ONDER MOGEN
met melk meer mans jïZZZ:
KEUKEN
passementeriën gemaakt
Gif en tegengif ÉÉN
NIET TOEl
Wie weet te bezuinigen
kan veel doen
ff
Niei alle dagen
PEULVRUCHTEN
»In{raphfI«
Er worden nog steeds
SCHAAKRUBRIEK
Wie het kleine niet eert
komt het
f? r gebeurt In da grote wereld altijd genoeg, waarover we met el-
kaar kunnen praten op onze vrouwenmanter. Vandaag echter «lui-
ten we de gordijnen en doen de deur op slot, zodat we van heel dat
grote en rumoerige leven daarbuiten eens een ogenblikje niets ge
waar worden en gaan heel gemoedelijk met elkaar in het puur huis
houdelijk hoekje zitten, want over het leven binnen de muren, al is
het enkel maar gezien t)an de huishoudelijke kant, valt altijd genoeg
te zeggen. Ik hoef niet alleen aan het woord te blijven, want ik heb
nogal visite vandaag, zij het dan in de vorm van brieven naar aan
leiding van mijn praatje van veertien dagen geleden. Er is zelfs een
brief van een man bij, maar die mijnheer heb ik voor deze keer, heel
vriendelijk en beleefd natuurlijk, belet gegeven, zodat we geheel on
der ons zijn.
Van één der briefschrijfsters kreeg
ik zelfs een heel lang epistel en zo
genoegelijk, dat het mij inderdaad het
gevoel gaf, of we zomaar met elkaar
zaten te praten. Wat deze kloeke huis
vrouw schreef, is wel de moeite
waard om haar in ons kringetje van
avond het woord te geven. Nee, ze
geeft geen opzienbarende wenken,
maar van die practische aanwjjzink-
jes, die we elke dag in gedachten moe
ten houden. Luister maar eens met
me mee.
Ben goede bekende
Beste Maja. Ik zet dat maar heel
huiselijk boven mijn brief, dan heb ik
het gevoel of u een goede bekende
voor me bent, anders zou ik de moed
missen om te schrijven. U vertelde
van die vrouw, die het zo moeilijk
Eet het geld heeft. Aan de éne kant
in ik dat best begrijpen, want het
uitkijken tegenwoordig, anders
raak je achterop en dan ben je niet
meer in staat om dat in te halen,
want daar zijn de verdiensten niet
naar. Wij hebben een aardig koppeltje
kinderen, want er zijn er zes. Mijn
man is werkman.
Nou geloof ik, dat je moet proberen
Ie uitgaven zolang mogelijk uit te stel
ten. Ik zal moeten vertellen, hoe Ik dat
bedoel. Kijk, er is op zjjn tijd vooral aan
kleren van alles nodig, maar nu pro
beer ik altijd dat een beetje te rekken.
Als de pyamaatjes de eerste keren
een gat of een scheur laten zien, ver
stel Ik dat zo netjes als ik maar kan.
Ën écht waar: dan lijken ze soms nog
nieuw, al heb ik er een paar stukken
ln staan. Maar eens komt aan alles
een eind, dat spreekt en dan denk je:
die zijn de moeite van het naaien niet
meer waard.
Een oude lap
Maar dan zoek ik een oude lap van
andere afgedankte pyama's, al kleurt
die er helemaal niet bij, maar naai
die met een paar grote steken op de
kapotte of dunne plekken. Dat is na
tuurlijk niet mooi, maar dan vind ik
het leuk om eens te kijken of ik ze
nog één of twee keer zo kan aange
ven, voordat ze helemaal aan reep
jes zijn. Ik zeg er maar bij, dat ik
die rare maaksels altijd op een ver
borgen plekje aan de waslijn hang!
Jlaar kijk nou, Maja, als je zó met al
het nachtgoed van acht mensen doet,
groot en klein door elkaar gerekend,
dan spaar je met die extra weekjes
toch bij elkaar haast een pyama in het
dragen uit. Zo doe ik met ondergoed
van de kleintjes ook.
Ingezonden Mededeling (Adv.)
Op de huishoudschool
Ons oudste meisje, dat nou thuis is
en me helpt, is op de huishoudschool
geweest en die moest elke dag naar
de stad fietsen. Zie je, dan durf ik het
niet wagen haar met gelapt goed weg
te sturen, maar de jongeren, die hier
vlak bij ons op school gaan, die krij
gen heus wel zo'n gelapt stukje on
der goed aan om het tot het laatste
draadje te laten verslijten.
Dat oudste meisje van ons ls op de
huishoudschool'geweest, zei lk al en ik
heb echt van haar ook wel geleerd,
maar toen lk haar thuis kreeg en ze
me ging helpen, heb lk wel gemerkt,
dat lk op de duur me van die kleine
zuinige dingen aangewend heb, die lk
haar nu weer leren ga. Dat zal dk u
ook eens vertellen en als u het aan
andere vrouwen vertelt, dan hebben die
er misschien ook baat bjj.
Pas op die zeem!
Dat meisje van me heeft bést wer
ken geleerd en ik kan haar de kamer
wel alleen een beurt laten geven, als
ik eens veel naaiwerk heb, want ik
naai alles zelf. Maar ik zag, dat ze,
als ze alles eens zemen moest, na elk
plekje, dat ze gezeemd had, die zeem
weer in het water gooide en toen zei
ik, dat dat heus niet hoefde, want dat
kost elke keer voor niets maar wrin
gen dat maakt je dure zeem kapot
voor de tijd. En dan, Maja, heb ik nog
wat geleerd uit de tijd, dat we alle
maal wel eens van familie uit Ame
rika pakken met goed kregen. Nou
heb ik een eigen zuster in Amerika,
al lang. En die stuurde me kort na
de oorlog een pak waar een nieuwe
wollen deken in zat. Wat was ik daar
blij mee! Maar weet u, aan die nieu
we deken zat aan de boven- en on
derrand een zoom van sterke satinet.
Dat stond mooi want het was in de
zelfde kleur als de deken.
Maar toen lk er eens over schreef,
schreef mijn zuster terug, dat ze dat
aan alle dekens ln Amerika zo doen,
want als die zoom versleten is, kan je
zelf wel weer een andere zoom eraan
Moeder van proof gezin
zegi haar mening
maken en dat spaart je dekens heel
wat. Nou en toen heb lk dat bij al mijn
wollen dekens zo gedaan. Dat scheelt
een stuk in het slijten van de boven en
onderkant, want daar wordt Je deken
het eerst dun.
Nou Maja, ik heb een lange brief
geschreven, zomaar over die gewone
bezuinigingen. Maar als je op de
Ingezonden Mededeling (adv.)"
ff
Cif
Publicolfa Nederland» Zuivelburenu, "i Grovenbage 40
kleintjes past, dan kan je als het no
dig is wel eens wat groots kopen. Al
zijn we dan helemaal niet rijk, als er
wat nodig is van kleren, wat wij een
groot stuk noemen, dan kan het er
komen .En dat vind ik veel waard.
Als u mijn brief te gewoon vindt, dan
verbrandt u hem maar. Ik zal er niet
kwaad om worden. De hartelijke groe
ten van
Niet te oud om te leren
Geen haar op mijn hoofd, dat er aan
zou denken zulk een kostelijke brief
te verbranden. Ja het zijn inderdaad
heel gewone dingen, die deze bekwame
huisvrouw ons vertelt, maar als het fi
nancieel mis gaat ln een gezin, ls het
ln negen van de tien gevallen daaraan
te wijten, dat men op die kleine gewo
ne dingen geen acht geeft. Daarom is
het goed, als die ons weer eens wor
den voorgehouden, WQ zijn Immers
geen van allen te oud om te leren.
Nu heeft echter ons medelid in het
huishoudgilde ons even aan de praat
gehouden, waardoor ik er verder het
zwijgen aan toe moet doen, wat ik in
dit geval niet erg vind. Tot de vol
gende keer dus. Maja.
maar toch
eens per week
ook bij: spierrheumatiek, vet»
stuikingen, verwondingen, steen»
puisten, winterhanden en wintel»
voeten. Raadpleeg Uw dokten
Alle dagen bruine bonen mogen
dan niet zo lekker zijn, eens
per week een peulvruchten
gerecht is niet alleen een gezonde
en voedzame maar ook een smake
lijke gewoonte, vooral als het kou
de jaargetijde is aangebroken.
Peulvruchten zijn rijk aan eiwit
ten, ijzerzouten en B vitamines.
En iedere huisvrouw weet wel
dat ze bovendien gemakkelijk toe
te bereiden zijn.
Dat een ouderwetse erwtensoep
of bonenmaaltijd met spek en
vlees of worst zeker niet goedkoop
is, geven wij graag toe. Maar is
het nodig om II tot deze gerech
ten te beperken? Er zijn nog zo
veel andere, eenvoudige en toch
smakelijke mogelijkheden.
Mogen wij U er tot slot aan her
inneren, dat in een stevige soep of
andere peulvruchtenmaaltijd de
groenten niet mogen ontbreken en
dat een vleesloze peulvruchten
maaltijd het beste besloten kan
worden met een melkgerecht?
Recepten voor 4 personen.
Kerrieschotel met witte bonen.
jé kg (bij voorkeur grote) wit
te bonen, 1 liter water, kg
uien, 2 a 3 theelepels kerrie,
75 gram boter, margarine of
vet, zout, aroma of jus.
Daags tevoren de witte bonen was
sen en in het water 12 24 uur
weken.
De bonen vlug aan de kook bren
gen met het week water en zachtjes
plm. 1 uur koken. Halverwege de
kooktijd een halve eetlepel zout toe
voegen. De bonen afgieten. Het nat
bewaren. De uien schoonmaken, snip
peren en in de boter of margarine of
het vet met de kerrie lichtgeel frui
ten, De bonen er door scheppen en
een weinig kooknat toevoegen, zodat
het gerecht niet droog is. De kerrie
schotel op smaak afmaken met zout
en aroma of jus en enkele minuten
stoven in een gesloten pan.
Hier kunt U een groentesla bij
geven en als toespijs chocoladepud
ding.
Stoofschotel van koolraap, aardappe
len en erwten of bruine bonen.
280 gram erwten of bruine bo
nen, 1 liter water, 1 kg kool
raap, 1 a 114 kg met-afkokende
aardappelen, 75 gram boter,
margarine of vet, zout.
Daags tevoren de erwten of bonen
wassen en 12 24 weken in het water.
De erwten of bonen vlug aan de kook
brengen met het weekwater en zach
tjes 114 uur koken. Halverwege de
kooktijd 1 2 theelepels zout toe
voegen. De koolraap en de aardappe
len schillen, wassen, in stukjes snij
den en met een weinig kokend water,
boter, margarine of vet en zout op
zetten. Het geheel in een goed geslo
ten pan vlug aan de kook brengen
en op een klein vuur gaar koken.
UIT DE
(Kooktijd plm. 30 minuten). De uit
gelekte erwten of bonen erdoor men
gen. De massa voorzichtig in een
schaal overdoen. Naar verkiezing een
deel van het vocht er apart als saus
(eventueel bijgebonden met aan
gemengd aardappelmeel) bijgeven.
Wat dunkt U van karnemelkse pap
met stroop toe?
Stamppot van boerenkool met witte
bonen.
250 gram witte bonen, 1 liter
water, zout, 114 kg aardappelen,
114 kg boerenkool, ongeveer 3
dl melk, 75 gram boter of mar
garine.
Daags tevoren de bonen wassen en
12 24 uur in het water weken. De
bonen vlug aan de kook brengen met
het weekwater en zachtjes 114 uur
koken. Halverwege de kooktijd 1 k 2
theelepels zout toevoegen.
De boerenkool schoonmaken, was
sen en fijn snijden. De kool een
kwartiertje met aanhangend water
koken.
De aardappelen schillen en in stuk
ken snijden. De aardappelen en wat
Aardappelen en kool stampen en
smeuïg maken met de gekookte melk
en boter of margarine. De bonen af
gieten en door de stamppot mengen,
zonder ze stuk te roeren. De stamp
pot op smaak afmaken.
Yoghurt is een fris besluit van deze
maaltijd.
(Van één onzer verslaggevers.)
SEEHEIM Waarschijnlijk zijn er niet veel mensen, die ooit een passe-
menterlënfabriek van binnen hebben bekeken, of ook maar precies weten,
wat passementeriën eigenlijk zijn. Ik zou het een paar dagen geleden ook
niet geweten hebben. Door een toeval ontdekte ik zo'n fabriekje, er be
staan er in West-Duitsland nog maar een paar en ik moet zeggen, dat
het een interessante en leerzame ontdekking bleek te zijn.
Weinig jonge mensen weien
wat het zijn
Het maken van passementeriën is al
een heel oud ambacht. Ik veronderstel
de, dat het bijna uitgestorven was. Bij
het woord „passementeriën" dacht ik
altijd aan het kleine winkeltje uit mijn
jeugd, waarin ontelbare laden en kas
ten volgestopt waren met allerlei soor
ten boordsel en band, met koord en
nestels, met galon en kwasten en nog
een heleboel dingen meer, waarvan je
de naam niet eens wist. Dergelijke pas-
sementeriewinkels bestaan nauwelijks
meer. Het ambacht zelf echter leeft
nog altijd.
De techniek en de grillen van de
mode hebben hierop geen vat gehad.
Integendeel, vandaag de dag Is het
weer een modern ambacht, onontbeer
lijk voor talrijke Industrieën en de
weinige passementmakers die er nog
bestaan, komen handen tekort om aan
de vele aanvragen voor passementeriën
te voldoen.
Toen ik het fabriekje betrad, stond
de baas ervan aan een spinnewiel te
draaien. „Dit spinnewiel", zei hij, „is
ërecies even oud als dit bedrijf: op de
op af 110 jaar, en, zoals U ziet, het
werkt nog altijd". „Wat doet U daar
dan?" vroeg ik. „Ik spin franjes voor
de kwasten. Kwasten zijn tegenwoor
dig weer zeer in de mode, niet alleen
Mijn beste nichtjes en neven, I jullie er mij alles van vertellen, want
■7„ tot ik geloof dat het echt fijn zal zijn èn
L ik houd er van om van die feestelijk-
ii. I heden te horen. Dank voor je nieuwe
den en die nare winter is voorbij
maar nu het winter gaat worden, krijg
ik echt geen klaagliedjes, waarin boze
dingen van de winter worden gezegd.
Ik krijg juist allerlei leuke dingen
van mijn raadselfamilie te lezen. Haast
in elke brief lees ik van gezellige
jaarfeestjes, die komen gaan en waar
in de neven en nichtjes al een hele
taak hebben. Een heel plezierige taak
hoor. Wat is het toch gelukkig, dat
elke tijd weer zijn eigen mooie din
gen heeft. Als ik dat zo allemaal lees,
denk ik wel eens: „Hé, ik zou best
die nichtjes van me eens willen horen,
als ze zingen of een mooi vers zeggen.
Doch dat gaat nu eenmaal niet. Daar
om moeten jullie me maar van alles
vertellen. Dan weet ik er toch wat
van. Doen jullie dat? En nu de groe
ten. Tante TRUUS.
Hulstbesje te Oudelande. Ik ben echt
blij, dat je me ditmaal beter nieuws
kon vertellen over de patient. Het
gaat dus weer de goede kant op. De
tekeningen in je brief zijn kostelijk.
Veel pleizier mee gehad. Krijg ik in
de volgende brief de andere vakken?
Deze brief bewaar ik. Al helemaal
gewend op de trapnaaimachine? Zulke
dingen lijken eerst onhandelbaar, maar
als ze getemd zijn, heb je er veel ge
mak van. Het overgooiertje al af?
Merel te Grijpskerke. Een nieuw vo
geltje uit Grijpskerke. Natuurlijk ben
je welkom bij ons. Gezellig, dat je
met ons andere vogeltje uit jullie dorp
bekend bent. Nu kunnen jullie samen
vliegen. De brieven mogen wel in één
couvert, nu jullie toch vriendinnen
IV dl BJUJJUGJLI. JJXS fclcU. UCipjJClC.U Cll wat I ww. v c, nu jumc vucuuuiucu
zout bij de kool voegen en alles samen I bent. Wat had jü je brief keurig ver
gaar laten worden in plm. 30 mi-1 sierd. Is het koortje al opgericht? Zo
nuten. gauw dat jaarfeest voorbij is moeten
raadsels. Vlindertje te Biezelinge. Je
prijs heb je nu al lang thuis, denk ik.
Wat heb je een fijne lange brief ge
schreven. Echt duidelijk in dat blok
schrift. Je vroeg wanneer je die prijs
verdiend had. Wel ik teken altijd aan,
wanneer er een brief met de oplos
singen komt. En wie dat een paar keer
achter elkaar trouw doet, komt zo;
doende aan de beurt. Leuk vooruit
zicht, dat jaarfeest. Doe je best maar
op hetgeen jij daarvoor doen moet,
want er komen natuurlijk heel wat
luisteren zo'n avond. Als het voorbij
is, hoor ik dan gauw hoe alles gegaan
is? Voor één zo'n keertje mag je best
eens laat naar bed. De volgende
avond dan eens extra vroeg naar de
Lakenstraat gaan, dan haal je de scha
weer in.
De oplossingen.zijn:
I. Heerenveen-heer-veen-en.
II. Op de tong.
III. Elma-Aagje-Rie.
Nieuwe raadsels:
I. Ingezonden door Merel te Grijps
kerke.
Verborgen visnamen:
Deze appel is voor Nellie.
Jan haal eens een pond boter.
Ik zal met Kees gaan zwemmen.
II. Ook ingezonden door Merel.
Wat doet een ooievaar als hij op
één poot staat?
III. Ook door Merel ingezonden.
Wat is zwaarder een kilo wol of
een kilo ijzer?
De oplossingen kunnen met vermel
ding van voornaam, naam (schuil
naam als je die hebt) leeftijd en adres
tot Zaterdag 26 November worden
gezonden aan Tante Truus, Redactie
Zeeuwsch Weekend, Goes.
aan de mooie verenigingsvlaggen en
vaandels, maar ook aan meubels en al»
versiersels van sleutels en kostbar#
kasten en kabinetten. Alle artikelen
die wij maken hebben speciale namen,
zoals b.v. het „maraboe -boordsel, een
herinnering aan de tijd, dat de avond
japonnen- van rijke dames met boord
sel van echte maraboe-veren waren
versierd".
VEELZIJDIG AMBACHT.
„Ons ambacht is zeer veelzijdig",
zegt de eigenaar. „U ziet, we gebrui
ken ook machines. Snelvlechtmachines,
spinmachines en handweefstoelen.
Daarmee vervaardigen wij allerei soor
ten meubel-, lampen-, kerk-, uniform-,
kleding- )en sportpassementen. Kwas
ten en omwikkelde kralen en allerlei
soorten gordijnkoord, snoeren voor
zonneschermen, singelband en tapijt
franjes. Wij omwikkelen ook met de
hand lampenstaven. Deze hier zijn 314
meter lang, bestemd voor een kerk ln
Canada. De gouden boordsels van al-
taarkleden zowel als de gevlochten
snoeren voor de lederwarenindustrl#
en het galon voor de moderne volant
rokken, dat 60 jaar geleden ook al een»
hoogst-modern was, wordt door ons ge
fabriceerd. Wij werken veel voor de
meubel-, textiel- en ledenwarenindus-
trie en hebben daardoor ook indirecte
export. Ons materiaal is katoen, kunst
zijde en perion".
Dit oude ambacht is zó veelzijdig,
dat er ook in de toekomst nog vol
doende werk aan de winkel zal zijn.
Op mijn vraag hoe het met de jonge
vaklieden staat, antwoordde de eige
naar: „Dat is een heel moeilijk pro
bleem. De jeugd van tegenwoordig
heeft niet meer het geduld dat voor
ons ambacht nodig is. Mijn zoon is
mijn enige leerling. In het land Hes
sen is onze fabriek nog het enige be
drijf, dat alle artikelen vervaardigt.
De meeste bedrijven hebben zich ge
specialiseerd. Ik voel daar niet voor-
Eenzijdige specialisering heeft haar
gevaren. Mijn zoon leert alle kanten
van ons vak en zal daarin net als ik
altijd zijn boterham kunnen verdie
nen."
De eigenaar van dit bedrijf geeft ook
les aan de leerlingen van de indus
trieën waarvoor hij werkt, en aan de
jonge verkoopsters, die zijn producten
in de winkels en warenhuizen verko
pen. „Wanneer de jongelui voor het
eerst hier komen vraag ik ze altijd:
Wat stel je je eigenlijk onder passe
menten voor? De meesten hebben op
deze vraag geen antwoord. Zij weten
niets van het materiaal waaruit onze
artikelen worden gemaakt. Zij hebbed
er nooit over nagedacht.
Dat is zeer te betreuren. Er blijkt
uit, dat, de jonge mensen van heden
dikwijls geen enkele relatie hebben tot
de oorsprong van de dingen waartus
sen zij leven, waarmee zij omgaan.
SPREEK GEEN KWAAD VAN DEZE BEROEPSZIEKTE
Wat hebben wij schoolmensen toch een gevaarlijk beroep. O, die
eerste zin staat er nu eenmaal, maar ik zie in, dat die heel
wat onjuiste vermoedens kan wekken. U denkt bij het lezen
vrij zeker, dat er een revolutie in het klein heeft plaats gegrepen, waar
bij ik bijna gekielhaald ben. Ik haast me te zeggen, dat alles steeds in
pais en vree er naar toe gaat bij mij en voor zover ik weet ook bij m'n
collega's. Nee, het gevaar, waaraan wij vaak ten slachtoffer vallen,
ligt op een ander terrein. Ik wist er al wél iets van, maar vandaag
kreeg ik er een open oog voor. Dat heb ik te danken aan Guus van
onze dominé.
Guus van de dominé
en Bram van de slager
zorgden voor het vuurwerk
Ik weet natuurlijk opperbest, dat wij
schoolmensen de naam (en de daad)
hebben van machtig eigenwijs te zijn
en te menen, dat wij de wijsheid in
pacht hebben. Moet u nooit kwaad
over spreken: dat is eenvoudig onze
beroepsziekte. U weet toch wel, dat er
beroepen zijn, waarin de werkers bloot
staan aan een bepaalde ziekte, veroor
zaakt door het werken zelf of de ma
terialen, welke men gebruiken moet?
Nu dan, onze beroepsziekte is betwe
terigheid. Daar is weinig aan te doen.
Gaat u zelf eens een jaar voor de klas
staan. Kijken of u vrijblijft. Wellicht
niet
Twee kansen
Je hebt als schoolmens twee kan
sen. Je bent een écht schoolmen» en
dan heb je een groot gemiddelde In je
klas, dat je naar de ogen kijkt en bij
voorbaat alles van je gelooft en dan
ben je in een minimum patient van
de beroepsziekte, of je staat wel voor
de klas, maar er is geen draad school
mens aan je.
Nu, dan geloven of prijzen ze bij
voorbaat al geen duit van je. Niet
leuk.maar je wordt ook niet door
de beroepsziekte besprongen. Dat is
tenslotte ook een voordeel. Verder zou
ik dezulken de raad van onze oude
paeda-leraar maar weer eens willen
doorgeven: „Geef je baantje er aan en
ta met veters langs de deuren, dan be-
erf je geen klas en ben je zelf ook
niet bedorven".
Wat d« ogen opende
Nu wordt het toch tijd,, dat lk u
laat zien wat me vandaag de ogen
opende voor het besmettingsgevaar.
Onze Guus, de tweede telg uit de pas
torie, die in onze school college loopt,
is een kwieke knaap. Zeer goed (mis
schien al te goed) van de tongriem
gesneden.
Nu weet ik, dat in de pastorie
men er na de avondmaaltijd een
ogenblikje de tijd van neemt voor
het kroost, als de dominé tenminste
niet door nood- en spoedgevallen de
deur is uitgesleurd. Na die avond
maaltijd mogen de twee studenten,
Guus van mij en de broer uit de
derde klas, vertellen wat ze van de
Bijbelse geschiedenis van de och
tendvertelling nog af weten.
Dat Guus' mondje zal gaan, weet ik
wel, al zou mevrouw er geen woord
over gerept hebben. En eerlijk gezegd
hou ik mijn hart weieens vast, dat ik
ter kerkeraad gedaagd zal worden we
gensEn dan zou ik dat aan Guus,
te danken beter te wijten heb
ben. Tot nu toe ls het niet gebeurd,
waaruit u gerust kunt concluderen,
dat onze dominé een wijs en mild man
is.
Veel mooier
Maar nu vandaagHet is te be
grijpen. dat het naderende Kerstfeest
de vertelstof en de preekstof bepaalt.
Gister, Maandagmorgen, heb ik klas
sikaal het wekelijks psalmvers ge
leerd. Kwam dus geen Bijbelse ver
telling ter sprake en werd ook niet
teruggevraagd naar vorige vertelling,
omdat ik dat half uur tot de laatste
droppel nodig heb voor het psalmvers.
Vanmorgen, voor ik ga vertellen,
eerst even wat teruggevraagd. Omdat
ik wel weet, dat Guus het toch wel
weet, krijgt hij niet vaak een beurt.
Maar lk vind, dat het nu wel eens tijd
wordt, dat hjj zich mag laten horen.
Guus begint met een goede weergave
van mijn laatste vertelling van vorige
week. Aan het slot voegt hij er aan
toe: „Juffrouw ik heb alles aan vader
verteld en toen heb vader d'r Zondag
over gepreekt, maar uwes heb veel
mooier verteld
Nou vraag lk u in allen gemoede, als
zo zonneklaar blijkt (want wie zal 't
beter weten dan de zoon des huizes?)
dat je de preken van de dominé kant
en klaar voor hem maakt, ja, dat je
het zó goed doet, dat de man het zo
goed niet kan nadoen, wie zou dén
geen ernstige en blijvende aanval van
onze beroepsziekte oplopen? Als ik 'n
man was, stak ik mijn duimen achter
mijn vestje en zette een hoog borstje
op. Nu verwerk ik het op een meer
vrouwelijke manier, maar de tempera
tuur voel lk stijgen.
Tegengif
In het middaguur hebben we reke
nen. Bram ls een echte rekenmeester.
Dat weet de kerel en hij is er trots
op, maar nog trotser is hij op zijn va
der. Bram heeft me natuurlijk wel
eens sommetjes uit het rekenboekje
op het bord zien schrijven.
Dat is maar een dun boekje van
vanmiddag, als hij dat boekje op de
voorste bank ziet liggen, zegt hij:
„Ma vader schrijft ook sommetjes in
een véééél dikker boek. (Waar
schijnlijk zijn kasboek van zijn sla
gerszaak). Me vader ken veel meer
sommetjes make dan uwes
Zo zorgt, op dezelfde dag, Bram van
onze slager, dat lk een tegengif krijg,
waardoor de temperatuur weer gaat
dalen. Als dat niet gebeurd was
had u me eens naar huis moeten zien
lopen. M'n neus, hoog in de lucht. Nu
diep in mijn mantelkraag. Dat even
wel vanwege mijn verkoudheid.
Redacteur J. JOOSSE,
Hertshoornstraat 6, Bergen op Zoom.
abcdefgh
Hier is een partij, gespeeld in de
schaakvereniging Middelburg door de
heren J. J. v. d. Ende en J. F. Heems
kerk f ln het jaar 1934.
Wit: J. J. v. d. Ende.
Zwart: J. F. Heemskerk f.
Damegambiet;
1. d4, Pf6; 2. PfS, e6; 3. c4, d5; 4.
Pc3, c0; 5. Lg5, Pbd7; 6. e3, DaS (De
Cambridge-Springsvariant)7. Pfd2,
Dc7 (om later tot e5 te komen)8. Tel,
Ld6; 9. f4, 0—0; 10. Ld3, Te8; 11. 0—0,
a6; 12. Tf3 (Wit staat veel beter en
richt zijn stukken op de K-vleugel.
Zwart kan niet veel beginnen en heeft
ruimtegebrek); 12h6; 13. Th8
(een L-offer, dat Zwart niet behoeft
te nemen, doch neemt het echter aan)
13hg5; 14. fg5, dc4 (op Pe4:
volgt Le4, de4, c5, Le7, Pe4)15. gf6,
Pf6 (niet cd3:? wegens Dh5 en mat)j
16. Lh7f, Kf8 (op Ph7 volgt weer Dh5)(
17. Pce4, e5 (eindelijk kan e5 gebeu
ren); 18. Pf6, gf6; 19. Th4, b5; 20. Pe4,
Le7; 21. Dh5! (met de dreiging Dh6,
Ke7, Df6 enz.); 21Td8; 22. Lf5,
Ke8; 23. Dh8f, Lf8; 24. Pf6t, Ke7; 25.
Lc8, Tc8; 26. Te4, Td6; 27. Te5t, Te8|
28. Dh4! (met allerlei dreigingen, Pd5):
28Dd8; 29. Dg5, Kd6; 30. Df4,
Ke7; 31. Tfl, Tc7j 32. Pd5f en Zwart
geeft het op.
De oplossing van het probleem nr 1
was als volgt: 1Dh4t; 2. Ph3,
Dh3f; 3. gh3, Pf2 tt mat.
En nu weer een probleem ter oplos
sing.
Probleem 2 (zie diagram).
Wit: Kh2, Df2, Lgl, Pd6, pionnen
b2, c5, g4, h3.
Zwart: Kg8, Dg6, Lc6, Lg5, pionnen
a6, b7, e6, g7, h5.
Zwart aan zet wint.
Een z.g.n. eeuwige zet.