DOOS KOULED
tot centrale organisatie
L F. I.
Ontwikkeling
Ontspanning
Gezelligheid
Over de dialectgebieden in Zeeland
en hoe men hier zoent!
kunt
9'J
niets doen
M
wacht met filmproduktie op
voldoende breed afzetgebied
Reeds zijn belangrijke
bedragen beschikbaar
't Zeeuwsch Weekend
I/au padiuditt initiatief
Dialectbureau
bestond 25 jaar
TOEN WIJ OP de eerste dag van dit jaar onze familieleden,
vrienden en kennissen al datgene toewensten wat als verwach
ting maar enigszins oorbaar mag heten, hebben „wij" met
dit „wij" wordt in dit geval het gehele Nederlandse taalgebied be
doeld dat allen op onze eigen wijze gedaan. Gezegend, gelukkig,
voorspoedig... dit is het eerste onderscheid in de schakering. Het
tweede, waardoor al deze goede wensen uiteenlopen, is de uitspraak.
Want het kleine Nederlandse taalgebied valt bij nader onderzoek weer
uiteen in een groot aantal dialecten. Dialecten, die de moeite van het
bestuderen waard zijn. Men heeft dit gedaan. Eerst was het particu
lier initiatief, dat de verschillen in taal, taol, tael en andere vormen
trachtte te ontleden. Een meer georganiseerde vorm was het werk van
het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap, dat in 1879 begon met
het instellen van een enquête, die kon doorgaan met steun van andere
genootschappen. Maar grotendeels kwam dialectologische werkzaam-
eid voort uit persoonlijke belangstelling. De oprichting, nu 25 jaar
geleden, van het Dialectenbureau is het begin geweest van organisatie
en centralisatie van het dialectenonderzoek.
En op diezelfde dag, dat in het Ne
derlandse taalgebied zo geschakeerd
nieuwjaar werd gewenst, bestond dat
Dialectbureau dus 25 jaar. Men heeft
daar bij het uitspreken van de nieuw
jaarswens, hoe gevarieerd in de tong-
Val ook, niet bij nagedacht. Daarom
was het zo prettig een boekje onder
Ogen te krijgen, het zevende nummer
van „Mededelingen der Centrale Com
missie voor Onderzoek van het Ne
derlandse Volkseigen", dat geheel aan
dit 25-jarige bureau gewijd is.
Van 1 januari 1931 af is het Dia
lectenbureau deel gaan uitmaken
van de veelzijdige taak die de Ko
ninklijke Akademie van Weten
schappen te vervullen heeft in het
wetenschappelijk bedrijf in Neder
land, zo kan men in dit typografisch
goed verzorgde boekje lezen.
Groei
Verder lezend kan men kennis ne
men van de groei van de dialectstudie,
die een belangrijk stuk neerlandistiek
is geworden zó belangrijk, dat geen
Neerlandicus zonder schade kan nala
ten er kennis van te nemen. Dialecto
logie is anderzijds een onderdeel van
de taalkunde waarbij op gelukkige
wijze kan worden samengewerkt tus
sen een grote kring van belangstellen
den en de eigenlijke mensen van het
Vak, zo vervolgt het boekje.
De aantrekkelijke kant van het dia
lectonderzoek schuilt hierin, dat het
hog enigszins „populair" kan blijven in
de goede zin van het woord. Het
euvel „specialisatie" is de dialectstu
die vreemd; de publikaties blijven
daardoor genietbaar.
Reeds in 1931 stelde het bureau een
onderzoek in naar het dialect van het
eiland Urk. Na vele wederwaardigheden
is het resultaat van dit onderzoek, dat
in later jaren door de stichting voor
het bevolkingsonderzoek in de droog
gelegde Zuiderzeepolders Is uitgebreid,
m 1912 in de publikaties van deze stich
ting in druk verschenen.
Bij wijzigingen
Aanvankelijk was het de bedoeling
van tijd tot tijd soortgelijke onderzoe
kingen in te stellen in plaatsen of ge
bieden, waarvan men mocht verwach
ten, dat het dialect er zich snel zou
wijzigen. Detoenemende werkzaam
heden op het bureau legden beslag op
het personeel en zodoende moest men
zich beperken tot het deelnemen aan
door genoemde stichting georganiseer
de onderzoekingen in de Wieringer-
meer- en Noordoostpolder, op Marken
en in Waterland. De commissie hoopt
in 1957 te kunnen beginnen met een
uitgebreid onderzoek naar de Amster
damse dialecten.
Over de veranderingen, die ongetwij
feld In de Zeeuwse „taele" na de tot-
Goede tentoonstelling
van kunsthistorische
documentatie
In het rijksbureau voor kunsthistori
sche documentatie aan de Korte Vij
verberg te 's-Gravenhage wordt een
tentoonstelling gehouden, die de be
zoekers een indruk geeft van het werk,
dat dit bureau verricht. Het rijksbu
reau werd in 1933 opgericht en is, naar
de directeur, dr H. Gerson, mededeel
de, een unieke instelling in de wereld.
In geen enkel ander land is namelijk
zo'n grote ducumentatie over de eigen
kunst bijeengebracht als in dit bureau.
Alleen van Nederlandse schilderijen
bezit het reeds 350.000 reprodukties. De
tentoonstelling geeft in ruim tien
wandpanelen een overzicht van het
werk, dat in de verschillende afdelin
gen van het bureau wordt verzet.
Daartoe zijn een of twee voorbeelden
gekozen.
Oude grafsteen in
Sint Bavo gevonden
'T' ijdens restauratiewerkzaamheden
van een grote bank in de Sint Ba-
vokerk te Haarlem is een grafsteen uit
1518 te voorschijn gekomen. Aangeno
men wordt, dat deze de oudste uit de
kerk is. De oppervlakte is aangetast,
waardoor een gedeelte van de tekst
verloren is gegaan. Wel is te lezen, dat
de overledene Woutszoon was. Daar
het oudste grafregister van 1655 da
teert, kan men op het ogenblik niet na
gaan wie deze Woutszoon is geweest.
Op de steen is een uurwerk afgebeeld,
dat overeenkomt met het uurwerk, dat
in de koepel der kerk is aangebracht.
Men vermoedt, dat het een grafsteen
van een klokkenmaker is.
standkoming van het Deltaplan «uilen
plaats grjjpen, wordt nog niet gespro
ken. Het ljjkt ons echter aannemelijk,
dat Zeeland in de nabije toekomst de
volle aandacht van het Dialectenbureau
gaat krijgen!
Aan de hand van vragenlijsten, die
men ingevuld terug mocht ontvangen,
heeft het bureau een voorlopige schets
kaart samengesteld, waarop de hoofd
lijnen voorkomen, die de scheidingen
tussen de verschillende dialectgebie
den in Nederland aangeven. Soms zijn
het rivieren, die deze gebieden van
elkaar scheiden, maar vaak loopt de
afscheiding ergens dwars door 't land.
Zeeland
Gemakkelijk was het voor het
Dialectbureau dat dit dus in
het woord. Slechts over het laatste
zullen wij de Zeeuwse stemmen laten
horen.
Zo zoent Zeeland
Op Walcheren kust men over het
algemeen, hoewel er in de streek
Vlissingen-SoubUTg-Ritthem over een
,smok" wordt gesproken. Ook op
Noord-Beveland wordt veel gekust
hoewel meer oostelijk van „kos" spra
ke zou zijn Zuid-Beveland kust en
kost er heerlijk op los; beide woorden
zouden, aldus het Dialectbureau, door
elkaar worden gebruikt. In het hartje
van de zak heeft men het ook wel
over een ,^oen".
De westpunt van Tholen kost, de
rest van het eiland, evenals St Phi
lipsland, kust. Schouwen-Duiveland
kust en kost, weer door elkaar, maar
in Zeeuwsch-Vlaanderen, daar is het
een janboel.' In het westelijk deel zou
men zowel de smok als de zoen, de
kus, de tuut, de toot, de toet en de
var moeten kennen. Oostelijk doet
hiervoor tenslotte weinig onder; alleen
de smok zou men hier niet kennenl
En nu maar afwachten, hoe de drie
eilanders en de deltabewoners elkaar
gaan liefkozen.
Kent U hei verschil
tussen een smok,
kus en een kos?
een
J
hoofdlijnen deed om de dialect
gebieden in Zeeland af te ba enen!
Want hier zijn de eilanden in vele
gevallen ook het dialectgebied.
Tholen en St. Philipsland zijn als
één gebied aangegeven; Schouwen-
Duiveland valt in tweeën uiteen
Steden als Bruinisse en Zierikzee
staan weer apart vermeld. Alle dor
pen in de buurt weten b.v. te ver
tellen, dat in Bruinisse de „zunne
in de tunne" schijnt en niet „de
zonne in de tonne". Noord-Beve
land is een zowel geografisch als
dialectologisch op zichzel staand
stukje Zeeland. Wat dit laatste be
treft dit kan ook gezegd worden
van Zuid-Beveland. II ziet wel: het
zijn hoofdlijnen, dialect verschilt
vaak van dorp tot dorp!
Ook Walcheren wordt als homo
geen gekenschetst, hoewel West-
kapelle en Arnemuiden in een uit
zonderingspositie verkeren. „In Ar
nemuiden zingen ze als ze dialect
spreken" vertelden verschillende
invullers er ■zal geen Zeeuw
zijn, die dit zal ontkennen!
Tenslotte staat er een aardige ver
handeling in dit boekje over het zoe
nen, zowel over de handeling als over
Rembrandt wijzigde
Claudius Civilis"
Het volgens een nieuwe methode uit
gevoerde onderzoek, waaraan het
schilderij „Claudius Civilis" van Rem
brandt in het rijksmuseum te Stock
holm is onderworpen heeft verrassen
de resultaten opgeleverd. Er werd
vastgesteld, dat de meester belangrijke
wijzigingen heeft aangebracht tijdens
zijn arbeid aan het stuk. Het schilderij
stelt voor een groep samenzweerders,
die Claudius Civilis trouw zweren al
vorens te pogen een opstand tegen de
Romeinen te beginnen na de dood van
keizer Nero. De mannen staan ge
schaard om een tafel en kruisen hun
zwaarden met dat van de Batavieren
leider. Merkwaardig is, dat het doek
een zwaard teveel toont, aangezien
men mag veronderstellen, dat geen
van de halfverscholen figuren meer
dan één zwaard draagt. Een onlangs
verricht röntgenologisch onderzoek
heeft nog een „schimmenzwaard" on
der de verflagen aan het licht ge
bracht. De kunstenaar heeft ook de
mannen rond de tafel gedeeltelijk her'
groepeerd en de hoogte van de tafel
drie keer veranderd, zo is gebleken. De
resultaen van het onderzoek zullen
gepubliceerd worden in verband met
de komende tentoonstelling van wer
ken van Rembrandt door het museum
te Stockholm. Nederlandse musea heb
ben zich bereid verklaard een aantal
werken van de Hollandse meester in
bruikleen af te staan voor dit doel.
2londec
OOK AFRIKA STEMT
De jaarlijkse prijzen van de stich
ting kunstenaarsverzet zullen ditmaal
worden toegekend voor wat de litera
tuur betreft aan een auteur van een
essay of een biografie en voor wat de
beeldende kunst aangaat aan een
beeldhouwer.
Het werkcentrum voor leketoneel en
creatief spel heeft een landelijk advies
bureau gesticht onder leiding van de
heer Lou Hoefnagels. Behalve monde
linge en schriftelijke voorlichting zal
het bureau cursussen en instructie
avonden aan jeugdleiders en onder
wijskrachten geven.
Terwijl de verrassende uitslag van de
verkiezingen in Frankrijk al langen
breed bekend is, beginnen uit Frans
Afrika berichten en foto's binnen te
komen, waaruit blijkt, dat daar onder
de gekleurde bevolking grote belang
stelling vóór de stembus bestond. Deze
foto laat zien hoe de heer Felix Houp-
houet-Boigny, de leider van de demo
cratische partij van de Ivoorkust, te
vens president van de territoriale ver
gadering, in Adjame, de Afrikaanse
voorstad van Abidjan, de hoofdstad
van de Ivoorkust, temidden van een
groepje geïntrigeerde kiezers uit zijn
gebied zijn stem uitbrengt.
In de eerste weken van het nieuwe jaar zijn wij mensen vaak be
zig met de toekomst. We maken dikwijls plannen. Dit jaar zullen we
dit gaan doen. Misschien zijn we ook wel vol goede moed om te pro
beren bepaalde lelijke dingen te laten. Dit of dat zal ons van het
jaar niet meer gebeuren. Bij veel mensen zaC in onze dagen ook de
vraag opkomen: „Wat zal 1956 ons brengen?" We denken dan aan
oorlog of vrede. Alles wat zich afspeelt in deze wereld is voor ons
mensen immers van veel belang. We kunnen wel eens groom met
elkaar over God spreken, maar ons denken en handelen u-ordt toch
helaas maar al te vaak bepaald door alles wat de wereld ons kan
bieden. Allen, die zich de moeite getroosten om deze paar woorden
te lezen, zullen dat niet durven ontkennen. De wereld zegt: „Zonder
geld kunnen we niets beginnen", of „Zonder vrede is de wereld en
zijn ook wij verloren'." of „Zonder welvaart is er niets meer aan 't
leven'." Nu zal niemand willen beweren, dat tijden van oorlog ar
moede en economische, depressie, prettige tijden zijn.
Maar toch mogen deze dingen niet het enige zijn, wat ons bezig
houdt. Wanneer we alleen maar letten op de dingen van de wereld,
dan zijn we het slachtoffer van dingen die tenslotte vergaan. Wat
zegt de profeet Jesaja immers: „AI wat leeft is gras, al zijn pracht
als een bloem van het veld; het gras verdort, de bloem valt af, als
des Heren adem daarover blaast; het gras verdort, de bloem ver
welkt. Deze sombere woorden sluit Jesaja af met een onvergetelijk
woord. „Maar het woord van onze God houdt stand in eeuwigheid".
Eén is er die boven de tijden uitgaat. Dat is God. Hij heeft ook 't
jaar 1956 in Zijn hand. Hij bepaalt de loop der dingen. Hij draagt
ook de schuld die 1956 ook weer zal brengen.
Nu zegt deze God, door Zijn Zoon: „Zonder mij kunt gij niets
doen".
Wij zijn verloren, wanneer we niet aan God's hand door willen
gaan. Dit is het enige wat we uit Gods naam hiervan zeggen: „Zon
der God zijn wij verloren.
Laten we daar aan denken. Ik moet 't eigenlijk zo zeggen: Het is
het allereerste waar we aan moeten denken-Met is immers het aller
belangrijkste! Wanneer we dit doen dan kunnen we in vol vertrou
wen de toekomst tegemoet gaan.
Want het geloof in God heeft consequenties. Dit is mijn gebed, zegt
Jezus, dat gij elkander liefhebt.
Margriet vierde haar verjaardag
WAT EEN
AL VEROORZAAKTE
Nieuw „leermiddel" voor hef maken van sommen
argriet is gisteren jarig geweest. Maar over die verjaardag zelf
zal ik niet veel zeggen, alleen maar, dat alles keurig volgens
het „protocol" is verlopen. Vanmorgen op het plein komt
Margriet me weer met een even stralend gezichtje tegemoet als giste
ren, wat geen wonder is, want ze heeft de cadeaus bij zich, die ze
gisteravond kreeg, toen ze „meisies het magge houwe Dat „meisies
magge houwe", is een beetje luxe, want Margriet heeft natuurlijk geen
kroonjaar gevierd. Dit is evenwel mijn zaak niet en ik verheug me
met Margriet in haar nieuwe schatten.
Het kost het meisje wat acrobatische
toeren om alles uit de mantelzakken' en
een pakje te voorschijn te halen en mij
dat te vertonen op het plein, zonder iets
te laten vallen. Maar goed, het lukt. Ze
gaat niet mee naar binnen, want op het
plein heb je meer kans om een kring van
„Kommunist" kritiseert
Malenkof
y ommunist" is een orgaan van de
m In communistische partij in Rus
land. Een paar dagen geleden bracht
het 'n artikel, waarin 'n uitspraak van
Malenkof in een rede op een partij
congres nu ruim drie jaar geleden van
de hand, werd gewezen. In oktober
1952, vijf maanden nadat hij Stalin op
volgde, zei Malenkof n.l., dat bewuste
overdrijving van persoonsuitbeeldin
gen in de literatuur toelaatbaar was
om verschillende typen beter tot hun
recht te doen komen. Nu schrijft ech
ter „Kommunist" in een niet onderte
kend stuk en zonder dat de naam van
Malenkof wordt genoemd, dat een der
gelijke handelwijze in tegenspraak is
met de geest van het Marxisme-Lenïn-
isme en een negatieve invloed uit
oefent op de ontwikkeling van de
Sowjetliteratuur. Hetgeen voor de heer
Malenkof niet bepaald een prettige
mededeling zal zijnl
Waarschuwing tegen lichtvaardige plannen
De C.F.A. heeft de beschikking
gekregen over zeer belang
rijke bedragen voor de tijd,
dat zij tot de produktie van een
speelfilm meent te kunnen over
gaan. Zij wenst echter niet met het
vertrouwen en het geld van ande
ren te spelen. Het is onjuist, dat
door haar zou zijn verklaard, dat
het maken van een speelfilm on
mogelijk zou zijn. Zij is wel van
oordeel, dat het rendabel maken
van een goede speelfilm, waarmee
een bedrag van 2 tot 3 ton is ge
moeid, niet mogelijk is, tenzij men
verzekerd is van een afzetgebied
van voldoende betekenis.
Dit heeft het bestuur der landelijke
C.F.A. ons medegedeeld naar aanlei
ding van publikaties van de zijde van
een organisatie, een z.g. christelijk
cultureel centrum, waarin o.m. werd
Met het scheppen van een afzetge
bied is de C.F.A. druk bezig en dank
zij het feit, dat zij niet slechts met
plannen, maar met daden komt, is het
aantal van haar vaste afdelingen reeds
gestegen tot 62, terwijl daarnaast een
groeiende vraag bestaat naar goede,
christelijk verantwoorde films, ook in
plaatsen, waar zo'n afdeling nog niet
bestaat.
Het grote succes van de film „Ik ben
met u" wijst aan in welke richting de
C.F.A. mogelijkheden ziet. De aankoop
van het alleenvertoningsrecht der chris
telijke speelfilm „Lease of life" nit de
Arthur Rankproüuktie is een bewijs te
meer, dat het de C.F.A. ernst is met
haar opzet te doen wat mogelijk is.
Het bestuur der C.F.A., zo werd ge
zegd, acht het in hoge mate ongeluk
kig, dat in een tijdsgewricht, waarin
zij met steun van vele belangrijke
christelijke organisaties als C.N.V., N.
C.V.B., N.C.R.(eis)V., Geref. jeugdor
ganisaties, P.I.T. e.a. volhardend tracht
tot christelijke invloed op filmgebied
te geraken, de indruk wordt gewekt,
dat zij impotSfit zou zijn op het ter
rein, waarop zij zich, met uitsluiting
van nevenactiviteiten .beweegt. In het
gezegd, dat de C.F.A. tot de 'conclusie I verleden zijn buiten haar om plannen
zou zijn gekomen, dat het financieel fei?ï.a en. 2' -n'io rtShi w
faillissement leidden. Die weg wil het
bestuur beslist niet op. Niet bij gebrek
een onmogelijkheid is te komen tot
een christelijke speelfilm.
WOONRUIMTE
Wij vrezen, lezer, dat uw plan niet op
zal gaan. Het is heel vriendelijk van
uw familie u kamers aan te bieden,
opdat u trouwen kunt. Maar.u
woont niet in die gemeente en wat
erger is; u werkt er ook niet. De
gemeente zal dus vrij zeker geen
vergunning geven.
SNEEUW OP SCHOORSTEEN
Onlangs werd gevraagd wie de kos
ten moeten dragen van het verwij
deren van een nest uit de schoor
steen, de eigenaar of de huurder.
Wij gaven toen als antwoord: de
huurder, en voegden hier de wijze
raad aan toe: wat gaas op de schoor
steen en u is voor last gevrijwaard.
Accoord, schrijft nu een lezer, Maar
vorige winter waren wij twee da
gen weg. Het sneeuwde en vroor.
Toen we de kachel weer aanmaak
ten, kregen we bijna kolendamp
vergiftiging. Want de sneeuw was
op het gaas blijven liggen en vast
gevroren tot een koek. Dat moeten
wij dus óók doorgeven. Was het gaas
t« fijn, misschien?
VITAAL
Uw vader is, hoewel reeds zeer oud,
nog erg vitaal. Nu hij dingen doet,
die u minder prettig vindt (omdat
hij zijn éigen geld gebruikt?), kunt
u daar niets tegen doen. Zolang er
geen tekenen zijn van verminderde
toerekeningsvatbaarheid, zult tt ze
ker niet bereiken, dat iiij onder cu
ratele wordt gesteld. Dat gaat zo
eenvoudig niet. Uw vader blijft vrij
in zijn doen en laten. En waarom
niet, als hij zowel lichamelijk als
geestelijk zo vitaal is? Waarom zou
hij geen reizen mogen maken? Zijn
bezit heeft hij toch zelf verdiend,
zijn kinderen laten studeren en zijn
plicht ruimschoots gedaan? Nu wil
hij nog genieten. Wat steekt daar
voor fouts in?
GEEN VUILE WAS
Wilt u dit nu eens goed in uw rubriek
zetten, dan lezen ze het welen
dan volgt er een brief, waarin men
de een of andere familie- of buren-
vete ten beste brengt. U voelt, dat
doen wij niet. Daar is onze rubriek
niet voor.
ONTSLAG-TERMIJN
In verband met een kleine onjuistheid
plaatsen wij nog eens de ontslag-re
geling, voorzover het betreft de ont
slag-termijn.
De termijn van opzegging voor de
S'erkgever is tenminste zoveel we
en als de dienstbetrekking na de
meerderjarigheid van de arbeider
hele jaren heeft geduurd en voor de
arbeider tenminste zoveel weken als
de dienstbetrekking na zijn meer
derjarigheid tijdvakken van twee
hele jaren heeft geduurd, met dien
Verstande, dat uit dezen hoofde de
opzeggingstermijn voor de werkge
ver ten hoogste 13 weken en voor
aan geloof in het doel, maar in de
nuchtere waakzaamheid, die bestuur
ders van een christelijke organisatie
past, heeft het bestuur daarom be
sloten nog niet tot eigen filmproduk
tie over te gaan en waarschuwt het
tegen misschien goedbedoelde maar
lichtvaardige plannen, ook al geven
enkele predikanten daaraan hun naam.
de arbeider ten hoogste 6 weken zal
bedragen.
TRANSPORT-BEDRIJF
Nee, lezer, u kunt in geen geval zo
maar een transportbedrijf beginnen.
Daar komt heel wat voor kijken.
Een heel zwaar examen voor vak
diploma, middenstandsdiploma en zo
meer. Informeert u maar eens bij de
Kamer van Koophandel.
DE AFBETALING
Ons antwoord kan HEEL kort zijn. U
kocht en u moet betalen. Maar wij
willen er wel dit aan toevoegen:
meerderen menen, dat als er wer
kelijk overmacht is, dit een reden
tot een wettig recht op uitstel zou
zijn. Dat is fout. U kocht en u moet
dus betalen. Teveel mensen verge
ten dit, als ze zo gemakkelijk kun
nen kopen. Men moet nooit meer
kopen, dus geen zwaardere verplich
ting aangaan, dan wordt gedekt door
het inkomen, ook als dat inkomen
20 pet. lager wordt. De ziektewet
keert immers maar 80 pet. uit?
bewonderaarsters om je heen te krijgen
dan in de klas. Op het plein heerst de
vrijheid. Margriet blijkt dat wel te ver
staan. Nadat ik de gelukkige het volle
pond van mijn bewondering heb gegeven,
stap ik maar naar binnen, want al moge
het dan prachtig weer zijn voor de tijd
van het jaar, 's morgens nog voor ne
genen zit de warmte me bepaald nog niet
in de weg.
Onder het geanimeerde gesprek met
de mannelijke pedagogenkolonie ver
geet ik al Margriets cadeaus en zelfs
dat ene presentje, wat gevaar kan op
leveren, en zo komt het, dat ik Mar
griet in het ongestoord bezit laat van
al haar schatten.
Anders komen die altijd te pronk te
staan op het randje van mijn lessenaar.
Het is dan altijd met volle toestemming
van de eigenaars of eigenaressen, dat ik
volop van dit aanzicht mag genieten. Nu
is het ook eigenlijk Margriets verjaardag
niet meer, waardoor het waarschijnlijk
komt, dat de nieuw verkregen bezittin
gen mijn aandacht ontgaan.
ONRAAD.
Alles gaat goed, tot we tegen het eind
van de schrijfles geraken. Ik zie in Mar
griets bank opeens twee aandachtig naar
elkaar toegebogen kopjes. Dat beduidt
onraad en ik wil er naar toestappen, doch
eerst zal ik Bertje nog even helpen met
een paar g's, die er meer als slierasperges
dan als een „g" uitzien, en in dat korte
ogenblik gebeurt het..... Er valt wat en
we horen allemaal licht geritsel van
„Weglopende dingetjes".
Alle pennen liggen op slag op de bank'
en aller ogen zijn gericht opMargriet
zegt diep tragisch met een snikkend hikje
achteraan: „Me kraeltjies". Ze kijkt me
zo triest aan, dat het zo klaar als de dag
is, dat de wegrollende kraeltjies haar
meer zorgen baren dan dat haar geweten
prikt wegens ongeoorloofde activiteiten
onder de les. Er rollen zomaar twee dikke
tranen langs de appelwangen en het lipje
trilt als van een baby.
EEN PRIK
Net als ik wat wil zeggen, gaat er ook
een prik door mijn geweten. Had ik de
verjaardagssehatten ook maar niet op
slag vergeten, dan waren ze als naar ge
woonte op mijn lessenaar terecht geko
men, vooral dat „gevaarlijke" doosje vol
houten kralen.
Daarom zeg ik iets anders dan ik
eerst van plan was. Terwijl de schriftjes
worden opgehaald mag Margriet haar
kralen oprapen. Als ik niet oppas, ligt
dadelijk de hele klas op de grond om
assistentie te bieden.
Margriet ligt nog onder de banken ge
doken, als wij aan het rekenen trekken,
wat haar niet zal spijten, want zij is nog
nooit verrukt van sommetjes geweest. Ik
vind dat ze nu maar moet boven komen,
want dat hapje cijferwetenschap heeft zij
vooral broodnodig. Zwakjes protesteert
ze, want er liggen nog kraeltjies op de
vloer. Het zullen er niet zoveel meer zijn,
daarom ben ik nu onvermurwbaar en om
Margriet over het dode punt heen te hel
pen, geef ik haar direct een beurt, nadat
ze de verzekering heeft ontvangen dat
om twaalf uur de rest mag worden opge
raapt, zo nodig met de hulp van de bank-
buur. Als gewoonlijk is het weer mis met
Margriets rekenkunde.
Opeens krijg ik en nu eens te rech
ter tijd een goede ingeving. M'n stu
dentje mag voor de klas komen met een
handjevol kralen en daar, in aanschou
welijk onderwijs voor aller oog, de op
lossing trachten uit te vinden, van die
anders onontwarbare puzzles, die men
sommetjes noemt.
(Zie vervolg andere weekendpagina)