I
o
Vermindering der bestaande handelsbarrières
blijft doelstelling der regering
I
Prinsjesdag in
Den Haag
3
■■F
weer aan
van
Huuregalisatiefonds wordt
de Tweede Kamer
I
Belastingverlagingen in het vooruitzicht
overwogen Uitbreiding
de orde Uitvoering van openbare werken wordt zo nodig beperkt
jp
van
I
Rijkdom (II)
Onder Jg loUPG
Rijkdom (III)
Leden
der Staten-Generaal
Rijkdom (I)
«Bi
r.
■I
imilHH
OK DIT JAAR zult gij uw
oordeel hebben te geven
over vele en moeilijke
vraagstukken, zowel van natio
naal als van internationaal ka-
"i*
Regen en wind, maar ook
zonneschijn
-
*||F.
Zoensdag 22 September 1954
ZEEUWSCH DAGBLAD
paqina 3
DE TROONREDE
dier
L_I ET BELEID VAN de regering
1 I hliift er on pericht het Neder-
keling.
trekking tot de Europese Defen-
l!aiaB!lill!l!!in!IIMIIIBB8IBB
®ij het
van de
baast
in deze
in Mei
I
I
(Vervolg van „Onder de Loupe”).
nu het echter over de verdeling van
die welvaart gaat, nu ontstaat de kloof.
Over eigendom heeft Christus een an
der woord gesproken dan Karl Marx.
En daarom gaan nu meer dan in de
afgelopen jaren de levensbeschouwin
gen de politieke strijd bepalen.
Ook dat is een aspect van de Troon
rede dat wij vandaag graag onder Uw
aandacht wilden brengen, liever dan
dat wij ons wierpen op een beschou
wing over een of meer der passages.
Deze Koninklijke woorden hebben
gewag gemaakt van rijkdom aan ons
allen is het ons te bezinnen op de ver
plichtingen die die rijkdom met zich
brengt.
Met de bede, dat Gods zegen
°P uw werk moge rusten, ver-
betrekkingC°hebbende Waar ik de gewone zitting der
Het niet
Europese
door het Franse parlement maakt
het noodzakelijk een andere op
lossing van het vraagstuk van de
medewerking van Duitsland
dere aandacht hebben. De regering
voeding van de jeugd ook buiten
nen. Zij zal de opleiding van vol
doende leerkrachten voor het lager
en het voortgezet onderwijs, de
aanpassing van het gehele onder
wijs aan de maatschappelijke be
hoeften n steun aan beoefenaren
van wetenschappen en kunsten
krachtig blijven bevorderen.
Zij is er zich van bewust hoezeer
naast de economische en sociale
ontwikkeling het stimuleren van de
culturele verheffing van ons volk
van betekenis is voor zijn toekomst.
Australië zal binnenkort door middel
van een gordel van luchtbases in staat
zijn het omliggende zeegebied tot een
afstand van 3.000 mjjl te beschermen.
Zo heeft de Australische minister van
Luchtvaart, Townley, te Melbourne mee
gedeeld.
inleidende titel en de eerste vier
boeken van het nieuwe Burgerlijk
Wetboek, is binnenkort te ver
wachten.
P)E VOORBEREIDING van wer-
ken, die een blijvende beveili
ging van het door de watersnood
getroffen gebied beogen, heeft snel-
T~) E WONINGNOOD IS het nij-
^pendste problemen, waarvoor wij
binnenslands nog gesteld zijn. Ook
in het komende jaar zal de rege
ring door premies en bijdragen de
woningvoorziening zo krachtig mo
gelijk bevorderen. Zij streeft naar
de verwezenlijking van een pro
gramma, dat 65.000 woningen bevat.
Beperking van de totstandkoming
van andere bouwwerken zal voor
de vlotte uitvoering van dit pro
gramma noodzakelijk blijken.
In overweging is een verdere
huurverhoging. De regering denkt
daarbij aan de mogelijkheid van
een bestemmingsheffing teneinde
een deel van de verhoging, wellicht
via een egalisatiefonds, ten bate
te doen komen van de financiering
van nieuwe woningen. Tevens is
in studie welke compensatiemaat
regelen tegenover de huurverho
ging nodig en mogelijk zouden zjjn.
Tegen deze achtergrond verkrijgt
de voortgang, die kon worden ge
maakt bij de voorbereiding van de
economische unie met België en
Luxemburg een bijzondere beteke
nis. De ondertekening van de pro
tocollen inzake de handelspolitiek
en betreffende de liberalisering
van het kapitaalverkeer tussen
Nederland en de Belgisch-Luxem-
burgse economische unie, was een
belangrijke stap op dit gebied.
\lz
IN AFWACHTING.
Alle waterballetten ten spijt heeft
weer niemand spijt gehad. In de loop
van de morgen namen de militairen
hun plaatsen langs de route in en de
weinigen, die de schaarse ruimte op
het Binnenhof mochten betreden kon
den genieten van de aankomst van de
ministers, kamerleden, leden van het
corps diplomatique en de vele auto
riteiten, die de plechtigheid in de Rid
derzaal bijwoonden.
Om één uur precies» zette de stoet
op het Lange Voorhout zich in be
weging. Een tiental minuten later ar
riveerde men op het Binnenhof, waar
de Mariniers met vaandel en de Ma-
rinierskapel de eerbewijzen brachten.
IN DE RIDDERZAAL.
In de Ridderzaal, stemmig versierd
met bloemen, wachtte men onder het
helle licht, dat uit de kronen straalde.
Voor de eerste maal waren in deze
zaal ook de vlaggen der provincies
aanwezig. Het was een experiment en
er is dan ook nog niet beslist of dit
ieder jaar- het geval zal zijn.
Enkele ceremoniën werden voor de
komst der Koningin vervuld. Er werd
voorlezing gedaan van het besluit, dat
mr. Jonkman door H.M. is herbenoemd
als voorzitter der Eerste Kamer. De
commissie van in- en uitgeleide werd
aangewezen: mr. Kolff (die de Ko
ningin begeleidde), mr Wendelaar en
Ir Roebroek, allen lid der Eerste Ka
mer, prof. mr. P. S. Gerbrandy (die
naast Prins Bernhard liep), de heren
Hooij, Peters, Willems, Kikkert, Stuf-
kens en Ankersmit, leden van de
Tweede Kamer.
„LEVE DE KONINGIN”.
Het was omstreeks kwart over één
toen Koningin en Prins de Ridderzaal
betraden. Een korte stilte viel in, men
wachtte op de troonrede.
Met duidelijke stem, enkele belang
rijke passages met enige stemverhef
fing lezend en zonder aarzeling las de
Koningin dit belangrijke staatsstuk,
waarmee zij het parlementaire jaar
opende. De korte stilte, die inviel na
dat haar laatste woorden waren ver
klonken, werd verbroken door mr.
Jonkman, wiens „Leve de Koningin"
met een driewerf hoera door de aan
wezigen werd beantwoord.
De Koningin was gekleed in een
robe van abrikooskleurige zijde met
dito hoed en handschoenen. Een bont
stola completeerde het geheel. Prins
Bernhard droeg voor deze gelegenheid
het nieuwe ceremoniële tenue van de
luchtmacht, een uniform, dat veel ge
lijkenis vertoont met het vooroorlogse
zwarte uniform van Soesterberg.
Een kleurrijk en altijd weer boeiend
schouwspel had een einde genomen.
is overgegaan, acht de regering ’n
verdere vermindering van de be
lastingdruk mogelijk. In de loop
van het parlementaire jaar zullen
u voorstellen bereiken tot verla
ging van deze druk, in het bijzon
der op het terrein van omzetbelas
ting, loonbelasting en inkomsten
belasting. De regering is voorts
niet voornemens voorstellen te doen
tot verlenging van de belasting
verhogingen, die in verband met
de zware defensielasten voor een
vierjarige perk de werden aan
vaard, met dien verstande, dat een
deel van de destijds ingevoerde ver
hoging van de vennootschapsbelas
ting behoort te worden gehand
haafd ten belfoeve van een verdere
vermindering van de druk van de
inkomstenbelasting.
T-J ET VERHEUGT MIJ, dat het
1 1 in diZ jaar met Suriname en
de Nede’ andse Antillen gevoerde
overleg /er de nieuwe rechtsorde
in het .-oninkrijk geleid heeft tot
overeenstemming over een ont-
werp-statuut voor het Koninkrijk,
Rijk zijn we in geestelijk en ideëel
opzicht wat doen we met die rijk
dom? Koesteren we die voor onszelf
of dragen we die uit en proberen we
daardoor ook onze medemens in de
wereld te verrijken?
Wie zo de Troonrede bekijkt ziet
aspecten. Daar is de passage over de
nieuwe rechtsorde die misschien nog
in dit jaar Nederland zal verbinden
met Suriname en de Antillen. Deze ge
bieden zijn vroegere „koloniën”, lan
den die men in de terminologie van
tegenwoordig als „achtergebleven ge
bieden” zou aanduiden. Met historische
banden zijn deze gebieden aan Neder
land verbonden en met ere mag het
werk genoemd worden dat Nederlan
ders daar hebben verricht. Inderdaad
hebben wij getracht daar iets te bren
gen van onze geestelijke rijkdom. En
wij hebben daarmee successen geboekt
getuige de keuze die deze beide ge
biedsdelen hebben gemaakt* de keuze
om voortaan ook vrijwillig met Neder
land samen te werken.
Daar is ook de alinea over Nieuw-
Guinea. Slechts één zin waarin echter
heel veel besloten ligt: er wordt ge
werkt aan de geestelijke, economische
en sociale vooruitgang der bevolking,
in het belang ook van de toekomstige
ontwikkeling van de staatkunde. Wie
regelmatig de verslagen gelezen heeft
van onze correspondent Alfred van
Sprang, die weet dat dit niet maar een
holle frase is. Er wórdt gewerkt en er
wordt steeds harder gewerkt!
En dan is er de passage over Ne
derlands medewerking aan program
ma’s voor de technische en weten
schappelijke hulpverlening van de ach
tergebleven gebieden. Ook hier de vas
te wil om iets van onze rijkdom uit
te dragen naar hen die tot dusverre
hiervan verstoken waren.
vastere vorm
sie Gemeenschap zijn te trekken.
Zij blijft daarbij grote waarde
hechten aan de versteviging van
de Europese Gemeenschap voor
Kolen en Staal.
Haast vanzelfsprekend zijn in deze
Troonrede heel wat meer woorden ge
wijd aan de materiële rijkdom dan aan
de geestelijke; de bemoeiingen van de
Staat strekken zich immers meer op
dat terrein uit!
Daarbij wordt één ding heel duide
lijk: de worsteling om tot groter wel
vaart te komen is moeilijk geweest
misschien even moeilijk is de strijd om
de verdeling van die welvaart. Daar
immers getuigt haast dit hele stuk van:
de passages over belastingen, over een
rechtvaardige verdeling van de hoge
houwlasten, over bedrijfsschappen,
°ver loonvorming, over ouderdoms
voorziening, over maatschappelijk
werk en ga zo maar door. Het zijn
stuk voor stuk vragen waarmee ons
v°lk nog lang niet klaar is.
Dat op dit tijdstip de politieke coali
tie van de laatste jaren in haar voe-
8en kraakt, is niet zo verwonderlijk.
-i streven naar vermeerdering
welvaart heeft men elkaar
vanzelfsprekend kunnen vinden
(Zie vervolg laatste kolom.)
De Raad van Europa, die thans
vijf jaar bestaat, heeft bijgedragen
tot het onderzoek van velerlei
denkbeelden en voorstellen inzake
nauwere Europese samenwerking.
De regering blijft dit werk van
harte steunen. In het afgelopen
jaar heeft zij in deze kring het
initiatief genomen tot hulpverle
ning aan de Europese vluchtelin
gen. Vurig hoop ik, dat dit in rui
me mate gehoor moge vinden bij
de overige Statenleden van deze
organisatie.
I_J ET MAATSCHAPPELIJK
I 1 WERK in Nederland ontplooit
zich gestadig. Aan particuliere or
ganisaties, werkzaam op dit terrein,
zal nodige hulp worden verleend.
De regering heeft haar instem
ming betuigd met het plan van de
nationale contactcommissie voor
gezinsbelangen betreffende de in
stelling van een gezinsraad. Zij
verwacht, dat deze raad spoedig
tot stand zal komen.
De staatscommissie vervanging
Armenwet heeft haar rapport vaak
gesteld, dat binnenkort zal worden
gepubliceerd.
De aandacht blijft bij voortdu
ring gericht op de voorzieningen
ten behoeve van Nederlanders in
Indonesië, die in maatschappelijke
moeilijkheden verkeren.
nE REGERING BLIJFT het als
een belangrijke zaak beschou
wen, de totstandkoming van be-
drijfslichamen, als bedoeld in de
wet op de bedrijfsorganisatie, te
bevorderen. Zij verheugt zich er
over, dat in het afgelopen zittings
jaar de eerste zes bedrijfschappen
konden worden ingesteld. Zij ver
trouwt er op, dat de bedrijfsgeno-
ten ook in andere sectoren van het
bedrijfsleven op korte termijn ini
tiatieven zullen ontwikkelen om tot
instelling van bedrijfslichamen te
geraken.
Naar aanleiding van het advies
van de Stichting van de Arbeid ter
zake van de toekomstige vorm van
loonbeleid, dat de regering spoedig
hoopt te ontvangen, zal even
tueel na raadpleging van de So-
ciaal-Economische Raad de re
gering haar standpunt bepalen en
zo nodig voorstellen bij de Staten-
Generaal aanhangig maken.
Ontwerpen van wet met betrek
king tot de definitieve ouderdoms
voorziening en de kinderbijslag
voor zelfstandigen zijn in voor
bereiding.
dat
reeds is u
hoopt, dat dit standpunt nog voor vormt een veelzijdig en hoogst ern-
het einde van het jaar in werking stig probleem, dat zich steeds meer
zal kunnen treden. Zij zal alles in opdringt aan de vrije wereld.
het werk stellen om de gedachten Internationale hulp bij hun ont-
van verbondenheid, samenwerking wikkeling is noodzakelijk. Neder-
en J 1--L
statuut ten grondslag liggen, te
helpen verwezenlijken.
T-)E AANDACHT VAN de Ver
'Ll enigde Naties, voorzover niet
in beslag genomen door de acute
spanningen, die zich in de wereld
voordoen, richt zich in toenemen
de mate op het lage welvaartspeil,
dat nog in een groot deel van de
T_I ELAAS BLIJFT de internatio-
nale toestand in velerlei op
zicht reden tot zorg geven. Welis
waar is na de wapenstilstand in
Korea ook een regeling tot stand
gekomen, die in Indo-China een
einde heeft gemaakt aan het ge
wapend conflict, niettemin blijven
ernstige spanningen het wereld
beeld beheersen.
regering streven naar versterking tot Suriname
van de Noord-Atlantische
dragsorganisatie. Wat de verdere F
Europese samenwerking op politiek het
en economisch gebied-betreft, hand- van
haaft de regering haar standpunt, enkele andere voorstellen’tot wijzi-
dat deze samenwerking een ondeel- ging van de grondwet, waarvan
bare doelstelling is, een doelstel- afdoening in eerste lezing nog in
ling, welke zij niet zal opgeven, de lopende parlementaire periode rakter.
ook al zal men bij het overwegen eveneens wenselijk is, zullen u
van stappen naar het doel reke- mede in dit zittingsjaar bereiken,
ning moeten houden met de lessen, Indiening van een zestal wets-
die uit de gang van zaken met be- ontwerpen,
op de door prof. Meijers ontworpen Staten-Generaal geopend.
LJ ET AFGELOPEN JAAR heeft
I T in economisch opzicht op
nieuw een grote stap vooruit be
tekend. Productie, uitvoer, natio
naal inkomen, deviezenreserves
zijn verder gestegen, terwijl de in
vesteringen zich op een niet on
bevredigend niveau bewegen. Dat
dit alles mogelijk was, is niet en
kel het gevolg van een gunstige
internationale conjunctuur, doch
tevens het resultaat van de activi
teit van heel het bedrijfsleven.
Voor het ogenblik is een zodanige
uitbreiding van de werkgelegen
heid bereikt, dat spanningen op
treden wegens een tekort aan ar
beidskrachten. In het belang van
een doelmatige arbeidsvoorziening
bevordert de regering binnenlandse
migratie en scholing. Overigens zal
beperking nodig zijn in het ter
hand nemen van werken, waarvan
de uitvoering thans niet volstrekt
noodzakelijk is. Dit ligt ook in de
lijn van een gezond conjunctureel
beleid.
Deze situatie onzer volkshuishou
ding mag evenwel geen aanleiding
geven het door de regering ge
voerde op economische expansie
gerichte beleid te doen verslappen.
Zij gaat ook voort met de voor
bereiding en registratie van plan
nen voor aanvullende werken voor
het geval werkloosheid van enige
omvang zou optreden.
Het snelle tempo, waarin onze
beroepsbevolking toeneemt, blijft
ons land stellen voor een werk
gelegenheidsvraagstuk op lange
termijn, voor welks oplossing in
dustrialisatie en exportvergroting,
aangevuld door emigratie, nodig
zijn.
Ook voor de landbouw zal de
regering het beleid van de voor
gaande jaren, gericht op een zo
hoog mogelijke productie en een
bevordering van de afzet, voort
zetten.
In dit verband is voor Neder
land vrijere wereldhandel van bij
zonder grote betekenis. De buiten
landse economische politiek der
regering is bij voortduring gericht
op eenvermindering van de be
staande barrières. Helaas heeft het
overleg tot dusver slechts tot be
perkte resultaten geleid.
N DEZE DAGEN gaan ons
aller gedachten terug naar de
Septembermaand van tien jaar
geleden, toen na meer dan vier
jaren bezetting en onderdruk
king een deel van het Neder
landse grondgebied werd be
vrijd en de bevrijding van heel
ons land nabij scheen. Het mocht
echter niet zo zijn. Nog kwamen
de beproevingen van de honger
winter voor het Noorden, de
gevaren van een frontgebied
voor een groot deel van het Zui
den. Acht maanden verliepen
voordat ons volk in overweldi
gende vreugde zich weer in vrij
heid verenigd vond.
Het stond toen verarmd in ’n
verwoest en leeggeplunderd land.
Talrijk waren de naoorlogse
problemen op vrijwel elk levens
terrein, waarvoor ook ons land
zich gesteld zag.
Er is reden te over om
dagen de gedeeltelijke en
1955 de volledige bevrijding in
blijdschap en met grote dank
baarheid te herdenken. Aller
eerst om de vrijheid zelf, die de
offers waard was, die er voor
zijn gebracht, maar ook om het
vermogen tot herstel, dat ons
volk in al zijn geledingen aan
den dag heeft gelegd en dat zich
opnieuw zo duidelijk heeft afge
tekend in de wijze, waarop de
gevolgen van de watersnood
ramp zijn opgevangen.
DEN HAAG, 21 September.
Prinsjesdag 1954 zal bij hen, die
zich langs de route hadden ge
schaard, die de koninklijke stoet
ook ditmaal van het paleis aan het
Lange Voorhout tot het Binnenhof,
aflegde, in herinnering blijven als
een dag met kletsnatte mensen,
kletsnatte straten, kletsnatte bomen
en kletsnatte vlaggen. Fr toch heeft
deze Prinsjesdag naast de grote
hoeveelheid regen, soms vermengd
met hagel, dan weer gepaard gaand
met een donderslag, ook een on
misbaar oranjezonnetje laten zien.
Regen, veel wind en een waterig
zonnetje, kon het Hollandser op
deze echte Hollandse dag, als
Prinsjesdag toch eigenlijk is?
En alles op het juiste moment.
Regen in het voorspel, tijdens de
nachtelijke en morgenuren, een
zonnetje, dat zich baanbrak door
de jagende wolken, precies op het
ogenblik, dat H. M. de Koningin
en Z. K. H. Prins Bernhard het
paleis aan het Lange Voorhout
verlieten en zich in de gouden koets
naar de Ridderzaal begaven.
Den Haag bood op deze Prinsjesdag
1954 het vertrouwde beeld van de
derde Dinsdag in September. Ver
trouwd en toch weer ieder jaar zo
aantrekkelijk om de fleur, die dit al
les meebrengt, de schittering van mi
litaire uniformèn, maar bovenal om
het sprookje van de gouden koets met
daarin gezeten ons Koninklijk Paar.
Tienduizenden omzoomden ook op
deze Prinsjesdag de korte route. Om
elf uur Maandagavond waren er al
gekomen. Ze werden tenminste gesig
naleerd, de enkelen, de moedigen. Of
ze de gehele nacht in regen en wind
hebben gewacht vermeldt de historie
niet. Het weer was van die aard, dat
men geen hond of kat de straat op liet
gaan.
Het is merkwaardig dat de mens, als
hij over rijkdom hoort spreken, altijd
het eerst denkt aan materiële rijkdom.
De filosofie dat een rijk mens toch
arm kan zijn en een arm mens toch
rijk, vinden we wel aardig en we knik
ken er ijverig ja bij, maar als we
moesten kiezen dan zouden we toch
maar het liefst rijk zijn in de mate
riële betekenis van het woord. Of
liever nog: allebei!
Wie de Troonrede leest die H. M. de
Koningin gisteren heeft uitgesproken,
die moet wel tot de conclusie komen,
dat het Nederlandse volk rijk is. En
dan in beide betekenissen van het
woord: rijk in aardse goederen en ook
rijk in geestelijke goederen.
Gisteren wezen we al op het voor
recht dat we een Prinsjesdag mogen
vieren in ons land het horen van
de stem van onze Vorstin accentueert
die dankbaarheid nog eens. Nederland
is rijk met zo’n Koningin!
Maar dat niet alleen: ga maar eens
verder, al die paragrafen langs en
denk er eens over na hoe anders, hoe
veel slechter het zou kunnen zijn. In
materieel opzicht slechter en in gees
telijk opzicht slechter. En wie na het
lezen nog niet overtuigd is, die late
de aanhef nog eens op zich inwerken.
Die zinnen die herinneren aan de be
proevingen van de hongerwinter, de
gevaren van een frontgebied, de ellen
de van een verwoest en leeggeplunderd
land. Dan moet men toch wel tot de
overtuiging komen: alleen al het feit
dat wij weer vrij mogen leven in een
vrij land is een nooit genoeg te schat
ten rijkdom!
En hoe men nu ook over deze Troon
rede moge denken en hoe eens of on
eens men het ook mag zijn met som
mige passages laat die critiek U
niet verblinden zodat U het geheel, die
veelheid van rijkdommen niet meer
ziet. Juist het feit, dat U critiek mag
oefenen is al een bewijs van de gees
telijke rijkdom die ons volk geniet!
FA E GUNSTIGE ONTWIKKE-
L-' ling der bedrijvigheid komt
ook tot uiting in de opbrengst der
belastingen. Nu de uitgaven voor
het herstel van de watersnood-
schade grotendeels zijn afgewik
keld en tot enige verlaging van de
ramingen voor defensiedoeleinden
Suriname en de Antillen wereld bestaat. De achterstand in
aanvaard. De regering de ontwikkeling dier gebieden
het einde van het jaar in werking stig probleem, dat zich steeds
Internationale hulp bij hun ont-
onderlinge bijstand, die aan het land zal bereid moeten zijn tot rui-
j_>__ i mere medewerking aan program- le voortgang. Een wetsontwerp met
ma’s voor de technische en v. bztzRür.g t;t hzt zfzl'zf
schappelijke hulpverlening en aan ting van zeearmen is in voorberei-
x.- - - j zal aandacht
daarmede ver-
vraagstukken en
sociale ontwikkeling. De regering
standigheden van het gebied, ge- beste tot uiting kan brengen.
Op het gebied van onderwijs,
en wetenschappen neemt
de internationale samenwerking in
weten- betrekking tot het plan tot afslui-
-en aan i
de financiering van de economische ding. De regering
en sociale ontwikkeling. De regering schenken aan de
bezint zich er op hoe zij dit het band houdende
bezwaren.
Op
aanvaarden van de
Defensie-gemeenschap XA7ANNEER HET STATUUT voor
noo naricrnpnt maakt het Koninkrijk zal zijn aan
vaard en bevestigd, zult gij spoedig
een voorstel ontvangen tot aanpas-
van Duitsland aan sing van de grondwet aan de daar-
de verdediging der Westelijke we- in neergelegde nieuwe rechtsorde
reld te zoeken. Daarbij blijft de van het Koninkrijk met betrekking
x-x z. -en de Nederlandse
Ver- Antillen.
Een voorstel tot verhoging van
‘t ledental der Tweede Kamer
de Staten-Generaal, alsmede
de
In Nederiands N.-Guinea wordt,
overeenkomstig de bijzondere om-
stadig gewerkt aan maatregelen ten
bate van de geestelijke, economi- kunsten
sche en sociale voötüitgang der be-
volking, in het belang ook van de het kader van dé" bilaterale’ én blijft erop gericht "het Nedër-
toekomstige staatkundige ontwik- multilaterale verdragen geleidelijk landse volk in zo groot mogelijke
aan. mate te doen deelhebben aan de
verschillende vormen van onder
wijs, kunsten en wetenschappen.
Overleg tussen de delegaties van De verdere vorming van de thans
Nederland en Indonesië heeft ge- leerplicht-vrije jeugd zal de bijzon-
leid tot de totstandkoming van een dere aandacht hebben. De regering
accoord, dat beoogt de Unieverhou- zal voorstellen de lichamelijke op
ding tussen beide landen te ver- voeding van de jeugd ook buiten
vangen door een andere regeling onder wij sverband financieel te steu-
hunner betrekkingen. Een wets- r7” ~’'1 1
ontwerp tot goedkeuring van deze
overeenkomsten zal u spoedig be
reiken.