Oud maar wreed gebruik in Britse vakbeweging PUZZLE „Als ze niet ophouden, word ik gek", zegt machinist Gwillam UIT DE KERKEN Zo qaat dat in Bombay £le Radio- Scheenbeen van mammoeth gevonden Maandag 30 januari 1956 ZEEUWSCH DAGBLAD pagina 4 Sent to Coventry" (Van onze Londense correspondent.) LONDEN, 26 januari. ,,In 1954 gingen 3.750.000 werkdagen verloren door arbeidsgeschillen, dat is tweemaal zoveel als het gemid delde in de laatste twintig jaar. Een groot deel hiervan was te wijten aan meningsverschillen tussen de vakbonden". Aldus Engelands premier, Sir Anthony Eden, tijdens zijn gerucht makende rede te Bradford. Het was een (volgens velen al te zacht) verwijt aan de vakbonden, dat zij onderling geschillen uitvechten ten koste van de gemeenschap. Men denke slechts aan de spoorweg- en havenstaking van vorig jaar, die voor een niet gering gedeelte hun ontstaan vonden in de rivaliteit en het prestigebesef tussen de betrok ken vakbonden onderling. Deze rivaliteit heelt een praktijk be stendigd, die wellicht in het begin dezer eeuw, toen de vakbeweging nog om haai levensadem moest vechten, gerechtvaar digd was, doch die thans als volkomen onnodig, verouderd en daarom als on menselijk moet worden beschouwd: het „zenden naar Coventry", het doodver klaren van „onderkruipers" arbeiders die niet aan een staking hebben deelge nomen door hun arbeidskameraden. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een bepaalde arbeider weigert aan een door de vakbondsleiding bevolen staking mee te doen: misschien omdat hij de staking onredelijk of communistisch- geïnspireerd vindt, maar meestal omdat hij behoort tot een kleine vakbond, die niet meedoet aan de actie van een grotere broer. Wat het vonnis „Sent to Coventry" be tekent (niemand kan het ontstaan van deze term verklaren), is duidelijk gede monstreerd door de „Daily Express". Het blad had het originele idee een zestal „naar Coventry gezonden" perso nen aan een diner in Londen uit te no digen, om hen zo met elkaar in contact te brengen en hen in de gelegenheid te stellen eikaars ervaringen uit te wisselen. Deze „onderkruipers" (een trambestuur der, een tramconductrice, twee trein machinisten en twee stokers) hadden el kaar nooit gezien, kwamen uit verschil lende delen van het land, doch allen had hetzelfde lot getroffen: zij werden door hun kameraden volkomen genegeerd om dat zfj niet aan een bepaalde staking hadden deelgenomen. DROEVE VERHALEN Raymond Gwillam, machinist zei: „Als ze er niet gauw mee ophouden met te negéren word ik gek. Het duurt nu al S36 dagen en in die tijd ben ik 14 pond afgevallen. Soms huil ik bif m'n vrouw uit, w»nt het gaat maar door, dag aan dag: als ik m'n maats nader lopen ze weg, nooit praten ze met me, of het moest zijn cm me uit te vloeken". Reginald Davies, stoker, bekende „Soms slaap ik maar twee uur per nacht. Ik kan geen eten door m'n keel krijgen, ik kan niet meer lachen en ik ben gauw geïrriteerd". Trambestuurder Stanley Cufflin ver geleek de methoden van zijn kamera den met de beruchte „hersenspoeling"; „Het moeilijkste van alles is er van overtuigd te blijven, dat je in Je recht staat. Als je niet oppast ga je op het laatst denken dat je ongelijk hebt net als bij een „Russische bekentenis"." En allen waren het met machinist Tom Collins eens toen hij opmerkte„De mannen die tijdens de algemene staking van dertig jaar geleden hebben doorge werkt zijn pas nu weer in genade aan genomen. We hoeven onszelf geen rad voor de ogen te draaien: dit wordt voor ons „levenslang". Merrick Winn, de schrijver van het ar tikel, vatte het lot van de uitgestotenen als volgt samen: „We namen afscheid en zij gingen terug terug naar de angst, de eenzaamheid en het gevoel- van gehaat te worden. Terug naar de stilte, het ge fluister, het vrolijke gelach, waaraan zij nooit kunnen deelnemen. Terug naar een wereld vol vijanden, terug naar de twijfel Qf ze het wei bij het rechte eind hadden. Niemand zal tegen hen glimlachen of goede morgen zeggen, of hun een sigaret aanbieden, of met ze aan tafel zitten om het twaalfuurtje te gebruiken. En morgen zal het precies hetzelfde zijn, en de dagen daarna, misschien wel voor heel hun le ven. Dat betekent het „naar Coventry" te worden gezonden. „SLECHTS" ZES MENSEN.,.. Nu kan men zeggen: 't zijn niet meer dan zes mensen die naar Coventry zijn gestuurd, wat maakt dat uit op de acht miljoen leden die de Britse vakbeweging omvat? Mag men voor deze praktijk de vakbeweging als zodanig verantwoorde lijk stellen? In betrekkelijke zin natuurlijk niet, daar lang niet alie vakbonden deze on verzoenlijke houding billijken. En de be sturen van de vakbonden die deze prak tijk wèl toepassen, hebben niet een zo danige zeggenschap over hun leden, dat zij hen kunnen bevelen deze onchriste- wapen gebruikt, want uwer is het ko ninkrijk van de Mammon. Zalig zijt gij, die uw mede-arbeiders, huisvrouwen, oude mensen en kinderen onzegbaar lij den,ontbering, werkloosheid en ellen de toebrengt, want uwer is het konink rijk der Zelfzucht, Hebzucht, Nijd en Begeerte". De woorden van deze priester uit Shef field mogen velen wat hard in de oren klinken, zij zijn misschien niet helemaal rechtvaardig en juist omdat men niet alle vakbonden over één kam mag scheren, tóch vertelde hij een harde waarheid, die allernoodzakelijkst van de daken ge- sehrééuwd moet worden, wil de vakbe weging het goede spoor niet bijster ra ken. Want het zenden naar Coventry is een rotte plek in de Britse arbeidswereld, veroorzaakt door de bacillen van zelfver zekerdheid, liefdeloosheid, begeerte en onderlinge naijver. De man, die deze boodschap moedig en vastberaden tot de arbeiders kan doen doordringen, zal de Britse maatschappij een goede dienst be wijzen, VANDAAG EENS '1 N 2 1 N 3 1 N 4 1 N 5 1 N 0 1 N lijke, onkameraadschappelijke bejegening van hun mede-arbeiders te staken. Maar absoluut genomen is de vakbeweging als zodanig ten volle verantwoordelijk, daar zich van vakbondszijde, officieel althans, geen stem tegen dit euvel verheft. De vakbondsbesturen wassen hun handen in onschuld, door deze praktijk te beschou wen als een aangelegenheid, die de man nen zelf aangaat: ,,'t Zal vanzelf wel over gaan", zegt men. En ze hebben gelijk, als men tenminste weinig woorden vuil wil maken aan de moraal van het hele geval. Vorig jaar waagde een vicaris van de I Anglicaanse Kerk het, de liefdeloze I geest, die in vele vakbonden tot uiting komt, fel te striemen. Hij noemde de vakbonden „instrumenten van de dui vel", en parodieerde de bergrede als volgt: „Zalig zijt gij, die, het stakings- foetigi oni Nationaal programma. HILVERSUM I (402 m.). AVRO: 7.001 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 V. d. huisvr. 9.15 Grhm. 9.35 Waterst. 9.40 Morgen wijding. 10.00 Gram. 10.50 V. d. kleuters. I 11.00 Lichte muz. 11.30 Bas-bariton en I piano. 11.50 Gram. 12.00 Orgel en piano. I -12.30 Land- en tuinb.meded. 12.35 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Meded. en gram. 13.301 Lichte muz. 13.55 Beursber. 14.00 Gram. 14.40 Schoolradio. 15.00 V. d. vrouw. 15.30 I Gram. 15.40 Olympische Winterspelen. 16.00 Gram. 16.30 V. d. jeugd. 17.20 „De dierenwereld en wij", caus. 17.30 Jazz- muz. 18.00 Nws. 18.15 Pianospel. 18.30 Act. 18.40 Dansmuz. 18.55 „Paris vous parle". 19.00 V. d. kind. 19.05 Amateurprogramma 19.45 Filmpraatje. Nationaal programma: 20.00 Nws. 20.05 Toespr. 20.10 Metropole- ork. 20.45 „Zij die geluk brengt", klankb. 21.15 Kamerork. 21.35 Wedstr. in kennis v. d. Vaderi. Geschiedenis. 22.15 „Op het voetspoor van drie generaties", klankb. 22.35 Promenade-ork. en solist. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.5024.00 Dagsluiting. HILVERSUM II (298 m.). KRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.00 Voor de vrouw. 9.40 „Lichtbaken", caus. 10.00 V. d. kleuters. 10.15 Gram. 11.00 V. d. vrouw. 11.30 Schoolradio. 11.50 „Als de ziele luistert", caus. 12.00 Angelus. 12.03 Gram. 12.15 Voor boer en tuinder. 12.30 Land en tuinb.meded. 12.33 Lunchconcert. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws. en kath. nieuws. 13.20 Amus. muz. 13.50 Gevar. progr. 15.00 Schoolradio. 15.30 Gram. 15.45 Voor de vrouw. 16.00 V. d. zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 V. d. jeugd. 17.40 Koersen. 17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen Overzee: J. J. van der Laan: Kroniek van Overzee 1800 N(Jg $teeds mjft hef onrusüg in Bom. V. d. jeugd. 18.20 Sport. 18.30 p waar ernstige onlusten uitbraken en gitaar. 18 50 Gram 19_00 Nws 1W0 omdat de vm India weigerde £et de stad op te nemen als hoofdstad in on nn S m n if u o, w a t de ni^we staat Maharashtra. Volgens 20.00 Nws. 20.05 Kamerork. 21.35 Wedstr. 1. Vijandelijke inval, 2. maatlatje, 3. groenten- en fruitkweker, 4. weefsel, 5. kleine uitstalkast, 6. sterke gekeper de stof. Oplossing vorige puzzle HORIZONTAAL: 1. Tabberd, 6. O.L., 8. noen, 10. S.A., 11. akoniet, 13. br, 15. re, 16. belegen, 19. al, 20. zoon, 21. pi, 22. belager. VERTICAAL: 2. Bonksel, 3. B.L., 4. raai, 5. knobbel, 7. antenne, 9. e.a., 10. snoezig, 12. er, 14. re, 17. lade, 18. N.O, 21. pa. S-eu-atóft (non, de Ulebeicfaaad Pater dr. A. Fiolet te Nieuwe-Nie- dorp heeft in De Bazuin, r.k. week blad voor de geloofsverkondiging, een beschouwing over de Wereldraad van Kerken gegeven, waaraan wij deze passage ontlenen: De twee voornaamste gevaren die de Wereldraad bedreigen zijn de nim mer geheel overwonnen compromis houding en het relativisme der waar heid. De jongste gebeurtenissen in de anglicaanse kerk, die met de methodis tische, congregationalistische en pres byteriaanse kerken van Zuid-India 'n inter-communio heeft aangegaan, to nen maar al te duidelijk aan, dat de mens in de christen de houding van het gelovig geduld en verwachten van de Una Sancta al te spoedig te zwaar wordt en een uitwijkhaven zocht in het menselijk compromis, dat de god delijke waarheid onrecht aandoet. Hetzelfde, doch meer principieel ge vaar ligt in het relativisme der waar heid, dat uit ongelovige moedeloos heid de eenheid van de christelijke belijdenis eens te bereiken, zich op dogmatische motieven tevreden stelt met halve geloofseenheid. „Een zeke re veelvormigheid in belijdenis en cultus behoeft de eenheid niet in de weg te staan kan veeleer de een heid verrijken en verdienen" (G. C. van Niftrik). Het is te hopen, dat de Wereldraad aan de bekoring van deze zonden van menselijke haast weer stand weet te bieden. Uiaalo-tn bij, bet £eye>i tus te brengen aan hen die in hun ellende en wanhoop dreigden onder te gaan als de „Hoop der wereld en ook de „Hoop van elk verslagen hart Bidden woJi do-den Het r.k. weekblad „De Linie" heeft o.a. aan ds. J. J. Buskes gevraagd hoe hij nu het in 1956 vier eeuwen geleden is, dat Ignatius van Loyola stierf over Ignatius en zijn orde (de jezuïetenorde) denkt. Aan het antwoord van ds. Buskes ontlenen wij: Dat de kloof tussen Rome en het protestantisme zo diep is, is aan de jezuïten te danken. Het dwalen van de daad bij de jezuïeten is de keer zij van het dwalen van het denken bij Trente (Dr. Berkhof). De grote dwaling van het jezuïtisme is, dat het de eer van God en de macht van de kerk identificeert. Het is verwe reldlijkt christendom. Indien deze mijn uiteenzetting in Rome veroordeeld wordt, zeg ik met Pascal: Ik veroordeel er in wat in de hemel veroordeeld wordt, ik be roep mij op de rechtbank van Jezus! Zal er ooit van toenadering tussen Rome en het protestantisme sprake kunnen zijn, dr zal Ignatius en zijn orde, zoals zij in de kerk- en wereld geschiedenis gefixeerd zijn, bij die toenadering alleen een belemmering wezen. Als in '56 'tfeit wordt herdacht, dat Ignatius vier eeuwen geleden stierf, moet Rome niet op ons rekenen. Wij zullen het wit-geel niet uit het raam hangen. Wij zullen de ramen sluiten en de gordijnen laten zakken. Er is te veel gebeurd. Het in Den Haag verschijnend dag blad Het Vaderland vroeg aan ka- piteine F. A. G. de Klark vroeger remonstrants predikante waarom zij zich bij het Leger des Heils had gevoegd. Hieraan ontlenen wij het onderstaande Het Leger bracht mij om te begin nen in nauw contact met de geeste lijke en zedelijke en maatschappelijke nood van mensen. Mensen als u en ik, maar door een of andere oorzaak ontspoord, aan lager wal geraakt, ontredderd, niet in staat zichzelf te helpen, bezig te grond te gaan. Ik zag de achterbuurten en de onderwereld en de vermaakcentra, en ook de „dure" -wijken en gelegenheden van onze grotesteden; en ik zag deze niet langer met de op sensatie beluste blik van de romantisch-literair geïn teresseerde toeschouwer, maar mijn eigen ogen gingen open voor de schrij nende nood der zielen, het verschrik kelijk gevaar waarin vele duizenden verkeren. Ik moest iets doen, iets dat meer rechtstreeks was, meer onmiddellijk en meer persoonlijk, dan het mede werken aan allerlei sociale verbete ringen en sociaal-pedagogische en psychologische maatregelen. Ik kon niet wachten tot men het eens ge worden was over de uitrusting van de beste reddingsboot, maar ik moest zelf in zee springen om tenminste 'n enkele 'drenkeling te redden. Het Leger des Heils gaf mij deze gelegenheid tot springen, helpen, red den en dienen. Het leerde mij Chris- in kennis v. d. Vaderlandse Geschiedenis. officiële cijfers zijn in Bombay de laat ste week 68 doden gevallen, maar de 22.15 „Op het voetspom: van drie gene- \0fficieuse schatting gewaagt van een raties klankb. 22.35 Promenade orkest. (j0(jental, (jat z,cjj tussen 300 en 400 be en solist. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.50— 1 24.00 Dagsluiting. weegt, terwijl het aantal gewonden niet bij benadering valt te schatten. Foto boven: de inhoud van een boek winkel in Bombay ligt, na een woe dende aanval van opstandige elemen ten, verscheurd op de straat. Foto on der: opstandelingen worden door de politie opgebracht. Federatie van Ned, Herv. diaconieën 's-GRAVENHAGE, 28 jan. Nu Mr. A. E. Stoop is afgetreden als vice-voor- zitter van het bestuur van de federatie van Herv. diaconieën, is in zijn plaats als zodanig benoemd de heer A. J. Rot teveel, tot nu toe secretaris van de fe deratie en voorzitter van het college van diakenen van de Herv. Gemeente te 's-Gravenhage. In diens plaats is thans tot secretaris benoemd de heer D. Monshouwer te Nijmegen, die de Hervormde Gemeente in zijn woon plaats reeds meer dan veertig jaar als diaken dient. Tot bestuurslid van de landelijke Herv, bouwstichting heeft het federatiebestuur benoemd Mr. A. Frank. TELEVISIEPROGRAMMA. NTS: 10.30—11.30 Olympische Winter spelen. Nationaal progr.: 20.00 Opening door Min. President, Z. Exc. Dr. Drees. 20.10 Journ. en weerber. 20.25 Herinne- I ringen aan Januari 1938". 20.40 „Achttien Parels aan haar Kroon", documentaire. 20.50 „Beatrix achttien jaar", caus. 21.10 „Wie in januari geboren is", wedstrijd in J handigheid en intelligentie. NTS: 22.15- 22.25 Olympische Winterspelen. BRUSSEL, 324 m.: 11.45 en 12.15 Piano spel. 12.30 Weerber. 12.34 Pianorecital. (Om 12.55 Koersen). 13.00 Nieuws. 13.15 Gram. 14.00 Schoolradio. 15.45 Gram. 16.00 24) Jeffreys prate maar door, nu eens zich beroemende op de gunst des Ko- nings dan weer wraak zwerende aan allen, die hem zouden durvenweer staan. Daar kwamen evenwel de soldaten onverrichter zake terug. Koersen. 16.02 Orgelspel. 16.30 Gram. 17.00 I helefthV^ Nws. 17.10 Zang en piano. 17.45 Boekbe- I doorzocht, alle kamers^ doorsnuffeld; spr.*18.00 Strijkkwart. 18.30 V. d. Sold. 19.00 Nws. 19.40 Gram. 19.50 Syndikale kron. 20.00 V. d. vrouw. 21.00 Omr. ork. en solist. 22.00 Nws. 22.15 Ork. conc. 22.55 23.00 Nws. „Hij is vroeger hoefsmid geweest en kan het nog maar niet vergeten maar geen spoor van Trelawney ge vonden". „Jullie leugenachtige schurken!" brulde Jeffreys. „Jullie bent zo blind als mollen. Jullie heult met deze schijnheilige dissenters". De mannen protesteerden, maar Jeffreys wilde er niet naar luisteren. Hij ging voort met dreiging en moord te blazen en de onmiddellijke opleve ring van de jonge Trelawney te eisen, tot hij geheel uitgeput neerviel in zijn stoel. Spoedig stond hij echter weer op. „Denk niet, dat jij zult ontsnap pen", sprak hij tot Dugdale. „Het net is voor je gespreid en spoedig zal het aangehaald worden, en dan moge God je genadig zijn, want ik ken geen ge nade". Daarop verliet hij het huis en Dug dale luisterde, terwijl zij zich naar de Fleetstraat begaven. Toen alle geluid verstorven was, ging hij naar het pa neel. „Blijf daar nog een poos", fluisterde hij, „Zijn heengaan kan wel een list zijn, en wij moeten listig zijn als de slangen en oprecht als de duiven. Er staat wel een bed, waarop ge beiden kunt rusten. Moge God u verder ge nadig zijn." Enige tijd was alles stil, toen er plot seling twee mannen de kamer binnen stormden. Zij zagen scherp in 't rond en doorzochten daarop het huis op nieuw. Deze keer was Jeffreys er niet bij. „Het is niet onze wil, dat wü u aldus behandelen, mijnheer Dugdale", zei een van hen, toen zij heengingen, „maar hij is de spreekbuis van de Ko ning en wij durven niet ongehoorzaam te zijn". Zelfs na de tweede huiszoe king stond Dugdale er op, dat de twee mannen in hun schuilplaats bleven, hoewel het niet nodig geweest was. Het overige van de nacht werd het huis met rust gelaten. Toen de mor gen aanbrak, kwam het gehele gezin met Trelawney en Stewart samen in de kamer, die toegang verleende tot de schuilplaats. De kamer was achter in het huis en kon alleen breikt wor den nadat men door alle andere ver trekken was gegaan. Toch zorgde de heer des huizes er voor, dat de deur stevig gegrendeld werd. „Laat ons God danken voor Zijn ge nade", zei Dugdale, „daarna zullen wij ontbijten". Nauwelijks was dit afge lopen, of er kwam een bode bij het huis. „Ga eens zien, Halbert, wat dat weer moet betekenen", zei Dugdale. Enige minuten later keerde deze terug, met een pakje in zijn hand. „Het werd hier door een kleine jongen gebracht", zei Halbert. „Hü zei geen woord, maar gaf mij dit en ging toen fluitende weer weg". „Kan het ook een valstrik zijn?" opperde Donald Stewart voorzichtig. ,,'t Kan in geen geval kwaad, dat wij het openen", zei juffrouw Pris- cilla. „Het lijkt wel of 't een stok is." Ze pakte het uit. „Het is mijn zwaard", riep Trelaw ney opgewonden uit. „Uw zwaard?" „Ja, 't werd mij gisteren afgenomen, toen men mij. naar de Fleetgevangenis Een verhaal uit de tijd van Stadh. Koning Willem III bracht. Zie, hier staat het kroontje van de Trelawneys en hier staan de woorden die Hendrik V schreef met betrekking tot een mijner voorvaders: „Hij, die iets wil doen voor mij Hij beminne Sir John Trelawney." „Waarlijk!" zei Henry Dugdale. „Maar dit is meer dan vreemd. Wie kan het hier gebracht hebben?" „Een kleine jongen, heb ik toch ge zegd", antwoordde Halbert. „Hij gaf het aan het dienstmeisje en ging toen fluitende weer weg." „En wie had het gisteren," vroeg Dugdale aan Trelawney. „Men zei mij, dat het naar de gou verneur der gevangenis gebracht was, maar ik weet het niet". „En is er geen woord schrift bij?" „Neen". De een zag de ander met verbazing aan. „Kunt gij ook gissen, wie u het zwaard teruggezonden heeft?" vroeg de gastheer. „Neen, ik zou niemand weten." „Dit moet het werk van een vriend zijn", zei Dugdale. „Als 't een vijand was, dan zou hij u het zwaard niet teruggezonden hebben." „Toch moeten wij oppassen", zei Donald Stewart voorzichtig. Lang nog spraken ze tesamen hoe men 't zwaard had teruggezonden, doch zonder iets wijzer te worden. Wat Trelawney betreft, hij was als iemand, die droomt. In weerwil van zichzelf keerden zijn gedachten telkens terug tot haar, die hem de vorige dag zo juist van pas bevrijd had en hij vroeg zich af, of zij hem ook wellicht het zwaard had terugbezorgd. Hij zei niets, maar be sloot, om zodra hij alleen was, het om hulsel nog eens aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. £te. boe£<e.n s iv-oAden qeAlo-texb Nu het nieuwe lutherse kerkboek ingevoerd is, schrijft ds. A. J. Meijer van Rotterdam in „Contact", maand blad der lutherse gemeente in Rotter dam: In Rotterdam ging het zo, dat pië teitvol afscheid werd genomen van de oude boeken: de Genootschaps bundel en de „Zwanenbundel". Nadat voor de laatste maal uit die boeken gezongen was, werden deze door do gemeenteleden gesloten. Het was een merkwaardig gehoor: het dichtslaan van al die boeken in de kerk. Ik verdenk sommigen ervan, dat zij het wat extra hebben dicht geslagen. Maar dat kon in dit spe ciale geval de plechtigheid alleen maar verhogen! Deze simpele plechtigheid heeft op enkelen zoals mij gebleken is, enige indruk gemaakt. En dat zal wel zijn; omdat hierin iets symbolisch zit. Leeft er niet in menig mensenhart de on uitgesproken en misschien wel onbe wuste behoefte om een boek dicht te klappen, om iets af te sluiten, met iets af te rekenen, ergens een streep onder te zetten? Hoeveel mensen zou den eigenlijk niet o zo graag het oudo boek van hun leven willen dichtklap pen om dan vol verwachting een nieuw boek open te slaan en daarmee verder te gaan? Wie oren had om te horen die ko® het horen in het dichtslaan van de boeken in de kerk. man- £indbth,qh Ds. H, Windig, legerpredikant te Keizersveer, publiceert in het protet stants soldatenblad Réveille het schietgebed, dat de vlieger Lindbergh bad, toen hij in 1927 de Atlantische Oceaan overvloog. Nadat hij 24 uu» had gevlogen, kreeg hij last va® slaap, in dit geval een dodelijk ge vaar. De frisse stroom van de schroef wind slaat mij in het gezicht, stormt in mijn mond en neusgaten, forceert mijn oogleden en vult mijn longen met lucht. Ik vocht uit alle macht, om niet flauw te vallen. Ik moet me vasthouden.... Eén seconde - het kan voor altijd met m" Ik ben te dicht bij het water om.... minder dan honderd voet.... Haal diep ademdwing je ogen om te kijken.... Elke h„„ ,uc. cijn maar is er tijd genoeg om n„m zijn uitwerking te laten hebben? Mijn longen zijn niet groot genoeg.Zee, hemel en instrumenten vloeien in elkaar en het wordt zwart voor mijn ogen.... GOD, GEEF ME KRACHT! Nee.... ik wil niet in de afgrond.,. De oceaan is weer groen.De hemel wordt blauwDe wolken worden witterDe cijfers worden weer scherpIk heb boven de afgrond van de eeuwigheid gehangen, aan de rand ervan gehang aan de toppen van mijn vingers; maar nu keren mijn krachten terug, ik kruip naar boven, ik kom weer bij. „The Spirit of St. Louis" klimt langzaam omhoog. Ik duw de knuppel vooruit en naar links om de vleugel te laten opkomen. Linker roer geven om uit de bocht te komen. Ik houd mijn hoofd in de schroefwind en haal diep adem. Nu kan ik weer duidelijk zien, mijn lichaam en geest werken weer samen. De ernst van de crisis heeft me wakker geschud. Eindelijk heb ik de ban van de slaap verbroken!" MAASTRICHT, 28 jan. In de uiterwaarden bij Roermond is tijdens het baggeren het rechter scheenbeen van een mammoeth gevonden. Deze prehistorische vondst werd afgestaan aan het natuurhistorisch museum te Maastricht, welk museum reeds be schikt over een linker scheenbeen, alsmede kiezen en stoottanden van de ze mammoeth.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 4