„Herverkaveling Zeeland „test-case"
voor overig Nederland", zegt ir J. Post
Bekoorlijke bouwactiviteit
in Zeeland
Geen opzienbarende gebeurtenissen
voor Zeeuwse landbouw
Saneringsnota als leidraad
voor de toekomst
liÉiNiiiÉ
Aanvragen tot herbouw worden na 31 Mei 1956
niet meer geaccepteerd
Maar toch waren er problemen genoeg
Zaterdag 31 December 1955
ZEEUWSCH DAGBLAD
In 1955
kwam men gereed
mei de plannen
^SÊÈ
ëêÊ3
DE HERVERKAVELING in Zeeland wordt een test-case voor
ons gehele landDe man, die deze woorden uit, terwijl hij
zijn ogen gericht houdt op een reusachtige luchtfoto van Schou-
Wen-Duiveland, achter ons aan de muur, is ir J. Post, hoofdingenieur-
directeur van de Cultuurtechnische Dienst in Zeeland.
„Kunt U ons", zo hebben wij hem gevraagd, „kunt U ons in enkele
korte trekken de belangrijkste beslissingen schetsen, die op het terrein
der herverkavelingen zijn genomen?"
En het antwoord kwam. Beslist. „Het beleid voor de sanering werd
uitgestippeld. We hebben er, met de Herverkavelingscommissie het
gehele jaar aan gewerkt en over gesproken. En nu zijn we zover, dat
6r een saneringsnota is opgesteld, waarin de problemen volledig
worden behandeld
„Ja, zegt ir Post, „we zijn gereed ge
komen met de plannenmakerij. Nu,
fian het eind van dit jaar kunnen we
zeggen, wat er in 1956 gaat gebeuren".
En hij komt met een aantal cijfers,
Jnillioenencijfers. Dit jaar werd op
Schouwen-Duiveland voor 29 millioen
gulden verwerkt, op Tholen voor 9
Inillioen, in de Zak van Zuid Beveland
(Coudorpe) 5 millioen en in Waarde
voor ongeveer 2 millioen. Hij noemt
6ok de cijfers voor 1956. Schouwen: 22
inillioen; Tholen: 11 millioen; de Zak:
6 millioen en Waarde: 1 millioen. Op
Schouwen zijn de Vier Bannen en de
Hoge en Lage Zoom en de polder
Zuidhoek cultuurtechnisch vrijwel ge
reed. Evenzo de Scherpenissepolder,
de polder Waarde en Coudorpe. De
verplaatsing van de boerderijen heeft
langzamerhand haar eindstadium be
reikt. Negentig procent van de over
plaatsingen vond plaats op Schouwen
Waar uiteraard het meest verwoest of
beschadigd was.
ELECTRICITEIT:
brandpunt
De electriciteit en de waterleiding
staan nu in het brandpunt der belang
stelling. De aansluitingen van de hof
steden zjjn erg dringend nodig. De wo-
hingen zijn ingericht, de lampen han
gen op en in afwachting van de huis
aansluiting staan wasmachines, radio's
enz. gereed en liggen droogscheerap
paraten te wachten.
En je kunt daar nu wel eens om la
chen, maar voor de bewoners is het
ellendig.
De Commissie Welzijn ten Platte-
lande, waarin het georganiseerde be
drijfsleven en de overheid de proble
men bespreken, heeft door een sub
commissie een rapport doen opstellen,
waarin voorstellen worden gedaan
voor de financieringsregeling. Een re
geling waarbij uiteraard het Rijk, de
provincie, de dienst herverkaveling en
de gemeenten belang hebben. De ge
middelde kosten komen op f 5000,
per aansluiting. Het betreft hier in
Zeeland in totaal 700 aansluitingen in
de herverkavelingsgebieden, een be
drag dus van totaal f3,5 millioen.
G.S. moeten hier het verlossende
woord spreken. En dan moet men nog
fnaar niet denken aan de andere „on
rendabele gebieden" in Zeeland, waar
ln totaal nog zo'n slordige 3000 perce
len op aansluiting wachten. Het ligt
Voor de hand, dat de provincie zelf
fle financiële politiek moet gaan voe
ren voor de gebieden buiten de her-
Verkaveling", aldus ir Post.
Krotopruiming
Een ander belangrijk probleem is de
opruiming van de krotten op het plat
teland. Er is een landelijk bouwvolu
me beach'kbaar gesteld van 150 wo
ningen in het herverkavelingsgebied,
waarvan Zeeland er 50 toegewezen
kreeg. Een droppel op de gloeiende
plaat want 23 pet. van het aantal wo-
hingen op het platteland verdient de
haam krot.
En daarom heeft men besloten die
vijftig woningen in één bepaalde ge
meente te zetten, nl. In St. Annaland,
waarvan men nu een voorbeeld dorp
wil maken in een gesaneerd agrarisch
gebied. Zo'n woning in St. Annaland
gaat 7000,kosten en wordt eigen
bezit met een aflossingstermijn van
dertig jaar. De belangstelling voor de
ze houw neemt toe.
De Saneringsnota
In de saneringsnota, waarover we
hierboven schreven, wordt St. Anna
land ook genoemd. De landbouw in de
ze gemeente heeft, zo staat in de nota
te lezen, een bijzondere structuur, zo
dat daar een afzonderlijk saneringsbe
drijfstype moest worden ontworpen.
De nota behandelt nl. in de aanvang
het kleine-boerenvraagstuk en het
kleine bedrijf in het herverkavelings
gebied. Het heet te zijn „een ruwe
schets" maar men kan er zeer interes
sante cijfers lezen. Zo blijkt onder
meer, dat op Schouwen-Duiveland 17
pet. van de cultuurgrond in gebruik
blijkt te zijn bij bedrijven tussen 1 en
10 ha. Op Tholen bedraagt dit percen
tage 29, in Waarde 28 en in de Zak
De nieuwe waterleiding, die naast
de grote stroomgeul werd gegra
ven, is hecht en stevig geworden.
(Foto D. v. d. Bosch)
van Zuid-Beveland (zes gemeenten)
29. Men leest er ook in, dat vele klei
ne boeren in de oudere leeftijdsgroe
pen vallen. Op Tholen besloeg een
groep van 50 jaar en ouder 60 pet van
het aantal kleine grondgebruikers. Op
Schouwen was dit cijfer 58 pet, voor
Waarde 67 pet en voor de Zak van Z.-
Beveland 64 pet. Het grootste deel van
de mensen was zelfs nog ouder dan
60 jaar. Bovendien zijn er heel wat be
drijfjes waar geen opvolger is. Het be
hoeft, gezien het bovenstaande, geen
verwondering te wekken, dat verschei
dene gegadigden te kennen gaven niets
voor sanering te voelen.
De grootte
van het kernvraagstuk
Evengoed zijn er toch anderen, die
wel een gesaneerd bedrijf willen heb
ben. Het kernvraagstuk van de sane
ring is de bepaling van de grootte van
het bedrijf. De keuze van deze grootte
is in zekere mate bepalend voor de
toekomstige economische structuur
van het betrokken gebied en dient dus
met zorg te geschieden. De boer en
zijn gezin moet een redelijk bestaan
gewaarborgd worden. De productivi
teit van de grond, de bedrijfsvoering
en prijzen en opbrengsten zijn even
eens van invloed.
In de nota wordt uitvoerig het be-
drijfstype besproken n.l. naast het
reeds genoemde type van St. Anna
land, groot 4 ha (grove tuinbouw), 't
eenmansbedrijf met grove tuinbouw
van 5 ha, het tweemans gemengd be
drijf van 15 ha, en het tweemans ak
kerbouwbedrijf van 12 ha.
Deze bedrijfstypen wil men als richt-1
snoer aanvaarden voor de sanering.
Voor een zuiver fruitteeltbedrijf
wordt de saneringsgrootte op 5 ha
vastgesteld. Dergelijke bedrijven zul
len voornamelijk in de Zak en in het
Westen van Schouwen voorkomen.
Tuinbouwbedrijven voor klein fruit
kurinen met 3 ha oppervlakte volstaan
en intensieve groenteteeltbedrijven
zijn levensvatbaar op 2 ha. Wordt nu
de saneringsgrootte uitgedrukt in een
aantal hectares, bij de toedeling zal
uitsluitend sprake zijn van een bepaal
de waarde aan kavels. Nu de schat
tingswaarden nog niet zijn vastge
steld, zal het niet mogelijk zijn de sa-
neringstoedelingsvoorwaarden nu te
bepalen.
Eenmansbedrijven
rond de dorpen
In de Herverkaveling Zeeland zal op
betrekkelijk ruime schaal kunnen wor
den overgegaan tot het vergroten van
te kleine bedrijven, zo blijkt wel. En
men heeft voor de uitvoering bepaalde
gedragslijnen vastgesteld.
Naast de bepaling van de oppervlak
te en de saneringstoedelingsvoorwaar-
den zal men er naar streven, dat een
mansbedrijven (zonder gebouwen)
rond de dorpen komen te liggen, ter
wijl de tweemansbedrijven naar de
nieuw te ontsluiten gebieden behoren
te worden verplaatst. Men achte het
voorts niet verantwoord een bedrijf te
saneren tot een grootte, die kleiner Is
dan de gewenste. Indien er voor de sa
nering van alle kleine bedrijven niet
voldoende grond beschikbaar is, zal
het onvermijdelijk zijn het aantal te
saneren bedrijven te verminderen.
Indien een keuze moet worden ge
daan tussen diverse kleine bedrijven
zal geval voor geval moeten worden
beoordeeld of het bedrijf voor sane
ring in aanmerking komt.
Wat dit laatste betreft zal gelet wor
den op de volgende factoren:
1. De uitoefening van nevenberoe
pen; 2. De aanwezigheid van geschik
te opvolgers; 3. De bereidheid en mo
gelijkheid tot investeren; 4. De ge
schiktheid van de boer en zjjn gezin; 5.
De eventuele bedrijfsverkleining t.g.v.
opzegging der pacht en 6 het voorko
men van mondelinge pacht, deelbouw
enz.
Aan het slot van de nota wordt op
gemerkt, dat niemand recht heeft op
sanering terwijl men het evenmin ge
wenst acht iemand daartoe te ver
plichten.
De woningbalans van eind 1955
Er is gebouwd ln Zeeland en er zijn woningen gereed gekomen! Niet voldoende
om iedere woningzoekende te kunnen helpen, helaas niet. Maar met de middelen,
die er waren en met het bouwvolume, dat beschikbaar was is er gewerkt, in
en buiten de getroffen gebieden. De cijfers, die hieronder worden genoemd, wijzen
daarop. Ieder zou het graag zoveel sneller zien gebeuren, maar wanneer men het
geen in het afgelopen jaar tot stand is gekomen ziet in het algemene beeld van het
momenteel bereikbare, dan moet worden gezegd, dat er veel is gepresteerd. Nog
lag het accent op da herbouw in verband met de watersnood en ook liep het
aantal nog altijd niet gerealiseerde herbouwobjecten wegens verwoesting door de
oorlog terug, zodat er nu in de gehele provincie nog 700 resteren. En die móeten
vóór Et Mei van het volgend jaar zijn verwezenlijkt, want daarna wordt geen
enke.^ aanvraag meer geaccepteerd. Wie dus nog een herbouwplicht bezit, zal zo
spoedig mogelijk daarvan werk moeten maken. Er is nu langzamerhand toch wel
tijd genoeg voor geweest, meer dan tien jaar zelfs!
Dit jaar zijn er ruim 400 financieringen
afgegeven voor herbouwgevallen. Dat
aantal viel tegen, nog geen 40 per maand
gemiddeld. Het zou minstens 70 per
maand kunnen zijn. Aanvragen tot her
bouw kunnen a.h.w. onbeperkt worden
ingezonden. Maar er blijken nog mensen
te zijn, die aan realisering niet denken.
Zoals gezegd, daaraan komt volgend jaar
een eind, als ook voor Zeeland de rente-
en financieringsstop gaat gelden.
een herinnering aan de prachtige
zomer, die wij dit jaar hadden. Aan
stranden en aan dijken zocht jong en
oud verkoeling en een duik in 't frisse
water was de beste dienst, die men
zichzelf kon bewijzen
m mm
HET AFGELOPEN JAAR
bracht in de land- en tuin
bouw niet bepaald opzien
barende gebeurtenissen. Men bouw-
de verder aan 't herstel, men me
chaniseerde nog wat meer en be
sprak, hoe kan het anders, de
kostenstijging.
Wie voor een Oudejaarsover-
zicht gegevens nodig heeft, moet
eens een babbeltje maken met ir
J. D. Dorst uit Goes. Hij vindt dan
een man tegenover zich, die niet
alleen met warme belangstelling
het wel en wee van de Zeeuwse
land- en tuinbouw volgt, maar die
er bovendien nog goed over kan
vertellen ook.
Voor dit Oudejaarsoverzicht
hebben wij ons dan ook tot hem
gewend.
Mogen wjj met een weerpraatje be
ginnen? Welnu, zo zegt ir Dorst, het
jaar 1955 was uitzonderlijk gunstig. Na
een koud voorjaar, waarin men de
oogstverwachtingen met gefronste
wenkbrauwen besprak, speciaal waar
het de suikerbieten betrof, trad verbe
tering in het weer in, die ertoe leid
de, dat ook de gezichten van de land
bouwers opklaarden, want de oogst
was bevredigend.
Arbeidsproblemen
Dank zij dit gunstige weer leverde
het arbeidsprobleem niet die moeilijk
heden op, die men verwachtte. Dit wil
overigens niet zeggen, dat het allemaal
koek en ei was. Met name waren er
moeilijkheden wat betreft de contrac-
ten, waar men zich niet altijd aan
hield. De mechanisatie en motorisatie,
die de laatste jaren na de oorlog snel
le voortgang heeft gemaakt, breidde
zich ook in 1955 uit. Vroeger lette men
in land- en tuinbouw op de grootst
mogelijke opbrengst per oppervlakte
eenheid, doch nu streeft men ln be
paalde gevallen naar de grootste op
brengst per man en dat is een groot
verschil.
De grote werken, zo antwoordde ir
Dorst voorts op onze vraag, die hier ln
Zeeland worden uitgevoerd op het ge
bied van dijkherstel en herverkaveling
en ook de industrie in Zeeuwsch-
Vlaanderen zogen heel wat arbeiders
uit de land- en tuinbouw weg.
Nog eens terugkomend op de op
brengsten wees ir Dorst er voorts Op,
dat men, wanneer men over opbreng
sten spreekt, wel degelijk een splitsing
moet maken tussen voormalige over
stroomde gebieden en de droog geble
ven gronden. In het overstroomde ge
bied Schouwen-Duiveland en de
polder Kruiningen uitgezonderd is 't
herstel van de grond al flink gevor
derd. Het normale peil is echter nog
lang niet bereikt.
Stijging der kosten
Het grote probleem, waar de land
bouw voortdurend mee te maken heeft
is, we schreven het el, de stijging der
kosten en anderzijds het prijsniveau
der hoofdproducten, det een. dalende
tendens veroorzaakte.
Men kan seker zeggen, dat ln de
voorspoed een kentering 1* gekomen)
al wil dit nog niet zeggen, dat die ken
tering onrustbarend is. Het gezegde,
dat de landbouwers „dik in de centen"
zitten gaat niet op. Men moet name
lijk niet vergeten, dat hetgeen de land
bouw heeft verdiend moest worden ge
investeerd in machines.
Deltaplan
Het Deltaplan en het Drie-eilanden
plan zijn en worden door de landbouw
druk besproken. Men is dankbaar, dat
dit kan gebeuren. Dankbaar, zonder
nochtans de moeilijkheden voor de
Yersekse vissers te vergeten. Ook ix
Dorst doet dat niet. Want hij is naast
landbouwkundige ook een man, die de
noden der vissers wil verstaan. „Je
staat er van versteld", zo zei hij, „wat
een ellende het voor die mensen bete
kent". Hij kan daarover meepraten,
want hij is als voorzitter van het be
stuur der Visserijen op de Zeeuwse
Stromen wel degelijk op de hoogte.
„Ik ben ook blij, dat men in Wemel-
dinge de proeven neemt", zo zei hij
daarbij doelend op het begin Decem
ber geopende proeflaboratorium voor
de oesterteelt.
En niet alleen de vissers zitten met
problemen. Ook de landbouw. Want
hoewel men dankbaar is voor de mo
gelijkheden die deze plannen meebren
gen, zoals het tegengaan van de ver-
ziltlng, vragen de belanghebbenden
zieh toeh af, welke kosten van dflks-
verhoglng en -verzwaring op hun re
kening züll^n komen, temeer ook, om
dat de grondlasten van jaar tot jaar
toenemen en het eind ook hiervan nog
niet te tien U. Ook de concentratie
van de polders en waterschappen ls
een probleem, dat sterk in de belang
stelling staat.
Landbouwschajp
Op organisatorisch terrein trekt één
gebeurtenis de aandacht wel sterk. Dat
is de tot standkoming van het Land
bouwschap in de eerste helft van het
afgelopen jaar. „We moeten nog af
wachten, hoe het werkt en of het door
de practijk gedragen wordt", zo is de
mening van ir Dorst.
„Aha" zal men zeggen, daarmee zijn
nu dus alle problemen doorgesproken.
O neen, denk maar eens aan de huis
vesting ten plattelande, de electrici-
teits- en watervoorziening. Dit laatste
probleem wordt door een landelijke
commissie bestudeerd. Het is wel te
hopen, dat hier bijdragen komen van
Rijk, provincie en gemeente en de be
drijven zelf. Voor de concentratie van
de bevolking ten plattelande is dit al
les van zeer groot belang.
Met dankbaarheid gewaagde ir Dorst
ook van de hulp die andere provin
cies, als slotstuk aan de rampgebieden
hebben geleverd. We denken daarbij
aan de „Frieslandhoeve", die in Kerk-
werve werd geopend, aan hetgeen de
Drentse boeren hebben gedaan, aan
het rampenfonds.
We denken ook nog aan de activiteit
van de coöperaties, aan de opening van
het peulvruchtencentrum, aan de
bouw van de silo te Zlerikzee. Trouwens
ook de handel zat niet stil en stichtte
vele koelhuizen en aardappelbewaar
plaatsen.
Dit is, zij het wel zeer beknopt en
daardoor onvolledig, een overzicht van
hetgeen 1953 de Zeeuwse landbouw
bracht; een jaar, dat bewees, dat de
Zeeuwse agrariërs bezig zijn, zich, on
danks de vele moeilijkheden, weer om
hoog te worstelen.
Nogmaals; men zal vóór 31 Mei a.g.
zijn. herbouwplannen gereed moeten
hebben. Daarna zal men niet meer in
aanmerking kunnen komen voor de nu
nog geldende faciliteiten. Dit alles geldt
niet alleen voor woningen, maar ook
voor boerderijen. Er blijken in Zeeland
nog altijd 35 door de oorlog verwoeste
boerderijen te zijn, waaraan nog niets
is gedaan. Ook hier is het zaak mi door
te zetten!
Cijfers
Wat de woninbouw in het algemeen
betreft kan worden gezegd, dat globaal
gezien eind van dit jaar tweederde van
het voor de jaren 1954, 1955 en 1956 be
schikbaar gestelde bouwvolume ls gerea
liseerd of althans „in bewerking" is. In
1955 zijn goedkeuringen verleend voor da
bouw van rond 350 prenjiewoningen eii
van 329 woningwetwoningen. Bij deze
cijfers zijn inbegrepen de goedkeuringen
voor vervanging van krotten en herbouw
van huizen in de rampgebieden.
Wat dat laatste betreft kan worden
medegedeeld, dat op Schouwen-Duive
land voor de 670 verwoeste woningen 20Ó
herbouwplannen binnen zijn en voor da
getroffen gebieden in de andere delen
van Zeeland geldt, dat voor de 430 ver
nielde hulzen 260 herbouwplannen zjjn
ingediend. De nadruk moet erop worden
gelegd, dat het hier uitsluitend gaat om
particuliere plannen. De woningwetwo
ningen zijn hierbij dus niet begrepen en
evenmin de geschenkwoningen uit het
buitenland.
Krotopruiming
Verblijdend is te kunnen constateren,
dat van de bekende regeling krotoprui
ming in de voormalige watersnoodgebie-
den door de gemeentebesturen (op enkele
uitzonderingen na) een dankbaar gebruik
is gemaakt. In deze gebieden hebben da
gemeenten ongeveer 450 krotten opge
kocht, waarvoor zij bouwvolume krijgen.
Van de 350 houten woonketen, bestemij
als noodonderkomens, konden er dit jaar
heel wat worden ontruimd en afgebro
ken.
Ook ging een aantal noodwoningen, dia
na de oorlog werden neergezet, tegen da
grond, o.a. in Bruinisse, Biervliet, IJzen-
dijke en Hansweert.
Ten aanzien van de voorwaarden,
waaraan nieuwe woningen moeten vol
doen, kan worden gezegd, dat bij de be
oordeling van aanvragen en plannen
zeer streng gelet wordt op de voorzie
ningen, die in de woning nodig zijn, zo
als een douche enz. De algemene stel
regel is, dat ook al zijn het kleine
woningen, die goedkoop moeten zijn
elk nieuw huis van een redelijk en be
hoorlijk comfort moet zijn voorzien.
Boerderijenbouw
Na deze uitwijding nog het één en an
der over de boederljenbouw ln de ramp
gebieden. Op Schouwen-Duiveland, waar
301 boerderijen werden verwoest, zjjn er
nu 204 aanbesteed, waarvan 90 reeds op
geleverd.
Nog 20 herbouwplannen zijn in behan
deling voor de aanbesteding, terwijl er
77 gevallen zijn, waarin geen voortgang
kan worden gemaakt tengevolge van sa
nering, verplaatsing, aankoop door dé
Stichting Beheer Landbouwgronden e.d.
Er zijn momenteel op het eiland 90 boer
derijen in aanbouw. In de rest van dé
provincie is de boerderijenbouw prac-
tisch achter de rug. Nog een hoogst en
kele boerderij wacht op herbouw.
Dit jaar is in enkele gevallen een ex
tra-toewijzing van bouwvolume geschied.
De voornaamste waren wel 24 woningen
voor Middelburg (COAK), 10 voor Goe»
(Drie-eilandenplan) en 50 voor Sint An
naland (sanering i.v.m. herverkaveling).
Halve premiebouw
Een geheel nieuw element was ook
voor Zeeland in het afgelopen jaar do
bouw van halve premiewoningen. Men
weet het: onze provincie stond wat de
aanvragen betreft verreweg bovenaan.
Voor het gehele land waren er 8000 van
deze woningen beschikbaar en daarvan
nam Zeeland er niet minder dan rond
1000 om precies te zijn: 992 voor zUn
rekening.
In totaal werden voor de bouw van
deze hulzen 68 beschikkingen afgegeven.
Er is en wordt dus veel in complexen ge-
(Zie slot op 3e adv. pag.)