JEHOVAH'S GETUIGEN STELLEN ERG WONDERLUKE BEREKENINGEN OP ZWITSA Dochter van het Grote Opperhoofd plaatst huwelijksadvertentie Ds A* Kok met emeritaat UIT DE KERKEN =J Zij staan daarmede geregeld buiten de Bijbel door Ds J. KWAST, Ned. Herv. predikant te Vlissingen De Jehovah's getuigen en hun leer (III) C.B.P,Ö. organiseert een reis naar Canada Donzige huidi DEZE KINDEREN Maandag 7 November 1955 ZEEUWSCH DAGBLAD pagïna 5 Jehovah God heeft zijn Koninkrijk opgebouwd en brengt alles in Zijn heilige organisatie tot een goed einde, ondanks de duivel. Dat ge loven Wij als Christenen ook. Maar wij weten niet hoe Hij dat precies doet. De bijbel laat telkens zien, dat dit niet onze zaak is, maar Gods zaak. De bijbel laat telkens horen, dat wij veel te klein zijn om iets hiervan te begrijpen, omdat dit werk Gods zo groot is. De Jeho vah's getuigen evenwel weten heel erg veel. En dat is juist ook een kenmerk van hen. Zij willen te veel weten en zeggen dit aan de bijbel te ontlenen, maar staan met hun berekeningen geregeld buiten de bijbel. Nu een staaltje van die rekenkunde: Jehovah God heeft de wereld gescha pen in 6 dagen, zegt de bijbel. De J hovah's getuigen maken van die 6 da gen 6000 jaar en dat doen zij op grond van Psalm 90 4 „Want duizend jaren zijn in Uw ogen_als de dag van giste ren" en op grond van 2 Petrus 3 :8 „Dat één dag bij den Heere is als 1000 jaar en 1000 jaar als één dag". Na 6000 jaar is het afgelopen met deze wereld periode, want dan heeft God Zijn or ganisatie, ondanks de satan en zijn aanhangers voltooid. Volgens allerlei berekeningen leven wij nu in het jaar 5971. dus zijn de 6000 jaren bijna vol tooid. Die berekening van die 5971 ja- ten stelt men op, terwijl men zelf moet erkennen, dat het berekenen van de tijd van nu ook niet helemaal zeker is, maar toch komt men tot de 5971 jaren. Ik m«en, dat in de loop van de tijd de Jehovah's getuigen wel wat voor zichtiger zijn geworden met hun berekeningen maar zij kunnen er nooit geheel van loskomen, want het is een onmisbare schakel van hun leer, die immers onfeilbaar is, daar zij de ware getuigen van de ware waarheid van Jehovah God zijn. Veel gecijfer Vanuit het boek Daniël wordt veel geejjferd. Heel belangrijk is de droom van Nebucadnezar over de boom, die door een Engel uit de hemel werd ge veld; alleen een stomp bleef in de aar de zitten. Daniël moet de droom uit leggen en dan blijkt, dat Nebucadnezar gedurende 7 tijden geen koning zal gjn, omdat hij God niet boven zich er- ent. Jehovah's getuigen zeggen, dat achter de geschiedenis van Nebucadne zar de grote geschiedenis zit van het Koninkrijk Gods en zij leggen dat als Volgt uit. De 7 tijden zijn de 7 perioden van de regering Gods. De eerste perio de begint met de verovering van Jeru zalem door Nebucadnezar. Nebucadne zar wierp daarmede Jehovah's voor beeldige theocratie omver. Dit gebeurde in 607. (Ondertussen staat het helemaal niet vast, dat in 607 Jeruzalem door Nebucadnezar werd veroverd: er worden ook andere jaar tallen genoemd). Maar de Jehovah's getuigen hebben 607 nodig, anders ko men ze niet uit. Met het jaar 607 be gint de tijd der heidenen, door Jezus genoemd in Lucas 21 24. Voor 607 was er onder de natiën der aarde, vol gens de Jehovah's getuigen, een zekere mate van nationaal gezond verstand, maar nadien niet meer. Niets daarvan Ik meen op grond van de bijbel te moeten betwijfelen, of er wel zo'n ver schil is tussen die tijd van vóór 607 voor Christus en de tijd daarna. In de bijbel staat niets daarvan. De tijden van na de zondeval zijn altijd boos ge weest. Maar goed, wij luisteren weer naar de Jehovah's getuigen. In Openb. 12 614 wordt over 1260 dagen ge sproken als over 314 tijd de helft van 7 tijden). 7 tijden dus het dub bele van 314 tijd 2x de 1260 dagen van Openb. 12 814; 2x 1260 dagen xi 2520 dagen. Wat gaan we nu doen met die 2520 dagen? Dat zijn geen let terlijke dagen geweest. Wij hebben al aangetoond uit Ps 90 en 2 Petr. 3 8, dat bij God 1 dag is als 1000 jaar. Ja, maar als we dat op de droom van Ne- (Van onze §-redacteur.) UTRECHT, 5 Nov. De Chr. Bond van Plattelandsvrouwen heeft een on dernemend bestuur, zoals reeds vaak gebleken is. Meermalen voerde deze organisatie haar leden de grens over op interessante excursies. Thans heeft dit bestuur echter een project van wel zeer grote omvang ter hand genomen. In het volgend jaar wil de C.B.P.B. n.l. een reis voor leden en belang stellenden naar Canada organiseren. Deze reis is bedoeld voor hen, die kinderen, andere familieleden of ken nissen in Canada hebben en die daar graag een bezoek willen brengen. Natuurlijk zijn ook zij, die alleen maar Canada eens willen zien als deelne mers van harte welkom. De vrouwen organisatie zet deze gezamenlijke reis op touw om de taalmoeilijkheden voor hen, die geen Engels spreken, weg te nemen, om aan boord een gezellige groep te kunnen vormen en om de deelnemers op hun reizen door Cana da zelf behulpzaam te zijn. Bij voldoende deelname hoopt men in Augustus 1956 te vertrekken en drie maanden weg te blijven. Nadere inlichtingen worden verstrekt door 't Bondsbureau te Ede, Parkweg 111 en door mevr. F. Witterholt-Heidanus te Winsum. bucadnezar toepassen, komen we er niet uit. Ps 90 en 2 Petr. 8 kunnen we alleen gebruiken, als we aan het reke nen gaan met de scheppingsdagen. Nu moeten wij de profeet Ezechiël er bij halen. In Ezechiël 4 i 68 staat: „Ik heb U elke dag gegeven voor elk jaar". Nu zijn we klaar, want nu zijn de 7 tijden van Nebu- cadnezars droom te gebruiken: die 7 tijden waren 7 jaren; dat is dus, zo als we zagen 2520 jaren en daar heb ben we wat aan. Het jaar 1 In de herfst van het jaar 607 vóór Christus begint het jaar 1, want toen veroverde Nebucadnezar Jeruzalem; met de herfst van het jaar 1 begint jaar 2 en eigenlijk moeten wij dan gaan tellen. Wel, 6071 606 en als je van 2520 jaren 606 jaren aftelt, houd je over het jaar 1914 en dat is 1914 na Christus, het jaar, waarin de eerste wereldoorlog uitbrak. In het jaar 1914, en niet eerder, kon de theocratische re gering van de Messias worden opge richt. Dat wil zeggen, onzichtbaar, want het gebeurde in de hemel, want daar werd de satan vedreven. Zicht baar op deze aarde is sedert 1914, dat de Jehovah's getuigen worden gehaat door politici, handelsmagnaten en reli gieuze geestelijken. Zij vervolgden ook Jezus Christus. Wij willen naar een paar andere, ook heel belangrijke punten van de leer der Jehovah's getuigen overstappen en me nen aangetoond te hebben, dat hun be rekeningen wel een heel wonderlijk gebruik van de bijbel vereisen. Na de senaat is thans ook de Belgi sche kamer uitgerust met een electri- sche installatie voor het opnemen van de stemmen. De stemming zal hierdoor in de toekomst niet meer dan een mi nuut in beslag nemen. Waar zijt gij, bleekgezicht?" (Van een medewerker.) De Raad der Ouden en de Grote Raad der Tovenaars hebben toestem ming verleend aan Ininka, de dochter van het opperhoofd der Tupari-In- dianen, in het huwelijk te treden met een Bleekgezicht. Het meisje, een knappe zeventien-jarige, heeft inmiddels een huwelijksadvertentie ge plaatst in een bekend Braziliaans dagblad en hoewel zij van de candidaat nogal het een en ander eist, heeft ze al 200 brieven ontvangen van lieden, die de beschaving beu zijn. De moeilijkheden van Ininka be gonnen na de komst van de Duitse onderzoeker Franz Caspar, die haar stam in de wildernis van Mato Gros- so ontdekte en enige tijd temidden der Tupari's leefde. Zij werd verliefd op hem, maar de Duitser, reeds ge huwd, boven de leeftijd en niet voor nemens zijn leven in de wildernis te slijten, kon haaf bekoringen weer staan. Ininka verzocht toen haar vader, die opperhoofd is, voor haar een an der bleekgezicht te zoeken. Aanvan kelijk meende men, dat deze gril wel over zou gaan, maar de jongste doch ter van het opperhoofd hield vol en bleef een blanke man als echtgenoot eisen. Hierover mocht haar vader echter niet alleen beslissen. Eerst moest de Raad der Ouden worden ge hoord en daarna de Grote Raad der Tovenaars. Pas toen ook deze beide gewichtige raden hun goedkeuring hadden gegeven en hun eisen bekend hadden gemaakt, werd een Brazili aanse missionaris in de arm genomen, die de tekst opstelde voor de hieron der volgende advertentie, die enige weken geleden werd afgedrukt: „Ininka, de jongste, 17-jarige doch ter van het Grote Opperhoofd der Tu- pari-Indianen, volbloed Indiaanse, le vende in het dorp van haar Grote Va der in de wildernis van Mato Grosso, wenst te trouwen met een blanke man. Hij mag geen bezittingen mee brengen en slechts de allernoodzake lijkste kledingstukken. Hij moet sterk zijn en bedreven in de jacht. Hij moet mij vier kinderen schenken. Op de dag van onze bruiloft moet hij genegen zijn toverkruid te eten en vele schalen Chicha te drinken. Mijn Grote Vader zal zijn raadgever zijn. "Waar zijt gij, Bleekgezicht? Ik verwacht de heilige stameed mij nooit te verlaten". WIE IS DE EERSTE? De missionaris heeft zich bereid verklaard de brieven te ontvangen en enige candidaten uit te zoeken, die op proef naar Mato Grosso zullen worden gezonden. Ininka heeft ge- zeg de eerste blanke, die in Mato Grosso komt te zullen trouwen, doch pas nadat hij zich door diverse kracht toeren de dochter van het Opperhoofd waardig heeft getoond. Zodra Ininka haar keuze heeft gedaan, zullen uit de overige candidaten drie blanke man nen worden gezocht voor andere doch ters van de stamhoofden, doch de Grote Raad heeft bepaald, dat het dan ook uit moet zijn; vier bleekge- zichten is voldoende! De blanke brui degoms moeten zich volledig aanpas sen en leven als de Tupari's. Op- en ondergang van Zon en Maan Dinhdag 8 November: Zon op 7.49, ond. 16.59. Maan op 0.52, ond. 14.19. Hoogwater Dinsdag 8 Nov.: Vlissingen: 8.21 u. 1.41 m., 21.18 u. 1.61 m.; Terneuzen: 8.50 u. 1.59 m„ 21.41 u. 1.79 m.; Wemeldinge: 9.55 u. 1.21 m., 22.40 u. 1.48 m.; Zierikzee: 9.33 u. 1.03 m., 22.24 u. 1.30 m. Ingezonden Mededeling (Adv.) BABY POEDER Ingezonden Mededeling (Adv.) Open zo'n pakje DAKOTA, snuif steek op en inhaleer diep Dót is een ontspanning, dét geeft behaaglijke rust Mild als maneschijn, maar toch pittig is die nieuwe Amerikaan, waarin uitgelezen tabakken zijn verwerkt tot een „top-flavour". Werkelijk: U voelt zich In do wolkon mot een Oakotal 85 ct per pakje Nieuwe partij in Oostenrijk WENEN, B Nov. In Oostenrijk is een nieuwe politieke partij opge richt, da „Oostenrijkse Vrijheidspar tij". Zij omvat leden van de vroegere „Vrije Kiezersbond" en groepen, die onder de „derde macht" ressorteerden, (1926-'47 Zaamslag) 'sGRAVENHAGE, 5 Nov. Ds A, B. W. M. Kok, predikant bij de Geref. Kerk van Zaltbommel-Gameren heeft eervol emeritaat aangevraagd. Ds Kok werd 3 Dec. 1888 te Rotter dam geboren en studeerde aan de Vrije Universiteit. In 1913 deed hij zijn can- didaats- en in 1916 zijn doctoraal exa men. Op 9 April 1916 werd hij door wijlen ds H. C. v. d. Brink te Velsen in het predikambt bevestigd. In 1920 vertrok hij naar Wommels en Cubaard, in 1926 naar Zaamslag en op 6 Juli 1947 naar zijn tegen woordige gemeenten. Ds Kok heeft vooral als auteur bekendheid verkre gen. Hij schreef o.m. een boek „Ver leidende geesten", dat ook een her druk beleefde en publiceerde in het verzamelwerk „Beproeft de geesten" alsmede in de „Chr. Encyclopaedie", in het „Geref. Theologisch Tijdschrift'' in „Op den Uitkijk", „Stemmen des Tijds", „Het Calvinistisch Weekblad" en in de „Zeeuwse Kerkbode". In het weekblad „Belijden en Beleven" ver schijnen nog geregeld publicaties van zijn hand. 53) En Rick, achter zijn bureau, kijkt met een lachje Eline aan. En alleen hij weet, waarom in haar ogen tra nen zijn Door de hoge kerkramen viel het winterlicht wit en koud naar binnen. Een helder „ja" had zo-even de ruim te doorklonken en nu stond Eline voor het doopvont. „Wilhelmina, ik doop u in de Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen- Geestes". Eline boog het hoofd over het klei ne, donkere kopje in haar armen. En zij zong de geloofszang mee: „God zal Zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig Zijn verbond gedenken." Hoe licht heeft God me deze gang gemaakt, dacht zij, terwijl ze het kind teruglegde in de armen van Wims moeder. Ik heb er zo dikwijls tegen opgezien, omdat ik er zo alleen zou staan. Maar ik was niet alleen. opdat dit kind godzalig opge voed wordeDat had ze beloofd; zij zou het nakomen ook,Help me maar, Here!" bad ze stil mee. Maar toen het „Amen" na het gebed verklonken was, riep helder een kin derstem door de kerk: „Daaag mam mie!" Het was Hannie, die, gezeten op Tornbergs arm, de kerk verliet. Deze ordeverstoring zou in brede kring er gernis geven, wist Eline. En onwil lekeurig gleed haar blik naar de ouderlingenbank. Ze zag er slechts effen gezichten. Alleen in de ogen van oom Leeman was een zachte glim lach. Maar bulten wilde Hannie weten, waarom ze moesten lopen. Ze waren immers met oom Leeman komen rij den? „Mammie rijdt", antwoordde Rick, „Wij gaan wandelen. Houd mijn jas maar vast en ga op ie hurkjes zitten, dan ben je een slee. Hij trok haar voort over de gladde weg, totdat ze moe en koud werd. Toen nam hij haar op zijn arm en bergde haar voetjes en handjes in de warmte onder zijn jas. Hannie wilde weten: „Ben ik ook gewassen in de kerk?" Rick knikte. „Ja zeker. En oom ook. Door zijn eigen vader." „Oom z'n vader? Hannie heb geen vader meer." „Nee", zei Rick. „Oom heeft ook geen vader meer." „Hannie's vader is dood", ging het kind vrolijk voort. „Is oom z'n vader ook dood?" En op zijn knikje ver volgde ze: „Heb oom dan nog een mammie?" „Nee, ook niét meer, Hannie," Het vreselijke van de dood is het kind volkómen vreemd. Dat weet Rick. Maar des te meer ontroert hij ervan, wanneer het kind hem een tijdlang strak aanziet, alsof ze dit ge mis op zich laat inwerken en hem dan heel zacht in het oor fluistert: „Jij mag mijn mammie ook hebben, hoor." „Je bent een lieverd, jij", is alles wat hij zeggen kan. De kamers van Bosrust zijn vol van het stemmengerucht der uit de kerk thuisgekeerden. Maar het wordt stil, wanneer de grijze boerin Refting met ontroerde stem zegt: „Ik ben toch zo blij, Lien, dat je onze Willem ver noemd hebt. Ik heb telkens aan hem moeten denken. Toen hij gedoopt werd, zongen we dat vers ook." „En niet vergeefs, juffrouw Ref- door Caret van der Hoek ig'. „Nee," snikt ze ineens. „Niet ver geefs. De hemelse Vader heeft aan Zijn verbond gedacht.' „Ja, 't zijn dingen, mensen.'t zijn dingen", zegt juffrouw Cosier. „Zal Ik maar eens intuiten, Lien?" Rick, in zijn hoekje, lacht in stilte. Als ie niet beter wist, zou je denken, dat het ronde vrouwtje nooit ernstig kon zijn Hannie laat zich verwennen op opa Reftings knie en bijt gretig in het ge bakje, dat hij haar onder de neus houdt. „Daar moet u liever niet aan be ginnen, vader," waarschuwt Eline. „Die kleine schrokop heeft nooit ge noeg." „Ach," zegt de vriendelijke boer, laat haar maar. Het kan nu nog." „Ja", valt zijn vrouw bij. „De kin deren van een gestorvene gaan zo ge makkelijk van je af, waar?" Doch als Eline dit als een tot haar gericht ver wijt zjat en zich wil verontschuldigen, vervolgt ze haastig: „Welnee, meisje, dat behoef jij je niet aan te trekken, hoor. Dat 2ijn heel gewone dingen. Ik weet 't nog wel van m'n eigen." Rick kijkt moeder Cosier na. Die is Blij, dat ze wat ln de keuken kan red deren, denkt hij. Je zou het nooit ge loven van dat gebed in het schuurtje. „Kan u piano spelen, meneer?" Rick schrikt er bijna van, als Refting hem aanstoot. „Daar was onze Willem ook zo dol op", voegt moeder Refting er aan toe. „Maar die kon het niet. Je kan er zeker geen psalmen op spelen." Rick zit al op het krükje, slaat het instrument open. „Welke wilt u?" vraagt hij. UieAfceiifée leftoAmatie AyieMLev-e. tendensen ontnch Jaarlijks is de herdenking der Kerkher vorming ln de kerkelijke pers een mooi uitgangspunt voor beschouwingen over Rome en het Protestantisme. In De Bazuin, rjr. weekblad voor geloofs verkondiging, stond een Interview van een redacteur met ds C. M. de Vries, Luthers predikant te Nijmegen. Hier volgt de eerste vraag aan en het ant woord van ds De Vries: Wat zoudt u naar aanleiding van de komende Hervormingsdag tot ons, ka tholieken, willen zeggen? De Hervormingsdag is, geloof ik, niet in de eerste plaats naar buiten gericht, niet een soort van propagandadag, zo van „al hebben jullie dan twee nieuwe bisdommen, wij blijven toch een echt protestantse natie." In eerste aanleg gaat het om een intern-protestantse zaak: bezinning op de betekenis van de Reformatie. Die is namelijk geen sta tisch gegeven. Ecclesia reformata sem per reformanda, ook de kerk der Refor. matie moet zich steeds opnieuw hervor men, naar het model van het Evangelie namelijk. Maar omdat de ecclesia reformata zich deel weet van de catholica, gaat deze dag ook u aan. En al3 hij u iets te zeggen heeft, dan is het een appèl op da voor ons exclusief normatieve betekenis van de Schrift, of liever: van het levende Woord Gods, dat daaruit telkens opspringt als een fontein. Dit reformatorisch appèl is voor u niet nieuw; u hebt dat natuurlijk vaker gehoord, maar het is goed het nog eens te zeggen. Als u mij nu op de man af vraagt wat ik voor kansen zie met betrekking tot het aanslaan van dit appèl, dan ben ik geneigd die kansen nogal somber te beoordelen Ik weet te goed dat, zolang voor u de Schrift alleen door de kerke lijke traditie uitgelegd kan worden, een werkelijke reformatie voor u onmoge lijk is; trouwens: u zult de noodzaak daarvan ook niet erkennen. Deze toe stand kan men toch wel een impasse noemen.... JxMncuieAmg* Nadat de redacteur van De Bazuin (rJt.) erop had gewezen, dat de Bijbel tegenwoordig veel meer gelezen wordt door rooms-katholieken dan vroeger en dat daarentegen in de reformatorische kerken de belangstelling voor de litur gie opleeft, stelde hij de vraag, of ds De Vries in deze feiten geen mogelijkheid tot toenadering tussen de reformatori sche en de rooms-katholieke christenen kon zien. Antwoord: Als u het zo voorzichtig formuleert, zeg Ik: Ja. Welk een diepe caesuur de reformatie ook heeft gemaakt, in de liturgie wordt uitdrukking gegeven aan wat wü belijden als de sancta catholica. Een voorbeeld is het nieuwe Lutherse gezangboek, waarin de oude kerkelijke opbouw van de eredienst is gehand haafd. Kijkt u maar: de dienst begint met het kyrie en de gloria, en verderop vindt u het Agnes Dei en het sanctus. Van alle protestantse kerken heeft, meen Ik, de Lutherse het meest oog voor de noodzaak, dat de Woorddienst zijn pendant vindt in de sacramentsbedie ning. De liturgische wetenschap zou de Reformatie wel eens een ander Inzicht kunnen geven, en dan bedoel Ik dat niet alleen naar de buitenkant, maar ook in houdelijk. Veel wat voor reformatorisch doorgaat is dat niet. En menige verstar de positie (dat is dus feitelijk: een on reformatorische positie) wordt losge wrikt. De kerkgeschiedenis begint nu eenmaal niet met 1517. Schering en Inslag, Instructieblad voor het Gereformeerde jeugdwerk, be vatte een beschouwing van ds G. Lug. tigheid nit Zwolle over het karakter van dit jeugdwerk. HU geeft toe, dat het dienen en offeren daaraan niet vreemd is, doch zegt dan: Maar het agressi'eve komt dadelijk weer om de hoek gluren. Een uitdruk king, die nogal eens gebruikt is bij toe» spraken: „opdat zij met de vijand sprè» ken mogen in de poort" laat dat agres» sieve wel duidelijk uitkomen. „Vijand" en „spreken" zijn toch wel iets anders dan bijvoorbeeld wat gezegd wordt van de barmhartige Samaritaan: „Hij zette de gewonde op zijn eigen lastdier". Ik wil er hier nu nog niet van spreken, dat het meestal in alle regionen van het jeugdwerk en van de latere vorming, bij dit oefenen met het oog op dit doel bleef, zodat velen wel verzuchten, wal iemand eens gezegd heeft met het oog op de kennistheorie: „Wij hebben de messen lang genoeg geslepen, laten we nu waarachtig eens snijden." Goed, daar willen we dan nog niet op ingaan, maar de leuze zelf spreekt hierin dui delijke taal. Ik denk ook aan een andere leuze, dia het in toespraken op jaarvergaderingen prachtig deed. Als de gebruikelijke fe licitaties van bevriende verenigingen waren overgebracht, dan was het slot meestal: „Dat de vereniging maar mag groeien en bloeien en toenemen in in nerlijke kracht en ledental." Ik heb in mijn J.V.-tijd nooit gehoord, dat daar aan nog zo iets werd toegevoegd: en dat de vereniging maar veel mag bijdragen tot de leniging van de nood van de we reld. De spits van het Réveil was afge broken. Slonunee fcj, Ruffaea. met Ds J, R, Cuperus, Hervormd predikant te DoornspUk, Is momenteel ln Ame rika en geeft daarover reisbrieven ia het Gereformeerd Weekblad (uitg. Bout te Huizen). Uit één van zijn brieven knippen we dit gedeelte: We zouden gaan naar de Rocky Moun tains, enter ere van onze kinderen vol romantiekhet graf van Buffalo Bill. Dat graf lag op een bergtop 3.000 nj. hoog. Maar de weg steeg zo magnifiek langzaam, dat het was alsof je door Zeist en Driebergen reed. Op de top van de Look-out-Mountain lag het graf. Daar, waar hij de vreedzame kolonisten beschermd had tegen de aanvallen van moorddadige Indianen en blanke ban dieten, daar had hy begeerd te rusten, naast zijn vrouw. Wij stonden in stille eerbied bij het graf van deze edele pionier der Wester, se beschaving. Toen hebben we nog het museum bezichtigd, met reliquieën uit zijn leven. Een levensgroot schilderij, waarop hij werd uitgebeeld, gezeten op zijn geliefkoosd wit paard. Zijn dochter. Zijn vrouw. Zijn geweer. Schilderijen van vrienden en vijanden. Zijn duei met een Indianen-opperhoofd. Het kleine Indianenjongetje, dat alleen overbleef, na een verbitterd gevecht tussen blan ken en roodhuiden. De slag, waarin bijna 400 blanken het leven Heten. Het kampvuur van de opperhoofden der Indianen, waarom besloten werd de ganse bezetting van een fort te doden, wat ook is geschied. Welvoldaan keerden wij huiswaarts.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1955 | | pagina 5