DOOS KOULED tot centrale organisatie L F. I. Ontwikkeling Ontspanning Gezelligheid Over de dialectgebieden in Zeeland en hoe men hier zoent! kunt 9'J niets doen M wacht met filmproduktie op voldoende breed afzetgebied Reeds zijn belangrijke bedragen beschikbaar 't Zeeuwsch Weekend I/au padiuditt initiatief Dialectbureau bestond 25 jaar TOEN WIJ OP de eerste dag van dit jaar onze familieleden, vrienden en kennissen al datgene toewensten wat als verwach ting maar enigszins oorbaar mag heten, hebben „wij" met dit „wij" wordt in dit geval het gehele Nederlandse taalgebied be doeld dat allen op onze eigen wijze gedaan. Gezegend, gelukkig, voorspoedig... dit is het eerste onderscheid in de schakering. Het tweede, waardoor al deze goede wensen uiteenlopen, is de uitspraak. Want het kleine Nederlandse taalgebied valt bij nader onderzoek weer uiteen in een groot aantal dialecten. Dialecten, die de moeite van het bestuderen waard zijn. Men heeft dit gedaan. Eerst was het particu lier initiatief, dat de verschillen in taal, taol, tael en andere vormen trachtte te ontleden. Een meer georganiseerde vorm was het werk van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap, dat in 1879 begon met het instellen van een enquête, die kon doorgaan met steun van andere genootschappen. Maar grotendeels kwam dialectologische werkzaam- eid voort uit persoonlijke belangstelling. De oprichting, nu 25 jaar geleden, van het Dialectenbureau is het begin geweest van organisatie en centralisatie van het dialectenonderzoek. En op diezelfde dag, dat in het Ne derlandse taalgebied zo geschakeerd nieuwjaar werd gewenst, bestond dat Dialectbureau dus 25 jaar. Men heeft daar bij het uitspreken van de nieuw jaarswens, hoe gevarieerd in de tong- Val ook, niet bij nagedacht. Daarom was het zo prettig een boekje onder Ogen te krijgen, het zevende nummer van „Mededelingen der Centrale Com missie voor Onderzoek van het Ne derlandse Volkseigen", dat geheel aan dit 25-jarige bureau gewijd is. Van 1 januari 1931 af is het Dia lectenbureau deel gaan uitmaken van de veelzijdige taak die de Ko ninklijke Akademie van Weten schappen te vervullen heeft in het wetenschappelijk bedrijf in Neder land, zo kan men in dit typografisch goed verzorgde boekje lezen. Groei Verder lezend kan men kennis ne men van de groei van de dialectstudie, die een belangrijk stuk neerlandistiek is geworden zó belangrijk, dat geen Neerlandicus zonder schade kan nala ten er kennis van te nemen. Dialecto logie is anderzijds een onderdeel van de taalkunde waarbij op gelukkige wijze kan worden samengewerkt tus sen een grote kring van belangstellen den en de eigenlijke mensen van het Vak, zo vervolgt het boekje. De aantrekkelijke kant van het dia lectonderzoek schuilt hierin, dat het hog enigszins „populair" kan blijven in de goede zin van het woord. Het euvel „specialisatie" is de dialectstu die vreemd; de publikaties blijven daardoor genietbaar. Reeds in 1931 stelde het bureau een onderzoek in naar het dialect van het eiland Urk. Na vele wederwaardigheden is het resultaat van dit onderzoek, dat in later jaren door de stichting voor het bevolkingsonderzoek in de droog gelegde Zuiderzeepolders Is uitgebreid, m 1912 in de publikaties van deze stich ting in druk verschenen. Bij wijzigingen Aanvankelijk was het de bedoeling van tijd tot tijd soortgelijke onderzoe kingen in te stellen in plaatsen of ge bieden, waarvan men mocht verwach ten, dat het dialect er zich snel zou wijzigen. Detoenemende werkzaam heden op het bureau legden beslag op het personeel en zodoende moest men zich beperken tot het deelnemen aan door genoemde stichting georganiseer de onderzoekingen in de Wieringer- meer- en Noordoostpolder, op Marken en in Waterland. De commissie hoopt in 1957 te kunnen beginnen met een uitgebreid onderzoek naar de Amster damse dialecten. Over de veranderingen, die ongetwij feld In de Zeeuwse „taele" na de tot- Goede tentoonstelling van kunsthistorische documentatie In het rijksbureau voor kunsthistori sche documentatie aan de Korte Vij verberg te 's-Gravenhage wordt een tentoonstelling gehouden, die de be zoekers een indruk geeft van het werk, dat dit bureau verricht. Het rijksbu reau werd in 1933 opgericht en is, naar de directeur, dr H. Gerson, mededeel de, een unieke instelling in de wereld. In geen enkel ander land is namelijk zo'n grote ducumentatie over de eigen kunst bijeengebracht als in dit bureau. Alleen van Nederlandse schilderijen bezit het reeds 350.000 reprodukties. De tentoonstelling geeft in ruim tien wandpanelen een overzicht van het werk, dat in de verschillende afdelin gen van het bureau wordt verzet. Daartoe zijn een of twee voorbeelden gekozen. Oude grafsteen in Sint Bavo gevonden 'T' ijdens restauratiewerkzaamheden van een grote bank in de Sint Ba- vokerk te Haarlem is een grafsteen uit 1518 te voorschijn gekomen. Aangeno men wordt, dat deze de oudste uit de kerk is. De oppervlakte is aangetast, waardoor een gedeelte van de tekst verloren is gegaan. Wel is te lezen, dat de overledene Woutszoon was. Daar het oudste grafregister van 1655 da teert, kan men op het ogenblik niet na gaan wie deze Woutszoon is geweest. Op de steen is een uurwerk afgebeeld, dat overeenkomt met het uurwerk, dat in de koepel der kerk is aangebracht. Men vermoedt, dat het een grafsteen van een klokkenmaker is. standkoming van het Deltaplan «uilen plaats grjjpen, wordt nog niet gespro ken. Het ljjkt ons echter aannemelijk, dat Zeeland in de nabije toekomst de volle aandacht van het Dialectenbureau gaat krijgen! Aan de hand van vragenlijsten, die men ingevuld terug mocht ontvangen, heeft het bureau een voorlopige schets kaart samengesteld, waarop de hoofd lijnen voorkomen, die de scheidingen tussen de verschillende dialectgebie den in Nederland aangeven. Soms zijn het rivieren, die deze gebieden van elkaar scheiden, maar vaak loopt de afscheiding ergens dwars door 't land. Zeeland Gemakkelijk was het voor het Dialectbureau dat dit dus in het woord. Slechts over het laatste zullen wij de Zeeuwse stemmen laten horen. Zo zoent Zeeland Op Walcheren kust men over het algemeen, hoewel er in de streek Vlissingen-SoubUTg-Ritthem over een ,smok" wordt gesproken. Ook op Noord-Beveland wordt veel gekust hoewel meer oostelijk van „kos" spra ke zou zijn Zuid-Beveland kust en kost er heerlijk op los; beide woorden zouden, aldus het Dialectbureau, door elkaar worden gebruikt. In het hartje van de zak heeft men het ook wel over een ,^oen". De westpunt van Tholen kost, de rest van het eiland, evenals St Phi lipsland, kust. Schouwen-Duiveland kust en kost, weer door elkaar, maar in Zeeuwsch-Vlaanderen, daar is het een janboel.' In het westelijk deel zou men zowel de smok als de zoen, de kus, de tuut, de toot, de toet en de var moeten kennen. Oostelijk doet hiervoor tenslotte weinig onder; alleen de smok zou men hier niet kennenl En nu maar afwachten, hoe de drie eilanders en de deltabewoners elkaar gaan liefkozen. Kent U hei verschil tussen een smok, kus en een kos? een J hoofdlijnen deed om de dialect gebieden in Zeeland af te ba enen! Want hier zijn de eilanden in vele gevallen ook het dialectgebied. Tholen en St. Philipsland zijn als één gebied aangegeven; Schouwen- Duiveland valt in tweeën uiteen Steden als Bruinisse en Zierikzee staan weer apart vermeld. Alle dor pen in de buurt weten b.v. te ver tellen, dat in Bruinisse de „zunne in de tunne" schijnt en niet „de zonne in de tonne". Noord-Beve land is een zowel geografisch als dialectologisch op zichzel staand stukje Zeeland. Wat dit laatste be treft dit kan ook gezegd worden van Zuid-Beveland. II ziet wel: het zijn hoofdlijnen, dialect verschilt vaak van dorp tot dorp! Ook Walcheren wordt als homo geen gekenschetst, hoewel West- kapelle en Arnemuiden in een uit zonderingspositie verkeren. „In Ar nemuiden zingen ze als ze dialect spreken" vertelden verschillende invullers er ■zal geen Zeeuw zijn, die dit zal ontkennen! Tenslotte staat er een aardige ver handeling in dit boekje over het zoe nen, zowel over de handeling als over Rembrandt wijzigde Claudius Civilis" Het volgens een nieuwe methode uit gevoerde onderzoek, waaraan het schilderij „Claudius Civilis" van Rem brandt in het rijksmuseum te Stock holm is onderworpen heeft verrassen de resultaten opgeleverd. Er werd vastgesteld, dat de meester belangrijke wijzigingen heeft aangebracht tijdens zijn arbeid aan het stuk. Het schilderij stelt voor een groep samenzweerders, die Claudius Civilis trouw zweren al vorens te pogen een opstand tegen de Romeinen te beginnen na de dood van keizer Nero. De mannen staan ge schaard om een tafel en kruisen hun zwaarden met dat van de Batavieren leider. Merkwaardig is, dat het doek een zwaard teveel toont, aangezien men mag veronderstellen, dat geen van de halfverscholen figuren meer dan één zwaard draagt. Een onlangs verricht röntgenologisch onderzoek heeft nog een „schimmenzwaard" on der de verflagen aan het licht ge bracht. De kunstenaar heeft ook de mannen rond de tafel gedeeltelijk her' groepeerd en de hoogte van de tafel drie keer veranderd, zo is gebleken. De resultaen van het onderzoek zullen gepubliceerd worden in verband met de komende tentoonstelling van wer ken van Rembrandt door het museum te Stockholm. Nederlandse musea heb ben zich bereid verklaard een aantal werken van de Hollandse meester in bruikleen af te staan voor dit doel. 2londec OOK AFRIKA STEMT De jaarlijkse prijzen van de stich ting kunstenaarsverzet zullen ditmaal worden toegekend voor wat de litera tuur betreft aan een auteur van een essay of een biografie en voor wat de beeldende kunst aangaat aan een beeldhouwer. Het werkcentrum voor leketoneel en creatief spel heeft een landelijk advies bureau gesticht onder leiding van de heer Lou Hoefnagels. Behalve monde linge en schriftelijke voorlichting zal het bureau cursussen en instructie avonden aan jeugdleiders en onder wijskrachten geven. Terwijl de verrassende uitslag van de verkiezingen in Frankrijk al langen breed bekend is, beginnen uit Frans Afrika berichten en foto's binnen te komen, waaruit blijkt, dat daar onder de gekleurde bevolking grote belang stelling vóór de stembus bestond. Deze foto laat zien hoe de heer Felix Houp- houet-Boigny, de leider van de demo cratische partij van de Ivoorkust, te vens president van de territoriale ver gadering, in Adjame, de Afrikaanse voorstad van Abidjan, de hoofdstad van de Ivoorkust, temidden van een groepje geïntrigeerde kiezers uit zijn gebied zijn stem uitbrengt. In de eerste weken van het nieuwe jaar zijn wij mensen vaak be zig met de toekomst. We maken dikwijls plannen. Dit jaar zullen we dit gaan doen. Misschien zijn we ook wel vol goede moed om te pro beren bepaalde lelijke dingen te laten. Dit of dat zal ons van het jaar niet meer gebeuren. Bij veel mensen zaC in onze dagen ook de vraag opkomen: „Wat zal 1956 ons brengen?" We denken dan aan oorlog of vrede. Alles wat zich afspeelt in deze wereld is voor ons mensen immers van veel belang. We kunnen wel eens groom met elkaar over God spreken, maar ons denken en handelen u-ordt toch helaas maar al te vaak bepaald door alles wat de wereld ons kan bieden. Allen, die zich de moeite getroosten om deze paar woorden te lezen, zullen dat niet durven ontkennen. De wereld zegt: „Zonder geld kunnen we niets beginnen", of „Zonder vrede is de wereld en zijn ook wij verloren'." of „Zonder welvaart is er niets meer aan 't leven'." Nu zal niemand willen beweren, dat tijden van oorlog ar moede en economische, depressie, prettige tijden zijn. Maar toch mogen deze dingen niet het enige zijn, wat ons bezig houdt. Wanneer we alleen maar letten op de dingen van de wereld, dan zijn we het slachtoffer van dingen die tenslotte vergaan. Wat zegt de profeet Jesaja immers: „AI wat leeft is gras, al zijn pracht als een bloem van het veld; het gras verdort, de bloem valt af, als des Heren adem daarover blaast; het gras verdort, de bloem ver welkt. Deze sombere woorden sluit Jesaja af met een onvergetelijk woord. „Maar het woord van onze God houdt stand in eeuwigheid". Eén is er die boven de tijden uitgaat. Dat is God. Hij heeft ook 't jaar 1956 in Zijn hand. Hij bepaalt de loop der dingen. Hij draagt ook de schuld die 1956 ook weer zal brengen. Nu zegt deze God, door Zijn Zoon: „Zonder mij kunt gij niets doen". Wij zijn verloren, wanneer we niet aan God's hand door willen gaan. Dit is het enige wat we uit Gods naam hiervan zeggen: „Zon der God zijn wij verloren. Laten we daar aan denken. Ik moet 't eigenlijk zo zeggen: Het is het allereerste waar we aan moeten denken-Met is immers het aller belangrijkste! Wanneer we dit doen dan kunnen we in vol vertrou wen de toekomst tegemoet gaan. Want het geloof in God heeft consequenties. Dit is mijn gebed, zegt Jezus, dat gij elkander liefhebt. Margriet vierde haar verjaardag WAT EEN AL VEROORZAAKTE Nieuw „leermiddel" voor hef maken van sommen argriet is gisteren jarig geweest. Maar over die verjaardag zelf zal ik niet veel zeggen, alleen maar, dat alles keurig volgens het „protocol" is verlopen. Vanmorgen op het plein komt Margriet me weer met een even stralend gezichtje tegemoet als giste ren, wat geen wonder is, want ze heeft de cadeaus bij zich, die ze gisteravond kreeg, toen ze „meisies het magge houwe Dat „meisies magge houwe", is een beetje luxe, want Margriet heeft natuurlijk geen kroonjaar gevierd. Dit is evenwel mijn zaak niet en ik verheug me met Margriet in haar nieuwe schatten. Het kost het meisje wat acrobatische toeren om alles uit de mantelzakken' en een pakje te voorschijn te halen en mij dat te vertonen op het plein, zonder iets te laten vallen. Maar goed, het lukt. Ze gaat niet mee naar binnen, want op het plein heb je meer kans om een kring van „Kommunist" kritiseert Malenkof y ommunist" is een orgaan van de m In communistische partij in Rus land. Een paar dagen geleden bracht het 'n artikel, waarin 'n uitspraak van Malenkof in een rede op een partij congres nu ruim drie jaar geleden van de hand, werd gewezen. In oktober 1952, vijf maanden nadat hij Stalin op volgde, zei Malenkof n.l., dat bewuste overdrijving van persoonsuitbeeldin gen in de literatuur toelaatbaar was om verschillende typen beter tot hun recht te doen komen. Nu schrijft ech ter „Kommunist" in een niet onderte kend stuk en zonder dat de naam van Malenkof wordt genoemd, dat een der gelijke handelwijze in tegenspraak is met de geest van het Marxisme-Lenïn- isme en een negatieve invloed uit oefent op de ontwikkeling van de Sowjetliteratuur. Hetgeen voor de heer Malenkof niet bepaald een prettige mededeling zal zijnl Waarschuwing tegen lichtvaardige plannen De C.F.A. heeft de beschikking gekregen over zeer belang rijke bedragen voor de tijd, dat zij tot de produktie van een speelfilm meent te kunnen over gaan. Zij wenst echter niet met het vertrouwen en het geld van ande ren te spelen. Het is onjuist, dat door haar zou zijn verklaard, dat het maken van een speelfilm on mogelijk zou zijn. Zij is wel van oordeel, dat het rendabel maken van een goede speelfilm, waarmee een bedrag van 2 tot 3 ton is ge moeid, niet mogelijk is, tenzij men verzekerd is van een afzetgebied van voldoende betekenis. Dit heeft het bestuur der landelijke C.F.A. ons medegedeeld naar aanlei ding van publikaties van de zijde van een organisatie, een z.g. christelijk cultureel centrum, waarin o.m. werd Met het scheppen van een afzetge bied is de C.F.A. druk bezig en dank zij het feit, dat zij niet slechts met plannen, maar met daden komt, is het aantal van haar vaste afdelingen reeds gestegen tot 62, terwijl daarnaast een groeiende vraag bestaat naar goede, christelijk verantwoorde films, ook in plaatsen, waar zo'n afdeling nog niet bestaat. Het grote succes van de film „Ik ben met u" wijst aan in welke richting de C.F.A. mogelijkheden ziet. De aankoop van het alleenvertoningsrecht der chris telijke speelfilm „Lease of life" nit de Arthur Rankproüuktie is een bewijs te meer, dat het de C.F.A. ernst is met haar opzet te doen wat mogelijk is. Het bestuur der C.F.A., zo werd ge zegd, acht het in hoge mate ongeluk kig, dat in een tijdsgewricht, waarin zij met steun van vele belangrijke christelijke organisaties als C.N.V., N. C.V.B., N.C.R.(eis)V., Geref. jeugdor ganisaties, P.I.T. e.a. volhardend tracht tot christelijke invloed op filmgebied te geraken, de indruk wordt gewekt, dat zij impotSfit zou zijn op het ter rein, waarop zij zich, met uitsluiting van nevenactiviteiten .beweegt. In het gezegd, dat de C.F.A. tot de 'conclusie I verleden zijn buiten haar om plannen zou zijn gekomen, dat het financieel fei?ï.a en. 2' -n'io rtShi w faillissement leidden. Die weg wil het bestuur beslist niet op. Niet bij gebrek een onmogelijkheid is te komen tot een christelijke speelfilm. WOONRUIMTE Wij vrezen, lezer, dat uw plan niet op zal gaan. Het is heel vriendelijk van uw familie u kamers aan te bieden, opdat u trouwen kunt. Maar.u woont niet in die gemeente en wat erger is; u werkt er ook niet. De gemeente zal dus vrij zeker geen vergunning geven. SNEEUW OP SCHOORSTEEN Onlangs werd gevraagd wie de kos ten moeten dragen van het verwij deren van een nest uit de schoor steen, de eigenaar of de huurder. Wij gaven toen als antwoord: de huurder, en voegden hier de wijze raad aan toe: wat gaas op de schoor steen en u is voor last gevrijwaard. Accoord, schrijft nu een lezer, Maar vorige winter waren wij twee da gen weg. Het sneeuwde en vroor. Toen we de kachel weer aanmaak ten, kregen we bijna kolendamp vergiftiging. Want de sneeuw was op het gaas blijven liggen en vast gevroren tot een koek. Dat moeten wij dus óók doorgeven. Was het gaas t« fijn, misschien? VITAAL Uw vader is, hoewel reeds zeer oud, nog erg vitaal. Nu hij dingen doet, die u minder prettig vindt (omdat hij zijn éigen geld gebruikt?), kunt u daar niets tegen doen. Zolang er geen tekenen zijn van verminderde toerekeningsvatbaarheid, zult tt ze ker niet bereiken, dat iiij onder cu ratele wordt gesteld. Dat gaat zo eenvoudig niet. Uw vader blijft vrij in zijn doen en laten. En waarom niet, als hij zowel lichamelijk als geestelijk zo vitaal is? Waarom zou hij geen reizen mogen maken? Zijn bezit heeft hij toch zelf verdiend, zijn kinderen laten studeren en zijn plicht ruimschoots gedaan? Nu wil hij nog genieten. Wat steekt daar voor fouts in? GEEN VUILE WAS Wilt u dit nu eens goed in uw rubriek zetten, dan lezen ze het welen dan volgt er een brief, waarin men de een of andere familie- of buren- vete ten beste brengt. U voelt, dat doen wij niet. Daar is onze rubriek niet voor. ONTSLAG-TERMIJN In verband met een kleine onjuistheid plaatsen wij nog eens de ontslag-re geling, voorzover het betreft de ont slag-termijn. De termijn van opzegging voor de S'erkgever is tenminste zoveel we en als de dienstbetrekking na de meerderjarigheid van de arbeider hele jaren heeft geduurd en voor de arbeider tenminste zoveel weken als de dienstbetrekking na zijn meer derjarigheid tijdvakken van twee hele jaren heeft geduurd, met dien Verstande, dat uit dezen hoofde de opzeggingstermijn voor de werkge ver ten hoogste 13 weken en voor aan geloof in het doel, maar in de nuchtere waakzaamheid, die bestuur ders van een christelijke organisatie past, heeft het bestuur daarom be sloten nog niet tot eigen filmproduk tie over te gaan en waarschuwt het tegen misschien goedbedoelde maar lichtvaardige plannen, ook al geven enkele predikanten daaraan hun naam. de arbeider ten hoogste 6 weken zal bedragen. TRANSPORT-BEDRIJF Nee, lezer, u kunt in geen geval zo maar een transportbedrijf beginnen. Daar komt heel wat voor kijken. Een heel zwaar examen voor vak diploma, middenstandsdiploma en zo meer. Informeert u maar eens bij de Kamer van Koophandel. DE AFBETALING Ons antwoord kan HEEL kort zijn. U kocht en u moet betalen. Maar wij willen er wel dit aan toevoegen: meerderen menen, dat als er wer kelijk overmacht is, dit een reden tot een wettig recht op uitstel zou zijn. Dat is fout. U kocht en u moet dus betalen. Teveel mensen verge ten dit, als ze zo gemakkelijk kun nen kopen. Men moet nooit meer kopen, dus geen zwaardere verplich ting aangaan, dan wordt gedekt door het inkomen, ook als dat inkomen 20 pet. lager wordt. De ziektewet keert immers maar 80 pet. uit? bewonderaarsters om je heen te krijgen dan in de klas. Op het plein heerst de vrijheid. Margriet blijkt dat wel te ver staan. Nadat ik de gelukkige het volle pond van mijn bewondering heb gegeven, stap ik maar naar binnen, want al moge het dan prachtig weer zijn voor de tijd van het jaar, 's morgens nog voor ne genen zit de warmte me bepaald nog niet in de weg. Onder het geanimeerde gesprek met de mannelijke pedagogenkolonie ver geet ik al Margriets cadeaus en zelfs dat ene presentje, wat gevaar kan op leveren, en zo komt het, dat ik Mar griet in het ongestoord bezit laat van al haar schatten. Anders komen die altijd te pronk te staan op het randje van mijn lessenaar. Het is dan altijd met volle toestemming van de eigenaars of eigenaressen, dat ik volop van dit aanzicht mag genieten. Nu is het ook eigenlijk Margriets verjaardag niet meer, waardoor het waarschijnlijk komt, dat de nieuw verkregen bezittin gen mijn aandacht ontgaan. ONRAAD. Alles gaat goed, tot we tegen het eind van de schrijfles geraken. Ik zie in Mar griets bank opeens twee aandachtig naar elkaar toegebogen kopjes. Dat beduidt onraad en ik wil er naar toestappen, doch eerst zal ik Bertje nog even helpen met een paar g's, die er meer als slierasperges dan als een „g" uitzien, en in dat korte ogenblik gebeurt het..... Er valt wat en we horen allemaal licht geritsel van „Weglopende dingetjes". Alle pennen liggen op slag op de bank' en aller ogen zijn gericht opMargriet zegt diep tragisch met een snikkend hikje achteraan: „Me kraeltjies". Ze kijkt me zo triest aan, dat het zo klaar als de dag is, dat de wegrollende kraeltjies haar meer zorgen baren dan dat haar geweten prikt wegens ongeoorloofde activiteiten onder de les. Er rollen zomaar twee dikke tranen langs de appelwangen en het lipje trilt als van een baby. EEN PRIK Net als ik wat wil zeggen, gaat er ook een prik door mijn geweten. Had ik de verjaardagssehatten ook maar niet op slag vergeten, dan waren ze als naar ge woonte op mijn lessenaar terecht geko men, vooral dat „gevaarlijke" doosje vol houten kralen. Daarom zeg ik iets anders dan ik eerst van plan was. Terwijl de schriftjes worden opgehaald mag Margriet haar kralen oprapen. Als ik niet oppas, ligt dadelijk de hele klas op de grond om assistentie te bieden. Margriet ligt nog onder de banken ge doken, als wij aan het rekenen trekken, wat haar niet zal spijten, want zij is nog nooit verrukt van sommetjes geweest. Ik vind dat ze nu maar moet boven komen, want dat hapje cijferwetenschap heeft zij vooral broodnodig. Zwakjes protesteert ze, want er liggen nog kraeltjies op de vloer. Het zullen er niet zoveel meer zijn, daarom ben ik nu onvermurwbaar en om Margriet over het dode punt heen te hel pen, geef ik haar direct een beurt, nadat ze de verzekering heeft ontvangen dat om twaalf uur de rest mag worden opge raapt, zo nodig met de hulp van de bank- buur. Als gewoonlijk is het weer mis met Margriets rekenkunde. Opeens krijg ik en nu eens te rech ter tijd een goede ingeving. M'n stu dentje mag voor de klas komen met een handjevol kralen en daar, in aanschou welijk onderwijs voor aller oog, de op lossing trachten uit te vinden, van die anders onontwarbare puzzles, die men sommetjes noemt. (Zie vervolg andere weekendpagina)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 8