DE HEER VAN GREYLANDS Donner vecht tevergeefs om winst* f w Spoorwegongeval in Portugal Tunnelstaking wordt voortgezet* Rijtoer op Prinsjesdag* ’s-GRAVENHAGE, 17 Sept. Mr J* J* Hangelbroek gehuldigd* Dipioma zwemmen te Middelburg Ds H.VELD KAMP J' 3 HOUTMAN o „De zekere weg” Aantrekkelijke film van het „Centraal Bureau”. Centraal Sociaal Werkgeversverbond komt bijeen* Interessante partij van 73 zetten tegen de Argentijn Panno. Vrije bewerking van een Engels verhaal van Mrs Henry Wood. ZEEUWSCH DAGBLAD DOOR FEUILLETON Uit de Amsterdamse Schaakolympiade. PIANO'S ORGELS '1 1 w ISM Pagina 7- srdag 18 September 1954 NA TIEN JAAR heeft wit de is ook zeker iets Er nu BERGEN OP ZOOM Op verscheidene I Td8—c8 Pf6—e8 Tb8—b7 Kg8—f8 Le6—d7 a7a6 Ta8—b8 b7—b5 a6xb5 Pc6 x b4 Tc8xc2 Tb7xd7 b4—b5 Td7—c7 Tc7xc4 Ke8—d7 Kd7—c6 Ld2—c3f Lc3xg7 Kc6—b5 I Na een behoorlijke maaltijd geno men te hebben verliet de jonge An-‘ Pg8—f6 g7—g6 Lf8—g7 0—0 c7—c5 Pb8—c6 Dd8—a5 Da5xc5 Tf8—d8 thony Castlemaine de Dolfijn, dwaalde even over het strand, want de zee trok hem onweerstaanbaar, ging de heu vel op, de kerk voorbij en wandelde vervolgens over de zeer eenzame weg naar Stilborough. Het was mooi weer. Hij haastte zich niets en nam de omgeving goed op. Maar tenslotte bereikte hij toch het stadje, informeerde even en vond het huis van Peter Castlemaine, zijn oom. Egypte her- van die duis- groot gedeelte van haald. U weet wel, een g de duisternis tastbaar, kon er letterlijk de ogen zien, terwijl het licht op die plaatsen, drukten gelden doet. Het onrecht dat ons volk laat bestendigen Is niet alleen een schandvlek der natie, en een gru wel in Gods oog, maar het Is ook ten enenmale onbegrijpelijk van een volk, dat zélf aan de druk der tirannie is ontkomen. Wij weten dit allemaal, maar wij proberen het telkens even te ver geten. Het kan daarom niet te dikwijls wor den herhaald. De volksconscientle moet telkens weer wakker geschud worden. Wij mógen hier geen vrede mee nemen. Wij moeten na tien jaar maar niet al te veel festijnen aanrichten als wij van plan zijn het rustig aan te zien, dat het recht machteloos en de macht recht- loos is. Dc5—h5 ,Pe4: wel. d7—d6 Dh5xdl Lc8g4 Lg4e6 veld vinden Ingezonden Mededeling (adv.) Singel 114-116 SCHIEDAM Sedert jat en vertrouwd adres Meer dan twintig personen werden gedood en ruim honderd gewond bij een ernstig spoorwegongeval in Zuid-Portugal, bij het plaatsje Saboia, waarbij een aantal rijtuigen van een personentrein uit de rails liep. Onze telefoto geeft een overzicht van de plaats des onheils. Pe8—c7 Lg7—c3 Pc7—e6 f7xe6 Kf8—e8 Ke8—d7 Kd7—c6 Kc6—b5 Lc3—f6 Kb5—c5 h7—h5 e6e5 h5—h4 h4xg3 Le7—g5 Lg5—cl Ke5c6 Lel—b2 „Het enige, dat wij nu dringend be hoeven is tijd, tijd”, herhaalde de ban kier. „Hebt u niet aan mijnheer Fosbrook „Jawel, Hill. Maar ik moest hem mijn andere dringende verplichtingen verzwijgen. Hij ondervroeg mij nauw keurig. Hij laat zich geen knollen voor citroenen verkopen. Maar het kan alles voor elkaar komen, als ik maar tijd winnen kan. De zaak-Mer- rit, Thomas, die moesten we nu maar eens nazien. Die zal ons niet lang op- DEN HAAG, 17 September. Over het enorme bedrijf van de Coöp. Aan- en Verkoopver. voor de Landbouw „Centraal Bureau” g.a. te Rotterdam, waarbij 400 landbouwcoöperaties zijn aangesloten, heeft Theo van Haren Noman, bijgestaan door de cineast Frits Lemaire, een ver halende film gemaakt onder de titel „De zekere weg". Bij de première is de film zeer gunstig ontvangen en de minister van Landbouw, de heer S. L. Mansholt, kwam na afloop persoonlijk het bestuur van „Centraal Bureau” en de heer van Haren complimenteren met het bereikte resultaat. ’s-GRAVENHAGE, 17 Sept. Het Centraal Sociaal Werkgeversverbond zal op Donderdag 30 September zijn jaarlijkse algemene ledenvergadering houden in het Kurhaus te Schevenin- gen. In de ochtendbijeenkomst zal de voorzitter, mr F. H. A. de Graaff zijn jaarrede uitspreken. Des middags zal de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr J. M. L. Th. Cals, spreken over „Onderwijs en maatschappij, enkele aspecten van de vernieuwing van het onderwijs”. Voorts zal de heer J. W. Willemsen, voorzitter van de commissie vakopleiding van de Stichting van de Arbeid, spreken over „Opleiding voor vaklieden en lager technisch kader”, en mr J. Meynen, directeur van de AKU N.V. en voorzitter van de con tactcommissie industrie hoger onder wijs, over „Hoger onderwijs en be drijfsleven”. Ter vergadering zal een film worden vertoond van het technisch filmcen trum. Deze film, „De kortste weg”, zal worden ingeleid door ir J. M. Matthlj- sen, voorzitter van het technisch film centrum. VELSEN, 17 Sept. Tijdens een vergadering van de stakende tunnel- bouwers in Velsen is besloten geen ge volg te geven aan het advies van de erkende vakbonden het werk Maan dagmorgen 7 uur te hervatten. De stemming wees uit, dat het meren deel der stakers de staking wenste voort te zetten. Vooraf werd bepaald, dat de minderheid zich naar de meer derheid zou 1 de werkwilligen dus, waren voor het merendeel aangesloten bij de K.A.B. :een hand en zwart wint de witte 44 45. g3—g4 46. Ld8—h4 47. Lh4—g5 48. Lg5e3f 49. Le3—d2 50. Ld2—el 51. e4xd5 52. Lel—h4 53. Lh4—e7 54. Le7—f8 55. Lf8—h6 56. Lh6—d2 57. Kd3—e3 58. Ld2—el Wit zoekt hier waarschijnlijk het gunstigste moment om a4 te spelen eii terwijl deze pion door zwart wordt veroverd heeft wit gelegenheid om d0 d-pion en waarschijnlijk ook de g-piorl te veroveren. 58 59. Ke3—f3 60. Lel—f2f 61. Lf2—e3 62. Kf3—f4 Langzaam maar zeker komt de witte koning verder naar voren, maar zelfs zonder de „krachtzet” a4. Lb2—c3 d5—d4 d4—d3 d3—d2 Lc3 x d2 Kc6—d7 Kd7—e8 houden”. Thomas Hill zat na te denken. ,,’t Is niet hopeloos, mijnheer. Met die goede tijding in het verschiet be hoeft geen vrees te bestaan, dat u het niet zult kunnen teruggeven - ik Thomas Hill zag zijn patroon vra gend aan op diens laatste opmerking. „Ik hoor, dat er in Greylands iemand is komen opdagen, die zich Anthony Castlemaine noemt. Hij be weert een zoon van mijn broer Basil te zijn”, merkte de bankier vertrou welijk op. „Wat zegt u!” riep de ander ver baasd uit. „Maar al zou dat nu zo zijn, hoe kan dat mijnheer Castle maine in ongelegenheid brengen?” „Omdat die jongeman aanspraak maakt op Greylands”. „Dan is hij niet wijs, dat is nogal eenvoudig”, meende Hill. „Greylands is het eigendom van mijnheer Cast lemaine, dat is duidelijk”. „Inderdaad. Maar daarom kan die neef of zogenaamde neef hem heel wat moeite bezorgen”. „Nee, mijnheer met uw verlof, dat begrijp ik niet. Mijnheer Castlemai ne behoeft hem slechts aan te to nen. Een tikje op de deur belette hem verder te spreken. Hij liep er heen en nam van de butler een kaartje in ontvangst. Peter Castlemaine las: Anthony Castlemaine. „Zeg, dat ik over een kwartier bij hem kom”. (Wordt vervolgd.) meerderheid op de kregen. 20 21. Tdl—cl 22. Pb4—c6 23. Tfl—f2 24. Tf2—c2 25. Pc6—e5 Met deze manoeuvre maakt wit het zwarte loperpaar onschadelijk, maar 62 63. Kf4—g5 64. Le3—cl 65. Kg5—g6 66. Lclxd2 67. g4—g5 68. Kg6—f6 69. a5a4 Eindelijk komt dan deze zet maar nu is het te laat. Op verscheidene ogenblikken had a4 winst opgeleverd, maar nu is ze slechts voldoende voor remise. 69 70. g5—g6 71. g6—g7 72. Kf6—f7 73. Kf7xg7 Remise. Van niet minder ernstige aard zijn de verschuivingen die zich voordoen in de sectoren van de religie en, daarmee on middellijk samenhangend, de moraal. Er zijn momenteel weinig dingen die niet „in de crisis” zijn, maar het meest valt dit op in de zo pas genoemde sec toren. Mensen, die het weten kunnen, tonen ons aan dat wij sociaal-economisch een periode van hoogconjunctuur beleven. Dit zal wel zo zijn, hoewel een aantal vraagtekens daarachter helemaal niet gek zouden staan. Maar dit is een hoofdstuk apart, en daar gaan wij nu niet op in. Wij willen nu alleen maar zeggen, dat de rellgleus-ethlsche situa tie hieraan omgekeerd evenredig is, en hier zeer beslist van een laagconjunc tuur kan gesproken worden. Wij gaan hier geen jammerklachten aanheffen over de a-rellgleuze, om niet te zeggen nihilistische tendenzen die In brede kringen aanwijsbaar zijn, en ook niet over de morele onttakeling, die met name in jeugdcriminaliteit en ze dendelicten een buitensporige afmeting aanneemt. De noodklok daarover lulden heeft In de regel alleen maar tengevol ge een consolidering van het farizeïsme, zoiets van: wat slaan wij dan toch nog een goed figuur! Wij nemen dat laatste bedoel: zou Mr Castlemaine u het no dige geld niet willen voorschieten?” „Ik weet het niet. Mr James schijnt voorzichtig te worden. En misschien zal hij nog meer op zijn hoede zijn, nu hij misschien in ongelegenheid zal ge raken”. wel aan. Wij geloven, dat wat dit „goe de figuur” betreft, de meeste heren wel heer In het verkeer met anderen zijn, en dat de meeste dames in figuurlijke zin maat 42 niet overschrijden. Daar gaat het dus niet over. Waar het wèl over gaat is de mateloze interesse-loos- heid voor alles wat het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid aangaat. Dit is meteen de grote teleurstelling van tien jaren. Wij hadden in de „tijd der be nauwdheid” dure eden gezworen aan God, aan elkander, en aan onszelf. Wi) weten dit nog goed. Wij kwamen toen in barre winters in onverwarmde ker ken bijeen, waar nu geen sterveling meer toe te krijgen zou zijn. Wij beleden daar onze nationale, ker kelijke en persoonlijke schuld, en zelden dat het anders zou worden. Het is ook inderdaad anders geworden, heel anders zelfs. Alleen maar: niet beter! Integen deel. De belangstelling voor alles, wat lets met beginsel en beginselstudie en beginselstrijd te maken heeft, is tot het vriespunt gedaald. Het doet er weinig toe of men zich nu bevindt in de sector voor „kerk en school”, de politieke vraagstukken, de christelijke organisa tie of de christelijke pers. Het nivelle ringsproces is er overal in dezelfde ma te binnengetreden. We zijn er niet te gen, maar we zijn er ook niet voor. Het raakt ons eenvoudig niet. Er zijn overal wel een paar handjesvol mensen, die het vuur proberen warm te houden, maar er zijn er altijd veel meer, die er tegenaan trappen, zodat het toch weer dreigt uit te gaan. V Wij schrijven dit niet om maar eens wat te schrijven. Nog minder om eens weer de boetprofeet uit te hangen, de eeuwige pessimist, die nooit eens een open oog heeft voor het goede dat er nog is. Wjj hebben daar wel degelijk oog voor. We laten er ons alleen niet door in de luren leggen. En wij schrij ven dit zeer stellig niet, opdat hier en ginds een lezer met een geeuw en een zucht van: ’t is me wat tegenwoordig, de krant zal wegleggen. Zulke verzuch tingen zijn er in alle tijden geslaakt, en we zijn er nimmer één steek r%ee opgeschoten. Naar onze vaste overtuiging is het niet-geïnteresseerd-zijn om de diepere levensvragen de wondeplek in ons „christelijk leven”. Ondanks, of mis schien dank zij de economische voor uitgang, zyn wij terecht gekomen in een put van geestelijke machteloosheid, die de grens van de geestelijke aversie na dert. Alleen als dit ons verontrust en ons aan het werk zet om én persoon lijk, èn leder in eigen kring daaruit te klauteren, is de mogelijkheid gegeven, dat wij ons na nog eens tien jaar min der gaan schamen dan nu. Deze termijn van tien jaar is overigens rijkelijk lang. ternis. In Egypte was en men voor was op die plaatsen, waar de Israë lieten woonden. Zó ongeveer was het tien jaar geleden in Nederland. U moet dit natuurlijk niet in dé tails gaan uitwerken, door een conclu sie te trekken, dat in het Zuiden van Nederland de „godvruchtigen” woon den, en in het midden en Noorden de „goddelozen”. Dat weet u wel beter. Maar er liep een grens. Ten Noorden van die grens, waar de geallieerde legers, die de bevrijding kwamen brengen, nog niet doorgedron gen waren, was het donker. Het was er erg donker. Benauwder en benau wender dan in alle voorafgaande bezet tingsjaren. Het wilde beest, dat in het pauw gebracht wordt, is dubbel gevaar lijk. De wesp, die men verjagen wil, gaat steken. W(j hebben de scherpe nagels gevoeld van dit wilde beest, en de giftige ste ken van de wespen. De In het nauw gedreven bezettende macht werd bang, en door die angst wreed. De S.S.- en S.D.-terreur werd ondragelljk. De executie-pelotons wa ren dagelijks in het geweer. De gevan genissen puilden uit. De razzia’s brach ten grote bult aan slaven. Het scherpe zwaard van de honger versloeg z’n dui zenden. Dit was de duisternis. Maar in de Zuidelijke Nederlanden was het licht gaan gloren. De bevrij dingslegers voerden de nieuwe dag met zich mee. Zij werden met gejubel bin nengehaald. De ontboeiden begrepen voor het eerst van hun leven wat „vrij heid” betekende. Dat was vroeger in ons vrije Nederland een klank geweest en een leus. Nu kreeg dit geraamte vlees en bloed. Het werd een levende werkelijkheid. Ruim een half jaar later gingen ook boven de grote rivieren de deuren open en konden, die het uitgehouden hadden, weer adem halen, hoewel de vreugde getemperd was. Daarvoor waren de wonden te diep en de lege plaatsen van hen die vielen, te veel. Waar in de Zui delijke gewesten de hulp Iets eerder kwam, en September 1944 meer dan een aanduiding op de kalender bete kent, kan het niemand verwonderen, dat wij in September 1954 nog eens de enkele stappen van tien jaar historie terugwandelen. In de geest dan, want In werkelijkheid gaat dit niet. Als wij ons dan zo te peinzen zetten, dan heeft het geen zin dat wij elkaar nog eens gaan vertellen, welk een ver ademing het toch was, en hoe anders alles leek opeens. Wat wij wel bedoelen is, ons te be zinnen op de vraag of tien jaar bevrij ding ons metterdaad gebracht hebben, wat met recht verwacht mocht worden. Het is natuurlijk niet mogelijk, dat in één artikel over alle sectoren te bezien. Wij beschikken trouwens ook niet over de vereiste deskundigheid, en achten ons niet bevoegd over verschillende dé tails een juist oordeel te geven. Wij moeten ons beperken tot enige algeme ne opmerkingen, en dan behoeft men nog geen doorgewinterde pessimist te zijn om te beweren, dat verreweg de meeste verwachtingen die tien jaar ge leden gekoesterd werden, niet in ver vulling zjjn gegaan. De vraag, of die verwachtingen des tijds te hoog gespannen waren of dat de daarvoor verantwoordelijke personen en instanties hebben gefaald, blijve hier onbeantwoord. Wij constateren alleen de feiten. Dat de in oorlogs- en bezettingstijd verkregen toenadering tussen verschil lende groepen in ons volk zich niet doorzette, kunnen wij niet betreuren. Als de gemeenschappelijke nood men sen van verschillende en soms tegen overgestelde levensbeschouwing naar elkander drijft, is daarmee nog geen diepere eenheid geschapen. In zoverre de „doorbraak” een dergelijke eenheid wil suggereren, is dit, gelijk elke sug gestie, een onwezenlijke en gevaarlijke. Natuurlijk bejubelen en vertroetelen wij geen enkele antithese, en wij zouden niets liever zien dan dat één op Gods Woord gegronde levensovertuiging heel ons volk samenbond. Zolang dat niet zo is, moet men ook niet proberen, be staande tegenstellingen weg te werken. In dit opzicht hebben wij geen enkele verwachting gekoesterd en derhalve °ok geen enkele teleurstelling beleefd. Deze teleurstellingen liggen elders. V Het Is toch geen te hoog gespannen verwachting als men aanneemt dat een volk, dat weet en aan den lijve heeft gevoeld wat onderdrukking en slavernij betekent en dat In een weg van bloed oo tranen z’n vrijheid heeft herkregen, dat zulk een volk, zeg ik, geen middel onbeproefd zal laten een broedervolk ta soortgelijke vrijheden te laten delen. Zulk een broedervolk is de Republiek der Zuid-Molukken, waartoe ook het Ambonese volk behoort. De rechten, ook aan dit volk onder dure eden toegekend werden tot nog toe met voeten getreden. De hun ge zworen beloften zijn niet gehonoreerd. De schuld, die wij als Nederlandse volk hebben, bleef tot op heden onbetaalde schuld. j-’e rechten en vrijheden, waarnaar wij hebben gehijgd, hebben we hun niet ?egund; althans wij hebben niet alles op alles gezet, om te doen wat wij voor t'Od en mensen verplicht waren te doen. Dit is een verschrikkelijk odium dat °P oag volk rust. Men behoeft de Oud-Testamentische Profeten maar te lezen, om te verne men hoe hoog God dit opneemt. Hij is et> die het recht der armen en ver- A.s. Dinsdag des middags zullen H.M. de Koningin en Z.K.H. de Prins der Nederlanden met de vier prinsessen een rijtoer door de binnenstad van Den Haag maken. In de eerste open rode landauer, met vier paarden be spannen, zullen gezeten zijn de Ko ningin, de Prins en de prinsessen Mar griet en Marijke, in een tweede met vier paarden bespannen open rode landauer zullen de prinsessen Beatrix en Irene plaats nemen. De stoet zal de volgende route ne men (vertrek 3.45 uur): Lange Voor hout, Tournooiveld, Lange Houtstraat, Plein, Lange Poten, Spuistraat, Wa genstraat, Huygensplein, Stationsweg, Hoefkade, Vaillantlaan, Zuid Binnen singel, Lijnbaan, Westeinde, Groen markt, Hoogstraat, Nöordeinde, Heul- straat, Lange Voorhout. \TU, in September 1954 denken wij onwillekeurig terug aan wat tien jaar geleden, Sep tember 1944, gebeurde. Het heugt Ons als de dag van gisteren, maar het is toch alweer tien jaar geleden. In zeker opzicht heeft zich toen de negende plaag van Ingezonden Mededeling (Adv.) Onze najaarscollectie in DAMES- EN MEISJESMANTELS is gereed voor II bij ’s-GRAVENHAGE, 16 September Een grootse huldiging is gisteren mr J. J. Hangelbroek ten deel gevallen bij zijn zilveren jubileum als secretaris van de Schoolraad en de Unie „Een school met den Bijbel”. Zowel de voorzitter van de School raad, dr G. P. van Itterzon, als de voorzitter van de Unie, prof. K. Dijk, hebben in toespraken gewezen op de grote verdiensten van de jubilaris voor het christelijk onderwijs. Eerst genoemde bood aan mevr. Hangel broek een fruitmand aan, terwijl prof. Dijk haar een bloemenmand offreer de. Twee uur lang kwam een onafge broken stoet van autoriteiten en de putaties mr Hangelbroek complimen teren. Daar waren de ministers van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen en van Verkeer en Waterstaat, enkele leden van de Eerste en Twee de Kamer, predikanten en tal van af gevaardigden van christelijke organi saties, die op het terrein van het on derwijs werkzaam zijn. Mr Hangelbroek heeft ter receptie een groot aantal geschenken in ont vangst moeten nemen, want schier al le deputaties brachten een attentie voor hem mee. Aan het eind der re ceptie heeft de jubilaris een hartelijk dankwoord gesproken. moet toelaten dat zijn pionnenmeerder heid op de damevleugel wordt lamge legd. 25 26. Pe5xd7f 27. Tel—c2 28. Lg2—fl 29. Tc2—c4 30. Lflxc4 Hoewel de witspeler een half uur te laat in de tournooizaal verscheen, ter wijl zijn klok intussen aan de gang was gebracht, blijkt dat thans zijn jeugdige tegenstander (Panno is jeugdwereld kampioen) reeds 20 minuten bedenk tijd meer heeft gebruikt. 30 31. Kgl—fl 32. Le3—b6 33. Lc4xe6 34. Lb6—a5 35. Kfl—e2 36. Ke2—d3 37. a2a3 38. La5—d8 39. a3—a4f 40. Ld8—c7 41. f3—f4 42. Lc7—d8 43. f4xe5 44. h2xg3 Dit is beter dan 44. ef6: wegens 44. ,...gh2: 45. fe7:, hlD 46. e8D, Df3f en zwart maakt remise door eeuwig schaak. Ook 45. f7, hlD 46. f8D is on voldoende omdat zwart nu op el en dl eeuwig schaak houdt. (Kf3? dan Dfl dame). Lf 6 X e5 e7—e6 Le5c3 Lc3e5 Kc5—c6 Kc6—c5 d6—d5 e6xd5 Kc5—c6 Le5c3 Lc3—el Lel—h4 Lh4—e7 Kc6c5 MIDDELBURG, 16 Sept. In de gemeen telijke Zweminrichting te Middelburg werd een groot aantal leerlingen mei goed gevolg geëxamineerd door de KNZB. Zjj waren opgeleid door mevrouw Simon- se-Poerstamper. De examinatoren waren de heren J. de Jong uit Vlissingen en F. B. Meyers uit Souburg. De geslaagden: Diploma I: L. van Loo, I. v. d. Ven, E. Tevel, E. Jonkheer, N. Bakker, R. de Bruin, M. Sanstra, A. Sanstra, I. van Luyk, B. de Leeuw, W. van Halen, 'T. Bruggeman, N. Roelse, A. Mets, A. van Boven, I. Cornelisse, H. Dekker, I. Cas- tel, N. Sturm, W. Fey, S. Verhage, M. Boone, E. Hendrikse, M. Wisse, T. Gil lissen, J. Cornelisse, A. de Wit, M. Fuk- ke, L. Jansen, P. Moens, L. Peene, E. Meister, C. de Nooyer, R. van Kamer, A. Dronkers, R. Verspoor, S. den Hollan der, N. den Hollander, A. Boender, E. Bueninck, A. Midavaine, N. Dingemanse, A. Prince, A. de Lange, B. de Leeuw, R. Luyckx, M. Visser, D. Geuze, R. Rovers, W. Verhage, W. Labruyere, C. Vader, C. Moens, B. Geerse, E. Geuze, R. van Schaik, R. Roelse, A. Rotte, F. Jeske, P. van Moolenbroek. Diploma I jongens: W. Roelse, H. Jon- gepier, P. de Wolff, F. Walraven, A Booy, S. van Kleven, K. Geuze, A. Ver schoor, K. Boender, K. de Jager, C. van Herwijnen, R. Mol, W. Veenhoven, J. de Lusannet, K. Baan, L. Marijs, F. Doorns, J. Hoogesteger, P. Wevers, C. de Zut- ter, J. Sanderse, J. v. d. Ven, B. Ham ming, D. Vermeulen, B. J. Jonker, W. Bakker, R. Labruyere, K. Kunst, J. Ul- tee, H'. J. ter Bak, J. Looise. Diploma II meisjes: H. Hamming, S. Oosters, N. van Wiltenburg, N. Bosdijk, R. Visser, K. van Kleven, I. Barendsen, J. Vroegop, J. Cornelisse, E. Bueninck, B. de Leeuw, T. Franse, L. Izeboud, B. Coolman, C. Castenmiller, L. Heyse, M. Mesu, L. Jillema, W. van Halen, B. Geer se, R. Goverse. Diploma II jongens: R. van Schaik, R. Roelse, A. Kleyn, J. Boone, W. Roelse, G. Ossewaarde, A. Ossewaarde, W. Cal- jouw, L. Geldof, M. Visser, R. Okker, K. Geuze, K. Boender, H. van Sabben, R. Fukke, H. van ’t Hof, J. van Helman. L. Marijs, F. Dooms, J. Hoogesteger, P. We vers, C. de Zutter, J. v. d. Ven, P. Din gemanse, K. Baan, D. Boon, J. Cornelisse, B. Bruggeman, H. Pierhage, J. Ultee, M. Walraven. Diploma IV jongens: P. Rotte, H. Goed- bloed, J. Dirkse. Diploma VI meisjes: C. Voogd, A. Gel dof. Diploma VI jongens: W. Verstelle, A. Bosdijk. „Naar wie hebt u gevraagd, mijn heer?” „Naar Mr Peter Castlemaine. Mij is gezegd, dat die hier woont”. „Ja, mijnheer, dat is zo”. „Is hij thuis? Kan ik hem spreken?” „Ja, mijnheer, hij is thuis. Ik denk dat hij in het kantoor aan het werk is. Ik zal eens gaan vragen, of hij u te woord kan staan. Mag ik uw naam?” „Hier is mijn kaartje. Zeg maar, dat ik wachten kan, als het ndig is” De butler bekeek nieuwsgierig het kaartje, waarop hij las: Anthony Castlemaine. „Zeker een buitenland- medegedeeld, hoe alles in elkaar zit?” se neef”, dacht hij. „Zou hij een zoon trm -i-van mijnheer Basil kunnen zijn?” vroeg hij zich verwonderd af. Anthony Castlemaine belde aan de voordeur, die geopend werd door de butler Stephen. Deze zag een jonge vanmorgen bracht mij dat bericht, man voor zich, onmiskenbaar een bui tenlander, een vreemde. Maar Ste phen verbeeldde zich toch, dat gelaat vroeger al eens te hebben gezien. „Is mijn oom Peter thuis?” vroeg de vreemdeling met een wonderlijk accent. Verbaasd zag Stephen hem aan: bij zijn weten had de bankier slechts één neef, namelijk de zoon van de Heer van Greylands. AMSTERDAM, 17 Sept. De partij uit de vierde ronde van de winnaars- groep Argentinië-Holland tussen (bord 2) wit: H. Donner en zwart: O. Panno had het volgende beloop: Konings-Indisch. 1. d2—d4 2. c2—c4 3. g2—g3 4. Lfl—g2 5. Pgl—f3 6. Pbl—c3 7. d4xc5 8. 0—0 9. b2—b3 10. e2—e4! Voorkomt 10d5. Zwart kan na een eventueel slaan op e4 niet profite ren van de opengekomen diagonaal (h8al) omdat na 11. Pe4: de zwarte dame aangevallen staat. 10 Nu dreigt 11. 11. Lel—d2 12. Pf3—dl 13. Tal x dl 14. f2—f3 Zwart kan geen goed voor zijn dame-loper. 15. Pel—c2 16. Pc3—d5 '17. Ld2—e3 18. c4xb5 19. Pd5—b4 20. Pc2xb4 Met de laatste actie’s damevleugel ge- 14). Thomas Hill durfde geen ophelde ring geven, want hij wist niet, hoever ’t geraden was, te zwijgen of te spre ken. Hij overreedde zijn bezoeker, naar diens logement terug te gaan en zeide, de bankier bij hem te zullen brengen. Hij durfde hem niet naar de woning van Castlemaine brengen, waar feest werd gevierd! Daarom was hü de bankier wezen halen, zo dat die zijn gasten niet kon ontvan gen. Het onderhoud in het logement duurde niet lang, want de bankier verschoof het tot de volgende dag zeg gende, dat thuis enkele vrienden hem wachtten. De hele morgen had hij nu met Mr Fosbrook doorgebracht en nu was hij teruggekomen, moedelozer dan ooit. „En wat is de uitslag, mijnheer?” vroeg Thomas Hill. „Hij wil een paar dagen wachten, jLicxvi Hill, drie of vier, zegt hij. Misschien voegen, de minderheid, worden het er vijf of zes. Daarna, als hij geen tastbare bewijzen heeft, dat zijn zaken goed staan, zal wachten Nu gaat de staking de vierde week in. niet langer baten „En moet dan de storm losbreken? „Dan moet de storm losbreken”, herhaalde Castlemaine, toonloos. „O, maar mijnheer, wat kunnen we in die paar dagen doen?!”, riep de boekhouder uit. „Hoegenaamd niets. U moet langer uitstel zien te krijgen”. „Dat lukt niet, Hill. Met veel moeite heb ik enkele dagen gekregen. Ik heb er zelfs voor moeten liegen”, voegde hij er zachter aan toe. „Ziet u een uitweg, mijnheer?” „Er blijft ons nog één kans open, maar die is gering. Die laatste specu latie van mij is goed gelukt; de post van --‘“’j Wanneer ik dat geld nu maar tijdig krijgen kan, is het gevaar voor het ogenblik afgewend”. „Maar dan ook voor de toekomst”, meende Hill. „Mogelijk wel, het enige wat wij nu dringend behoeven, is tijd, tijd....”

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 11