Kroonprinses Beatrix wordt morgen jaar achttien r OïïtizUlcinfye>H> in, &?£ei/e>ni$sm IN DE NATUUR Nederlanders onderzoeken in Japan oud-inheemse textieltechniek Grimmige taal van Nasser aan adres van Irak Museum voor land- en volkenkunde in Rotterdam zet traditie voort M. C. „De Zeeuwen houdt trialkampioenschap Boodschapper zit in de Een dag, die veel veranderingen zal brengen gevangenis Jacht op een everzwijn Vaccine tegen kinderverlamming Dr A. van Iterson overleden Ook op N.-Guinea en in Sahara JOSEPH A.BRUSSE Amsterdam en Rotterdam waren het eens Maandag 30 januari 1956 ZEEUWSCH DAGBLAD pagina 3 Het grote mensenleven gaat nu veel vragen.... den te getuigen, dat zij haar sterk te van de God des hemels ver wachten, Die ons volk dit oranje huis heeft geschonken! MIDDELBURG, 28 jan. De motor club De Zeeuwen te Middelburg hield haar jaarvergadering onder voorzitter schap van de heer R. Joosse. Bestuur en sportcommissie werden herkozen. De sportcommissie werd bovendien met twee leden uitgebreid. Het programma voor dit jaar vermeldt vijf oriënteringsritten, vier trials en een betrouwbaarheidsrit. Voor het eerst zal aan de trials een kam pioenschap worden verbonden. Voor de verkeerscompetitie van de K.N.M.V. zal een drietal lesavonden worden georgani seerd. Nou, de maaltijd, die de Hoog welgeboren Heer Baron van Steenbergen eigenhandig in elkaar geprutst had, bekwam me uitstekend, eerlijk waar. En te oor delen naar het glundere gezicht van Willem, was het met hem net zo gesteld. De beron zelf zat drome- gesteld. De baron zelf zat drome- zijn lange, benige vingers behendig de riem van zijn pantalon een ietsje losser maakten. Willem gaf me een knipoogje. „Let op", moest dat betekenen, „nu komt het". En ja, het kwam. Egypte vraagt spoedzitting van Arabische Liga MORGEN IS HET FEEST in Nederlandl Want dan verjaart Prinses Beatrixl De klokken zullen luiden, de torens zullen zingen, de vlaggen zullen wapperen, de school kinderen zullen „hiep hiep hoera" roepen en wij zullen elkaar felici teren met deze achttiende verjaar dag van onze kroonprinses. Wij zullen oude herinneringen ophalen aan die onvergetelijke 31e januari 1938, toen eindelijk het grote nieuws van Soestdijk kwam: er is een prin ses geboren en zij heet Beatrix! Weet u nog wel van het feest, dat toen in alle steden en dorpen is gevierd? Het was een spontane uiting van oranjeliefde, die door geen wanklank werd verstoord. Voor één dag vergaten wij de zor gen, die zo groot waren vanwege een niet meer af te wenden wereldbrand, die spoedig kon uit breken En nu wordt Prinses Beatrix dan al achttien jaar. Een mooie leeftijd, waar op ieder, ook een prinses, nog zoveel Idealen koestert en staat te trappelen om de toekomst in te gaan. Het volko men onbezorgde is er op die leeftijd niet meer, omdat het kind aan het mens worden is, omdat het de wereld aan het ontdekken is en zich steeds meer bewust wordt van eigen vragen en anderer problemen. Zo zal het ook met Prinses Beatrix zijn. Zij heeft een mooie jeugd in een echt en goed gezin gehad, maar zij heeft als kleuter ook moeten meemaken een ballingschap, haar ouders en haar grootmoeder opge legd door een niemand ontziende vij and Wij hebben haar ontwikkeling, haar voorspoedige groei naar de volwassen heid mogen volgen, haar vorderingen op school, en wij hebben al vlug be grepen. dat Prinses Beatrix een ge woon kind is, net ais de anderen en als haar vriendinnen. Haar vader en moe der wilden haar nimmer afzonderen van andere kinderen en haar al spoe dig in aanraking brengen met de kin deren van ons volk. En mede daardoor is zij gevormd tot een gave persoon lijkheid, die straks, als zij daartoe ge roepen wordt, de taak van haar moe der zal kunnen overnemen. Nog niet meerderjarig Prinses Beatrix wordt morgen nog niet meerderjarig, maar toch is deze dag, waarop zij achttien jaar wordt, voor haar en voor ons vorstenhuis, voor ons gehele volk, uiterst belang rijk. De grondwet zegt nl., dat zij, wan neer Koningin Juliana ons zou ontval len door de dood, onmiddellijk konin gin kan worden en dat er voor haar geen regentschap meer behoeft te wor den ingesteld. Nu zij de achttienjarige leeftijd heeft bereikt, kan Prinses Be atrix ook optreden als regentes, indien haar moeder niet in staat mocht zijn haar taak als vorstin uit te oefenen. Foto Meijboom Nog meer veranderingen zullen er in haar leven komen, zo schrijft de grondwet voor. Allereerst zal onze kroonprinses nu een eigen inkomen krijgen. Bovendien wordt zij lid van de raad van state en reeds op 7 fe bruari a.s. zal zij een buitengewone vergadering van deze raad bijwonen. Als kroonprinses zal zij op de be kende derde dinsdag in september in het vervolg ook haar moeder verge zellen, wanneer deze de zitting der S.taten-Generaal opent met het uit spreken der troonrede. Veel wordt gevraagd En dan zal Prinses Beatrix steeds meer officiële verplichtingen gaan ver vullen. Zij zal meer dan tot nu toe in het openbaar optreden en er zal heel vaak een beroep op haar worden ge daan om bjj enigerlei plechtigheid aan wezig te zijn. Het leven gaat nu veel van haar vragen. Zij is daartoe zorg vuldig voorbereid. En de verwachtin gen m dit opzicht by ons volk zyn groot. Laat dit volk onze kroonprinses niet alleen toejuichen, als zij ergens een bezoek brengt, maar laat het ook voor haar bidden om steun en om kracht om als een vrome chris tin te kunnen treden in de voet stappen van haar grootmoeder en haar moeder, die nimmer schroom- CAIRO, 28 jan. - (Reuter) - Premier Nasser van Egypte heeft aangekondigd, dat zijn regering om een spoedbijeenkomst van de Arabi sche liga zal vragen ter bespreking van de beschuldigingen, die de re gering van Irak jegens Egypte heeft geuit. Deze „beschuldigin gen" hadden ten doel Egypte de diplomatieke betrekkingen met Irak te doen verbreken. De Egyptische premier zei, dat Moham med Ali Isa (de aan de Egyptische am bassade in Bagdad verbonden boodschap per, die terecht staat op beschuldiging van samenzwering tegen de veiligheid van Irak) het enige slachtoffer is, dat het imperialisme heeft kunnen vastzetten in de grote gevangenis van het verdrag van Bagdad, bedoeld voor alle Arabieren. „Isa zal in de gevangenis gelukkiger zijn dan al degenen die hun handen ste ken in de boeien van het imperialisme", zo zei Nasser. Eerder in de week beeft Egypte bij Irak geprotesteerd tegen wat het noemde de fantastische beschuldigingen zonder grond jegens Isa en ook tegen berichten in de Iraakse pers, dat de Egyptische am bassade in Bagdad diplomatieke valiezen zeu hebben gebruikt om handgranaten in Irak binnen te smokkelen voor vernieti gingsdoeleinden. Isa, die in Bagdad een niet-diplomatie- ke functie bekleedt, is een van de drie mannen, die donderdag voor een recht bank in Bagdad beschuldigd zyn van plannen om de ambassade van de leden van het pact van Bagdad op te blazen. Hy heeft ontkend. Langzaam weken de lippen van de baron vaneen. Zijn mond opende zich om te spreken, maar de woorden wa ren aanvankelijk nauwelijks te ver staan. Hij sprak eigenlijk meer tot zichzelf dan tot ons. „Ja", zo begon hij, „iedere keer weer, als ik zo zit na te genieten van het goede dezer aarde, gaan mijn gedachten terug naar die andere maaltijd, in het verre Afrika. We hadden behoorlijk zitten schransen, maar ja, het smaakte ook allemaal zo fijn, die kostelijke reebout en die, nou ja enfin. Opeens, opeens, nou om kort te gaan, opeens hoor ik een gil. Een vreselijke gil. Ik draai me om, kijk door de opening' van de tent naar buiten en wat zie ik daar? Wat zie ik daar?" „Een leeuw", grinnikte Willem. „Hoe weet jij dat?" De baron keek Willem vernietigend aan. Maar deze liet zich hierdoor niet van streek bren gen, integendeel, hij begon nog har der te lachen. „Dat verhaal hebt U me immers al honderdmaal verteld, vroeger. Weet U dat niet meer?" „Ach ja, het zal wel zo zijn, als jü het zegt. Ik herinner het mij niet meer. Maar dan heb ik wat anders voor je. Het gaat over een wild zwijn. Die his torie ken je niet, hè?" Afleren! Willem schudde heftig van nee, maar weer gaf hij mij een olijk knip oogje. „Ja, het is ook ai weer heel wat jaartjes geleden. Ik had pas een lang durige en gevaarvolle tocht dwars door Borneo achter de rug en ik was, beladen met roem, weer teruggekeerd op mijn landgoed, om hier uit te rus ten van de vele vermoeienissen. Op een morgen wandel ik over het ter rein en ontdek dan tot mijn grote ont steltenis, dat er onder het jonge hout nog al wat verwoestingen zijn aan gericht, terwijl de grond op vele plaat sen is omgewoeld. Een everzwijn, schiet door Foto boven en onder: In een nieuw- gebouwde afdeling van de Glaxo-La- boratoria te Stoke Poges in het En- gelse Graafschap Buckinghamshire mengt een laborant, door glas e.d. vol- komen van de bacterierijke buitenwe reld afgesloten, de diverse bestandde len van een nieuw soort vaccine tegen kinderverlamming tot het definitieve bestrijdingsmiddel voor deze gevrees de ziekte. De Glaxo-Mij. maakt mo menteel een gewijzigd soort Salk-vac- cine, dat minder geconcentreerd is en vrijwel bacterievrij. De controle op de steriliteit van het preparaat is zo streng, dat een laborant, die het labo ratorium heeft verlaten, voordat hij daarin terugkeert eerst een douchebaa moet nemen en nieuwe gesteriliseerde kleding moet aantrekken. Museumonderzoek in ons land op nieuw vlak DEN HAAG, 28 jan. In de ouderdom van 80 jaar is te Oegstgeest overleden dr A. van Iterson, em. predikant der N.H. kerk. Dr. Van Iterson werd 4 aug. 1878 te Leerbroek geboren en studeerde en promoveerde aan de ryksunlversiteit te Leiden. In 1902 werd hy kandidaat in riesland en aanvaardde het predikambt te Gorredyk. Vervolgens stond hy in Oosthuizen, Grotebroek en Dordrecht. Dr. van Iterson heeft zich vooral be wogen op het gebied van het vrijzinnig protestantisme, de Nederlandse Protes tanten Bond, de Vrijzinnig Christelijke Jongerenbond en het Genootschap tot zedeiyke verbetering van gevangenen. s-GRAVENHAGE, 28 januari. De Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek heeft het museum voor land- en volkenkunde te Rotterdam een subsidie verleend voor een onderzoek naar de oud-inheemse textieltechniek in Japan. Dit onderzoek wordt verricht door de heer J. Langewis, die daartoe in het „land van de rijzende zon" vertoeft. Sinds 1954 zendt de heer J. Langewis het museum regelmatig stalen van Japanse textiel toe en onderdelen van het instrumentarium dat in de Japanse dorpen gebruikt wordt bij de textieltechniek en de textielversiering. Deze zendingen stellen alles in de schaduw wat tot dusverre in westerse landen hierover bekend was. Door deze docu mentatie is het mogelijk geworden een overzicht te krijgen van wat thans nog in Japan aan textielvorm en textielversiering leeft. In het westen en in de vaklitteratuur was hierover vrijwel niets bekend. goederen in de toekomst niet tot de on- mogeiykheden behoort. In 1954 heeft het museum een expo sitie gehouden, getiteld .kleur en lijn op exotische weefsels". Op deze ten toonstelling werd een overzicht gege ven van wat op het gebied der versie ringstechniek in de gehele wereld be kend was. VERSIERINGSKUNST By de bovengenoemde onderzoekin gen i» komen vast te staan, dat deze versieringstechnieken zich uitstrekken over een wel zeer groot, doch in verge- ïyklng met het aardoppervlak toch be perkt gebied, namelijk tot oost-Azië, raidden-Azië, zuid-Azië, Indonesië, Merkwaardig was te vernemen, dat de Japanners zelf voor de meer primi tieve textielvormen geen belangstelling hadden, maar alleen voor luxe weef sels zoals brokaat. De studie, welke de heer Langewis aan de oud-inheemse textielindustrie wydde en ajn verza melingen op dit terrein, opende de ogen der Japanners voor de schoon heid van deze kunst. Op het ogenblik is de toestand zo geworden dat de Ja panners zelf deze weefsels byeenbren- gen en dat een uitvoerverbod van deze west- en noord-Afrika en enkele pun ten van Europa. Daarnaast wordt langs de westkust van midden- en zuid-Ame- rika een secundair uitbreidingsgebied gevonden. In het licht van de onderzoekingen der laatste jaren neemt men aan dat dit uitbreidingsgebied cultuur-histo risch samenhangt. Uiteraard is men het beste bekend met de weefsels uit Indonesië en naas te omgeving zoals India en achter-In- dië. Toch bezit het museum in Bazel een belangrijke collectie uit zuid-China en wat west-Afrika betreft, is bij ver schillende musea een toenemende be langstelling te constateren. Ook noord- Afrika komt meer en meer in de be langstelling te staan. Over de weef- techniek van Amerika en prae-Colum- biaans Peru is men heden ten dage ook goed ingelicht. Daar men over de Japanse weeftech- niek het minste wist, wat het voor de ze specialistische vorm van weten schapsbeoefening zeer verheugend dat Z.W.O. met een subsidie het onderzoek van de heer Langewis heeft mogeiyk gemaakt. PRAKTISCH NUT Naast een zuiver wetenschappelyk belang, werpt deze studie ook een praktisch nut af. De textielindustrie heeft nemeiyk voor deze oude versieringstechniek 'n levendige belangstelling, daar deze haar inspireert tot nieuwe ontwer pen. De academie voor beeldende kunsten te Rotterdam interesseert er zich byzonder voor In verband met de opleiding van sierkunstenaars. MUSEUMONDERZOEK Op een vraag naar byzonderheden over het museum zelf, wees Dr. Noo- teboom er op, dat het onderzoek van de heer Langewis een poging is om het museumonderzoek in Nederland op een nieuw vlak te brengen. Beken de etnografische musea in het bui tenland zo vervolgde hij hebben de gewoonte hun wetenschappelijke medewerkers regelmatig op expedities over zee te zenden. Dit is in ons land vrijwel verwaarloosd omdat hier nimmer van overheidswege gelden, voor beschikbaar werden gesteld. In dit licht moet men ook de ex peditie zien van de heer Groeneveld naar West-Nieuw-Guinea, die al ja ren duurt en welke uitgaat van het koninklijk instituut voor de tropen te Amsterdam en het museum voor Jand en volkenkunde te Rotterdam. Het doel van deze expeditie is de kunst en de etnografie van West-Nieuw- Guinea zo veel mogelijk voor de toe komst te redden. Dit werk heeft tot nu toe voortreffelijke resultaten op geleverd. SAHARA Ander werk in deze richting wordt verricht door de honorair-conserva- tor van het museum, de heer H. P. C. Haan, die binnenkort zijn zeventiende expeditie naar de Sahara hoopt te be ginnen. Deze expeditie betreft een prehistorisch onderzoek van dit ge bied, waarbij het museum voor land en volkenkunde hem verzocht heeft om grote aandacht aan de hedendaag se etnografie te willen schenken. In de loop der tijden heeft de heer Haan een uitgebreide collectie pre historische voorwerpen uit Noord- Afrika verzameld, welke hij enkele jaren geleden aan het Rotterdams museum heeft geschonken. Met dit materiaal is een kleine, maar zeer overzichtelijke expositie ingericht over het prehistorische Saharagebied. „Op deze wijze", aldus Dr. Noote- boom, „pogen wij het museum, waar van het bezoek in vijf jaar tijds ver viervoudigd is, tot steeds intensiever leven te brengen." het door me heen. Direct worden al mijn jachtinstincten wakker. Dat mor mel op mijn terrein. Het is ongehoord. Maar ik zal hem die streken wel af leren. Het zal hem berouwen, dat hij zijn neus in mijn zaken heeft gesto ken. Maar ja, hoe gaat dat. Er zijn meer dingen te doen. De jacht wordt een dag of wat uitgesteld. Dan, op een avond, komen er enkele vrienden van me op bezoek. Allemaal kerels met klinkende namen, nou ja, daar geef ik niet om, hoor, dat niet. Enfin, we ra ken aan de praat en ook dat wilde zwyn komt ter sprake. „Dat kan jy toch niet gedogen, Jean, dat er zo'n ondier op je landgoed rondloopt, jij als jager", merkt een van mijn vrienden op. Ze werken op mijn eergevoel en van het een komt het ander. We hesluiten eensgezind direct op pad te gaan om het beestje een kopje kleiner te maken. Ze heb ben pret, die kerels, dat merk ik wel, ze trekken mijn jachtcapaciteiten in twijfel. Dat maakt me kwaad en voor ik het zelf goed besef, zeg ik: Ik zal dat beestje levend thuis brengen." Ze lachen maar wat en kijken een beetje ongelovig. Enfin, we gaan op pad. Ik stel me verdekt ergens op, mijn geweer, dat ik voor alle zeker heid toch maar heb meegenomen, vast omklemd houdend In beide handen en tuur in de duisternis. Mijn vrienden zullen het beestje, zo mogelijk, mijn richting uitdrijven. Als hen dat niet lukt, nu ja, dan is het mijn schuld niet, dat ik mijn belofte niet kan na komen. Een uur gaat voorbij, zonder dat er iets gebeurt. Een tweede uur verstrijkt. Nog steeds geen byzonder heden. Dan opeens, een hevig gekraak. „Nu", fluister ik tegen me zelf. Ik ga wijdbeens op het smalle wildpaadje staan, het geweer, om op alles voor bereid te zijn, in de aanslag. Nog even en ik zie een donkere schim recht op me afkomen. Het zwyn! Koelbloedig Mijn knieën knikken, maar koelbloe dig wacht .ik de onvermijdelijke ont moeting af. En dan, warempel, je zult het niet geloven, maar dan wil het beest tussen mijn benen door weg vluchten. Ik ook niet van gisterenl Die kans moet ik benutten. Op het moment, dat het ondier zich onder my bevindt, klap ik mijn benen tegen el kaar en kwam aldus op zijn rug te zitten. Ik heb beet! Ik smijt myn ge weer weg. Het beest begint verschrik kelijk te keer te gaan, maar daar trek ik me niets van aan. Ik zit boven op hem, als op een paard. Nu ben ik een prima ruiter, moet je weten, dit even tussen haakjes. Enfin, ik draai me z« goed en zo kwaad als dat gaat om en pak het dier aan zijn oren. Een mach tige greep. Hij begint nog harder te schreeuwen, maar ik merk wel, dat ik toch vat op hem krijg. „Heila, vort", roep ik dreigend, net als tegen mijn paard en meteen geef ik een rukje aan zijn oren, alsof het leidsels zijn. Hij reageert onmiddellijk. Natuurlijk, ik had ook niets anders verwacht. Met mij op zijn rug tippelt hij overal heen, waar ik hem hebben wil. Als een lam metje is hij, zo gedwee. Zo komen we thuis aan. En mijn vrinden kijken natuurlijk.... Ja, je bent jager, of je bent het niet. Een mooie tijd was dat jongens, een mooie tijd." De baron zweeg en zuchtte. En Willem zuchtte ook. „Dat was een mooi verhaal, meneer de baron," zei hy toen (weer een knip oogje naar mü). „Weet U nog niet zo iets?" „Ach ja, vooruit, laat ik nog iets ver tellen. Ja: het is al weer heel wat jaar tjes geleden, dat ik. ROTTERDAM, 27 jan. Gisteravond kwam aan het bureau-Bergsingel te Rot terdam een Frans-sprekende Belgische hotelhouder vertellen, dat hy zijn porte feuille met 400 Belgische francs en f 60. verloren had. De man zat zonder geld en zei tegen de dienstdoende inspecteur dat hij een vriend in Amsterdam had, die on getwijfeld bereid zou zijn hem aan de no dige contanten te helpen. De inspecteur belde de vriend op en deze vertelde, dat hij een telegrafische postwissel naar het bureau zou sturen ten bedrage van f25.—. Opgelucht bleef de Belg op het geld zitten wachten. Even later kwam Amsterdam weer aan de telefoon en de vriend vertelde dat hy op deze wijze het geld niet kon overma ken. Goede raad was duur, men bleef nog even in het bureau beraadsslagen en plots rinkelde de telefoon weer. Nu was er de inspecteur van een Am sterdams politiebureau aan de andere kant van de draad, die meedeelde, dat de vriend by hem een bedrag van f25. neergeteld had. Als de Rotterdamse in specteur bereid was dit bedrag uit eigen middelen aan de Belg te betalen, dan zou de Amsterdamse inspecteur het bedrag overmaken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 3