Waarom trekken de ooievaars
naar het oosten?
De Her lan dé opptrrechter
De liturgie van het avondmaal
en het offer
Weth. Van Tilburg nam afscheid
Een
internationale statistiek kan
oplossing geven
PUZZLE
UIT DE KERKEN
HET BOEK
Hef verlaren eibernest
VANDAAG EENS
Amerikaans-Wesfduitse
atoombespreking
II AFBREUK
Uit de wereld van
Maandag 9 januari 1956
ZEEUWSCH DAGBLAD
pagina 5
Waarom komen er steeds minder ooievaars naar de landen van
West- en Midden-Europa? Waarom blijven de talloze door
zorgzame natuurvrienden geplaatste nesten leeg? Overal stellen dieren
liefhebbers bekommerd vast, dat deze mooie vogels steeds minder in
hun land broeden. De vermindering van de ooievaars is al jaren gaande.
Ongeveer de helft van de nesten, die mensen bouwden, blijven leeg.
In sommige streken zelfs alle nesten.
In Frankrijk komen, behalve
twee paren in de Elzas, geen ooie
vaars meer voor en in Duitsland
daalde het aantal broedende vogels
eveneens. Wie met de trein door
Celle in Neder-Saksen rijdt, kan
vlak bij het station hoog in de lucht
boven op de schoorsteen van een
niet meer in bedrijf zijnde spoor
wegwerkplaats, ieder jaar weer een
paar van de prachtige vogels zien
staan. Zij komen sinds jaar en dag
terug. Het lawaai en de drukte van
een station en voorbij rijdende
treinen schijnt hen best te beval
len. Zo is het echter niet overal.
In goede tijden broedden in Neder
land en Duitsland meerdere tiendui
zenden paren. De vogels waren als
Verdelgers van schadelijke insecten
weliswaar zeer nuttig, maar speelden
in dit opzicht niet zo'n grote rol, dat
door hun wegblijven voor de land
bouw directe schade is ontstaan. Het
is meer een esthetisch gemis. Als er
nu in heel Duitsland per jaar duizend
paren voorkomen, is dit veel.
Naar het Oosten
Nu is het zeker niet zo, dat de
ooievaar uitsterft. Hij heeft slechts
zijn zomerverblijf verplaatst. In Rus
land, Hongarije en Turkije worden
tegenwoordig vaker ooievaars aan
getroffen. De voorliefde voor Rus
land bewijst, dat het niet het war
mere klimaat Is dat hen aanlokt. In
de zomer is het voor ooievaars over
al warm genoeg, ook in Noord-Europa
en gedurende de wintermaanden ver
blijven zij toch in Egypte.
Misschien, dat de regenachtige zo
mers van de afgelopen jaren de ooie
vaars even weinig hebben behaagd
als de mensen. Ook wordt het moge
lijk geacht, dat in Noord-Afrika
steeds meer ooievaars in hun winter
kwartieren worden neergeschoten.
Tenslotte wordt vermoed, dat de
ooievaars tijdens het winterverblijf
in Egypte en de Soedan slachtoffer
worden van de moderne sprinkhanen-
bestrijding. Ooievaars lusten graag
sprinkhanen en zijn daardoor ook in
Afrika zeer nuttig. De sprinkhanen
aldaar worden echter met moderne
chemische middelen bestreden, en het
kan zijn, dat de ooievaars aan ver
giftigde sprinkhanen ten onder zijn
gegaan.
Nauwkeurige observaties hierom
trent zijn echter niet aanwezig. De
toename van ooievaars in de landen
van het oosten en zuid-oosten be
wijst, dat zij niet in gevaar van uit
sterven verkeren. Zij willen alleen
maar niets meer van óns weten.
Waarom toch? Velen denken, dat
ooievaars de voorkeur geven aan
minder-bewoonde gebieden. Daartegen
spreekt het voorbeeld van de ooie
vaars op de stationsschoorsteen. En dit
geval staat niet alleen. Tal van trek
vogels zijn helemaal niet bang voor
de menselijke beschaving.
Raadseltjes
De ooievaars geven de mensen
raadseltjes op. Waarom trekken
naar het oosten? Om het vraag9tuk
te kunnen oplossen zou een interna-
tionale statistiek nodig zijn. In Duits
land wordt slechts in één land, waar
de meeste ooievaars broeden, in
Sleeswijk-Holstein zo'n statistiek bij
gehouden. In 1950 werden daor 814
ooievaarsparen geteld, dat was het
laagste aantal dat daar ooit was
voorgekomen. In 1909 broedden er nog
3700 paren. Steekproeven in 1951 en
1953 wezen op verdere vermindering.
De natuurvrienden ztfn zeer bekom
merd om vriend Adebar; rieten daken
waaruit hij riet voor zijn nest kan
plukken, comfortabele broedplaatsen,
meren en vijvers vol kikkers schijnen
hem niet meer te lokken. In 1953
bleek tot aller verbazing, dat het aan
tal paren weer iets was toegenomen,
n.l. tot 853. De resultaten van de tel
ling van deze zomer zijn nog niet
bekend, wel staat vast dat het aantal
weer iets is gestegen.
Uit deze statistiek blijkt, dat op
vermindering vrij spoedig vermeer
dering volgt. Van de 3700 paren in
1909 waren er in 1930 nog maar
1100 over. Daarna kwamen zij weer
in groter getale en in 1938 broed
den er weer 2500 paren. Sindsdien
is het cijfer weer gestadig gedaald
en het dieptepunt werd in 1952 met
800 paren bereikt. Langzaam maar
zeker stijgt nu het aantal weer.
Deskundigen nemen aan, dat dit
geen toeval is. Omdat echter in an
dere delen niet wordt geteld, kan niet
worden gezegd, of daar het aantal
ooievaars ook weer toeneemt. De ont
wikkeling in Sleeswijk-Holstein wordt
echter als typisch voor de rest van
Duitsland geacht.
De raadsels worden steeds moei
lijker. Waarom komen en gaan ooie
vaars? Uiteraard wordt ook de oor
log als oorzaak van het wegblijven
gezien. Dat steeds meer ooievaars
naar Turkije gaan, zou als een voor
keur voor neutrale gebieden kunnen
worden uitgelegdEdoch, in Zuid-
Rusland, waar de oorlog zo heftig
heeft gewoed, nemen de ooievaars
steeds meer in getale toe. Van de
luchtoorlog, waarop ooievaars uiter
aard wei direct reageren, was op het
platteland, waar zij broeden, ook veel
minder te bemerken. Zo men wil, kan
men uit de curven van de ooievaars
statistiek wel een bepaalde relatie tot
het oorlogsgebeuren lezen, maar over
tuigend is ook dit niet.
WASHINGTON, 7 jan. (AFP).
t Amerikaanse ministerie van buiten
landse zaken heeft officieel de aan
vang bekend gemaakt van bespre
kingen tussen West-Duitsland en de
Ver. Staten over een overeenkomst
inzake samenwerking tussen de twee
landen op het gebied van atoomonder
zoek.
Volgens het ministerie zijn de V.S.
van plan een experimentele atoom
reactor ter beschikking van de bonds
republiek te stellen voor het oplei
den van gespecialiseerd personeeL
Ook zullen zvj beperkte hoeveelheden
splijtbaar materiaal aan West-Duits
land leveren. De overeenkomst beoogt
slechts samenwerking bij het onder
zoek naar het vreedzaam gebruik van
atoomenergie.
Na afloop der vergadering van de
Rotterdamse gemeenteraad hebben
wethouder J. van Tilburg en zijn
echtgenote in het Stadhuis gere
cipieerd in verband met het ver
trek van de heer Van Tilburgdie,
zoals bekend, is benoemd tot
gouverneur van Suriname. Op
deze afscheidsreceptie verscheen
ook de heer L. van Tilburg, een
tweelingbroer van de ex-wethou
der, die we op deze foto afscheid
zien nemen.
Liihurgische Vereniging vergaderde
(Van één onzer verslaggevers)
UTRECHT, 6 januari. - Onder
voorzitterschap van Prof. Dr. J. N.
Bakhuizen van den Brink hield de
Liturgische Vereniging in de Ned.
Herv. Kerk haar jaarlijkse bijeen
komst. De onderwerpen, die dit
jaar werden behandeld, waren „De
liturgie van het avondmaal en het
offer', door Ds. J. M. Gerritsen te
Wichmond en „Wat is broeder
schap?" door Bruder Klose uit
Detmold.
In zijn referaat stelde ds Gerritsen de
roomë-katholieke catechismus van het
aartsbisdom Utrecht, waarin wordt ge
zegd, dat Christus het avondmaal heeft
ingesteld onder ons om het offer op on
bloedige wijze te vernieuwen, naast het
antwoord op de 80ste vraag van de Hei-
delbergse catechismus. Spr. vroeg zich
af, of het nu zo is, dat het offer een we
zenlijk bestanddeel van het sacrament is
en of wij ondanks antwoord 80 van onze
catechismus tot het offer kunnen terug
keren.
De predikant gaf aan het woord offer
twee betekenissen: offertorium en sacri-
ficium. Hij kwam tot de voorlopige con
clusie, dat de heilige dis niet denkbaar
is zonder offerdande (offertorium) het
offer van weldadigheid zowel als van ons
leven maar dat deze offerande alleen
denkbaar ls in verband met de enige en
eeuwige offerande van Christus (sacrifi-
cium).
KETTINGRAADSEL
Puzzle No. 39
HORIZONTAAL: 1 Baksel, 5 zang
stem, 8 vogel, 9 reusachtig, 10 zangnoot,
11 pers. voornaamwoord, 12 dier, 13 vloei
stof, 14 kenletters van motorrijtuigen uit
Tanger, 15 verlaagde toon, 16 bevel, 17
meetk. tangens of raaklijn, 18 onderschei
ding, 21 dier, 23 insect, 24 de oudere, 25
naam van een onzer prinsessen, 26 drank,
27 lyrisch gedicht, 28 vogel.
VERTICAAL: 1 Afkerig, 2 oppervlakte-
maat, 3 zangnoot, 4 smulpaap, 5 drijvend
toestel, 6 fijne geur of smaak, 7 blaam,
11 binnen, 12 bestaat, 15 beleefdheid, 16
pers. voornaamwoord, 17 drietal, 19 deel
van het been, 20 groente, 22 honingdrank,
24 bladgroente, 26 rivier.
Oplossing vorige puzzle
15 Knoop, 59 pruim, 913 melis,
13—17 sjees, 17—21 steeg, 21—25 gloed,
25—29 droog, 29—33 graan, 33—36 nest,
36—39 trui, 39—42 iets, 42—48 spelonk,
4852 kring, 52—55 glad, 55—60 driest,
6063 tulp, 6369 proper, 6371 raap,
71—73 pap, 7375 pad, 7577 dop, 77—78
pa, 78—80 aha. PINK, DUIM.
II ET ZEEUWSE VOLKSDEEL
kan zich slechts gelukkig
prijzen, dat een gevarieerde me
nigte marktkooplieden zich iede
re week met een verrassende
regelmatigheid op die plaatsen
vertoont, waar zij node gemist
kan worden.
Een variabele menigte, inder
daad. Er zijn er onder, die in
alle bescheidenheid staande
achter de schragen van hun
kramen de komst van koopsters
en kopers afwachten.
Er zijn er ook, die de markt
tot een markt maken. Daar uhl-
len we het ditmaal over heb
ben. Over die handige causeurs,
waarnaar het prettig luisteren
is. Over die lieden, die luide de
voortreffelijke hoedanigheden
van hun waren aan de open
baarheid prijsgeven.
Er zijn er onder, die hun ge
hoor een genezing van schier
alle kwalen voorspiegelen, alles
door een vloeistof met bijzonde
re pretenties, die zit opgeborgen
in de engte van een flesje. De
therapeutische waarde van hun
betoog moet men niet onder
schatten. Alleen reeds hierdoor
behoren zij tot de uitgesproken
helers onder ons.
Anderen ontpoppen zich als
filantropen, die allerlei zaken
met milde hand wegschenken
uiteraard tegen een kleine ver
goeding, ter dekking-van de on
kosten. Dit zijn de gevers.
Resumerende: van een gang
naar de markt komt men zowel
materieel als lichamelijk ge
sterkt en gelouterd terug. Hier
in schuilt dus de waarde van
zulk een gang.
Geestelijk gelouterd keert
men terug, als men de welbe
spraaktheid van de kooplui als
één geheel gaat zien, als men
hun betogingen aaneen rijgt.
Zulks doet echter afbreuk aan
de propagandistische waarde
van hun aanprijzingen. Vooral
wanneer een koopman in vest
jes en een verkoper van resten
stof naast elkaar plaats nemen.
Dan galmt het: „Mooie vesten,
mooie vesten! Allemaal res
ten, allemaal restjes, 98 cent!"
II
Aan het einde van zijn referaat kwam
ds Gerritson tot de conclusie, dat hij nooit
zal toegeven, dat het sacrament een offer
is in die zin, dat daarin Christus door de
priester geofferd wordt (zoals de rooms-
katholieken dat zeggen). Maar als men
het een offer noemt voor zover het de
dankzegging van de gelovige ls, meent
ds Gerritsen, dat de dis zo genoemd kan
worden en door de oude kerkvaders ook
zo genoemd is. Want eucharistie dat is
dankzegging is een offerande van de
gelovigen. Eveneens kan het sacrament
offer genoemd worden in zover het van
het ware Offer, dat eenmaal aan het kruis
is gebracht, een sacrament, dus een heilig
téken of heilige gedachtenis is, aldus spr.
MICHAELS BRUDERSCHAFT
Bruder Klose was speciaal uit Detmold
gekomen, om het een en ander te ver
tellen over de Evangelische Michaels
Bruderschaft, die in 1931 ln Marburg
werd gesticht. De broederschap telt iets
meer dan 600 leden (mannelijke), die
lang niet allemaal theologisch gevormd
zijn. Deze leden zjjn verdeeld over 18
conventen, waarvan twee ln Zwitserland
en één in Oostenrijk.
De broeders trachten de „weg van bui
ten naar binnen te gaan", zoals Bruder
Klose dat uitdrukte. De leden van de
broederschap leven niet zoals monniken
in afzondering, nee, zij nemen zowel in
gezin als in beroep hun gewone plaats ln.
In uren van meditatie, Bijbellezen en ge
bed komen zij dichter bij God en juist
dan ontvangen zij in gevallen van twijfel
en wanhoop steun van hun „broeders".
Nieuwe liturgische vormen voor het
godsdienstig leven worden eerst in stilte
van de broederschap beoefend en beleefd,
totdat ze zo ver gegroeid zijn, dat ze ook
buiten de broederschap in de praktijk
kunnen worden gebracht.
Wanneer de broeders met zichzelf tot
klaarheid zijn gekomen, gaan zij weer
de weg van „binnen naar buiten". Zij
trachten mensen te winnen voor het
practisch geestelijk leven, door het uit
geven van theologische geschriften en
liederen, en gebedshoeken en ook door
het beleggen van conferenties en z.g.
meditatie, en geestelijke weken. De
Bruderschaft is principieel oecumensch
georiënteerd.
Uei£.iyLtig, u-an dt frondyo-
Ds G. Visée van Kampen maakt in het
kerkblad der geref. kerken (ond. art. 31)
voor Overijssel bezwaar tegen een circu-
laire van de Vereniging tot Bevordering
van de Zondagsrust. Hij zegt er o.a. van:
De Vereniging gaat dus zorgen voor
de heiliging van de rustdag. Nu be-
hoort daartoe: dat ik inzonderheid op
de rustdag tot de gemeente Gods naar-
stig komehoe denkt deze Vereni
ging dat te bevorderen, dat de mensen
„naarstig", dat is dus buiten wettige
verhindering twéémaal ter kerk gaan?
Om Gods woord te horen
De toenemende verontrusting op de
rustdag is inderdaad onrustbarend. De
nalatigheid in de zorg voor het huis
Gods, de kerk, haar vergadering, bewa
ring en reformatie zorgwekkend. Als
een volk geen zondag meer heeft, is dat
een duidelijk teken, dat zulk een volk
het verbond des Heren verlaten heeft.
Maar de wederkeer tot Gods verbond
en woorden zal dan ook moeten be-
glnnen ln de zorg om de kerk en de
rechte verkondiging des woords. Al het
andere is lapwerk, kwakzalverij, die
een hartpatiënt cureren wil met lik-
doorntinctuur.
£),e Ü>-ij&-el alö Oco-ofiw-aaA,
„Woord en Dienst" bevat een artikel
van Ds. F. Visser uit Amsterdam over de
colportage met het „rjjdend bijbelhuis"
van het Ned. Bijbelgenootschap. Dat er
veel vraag naar bijbels bestaat, bewijzen
deze cijfers uit de omzetstaat:
Een bezoek op Tholen van enkele
dagen bewerkte een verkoop van
2.661,—, meer dan de verkoop gedu
rende een maand in Noord-Holland
(2.300)! In Kootwijkerbroek weijd vier
dagen gewerkt en hier werd voor
1.300,verkocht, ongeveer evenveel
als gedurende vier weken in het oosten
van Noord-Brabant en Limburg (1375).
In Uithuizermeden hadden onze mede
werkers geen handen genoeg om de be
zoekers van de bijbelwagen te helpen.
Hier werd in drie dagen voor ƒ2.160,
verkocht. Nog enkele bijzondere cijfers
voegen we hierbij, die alle de opbrengst
geven van een bezoek van twee of drie
dagen:
Beilen 800,Dirksland 890,
Strijen 1.215,Zwijndrecht 1.400,
Diever 200.
EtiAche, pA&eJUcjtb
In het weekblad „De Hervormde Kerk"
recenseert Ds. H. A. Visser van Amster
dam het boekje „Ondër Gods hoogtezon",
van Ds. Okke Jager. Hij heeft er veel
waardering voor, maar tekent er bij aan:
En tochhoe kwam het dat deze
toespraakjes me stuk voor stuk zo be
kend voorkwamen? Ineens wist ik het:
het waren typische „ethische" preekjes
van minstens dertig jaar geleden, preek
jes die helemaal geen pijn deden, een
heel klein ietsepietsje evangelie bevat
ten, met de hele wereld in vrede leef
den, geen problemen kenden en het
evangelie alleen maar als een oerge-
noeglijke zaak voorstelden; vlotte, boei
ende aardige verhaaltjes, met zo maar
ineens een vroom poeiertje aan het slot.
Ik vraag me twee dingen af: hoe is het
mogelijk, dat de gereformeerde kerk
dit zo mooi vindt? Het woord „ethisch"
was dertig jaar geleden toch het aller
grootste scheldwoord in die kringen
bijna zo erg (of erger?) als „vrijzinnig".
En verder vraag ik me bezorgd af: zou
de jeugd dit mooi vinden? Ja? Maar
wat voor jeugd is dit dan? Om met
Niemöller te spreken: jeugd van giste
ren?
Ik kan me eenvoudig niet anders voor
stellen, dan dat de „jeugd van nu" zou
zeggen: is dat nu Gods hoogtezon? Geef
mij er dan maar een van Philips.
Raïtd in £nqe.tcmd
ln „Uitzicht", tijdschrift ter bevordering
van het oecumenisch besef, komt een uit
voerige kroniek voor betreffende de kerk
in Engeland, geschreven door Ds. J. van
den Berg, gereformeerd predikant te Zut-
fen. Deze merkt daarin op:
Wat is op het ogenblik de invloed van
Barth in Engeland en Schotland? Het
wil mij voorkomen, dat die invloed nog
steeds gering is. Zijdelings hebben zijn
gedachten zeker wel stimulerend ge
werkt en tot nieuwe theologische bezin
ning aanleiding gegeven, maar pure
barthianen treft men niet alleen in In
geland, doch zelfs ook in Schotland nog
niet zoveel aan. Eerder luistert men
dan nog naar Brunner.
Het is merkwaardig, dat men in som
mige kringen die in de lijn der calvinis
tische traditie willen staan het barthia-
nisme bestrijdt als neo-calvinisme met
de zelfde heiligheid waarmee te onzent
sommige barthianen zich keren tegen
wat zij als neo-calvinisme betitelen.
Wie schrijft er nog eens een boek over
de humor van de kerkgeschiedenis?
't illtnoufr&tifoeAfcje.
Uit het verslag van de opening der ge
restaureerde zendingskerk te Gent, opge
nomen in De Kruisbanier, knippen we dit
gedeelte'.
't Smousenkerkje; ja zo heette vijftig
jaar geleden de zendingskerk aan de
Wittenbergstraat te Gent. Al wat toen
niet rooms was stak men in dezelfde
zak: protestanten, joden, vrijmetselaars
en ander geuzengebroed. Ook werd dit
kerkje, het beste gelegen, kruis
punt van straten en trams, gemeden Ujk
de pest. Een voorbeeld. Eén onzer oud
jes, toen kind natuurlijk, moest voor
zijn eerste communie, altijd langs de
Wittenbergstraat, Maar, hij werd thuis
elders zo benauwd gemaakt, voor dat
toverhol met baarlijke duivels, dat hij
Een verhaal uit de tijd
van
Stadh. Koning Willem III
7)
„Ongetwijfeld heeft Uwe Majesteit
gelijk", zei Jeffreys met een diepe
buiging.
„Ik wil u nu niet naar Schotland
zenden", sprak de Koning, „want ik
heb gehoord, dat Monmouth over een
inval denkt en van plan is in Somer
set te landen."
„Dat kan toch niet waar zijn?"
„Ben ik soms niet duidelijk ge
weest?" riep de Koning gramstorig.
„Uwe Majesteit vat mijn onhandige
woorden verkeerd op", zei Jeffreys.
„Ongetwijfeld zijt gij op de hoogte
gebracht; maar wat ik niet kon ge
loven is, dat een man en het aller
minst de zoon van uw overleden broe
der eraan zou denken de wapenen te
gen Uwe geheiligde Majesteit op te
vatten."
„Wat zou Monmouth niet durven?"
snauwde Jacobus. „Hij is het kind van
Locy Walters en heeft dezelfde na
tuur als zyn moeder. Hij geeft zich
voor een Protestant uit en naar ik ge
hoord heb, trachten velen hem over
te halen om ln Somerset. waar Ik niet
populair ben, te landen.
„Het westen zit vol Dissenters", zei
Jeffreys. „Om de andere man vindt
men er een huichelende Presbyteriaan
of een Intenpendent of een Baptist.
Zij hebben geen eerbied voor de
geheiligde persoon van Uw Majesteit.
Zij geloven niet in 't goddelijk racht
der Koningen. Nog vandaag is my dat
gebleken."
„Hoe zo", vroeg de Koning.
„Ik heb die oude verrader, Richard
Baxter, de Presbyteriaan veroordeeld.
Ik heb hem uit zijn werken van «chuld
overtuigd."
Richard Baxter", zei Jacobus, „was ik de wet niet aan mijn laars gelapt?"
dat niet de man, wien mijn broer een
bisschopszetel aanbood".
„Dezelfde", antwoordde Jeffreys,
„en zijn advocaat had vandaag wer
kelijk de stoutmoedigheid dit feit te
zijner verdediging aan te voeren. Maar
ik bracht hem tot zwijgen. Ik heb
Baxter veroordeeld voor anderhalf
jaar in King's Benseh gevangenis".
„Is dat alles?" vroeg de Koning
gemelijk.
„Ja, dat is alles. Ik had hem vijf
jaar willen geven en iedere maand
een geseling, maar in een ogenblik
van zwakheid heb ik me door mijn
mederechter laten bepraten. Maar de
zaak is daarmee niet afgedaan. Wat
vandaag niet gedaan is, kan morgen
gedaan worden."
De Koning glimlachte en bleef zo
een poosje zwijgend zitten. Toen zei
hij: „Ik had bij mijn opperrechter
geen ogenblikken van zwakheid ver
wacht.
„En gij zult ze ook niet zien in za
ken, die Uwe Majesteit aangaan. Heb
ik nog nietvoldoende bewijzen van
mijn trouw gegeven? Welke andere
rechter zou zo volkomen uw wensen
betreffende Algernon Sydney hebben
vervuld? Was het hele land niet ver
ontwaardigd? Maar wat hindert dat?
De wil van Uwe Majesteit was vol
bracht: de man is dood. Heb ik verder
Uwe Majesteit niet betaald voor mijn
zetel in het Kabinet en voor mijn ver
heffing tot Lord? Uwe Majesteit weet,
dat ik de in- en^uitvoerrechten vast
stelde, die alleen de overleden Ko
ning waren toegestaan. Het was niet
volgens de wet, dat deze gelden Uwe
Majesteit zouden toekomen, maar heb
„Ja", zei de Koning, „gij zijt een
trouw dienaar geweest, Jeffreys. En
ikweet, hoe ik een trouw dienaar
moet eren.
„Ik verlang niets meer, dan de toe
gewijde slaaf van Uwe Majesteit te
zijn en de wil van Uwe Majesteit te
doen."
En waar dit zo is, ben ik er van
overtuigd, dat gij weinig aandacht
zult schenken aan de geruchten die
omtrent mij verspreid worden."
„Geruchten kunnen mij weinig
schelen, maar toch moet ik wel aan
dacht schenken aan die over het op
roer in Schotland en het complot in
Holland."
„De natie is voor Uwe Majesteit".
„Als ze dat niet is, zal ze gedwon
gen worden", zei de Koning. „Mis
schien zullen zij, die mijn geloof haten,
mij trachten te dwarsbomen in mijn
plannen, maar laat hen oppassen, als
zij dat zouden wagen."
,tWie zou het kunnen wagen het ge
loof te haten dat door Uwe Majesteit
begunstigd wordt?" vroeg Jeffreys op
vroom-verwonderde toon.
„Wie? Wel, enige van de bisschop
pen"
„Dat is toch niet waar? Maar, als
zij dat doen, dan zal Uwe Majesteit
zien, dat ik niet voor niets tot Opper
rechter ben aangesteld."
„Deze bisschoppen hebben een grote
invloed op meer dan de halve natie."
„Maar zij zijn getrouw aan Uwe
Majesteit."
De Koning zweeg.
„Uwe Majesteit verdenkt toch nie
mand van hen?"
(Wordt vervolgd.)
meestal een grote omweg maakte en
in ieder geval, nooit zijn voet zette op 't
gaanpad, dat langs de kerk loopt. Maar
het kruisje was rap geslagen en een
schietgebedeke afgerammeld en nooit
werd hij betoverd. Ondanks deze en
allerlei voordelen, floreerde de zaak ei»
liep de kerk meestal stampvol, tot spijt
van wie 't benijdt.
fo-o-die. notah-Lllen
Het Nieuw Israëlisch Weekblad komt
met een bericht over de benoeming van
twee joodse notarissen, namelijk te Rot
terdam en Den Haag. Aan het commen
taar hierop ontlenen we het onderstaan
de:
Een notaris wordt door de Kroon be
noemd. Zulk een benoeming geschiedt
slechts wanneer één van de duizend
plaatsen vacant komt. Hieruit blijkt
de bijzondere positie van het notariaat:
Het is een vertrouwenspositie, die de
regering schenkt aan iemand, die
na een langdurige opleiding daarvoor
in aanmerking meent te komen. Daarbij
komt het niet eens zozeer aan op het
vertrouwen van de regering ais wel op
het vertrouwen dat de cliënten in de
notaris stellen. En daarom is de keuze
van een notaris niet slechts bepaald
door het aantal beschikbare kandida
ten, maar ook door de geestelijke sfeer,
in het bijzonder de godsdienstige waar
toe de te benoemen notaris behoort.
Op grond hiervan heeft de regering dan
ook altijd rekening gehouden met het
joodse bevolkingsdeel. Er is steeds zorg
voor gedragen, dat de joodse inwoners
der grote steden bij een joodse notaris
terecht zouden kunnen; in kleiner»
plaatsen was uiteraard de joodse groep
te klein voor een eigen notaris.
Slechts wie het joodse leven en het
joodse leed heeft meegemaakt, kan
de verstandige raad geven, die mensen
behoeven op de gewichtige ogenblikken
van hun leven wanneer zij de hulp van
een notaris inroepen.
Het is waarschijnlijk door deze kant
van de zaak, dat vele joodse notarissen,
waaronder ook de nu benoemden, veel
belangstelling hebben getoond voor het
joodse openbare leven.
Behalve verheugend voor de benoem
den, is dit besluit van de regering du»
ook een teken, dat er met de redelijke
belangen van de joodse bevolking re
kening gehouden wordt en wij stellen
dit met voldoening vast.
Oesterexport nog niet
begonnen
YERSEKE, 7 jan. De export
van de Zeeuwse oesters is nog niet
begonnen. Er is zelfs nog geen datum
vastgesteld. Naar het schijnt ligt het
in de bedoeling de invoer van de
oesters naar Frankrijk geheel te libe
raliseren, zoals dit ook gebeurt is
met de garnalen en kreeften. Het is
in ieder geval wel zo. dat de monster-
oesters, die naar Parijs gezonden zijn,
goed hebben voldaan.
Algemene en agrarische econo
mie, door Drs. G. de Groot. Uit
gave van J. B. Wolters te Gro
ningen.
Nu de problematiek op ons land- en
tuinbouwbedrijf steeds meer verschuift
van het technische naar het economi
sche, ls het niet vreemd, dat juist over
economie, ook over agrarische econo
mie, geschreven wordt.
In de reeks verschenen publlkatie»
over dit onderwerp neemt bovenge
noemd werk een eervolle plaats in.
Met toenemende belangstelling heb
ben we de stof, die zich prettig lezen
Iaat, doorgenomen.
Nu ook op de middelbare- en land-
bouwwinterscholen voor economie
steeds meer tijd wordt uitgetrokken,
zal zeer zeker dit boek zijn weg wei
vinden. Te meer daar het gebódens
zeer nauw aan de praktijk aansluit.
Overigens achten wij de stof voor de
landbouwwinterschool vrij zwaar, de ge
ïnteresseerde leerling zal met enige in
spanning de stof wel kunnen verwer
ken.
We hopen, dat ook buiten genoemde
scholen dit zeer oriënterende boek ge
lezen zal worden. Ook de ouderen op
onze land- en tuinbouwbedrijven dienen
hiervan kennis te nemen. Van harte
aanbevolen. W. P. B,