eindigde als tiende. Tevens wist hij de titel van Zeeuws kampioen in Achtmaal te prolongeren. Matige sprint. Al met al een zeer behoorlijke staat van dienst, vooral wanneer men in ogenschouw neemt dat Westdorp maar een matige sprint in de benen heeft. Hij moet het voor namelijk hebben van zijn wilskracht en vechtlust maar deze eigenschap pen bezit hij dan ook in ruime mate. Daar kunnen ze trouwens bij „Ma- thieu Cordang" in Geleen, de club waar Jan lid van is, wel over mee praten. Zeeland beschikt momenteel over een bloeiende wielerclub n.l. „Theo Middelkamp" in Goes maar Westdorp blijft voorlopig bij „Ma- thieu Cordang", de vereniging die reeds veel voor hem heeft gedaan en waarmede zijn toekomst gebaat is. Dit begrijpen de Zeeuwen trouwens ook wel. Moeilijk begin. Jan Westdorp klom in 1952 voor het eerst in het zadel. Hij was toen nog een tenger kereltje dat echter reeds direct de aandacht op zich vestigde en enkele behoorlijke prij zen bij de nieuwelingen wegkaapte. Dit allereerste begin was echter moeilijk. Maar het jaar daarop ging het al veel beter en voordat hij in septem ber een amateur-licentie kreeg had hij tien overwinningen op zijn naam staan. Bij de amateurs kwam hij ook di rect goed voor de dag maar moest toch wachten tot 1954 voordat hij met de bloemen naar huis kon. Dit gebeurde in dat jaar driemaal. Te vens werd hij zevenmaal tweede en tienmaal derde. Zijn mooiste succes behaalde hij in Eindhoven waar hij bij de gecombineerde kampioen schappen van Brabant en Zeeland kampioen van zijn provincie werd. Naar de profs.? Jan Westdorp heeft nu zijn fiets op zolder staan en pas half febru ari denkt hij de training te hervat ten. Maar luieren doet hij deze win ter niet. In een graanpakhuis te Goes waar hij nu werkzaam is tracht hü zijn spieren soepel te hou den. Als wij hem polsen omtrent zijn toekomstplannen zegt hij zich voor lopig nog te jong te voelen voor de baan hoewel er misschien in de toe komst op de piste ook wel kansen voor hem liggen. En dan willen we nog iets weten over het berichtje in diverse bla den waarin werd aangekondigd dat hij gelijk met enkele andere beken de amateurs plannen zou koesteren om in het a.s. voorjaar over te gaan naar de prof-gelederen. Die plannen zijn er inderdaad volgens hem hoe wel hü eerst nog even wil aanzien bij de amateurs. Voelt hij zich ech ter sterk genoeg om bij de profs te debuteren dan worden deze plannen werkelijkheid. Wit Zw. 7 schijven op 8, 9, 11, 12, 19, 20, 23. Wit 7 schijven op 21, 30, 31, 33, 34, 39, 42. Wit begint en wint, eindspel aange ven. GROEP B (beginners) Probleem 7B Zwart iü üf P IF ■*Bh «w Wit Zw. 12 schijven op 9, 10, 11, 12, 18, 14, 15, 16, 18, 19, 24, 36. Wit 12 schijven op 22, 25, 27, 30, 81, 32, 33, 37, 40, 44, 45, 49. Wit begint en wint. Oplossingen van beide problemen aan H. M. Slabbekoorn, Oostsingel 60a, Goes, tot en met 2 maart a.s. VORIGE PROBLEMEN Probleem 6A en 6B kan men in zenden tot en met 24 februari a.s. Nogrriaals geven we de cijferstand van 6A: Zwart 11 schijven op 7, 9, 12, 16, 17, 19, 22, 24, 25, 28, 35. Wit 11 schijven op: 21, 26, 30, 33, 34, 36, 38, 39, 41, 42, 45. 6B: Zwart 9 schijven op: 12, 13, 14, 15, 21, 24, 27, 31, 36. Wit 9 schijven op: 23, 25, 33, 34, 38, 39, 40, 46, 50. Oplossing probleem 4A. Auteur Hoogveld 40—34 (15X24), 47—41 (36x47), 27— 21 (12x49), 50—44 (18x38), 48—42 (49x40), 42X33 (47x29), 50x1 (IS IS), 1x15 (35—40), 15—33 (40—45), 33—50 wint. Oplossing probleem 4B Auteur Hertum 27—21 (16X36), 37—31 (36x27), 32x 12 (23x34), 12x3 (24—30), 3x25 (35— 40), 42—38 (40—44), 45—40 (44x35), 38—33 (35—40), 33—29 (34x23), 25X 45 (23—28), 45—29 (28—32), 29—42 wint. GOEDE OPLOSSERS We ontvingen goede oplossingen van: R. Rijkse, K. Louwerse, Yerseke; L. Trieller, J. v. d. Meulen, D. Trielier, Domburg; J. de Visser, F. Blaas, P. de Visser, A. Willemse, Aagtekerke; A. Karman, 's-Gravenpolder; J. L. Stroo- band, M. F. de Jonge, P. Walthuis, Middelburg; L. Goedbloed, P. Goed- bloed, E. A. Schuitema, W. Heydra, Joh. Lere, O. Hellinga, N. Corstanje, C. M. van Poeije, G. M. v. d. Voorde, Vlissingen; A. Krijger, Driewegen; A. v. Sorge, O.-Souburg; J. Vinke, Kou- dekerke; B. v. d. Broeke, St. Laurens; C. W. Zwemer, Kamperland; J. Mange, Goes; Joh. de Smet, IJzendijke, M. Sinke en A. A. v. d. Weele, Waarde. RAUW Als hapje vooraf, als tweede groente, maar ook in plaats van gekookte groente, kan een rau we groentesla een smakelijke ver. rassing zijn. Als het slaatje als extra hapje wordt opgediend hebt U er natuur, lijk minder groente voor nodig, dan wanneer het de hoofdschotel van de warme maaltijd uitmaakt: dan kunt U rekenen op 400 a 500 gr. voor een gezin van 4 personen. Er is bijna geen groente in dit seizoen of U kunt er een slaatje van maken. Al zult U wat zuinig om springen met sterk-smakende soor ten, zoals prei en uien, zij kunnen in kleine hoeveelheden door de andere groente gemengd, de smaak van de sla aanmerkelijk verhogen. kan 'n smakelijke verrassing zijn Sla van één soort groente. B.-GROEP Goede oplossingen 4B: J. v. Iwaarden, Krabbendijke; P. West- veer, Kapelle-Biezelinge; A. Geldhof, Grijpskerke; Kees Schot, B. J. Schot, Zierikzee; J. Baayens, Goes; Joh. Lu- wema, H. W. Wiegmans, J. Geljon, P. Paans, E. L. Verschoor, J. Ovaa, K. v. Hemert, J. Koole, G. Meerman, J. C. Nijssen, A. C. Snel, H. de Vlieger, W. Lere, S. de Visser, Oostkapelle; Joh. J. Geleynse, J. P. Geleynse, J. M. Kos- tense, J. A. Kostense, Renesse; M. C. Deurloo, R. Polderdijk, Nieuwdorp. Rechtsom draaiende woorden van elk 4 letters invullen. Boven het getal 16 komt de letter N te staan. 1 Verdikking, 2 mals, zacht, 3 dans, 4 lichtbron, 5 brandbaar koord, 0 ver moeid, 7 koker, 8 tegenslag, 9 bladader, 10 oude vrouw, 11 staatsgreep, 12 munt, 13 geijkte hoeveelheid, 14 hardhorend, 15 stram, 16 klinknageltje. Oplossing vorige puzzle Horizontaal: 1 Overtrek, 7 vloe, 10 ser pent, 12 op, 14 lor, 15 most, 17 stoa, 18 mee, 19 ra, 20 endemie, 23 eelt, 25 aspi rine. Verticaal: 2 V.V., 3 eis, 4 roest, 5 ter, 6 emelt, 8 straal, 9 rommel, 11 Noor, 13 poen, 16 steeds, 17 stier, 21 Mei, 22 Eli, 24 t.n. Slaan naar 24 is beter. Nu wordt het zaak om veld 24 te bezetten, nu zwart geen schijf op 9 meer heeft. 3322—28 34. 34—29 17—22 35. 39—33 28x39 36. 43x34 22—28 37. 35—30 11—17 38. 29—24 3— 9 39. 34—29 DAM Nu doet zich voor wit de gelegen heid voor om dam te halen 3631, 47- 41, 48—42, 30—25 (47x20) 25x3 doch o.i. staat wit verloren. Of ziet een on zer lezers nog een remise-kans met (18 22) als gedwongen zet? 3918—22 40. 40—34 12—18 41. 42—38 9—19 42. 38—33 Wit tracht nog door afruilen zwart's aanval te breken. 4228x39 43. 34x43 22—28 44. 43—39 27—32 45. 47—42 6—11 46. 42—37 32x41 47. 36x47 17—22 48. 45—40 22—27 49. 48—42 11—17 50. 40—34 14—20 Verhinderd 3025 wegens 1822, 2731, 3822 en 22x44. Wit moet nu wel offeren door 24—19 (13x33) 14—9 (4449) met o.i. gewonnen stand. 51. 39—33 28x39 52. 53. 26—21 25x23 54, 55. 42—38 10—14 56. 57. 47—42 23—29 58. 59. 19 X 8 49—21 60. 61. 2—16 21—26 62. En op correcte wijze nu de partij. 62. 63. 21x25 28—33 64. en 3339 wint! De analyse is van de ge, met aanvulling van 34x43 20—25 21—32 5—10 38—33 18—22 24—19 29x49 8— 2 22—28 16—21? besliste zwart 26X48 25— 8 20—25 heer Van Sor- de redactie. 38) „Dat komt", sprak Henry Dugdale". „omdat hij niet voldoende onder steund wordt. Als hij van ons slechts de verzekering ontvangt, dat wij hem kunnen en willen ondersteunen, dan zal alles wel veranderen". „En welke verzekeringen kunnen wij geven?" Daarop spraken mannen uit So merset, uit Wiltshire, uit Glocester, uit Schotland en uit andere delen van het land, alleen verklarende, dat als eens de Standaard van de Hertog van Monmouth werd opgeheven, Jiet Plat" teland zijn zijde zou kiezen. Weer an deren maakten allerlei tegenwerpingen doch deze werden alle bevredigend beantwoord, totdat een man, die zich tot op dit ogenblik op een afstand had gehouden, naar voren trad. „Broederen in de Here", zo begon hij, „wü zjjn het er allen over eens, dat Jacobus Stuart trouweloos han delt tegenover God en de mensen. Maar toch moeten wij verstandig zijn. Wij moeten er van overtuigd zijn, wat de wil Gods is. Gij zijt er allen voor, Jakobus Croft, die tot Hertog van Monmouth werd verheven, terug te roepen. Maar overlegt eerst goed. Als er gestreden moet worden, dan moet het overeenkomstig Gods Woord zijn. „Geeft ons een koning, een Prote stantse koning", roepen wij allen. Wat zullen evenwel onze vijanden zeggen? Zij zullen zekerlijk zeggen, dat Jako bus Croft de bastaard is van Lucy Walters. Hoe zou een kind der schan de Protestants koning van Engeland zijn? Zelfs ai had hij al de goede eigenschappen, die gij zo even Opge somd hebt, dan zouden wij nog tot spot en aanfluiting zijn der andere volkeren. Is er geen andere, tot wie wij kunnen gaan en zeggen: „Wü vra gen u in de Naam des Heren, of gij Koning over ons wilt zijn." Bij deze woorden kwam de oude man, die Benedictus opgemerkt had, bü de tafel, waarop nog steeds de ge opende Bijbel lag. Zijn ogen schitter den van onder zijn borstelige wenk brauwen, zijn handen beefden van op gewondenheid. „Hoort allen!" riep hij, „ik kwam hierheen, om te bewijzen, dat Lucy Walters de echte vrouw van Karei II geweest is; ik heb de bewij zen bij mij, om te laten zien, dat de man, die gij Jakobus Goft noemt, geen bastaard is, en daarom de rechtmatige erfgenaam van de troon van Enge land." HOOFDSTUK 10. De handtekening van Karei Stuart „Wie is deze man en hoe kwam hij hierheen?" vroeg degene, die de vraag had opgeworpen over de wet tigheid van Monmouth. „Wie kan een verklaring geven?" „Ik", zei de enige in de vergade ring, die, buiten Donald Stewart, er als een edelman uitzag. „Ik, Roland Rashcliffe, heb hem hierheen geleid". Een verward gemompel ging door de kamer. Roland Rashclifïe's naam was welbekend. In de tijd van Karei II was hij gevangen gezet, omdat hij de Koning getrotseerd had; hij was gehuwd met de vrouw, die men valse lijk van de moordaanslag op generaal Monk had beschuldigd, en vele jaren was hü een welbekend verdediger ge- Een verhaal uit de tijd van Stadh. Koning Willem III weest van allen, die streden voor de vrijheid van geweten zowel als een krachtig voorstander van recht voor allen, welke godsdienst zij ook moch ten belijden. ,,En wat is u van deze man bekend, mijnheer Rashcliffe?" „Vraag de oude man, wat gij wilt", was het antwoord, „en dan zal ik u zeggen of ik kan instaan voor hetgeen hij zegt. Hij is zeer oud, zoals gij ziet, daarom vertrouw ik, dat gij hem met toegevendheid behandelt." „Ik vraag geen toegevendheid", zei de oude man. „Oud ben ik maar nog zijn mijn ogen niet verduisterd of mijn lichaamskracht verminderd. Maar begin slechts te vragen". „Wie zijt ge dan? Hoe heet gij?" „Ik Ben de vader van de vrouw, die koningin had moeten zijn van Engeland; ik ben de vader van Lucy Walters, die in haar tijd voor de schoonste vrouw van Engeland ge houden werd." „De vader van Lucy Walters!" „Van Lucy Walters, ja, de vrouw met wie Karei Stuart huwde, toen hij nog balling was". Enigen lachten on gelovig. „De vorige koning heeft plechtig gezworen, dat htj nooit met Uw doch ter gehuwd is". „Dan heeft hij een valse eed afge legd. Ik spreek zo stout, omdat ik het huwelijkscontract, door de koning en twee Roomse priesters getekend, in mijn bezit heb." „De geschiedenis van de zwarte doos bleek vals te zijn", zei Donald Ste wart. (Wordt vervolgd.) U kunt gebruik maken van fijnge sneden andijvie, grof geraspte wortel of knolraap, van zuurkool of verse kool en niet te vergeten van selderij» knol. Dat de slasaus hier een punt vart betekenis is, spreekt vanzelf. Mèt dé garnering van b.v. augurk, peterselie, plakjes wortel of partjes ei, maakt d$ saus zo'n één-groente-slaatje tot iets bijzonders. U kunt de saus laten bestaan uit een mengsel van azijn of citroensap eli olie of uit een mayonaise; hangop of uitgelekte joghurt kunnen ervoof dienst doen; U kunt natuurlijk ook een gekochte slasaus nemen. Voor een enigszins bittere groente witlof, andijvie of veldsla b.v. is een saus met wat tomatenketchup of suiker erdoor heel lekker. Kool komt, Uit de keuken KONING WINTER evenals alle andere groene, groente, uitstekend tot zijn recht met een saus je van olie, azijn en geprakt ei. Wilt U een paar voorbeelden? rode kool met mayonaise wortel met citroensap of azijn, aro ma, peterselie- of selderijgroen savoyekool met augurk of piccalilly, olie witlof met ei en geraspte sinaasap pelschil andijvie met blokjes spek en ci troensap of azijn, olie koolraap met tomaten-slasaus. Sla van twee of meer groentesoorten. Hier zijn bijzonder smakelijke com binaties mogelijk, b.v.: rode kool met appel en selderij knol zuurkool met wortel witlof met biet savoyekool met andijvie en wortel. Wanneer U stevige groenten neemt, kunt U van alle ingrediënten gelijkó hoeveelheden gebruiken. Voor een mengsel van bladgroente en stevige groente kunt U met iets minder blad groente volstaan. RECEPTEN VOOR VIER PERSONEN. Sla van zuurkool en wortel» 250 gr. zuurkool, 1 flinke wortel, een slasaus, enige augurkjes (zout). Een slasaus maken. De zuurkool fijn- snijden en de wortelen schoonmaken, wassen en fijnraspen. Zuurkool en ge raspte wortel vermengen met de sla saus. Zonodig nog wat zout toevoegen. Het slaatje versieren met een paar in plakjes gesneden augurkjes. Wittekoolsla met selderij knol en biet. 250 gr. wittekool, 125 gr. selderijknol, 1 ui, een slasaus, een gekookte biet (zout). Een slasaus maken. De kool van de buitenste bladeren ontdoen en fijn schaven. De selderijknol schillen, was sen en raspen. Het uitje schoonmaken en fijnsnipperen. Deze ingrediënten vermengen met de slasaus. Zonodig nog wat zout toevoegen. De sla in een schaal overdoen en versieren met de biet, die in reepjes of schijfjes is ge sneden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 11