daarom ZEPEN school Denderleeuw! een in Prachtbijts^^r Bijtsen DE HEER VAN GREYLANDS =4 Wat deed de Home Secretary in de gevaarlijke zóne? i Het leven Engels verhaal Sir Winston Churchill (4) Duitse troepen oefenden weer Vóór de eerste wereldoorlog zorgde Churchill voor een machtige vloot* Vrije bewerking van een van Mrs Henry Wood. nd. Parfumerie VAN BIEMEN KLOKSTRAAT 4 - GOES in FEUILLETON sa» Mg Vernieuwer van de vloot. 5 ÏS RESA-HILVERSUM Groeiende kerk. Ér liggen voor het Protestantisme kansen in Vlaanderen... en men zal zich daarbij voor al tot de jeugd moeten richten. De dominee van Denderleeuw. De nieuwsgierige minister Met de koftergramofoon.... •w® ZEEUWSCH DAGBLAD Ingezonden Mededeling (Adv.) van van 50 95 75 IJne 90 25 75 95 95 Ingezonden Mededeling (Adv lad en matrozen, die hier Yardley Dana Bourjois Maja Vinolia ikt 9e 24 32 i eur Ds H. J. HEGGER ..Priester ging aan de V.U. studeren.. (Giften op gironummer 2939 ten name van de Rotterdamse Bank te Oss, met toevoeging letters S.S.S.). Intussen werd het Duitse ge vaar steeds dreigender. De man van de straat had daar zo geen erg in, maar de ingewijden zo veel te meer. Uit Berlijn was het bericht gekomen, dat er een vloot moest komen, die voor geen an dere ter wereld zou onderdoen. J. BHUirLrLillA.I ..evangelist en voorzitter. :vrlj »te 50 eit- uw dig. >0 UTRECHT, 26 November Bij de restauratie van de Geertekerk te Utrecht is gisteren een ongeval met bestuur De een ons verlof om tijdens het meditatie-uur in het klooster, te mogen lezen in het Boek der Boeken. Hierbij kon hij zijn aandacht beter bepalen, dan bij de gebruikelijke voorlezing uit vrome boeken van R. K. schrijvers. De Heilige Schrift ging voor hem leven. Elk van de woorden hierin was waar; dit was het Woord Gods, dit was een spreken tot hem persoonlijk Soms mediteerde hij over één enkele tekst. Zo kreeg hij meer voedsel voor .zijn twijfel aan bepaalde leerstellingen van de R. K. kerk; de beeldenverering, de Maria-devotie, en de transsubstanti atie. Maar met zijn twijfel nam ook zijn innerlijke onrust toe. Want hem was van kindsbeen af ingeprent: één seconde van twijfel betekende doodzonde! En dat be tekende weer; de hel met al zijn ver schrikkingen. Ingezonden Mededeling (adv.) STA ATS EX AMEN (HBS Gymnasium) De kortste en voordeligste opleiding: (Bekende Schriftelijke Cursus) antwoord. Ten slotte werd be sloten het huis te bestormen en aan het verzet een einde te ma ken. Maar vóór men daartoe kon overgaan sloegen de vlammen uit de belegerde vesting. Toen kwam bovendien de brandweer in actie, die zich in het branden de pand wilde begeven om bij de vuurhaard te komen. Er ont stond een zeer geanimeerde de bat tussen politie- en brandweer- leiding en noch de een noch de ander wilde toegeven. Toen hakte Churchill (die zich over zijn aanwezigheid aan deze plaats toch niet helemaal op z’n gemak voelde) de knoop door: om ongelukken te voorkomen moest het huis aan ’t vuur wor den prijsgegeven. Er bleef slechts een puinhoop over. Daarin werden twee ver koolde lijken gevonden, die wer den geïdentificeerd als de stoffe lijke resten van Piet de Schilder en nog een lid van een anarchis- tènbende. De Londense kranten stonden vol over het drama in de Sid- neystraat. En de grootste sensatie was dat minister Churchill het „beleg” had meegemaakt. Velen achtten dit beneden de waardig heid van een lid van Zijner Ma- jesteits regering. De conservatieve leider Arthur Balfour bracht deze zaak zelfs in het Lagerhuis ter sprake. Op z’n bekende droge wijze zei hij: „Met bezorgdheid hebben wij kennis genomen, van fotografieën in de geïllustreerde bladen waarop de Home Secretary in de gevaar lijke zóne is te zien. Ik begrijp wat de fotograaf daar deed, maar wat de Home Secretary daar deed begrijp ik niet.” Dat was duidelijke taal, voor geen tweeërlei uitleg vatvaar. De Engelse vloot moest gereor ganiseerd en uitgebreid worden en wel zo spoedig mogelijk. Als de Duitser zich sterk genoeg voelde zou bij ’t geringste con flict het noodweer boven Europa losbarsten. In October 1911 werd Winston Churchill benoemd tot minister van Marine. Hij kreeg nadrukke lijk de taak (maar natuurlijk werd dit niet aan de grote klok gehangen): de vloot in een staat van onmiddellijke en voortdu rende oorlogsgereedheid te bren gen in geval Engeland zou wor den aangevallen door Duitsland. Churchill wist: ’t is kort dag. En hij werkte voor tien. Ver schillende oude schepen werden naar de afbraakwerven verwe zen. Enkele oude admiraals werden door jongere vervangen. Er werd een oorlogsstaf voor de vloot ingesteld. Waar mogelijk moest als drijfkracht olie in plaats van stoom worden ge bruikt. Het luchtwapen werd ook voor de vloot ingeschakeld. De opleiding tot officier moest open staan voor alle jongelingen met aanleg en karakter. Inderdaad, een Protestantse school hier, in dit centrum van Vlaanderen, betekent een belangrijk stuk evangelisatiewerk, zendingswerk zo men wil. Want nog heersen er in dit gebied vreemde op vattingen over de Protestanten en hun leer, en nog heerst er de angst dat het zonder de kerk van Rome niet mag en niet kan.Mag Nederland nu, in deze periode, de Vlaamse broeders in de steek laten? Moet het maar wachten tot Vlaan deren geheel in de greep komt van gees telijke onverschilligheid en atheïsme? Eens was dit Vlaanderen een centrum van strijdbaar Protestantisme. Dat kan het weer worden. Als Protestants Ne derland geestelijk en materieel de Vlaam se broeders wil helpen; als Nederland wil meehelpen aan de bouw van de school in Denderleeuw, waarvoor nu nog een bedrag van 50 duizend gulden nodig is. Het gaat niet alleen maar om een instelling van onderwijs, maar ook om de zaak van het Protestantisme in Vlaan deren dat in de opvoeding van de jeugd een belangrijk aangrijpingspunt heeft. Daaromer móét een school komen in Denderleeuw! In die jaren heeft Churchill dag en nacht gewerkt. Maar in 1914 had hij dan ook de gerust- stellende voldoening: De vloot is Ds Hegger, geboren in 1916 in het Limburgse plaatsje Lomm werd, als zoon uit een groot R.K. gezin, opgeleid tot priester-kioosterling bij de paters Re demptoristen. Op 8 Augustus 1940 werd hij tot priester gewijd, wat in zijn ge boortedorp met uitgebreide feestelijk- neden werd gevierd, want sinds mensen- neugenis was Herman Hegger de eerste priester die in dit dorp geboren was. Hij deed het gewone werk der Redemptoris ten, dat is de buitengewone zielszorg in verschillende parochies en tehuizen, voornamelijk op zogenaamde missies, dat wil zeggen speciale acties tot intensive ring van het kerkelijk leven in de pa rochies. In 1947 werd hij door Rome be noemd tot docent in de wijsbegeerte aan het groot-seminarium in Tietê in Bra zilië. Intussen had patejr Hegger grote moei lijkheden te doorworstelen. Bepaalde punten van de R.K. leer kon hij niet aanvaarden, vooral de heiligen- en beel denverering. Nu stelt de R.K. kerk de heiligenver ering niet verplicht; deze wordt wel als goed en nuttig aanbevolen. Maar voor één heilige maakt zij een uitzondering, namelijk voor Maria. Wie niet tot haar zijn toevlucht neemt, loopt groot gevaar voor eeuwig verloren te gaan. Een kind van Maria gaat nooit verloren, dat is de leuze die de Rooms Katholiek wordt ingehamerd. Ook pater Hegger poogde in Maria iets goddelijks te zien, maar kon dit innerlijk toch niet religieus zo beleven als de kerk het voorschreef. Want tenslotte was zij uitsluitend mens; en als zodanig kon zij nooit de plaats in z(jn hart innemen als Jezus of God. Ook andere priesters zaten met deze kwestie; maar vragen of gesprekken hierover werden niet openlijk behandeld, want twijfel aan dit geloofsstuk was zware zonde. Omstreeks 1940 vroeg pater Hegger meente. Want vier jaar geleden was dit De innerlijke strijd die pater Hegger in de jaren vóór zijn overgang naar het protestantisme meemaakte, is enigszins te vergelijken met de wor steling die ook Luther moest doorma ken. Want ook pater Hegger beleef de zijn gewetensconflict geheel binnen de omsluiting der R.K. kerk, dus zon der hulp, aandrang of voorlichting van buitenaf. Het was een worsteling, die in vele benauwende uren, alleen werd uitgestreden. Pater Hegger heeft zich tenslotte de finitief van de R.K. kerk losgemaakt en heeft bewust de keuze gedaan voor het Protestantisme. Na zijn studie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, is hij benoemd tot predikant van de Geref. kerk in Denderleeuw, welke in 1953 als een zelfstandige kerk is geïnstitueerd, Het is een kerk die gesteund wordt door gelovige Protestanten van verschillende schakeringen. Slechts 63 leden telt deze gemeente, maar het is een groeiende ge tal 29. Het is dus wel een heel klein epje, dat hier ijvert voor de zaak het Protestantisme, ’s Zomers trek- Ds Hegger, de evangelist Bruggeman enkele gemeenteleden de straat op r straatprediking. Er komen geen isen bij dit getuigende groepje staan, n dat niet. Maar de geluidsinstallatie terk genoeg om de Vlamingen ook in i huizen te bereiken. Want achter de len en aan de deuren wordt wel de- BONN, 26 November’ De Duitsers hebben niet op de formatie van hun twaalf divisies behoeven te wachten om weer het schouwspel van ma noeuvres va: i Duitse troepen te genie ten. De „Bundesgrenzschutz”, het tien duizend man omvattend corps der ge kazerneerde politie, hield dezer dagen zijn grote naj aarsmanoeuvres in Do nauwoerth in Beieren. De oefening werd volkomen in mi- t X Tinston Ghurchill begon steeds meer de aandacht te \/V trekken. Niet alleen in Engeland, maar ook ver over de grenzen. Meer dan eens werd de verwachting uit gesproken, dat de man, die reeds op 34-jarige leeftijd werd benoemd tot kabinetsminister, 't wel heel ver zou brengen. Deze voorspelling is uitgekomen. Maar wel niemand zal vermoed hebben, dat Churchill nog eens een grote en beslissende rol in de wereldgeschiedenis zou spelen. Uit z’n bekende boek „Grote tijdgenoten” blijkt wel, dat de tegenwoordige Engelse Minister in zijn lange carrière de meest bekende grote mannen in binnen- en buitenland van zeer nabij heeft gekend. En zijn bekwame pen stelde hem in staat van deze grote tijdgenoten een even scherpe als boeiende karakter- en levensschets te geven. Op meer dan één foto, waarmee dit boek werd geïllustreerd, ziet men de besproken figuur in ge zelschap van de schrijver afgebeeld. 70 „Walter”, zeide zij vriendelijk, „je moet je vergissen in de heer Castle- maine. Die geeft zich niet af met der gelijke bedriegerijen en zijn zoon even min”. „De hele zaak gaat hem aan en geen mens anders. De overste bestuurt ze alleen maar”, hield hij hardnekkig vol. „Hij stond er wel eens bij te kijken”. „Je moet je zeker vergist hebben. Heb je hem er vannacht ook bij ge zien?” „Nee, juffer”. „Nu, op een andere nacht evenmin. Ik geloof er niets van.” „Hij kan er daarom vannacht toch wêï bij geweest zijn, al heb ik hem niet gezien”. „Hoe zou je uit het gewelf gekomen zijn, als dit ongeluk niet gebeurd was? vroeg zij nieuwsgierig. Ik had de deur aan de zeekant ge slofte en wilde door de gang naar de hut gaan”, kermde hij, daar de pijn m zijn heup steeds erger werd. „Nog één vraag, Walter, dan zal ik je niet meer lastig vallen”, fluisterde Mary Ursule. Haar stem trilde. „Laat je gedachten eens teruggaan tot die nacht, verleden winter in Februari, toen men zeide, dat de jonge mijnheer Anthony in de Monnikstoren verdwe- ne„Dat weet ik”, viel hij haar in de re„Werd er die nacht ook een lading binnengebracht?” Neen dat geloof ik met. Ik was toen ziek, maar ik geloof niet, dat va der die nacht er op uitgegaan is. Heb ie van je vader of van de over ste of van de matrozen, die de lading brengen, ooit iets gehoord over die verdwijning?” „Neen, nooit. Geen woord. „Wat zijn dat voor matrozen, die hie aankomen?” In naam is de bevolking hier voor ne gentig procent Katholiek, maar in le ven en belijden is ze grotendeels on verschillig; de R.K. kerk heeft dan ook lang niet zo’n greep meer op de bevolking, als vroeger” v e kerk van Rome heeft ook 1 middelen om de uitbreiding van het Protestantisme tegen te gaan, in de geraffineerde manier waarop zij het geweten van haai gelovigen en haar priesters met cen tenaarslasten weet te bezwaren. Dit vernamen wij in een gesprek met Ds H. J. Hegger, de predikant van Denderleeuw. Vlaanderen is rjjp om het zuivere vangeiie te ontvangen; een groot deel m de bevolking staat onverschillig te genover de kerk waarin ztf gedoopt is, maar die zy beschouwt als een instituut dat voor elke kerkelijke handeling geld vraagt. Er zijn dus mogelijkheden in het „zendingsgebied” Vlaanderen, maar die kansen moeten vooral aangegrepen worden in de opvoeding van de jeugd. Het is, zoals Ds Hegger opmerkte: „Het Protestantisme kan zich met uitbreiden en niet geconsolideerd worden zonder een Protestantse school”. vergeeft God, want Hij is goeder- tieren.n „Ik geloof, dat ik sterf”, mompelde hij. Ik kan die pijn niet uithouden”. Zij wiste de zweetdruppels van zijn gelaat en gaf hem wat te drinken. Als dokter Parker maar kwam”, zei hij, rusteloos woelend op de sofa. „Weet u zeker, dat zij hem zijn gaan halen?” Het antwoord kwam onmiddellijk, want de dokter kwam binnen, gevolgd door zuster Anna en.... John Bent. Mary Ursule was daarover zeer onte vreden: zij had gehoopt deze verdrie tige zaak nog enkele uren lang ge heim te kunnen houden, maar dat was nu wel verkeken: John Bent zou wel aan het praten slaan! Zij wierp dan ook een verwijtende blik op de zuster, die de blik begreep. ,,’t Is mijn schuld niet, juffrouw”, fluisterde zij. „Bent is met ons mee gelopen zonder permissie te vragen”. „Sakkerloot, Walter Dance, dat ziet er hier erg uit”, zei dokter Parker, die onmiddellijk op de sofa toeliep. „Je hebt je haast doodgeschoten, zei zus ter Anna. „Hoe is dat nu in zijn werk gegaan?” ,,’t Pistool ging bij ongeluk af kermde Walter. „Ik geloof, dat ik dood ga”. „Nou, nou, zo gauw niet”, antwoord de de dokter op luchtige toon. „We zullen eens zien”. Hij trok zijn jas uit en sloeg zijn hemdsmouwen op, Mary Ursule ver zoekend heen te gaan, terwijl zuster Anna hem helpen zou. Die kende het klappen van de zweep en scheen geen zenuwen te hebben, evenmin als hij. Mary Ursule was dankbaar, dat zij heen kon gaan. Het gebeurde en het gehoorde van die nacht hadden haar diep geschokt. Tot John Bent, die naar de keuken was gegaan, sprak zij geen woord. Het is spoedig verhaald, hoe de De Duitse keizer Wilhelm II toonde meer dan eens grote be wondering voor de geniale En gelsman. „Ik was zo fortuinlijk zo vertelt Churchill in zijn genoemd werk tot de gasten van de keizer te behoren bij de ma noeuvres van het Duitse leger in 1906 en 1908. Hij stond toen op het hoogtepunt van zijn glorie. Zoals hij zat op zijn paard, ter wijl zijn legerscharen voor hem defileerden in, naar het leek, eindeloze rijen, vertegenwoordig de hij alles, wat de wereld in stoffelijk opzicht kan bieden.” Deze imponerende grootheid verblindde Churchill echter niet. Zie hier hoe hij het portret van de opperste krijgsheer tekende: „Wilhelm wist hoe hij moest gebaren, spreken en zich een houding geven overeenkomstig keizerlijke stijl. Hij kon met de voet stampen en van zijn ont stemming blijk geven, of knikken en glimlachen op de meest thea trale wijze; maar achter dit alles verborg zich de werkelijkheid een gewone, ijdele, doch over het geheel goedwillende man, die hoopte eens als een tweede Fre- derik de Grote te zullen worden beschouwd. Hij blonk niet uit in verstandelijke of geestelijke grootheid. Zijn onderdanen be zaten in hem geen vorst, die uit muntte door voorzichtig staats manschap, berekening of diep gaand inzichtNiet zonder schok bemerkt men, dat op het woord of een gebaar van zo’n geestelijk beperkt wezen dertig laar lang, onmiddellijk en in volle gehoorzaamheid, de krach ten klaar stonden, die, wanneer daarop losgelaten, de wereld konden verwoesten. Het was niet zijn fout; het was zijn noodlot. Dit noodlottige ogenblik zou spoedig aanbreken. Gelukkig, dat Winston Churchill dit tijdig in zag. Na enige jaren verhuisde Churchill van het departement van Handel naar dat van Bin nenlandse Zaken. In de morgen van 3 Januari 1911 werd hem telefonisch mee gedeeld, dat twee bandieten, die kort te voren een aantal politie agenten hadden vermoord, zich ophielden in een huis aan de Sidneystraat, gelegen in het be ruchte East End, de Londense ar menwijk. Deze moordenaars wa ren voorzien van geweren en zelfs van bommen. Toen de politie hem sommeer de zich over te geven, begonnen de twee mannen te schieten. De politie stond machteloos. Aan de Home Secretary (zoals Churchills officiële titel toen was) werd om militaire hulp gevraagd, die di rect werd toegezegd. Later erkende de minister dat hij, door „levendige nieuwsgie righeid” gedreven, besloot per soonlijk naar de Sidneystraat te gaan, om zich met de gang van zaken op de hoogte te stellen. En zo zagen de verbaasde Londe- naars op die wintermorgen een met hoge hoed getooide minister, vergezeld van een aantal politie agenten en militairen, zich in stormpas naar het gevaarlijke huis spoeden. Daar aangekomen leek ’t wel of zij zich midden in een veld slag bevonden. De politie had het huis omsingeld en beschoot het van verschillende zijden, maar haar vuur werd even heftig be- Bruggemans nieuwsgierigheid was bij zonder door deze affiche geprikkeld. Want hij zou wel eens een kijkje willen nemen in die winkelruimte daarachter, waar de Protestanten hun samenkomsten hielden. Maar als Katholiek opgevoed jongeman had hij ook gehoord van de grote gevaren, die de aanraking met Pro testanten met zich bracht. Immers, Pro testanten, zo was hem voorgesteld, waren duivelen in mensengedaanten. Want elke Protestant had zijn ziel aan de duivel verkochtl Nog een paar maal kwam Bruggeman met zijn wagen voorbij de winkel met de affiche. En elke keer werd hij ge drongen daar naar binnen te gaan, louter uit nieuwsgierigheid. De stap waagde hij echter pas na drie keer.... Hij kwam er juist binnen tijdens een avondsamen- komst. Hij hoorde er zingen, bidden, zag er een grote Bijbel, het hoek dat je niet lezen mocht en bleef luisteren naar de toespraak van de dominee. Tot het einde toe bleef Bruggeman de samenkomst mee maken, ondertussen ten prooi aan een folterende onrust. Want de forse boeren zoon had zich voorgenomen, zodra men hem zou dwingen zijn ziel aan de duivel te verkopen, de eerste de beste stoel in zijn sterke knuisten te nemen en daar mee de boel kort en klein te slaan. Tot deze uitbarsting is het niet ge komen. De jonge boerenzoon ervoer, dat de Protestanten en hun leer helemaal niet duivels waren. Hij bleef sindsdien de samenkomsten geregeld bezoeken en Mj, die de Bijbel steenes kende zoals een kind sprookjes en fabeltjes kent, leerde w de ware boodschap van het Evangelie kennen. De bekeerde boerenzoon werd een krachtig en strijdvaaruig Protestants ge tuige in zijn omgeving. Na de eerste we- relaoorlog zocht hij contact met de Siio- veremging, die uitgaat van de Ned. Herv. Kerk. Aanvankelijk wilde hy, om meer te getuigen, een jaar de cursussen volgen 'an de opieidingschool te Geraardsbergen. ar het werd niet één jaar, doch drie JHr, en God leidde zijn weg zó, dat hij evangelist werd, met als standplaats de «igische stad Aalst. Samen met zijn vrouw trok hij er op mt, huis aan huis colporterend met „De lijde Boodschap”, zingend op markten in kroegen, sprekend op straat en in e jeugdsamenkomsten. Het was een arde tijd voor het evangelisten-echtpaar vant vele deuren bleven gesloten, en de tgenwerking van kerkelijKe en stedelijke utoriteiten was fel en fnuikend, maar e evangelist zette door, niet ziende op e resulaten, maar vast gelovende in de asdom die God op zijn zaaiwerk zou ««ven, op Zijn tijd. „Het was heel, heel moeilijk werk”, egt de nu rustende evangelist. „Veel gen hebben we gehad van de bundel a de Heer. Met deze eenvoudige melodieuze liederen hebben we hier .eeas ve*en kunnen bereiken. We gingen estlJds dan ook met een koffergramo- °on rond, waarop we platen van Joh. e Heer lieten afdraaien op plaatsen waar volk was.... ’s de vijandschap tegenover g l Protestantisme niet meer zo fel in 8le, als in de jaren toen wij be- ,,.nnen- De laatste oorlog heeft veel (Van een speciale verslaggever). t t Te zitten tegenover de heer A/ J. Bruggeman uit Dender- V leeuw, de voorzitter van het - van de Protestantse school, heer Bruggeman, van huisuit Katholieke boerenzoon, vertelt interessante bijzonderheden uit tijd, toen hij in Aalst begon te iverken als evangelist van de Silo- vereniging« Het zijn bijzonderheden, die een schrijnend licht werpen op je positie der Protestanten, zoals d:e nog een dertig tot veertig jaar deden in België was. Vóór de eerste wereldoorlog was de jeer Bruggeman, die in 1889 in het dorp je Buggenhout was geboren, voerman van beroep, en zo kwam het dat hij wat meer van de wereld zag, dan de vele thuis blijvers in zijn geboortedorp. Eens werd hij in Brussel getroffen door een grote plaat voor een winkelruit, waarop enige Bijbelse figuren stonden afgebeeld, en waaronder met grote letters stond ver meld: Wij zijn Protestanten, en geloven d en Zijn Zoon 'is Chris.’s. send gevraagd, of hij wachtte op de zonsopgang, waarop Bent had gere pliceerd, dat hij op mijnheer North wachtte, die in de middag een heel eind was weggegaan, om te tekenen en die nog steeds niet teruggekeerd was. ,,’t Is te hopen, dat hij terugkeert en dat we niet weer ’n verdwijning be leven net als met Anthony Castlemai- ne”. Waarop de dokter had gezegd dat hij wel verdwaald zou wezen. „Ik hoop, dat u gelijk hebt”, zei Bent, om dan te vragen: „Wat is er aan de hand dokter, dat u nog zo laat gehaald wordt?” „Walter Dance heeft zich haast doodgeschoten”, antwoordde toen zus ter Anna, die beter had kunnen zwij gen. „Walter Dance zich haast doodge schoten?” herhaalde de waard, on willekeurig meelopend. „Hoe dat zo waar is het gebeurd hoe heeft hij dat gedaan?” „Ik weet er niets van. Hij heeft het ergens gedaan en is toen naar het klooster komen sukkelen. Zuster Ma ry Ursule was nog op die gaat vaak laat naar bed gelukkig maar, want nu kon hij dadelijk hulp krijgen". John Bent was eenvoudig meege lopen en nu was hij dan ook in het klooster, waar hij in de keuken met zuster Phoebe praatte, die hem ove rigens nog minder kon meedelen. Het duurde geruime tijd, eer dok ter Parker zich bij de directrice liet aandienen, om de uitslag van het on derzoek mee te delen. Zijn de wonden dodelijk? vroeg zij. „Geen sprake van! Bloed maakt al tijd aan het schrikken. Natuurlijk heeft hij erge pijn in de heup, maar overigens betekenen de wonden niet veel. Hij is nu zelf ook helemaal ge rust gesteld, nu ik hem verbonden heb”. „Was de kogel niet in de wond?” „Zeker niet. De heup is alleen wat A' heel pijnlijk voor iemand, die wat kleinzerig is, zoals hij. De gebroken arm is wat erger, het zal lang duren eer die genezen is”. ge grondwerker kreeg tijdens de werkzaamheden een balk op het hoofd. In de loop van de avond is hij in een ziekenhuis overleden. men. Toen de zuster en de dokter voorbij de herberg liepen, hoorden zij Bent roepen, die in de deur van zijn woning stond. De dokter had schert- n de geslotenheid is doorbroken. de radio heeft haar invloed doen .den; wist u bijvoorbeeld, dat hier Vlaanderen veel wordt g-— ’iaar de radiopreken uit Nederland?! moesten in actie treden tegen driedui zend man sterke „rode” aanvallers, die een bruggenhoofd over de Donau hadden gevestigd. geloof ik. Is het een erge zonde, aar k er aan meegeholpen heb, al moest ïk van vader? Zou God me willen ver- hebt, ja, dan pagina 9 M?dag 27 November 1954

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 9