TE VOET KWAM KONINGIN WILHELMINA Vlak de grenspaal bij Eede stapte voor sim bij onze was weer ons Wat deed UW RODE KRUIS oorlogstijd H in H I V Zij Uit „Oponthoud” bij Maldeghem van Afd. Zuid-Beveland-West werd met Kruis Verdienste onderscheiden ZEEUWSCfi DAGBLAD Donderdag 28 October 1954 paglaaj| bewaren blijde dag Ouden van dagen. T egengehouden. Oostburg. Vele hoge heren. Eede en Maldeghem herinneringen aan een De bevrijding. sters „koffie wilden komen schenken pe bevrij^ing kwam en daarmee hun kans. Weer werden overal de gewon den opgehaald en toen „sprong” men op het gasthuis dat met bezemen ge keerd werd en ingericht en aange vuld met materiaal dat het korps nog had. De uitdeling van reliefgoederen volgde, er werd een „schurftteam” in gesteld en een hulp-expeditie naar Schouwen-Duiveland uitgerust. 1 v a tfe I mevrouw De eerste woning die H. M. Koningin Wilheimina bij haar terugkeer in het vaderland betrad, was die van Notaris Mijs te Oostburg. MAJA. zou I mensen dat vervoer op die brancard... In September 1944 kreeg het Rode Kruis weer voor het eerst officieel verzoek van de Duitsers om in ’t zie kenhuis te Goes te „helpen....” Er kwam een verzoek of rode-kruis-help- Mei 1942: de vakschool wordt te huis voor ouden van dagen en het Ro de Kruis bijt de spits af. Wijlen de heer J. I. van Ballegoyen de Jong, de toenmalige voorzitter, werd door de Duitsers opgepakt en na hem zijn op volger dr Snoek. binnenuit. De Koningin opent het por tier en danen sterke jonge hand in de hand van de Koningin. „Meer niet”, zegt de heer R. lachend, „want toen grepen ze mij in de kraag”. „Meer niet”, het is echter veel, zo heel veel, want nog voor de grenzen presenteerde zich jong Nederland al aan zjjn Konin gin, die dit wel zo begrepen zal hebben. Wat heerlijk brandend jong enthou siasme was er toen. Denk echter niet, dat alleen bij de jongere generatie, die intens warme toon er was. Eindeljjk kwam de speciale auto, door generaal Eisenhower met het oog op de veiligheid beschikbaar gesteld. De vlag, onze echte Nederlandse vlag ver spert de weg. De auto stopt De jonge R. heeft geluk. Hij staat vlak naast het portier, waarachter hij H.M. vermoedt. Te zien valt er door het bijzonder soort veiligheidsglas niet veel. Als je nu de straat verspert en nog je Koningin niet ziet, dat is te bar. Daarom moet het portier open, wat echter van de buiten kant af niet gelukt. Er komt hulp van Dat kon natuurlijk niet, want een Rode Kruis-helpster is geen operatie- zuster. Toen werden de drie dames de zalen opgestuurd met morfine. „Ze moesten zelf maar zien wie van de ge- Het was een zwaar bakje. Mevrouw van Heel die ons dit vertelde, glim lacht bij de herinnering. Met nog twee helpsters ging zij erheen. Een Duits chirurg probeerde haar meteen te charteren voor deoperatiekamer! hij vertelde van de strijd in Zeeuwsch-Vlaanderen. In dat zelf de Eede kwam enkele maanden later te voet H. M. Koningin Wil helmina voor het eerst, na de bit tere oorlogsjaren, weer op ons eigen Rondom de grenspaal, niet anders dan brokken muur, geen enkel heel huis te zien. „Onze Koningin was erg eenvou dig gekleed zei de kloeke Eedenaar, die blijkbaar met alle aandacht naar zijn Koningin had gekeken. Wij be grijpen ook dat gebaar van Haar zo goed. Zij kwam immers in een ver nield „huis”, waar de mensen smar ten hadden geleden. Dan ga je niet in feestkledij, ook al ben je nog zo blij om het weerzien. Toch was dit niet het eerste contact, dat H.M. had met jong Nederland. Het begon al in Maldeghem op Belgisch grondgebied. Ik wilde wel, dat ge alle maal met mij in de gezellige huiskamer had gezeten van de familie Roozer, toen de heer Roozer vertelde hoe hij de Ko ningin zomaar op de weg heeft tegen gehouden. Het plezier over dat „ver schrikkelijke feit”, twinkelt nog in zijn ogen als hij het relaas geeft. De Koningin is toen gereden van Eede over Aardenburg naar het ver woeste Oostburg. Ten huize van nota ris Mijs zag ik de foto's in die dagen genomen. Wat moet er daar in het hart van de Koningin zijn omgegaan? „We hebben H. M. op de markt ont vangen”, vertelde mij notaris Mijs, terwijl ik, steeds kijkend naar de trieste foto's me afvraag, of er nog ruimte genoeg was te midden van al die puinhopen om ook maar iemand te kunnen ontvangen. Wat zal het voor de Oostburgers in hun desolate toe stand een troost zijn geweest hun Ko ningin bij hen te hebben. Hetgeen de notaris weergaf als zijn eigen ervaring, zal wel in menig hart zo zijn geweest. „Je was zo onder de indruk, dat de Koningin weer bij ons was, dat je niet anders meer verwer ken kon. Wij hadden een muziekorps „geleend”, dat het Wilhelmus heeft ge speeld, doch daarvan heb ik letterlijk SS Hg De Koningin zou door Maldeghem komen, waar ook hij geëvacueerd was. Dat moest over de hoofdweg zijn. Met een, nam hij het besluit om de konink- lijke-auto te doen stoppen. Hij wou en zou zijn Koningin zien. Gauw op zoek naar een Nederland se vlag. Die was blijkbaar mee ge ëvacueerd, want die kwam er ter stond. Een helper was ook fluks ge vonden en daar werd de „wacht” be trokken. Doch een weg afzetten gaat zo maar niet. De Engelse militaire po litie, aan wie de zorg voor de veilig heid van H. M. was opgedragen, sur veilleerde al te voren. De jonge R. werd gewaarschuwd. Het zou licht kunnen gebeuren, dat de M.P. ging schieten, want zij zouden een boos op zet kunnen veronderstellen. Laat me nu die jonge R. kalmpjes zeggen. „Dat kan me niets schelen, maar ik wil de Koningin zien.” Er werd al gauw gevraagd: „Wat staan jullie daar?” De Koningin komt hier langseen foto laat zien, dat je er over de hoofden had kunnen wandelen. Het werd een paar uur wachten, doch wie telt dat! De Koningin wilde zeer beslist niet, dat er enige drukte werd gemaakt en begon zelf proviand uit te pakken. Al weer dat moederlijk, zorgende gebaar. Dat sprak ook hier uit, dat zij de men sen wilde zien en spreken, die in de angstige dagen ‘in schuilkelders hadden gezeten. Gedurende de maaltijd vroeg de Koningin of er ook in Oostburg ge zinnen waren, waarvan de kinderen voor enige tijd naar Engeland waren gezonden, om daar te bekomen van al de doorgestane ellende. Als die ouders hier waren, dan wilde Zij hen graag Zelf vertellen, hoe goed die kinderen het daar hadden. Zij had hen bezocht, wist er dus alles van. Haastig werden de mensen opgespoord en voor het no tarishuis bijeengebracht. Hoe grote verkwikking zal het voor die ouders zijn geweest, op deze wijze iets van hun kinderen te horen. Toch had de Koningin nog de gees telijke rust voor een fijn gesprek met Haar gastvrouw. Heel veel is toen de Koningin voor ons geweest. Wij kunnen er alleen maar dankbaar voor zijn. Het was slechts een klein overstapje van de ene huiskamer naar de andere en zo zat ik niet lang daarna te praten met de heer C. Sturtewaegen, toen in 1944 en ook nu Wethouder van Aar denburg. Ook hij vertelde, hoe hij dat historische ogenblik had meegemaakt. Er waren vele hoge heren bij, de Commissaris van de Koningin, Quarles van Ufford, generaals en andere offi cieren, doch hij had alleen oog gehad voor de Vorstin. De heer S., als oudere had toen wel begrepen, dat men verder moest, al zou het dan moeilijk zijn om uit de desolate toestand, waarin men verkeerde, uit te komen. Toen hij ver telde, hoe het toen in en rondom Eede was, voelde je de benauwenis weer over je komen. Een groot deel van het land vlak bij onder water, geen enkel huis meer heel, werktuigen schaars„Maar toen de Koningin er eenmaal was, ging alles opeens an ders, we zeiden tegen elkaar, we moe ten gaan aanpakken. Dat deden we ook. Dat was half Maartin Mei kwam de oogst boven de grond alles zag groen!” Toen de Koningin er eenmaal was! Net alsof Moeder was thuisgekomen en meehielp alleen al door- haar aan wezigheid om orde op zaken te stellen. Bijna ieder, die ik sprak, had dat ge voel ondergaan, Moeder is weer thuis, bj «r. Eede, not a single house is left there”, zei een Canadees officier tegen mij in 1944, toen vertelde van de strijd HM grepen. In Juni stond het korps ge- reed bij Hoedekenskerke om de Bre dase vluchtelingen op te vangen en te verzorgen. Dan het jaar 1943, het jaar waarin de Duitsers het gasthuis in beslag na men en een noodziekenhuis in school B werd geïnstalleerd, waar vele help sters gewerkt hebben. Dan Dolle Dinsdag: met alle ver warring. Wat er ook gebeuren moest, steeds weer stond het Rode Kruis pa raat. Van alles pakte men aan. De mensen stonden aan de stations om vluchtelingen op te vangen en te ver zorgen. Het vervoer van zieken en gewon den ging toen uiterst gebrekkig. Wie herinnert zich niet de gammele rij- wielbrancard? Tot ver in Zuid-Beve- land werden operatiepatienten met deze brancard vervoerd. Nu lacht men er eens om, maar toén zeiden de zie ken: „Die operatie was niets, maar o, “„^7“ 7en"pT nodig"had”“zei de mnncnn dof voruAnr nn nm nrsnpfirn Maar keren we terug tot die eerste en een halve week hebben de gewonden in het hospitaal gelegen. Drie en een halve week, dag en nacht, zwaaiden hier de dames Van Heel en Nieuwenhuyse een (hele zwa- re) scepter. Gesteund door helpsters en helpers die in de eerste dagen zelfs granaatvuur trotseerden om gewonden te halen. Die, toen de capitulatie een feit werd, 1100 Franse soldaten ver zorgden die op het sportveld bijeen waren gedreven en dank zij wier zorg Franse officieren, in het Schuttershof door norse Duitsers bewaakt, zich konden verzorgen. Herinneren we ons ook de prachtige hulp van mej. W. C. Weststeyn, directrice van de vak school, die voor eten zorgde al die bange dagen, We doen slechts korte Nu zijn we tien jaren verder. De Koningin van toen, is nu „onze” Prinses Wilhelmina geworden. Wij gunnen Haar de rust na de zware taak, die zij zolang volbracht heeft en we zijn blij, dat Zij, naast al de zorgen, die men in ons land nog heeft, toch ook mag zien, dat Ne derland zich herstelt. Al zou alleen Eede dat bewijzen, waar eens geen enkel huis meer heel was, en nu een nieuw dorp is verrezen. We moesten in Aardenburg eens niets gehoord, enkel de Koningin ge gaan praten met de heer Cuelenaere, zien”. -ix -s_ t->„ Voor mevrouw en notaris Mijs, kwam als een verrassing het verzoek van de Commissaris der Koningin, of H. M. in hun huis zou mogen lunchen. Dat is een eer envoor een gast vrouw een zorg, vooral als je huis door bombardement en beschieting maar weinig gave hoekjes meer over heeft, waarbij dan nog komt het pro bleem om in die dagen van schaarste een tafel aan te richten voor de Ko ningin. Al die vraagstukken versmol ten echter als sneeuw voor de zon, toen de Koninklijke Gast kwam, hier mede weer een historische daad ver richtend, want het was het eerste huis in bevrijd Nederland dat Zij binnen trad. In de Meidagen van 1940 verzorgde het helpstersteam van het Roode j te Goes Nederlandse en Franse gewden in het militaire hospitaal x'i de R.H.B.S. te Goes. Geheel rechts zien we dokter J. Nieuwenhuysen uit Kruiningen. Bij de helpsters zien we: tweede van links mevr, van Heel-van Dissel en naast haar mej. P, Sikkens. Waar zouden al deze jonge kerels gebleven zijn? Duitser. En zo trokken zij door de vreselijk vervuilde en met stro be dekte zalen. Hun vingers jeukten om die Augiasstal op te ruimen. Voorts waren er de tientallen kin dertransporten en later ook is het Ro de Kruis actief geweest bij de uitzen dingen van jongens naar Indië. Van de ploeg, die in 1940 aan de slag ging het waren er 20 in to taal zijn nu nog vijf „oud-gedien- den” over. Het korps is echter steeds blijven groeien want naast die vijf trouwe medewerkers en werksters telt men thans nog 25 helpers en leerlin gen en 29 helpsters. De heer van Heel die in September 1943 secretaris werd is thans voorzitter en zijn echtgenote is gewestelijk ondercommandant. We deden slechts een greep, zo schre ven we hier boven. We herinneren ons echter ook nog het werk van het in formatiebureau na de bevrijding van het Zuiden en de bemoeienissen bij de verzending van Rode Kruispakketten. Doch met dit alles hebben we slechts een beeld willen geven van het prach tige Rode Kruis-werk, prachtig omdat het vrijwillig werk is. En mocht het Rode Kruis U ooit eens vragen om te „helpen helpen” blijf dan niet achter. Want thans heeft het korps zeker uw hulp zeker verdiend. A. K. -hier langs komen, M „Komt de Koningin hier terug?” Sg j, vragers ten aniwoor^ moet je bij wezen, zo dachten de M was. Nu woont hij op dezelfde CrPfin llinnrfAV rlnt- J7. -J (Van één onzer redacteuren.) ET WAS op die ochtend van de tiende Mei 1940. Een Duits vliegtuig was neergestort bij het Goese Sas en dr Huese, de piloot verbindend, maakte zich kwaad. Hij was erheen gegaan, na een telefoontje vanuit Wilhelminadorp en wij schooljongens, die met hem mee reden, waren heftig verontwaardigd als hij, toen de auto plotseling met een mitrailleursalvo werd ontvangen. De Duitsers waren uit het brandende toestel gekropen doch moesten zich overgeven. En de Goese chirurg verbond één van die kerels, die uit een lelijke borstwond bloedde. De Duitser zette een grote mond op en het was voor het eerst dat we de woorden ,,V Hollander” hoorden. Toen zei dr Huese: „Als je je grote mond niet houd, dan snij ik aan de andere kant ook nog zo'n gat Dat alles vertel ik U als eerste rea liteit van de oorlog. De tweede was Mei-dagen. Drie het gebouw van de Goese R.H.B.S. Dit werd in één dag ontruimd door het Rode Kruis uit Goes, gesopt en inge richt als hospitaal; dat corps, dat samen met de colonnes uit Kruiningen, Kapel- le en Wenjeldinge en vele Goese bur gers vanaf die tijd voortdurend werk zaam is geweest en dat zich in 1948 beloond zag met het fraaie „Kruis van Verdienste” dat thans als een kost baar relikwie bewaard wordt. Men vergeve ons het chauvinisme: maar het corps van dit gewest is een prachtcorps! Dat werd het in 1940, in de harde practijk, na voor de oorlog en in de mobilisatie cursus te hebben gelopen. Cursussen door dr Huese en dr Dikkenberg op touw gezet. grondgebied. En in dat zelfde Eede ben ik nu eens gaan rondwandelen. Niet zo maar rond wandelen. Ik wilde, nu wij gaan gedenken, dat wij nu al reeds tien jaren weer in een vrij land wonen, eens gaan praten met de mensen, die dit ontroerend his torisch ogenblik hebben meege maakt. October 1944. We waren vrij’. Wat waren we gelukkig, al beseften we ter dege, dat we er nog lang niet waren. Het Noorden was nog in vijandeljjke hand, ons eigen bevrijd gebied was nog niet veilig genoeg als woonplaats voor onze Koningin, <1 prijs die de bevrij ding ons gekost had was zo angstwek kend groot. Die kostte bloed en tranen en een vernield brok land. Immers ook in Eede not a single house is left. De weg AardenburgEede naar het Belgisch Maldeghem is zo’n gewone verkeersweg, waar op de grenslijn BelgiëNederland een verroeste ijze ren paal staat. Een nuchter lelijk ding, aoch wie weet, wat daar gebeurde in Maart 1945 kijkt er met andere ogen naar. Even voor die paal stopte de auto. Te voet wilde le Koningin ons land binnenkomen. Er was niets offici eels bekend gemaakt, toch kwam „men” het te weten. Er stonden mensen bij de grenspaal. Wat raar. Waarom doen ze dat, vroegen de Eedenaren, die wel in Maldeghem geevacueerd, toch haast dagelijks naar Eede kwamen, om vee te ver zorgen of eens te zien, wat men met net land kon beginnen, of soms ook enkel om te kijken naar de trieste resten van wat eens hun huis was geweest. De Koningin kregen de vragers ten antwoord. ■DCLCIt' - Eedenaren en zeker de kloeke jonge erel, die daar juist vlak bij aan het werk wz: N - Plaats. Geen wonder, dat ik daar op 1 stapte. Heel huiselijk zaten we in ruime keuken. „Of ik er bij was? ou en ik heb van de Koningin een mnd gehad en ik zei: „Welkom Konin- fm Ak.jc dit overleest is het een sim- L ,21nn®tje, maar het verhaalt een groot gebeuren. Jong Nederland stak Komngin. De Vorstin vatte die hand uit en zei: „Welkom” tot lan/ ln hatelijke greep.... Neder- -en '-)ranie waren weer vereend. pn generatie stak de hand uit je eeioofde hiermee trouw aan Oran- druwnvWerden er meer handen ge- dn x? oud.n.oedertje van ver in ik on 2?>tlg Zei in saPPig Zeeuws: „Dat do hL?n 0UWe da§ nog de Koningin een r.o- r??g. vatten”. Een moeder met bii buoï kleine kinderen stond er ook auto wiiatOe? de Koningin weer in de tig- stappen, zei ze trouwhar- handi’l^eef de Koningin maar een keerrio waaroP de Koningin zich om hand to°m eerst de Peuters nog een ie geven. ^avanalXr in.die ogenblikken in het gaan 7c de griJze Vorstin zijn omge- van kj w?s weer „thuis”, te midden eenzam elgen volk' Zal toen de ver- Haar^g baUingschap van Ja I13" afgegleden? lag ’ria.J Y.as thuisgekomen, maar hoe '’erschnio”h?lSr. er uit- De foto’s, die óen de Eedenaren, mij beten vertonen niet anders dan ruines. eens niets gehoord, enkel de Koningin ge- o ara 'vizo-n7* eigenaar van het mooie hotel: „De Ro de Leeuw want die had in Eede er ook met de neus bovenop gestaan”,, zei men tegen mij. Na ons gesprek in zijn nieuw hotel begrijp ik niet, waar om hij het hotel de Rode Leeuw heeft genoemd, want voor zulk een onver valste Oranjeklant past beter, dat hij het de Oranje Leeuw had genoemd. Natuurlijk stond de jonge C. er vlak bij toen de Koningin in Eede aan kwam. Het had hem moeite gekost, want als je een paar kilometers van Eede af bent, dan zou het je toch maar kunnen gebeuren, dat je Koningin er was, zonder dat je er bij was. Er kwam geluk bij. In een auto was een leeg plaatsje en zo stond C. vlak vooraan. Een foto laat het duidelijk zien. En niet alleen bij die grenspaal. Als de Koningin of de Prins, of nu Prinses Wilhelmina in de buurt komt, dan wordt de heer C. er weer met mag neten heengetrokken. I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 11