Qroenten
ONDER JONGE OGEN
met melk meer mans Z
KEUKEN
VAN EEN SPROOKJE EN EEN ELECTRISCHE TRAM
ÏÏUtij6
die je spreekt
Vlotte geklede japon I
BANAAL GEPRAAT
Kleed
eens anders aan
UIT DE
Golflengte toegewezen
om op te koken
VAN EEN LEESLES
M
Bert en zijn kleine
kameraad
Sn
Uw
huisapotheek
WITTE KRUIS
„lel op ile taal"
Onlangs ben ik er eens een paar mooie herfstdagen op uit ge
weest en al reizend kwam ik in een grote stad in de electrische
tram terecht. Niets bijzonders natuurlijk, maar wel vreemd, dat ik in
dot oehikel opeens aan een sprookje, gelezen in mijn jonge jaren,
moest denken. Dat is wel een rare gedachtensprong, zult u zeggen.
Daar ben ik het mee eens, maar wat doe je er aan, als je met
zo'n springerige gedachtenwereld behebt bent? Zelf vind ik ook de
afstond tussen zo'n -rumoerig, tjingelend en in de bochten soms gie
rend vervoermiddel en een jeugdsprookje vrij groot. Ik zal u nu
echt moeten vertellen hoe die twee in mijn gedachten bij elkaar
kwamen. Ik had een goed plaatsje en bij een volgende halte stapte
een tweetal jonge meisjes in. Vriendinnen of collega's misschien, dat
weet ik niet.
Direct nadat dit tweetal was inge
stapt, nam de tram met veel gegier
een bochtje, zodat conversatie toen
niet mogelijk was. Maar kijken kun
je dan wel en ik vond, dat één van
die meisjes er zo echt leuk uitzag,
nee, niet rijk, maar in alle eenvoud
goed verzorgd en ze had een aardig
snuitje en rank figuurtje. Al ben ik
dan geen jongeling, ik zie graag zo'n
„lentekind". De tram bedaarde zijn
la weit, en toen begon de „jonge
dame". En daardoor sprong zo maar
Ineens dat oude sprookje mijn ge
dachtewereld binnen. U kent dat ver
haal vast ook nog wel. „Daar was er
eens" een prinsesje, dat op één of
andere manier (de finesses van het
verhaal weet ik niet meer) helemaal
qit het paleisleven was weggeraakt.
Zo gaat dat in sprookjes. Het prin
sesje, armelijk gekleed, werd door
niemand herkend. Deze treurige toe
stand was natuurlijk het werk van
een boze fee of zoiets. In de plaats
van het prinsesje was er een ander
meisje in het paleis, dat wel vorste
lijk gekleed ging.
TOEN GING HAAR MOND
OPEN
Alles leek bij die ondergeschoven
rinses net echt, totdat..., ze haar
lond open deed. Als de echte prinses,
In lompen, ging spreken, gleden
heerlijke bloemen en juwelen zomaar
haar mond uit, u><>.r bij dat andere
Wicht kwamen, zodra deze haar mond
maar opendeed, slangen en meer na
righeden uit de mond te voor
schijn. Echt een sprookje, ziet u wel.
Kou, toen in die tram, dat op zicht
■o aantrekkelijke meisje haar „mond-
Wat u hier ziet is wel een
heel geschikt model vooral
voor wat oudere dames.
Als u zo'n japon gaat maken, zult
u ontdekken, dat het effect bijzon
der prettig is. Let eens op de grote
kraag. Het is een vlot model. De
ruimte in het voorpand wordt ver
kregen door plooitjes vanu
Jchoudernaad. De jok wordt met
twee platte plooien aan voor- en
achterkant aan de verlengde taille
vastgezet. Het zal niet alleen aar
dig staan, maar ook de charme ver
hogen, wanneer u bij deze japon
een vestje van kant of van ander
fijn materiaal draagt. Aan stof is
nodig 2,75 meter bij 1,30 meter
breed. Dit patroon is verkrijgbaar
in de maten 44,46 en 48. Maat 50
op bestelling.
je" opendeed, kreeg ik van teleur
stelling een kouds rilling langs mijn
rug.
Nee, ze sprak geen „smerige taal",
dat niet, maar alles was zo grof en
vervelend en van zulk een geluids
volume, dat we allemaal konden
„meegenieten". De baas van haar was
een „vent" en dan nog een „vent van
niks en haar moeder was dat „ouwe
mens" en vader moest het enkel met
de ouwe" doen. Een jonger broertje
maakt je ongenietbaar!
was een „rotjong", die enkel maar
op de wereld scheen te zijn om te
plagen. Maar nu moet u in plaats
van plagen een ander woord lezen,
dat ik niet in ons hoekje zet, want
we houden in ons Weekend-huis niet
van „rommel". Daar behoort het een
nette boel te zjjn. Enfin de hele con
versatie, waarop we getracteerd wer
den, ging in die trant voort.
O, DIE MOND!
Ik dacht, ze heeft wel het pakje
Ingezonden Mededeling (Adv.)"
en het gezichtje van de sprookjes-
prinses, maar ach die MOND. Haast
vanzelf keek ik de tram eens rond in
de hoop, daar in arme kleren ver
momd, de échte prinses te zien, uit
wier mond de bloemen en juwelen
zouden vloeien.
De tram was echter aan het eind
punt gekomen, terwijl Ik nog geen
vermomde prinses ontdekt had. Op
het trambalcon stond een jongen In
een overall. Die knikte me goedmoe-
Jtoe en zei rustig, beschaafd: „Ik
uw koffer wel even op het trot
toir zetten". Zo vond ik dus geen
prinses, maar wel een sprookjes
prins in een overall. Dat vergoedde
veel.
DE SPRAAK MAAKT OPENBAAR.
Ze zeggen wel eens: je spraak
maakt je openbaar. Dat is ook inder
daad zo. Je kunt in de vermomming
van mooie kleren heel wat lijken,
maar in je spraak geef je zelf te
kennen wat je wezenlijk bent. En nu
is het tegenwoordig, vooral onder 'de
jeugd, mode om in de spraak dik en
groot te doen, want dat „staat", al
vind ik het werkelijk niet appetijtelijk
om aan te horen. In deze tijd moeten
we natuurlijk niet meer verwachten
gelukkigdat de jonge garde de
„tale" spreekt, zoals we die in oude
romans wel eens aantreffen. Daar is
vader „heer vader" en de moeder
„vrouwe moeder". Dat namen we nu
ook weer niet, maar een gulden
middenweg tussen dit verouderd taal
tje en wat we nu soms te horen krij
gen moet toch wel te vinden zijn
voor onze kloeke knapen en leuke
meisjes.
Het Is niet altijd zo gortig, dat b.v.
over vader en moeder zo wordt ge
sproken als do tram-,,jongedame" dat
deed, maar toch hoor je thuis wel
eens hoe er over ouderen gepraat
wordt en hoe de hele woordkeus is
en daaruit kun je heel wat leren, hoe
ffs,
Publicatie Ncderlondi Ivivelbureau, 1 Grovenhope 39
het er naar toe gaat als er geen eigen,
ouder volkje In de buurt Is.
„KLOEKE TAAL".
De meesten bedoelen het niet zo
kwaad als je zou denken bij het aan
horen .Ze praten vaak maar 'n beetje
na, wat ze van oudere makkers horen.
Ze moeten een beetje meedoen, an
ders vrezen ze niet in tel te zijn en
het is zo echt de geest van deze tijd
o,m „kloeke taal" te laten horen. Mij
bekoort dit taaltje helemaal niet. Ik
geloof daarom, dat je als moeder wel
altijd allebei je oren open moet heb
ben, ook al praten ze niet tegen. Je
kunt zo aardig wat opvangen, waarop
je op een gelegen ogenblik wel enige
correctie kunt aanbrengen. Je zou
ze eens plagend kunnen vertellen, dat
je het veel leuker zou vinden, als ze
eens iemand gingen napraten, die er
een prettiger enbeschaafder
spreekwijze op na hield.
De jeugd kan daar alleen maar
profijt v:.n hebben, want ze wordt
meer beluisterd dan u zoudt denken
en naar haar spreken wordt ze beoor
deeld. Dan ook nog dit: jong gewend
ls oud gedaan. Wat nu nog eens aar
dig of pittig lijkt, is later niet mooi
weer. Daarom beter jong gewend en
beteugeld.
En ook nu is het toch nog aardiger
als onze dochter, in alle eenvoudig
heid overigens, door haar conversa
tie voor eo i „vermomde prinses"
wordt aanjezien. Zo zie je, dat een
electrische tram je op *n wonderlijke
gedaohtencombinatie kan brengen.
MAJA.
Wijze van bestellen
Plak- aan de adreszijde van e_
briefkaart, naast en buiten het fran
keerzegel, het verschuldigde bedrag
aan geldige postzegels en adresseer
deze aan de redactie van het Zeeuwsch
Dagblad, Lange Vorststraat 90, Goes.
Aan de andere zijde vermeldt u uw
naam, adres en woonplaats, maat en
nummer (203) van het gewenste mo
del. Plak nooit meer dan f l._ aan
postzegels extra op een briefkaart,
want wat meer geplakt wordt is waar
deloos. Bestellingen onder rembours
'orden niet aangenomen en de pa
tronen worden niet geruild. De redac
tie heeft geen patronen in voorraad:
'■at persooniyk komen afhalen aan
ns bureau heeft dus geen zin.
Wist U, dat er voor het op
smaak brengen van win-
tergroenten behalve het
bekende melksausje nog zoveel an
dere mogelijkheden openstaan?
Door de melksaus wordt de
groentesmaak wat verzacht: ge
bruikt U specerijen en kruiden dan
ontstaat een pittiger gerecht.
Het hangt van Uw smaak of
waaraan U de voorkeur geeft. In
beide gevallen doet U er echter
goed aan de groenten niet te lang
te koken en ze vooral niet te vroeg
op te zetten.
Kooktijden.
Gemiddeld voor
groene-, witte- en savoyekool,
spruitjes 20 40 minuten
rodekool, boerenkool, zuurkool
30 a 40 minuten
winterwortelen, koolraap
20 a 30 minuten
prei 15 20 minuten
bieten 50 60 minuten
schorseneren 20 30 minuten
lof 15 20 minuten
Voof 4 personen is 1 kg stevige
groente (kool, wortelen, bieten enz.)
een goede portie, voor sterker slin
kende groente (lof, prei, andijvie
enz) VA k 2 kg. Wordt de groente
rauw gegeten, rekent U dan tenminste
100 g per persoon.
Savoyekool met tomatensaus.
1 kg savoyekool, zout, een uitje,
ongeveer 2 eetlepels tomatenpuree,
bloem, boter of margarine of vet
De kool schoonmaken, schaven of
snijden en wassen.
Ongeveer drie kwartier voor de
maaltijd de kool opzetten met een
paar cm water en een weinig zout. De
groente vlug aan de kook brengen,
omschudden en gaar koken in de ge
sloten pan in 20 30 minuten. De
kool afgieten.
Van het kooknat de saus tmaken.
Hiertoe de ui schoonmaken, snijden
en in hete boter, margarine of vet
zachtjes bakken, zonder te laten kleu
ren. De tomaten puree en daarna
onder roeren het groentenat toe
voegen.
De vloeistof aan de kook brengen
en binden met bloem, die met wat
water tot een dun papje is aange
mengd. De saus enkele minuten
laten doorkoken en de kool erdoor
mengen.
Prei met beschuitkruim.
VA k 2 kg prei, 2 beschuiten, 2 eet
lepels boter of margarine, zout, azijn
of citroensap. De prei schoonmaken
(daarbij alleen de worteltjes en de
stugge donkergroene delen wegsnij
den) éh in stukken snijden. Wanneer
de prei ongelijk van dikte is, de dik
ke exemplaren in de lengte door
snijden. De groente zeer goed was
sen. Ongeveer een half uur voor de
maaltijd de prei opzetten met weinig
water en zout. De groente vlug aan de
kook brengen, omschudden en zach
tjes gaar koken In de gesloten pan
in 15 èt 20 minuten. De prei afgieten.
Het gerecht op smaak afmaken met
boter of margarine en een weinig
azijn of citroensap. De beschuiten fijn
drukken. De prei ln een schaal over
doen laag om laag met het beschuit-
kruim.
Koolraap.
1 kg koolraap, een klein bouillon
blokje, een laurierblad, een uitje,
boter of margarine, maizena.
De koolraap schoonmaken, in blok
jes snijden en deze wassen, de ui
schoonmaken en klein snijden. Onge
veer drie kwartier voor de maaltijd
een paar cm water met een half bouil
lonblokje aan de kook brengen met
de ui en een laurierblad. De koolraap
toevoegen en vlug aan de kook bren
gen. De groente omschudden en
zachtjes gaar koken ln de gesloten
pan in 20 30 minuten. Het kooknat
binden met aangemengde maizena en
de groente afmaken met boter of
margarine. Het laurierblad verwij
deren.
NEW YORK, Nov. Door de Fe
derale Commissie voor de Communisa-
tiemiddelen is ten behoeve van de
Amerikaanse huisvrouwen, die op „ra-
dar"-fornuizen willen gaan koken, de
bandbreedte van 2400 Megacycles toe
gewezen. Door een paar restaurants in
het land wordt gekookt op micro-)gol
ven, maar dit uit de oorlogstijd tot ons
gekomen wonder heeft tot dusver nog
geen burgerrecht verworven. Een fa
brikant heeft echter onlangs een elec-
tronische „unit" op de markt gebracht,
die in elk fornuis kan worden inge
bouwd. Met een dergelijke Installatie
kan men een ei in 22 seconden koken
en een stuk vlees van vijf pond in een
half uur braden!
„Verandering van vak" deed de rust weerkeren
ijn span leest er al aardig op los. Moet ook wel, want we zijn
alweer over de helft van het leerjaar. Behalve leeslessen met
rijen oefenwoordjes lezen we al hele verhalen. Dat is plezierig,
doch er schuilt tevens een gevaar in. Houd ik nl. de touwtjes niet strak
in handen, dan loop ik bij iedere leesles, waarin een verhaal wordt
opgedist, de kans, dat een klassikaal gesprek op gang komt, dat ons
naar elke levenssector kan voeren en aangezien het „grote leven"
nogal gevarieerd is, zouden we altijd wel een „breed gesprek" kun
nen hebben. Vandaag heb ik ze maar eventjes een kansje gegeven.
Kun je niet laten bij zulk een unieke geschiedenis, verlucht met luister
rijke illustraties.
Het verhaal is, dat vader een mui
zenval heeft opgezet, waar evenwel
geen enkele muis intippelt, doch wel
Miesje de poes het slachtoffer doet
worden, want haar staart zit pijnlijk
in die vinnige val geklemd. Stilletjes
bij mezelf denk ik: net goed, want
als Miesje haar plicht verstond, dan
was er geen muizenval nodig. Daar
om gun Ik Miesje die pijnlijk vertrok
ken poesensnuit. Of zo'n geval wer
kelijkheid kan zijn, weet ik niet, daar
verdiep ik me niet in, want ik heb
dat boekje niet geschreven. „Buiten
verantwoording" van mij dus.
We hebben de les al een paar
maal gelezen, als ik Tini de beurt
geef. Het is natuurlijk weer halen
en brengen met Tini. Dat zal wel
zo blijven, want Tini is precies een
„grensgeval" van niet mee kunnen,
of met veel extraatjes een beetje
achteraan nog meekomen.
Hoewel we de les dus al een paar
maal lazen en de plaatjes al even
veel vertellen als de les zelf, ziet
Tini nog geen kans het woordje muis
te lezen. Ik help wat ik helpen kan.
"Voorzichtigjes spellen we naar ouder
wetse trant de letters samen. Tini
spelt en spelt en.... zwijgt.
Dat wordt Harm te machtig. Hij
kijkt eens verbolgen in de richting
van Tini's bank en zegt dan: „Zie ze
noe nie dat-er een muus op het plaetje
staet?"
VERHALEN KOMEN LOS.
Tini kijkt onschuldig verbaasd
naar Harm, dan naar haar boekje en
leest: „Muus", wat haar weer een
hoofdschudden' van de zelfde jonge
ling bezorgt. Om Tini niet te veel af
te leiden, breng ik met een verma
nende blik Harm tot zwijgen en laat
Tini nog enkele regels lezen, die er
gelukkig wat vlotter uitkomen. Dan
kan Harm het niet langer uithouden,
maar de vraag: „Juffrouw ben uwes
bang voor muzen?" moet er uit.
En dan.... komen de verhalen
los, genoeg om een boek te vullen.
Ha m laat zich niet van zijn sfuk
brengen. Hij moet persé weten of
ik bang ben. Ik zeg echt naar
waarheid dat ik er niet bang
voor ben, wat echter niet inhoudt,
dat ik dol op die kleine fluwelige
onberekenbare beestjes ben.
Ik zou er niets op tegen hebben,
als ze fatsoenlijk, kalmpjes door de
klas of kamers wandelden, want je
weet best, dat zulke peutertjes je
niets kunnen doen, doodsbenauwd als
ze zelf zijn, maar dat miserabel on
verwachte van die dieren doet ze mijn
M(jn beste nichtjes en neven,
Jullie hebben de herfstvacantie al
weer gehad. Veel te kort zeiden de
meesten, denk Ik. Tenminste, dat heb
ik wel gehoord. Toch heb ik geen mee
lij hoor. De lange zomervacantie is nog
maar net voorbij. Jullie zijn nog maar
goed en wel op gang. Nu weer een
paar weken flink aangepakt, want
dan ls het weer vacantia. Maar dan is
het ook zo'n fijne tijd. Ik kan me
eigenlijk wel indenken, dat je naar de
Kerstvacantie gaat verlangen.
Nu stop ik gauw mijn praatje, want
Ik moet het slot van Wolletje's geschie
denis nog vertellen. De paar brieven,
die ik heb ontvangen, moeten een
weekje op antwoord wachten. Dag al
lemaal. Je
tante TRUUS.
Wolletje is dus een hele middag in
school geweest. Hij moet er niet aan
denken. Een hele middag doodstil blij
ven liggen. En toen hij eens eventjes
zijn mond open deed, omdat zijn baas
je wegstapte naar de juffrouw toe,
kreeg hij een snauw van Bert zoals hij
zijn leven nog niet gehad had.'Eerlijk
waar, als Wolletje daar per ongeluk
nog aan denkt, bibbert hij weer. Daar
bij komt dan, dat hij daarna dagen
lang 's morgens en 's middags een poos
in de kamer aan zijn riempje werd
vastgehouden. Denk je dat eens in.
Geen fatsoenlijke hond kan zoiets ver
dragen. Wolletje had daarom voortdu
rend een echte brombui. Nu ja, dat is
weer voorbij, maar daarom is het le
ven nog lang niet pleizierig. Wat heb
je er aan in je eentje door de tuin te
lopen scharrelen. Dat verveelt je al
gauw.
Moeder zegt dikwijls tegen Mientje:
„Er is sinds Bert op school is, geen
huis te houden met Wolletje. Die ver
veelt zich."
En nu zul je nooit raden, hoe daar i te vinden is. Het poesje, zo klein als
nu verandering in kwam. Door Mien
tje krijgt Wolletje weer een speelmak
kertje, waardoor de tijd dat Bert naar
school is niet meer zo lang valt. Het
gebeurt allemaal op een wonderlijke
manier. Mientje is altijd echt flink om
moeder te helpen, maar in een geval is
die grote Mientje kinderachtig. Ze gilt
als twee magere varkens, als er een
muis in de keuken is. En dat gebeurt
wel eens, omdat die kleine veldmuisjes
in het najaar wel eens binnen willen
kijken, of ze daar geen lekker hapje
kunnen vinden. Mientje houdt die keu
kendeur wel altijd stijf dicht, maar
Bert vergeet nog al dikwijls die deur
goed te sluiten. En daar maakt zo'n
klein muisje gebruik van. Daarom
vraagt Mientje aan moeder, of ze een
poesje mag mee brengen. Die jaagt al
le muizen op de vlucht. Wolletje trekt
zich van geen muizen wat aan. Moeder
weet eerst niet, wat ze doen moet. Ze
gunt Mientje best een poesje, maar hoe
moet dat gaan met Wolletje samen. O,
daar is Mientje zo gerust op. Dat ziet
ze bij haar eigen thuis wel, hoe goed
het gaat tussen de hond en de poes.
„Nou dan maar, zegt moeder. We
zullen het proberen". Zo komt hét dat
Mientje op een keer, toen ze naar haar
eigen huis is geweest, komt aangestapt
met een klein zwart poesje. Wolletje
bemerkt er die avond niets van, want
die slaapt lekker in zijn mandje in de
kamer, nadat hij met vader naar de
post is geweest.
Bert weet ook van niets. De volgen
de morgen is er ln de keuken heel wat
gaande. Bert heeft het al gauw van
Mientje gehoord. In een wip is hil in
de keuken en vanzelf ls Wolletje daar
vlak achter hem. Bert vindt het kleine
zwarte diertje ook wel lief, maar dat is
voorlopig «1 wat er aan vriendelijkheid
het is, zet een kromme rug van je
welste, en Wolletje zet een bekje op,
dat je het aan het eind van de laan
kunt horen. Ze hebben niets met el
kaar op, die twee. Mientje is toch vol
goede moed. „Ze wennen o zo gauw"
zegt ze aldoor. Dat komt natuurlijk,
omdat ze dit hoopt, want als dat heel
kleine poesje blijven mag, moet dat
Mientje beschermen tegen net zulke
kleine muisjes.
Eigenlijk een grappig geval.
Wolletje kiest de wijste partij, die
gaat de deur uit naar de tuin toe. Hij
zal zich niet langer druk maken over
zo'n peutert je.
Na een paar weekjes is poesje, die
ze Roetje genoemd hebben, al aardig
gewend en Mientje heeft haar ook ge
leerd, dat ze net als Wolletje op tijd
vraagt om naar buiten te mogen. Nu
is ook Roetje een heel net poesje ge
worden, die overdag ook al eens in de
kamer komt kijken. De eerste paar ke
ren zette dat ding nog een hoge rug,
maar omdat Wolletje het niet de moei
te waard vindt om tegen zo'n hummel
te keer te gaan, gaat Roetje al gauw
ook maar gewoon doen. En het duurt
dan niet zo lang meer, of Roetje komt
eens dichter in de buurt van Wolletje.
Dat beest schijnt haar wel mee te val
len en als je een klein poesje bent kun
je dat alleen maar vertellen, door
voorzichtigjes langs de pootjes van
Wolletje te strijken en een kopje te
geven. Laat Mientje dat nou net zien.
Blij gaat ze dat gauw aan mevrouw
vertellen. Ze weet, nu het zo goed gaat,
hoeft Roetje zeker niet meer weg en
dan is zij van die akelige muizen af
in haar keuken.
Mientj» haalt een balletje uit de
keuken, waarmee Roetje graag speelt.
Dat kleine ding vindt het in de kamer
veel leuker om te spelen, want daar
kun je het balletje veel verder weg
slaan met je pootje. Jolig springt Roet
je achter haar speelgoed aan. Hé, dat
lijkt Wolletje toch ook wel aardig en
voor die het weet, vliegt die samen
met Roetje achter de bal aan. O heden,
wat hebben die twee een pret. Ze rol
len en draven door de kamer, dat het
een lust is. Moeder en Mientje moeten
er om lachen. Het is zo'n leven en ge
draaf, dat ze niet eens horen, dat Bert
uit school thuis is. Die kijkt verbaasd
naar die twee grappenmakers op de
grond en eigenlijk is Bert een beetje
verontwaardigd, want Wolletje kijkt
niet eens naar hem om, en dat is nog
nooit gebeurd.
Als Wolletje even een beetje uitbla
zen moet van dat wilde spelletje, ziet
hij Bert en dan vergeet hij direct Roet
je en de bal en komt naar zijn baasje
toe. Dat doet Bert goed. Moeder heeft
alles aangezien en ze merkt wel, dat
Bert het niet leuk vindt nu Wolletje
hem eerst even laat staan, maar moe
der zegt dat Bert blij moet zijn, om
dat zijn hond nu toch een speelkame
raadje heeft al de tijd, dat hij in school
zit.
Dat is wel zo, geeft Bert toe, nog
niet erg blij, maar dan komt Roetje
goedmoedig naar Bert toe en aait het
kleine kopje langs zijn benen. „Kijk
Bert," troost moeder, „nou heb jij
eigenlijk twee speelkameraadjes, als je
thuis bent."
Bert pakt Roetje zachtjes op, maar
dat is te veel voor Wolletje, die zo
hard gaat blaffen, dat Roetje de vlucht
neemt. Daarom moet Bert zo lachen en
hij ls het nou toch goed met moeder
eens, dat die twee samen een leuk span
voor hem zijn, maar nou is het niet
langer Bert en zijn kleine kameraad,
want er zijn er nu twee.
Ik zal het eens een poosje aanzien,
hoe het gaat en als ze veel streken
gaan uithalen, horen jullie er wel eens
van, maar voorlopig zwijg ik over het
drietal: Bert, zijn kleine kameraad en
de nieuwe speelmakker.
sympathie verspelen. Je zult wat uit
een kast halen en daar vliegt iets ge
heimzinnigs over je handen. Nee,
daar houd ik niet van. Ik zie di
noodzaak er niet van in, dat allemaa!
mee te delen. Ze weten, dat ik niet
bang ben.
HARM IS OOK NIET BANG.
Harm is ook niet bang. In de ver
ste verte niet. Komt goed uit voor
hem, want bij woont op een boerde-
i- 4
Juffrouwben uwes bang
voor muzen?"
rij en daar kun je die niet betalende
mee-eters wel eens vinden. Ze hebbeq
daar echter een kat, die baar taak
verstaat. Harm geeft daar stoute staal
tjes van.
Liesje, ook van een boerderij, ia
ook niet bang, héééélemaal niet, wat
een voorrecht is, want naar haar
eigen zeggen zijn bij hen wel eens
honderd muzen, waarop ik zeg, dat
ik wel niet bang ben, maar dat toch
te veel vind om eens bij hen op
visite te komen. Dan krabbelt za
haastig wat terug door te zeggen, dat
ze „d'r niet altied binnen". Leo, be
zadigd als steeds, heeft eerst maar
eens geluisterd, maar als hij zijn kan$
schoon ziet, moet hem toch ook iets
van het hart. Hij woont niet op een
boerderij, maar midden op het dorp.
Daar hoef je ook geen muizen in
horden te verwachten, zodat niet een
rattenvanger, maar een muizenvanger
van Hameln, nodig zou zijn.
HUISELIJK DRAMA.
Leo zegt bedaard: „We 'ebbe maer
ien keertjie een muus gehad. Toen
we 's aeves gonge ete, was 't ie in ds
keuke en toen zag ze moeder 'm en
toen het ze zo geschreeuwd en toen
is moeder 'ard naer boven gelope. En
toen doch me vaeder dat me moeder
gevalle was en toen liep 'tie 'ard naep
de keuke en toen riep me moeder 'ard
van bove, dat er een muus in da
'keuke was en toen het me vaeder zo
gelache en toen was me moeder
kwa'ed.. En we 'ebbe die muus nooit
meer gezieje", besluit Leo zijn som
her verhaal.
Ik voel sympathie voor Leo's moe
der en zit met de vraag of ze nog
naar beneden gekomen is. Terwijl ik
vol bitterheid bedenk, dat mannen
toch harteloos kunnen zijn om zq
maar te lachen, als je bloedeigen
vrouw in levensgevaar verkeert. Ge
lukkig schiet me opeens te binnen,
dat ik vanmorgen Leo's moeder zag,
juist toen ze de melkboer hielp. Dia
vraag uit mijn gedachten heelt dus
een antwoord gekregen, waarvoor ik
dankbaar ben, want nu kan ik mijn
aandacht weer onverdeeld aan dé
klas schenken.
Daar het inmiddels tijd is geworden
om van „vak te veranderen", geef ik
order de boekjes aan de rand van de
bank te leggen. Leo's verhaal heeft
Mieke blijkbaar nog niet losgelaten,
want zij moet nog éven zeggen, dat
bij ben op de schuurzolder ook mu
zen benne. Dus ben je nérgens veilig.
Ik ga met alle ernst en toewijding
rekenen met mijn kroost, dat helpt
om tot rust te komen na al die ver
ontrustende verhalen.
Ingezonden Mededeling (Adv.)
horen Witte Kruispoeders.
Hoofd- en kiespijn, zenuw-
of rheumatische pijnen wor
den er direct mee bedwon
gen.
Oofc in tabiet- en
cachet-vorm
Op- en ondergang van Zon en Maan
Zondag 13 November: Zon op 7.58,
ond. 16.51. Maan op 6.58, ond. 16.01.
Hoogwater Zondag 18 Nov.:
Vlissingen: 0.59 u. 2.10 m., 13.13 u. 1.98
m. Terneuzen: 1.26 u. 2.25 m., 13.41 u.
2.13 m. Wemeldinge: 2.37 u. 1.77 m.,
14.54 u. 1.62 m. Zierikzee: 2.25 u. 1.53
m., 14.40 u. 1.37 m.