Qroenten ONDER JONGE OGEN met melk meer mans Z KEUKEN VAN EEN SPROOKJE EN EEN ELECTRISCHE TRAM ÏÏUtij6 die je spreekt Vlotte geklede japon I BANAAL GEPRAAT Kleed eens anders aan UIT DE Golflengte toegewezen om op te koken VAN EEN LEESLES M Bert en zijn kleine kameraad Sn Uw huisapotheek WITTE KRUIS „lel op ile taal" Onlangs ben ik er eens een paar mooie herfstdagen op uit ge weest en al reizend kwam ik in een grote stad in de electrische tram terecht. Niets bijzonders natuurlijk, maar wel vreemd, dat ik in dot oehikel opeens aan een sprookje, gelezen in mijn jonge jaren, moest denken. Dat is wel een rare gedachtensprong, zult u zeggen. Daar ben ik het mee eens, maar wat doe je er aan, als je met zo'n springerige gedachtenwereld behebt bent? Zelf vind ik ook de afstond tussen zo'n -rumoerig, tjingelend en in de bochten soms gie rend vervoermiddel en een jeugdsprookje vrij groot. Ik zal u nu echt moeten vertellen hoe die twee in mijn gedachten bij elkaar kwamen. Ik had een goed plaatsje en bij een volgende halte stapte een tweetal jonge meisjes in. Vriendinnen of collega's misschien, dat weet ik niet. Direct nadat dit tweetal was inge stapt, nam de tram met veel gegier een bochtje, zodat conversatie toen niet mogelijk was. Maar kijken kun je dan wel en ik vond, dat één van die meisjes er zo echt leuk uitzag, nee, niet rijk, maar in alle eenvoud goed verzorgd en ze had een aardig snuitje en rank figuurtje. Al ben ik dan geen jongeling, ik zie graag zo'n „lentekind". De tram bedaarde zijn la weit, en toen begon de „jonge dame". En daardoor sprong zo maar Ineens dat oude sprookje mijn ge dachtewereld binnen. U kent dat ver haal vast ook nog wel. „Daar was er eens" een prinsesje, dat op één of andere manier (de finesses van het verhaal weet ik niet meer) helemaal qit het paleisleven was weggeraakt. Zo gaat dat in sprookjes. Het prin sesje, armelijk gekleed, werd door niemand herkend. Deze treurige toe stand was natuurlijk het werk van een boze fee of zoiets. In de plaats van het prinsesje was er een ander meisje in het paleis, dat wel vorste lijk gekleed ging. TOEN GING HAAR MOND OPEN Alles leek bij die ondergeschoven rinses net echt, totdat..., ze haar lond open deed. Als de echte prinses, In lompen, ging spreken, gleden heerlijke bloemen en juwelen zomaar haar mond uit, u><>.r bij dat andere Wicht kwamen, zodra deze haar mond maar opendeed, slangen en meer na righeden uit de mond te voor schijn. Echt een sprookje, ziet u wel. Kou, toen in die tram, dat op zicht ■o aantrekkelijke meisje haar „mond- Wat u hier ziet is wel een heel geschikt model vooral voor wat oudere dames. Als u zo'n japon gaat maken, zult u ontdekken, dat het effect bijzon der prettig is. Let eens op de grote kraag. Het is een vlot model. De ruimte in het voorpand wordt ver kregen door plooitjes vanu Jchoudernaad. De jok wordt met twee platte plooien aan voor- en achterkant aan de verlengde taille vastgezet. Het zal niet alleen aar dig staan, maar ook de charme ver hogen, wanneer u bij deze japon een vestje van kant of van ander fijn materiaal draagt. Aan stof is nodig 2,75 meter bij 1,30 meter breed. Dit patroon is verkrijgbaar in de maten 44,46 en 48. Maat 50 op bestelling. je" opendeed, kreeg ik van teleur stelling een kouds rilling langs mijn rug. Nee, ze sprak geen „smerige taal", dat niet, maar alles was zo grof en vervelend en van zulk een geluids volume, dat we allemaal konden „meegenieten". De baas van haar was een „vent" en dan nog een „vent van niks en haar moeder was dat „ouwe mens" en vader moest het enkel met de ouwe" doen. Een jonger broertje maakt je ongenietbaar! was een „rotjong", die enkel maar op de wereld scheen te zijn om te plagen. Maar nu moet u in plaats van plagen een ander woord lezen, dat ik niet in ons hoekje zet, want we houden in ons Weekend-huis niet van „rommel". Daar behoort het een nette boel te zjjn. Enfin de hele con versatie, waarop we getracteerd wer den, ging in die trant voort. O, DIE MOND! Ik dacht, ze heeft wel het pakje Ingezonden Mededeling (Adv.)" en het gezichtje van de sprookjes- prinses, maar ach die MOND. Haast vanzelf keek ik de tram eens rond in de hoop, daar in arme kleren ver momd, de échte prinses te zien, uit wier mond de bloemen en juwelen zouden vloeien. De tram was echter aan het eind punt gekomen, terwijl Ik nog geen vermomde prinses ontdekt had. Op het trambalcon stond een jongen In een overall. Die knikte me goedmoe- Jtoe en zei rustig, beschaafd: „Ik uw koffer wel even op het trot toir zetten". Zo vond ik dus geen prinses, maar wel een sprookjes prins in een overall. Dat vergoedde veel. DE SPRAAK MAAKT OPENBAAR. Ze zeggen wel eens: je spraak maakt je openbaar. Dat is ook inder daad zo. Je kunt in de vermomming van mooie kleren heel wat lijken, maar in je spraak geef je zelf te kennen wat je wezenlijk bent. En nu is het tegenwoordig, vooral onder 'de jeugd, mode om in de spraak dik en groot te doen, want dat „staat", al vind ik het werkelijk niet appetijtelijk om aan te horen. In deze tijd moeten we natuurlijk niet meer verwachten gelukkigdat de jonge garde de „tale" spreekt, zoals we die in oude romans wel eens aantreffen. Daar is vader „heer vader" en de moeder „vrouwe moeder". Dat namen we nu ook weer niet, maar een gulden middenweg tussen dit verouderd taal tje en wat we nu soms te horen krij gen moet toch wel te vinden zijn voor onze kloeke knapen en leuke meisjes. Het Is niet altijd zo gortig, dat b.v. over vader en moeder zo wordt ge sproken als do tram-,,jongedame" dat deed, maar toch hoor je thuis wel eens hoe er over ouderen gepraat wordt en hoe de hele woordkeus is en daaruit kun je heel wat leren, hoe ffs, Publicatie Ncderlondi Ivivelbureau, 1 Grovenhope 39 het er naar toe gaat als er geen eigen, ouder volkje In de buurt Is. „KLOEKE TAAL". De meesten bedoelen het niet zo kwaad als je zou denken bij het aan horen .Ze praten vaak maar 'n beetje na, wat ze van oudere makkers horen. Ze moeten een beetje meedoen, an ders vrezen ze niet in tel te zijn en het is zo echt de geest van deze tijd o,m „kloeke taal" te laten horen. Mij bekoort dit taaltje helemaal niet. Ik geloof daarom, dat je als moeder wel altijd allebei je oren open moet heb ben, ook al praten ze niet tegen. Je kunt zo aardig wat opvangen, waarop je op een gelegen ogenblik wel enige correctie kunt aanbrengen. Je zou ze eens plagend kunnen vertellen, dat je het veel leuker zou vinden, als ze eens iemand gingen napraten, die er een prettiger enbeschaafder spreekwijze op na hield. De jeugd kan daar alleen maar profijt v:.n hebben, want ze wordt meer beluisterd dan u zoudt denken en naar haar spreken wordt ze beoor deeld. Dan ook nog dit: jong gewend ls oud gedaan. Wat nu nog eens aar dig of pittig lijkt, is later niet mooi weer. Daarom beter jong gewend en beteugeld. En ook nu is het toch nog aardiger als onze dochter, in alle eenvoudig heid overigens, door haar conversa tie voor eo i „vermomde prinses" wordt aanjezien. Zo zie je, dat een electrische tram je op *n wonderlijke gedaohtencombinatie kan brengen. MAJA. Wijze van bestellen Plak- aan de adreszijde van e_ briefkaart, naast en buiten het fran keerzegel, het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en adresseer deze aan de redactie van het Zeeuwsch Dagblad, Lange Vorststraat 90, Goes. Aan de andere zijde vermeldt u uw naam, adres en woonplaats, maat en nummer (203) van het gewenste mo del. Plak nooit meer dan f l._ aan postzegels extra op een briefkaart, want wat meer geplakt wordt is waar deloos. Bestellingen onder rembours 'orden niet aangenomen en de pa tronen worden niet geruild. De redac tie heeft geen patronen in voorraad: '■at persooniyk komen afhalen aan ns bureau heeft dus geen zin. Wist U, dat er voor het op smaak brengen van win- tergroenten behalve het bekende melksausje nog zoveel an dere mogelijkheden openstaan? Door de melksaus wordt de groentesmaak wat verzacht: ge bruikt U specerijen en kruiden dan ontstaat een pittiger gerecht. Het hangt van Uw smaak of waaraan U de voorkeur geeft. In beide gevallen doet U er echter goed aan de groenten niet te lang te koken en ze vooral niet te vroeg op te zetten. Kooktijden. Gemiddeld voor groene-, witte- en savoyekool, spruitjes 20 40 minuten rodekool, boerenkool, zuurkool 30 a 40 minuten winterwortelen, koolraap 20 a 30 minuten prei 15 20 minuten bieten 50 60 minuten schorseneren 20 30 minuten lof 15 20 minuten Voof 4 personen is 1 kg stevige groente (kool, wortelen, bieten enz.) een goede portie, voor sterker slin kende groente (lof, prei, andijvie enz) VA k 2 kg. Wordt de groente rauw gegeten, rekent U dan tenminste 100 g per persoon. Savoyekool met tomatensaus. 1 kg savoyekool, zout, een uitje, ongeveer 2 eetlepels tomatenpuree, bloem, boter of margarine of vet De kool schoonmaken, schaven of snijden en wassen. Ongeveer drie kwartier voor de maaltijd de kool opzetten met een paar cm water en een weinig zout. De groente vlug aan de kook brengen, omschudden en gaar koken in de ge sloten pan in 20 30 minuten. De kool afgieten. Van het kooknat de saus tmaken. Hiertoe de ui schoonmaken, snijden en in hete boter, margarine of vet zachtjes bakken, zonder te laten kleu ren. De tomaten puree en daarna onder roeren het groentenat toe voegen. De vloeistof aan de kook brengen en binden met bloem, die met wat water tot een dun papje is aange mengd. De saus enkele minuten laten doorkoken en de kool erdoor mengen. Prei met beschuitkruim. VA k 2 kg prei, 2 beschuiten, 2 eet lepels boter of margarine, zout, azijn of citroensap. De prei schoonmaken (daarbij alleen de worteltjes en de stugge donkergroene delen wegsnij den) éh in stukken snijden. Wanneer de prei ongelijk van dikte is, de dik ke exemplaren in de lengte door snijden. De groente zeer goed was sen. Ongeveer een half uur voor de maaltijd de prei opzetten met weinig water en zout. De groente vlug aan de kook brengen, omschudden en zach tjes gaar koken In de gesloten pan in 15 èt 20 minuten. De prei afgieten. Het gerecht op smaak afmaken met boter of margarine en een weinig azijn of citroensap. De beschuiten fijn drukken. De prei ln een schaal over doen laag om laag met het beschuit- kruim. Koolraap. 1 kg koolraap, een klein bouillon blokje, een laurierblad, een uitje, boter of margarine, maizena. De koolraap schoonmaken, in blok jes snijden en deze wassen, de ui schoonmaken en klein snijden. Onge veer drie kwartier voor de maaltijd een paar cm water met een half bouil lonblokje aan de kook brengen met de ui en een laurierblad. De koolraap toevoegen en vlug aan de kook bren gen. De groente omschudden en zachtjes gaar koken ln de gesloten pan in 20 30 minuten. Het kooknat binden met aangemengde maizena en de groente afmaken met boter of margarine. Het laurierblad verwij deren. NEW YORK, Nov. Door de Fe derale Commissie voor de Communisa- tiemiddelen is ten behoeve van de Amerikaanse huisvrouwen, die op „ra- dar"-fornuizen willen gaan koken, de bandbreedte van 2400 Megacycles toe gewezen. Door een paar restaurants in het land wordt gekookt op micro-)gol ven, maar dit uit de oorlogstijd tot ons gekomen wonder heeft tot dusver nog geen burgerrecht verworven. Een fa brikant heeft echter onlangs een elec- tronische „unit" op de markt gebracht, die in elk fornuis kan worden inge bouwd. Met een dergelijke Installatie kan men een ei in 22 seconden koken en een stuk vlees van vijf pond in een half uur braden! „Verandering van vak" deed de rust weerkeren ijn span leest er al aardig op los. Moet ook wel, want we zijn alweer over de helft van het leerjaar. Behalve leeslessen met rijen oefenwoordjes lezen we al hele verhalen. Dat is plezierig, doch er schuilt tevens een gevaar in. Houd ik nl. de touwtjes niet strak in handen, dan loop ik bij iedere leesles, waarin een verhaal wordt opgedist, de kans, dat een klassikaal gesprek op gang komt, dat ons naar elke levenssector kan voeren en aangezien het „grote leven" nogal gevarieerd is, zouden we altijd wel een „breed gesprek" kun nen hebben. Vandaag heb ik ze maar eventjes een kansje gegeven. Kun je niet laten bij zulk een unieke geschiedenis, verlucht met luister rijke illustraties. Het verhaal is, dat vader een mui zenval heeft opgezet, waar evenwel geen enkele muis intippelt, doch wel Miesje de poes het slachtoffer doet worden, want haar staart zit pijnlijk in die vinnige val geklemd. Stilletjes bij mezelf denk ik: net goed, want als Miesje haar plicht verstond, dan was er geen muizenval nodig. Daar om gun Ik Miesje die pijnlijk vertrok ken poesensnuit. Of zo'n geval wer kelijkheid kan zijn, weet ik niet, daar verdiep ik me niet in, want ik heb dat boekje niet geschreven. „Buiten verantwoording" van mij dus. We hebben de les al een paar maal gelezen, als ik Tini de beurt geef. Het is natuurlijk weer halen en brengen met Tini. Dat zal wel zo blijven, want Tini is precies een „grensgeval" van niet mee kunnen, of met veel extraatjes een beetje achteraan nog meekomen. Hoewel we de les dus al een paar maal lazen en de plaatjes al even veel vertellen als de les zelf, ziet Tini nog geen kans het woordje muis te lezen. Ik help wat ik helpen kan. "Voorzichtigjes spellen we naar ouder wetse trant de letters samen. Tini spelt en spelt en.... zwijgt. Dat wordt Harm te machtig. Hij kijkt eens verbolgen in de richting van Tini's bank en zegt dan: „Zie ze noe nie dat-er een muus op het plaetje staet?" VERHALEN KOMEN LOS. Tini kijkt onschuldig verbaasd naar Harm, dan naar haar boekje en leest: „Muus", wat haar weer een hoofdschudden' van de zelfde jonge ling bezorgt. Om Tini niet te veel af te leiden, breng ik met een verma nende blik Harm tot zwijgen en laat Tini nog enkele regels lezen, die er gelukkig wat vlotter uitkomen. Dan kan Harm het niet langer uithouden, maar de vraag: „Juffrouw ben uwes bang voor muzen?" moet er uit. En dan.... komen de verhalen los, genoeg om een boek te vullen. Ha m laat zich niet van zijn sfuk brengen. Hij moet persé weten of ik bang ben. Ik zeg echt naar waarheid dat ik er niet bang voor ben, wat echter niet inhoudt, dat ik dol op die kleine fluwelige onberekenbare beestjes ben. Ik zou er niets op tegen hebben, als ze fatsoenlijk, kalmpjes door de klas of kamers wandelden, want je weet best, dat zulke peutertjes je niets kunnen doen, doodsbenauwd als ze zelf zijn, maar dat miserabel on verwachte van die dieren doet ze mijn M(jn beste nichtjes en neven, Jullie hebben de herfstvacantie al weer gehad. Veel te kort zeiden de meesten, denk Ik. Tenminste, dat heb ik wel gehoord. Toch heb ik geen mee lij hoor. De lange zomervacantie is nog maar net voorbij. Jullie zijn nog maar goed en wel op gang. Nu weer een paar weken flink aangepakt, want dan ls het weer vacantia. Maar dan is het ook zo'n fijne tijd. Ik kan me eigenlijk wel indenken, dat je naar de Kerstvacantie gaat verlangen. Nu stop ik gauw mijn praatje, want Ik moet het slot van Wolletje's geschie denis nog vertellen. De paar brieven, die ik heb ontvangen, moeten een weekje op antwoord wachten. Dag al lemaal. Je tante TRUUS. Wolletje is dus een hele middag in school geweest. Hij moet er niet aan denken. Een hele middag doodstil blij ven liggen. En toen hij eens eventjes zijn mond open deed, omdat zijn baas je wegstapte naar de juffrouw toe, kreeg hij een snauw van Bert zoals hij zijn leven nog niet gehad had.'Eerlijk waar, als Wolletje daar per ongeluk nog aan denkt, bibbert hij weer. Daar bij komt dan, dat hij daarna dagen lang 's morgens en 's middags een poos in de kamer aan zijn riempje werd vastgehouden. Denk je dat eens in. Geen fatsoenlijke hond kan zoiets ver dragen. Wolletje had daarom voortdu rend een echte brombui. Nu ja, dat is weer voorbij, maar daarom is het le ven nog lang niet pleizierig. Wat heb je er aan in je eentje door de tuin te lopen scharrelen. Dat verveelt je al gauw. Moeder zegt dikwijls tegen Mientje: „Er is sinds Bert op school is, geen huis te houden met Wolletje. Die ver veelt zich." En nu zul je nooit raden, hoe daar i te vinden is. Het poesje, zo klein als nu verandering in kwam. Door Mien tje krijgt Wolletje weer een speelmak kertje, waardoor de tijd dat Bert naar school is niet meer zo lang valt. Het gebeurt allemaal op een wonderlijke manier. Mientje is altijd echt flink om moeder te helpen, maar in een geval is die grote Mientje kinderachtig. Ze gilt als twee magere varkens, als er een muis in de keuken is. En dat gebeurt wel eens, omdat die kleine veldmuisjes in het najaar wel eens binnen willen kijken, of ze daar geen lekker hapje kunnen vinden. Mientje houdt die keu kendeur wel altijd stijf dicht, maar Bert vergeet nog al dikwijls die deur goed te sluiten. En daar maakt zo'n klein muisje gebruik van. Daarom vraagt Mientje aan moeder, of ze een poesje mag mee brengen. Die jaagt al le muizen op de vlucht. Wolletje trekt zich van geen muizen wat aan. Moeder weet eerst niet, wat ze doen moet. Ze gunt Mientje best een poesje, maar hoe moet dat gaan met Wolletje samen. O, daar is Mientje zo gerust op. Dat ziet ze bij haar eigen thuis wel, hoe goed het gaat tussen de hond en de poes. „Nou dan maar, zegt moeder. We zullen het proberen". Zo komt hét dat Mientje op een keer, toen ze naar haar eigen huis is geweest, komt aangestapt met een klein zwart poesje. Wolletje bemerkt er die avond niets van, want die slaapt lekker in zijn mandje in de kamer, nadat hij met vader naar de post is geweest. Bert weet ook van niets. De volgen de morgen is er ln de keuken heel wat gaande. Bert heeft het al gauw van Mientje gehoord. In een wip is hil in de keuken en vanzelf ls Wolletje daar vlak achter hem. Bert vindt het kleine zwarte diertje ook wel lief, maar dat is voorlopig «1 wat er aan vriendelijkheid het is, zet een kromme rug van je welste, en Wolletje zet een bekje op, dat je het aan het eind van de laan kunt horen. Ze hebben niets met el kaar op, die twee. Mientje is toch vol goede moed. „Ze wennen o zo gauw" zegt ze aldoor. Dat komt natuurlijk, omdat ze dit hoopt, want als dat heel kleine poesje blijven mag, moet dat Mientje beschermen tegen net zulke kleine muisjes. Eigenlijk een grappig geval. Wolletje kiest de wijste partij, die gaat de deur uit naar de tuin toe. Hij zal zich niet langer druk maken over zo'n peutert je. Na een paar weekjes is poesje, die ze Roetje genoemd hebben, al aardig gewend en Mientje heeft haar ook ge leerd, dat ze net als Wolletje op tijd vraagt om naar buiten te mogen. Nu is ook Roetje een heel net poesje ge worden, die overdag ook al eens in de kamer komt kijken. De eerste paar ke ren zette dat ding nog een hoge rug, maar omdat Wolletje het niet de moei te waard vindt om tegen zo'n hummel te keer te gaan, gaat Roetje al gauw ook maar gewoon doen. En het duurt dan niet zo lang meer, of Roetje komt eens dichter in de buurt van Wolletje. Dat beest schijnt haar wel mee te val len en als je een klein poesje bent kun je dat alleen maar vertellen, door voorzichtigjes langs de pootjes van Wolletje te strijken en een kopje te geven. Laat Mientje dat nou net zien. Blij gaat ze dat gauw aan mevrouw vertellen. Ze weet, nu het zo goed gaat, hoeft Roetje zeker niet meer weg en dan is zij van die akelige muizen af in haar keuken. Mientj» haalt een balletje uit de keuken, waarmee Roetje graag speelt. Dat kleine ding vindt het in de kamer veel leuker om te spelen, want daar kun je het balletje veel verder weg slaan met je pootje. Jolig springt Roet je achter haar speelgoed aan. Hé, dat lijkt Wolletje toch ook wel aardig en voor die het weet, vliegt die samen met Roetje achter de bal aan. O heden, wat hebben die twee een pret. Ze rol len en draven door de kamer, dat het een lust is. Moeder en Mientje moeten er om lachen. Het is zo'n leven en ge draaf, dat ze niet eens horen, dat Bert uit school thuis is. Die kijkt verbaasd naar die twee grappenmakers op de grond en eigenlijk is Bert een beetje verontwaardigd, want Wolletje kijkt niet eens naar hem om, en dat is nog nooit gebeurd. Als Wolletje even een beetje uitbla zen moet van dat wilde spelletje, ziet hij Bert en dan vergeet hij direct Roet je en de bal en komt naar zijn baasje toe. Dat doet Bert goed. Moeder heeft alles aangezien en ze merkt wel, dat Bert het niet leuk vindt nu Wolletje hem eerst even laat staan, maar moe der zegt dat Bert blij moet zijn, om dat zijn hond nu toch een speelkame raadje heeft al de tijd, dat hij in school zit. Dat is wel zo, geeft Bert toe, nog niet erg blij, maar dan komt Roetje goedmoedig naar Bert toe en aait het kleine kopje langs zijn benen. „Kijk Bert," troost moeder, „nou heb jij eigenlijk twee speelkameraadjes, als je thuis bent." Bert pakt Roetje zachtjes op, maar dat is te veel voor Wolletje, die zo hard gaat blaffen, dat Roetje de vlucht neemt. Daarom moet Bert zo lachen en hij ls het nou toch goed met moeder eens, dat die twee samen een leuk span voor hem zijn, maar nou is het niet langer Bert en zijn kleine kameraad, want er zijn er nu twee. Ik zal het eens een poosje aanzien, hoe het gaat en als ze veel streken gaan uithalen, horen jullie er wel eens van, maar voorlopig zwijg ik over het drietal: Bert, zijn kleine kameraad en de nieuwe speelmakker. sympathie verspelen. Je zult wat uit een kast halen en daar vliegt iets ge heimzinnigs over je handen. Nee, daar houd ik niet van. Ik zie di noodzaak er niet van in, dat allemaa! mee te delen. Ze weten, dat ik niet bang ben. HARM IS OOK NIET BANG. Harm is ook niet bang. In de ver ste verte niet. Komt goed uit voor hem, want bij woont op een boerde- i- 4 Juffrouwben uwes bang voor muzen?" rij en daar kun je die niet betalende mee-eters wel eens vinden. Ze hebbeq daar echter een kat, die baar taak verstaat. Harm geeft daar stoute staal tjes van. Liesje, ook van een boerderij, ia ook niet bang, héééélemaal niet, wat een voorrecht is, want naar haar eigen zeggen zijn bij hen wel eens honderd muzen, waarop ik zeg, dat ik wel niet bang ben, maar dat toch te veel vind om eens bij hen op visite te komen. Dan krabbelt za haastig wat terug door te zeggen, dat ze „d'r niet altied binnen". Leo, be zadigd als steeds, heeft eerst maar eens geluisterd, maar als hij zijn kan$ schoon ziet, moet hem toch ook iets van het hart. Hij woont niet op een boerderij, maar midden op het dorp. Daar hoef je ook geen muizen in horden te verwachten, zodat niet een rattenvanger, maar een muizenvanger van Hameln, nodig zou zijn. HUISELIJK DRAMA. Leo zegt bedaard: „We 'ebbe maer ien keertjie een muus gehad. Toen we 's aeves gonge ete, was 't ie in ds keuke en toen zag ze moeder 'm en toen het ze zo geschreeuwd en toen is moeder 'ard naer boven gelope. En toen doch me vaeder dat me moeder gevalle was en toen liep 'tie 'ard naep de keuke en toen riep me moeder 'ard van bove, dat er een muus in da 'keuke was en toen het me vaeder zo gelache en toen was me moeder kwa'ed.. En we 'ebbe die muus nooit meer gezieje", besluit Leo zijn som her verhaal. Ik voel sympathie voor Leo's moe der en zit met de vraag of ze nog naar beneden gekomen is. Terwijl ik vol bitterheid bedenk, dat mannen toch harteloos kunnen zijn om zq maar te lachen, als je bloedeigen vrouw in levensgevaar verkeert. Ge lukkig schiet me opeens te binnen, dat ik vanmorgen Leo's moeder zag, juist toen ze de melkboer hielp. Dia vraag uit mijn gedachten heelt dus een antwoord gekregen, waarvoor ik dankbaar ben, want nu kan ik mijn aandacht weer onverdeeld aan dé klas schenken. Daar het inmiddels tijd is geworden om van „vak te veranderen", geef ik order de boekjes aan de rand van de bank te leggen. Leo's verhaal heeft Mieke blijkbaar nog niet losgelaten, want zij moet nog éven zeggen, dat bij ben op de schuurzolder ook mu zen benne. Dus ben je nérgens veilig. Ik ga met alle ernst en toewijding rekenen met mijn kroost, dat helpt om tot rust te komen na al die ver ontrustende verhalen. Ingezonden Mededeling (Adv.) horen Witte Kruispoeders. Hoofd- en kiespijn, zenuw- of rheumatische pijnen wor den er direct mee bedwon gen. Oofc in tabiet- en cachet-vorm Op- en ondergang van Zon en Maan Zondag 13 November: Zon op 7.58, ond. 16.51. Maan op 6.58, ond. 16.01. Hoogwater Zondag 18 Nov.: Vlissingen: 0.59 u. 2.10 m., 13.13 u. 1.98 m. Terneuzen: 1.26 u. 2.25 m., 13.41 u. 2.13 m. Wemeldinge: 2.37 u. 1.77 m., 14.54 u. 1.62 m. Zierikzee: 2.25 u. 1.53 m., 14.40 u. 1.37 m.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1955 | | pagina 9