ONDER MOGEN met melk meer mans jïZZZ: KEUKEN passementeriën gemaakt Gif en tegengif ÉÉN NIET TOEl Wie weet te bezuinigen kan veel doen ff Niei alle dagen PEULVRUCHTEN »In{raphfI« Er worden nog steeds SCHAAKRUBRIEK Wie het kleine niet eert komt het f? r gebeurt In da grote wereld altijd genoeg, waarover we met el- kaar kunnen praten op onze vrouwenmanter. Vandaag echter «lui- ten we de gordijnen en doen de deur op slot, zodat we van heel dat grote en rumoerige leven daarbuiten eens een ogenblikje niets ge waar worden en gaan heel gemoedelijk met elkaar in het puur huis houdelijk hoekje zitten, want over het leven binnen de muren, al is het enkel maar gezien t)an de huishoudelijke kant, valt altijd genoeg te zeggen. Ik hoef niet alleen aan het woord te blijven, want ik heb nogal visite vandaag, zij het dan in de vorm van brieven naar aan leiding van mijn praatje van veertien dagen geleden. Er is zelfs een brief van een man bij, maar die mijnheer heb ik voor deze keer, heel vriendelijk en beleefd natuurlijk, belet gegeven, zodat we geheel on der ons zijn. Van één der briefschrijfsters kreeg ik zelfs een heel lang epistel en zo genoegelijk, dat het mij inderdaad het gevoel gaf, of we zomaar met elkaar zaten te praten. Wat deze kloeke huis vrouw schreef, is wel de moeite waard om haar in ons kringetje van avond het woord te geven. Nee, ze geeft geen opzienbarende wenken, maar van die practische aanwjjzink- jes, die we elke dag in gedachten moe ten houden. Luister maar eens met me mee. Ben goede bekende Beste Maja. Ik zet dat maar heel huiselijk boven mijn brief, dan heb ik het gevoel of u een goede bekende voor me bent, anders zou ik de moed missen om te schrijven. U vertelde van die vrouw, die het zo moeilijk Eet het geld heeft. Aan de éne kant in ik dat best begrijpen, want het uitkijken tegenwoordig, anders raak je achterop en dan ben je niet meer in staat om dat in te halen, want daar zijn de verdiensten niet naar. Wij hebben een aardig koppeltje kinderen, want er zijn er zes. Mijn man is werkman. Nou geloof ik, dat je moet proberen Ie uitgaven zolang mogelijk uit te stel ten. Ik zal moeten vertellen, hoe Ik dat bedoel. Kijk, er is op zjjn tijd vooral aan kleren van alles nodig, maar nu pro beer ik altijd dat een beetje te rekken. Als de pyamaatjes de eerste keren een gat of een scheur laten zien, ver stel Ik dat zo netjes als ik maar kan. Ën écht waar: dan lijken ze soms nog nieuw, al heb ik er een paar stukken ln staan. Maar eens komt aan alles een eind, dat spreekt en dan denk je: die zijn de moeite van het naaien niet meer waard. Een oude lap Maar dan zoek ik een oude lap van andere afgedankte pyama's, al kleurt die er helemaal niet bij, maar naai die met een paar grote steken op de kapotte of dunne plekken. Dat is na tuurlijk niet mooi, maar dan vind ik het leuk om eens te kijken of ik ze nog één of twee keer zo kan aange ven, voordat ze helemaal aan reep jes zijn. Ik zeg er maar bij, dat ik die rare maaksels altijd op een ver borgen plekje aan de waslijn hang! Jlaar kijk nou, Maja, als je zó met al het nachtgoed van acht mensen doet, groot en klein door elkaar gerekend, dan spaar je met die extra weekjes toch bij elkaar haast een pyama in het dragen uit. Zo doe ik met ondergoed van de kleintjes ook. Ingezonden Mededeling (Adv.) Op de huishoudschool Ons oudste meisje, dat nou thuis is en me helpt, is op de huishoudschool geweest en die moest elke dag naar de stad fietsen. Zie je, dan durf ik het niet wagen haar met gelapt goed weg te sturen, maar de jongeren, die hier vlak bij ons op school gaan, die krij gen heus wel zo'n gelapt stukje on der goed aan om het tot het laatste draadje te laten verslijten. Dat oudste meisje van ons ls op de huishoudschool'geweest, zei lk al en ik heb echt van haar ook wel geleerd, maar toen lk haar thuis kreeg en ze me ging helpen, heb lk wel gemerkt, dat lk op de duur me van die kleine zuinige dingen aangewend heb, die lk haar nu weer leren ga. Dat zal dk u ook eens vertellen en als u het aan andere vrouwen vertelt, dan hebben die er misschien ook baat bjj. Pas op die zeem! Dat meisje van me heeft bést wer ken geleerd en ik kan haar de kamer wel alleen een beurt laten geven, als ik eens veel naaiwerk heb, want ik naai alles zelf. Maar ik zag, dat ze, als ze alles eens zemen moest, na elk plekje, dat ze gezeemd had, die zeem weer in het water gooide en toen zei ik, dat dat heus niet hoefde, want dat kost elke keer voor niets maar wrin gen dat maakt je dure zeem kapot voor de tijd. En dan, Maja, heb ik nog wat geleerd uit de tijd, dat we alle maal wel eens van familie uit Ame rika pakken met goed kregen. Nou heb ik een eigen zuster in Amerika, al lang. En die stuurde me kort na de oorlog een pak waar een nieuwe wollen deken in zat. Wat was ik daar blij mee! Maar weet u, aan die nieu we deken zat aan de boven- en on derrand een zoom van sterke satinet. Dat stond mooi want het was in de zelfde kleur als de deken. Maar toen lk er eens over schreef, schreef mijn zuster terug, dat ze dat aan alle dekens ln Amerika zo doen, want als die zoom versleten is, kan je zelf wel weer een andere zoom eraan Moeder van proof gezin zegi haar mening maken en dat spaart je dekens heel wat. Nou en toen heb lk dat bij al mijn wollen dekens zo gedaan. Dat scheelt een stuk in het slijten van de boven en onderkant, want daar wordt Je deken het eerst dun. Nou Maja, ik heb een lange brief geschreven, zomaar over die gewone bezuinigingen. Maar als je op de Ingezonden Mededeling (adv.)" ff Cif Publicolfa Nederland» Zuivelburenu, "i Grovenbage 40 kleintjes past, dan kan je als het no dig is wel eens wat groots kopen. Al zijn we dan helemaal niet rijk, als er wat nodig is van kleren, wat wij een groot stuk noemen, dan kan het er komen .En dat vind ik veel waard. Als u mijn brief te gewoon vindt, dan verbrandt u hem maar. Ik zal er niet kwaad om worden. De hartelijke groe ten van Niet te oud om te leren Geen haar op mijn hoofd, dat er aan zou denken zulk een kostelijke brief te verbranden. Ja het zijn inderdaad heel gewone dingen, die deze bekwame huisvrouw ons vertelt, maar als het fi nancieel mis gaat ln een gezin, ls het ln negen van de tien gevallen daaraan te wijten, dat men op die kleine gewo ne dingen geen acht geeft. Daarom is het goed, als die ons weer eens wor den voorgehouden, WQ zijn Immers geen van allen te oud om te leren. Nu heeft echter ons medelid in het huishoudgilde ons even aan de praat gehouden, waardoor ik er verder het zwijgen aan toe moet doen, wat ik in dit geval niet erg vind. Tot de vol gende keer dus. Maja. maar toch eens per week ook bij: spierrheumatiek, vet» stuikingen, verwondingen, steen» puisten, winterhanden en wintel» voeten. Raadpleeg Uw dokten Alle dagen bruine bonen mogen dan niet zo lekker zijn, eens per week een peulvruchten gerecht is niet alleen een gezonde en voedzame maar ook een smake lijke gewoonte, vooral als het kou de jaargetijde is aangebroken. Peulvruchten zijn rijk aan eiwit ten, ijzerzouten en B vitamines. En iedere huisvrouw weet wel dat ze bovendien gemakkelijk toe te bereiden zijn. Dat een ouderwetse erwtensoep of bonenmaaltijd met spek en vlees of worst zeker niet goedkoop is, geven wij graag toe. Maar is het nodig om II tot deze gerech ten te beperken? Er zijn nog zo veel andere, eenvoudige en toch smakelijke mogelijkheden. Mogen wij U er tot slot aan her inneren, dat in een stevige soep of andere peulvruchtenmaaltijd de groenten niet mogen ontbreken en dat een vleesloze peulvruchten maaltijd het beste besloten kan worden met een melkgerecht? Recepten voor 4 personen. Kerrieschotel met witte bonen. jé kg (bij voorkeur grote) wit te bonen, 1 liter water, kg uien, 2 a 3 theelepels kerrie, 75 gram boter, margarine of vet, zout, aroma of jus. Daags tevoren de witte bonen was sen en in het water 12 24 uur weken. De bonen vlug aan de kook bren gen met het week water en zachtjes plm. 1 uur koken. Halverwege de kooktijd een halve eetlepel zout toe voegen. De bonen afgieten. Het nat bewaren. De uien schoonmaken, snip peren en in de boter of margarine of het vet met de kerrie lichtgeel frui ten, De bonen er door scheppen en een weinig kooknat toevoegen, zodat het gerecht niet droog is. De kerrie schotel op smaak afmaken met zout en aroma of jus en enkele minuten stoven in een gesloten pan. Hier kunt U een groentesla bij geven en als toespijs chocoladepud ding. Stoofschotel van koolraap, aardappe len en erwten of bruine bonen. 280 gram erwten of bruine bo nen, 1 liter water, 1 kg kool raap, 1 a 114 kg met-afkokende aardappelen, 75 gram boter, margarine of vet, zout. Daags tevoren de erwten of bonen wassen en 12 24 weken in het water. De erwten of bonen vlug aan de kook brengen met het weekwater en zach tjes 114 uur koken. Halverwege de kooktijd 1 2 theelepels zout toe voegen. De koolraap en de aardappe len schillen, wassen, in stukjes snij den en met een weinig kokend water, boter, margarine of vet en zout op zetten. Het geheel in een goed geslo ten pan vlug aan de kook brengen en op een klein vuur gaar koken. UIT DE (Kooktijd plm. 30 minuten). De uit gelekte erwten of bonen erdoor men gen. De massa voorzichtig in een schaal overdoen. Naar verkiezing een deel van het vocht er apart als saus (eventueel bijgebonden met aan gemengd aardappelmeel) bijgeven. Wat dunkt U van karnemelkse pap met stroop toe? Stamppot van boerenkool met witte bonen. 250 gram witte bonen, 1 liter water, zout, 114 kg aardappelen, 114 kg boerenkool, ongeveer 3 dl melk, 75 gram boter of mar garine. Daags tevoren de bonen wassen en 12 24 uur in het water weken. De bonen vlug aan de kook brengen met het weekwater en zachtjes 114 uur koken. Halverwege de kooktijd 1 k 2 theelepels zout toevoegen. De boerenkool schoonmaken, was sen en fijn snijden. De kool een kwartiertje met aanhangend water koken. De aardappelen schillen en in stuk ken snijden. De aardappelen en wat Aardappelen en kool stampen en smeuïg maken met de gekookte melk en boter of margarine. De bonen af gieten en door de stamppot mengen, zonder ze stuk te roeren. De stamp pot op smaak afmaken. Yoghurt is een fris besluit van deze maaltijd. (Van één onzer verslaggevers.) SEEHEIM Waarschijnlijk zijn er niet veel mensen, die ooit een passe- menterlënfabriek van binnen hebben bekeken, of ook maar precies weten, wat passementeriën eigenlijk zijn. Ik zou het een paar dagen geleden ook niet geweten hebben. Door een toeval ontdekte ik zo'n fabriekje, er be staan er in West-Duitsland nog maar een paar en ik moet zeggen, dat het een interessante en leerzame ontdekking bleek te zijn. Weinig jonge mensen weien wat het zijn Het maken van passementeriën is al een heel oud ambacht. Ik veronderstel de, dat het bijna uitgestorven was. Bij het woord „passementeriën" dacht ik altijd aan het kleine winkeltje uit mijn jeugd, waarin ontelbare laden en kas ten volgestopt waren met allerlei soor ten boordsel en band, met koord en nestels, met galon en kwasten en nog een heleboel dingen meer, waarvan je de naam niet eens wist. Dergelijke pas- sementeriewinkels bestaan nauwelijks meer. Het ambacht zelf echter leeft nog altijd. De techniek en de grillen van de mode hebben hierop geen vat gehad. Integendeel, vandaag de dag Is het weer een modern ambacht, onontbeer lijk voor talrijke Industrieën en de weinige passementmakers die er nog bestaan, komen handen tekort om aan de vele aanvragen voor passementeriën te voldoen. Toen ik het fabriekje betrad, stond de baas ervan aan een spinnewiel te draaien. „Dit spinnewiel", zei hij, „is ërecies even oud als dit bedrijf: op de op af 110 jaar, en, zoals U ziet, het werkt nog altijd". „Wat doet U daar dan?" vroeg ik. „Ik spin franjes voor de kwasten. Kwasten zijn tegenwoor dig weer zeer in de mode, niet alleen Mijn beste nichtjes en neven, I jullie er mij alles van vertellen, want ■7„ tot ik geloof dat het echt fijn zal zijn èn L ik houd er van om van die feestelijk- ii. I heden te horen. Dank voor je nieuwe den en die nare winter is voorbij maar nu het winter gaat worden, krijg ik echt geen klaagliedjes, waarin boze dingen van de winter worden gezegd. Ik krijg juist allerlei leuke dingen van mijn raadselfamilie te lezen. Haast in elke brief lees ik van gezellige jaarfeestjes, die komen gaan en waar in de neven en nichtjes al een hele taak hebben. Een heel plezierige taak hoor. Wat is het toch gelukkig, dat elke tijd weer zijn eigen mooie din gen heeft. Als ik dat zo allemaal lees, denk ik wel eens: „Hé, ik zou best die nichtjes van me eens willen horen, als ze zingen of een mooi vers zeggen. Doch dat gaat nu eenmaal niet. Daar om moeten jullie me maar van alles vertellen. Dan weet ik er toch wat van. Doen jullie dat? En nu de groe ten. Tante TRUUS. Hulstbesje te Oudelande. Ik ben echt blij, dat je me ditmaal beter nieuws kon vertellen over de patient. Het gaat dus weer de goede kant op. De tekeningen in je brief zijn kostelijk. Veel pleizier mee gehad. Krijg ik in de volgende brief de andere vakken? Deze brief bewaar ik. Al helemaal gewend op de trapnaaimachine? Zulke dingen lijken eerst onhandelbaar, maar als ze getemd zijn, heb je er veel ge mak van. Het overgooiertje al af? Merel te Grijpskerke. Een nieuw vo geltje uit Grijpskerke. Natuurlijk ben je welkom bij ons. Gezellig, dat je met ons andere vogeltje uit jullie dorp bekend bent. Nu kunnen jullie samen vliegen. De brieven mogen wel in één couvert, nu jullie toch vriendinnen IV dl BJUJJUGJLI. JJXS fclcU. UCipjJClC.U Cll wat I ww. v c, nu jumc vucuuuiucu zout bij de kool voegen en alles samen I bent. Wat had jü je brief keurig ver gaar laten worden in plm. 30 mi-1 sierd. Is het koortje al opgericht? Zo nuten. gauw dat jaarfeest voorbij is moeten raadsels. Vlindertje te Biezelinge. Je prijs heb je nu al lang thuis, denk ik. Wat heb je een fijne lange brief ge schreven. Echt duidelijk in dat blok schrift. Je vroeg wanneer je die prijs verdiend had. Wel ik teken altijd aan, wanneer er een brief met de oplos singen komt. En wie dat een paar keer achter elkaar trouw doet, komt zo; doende aan de beurt. Leuk vooruit zicht, dat jaarfeest. Doe je best maar op hetgeen jij daarvoor doen moet, want er komen natuurlijk heel wat luisteren zo'n avond. Als het voorbij is, hoor ik dan gauw hoe alles gegaan is? Voor één zo'n keertje mag je best eens laat naar bed. De volgende avond dan eens extra vroeg naar de Lakenstraat gaan, dan haal je de scha weer in. De oplossingen.zijn: I. Heerenveen-heer-veen-en. II. Op de tong. III. Elma-Aagje-Rie. Nieuwe raadsels: I. Ingezonden door Merel te Grijps kerke. Verborgen visnamen: Deze appel is voor Nellie. Jan haal eens een pond boter. Ik zal met Kees gaan zwemmen. II. Ook ingezonden door Merel. Wat doet een ooievaar als hij op één poot staat? III. Ook door Merel ingezonden. Wat is zwaarder een kilo wol of een kilo ijzer? De oplossingen kunnen met vermel ding van voornaam, naam (schuil naam als je die hebt) leeftijd en adres tot Zaterdag 26 November worden gezonden aan Tante Truus, Redactie Zeeuwsch Weekend, Goes. aan de mooie verenigingsvlaggen en vaandels, maar ook aan meubels en al» versiersels van sleutels en kostbar# kasten en kabinetten. Alle artikelen die wij maken hebben speciale namen, zoals b.v. het „maraboe -boordsel, een herinnering aan de tijd, dat de avond japonnen- van rijke dames met boord sel van echte maraboe-veren waren versierd". VEELZIJDIG AMBACHT. „Ons ambacht is zeer veelzijdig", zegt de eigenaar. „U ziet, we gebrui ken ook machines. Snelvlechtmachines, spinmachines en handweefstoelen. Daarmee vervaardigen wij allerei soor ten meubel-, lampen-, kerk-, uniform-, kleding- )en sportpassementen. Kwas ten en omwikkelde kralen en allerlei soorten gordijnkoord, snoeren voor zonneschermen, singelband en tapijt franjes. Wij omwikkelen ook met de hand lampenstaven. Deze hier zijn 314 meter lang, bestemd voor een kerk ln Canada. De gouden boordsels van al- taarkleden zowel als de gevlochten snoeren voor de lederwarenindustrl# en het galon voor de moderne volant rokken, dat 60 jaar geleden ook al een» hoogst-modern was, wordt door ons ge fabriceerd. Wij werken veel voor de meubel-, textiel- en ledenwarenindus- trie en hebben daardoor ook indirecte export. Ons materiaal is katoen, kunst zijde en perion". Dit oude ambacht is zó veelzijdig, dat er ook in de toekomst nog vol doende werk aan de winkel zal zijn. Op mijn vraag hoe het met de jonge vaklieden staat, antwoordde de eige naar: „Dat is een heel moeilijk pro bleem. De jeugd van tegenwoordig heeft niet meer het geduld dat voor ons ambacht nodig is. Mijn zoon is mijn enige leerling. In het land Hes sen is onze fabriek nog het enige be drijf, dat alle artikelen vervaardigt. De meeste bedrijven hebben zich ge specialiseerd. Ik voel daar niet voor- Eenzijdige specialisering heeft haar gevaren. Mijn zoon leert alle kanten van ons vak en zal daarin net als ik altijd zijn boterham kunnen verdie nen." De eigenaar van dit bedrijf geeft ook les aan de leerlingen van de indus trieën waarvoor hij werkt, en aan de jonge verkoopsters, die zijn producten in de winkels en warenhuizen verko pen. „Wanneer de jongelui voor het eerst hier komen vraag ik ze altijd: Wat stel je je eigenlijk onder passe menten voor? De meesten hebben op deze vraag geen antwoord. Zij weten niets van het materiaal waaruit onze artikelen worden gemaakt. Zij hebbed er nooit over nagedacht. Dat is zeer te betreuren. Er blijkt uit, dat, de jonge mensen van heden dikwijls geen enkele relatie hebben tot de oorsprong van de dingen waartus sen zij leven, waarmee zij omgaan. SPREEK GEEN KWAAD VAN DEZE BEROEPSZIEKTE Wat hebben wij schoolmensen toch een gevaarlijk beroep. O, die eerste zin staat er nu eenmaal, maar ik zie in, dat die heel wat onjuiste vermoedens kan wekken. U denkt bij het lezen vrij zeker, dat er een revolutie in het klein heeft plaats gegrepen, waar bij ik bijna gekielhaald ben. Ik haast me te zeggen, dat alles steeds in pais en vree er naar toe gaat bij mij en voor zover ik weet ook bij m'n collega's. Nee, het gevaar, waaraan wij vaak ten slachtoffer vallen, ligt op een ander terrein. Ik wist er al wél iets van, maar vandaag kreeg ik er een open oog voor. Dat heb ik te danken aan Guus van onze dominé. Guus van de dominé en Bram van de slager zorgden voor het vuurwerk Ik weet natuurlijk opperbest, dat wij schoolmensen de naam (en de daad) hebben van machtig eigenwijs te zijn en te menen, dat wij de wijsheid in pacht hebben. Moet u nooit kwaad over spreken: dat is eenvoudig onze beroepsziekte. U weet toch wel, dat er beroepen zijn, waarin de werkers bloot staan aan een bepaalde ziekte, veroor zaakt door het werken zelf of de ma terialen, welke men gebruiken moet? Nu dan, onze beroepsziekte is betwe terigheid. Daar is weinig aan te doen. Gaat u zelf eens een jaar voor de klas staan. Kijken of u vrijblijft. Wellicht niet Twee kansen Je hebt als schoolmens twee kan sen. Je bent een écht schoolmen» en dan heb je een groot gemiddelde In je klas, dat je naar de ogen kijkt en bij voorbaat alles van je gelooft en dan ben je in een minimum patient van de beroepsziekte, of je staat wel voor de klas, maar er is geen draad school mens aan je. Nu, dan geloven of prijzen ze bij voorbaat al geen duit van je. Niet leuk.maar je wordt ook niet door de beroepsziekte besprongen. Dat is tenslotte ook een voordeel. Verder zou ik dezulken de raad van onze oude paeda-leraar maar weer eens willen doorgeven: „Geef je baantje er aan en ta met veters langs de deuren, dan be- erf je geen klas en ben je zelf ook niet bedorven". Wat d« ogen opende Nu wordt het toch tijd,, dat lk u laat zien wat me vandaag de ogen opende voor het besmettingsgevaar. Onze Guus, de tweede telg uit de pas torie, die in onze school college loopt, is een kwieke knaap. Zeer goed (mis schien al te goed) van de tongriem gesneden. Nu weet ik, dat in de pastorie men er na de avondmaaltijd een ogenblikje de tijd van neemt voor het kroost, als de dominé tenminste niet door nood- en spoedgevallen de deur is uitgesleurd. Na die avond maaltijd mogen de twee studenten, Guus van mij en de broer uit de derde klas, vertellen wat ze van de Bijbelse geschiedenis van de och tendvertelling nog af weten. Dat Guus' mondje zal gaan, weet ik wel, al zou mevrouw er geen woord over gerept hebben. En eerlijk gezegd hou ik mijn hart weieens vast, dat ik ter kerkeraad gedaagd zal worden we gensEn dan zou ik dat aan Guus, te danken beter te wijten heb ben. Tot nu toe ls het niet gebeurd, waaruit u gerust kunt concluderen, dat onze dominé een wijs en mild man is. Veel mooier Maar nu vandaagHet is te be grijpen. dat het naderende Kerstfeest de vertelstof en de preekstof bepaalt. Gister, Maandagmorgen, heb ik klas sikaal het wekelijks psalmvers ge leerd. Kwam dus geen Bijbelse ver telling ter sprake en werd ook niet teruggevraagd naar vorige vertelling, omdat ik dat half uur tot de laatste droppel nodig heb voor het psalmvers. Vanmorgen, voor ik ga vertellen, eerst even wat teruggevraagd. Omdat ik wel weet, dat Guus het toch wel weet, krijgt hij niet vaak een beurt. Maar lk vind, dat het nu wel eens tijd wordt, dat hjj zich mag laten horen. Guus begint met een goede weergave van mijn laatste vertelling van vorige week. Aan het slot voegt hij er aan toe: „Juffrouw ik heb alles aan vader verteld en toen heb vader d'r Zondag over gepreekt, maar uwes heb veel mooier verteld Nou vraag lk u in allen gemoede, als zo zonneklaar blijkt (want wie zal 't beter weten dan de zoon des huizes?) dat je de preken van de dominé kant en klaar voor hem maakt, ja, dat je het zó goed doet, dat de man het zo goed niet kan nadoen, wie zou dén geen ernstige en blijvende aanval van onze beroepsziekte oplopen? Als ik 'n man was, stak ik mijn duimen achter mijn vestje en zette een hoog borstje op. Nu verwerk ik het op een meer vrouwelijke manier, maar de tempera tuur voel lk stijgen. Tegengif In het middaguur hebben we reke nen. Bram ls een echte rekenmeester. Dat weet de kerel en hij is er trots op, maar nog trotser is hij op zijn va der. Bram heeft me natuurlijk wel eens sommetjes uit het rekenboekje op het bord zien schrijven. Dat is maar een dun boekje van vanmiddag, als hij dat boekje op de voorste bank ziet liggen, zegt hij: „Ma vader schrijft ook sommetjes in een véééél dikker boek. (Waar schijnlijk zijn kasboek van zijn sla gerszaak). Me vader ken veel meer sommetjes make dan uwes Zo zorgt, op dezelfde dag, Bram van onze slager, dat lk een tegengif krijg, waardoor de temperatuur weer gaat dalen. Als dat niet gebeurd was had u me eens naar huis moeten zien lopen. M'n neus, hoog in de lucht. Nu diep in mijn mantelkraag. Dat even wel vanwege mijn verkoudheid. Redacteur J. JOOSSE, Hertshoornstraat 6, Bergen op Zoom. abcdefgh Hier is een partij, gespeeld in de schaakvereniging Middelburg door de heren J. J. v. d. Ende en J. F. Heems kerk f ln het jaar 1934. Wit: J. J. v. d. Ende. Zwart: J. F. Heemskerk f. Damegambiet; 1. d4, Pf6; 2. PfS, e6; 3. c4, d5; 4. Pc3, c0; 5. Lg5, Pbd7; 6. e3, DaS (De Cambridge-Springsvariant)7. Pfd2, Dc7 (om later tot e5 te komen)8. Tel, Ld6; 9. f4, 0—0; 10. Ld3, Te8; 11. 0—0, a6; 12. Tf3 (Wit staat veel beter en richt zijn stukken op de K-vleugel. Zwart kan niet veel beginnen en heeft ruimtegebrek); 12h6; 13. Th8 (een L-offer, dat Zwart niet behoeft te nemen, doch neemt het echter aan) 13hg5; 14. fg5, dc4 (op Pe4: volgt Le4, de4, c5, Le7, Pe4)15. gf6, Pf6 (niet cd3:? wegens Dh5 en mat)j 16. Lh7f, Kf8 (op Ph7 volgt weer Dh5)( 17. Pce4, e5 (eindelijk kan e5 gebeu ren); 18. Pf6, gf6; 19. Th4, b5; 20. Pe4, Le7; 21. Dh5! (met de dreiging Dh6, Ke7, Df6 enz.); 21Td8; 22. Lf5, Ke8; 23. Dh8f, Lf8; 24. Pf6t, Ke7; 25. Lc8, Tc8; 26. Te4, Td6; 27. Te5t, Te8| 28. Dh4! (met allerlei dreigingen, Pd5): 28Dd8; 29. Dg5, Kd6; 30. Df4, Ke7; 31. Tfl, Tc7j 32. Pd5f en Zwart geeft het op. De oplossing van het probleem nr 1 was als volgt: 1Dh4t; 2. Ph3, Dh3f; 3. gh3, Pf2 tt mat. En nu weer een probleem ter oplos sing. Probleem 2 (zie diagram). Wit: Kh2, Df2, Lgl, Pd6, pionnen b2, c5, g4, h3. Zwart: Kg8, Dg6, Lc6, Lg5, pionnen a6, b7, e6, g7, h5. Zwart aan zet wint. Een z.g.n. eeuwige zet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1955 | | pagina 11