De vermakelijke avonturen van Don Duicliot. Altijd glimlach waard een DE DOOLHOF Zwitsaletten Aantal bedrijfsongevallen kan drastisch verminderd worden r UIT DE KERKEN =J vormd-Gereformeerd gesprek” van de Groningse predikanten Th. Delleman (Geref.) en M. A. Krop (Herv.) be spreekt. Enige gedachten van dr Berk hof nemen we hier over: Mi 1 Sinke te Goes Zeeuws Damkampioen PERIODIEKE PIJNEN? Maandag 25 April 1955 ZEEUWSCH DAGBLAD pagina 5 Zel[s met 50 pCt AANBESTEDINGEN FEUILLETON over 'n Z WfTSAL preparaat.' •s Vrije bewerking verhaal van •Cfed Verven militaire gebouwen op Walcheren Verbouwing gemeentehuis Stavenisse van een Engels Mrs Henry Wood. Oordeel van Amerikaanse veiligheidsdeskundige (Van een onzer verslaggeefsters) Kerk neemt taak van Luthers Genootschap Late bloei van fruitbomen Uienseizoen afgelopen afdeidiny ye.uj-end ÏZ&dame. tna^en Üjj-eMcdaUiny il. d. kvdk kruiswoordraadsel Oplossing vorige puzzle KK' HL 4 STEMMEN COPYRIGHT STUDIO AVAN 43. Het eerste wat Don Quichot nu deed, was naar een uitdragerswinkeltje Ingezonden Mededeling (adv.) 35) aan- 2 S’ ÏT TT postvatten. (Wordt vervolgd.) Moderne vrouwen bestrijden ze met: het diertje nu glanst?’* „Het is werkelijk prachtig, vriend Sancho”, zei Don Quichot. „Weet thans, dat het moment van ons vertrek gekomen is. Hang een grote reistas om je schouder en doe er wat eten, wat schoon goed en ook dit geld in. Het is een voorraad goud, die ons in staat zal stellen wel driemaal de hele wereld rond te reizen!” „Oei! Is dat allemaal echt goud?” vroeg Sancho, die nog nooit zoveel geld bij elkaar had gezien. „Nou nou, dan hoef ik voorlopig niet bang te zijn voor hongerlijden. Daar heb ik namelijk óók zo’n hekel aan, weet U. Enne...., wanneer gaan we nou?” Don Quichot boog zich over naar zijn schildknaap en fluisterde hem geheimzinnig de volgende woorden in het oor. „Vannacht om drie uur rijden we weg”, zei hij. „Dan zijn we zó vroeg, dat niemand ons ziet en dan zijn we bij het aanbreken van de dag al zó ver weg, dat niemand ons zal kunnen vinden, waar hij ook zoekt BERGEN OP ZOOM, 22 April. Op het Geniebureau te Bergen op Zoom werd door de eerstaanwezend ingenieur in het openbaar aanbesteed het verven van militaire gebouwen op Walcheren. Er werd als volgt ingeschreven: M. J. v. d. Bogaard, Nijmegen 8204; G. Brutelaar, Vlissingen 8445; A. K. Weijsters, Ber gen op Zoom f 8900; G. B. de Bruin, Utrecht 13.630. STAVENISSE, 22 April. Voor de aan besteding van de verbouwing van het ge meentehuis werd als volgt ingeschreven: F. Burgers, St. Annaland 31.000; Videler, Bergen op Zoom 34.347; Van de Velde, Kapelle-Biezelinge 34.000; L. Rozemond, Stavenisse 30.998,50; M. van Zuien, Sta- venisse 31.000; J. Vos, Tholen 29.890; Backs, Bergen op Zoom 33.000; Kil, Hoogerheide 33.600. De begroting was 17.974,95. De gun ning werd aangehouden. er een- mevrouw Grey, schreef mij een briefje over enkele reparaties en toen ben ik er antwoordde hij onwil- DEN HAAG, 23 April. In één jaar kan het aantal beroepsongevallen in Ne derland met 50 procent worden vermin derd, dat is het oordeel van mr A. R. Lateiner, veiligheidsdeskundige en do cent aan het City College te New York. Voor 1948 is berekend, dat de schade in ons land tengevolge van bedrijfsongeval len ruim f250 millioen bedroeg. Tijdens zyn verblijf in Nederland heeft mr La teiner een vijfdaagse cursus gegeven voor een 30-tal bedrijfsleiders van ver schillende grote bedrijven (o.a. Werk spoor, Ned. Staatsmijnen en de Kon. Ned. Hoogovens én Staalfabrieken te IJmui- den), waarin hij zijn systeem uiteenzette. Niet alleen materieel, maar'ook uit het oogpunt van menselijkheid, good-will en productiviteit, is het voorkomen van on gevallen noodzakelijk. De oorzaak van dergelijke ongelukken, kan liggen yin de lichamelijke of geestelijke gesteldheid van de arbeider, maar ook onwetendheid of het negéren van regels en instructies. Mr Lateiner acht .de bazen of opzich ters, die het meest contact hebben met de mensen om wie het hier gaat, de aange wezen personen om verbetering te bren gen in de toestanden. De strijd tegen de AMSTERDAM, 22 April. In zijn woord ter opening van de voorjaars vergadering van het Nederlands Lu thers Genootschap voor in- en uitwen dige .zending, te Amsterdam gehou den, heeft de voorzitter prof dr P. Boendermaker meegedeeld, dat plan nen bestaan tot reorganisatie van het genootschap. De tijd is gekomen om het werk, dat tot nu toe gedaan werd door een particuliere vereniging van enkelen in de kerk, over te dragen aan de kerk zelf. Het Genootschap ont stond in een noodsituatie, toen de kerk geheel negatief Stond tegenover de belijdenis en de zendingsarbeid. In de nieuwe kerkorde is echter een belij denis gegeven en daarmede is ook de noodzaak van het bestaan van het Genootschap komen te vervallen. Bo vendien is de zending niet 'een op dracht aan enkelen, maar een opdracht voor de gehele kerk. Een Synodale Raad zal onder verantwoordelijkheid van de Synode het werk voortzetten. De heer A. Simandjuntak bracht de dank van de Badan Penerbit Kristen (de Raad voor de Lectuurvoorziening van de Indonesische Kerken) voor de belangrijke bijdrage door de Neder lands Lutherse kerk geschonken. Ds W. Jense vertelde over zijn 5 jaren arbeid op Nieuw-Guinea. Ds Hallewas sprak over „Lutherse Kerk en Zending in Tanganyika”. Op een zevental terreinen wordt gearbeid door zendingsteams van internationale samenstelling, die hun eenheid vin den in de Lutherse Zendingsraad voor Tanganyika. stappen, waar hij tussen een voorraad oude rommel begon te graaien. Hij slaagde er zowaar in een zwaar, ijzeren schild op te vissen alsmede een stevige lans. Nu had hij tenminste zijn vorige schild en lans vervangen, die hij kwijt was geraakt bij dé vechtpartij met de ezeldrijver van de twee rijke kooplieden. Tevreden bekeek Don Quichot de twee noodzakelijke stukken wapenrusting en hij vroeg aan de winkelier: „Heb je misschien ook nog een ridderhelm voor me? Een echte ridderhelm met een vizier?” „Nee antwoordde de koopman in oud roest. „Daar kan ik U niet aan helpen”. „Dan moet ik zo spoedig mogelijk een helm zien te veroveren op een waar dige tegenstander”, mompelde de Don en daar ging, hij weer heen. Met zijn lans, zijn schild en zijn zak geld repte hij zich zo spoedig mogelijk naar zijn eigen dorpje terug, waar hij het allereerste een bezoek bracht aan zijn schildknaap Sancho Panza. „Ha, dolende ridder!" riep Sancho vrolijk uit. „Ziet U wel hóe mooi ik mijn ezeltje aan het opschuieren ben en hoe mooi „Ken je het buiten, dat ze „Dool hof” noemen, sir Karl?” „Kennen, kennen. Ik ben maal geweèst. De dame, J een briefje De heer Van den Bosch schrijft in het „Doopsgezind Weekblad” over de advertenties, welke vanwege de Herv. Kerk in de dagbladen worden ge plaatst. Hij oppert wel énkele bezwa ren, maar vraagt zich desondanks af: Hier zit toch iets in. ’t Kan goed zijn dat de lezers van onze grote kranten en weekbladen dit zo onder de ogen krijgen en bedenken: ja, dat is er óók nog, ook voor ons. In reclame moet grote kracht zitten, anders was ze niet zo uitgegroeid als nu. En verder; is het in ons doopsge zinden te prijzen, dat wij altijd zo stil-in-den-lande zijn? En dat wij wie van elders vrijwillig tot ons ko men niet eens altijd zo welkom he ten?; Of is dit wel erg gemakkelijk en rustig zo mooi in het eigen krin getje te blijven? Of spreekt hier toch wel een gemis aan verantwoor delijkheidsbesef tegenover anderen? En zou ook de innerlijke groei van ons gemeenteleven er niet mede ge baat zijn als wij eens wat meer nu ja dan, reclame voor ons standpunt gingen maken? En door wat wèl overwogen uiterlijke middelen, des noods advertenties, een roep lieten horen? In Utrecht zijn Woensdagavond de bekers uitgereikt aan de kampioenen tafeltennis. Bovenste foto: de wereld kampioenen dames, de Roemenen, met de Corbillion-cup. Van links naar rechts Rozenau, Sasz (trainster) en Zeiler. Onderste foto: De wereldkam- pioenen heren, de Japanners, v.l.n.r.: Tomita, Ocimura, Hasegawa (trainer), Tamasu en Tanaka. Zij kregen de Swaythlingcup uitgereikt uit handen van de waarnemend burgemeester van Utrecht, Mr Hendricus Ploeg. KAPELLE, 23 April. Het koude weer van de laatste tijd is er de oor zaak van dat de bloei dit jaar zeker tien dagen later zal zijn dan in nor male jaren. Op het ogenblik staan de vroege pruimen in volle bloei. De weersomstandigheden zijn hiervoor wel erg ongunstig. De knopontwik- keling van de andere vruchtbomen verloopt uiterst langzaam, zodat het nog wel enkele weken zal duren eer alles in volle bloei staat. KAPELLE, 23 April. Het uien seizoen 195455 is thans practisch af gelopen. De aanvoer op de Zeeuwse uienveilingen is nu zeer gering en be perkt zich in hoofdzaak tot partijen afkomstig uit koelhuizen. De prijs blijft stabiel maar loopt niet op. Voor de goede kwaliteit wordt rond 15 cent per kg betaald. Op de markt zijn in tussen de Egyptische uien verschenen waarvoor rond 25 cent wordt betaald. In de uiencentra zijn de uien voor het nieuwe seizoen nu weer gezaaid of geplant. Naar het zich laat aanzien zal het totale areaal dit jaar zeker niet groter zijn dan het vorig jaar. buitenland is.” „Dus je hebt geen kennis aan die mensen?” „Ik niet”. „En hij gaat er in met een sleutel uit jijn eigen zak!” dacht zij. xx-xajjn, CCCJ.XJL 11CU UWC11C11 wad gCiaaAl. - Bij toeval stond het hek open en uit Sumnor gesproken. voelend, dat de woorden, dié zij zo even had gehoord, niet een van bui ten geleerd lesje waren, maar regel recht uit het hart van de patiënte kwamen en oprecht gemeend waren. „En je weet 'jezelf nogal beiig te houden, zie ik”, merkte zij iets later op- „Mij bezig houden? Wel, ik heb liet alle dagen even druk. Ik verricht naaiwerk. Nu ben ik bezig aan eèn kussensloop. Ik kan zelfs brieven schrijven, al gaat dat niet gemakke lijk en ik heb hier aan huis een klas je arme kinderen, die ik leer, zoals vroeger. En wil je wel geloven, dat zij tienmaal gehoorzamer en opletten der zijn dan toen ik gezond was?” lachte zij. „Dat zal wel komen, om dat ze mij zo hulpeloos zien liggefc” „Ik denk het ook”, glimlachte Lucy, ontroerd. „Hoe is die ziekte gekomen? Plotseling?” I „O neen. Door niets bizonders. Zé moet al jaren in aantocht zijn ge weest, maar wij- vermoedden er niéts van. Nu achteraf kan ik wel verkla ren, waarom ik het liefst rustig blqef zitten, zodat men mij lui noemde. Maar nu genoeg over mijzelf, hoor. Beklaag me alsjeblieft niet. Laten we eens over lady Andinnian praten. Ik zie, dat je gelukkig bent.” Lucy bloosde als - een roos. Zij ver telde van haar huwelijk; van haar verblijf in het buitenland en beloof de sir Karl spoedig eens mee te bren gen. En toen plotseling kwam St. Jero me ter sprake, ’t Was Lucy, die er over begon, want de ander deed het, kiesheidshalve, niet, wetend, dat juf frouw Blake een verwante was en op Foxwood Court verbleef. „Het heeft papa zo gegriefd, Lucy. Waar is het voor nodig? En ja, papa ergert, zich aan de manier, waarop de zaak behandeld wordt. Hij noemt het ook een rooms gedoe. En ’t lijkt er veel op, naar wat ik gehoord heb. lig- „Ben je er vandaag geweest?” „Ja, vanmiddag.” „Vind jé het niet vreemd, dat zo’n jonge vrouw daar alleen woont?” „Dat moet zij toch zelf - weten? Er wordt beweerd, dat haar man in het Het valt op, hoezeer de Hervorm de schrijver de status quo van zijn kerk aanvaardt en verdedigt. Hij is, tenminste volgens uiterlijke maat staven, aggressiever jegens de Ge- ref. Kerken dan zijn collega jegens de Herv. Kerk. De laatste is ten op zichte van de eigen kerk critischer en ontevredener; en opener voor de andere kerk. Vijf en twintig jaar geleden lag dat precies omgekeerd. De Gerefor meerden hebben namelijk de tol voor hun zelfgenoegzaamheid be taald. Wisselen wé nu alleen maar van rol? Ik zou dat niet, vragen, als ds Krop hier niet een vertegenwoor diger was van de onder ons dominee rende mentaliteit. Daarentegen betoogt Delleman over de christelijke organisaties: „In het algemeen kan als regèl gelden: zolang mogelijk samenwerkën met niet-christenen en alleen dan als de nood ons opgelegd is, als het om de zaak en naam des Heren nodig is, apart gaan”. Dat is een echt Her vormd standpunt! Representeert de schrijver hier het algemeen gevoe len zijner kerk? In zijn overzicht betreffende het resultaat van de voorbije jaren voor het Nederlands Baptism e wijdt ds 3. Broertjes van Arnhem in „De Chris ten” aandacht aan de opleiding van predikanten. Deze heeft men niet ge heel in eigen hand hulp van ande* ren is nodig en dat behoorde vol gens Broertjes niet zo te wezen. Hij brengt in herinnering: Toen de Zweedse Baptisten met een kleine 5000 leden in 1861 tot Stichting van een eigen seminarium besloten, zagen zij het belang van deze dingen en de zegen van deze visie was overrompelend groot. De Scandinavische broeders getuigden eenparig, welk, een bron van zegen God van hun eigen seminarium ge maakt heeft. De ervaring spreekt hier duidelijke taal! Ze bevestigt, wat we eigenlijk bij ons .zelf ook wel kunnen zien. Ik schrijf deze dingen niet, Om dat het zo „aardig" zou zijn zelf ook met een seminarium te kunnen „pronken”, noch omdat we zouden wensen dat de nieuwe studiecom missie voör een eigen seminarium toch vooral slaagt in het zoeken van mogelijkheden. Maar omdat het op- leidingsprobleem één van de meest centrale problemen’ van onze ge meenschap is; omdat we een eigen opleiding- niet irleer künnéh missen. God zal deze Nederlandse Baptis ten opleiding in Zijn genade gebrui ken om ons allen beter tot ons werk te-bekwamen'dóór dit éigêrt cen- bezirrmng -m studie. Ook de kerkelijke pers wijdt in deze dagen herinneringsartikelen aan de bevrijding van 1945 en de daarop ge volgde periode van tien jaar. In Woord en Dienst” troffen wij een ar tikel aan van ds D. van der Plas te Utrecht, voorheen predikant der Ge- ref. Kerk in Hersteld Verband, welke groepering ongeveer tien jaar geleden in de Hervormde Kerk werd opgeno- men. Dit was één van de belangrijkste feiten in deze kerk na 1945. Ds Van der Plas maakt er met dankbaarheid melding van, want de H. V.-ers voelen zich thuis in die kerk, ofschoon zij wel enkele bezwaren hebben. Ds Van der Plas noemt ze hier: Waarschijnlijk zullen de H.V.-ers de laatsten zijn om mee te doen met een volkskerk-pathos. In deze din gen zullen we wel H. V.-ers blijven, in de hoop dat we de Hervormde Kerk daarmee van dienst zijn. Misschien mogen we op deze ma nier een paar kanttekeningen ma ken; misschien mag ik, bijvoorbeeld, beweren, dat wij als Hervormde Kerk wel eens wat teveel over ons zelf praten, en dat wel eens te zelf bewust doen. „De kerk spreekt. goed, maar is alles wat onze kerk gesproken heeft werkelijk wel het spreken van Christus’ kerk geweest? Of: „De kerk luistert naar uw vra gen” (IKOR-programma); maar ver staan wij het vragen van velen wel, en zijn wij werkelijk zo geheel in staat hét antwoord te geven? Het is de tragiek in de kerkge schiedenis dat velen ongeweten hun eigen kerk-zijn liefhebben boven Christus. Daarin raakt de oecumene op dood spoor. Dit gevaar bestaat niet alleen voor de „vrije kerken”. Hd yesj-actA. Prof, dr I. A. Diepenhorst geeft in „Centraal Weekblad” rekenschap van de tien jaren voor de Geref. Kerken. Hij meent dat de herinnering in de eerste plaats de gevoelens van droef heid opwekt. Want bij het aanbreken van de bevrijdingsdag stonden de Ge ref. Kerken in het teken van scheu ring. De hoogleraar zegt dan: Het is waar, toen eenmaal duide lijk bleek dat een bepaalde groep wilde- breken, en het aandorst kort na dagen, waarin Nederlands natio naal bestaan dreigde te worden af gesneden ja ’t lot van totale depor tatie ternauwernood ontlopen werd, om het eigen gelijk te handhaven, konden onze synoden niet anders handelen dan zij deden. De vraag,'klemt echter, of men voor de toekomst de toestand mees ter is. Indian, stel over een kwart eeuw, opnieuw persoonlijke tegen stellingen' tussen Kampen en Am sterdam zich voordoen, indien, stel over vijftien jaar, twee kerkelijke voorlichtingsorganen slaags raken, kende houding: hij er uit of ik er uit door verscheidenen wordt aan genomen zijn er dan, bij het rijzen van dergelijke moeilijkheden, waar borgen in onze kerkinrichting, in ons kerkelijk leven, dat niet nog maals en zo afdoende wordt stukge slagen, wat een sierlijke eenheid vertonen moest? Op hetzelfde stramien borduurt dr H. Berkhof, als hij in het weekblad „In de Waagschaal” het boekje „Her- nieuwsgierigheid was zij er in ge wandeld. Zij vertelde niet, dat zij een jonge mevrouw had gezien; wel, dat zij de dienstbode had ontmoet, die haar weer wegwijs had geholpen; opk, dat zij een glimp van het huis' had ge zien en ook een gebrekkige oude tuin man. Tijdens haar verhaal keek zij Karl scherp aan en zag, hoe hij bloedrood, daarna weer bleek werd. Hij gaf geen ongevallen is een strijd die steeds feller gestreden moet worden, door de toene mende mechanisatie en industrialisatie. Natuurlijk kunnen niét in ieder bedrijf dezelfde maatregelen genomen worden, deze hangen af van de aard der werk zaamheden. In een boekje beantwoordt mr Lateiner zoveel mogelijk alle'vragen die voorkomen in allerlei situaties. Op een persbijeenkomst verklaarde de heer H. M. J. v. d. Wal, hoofd van de veiligheidsdienst van de Kon. Ned. Hoog ovens en Staalfabrieken, dat de cursus logisch, vanzelfsprekend en nuchter was. Het aantal ongevallen bij een afdeling van de Hoogovens waar het programma van mr Lateiner ten uitvoer wordt ge bracht, is inderdaad in dalende lijn. Maar zulke perioden kwamen wel meer voor, en er zullen nog enkele maanden moe ten verlopen, tot men met zekerheid kan verklaren, dat deze vermindering inder daad een gevolg is van de nieuwe me- thpde. f f Niet alleen in Nederland, maar ook in vele andere Europese landen houdt mt Lateiner zijn voordrachten. Door het on derling uitwisselen van ervaringen in de verschillende landen, hoopt men te ko men tot een drastische verlaging van het aantal bedrijfsongelukken. GOES, 23 April. Doordat L. An derson uit Goes Vrijdagavond zijn par ty ‘in de herkamp tegen J. Blom uit ’s-Gravenpolder verloor, is zyn clubge noot J. Sinke damkampioen van Zee land geworden. De eindstand luidt: I. J. Sinke 5 p.; 2. L. Anderson 4 p. en 3. J. Blom 3 p. HORIZONTAAL: 2. vermogen, 8 Am- v-, atns Peil> 10 vuurijzer, 11 plat ovalen 13 voorzetsel, 14 met rouw, 15 neus- 17 uitroeP van afkeer, 18 lok- k.ddel‘ 19 alledaags, 20 kledingstuk, 21 24 22 2angn°ot, .23 grondtoon, tatio hout, 26 Eng. inhoudsmaat, 28 29 teken. zuiwFISAAL: 1 kno1, 3 voorzetsel, 4 Persoónr°7UhtL5 hoogste Punt- 6 klein L ^n’. 7 helder onderscheidend, 9 wil- re-’t i7lnSe,C^’ 14 tweetal, 16 verbrande vrucht 9Vfelwillende lezers, 19 kleur, 20 tine mSect’ 24 schrede, 25 wate- ng, 26 insect, 27 Chin. maat. 1° O1^?NTA^L: 1 PaPaver, 8 kraan, verbann» 13 ter’ 13 non> VI mi, 18 52 te 27°’ 20 °T” 21 als’ 22 oer> 24 1L VEPTTn°.PIUm’ 30 aasgier. i va 6 ent^v 2 ak’ 3 pro’ 4 aanvallig, 14 emeit ik n onv°01- 9 prinses, 11 boete, P-S., 29 ’.ne, 19 M’ 23 Roa’ 25 lui’ 28 „Zo, Lucy, dus -je hebt Margaret ijjoe 0U(j -g - eigenlijk?” Hij leidde met opzet het gesprek over de Doolhof af, bemerkte The- rese. Welke redenen had hij daar voor? Zij nam zich voor, oplettend te blij ven. Want het was een vreemde be doening. Een vermoeden ging bij haar 'k. --- -- Tot een biechtstoel toe! Juffrouw antwoord, maar wendde zich om naar Lucy, beschaamd, antwoordde niet, Blake had dit niet op touw moeten Hewitt, die bediende en die met een stuur.” „Het excuus, dat zij er voor opgeeft is, dat er gebrek is aan een dagelijkse godsdienstoefening”, merkte Lucy op. „In een stad is dat misschien moge lijk”, zeide Margaret, „maar niet op. I het platteland. Een jaar geleden is vader er mee begonnen,' maar er kwa- I men tenslotte geen mensen”. „Ik denk niet, dat deze onderne ming van- Therese lang stand zal hou den”, troostte Lucy. Zij stond op en vertrok met de stel lige belofte, in elk geval eenmaal ih de week op bezoek te komen, als zij tenminste op Foxwood vertoefde. dérwerp te laten rusten. Aan het avondmaal vertelde Lücy van haar bezoek aan Margaret Sum nor en verzocht Karl eens met haar mee te gaan, als hij uit Londen terug was. Daarheen zou hij de volgende dag vertrekken. Therese, van het plan onbekend, hoorde er van op en vroeg,, heengegaan”, of hij lang weg bleef. „Misschien een dag of drie. Ik heb er. heel wat te. beredderen.” „Ik zou'bést' mee' willen,” zei Lucy. „Zonder jou zal ik het hier zo een zaam hebben.” „Een volgende maal, 'kind. Jé bént pas van de reis terug en hebt nog wat rust nodig.” Therese volvoerde het voornemen, dat bij haar, vaststond: op ongezochte, luchtige wijze vertelde zij, die morgen in het Doolhof te zijn gegaan, waar zij lelijk aan het dwalen was geraakt. Juffrouw antwoord, maar wendde zich om naar zetten. Het hele dorp is er van over- half verschrikt gelaat haar staarde. „Hewitt”, riep hij driftig, „dit is niet dezelfde Rijnwijn, die we gister I. hadden.” „Jawel, sir Karl. Tenminste ik geloof het wel.” Hewitt nam de fles mee naar hét buffet, om ze te onderzoeken. There se vond, dat hij er even verlegen uit zag als zijn heer. „Hij knoeit met de wijn”, dacht zij. Hewitt kwam terug en vulde de glazen. Karl begon met hem te pra ten over de wijn in de kelder, maar Therese was niet van plan, het on- j L r p/j

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1955 | | pagina 5