Waarom trekken de ooievaars naar het oosten? De Her lan dé opptrrechter De liturgie van het avondmaal en het offer Weth. Van Tilburg nam afscheid Een internationale statistiek kan oplossing geven PUZZLE UIT DE KERKEN HET BOEK Hef verlaren eibernest VANDAAG EENS Amerikaans-Wesfduitse atoombespreking II AFBREUK Uit de wereld van Maandag 9 januari 1956 ZEEUWSCH DAGBLAD pagina 5 Waarom komen er steeds minder ooievaars naar de landen van West- en Midden-Europa? Waarom blijven de talloze door zorgzame natuurvrienden geplaatste nesten leeg? Overal stellen dieren liefhebbers bekommerd vast, dat deze mooie vogels steeds minder in hun land broeden. De vermindering van de ooievaars is al jaren gaande. Ongeveer de helft van de nesten, die mensen bouwden, blijven leeg. In sommige streken zelfs alle nesten. In Frankrijk komen, behalve twee paren in de Elzas, geen ooie vaars meer voor en in Duitsland daalde het aantal broedende vogels eveneens. Wie met de trein door Celle in Neder-Saksen rijdt, kan vlak bij het station hoog in de lucht boven op de schoorsteen van een niet meer in bedrijf zijnde spoor wegwerkplaats, ieder jaar weer een paar van de prachtige vogels zien staan. Zij komen sinds jaar en dag terug. Het lawaai en de drukte van een station en voorbij rijdende treinen schijnt hen best te beval len. Zo is het echter niet overal. In goede tijden broedden in Neder land en Duitsland meerdere tiendui zenden paren. De vogels waren als Verdelgers van schadelijke insecten weliswaar zeer nuttig, maar speelden in dit opzicht niet zo'n grote rol, dat door hun wegblijven voor de land bouw directe schade is ontstaan. Het is meer een esthetisch gemis. Als er nu in heel Duitsland per jaar duizend paren voorkomen, is dit veel. Naar het Oosten Nu is het zeker niet zo, dat de ooievaar uitsterft. Hij heeft slechts zijn zomerverblijf verplaatst. In Rus land, Hongarije en Turkije worden tegenwoordig vaker ooievaars aan getroffen. De voorliefde voor Rus land bewijst, dat het niet het war mere klimaat Is dat hen aanlokt. In de zomer is het voor ooievaars over al warm genoeg, ook in Noord-Europa en gedurende de wintermaanden ver blijven zij toch in Egypte. Misschien, dat de regenachtige zo mers van de afgelopen jaren de ooie vaars even weinig hebben behaagd als de mensen. Ook wordt het moge lijk geacht, dat in Noord-Afrika steeds meer ooievaars in hun winter kwartieren worden neergeschoten. Tenslotte wordt vermoed, dat de ooievaars tijdens het winterverblijf in Egypte en de Soedan slachtoffer worden van de moderne sprinkhanen- bestrijding. Ooievaars lusten graag sprinkhanen en zijn daardoor ook in Afrika zeer nuttig. De sprinkhanen aldaar worden echter met moderne chemische middelen bestreden, en het kan zijn, dat de ooievaars aan ver giftigde sprinkhanen ten onder zijn gegaan. Nauwkeurige observaties hierom trent zijn echter niet aanwezig. De toename van ooievaars in de landen van het oosten en zuid-oosten be wijst, dat zij niet in gevaar van uit sterven verkeren. Zij willen alleen maar niets meer van óns weten. Waarom toch? Velen denken, dat ooievaars de voorkeur geven aan minder-bewoonde gebieden. Daartegen spreekt het voorbeeld van de ooie vaars op de stationsschoorsteen. En dit geval staat niet alleen. Tal van trek vogels zijn helemaal niet bang voor de menselijke beschaving. Raadseltjes De ooievaars geven de mensen raadseltjes op. Waarom trekken naar het oosten? Om het vraag9tuk te kunnen oplossen zou een interna- tionale statistiek nodig zijn. In Duits land wordt slechts in één land, waar de meeste ooievaars broeden, in Sleeswijk-Holstein zo'n statistiek bij gehouden. In 1950 werden daor 814 ooievaarsparen geteld, dat was het laagste aantal dat daar ooit was voorgekomen. In 1909 broedden er nog 3700 paren. Steekproeven in 1951 en 1953 wezen op verdere vermindering. De natuurvrienden ztfn zeer bekom merd om vriend Adebar; rieten daken waaruit hij riet voor zijn nest kan plukken, comfortabele broedplaatsen, meren en vijvers vol kikkers schijnen hem niet meer te lokken. In 1953 bleek tot aller verbazing, dat het aan tal paren weer iets was toegenomen, n.l. tot 853. De resultaten van de tel ling van deze zomer zijn nog niet bekend, wel staat vast dat het aantal weer iets is gestegen. Uit deze statistiek blijkt, dat op vermindering vrij spoedig vermeer dering volgt. Van de 3700 paren in 1909 waren er in 1930 nog maar 1100 over. Daarna kwamen zij weer in groter getale en in 1938 broed den er weer 2500 paren. Sindsdien is het cijfer weer gestadig gedaald en het dieptepunt werd in 1952 met 800 paren bereikt. Langzaam maar zeker stijgt nu het aantal weer. Deskundigen nemen aan, dat dit geen toeval is. Omdat echter in an dere delen niet wordt geteld, kan niet worden gezegd, of daar het aantal ooievaars ook weer toeneemt. De ont wikkeling in Sleeswijk-Holstein wordt echter als typisch voor de rest van Duitsland geacht. De raadsels worden steeds moei lijker. Waarom komen en gaan ooie vaars? Uiteraard wordt ook de oor log als oorzaak van het wegblijven gezien. Dat steeds meer ooievaars naar Turkije gaan, zou als een voor keur voor neutrale gebieden kunnen worden uitgelegdEdoch, in Zuid- Rusland, waar de oorlog zo heftig heeft gewoed, nemen de ooievaars steeds meer in getale toe. Van de luchtoorlog, waarop ooievaars uiter aard wei direct reageren, was op het platteland, waar zij broeden, ook veel minder te bemerken. Zo men wil, kan men uit de curven van de ooievaars statistiek wel een bepaalde relatie tot het oorlogsgebeuren lezen, maar over tuigend is ook dit niet. WASHINGTON, 7 jan. (AFP). t Amerikaanse ministerie van buiten landse zaken heeft officieel de aan vang bekend gemaakt van bespre kingen tussen West-Duitsland en de Ver. Staten over een overeenkomst inzake samenwerking tussen de twee landen op het gebied van atoomonder zoek. Volgens het ministerie zijn de V.S. van plan een experimentele atoom reactor ter beschikking van de bonds republiek te stellen voor het oplei den van gespecialiseerd personeeL Ook zullen zvj beperkte hoeveelheden splijtbaar materiaal aan West-Duits land leveren. De overeenkomst beoogt slechts samenwerking bij het onder zoek naar het vreedzaam gebruik van atoomenergie. Na afloop der vergadering van de Rotterdamse gemeenteraad hebben wethouder J. van Tilburg en zijn echtgenote in het Stadhuis gere cipieerd in verband met het ver trek van de heer Van Tilburgdie, zoals bekend, is benoemd tot gouverneur van Suriname. Op deze afscheidsreceptie verscheen ook de heer L. van Tilburg, een tweelingbroer van de ex-wethou der, die we op deze foto afscheid zien nemen. Liihurgische Vereniging vergaderde (Van één onzer verslaggevers) UTRECHT, 6 januari. - Onder voorzitterschap van Prof. Dr. J. N. Bakhuizen van den Brink hield de Liturgische Vereniging in de Ned. Herv. Kerk haar jaarlijkse bijeen komst. De onderwerpen, die dit jaar werden behandeld, waren „De liturgie van het avondmaal en het offer', door Ds. J. M. Gerritsen te Wichmond en „Wat is broeder schap?" door Bruder Klose uit Detmold. In zijn referaat stelde ds Gerritsen de roomë-katholieke catechismus van het aartsbisdom Utrecht, waarin wordt ge zegd, dat Christus het avondmaal heeft ingesteld onder ons om het offer op on bloedige wijze te vernieuwen, naast het antwoord op de 80ste vraag van de Hei- delbergse catechismus. Spr. vroeg zich af, of het nu zo is, dat het offer een we zenlijk bestanddeel van het sacrament is en of wij ondanks antwoord 80 van onze catechismus tot het offer kunnen terug keren. De predikant gaf aan het woord offer twee betekenissen: offertorium en sacri- ficium. Hij kwam tot de voorlopige con clusie, dat de heilige dis niet denkbaar is zonder offerdande (offertorium) het offer van weldadigheid zowel als van ons leven maar dat deze offerande alleen denkbaar ls in verband met de enige en eeuwige offerande van Christus (sacrifi- cium). KETTINGRAADSEL Puzzle No. 39 HORIZONTAAL: 1 Baksel, 5 zang stem, 8 vogel, 9 reusachtig, 10 zangnoot, 11 pers. voornaamwoord, 12 dier, 13 vloei stof, 14 kenletters van motorrijtuigen uit Tanger, 15 verlaagde toon, 16 bevel, 17 meetk. tangens of raaklijn, 18 onderschei ding, 21 dier, 23 insect, 24 de oudere, 25 naam van een onzer prinsessen, 26 drank, 27 lyrisch gedicht, 28 vogel. VERTICAAL: 1 Afkerig, 2 oppervlakte- maat, 3 zangnoot, 4 smulpaap, 5 drijvend toestel, 6 fijne geur of smaak, 7 blaam, 11 binnen, 12 bestaat, 15 beleefdheid, 16 pers. voornaamwoord, 17 drietal, 19 deel van het been, 20 groente, 22 honingdrank, 24 bladgroente, 26 rivier. Oplossing vorige puzzle 15 Knoop, 59 pruim, 913 melis, 13—17 sjees, 17—21 steeg, 21—25 gloed, 25—29 droog, 29—33 graan, 33—36 nest, 36—39 trui, 39—42 iets, 42—48 spelonk, 4852 kring, 52—55 glad, 55—60 driest, 6063 tulp, 6369 proper, 6371 raap, 71—73 pap, 7375 pad, 7577 dop, 77—78 pa, 78—80 aha. PINK, DUIM. II ET ZEEUWSE VOLKSDEEL kan zich slechts gelukkig prijzen, dat een gevarieerde me nigte marktkooplieden zich iede re week met een verrassende regelmatigheid op die plaatsen vertoont, waar zij node gemist kan worden. Een variabele menigte, inder daad. Er zijn er onder, die in alle bescheidenheid staande achter de schragen van hun kramen de komst van koopsters en kopers afwachten. Er zijn er ook, die de markt tot een markt maken. Daar uhl- len we het ditmaal over heb ben. Over die handige causeurs, waarnaar het prettig luisteren is. Over die lieden, die luide de voortreffelijke hoedanigheden van hun waren aan de open baarheid prijsgeven. Er zijn er onder, die hun ge hoor een genezing van schier alle kwalen voorspiegelen, alles door een vloeistof met bijzonde re pretenties, die zit opgeborgen in de engte van een flesje. De therapeutische waarde van hun betoog moet men niet onder schatten. Alleen reeds hierdoor behoren zij tot de uitgesproken helers onder ons. Anderen ontpoppen zich als filantropen, die allerlei zaken met milde hand wegschenken uiteraard tegen een kleine ver goeding, ter dekking-van de on kosten. Dit zijn de gevers. Resumerende: van een gang naar de markt komt men zowel materieel als lichamelijk ge sterkt en gelouterd terug. Hier in schuilt dus de waarde van zulk een gang. Geestelijk gelouterd keert men terug, als men de welbe spraaktheid van de kooplui als één geheel gaat zien, als men hun betogingen aaneen rijgt. Zulks doet echter afbreuk aan de propagandistische waarde van hun aanprijzingen. Vooral wanneer een koopman in vest jes en een verkoper van resten stof naast elkaar plaats nemen. Dan galmt het: „Mooie vesten, mooie vesten! Allemaal res ten, allemaal restjes, 98 cent!" II Aan het einde van zijn referaat kwam ds Gerritson tot de conclusie, dat hij nooit zal toegeven, dat het sacrament een offer is in die zin, dat daarin Christus door de priester geofferd wordt (zoals de rooms- katholieken dat zeggen). Maar als men het een offer noemt voor zover het de dankzegging van de gelovige ls, meent ds Gerritsen, dat de dis zo genoemd kan worden en door de oude kerkvaders ook zo genoemd is. Want eucharistie dat is dankzegging is een offerande van de gelovigen. Eveneens kan het sacrament offer genoemd worden in zover het van het ware Offer, dat eenmaal aan het kruis is gebracht, een sacrament, dus een heilig téken of heilige gedachtenis is, aldus spr. MICHAELS BRUDERSCHAFT Bruder Klose was speciaal uit Detmold gekomen, om het een en ander te ver tellen over de Evangelische Michaels Bruderschaft, die in 1931 ln Marburg werd gesticht. De broederschap telt iets meer dan 600 leden (mannelijke), die lang niet allemaal theologisch gevormd zijn. Deze leden zjjn verdeeld over 18 conventen, waarvan twee ln Zwitserland en één in Oostenrijk. De broeders trachten de „weg van bui ten naar binnen te gaan", zoals Bruder Klose dat uitdrukte. De leden van de broederschap leven niet zoals monniken in afzondering, nee, zij nemen zowel in gezin als in beroep hun gewone plaats ln. In uren van meditatie, Bijbellezen en ge bed komen zij dichter bij God en juist dan ontvangen zij in gevallen van twijfel en wanhoop steun van hun „broeders". Nieuwe liturgische vormen voor het godsdienstig leven worden eerst in stilte van de broederschap beoefend en beleefd, totdat ze zo ver gegroeid zijn, dat ze ook buiten de broederschap in de praktijk kunnen worden gebracht. Wanneer de broeders met zichzelf tot klaarheid zijn gekomen, gaan zij weer de weg van „binnen naar buiten". Zij trachten mensen te winnen voor het practisch geestelijk leven, door het uit geven van theologische geschriften en liederen, en gebedshoeken en ook door het beleggen van conferenties en z.g. meditatie, en geestelijke weken. De Bruderschaft is principieel oecumensch georiënteerd. Uei£.iyLtig, u-an dt frondyo- Ds G. Visée van Kampen maakt in het kerkblad der geref. kerken (ond. art. 31) voor Overijssel bezwaar tegen een circu- laire van de Vereniging tot Bevordering van de Zondagsrust. Hij zegt er o.a. van: De Vereniging gaat dus zorgen voor de heiliging van de rustdag. Nu be- hoort daartoe: dat ik inzonderheid op de rustdag tot de gemeente Gods naar- stig komehoe denkt deze Vereni ging dat te bevorderen, dat de mensen „naarstig", dat is dus buiten wettige verhindering twéémaal ter kerk gaan? Om Gods woord te horen De toenemende verontrusting op de rustdag is inderdaad onrustbarend. De nalatigheid in de zorg voor het huis Gods, de kerk, haar vergadering, bewa ring en reformatie zorgwekkend. Als een volk geen zondag meer heeft, is dat een duidelijk teken, dat zulk een volk het verbond des Heren verlaten heeft. Maar de wederkeer tot Gods verbond en woorden zal dan ook moeten be- glnnen ln de zorg om de kerk en de rechte verkondiging des woords. Al het andere is lapwerk, kwakzalverij, die een hartpatiënt cureren wil met lik- doorntinctuur. £),e Ü>-ij&-el alö Oco-ofiw-aaA, „Woord en Dienst" bevat een artikel van Ds. F. Visser uit Amsterdam over de colportage met het „rjjdend bijbelhuis" van het Ned. Bijbelgenootschap. Dat er veel vraag naar bijbels bestaat, bewijzen deze cijfers uit de omzetstaat: Een bezoek op Tholen van enkele dagen bewerkte een verkoop van 2.661,—, meer dan de verkoop gedu rende een maand in Noord-Holland (2.300)! In Kootwijkerbroek weijd vier dagen gewerkt en hier werd voor 1.300,verkocht, ongeveer evenveel als gedurende vier weken in het oosten van Noord-Brabant en Limburg (1375). In Uithuizermeden hadden onze mede werkers geen handen genoeg om de be zoekers van de bijbelwagen te helpen. Hier werd in drie dagen voor ƒ2.160, verkocht. Nog enkele bijzondere cijfers voegen we hierbij, die alle de opbrengst geven van een bezoek van twee of drie dagen: Beilen 800,Dirksland 890, Strijen 1.215,Zwijndrecht 1.400, Diever 200. EtiAche, pA&eJUcjtb In het weekblad „De Hervormde Kerk" recenseert Ds. H. A. Visser van Amster dam het boekje „Ondër Gods hoogtezon", van Ds. Okke Jager. Hij heeft er veel waardering voor, maar tekent er bij aan: En tochhoe kwam het dat deze toespraakjes me stuk voor stuk zo be kend voorkwamen? Ineens wist ik het: het waren typische „ethische" preekjes van minstens dertig jaar geleden, preek jes die helemaal geen pijn deden, een heel klein ietsepietsje evangelie bevat ten, met de hele wereld in vrede leef den, geen problemen kenden en het evangelie alleen maar als een oerge- noeglijke zaak voorstelden; vlotte, boei ende aardige verhaaltjes, met zo maar ineens een vroom poeiertje aan het slot. Ik vraag me twee dingen af: hoe is het mogelijk, dat de gereformeerde kerk dit zo mooi vindt? Het woord „ethisch" was dertig jaar geleden toch het aller grootste scheldwoord in die kringen bijna zo erg (of erger?) als „vrijzinnig". En verder vraag ik me bezorgd af: zou de jeugd dit mooi vinden? Ja? Maar wat voor jeugd is dit dan? Om met Niemöller te spreken: jeugd van giste ren? Ik kan me eenvoudig niet anders voor stellen, dan dat de „jeugd van nu" zou zeggen: is dat nu Gods hoogtezon? Geef mij er dan maar een van Philips. Raïtd in £nqe.tcmd ln „Uitzicht", tijdschrift ter bevordering van het oecumenisch besef, komt een uit voerige kroniek voor betreffende de kerk in Engeland, geschreven door Ds. J. van den Berg, gereformeerd predikant te Zut- fen. Deze merkt daarin op: Wat is op het ogenblik de invloed van Barth in Engeland en Schotland? Het wil mij voorkomen, dat die invloed nog steeds gering is. Zijdelings hebben zijn gedachten zeker wel stimulerend ge werkt en tot nieuwe theologische bezin ning aanleiding gegeven, maar pure barthianen treft men niet alleen in In geland, doch zelfs ook in Schotland nog niet zoveel aan. Eerder luistert men dan nog naar Brunner. Het is merkwaardig, dat men in som mige kringen die in de lijn der calvinis tische traditie willen staan het barthia- nisme bestrijdt als neo-calvinisme met de zelfde heiligheid waarmee te onzent sommige barthianen zich keren tegen wat zij als neo-calvinisme betitelen. Wie schrijft er nog eens een boek over de humor van de kerkgeschiedenis? 't illtnoufr&tifoeAfcje. Uit het verslag van de opening der ge restaureerde zendingskerk te Gent, opge nomen in De Kruisbanier, knippen we dit gedeelte'. 't Smousenkerkje; ja zo heette vijftig jaar geleden de zendingskerk aan de Wittenbergstraat te Gent. Al wat toen niet rooms was stak men in dezelfde zak: protestanten, joden, vrijmetselaars en ander geuzengebroed. Ook werd dit kerkje, het beste gelegen, kruis punt van straten en trams, gemeden Ujk de pest. Een voorbeeld. Eén onzer oud jes, toen kind natuurlijk, moest voor zijn eerste communie, altijd langs de Wittenbergstraat, Maar, hij werd thuis elders zo benauwd gemaakt, voor dat toverhol met baarlijke duivels, dat hij Een verhaal uit de tijd van Stadh. Koning Willem III 7) „Ongetwijfeld heeft Uwe Majesteit gelijk", zei Jeffreys met een diepe buiging. „Ik wil u nu niet naar Schotland zenden", sprak de Koning, „want ik heb gehoord, dat Monmouth over een inval denkt en van plan is in Somer set te landen." „Dat kan toch niet waar zijn?" „Ben ik soms niet duidelijk ge weest?" riep de Koning gramstorig. „Uwe Majesteit vat mijn onhandige woorden verkeerd op", zei Jeffreys. „Ongetwijfeld zijt gij op de hoogte gebracht; maar wat ik niet kon ge loven is, dat een man en het aller minst de zoon van uw overleden broe der eraan zou denken de wapenen te gen Uwe geheiligde Majesteit op te vatten." „Wat zou Monmouth niet durven?" snauwde Jacobus. „Hij is het kind van Locy Walters en heeft dezelfde na tuur als zyn moeder. Hij geeft zich voor een Protestant uit en naar ik ge hoord heb, trachten velen hem over te halen om ln Somerset. waar Ik niet populair ben, te landen. „Het westen zit vol Dissenters", zei Jeffreys. „Om de andere man vindt men er een huichelende Presbyteriaan of een Intenpendent of een Baptist. Zij hebben geen eerbied voor de geheiligde persoon van Uw Majesteit. Zij geloven niet in 't goddelijk racht der Koningen. Nog vandaag is my dat gebleken." „Hoe zo", vroeg de Koning. „Ik heb die oude verrader, Richard Baxter, de Presbyteriaan veroordeeld. Ik heb hem uit zijn werken van «chuld overtuigd." Richard Baxter", zei Jacobus, „was ik de wet niet aan mijn laars gelapt?" dat niet de man, wien mijn broer een bisschopszetel aanbood". „Dezelfde", antwoordde Jeffreys, „en zijn advocaat had vandaag wer kelijk de stoutmoedigheid dit feit te zijner verdediging aan te voeren. Maar ik bracht hem tot zwijgen. Ik heb Baxter veroordeeld voor anderhalf jaar in King's Benseh gevangenis". „Is dat alles?" vroeg de Koning gemelijk. „Ja, dat is alles. Ik had hem vijf jaar willen geven en iedere maand een geseling, maar in een ogenblik van zwakheid heb ik me door mijn mederechter laten bepraten. Maar de zaak is daarmee niet afgedaan. Wat vandaag niet gedaan is, kan morgen gedaan worden." De Koning glimlachte en bleef zo een poosje zwijgend zitten. Toen zei hij: „Ik had bij mijn opperrechter geen ogenblikken van zwakheid ver wacht. „En gij zult ze ook niet zien in za ken, die Uwe Majesteit aangaan. Heb ik nog nietvoldoende bewijzen van mijn trouw gegeven? Welke andere rechter zou zo volkomen uw wensen betreffende Algernon Sydney hebben vervuld? Was het hele land niet ver ontwaardigd? Maar wat hindert dat? De wil van Uwe Majesteit was vol bracht: de man is dood. Heb ik verder Uwe Majesteit niet betaald voor mijn zetel in het Kabinet en voor mijn ver heffing tot Lord? Uwe Majesteit weet, dat ik de in- en^uitvoerrechten vast stelde, die alleen de overleden Ko ning waren toegestaan. Het was niet volgens de wet, dat deze gelden Uwe Majesteit zouden toekomen, maar heb „Ja", zei de Koning, „gij zijt een trouw dienaar geweest, Jeffreys. En ikweet, hoe ik een trouw dienaar moet eren. „Ik verlang niets meer, dan de toe gewijde slaaf van Uwe Majesteit te zijn en de wil van Uwe Majesteit te doen." En waar dit zo is, ben ik er van overtuigd, dat gij weinig aandacht zult schenken aan de geruchten die omtrent mij verspreid worden." „Geruchten kunnen mij weinig schelen, maar toch moet ik wel aan dacht schenken aan die over het op roer in Schotland en het complot in Holland." „De natie is voor Uwe Majesteit". „Als ze dat niet is, zal ze gedwon gen worden", zei de Koning. „Mis schien zullen zij, die mijn geloof haten, mij trachten te dwarsbomen in mijn plannen, maar laat hen oppassen, als zij dat zouden wagen." ,tWie zou het kunnen wagen het ge loof te haten dat door Uwe Majesteit begunstigd wordt?" vroeg Jeffreys op vroom-verwonderde toon. „Wie? Wel, enige van de bisschop pen" „Dat is toch niet waar? Maar, als zij dat doen, dan zal Uwe Majesteit zien, dat ik niet voor niets tot Opper rechter ben aangesteld." „Deze bisschoppen hebben een grote invloed op meer dan de halve natie." „Maar zij zijn getrouw aan Uwe Majesteit." De Koning zweeg. „Uwe Majesteit verdenkt toch nie mand van hen?" (Wordt vervolgd.) meestal een grote omweg maakte en in ieder geval, nooit zijn voet zette op 't gaanpad, dat langs de kerk loopt. Maar het kruisje was rap geslagen en een schietgebedeke afgerammeld en nooit werd hij betoverd. Ondanks deze en allerlei voordelen, floreerde de zaak ei» liep de kerk meestal stampvol, tot spijt van wie 't benijdt. fo-o-die. notah-Lllen Het Nieuw Israëlisch Weekblad komt met een bericht over de benoeming van twee joodse notarissen, namelijk te Rot terdam en Den Haag. Aan het commen taar hierop ontlenen we het onderstaan de: Een notaris wordt door de Kroon be noemd. Zulk een benoeming geschiedt slechts wanneer één van de duizend plaatsen vacant komt. Hieruit blijkt de bijzondere positie van het notariaat: Het is een vertrouwenspositie, die de regering schenkt aan iemand, die na een langdurige opleiding daarvoor in aanmerking meent te komen. Daarbij komt het niet eens zozeer aan op het vertrouwen van de regering ais wel op het vertrouwen dat de cliënten in de notaris stellen. En daarom is de keuze van een notaris niet slechts bepaald door het aantal beschikbare kandida ten, maar ook door de geestelijke sfeer, in het bijzonder de godsdienstige waar toe de te benoemen notaris behoort. Op grond hiervan heeft de regering dan ook altijd rekening gehouden met het joodse bevolkingsdeel. Er is steeds zorg voor gedragen, dat de joodse inwoners der grote steden bij een joodse notaris terecht zouden kunnen; in kleiner» plaatsen was uiteraard de joodse groep te klein voor een eigen notaris. Slechts wie het joodse leven en het joodse leed heeft meegemaakt, kan de verstandige raad geven, die mensen behoeven op de gewichtige ogenblikken van hun leven wanneer zij de hulp van een notaris inroepen. Het is waarschijnlijk door deze kant van de zaak, dat vele joodse notarissen, waaronder ook de nu benoemden, veel belangstelling hebben getoond voor het joodse openbare leven. Behalve verheugend voor de benoem den, is dit besluit van de regering du» ook een teken, dat er met de redelijke belangen van de joodse bevolking re kening gehouden wordt en wij stellen dit met voldoening vast. Oesterexport nog niet begonnen YERSEKE, 7 jan. De export van de Zeeuwse oesters is nog niet begonnen. Er is zelfs nog geen datum vastgesteld. Naar het schijnt ligt het in de bedoeling de invoer van de oesters naar Frankrijk geheel te libe raliseren, zoals dit ook gebeurt is met de garnalen en kreeften. Het is in ieder geval wel zo. dat de monster- oesters, die naar Parijs gezonden zijn, goed hebben voldaan. Algemene en agrarische econo mie, door Drs. G. de Groot. Uit gave van J. B. Wolters te Gro ningen. Nu de problematiek op ons land- en tuinbouwbedrijf steeds meer verschuift van het technische naar het economi sche, ls het niet vreemd, dat juist over economie, ook over agrarische econo mie, geschreven wordt. In de reeks verschenen publlkatie» over dit onderwerp neemt bovenge noemd werk een eervolle plaats in. Met toenemende belangstelling heb ben we de stof, die zich prettig lezen Iaat, doorgenomen. Nu ook op de middelbare- en land- bouwwinterscholen voor economie steeds meer tijd wordt uitgetrokken, zal zeer zeker dit boek zijn weg wei vinden. Te meer daar het gebódens zeer nauw aan de praktijk aansluit. Overigens achten wij de stof voor de landbouwwinterschool vrij zwaar, de ge ïnteresseerde leerling zal met enige in spanning de stof wel kunnen verwer ken. We hopen, dat ook buiten genoemde scholen dit zeer oriënterende boek ge lezen zal worden. Ook de ouderen op onze land- en tuinbouwbedrijven dienen hiervan kennis te nemen. Van harte aanbevolen. W. P. B,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 5