DE HEER VAN GREYLANDS
Donner vecht tevergeefs
om winst*
f
w
Spoorwegongeval in Portugal
Tunnelstaking wordt
voortgezet*
Rijtoer op Prinsjesdag*
’s-GRAVENHAGE, 17 Sept.
Mr J* J* Hangelbroek
gehuldigd*
Dipioma zwemmen
te Middelburg
Ds H.VELD KAMP
J'
3
HOUTMAN
o
„De zekere weg”
Aantrekkelijke film van het
„Centraal Bureau”.
Centraal Sociaal
Werkgeversverbond
komt bijeen*
Interessante partij van 73 zetten tegen
de Argentijn Panno.
Vrije bewerking van een
Engels verhaal van Mrs Henry Wood.
ZEEUWSCH DAGBLAD
DOOR
FEUILLETON
Uit de Amsterdamse Schaakolympiade.
PIANO'S
ORGELS
'1
1
w
ISM
Pagina
7- srdag 18 September 1954
NA TIEN JAAR
heeft wit
de
is ook zeker iets
Er
nu
BERGEN OP ZOOM
Op verscheidene
I
Td8—c8
Pf6—e8
Tb8—b7
Kg8—f8
Le6—d7
a7a6
Ta8—b8
b7—b5
a6xb5
Pc6 x b4
Tc8xc2
Tb7xd7
b4—b5
Td7—c7
Tc7xc4
Ke8—d7
Kd7—c6
Ld2—c3f
Lc3xg7
Kc6—b5
I
Na een behoorlijke maaltijd geno
men te hebben verliet de jonge An-‘
Pg8—f6
g7—g6
Lf8—g7
0—0
c7—c5
Pb8—c6
Dd8—a5
Da5xc5
Tf8—d8
thony Castlemaine de Dolfijn, dwaalde
even over het strand, want de zee trok
hem onweerstaanbaar, ging de heu
vel op, de kerk voorbij en wandelde
vervolgens over de zeer eenzame weg
naar Stilborough.
Het was mooi weer. Hij haastte zich
niets en nam de omgeving goed op.
Maar tenslotte bereikte hij toch het
stadje, informeerde even en vond het
huis van Peter Castlemaine, zijn oom.
Egypte her-
van die duis-
groot gedeelte van
haald. U weet wel,
een g
de duisternis tastbaar,
kon er letterlijk
de ogen zien, terwijl het licht
op die plaatsen,
drukten gelden doet. Het onrecht dat
ons volk laat bestendigen Is niet alleen
een schandvlek der natie, en een gru
wel in Gods oog, maar het Is ook ten
enenmale onbegrijpelijk van een volk,
dat zélf aan de druk der tirannie is
ontkomen. Wij weten dit allemaal, maar
wij proberen het telkens even te ver
geten.
Het kan daarom niet te dikwijls wor
den herhaald. De volksconscientle moet
telkens weer wakker geschud worden.
Wij mógen hier geen vrede mee nemen.
Wij moeten na tien jaar maar niet al
te veel festijnen aanrichten als wij van
plan zijn het rustig aan te zien, dat het
recht machteloos en de macht recht-
loos is.
Dc5—h5
,Pe4: wel.
d7—d6
Dh5xdl
Lc8g4
Lg4e6
veld vinden
Ingezonden Mededeling (adv.)
Singel 114-116
SCHIEDAM
Sedert jat en vertrouwd adres
Meer dan twintig personen werden gedood en ruim honderd gewond bij een
ernstig spoorwegongeval in Zuid-Portugal, bij het plaatsje Saboia, waarbij
een aantal rijtuigen van een personentrein uit de rails liep. Onze telefoto
geeft een overzicht van de plaats des onheils.
Pe8—c7
Lg7—c3
Pc7—e6
f7xe6
Kf8—e8
Ke8—d7
Kd7—c6
Kc6—b5
Lc3—f6
Kb5—c5
h7—h5
e6e5
h5—h4
h4xg3
Le7—g5
Lg5—cl
Ke5c6
Lel—b2
„Het enige, dat wij nu dringend be
hoeven is tijd, tijd”, herhaalde de ban
kier.
„Hebt u niet aan mijnheer Fosbrook
„Jawel, Hill. Maar ik moest hem
mijn andere dringende verplichtingen
verzwijgen. Hij ondervroeg mij nauw
keurig. Hij laat zich geen knollen
voor citroenen verkopen. Maar het
kan alles voor elkaar komen, als ik
maar tijd winnen kan. De zaak-Mer-
rit, Thomas, die moesten we nu maar
eens nazien. Die zal ons niet lang op-
DEN HAAG, 17 September. Over het
enorme bedrijf van de Coöp. Aan- en
Verkoopver. voor de Landbouw „Centraal
Bureau” g.a. te Rotterdam, waarbij 400
landbouwcoöperaties zijn aangesloten,
heeft Theo van Haren Noman, bijgestaan
door de cineast Frits Lemaire, een ver
halende film gemaakt onder de titel „De
zekere weg". Bij de première is de film
zeer gunstig ontvangen en de minister
van Landbouw, de heer S. L. Mansholt,
kwam na afloop persoonlijk het bestuur
van „Centraal Bureau” en de heer van
Haren complimenteren met het bereikte
resultaat.
’s-GRAVENHAGE, 17 Sept. Het
Centraal Sociaal Werkgeversverbond
zal op Donderdag 30 September zijn
jaarlijkse algemene ledenvergadering
houden in het Kurhaus te Schevenin-
gen. In de ochtendbijeenkomst zal de
voorzitter, mr F. H. A. de Graaff zijn
jaarrede uitspreken.
Des middags zal de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
mr J. M. L. Th. Cals, spreken over
„Onderwijs en maatschappij, enkele
aspecten van de vernieuwing van het
onderwijs”. Voorts zal de heer J. W.
Willemsen, voorzitter van de commissie
vakopleiding van de Stichting van de
Arbeid, spreken over „Opleiding voor
vaklieden en lager technisch kader”,
en mr J. Meynen, directeur van de
AKU N.V. en voorzitter van de con
tactcommissie industrie hoger onder
wijs, over „Hoger onderwijs en be
drijfsleven”.
Ter vergadering zal een film worden
vertoond van het technisch filmcen
trum. Deze film, „De kortste weg”, zal
worden ingeleid door ir J. M. Matthlj-
sen, voorzitter van het technisch film
centrum.
VELSEN, 17 Sept. Tijdens een
vergadering van de stakende tunnel-
bouwers in Velsen is besloten geen ge
volg te geven aan het advies van de
erkende vakbonden het werk Maan
dagmorgen 7 uur te hervatten. De
stemming wees uit, dat het meren
deel der stakers de staking wenste
voort te zetten. Vooraf werd bepaald,
dat de minderheid zich naar de meer
derheid zou 1
de werkwilligen dus, waren voor het
merendeel aangesloten bij de K.A.B.
:een hand
en zwart wint de witte
44
45. g3—g4
46. Ld8—h4
47. Lh4—g5
48. Lg5e3f
49. Le3—d2
50. Ld2—el
51. e4xd5
52. Lel—h4
53. Lh4—e7
54. Le7—f8
55. Lf8—h6
56. Lh6—d2
57. Kd3—e3
58. Ld2—el
Wit zoekt hier waarschijnlijk het
gunstigste moment om a4 te spelen eii
terwijl deze pion door zwart wordt
veroverd heeft wit gelegenheid om d0
d-pion en waarschijnlijk ook de g-piorl
te veroveren.
58
59. Ke3—f3
60. Lel—f2f
61. Lf2—e3
62. Kf3—f4
Langzaam maar zeker komt de witte
koning verder naar voren, maar
zelfs zonder de „krachtzet” a4.
Lb2—c3
d5—d4
d4—d3
d3—d2
Lc3 x d2
Kc6—d7
Kd7—e8
houden”.
Thomas Hill zat na te denken.
,,’t Is niet hopeloos, mijnheer. Met
die goede tijding in het verschiet be
hoeft geen vrees te bestaan, dat u
het niet zult kunnen teruggeven - ik
Thomas Hill zag zijn patroon vra
gend aan op diens laatste opmerking.
„Ik hoor, dat er in Greylands
iemand is komen opdagen, die zich
Anthony Castlemaine noemt. Hij be
weert een zoon van mijn broer Basil
te zijn”, merkte de bankier vertrou
welijk op.
„Wat zegt u!” riep de ander ver
baasd uit. „Maar al zou dat nu zo
zijn, hoe kan dat mijnheer Castle
maine in ongelegenheid brengen?”
„Omdat die jongeman aanspraak
maakt op Greylands”.
„Dan is hij niet wijs, dat is nogal
eenvoudig”, meende Hill. „Greylands
is het eigendom van mijnheer Cast
lemaine, dat is duidelijk”.
„Inderdaad. Maar daarom kan die
neef of zogenaamde neef hem heel
wat moeite bezorgen”.
„Nee, mijnheer met uw verlof, dat
begrijp ik niet. Mijnheer Castlemai
ne behoeft hem slechts aan te to
nen.
Een tikje op de deur belette hem
verder te spreken. Hij liep er heen en
nam van de butler een kaartje in
ontvangst. Peter Castlemaine las:
Anthony Castlemaine.
„Zeg, dat ik over een kwartier bij
hem kom”.
(Wordt vervolgd.)
meerderheid op de
kregen.
20
21. Tdl—cl
22. Pb4—c6
23. Tfl—f2
24. Tf2—c2
25. Pc6—e5
Met deze manoeuvre maakt wit het
zwarte loperpaar onschadelijk, maar
62
63. Kf4—g5
64. Le3—cl
65. Kg5—g6
66. Lclxd2
67. g4—g5
68. Kg6—f6
69. a5a4
Eindelijk komt dan deze zet maar
nu is het te laat. Op verscheidene
ogenblikken had a4 winst opgeleverd,
maar nu is ze slechts voldoende voor
remise.
69
70. g5—g6
71. g6—g7
72. Kf6—f7
73. Kf7xg7
Remise.
Van niet minder ernstige aard zijn de
verschuivingen die zich voordoen in de
sectoren van de religie en, daarmee on
middellijk samenhangend, de moraal.
Er zijn momenteel weinig dingen die
niet „in de crisis” zijn, maar het meest
valt dit op in de zo pas genoemde sec
toren.
Mensen, die het weten kunnen, tonen
ons aan dat wij sociaal-economisch een
periode van hoogconjunctuur beleven.
Dit zal wel zo zijn, hoewel een aantal
vraagtekens daarachter helemaal niet
gek zouden staan. Maar dit is een
hoofdstuk apart, en daar gaan wij nu
niet op in. Wij willen nu alleen maar
zeggen, dat de rellgleus-ethlsche situa
tie hieraan omgekeerd evenredig is, en
hier zeer beslist van een laagconjunc
tuur kan gesproken worden.
Wij gaan hier geen jammerklachten
aanheffen over de a-rellgleuze, om niet
te zeggen nihilistische tendenzen die In
brede kringen aanwijsbaar zijn, en ook
niet over de morele onttakeling, die
met name in jeugdcriminaliteit en ze
dendelicten een buitensporige afmeting
aanneemt. De noodklok daarover lulden
heeft In de regel alleen maar tengevol
ge een consolidering van het farizeïsme,
zoiets van: wat slaan wij dan toch nog
een goed figuur! Wij nemen dat laatste
bedoel: zou Mr Castlemaine u het no
dige geld niet willen voorschieten?”
„Ik weet het niet. Mr James schijnt
voorzichtig te worden. En misschien
zal hij nog meer op zijn hoede zijn, nu
hij misschien in ongelegenheid zal ge
raken”.
wel aan. Wij geloven, dat wat dit „goe
de figuur” betreft, de meeste heren wel
heer In het verkeer met anderen zijn,
en dat de meeste dames in figuurlijke
zin maat 42 niet overschrijden. Daar
gaat het dus niet over. Waar het wèl
over gaat is de mateloze interesse-loos-
heid voor alles wat het Koninkrijk Gods
en Zijn gerechtigheid aangaat. Dit is
meteen de grote teleurstelling van tien
jaren. Wij hadden in de „tijd der be
nauwdheid” dure eden gezworen aan
God, aan elkander, en aan onszelf. Wi)
weten dit nog goed. Wij kwamen toen
in barre winters in onverwarmde ker
ken bijeen, waar nu geen sterveling
meer toe te krijgen zou zijn.
Wij beleden daar onze nationale, ker
kelijke en persoonlijke schuld, en zelden
dat het anders zou worden. Het is ook
inderdaad anders geworden, heel anders
zelfs. Alleen maar: niet beter! Integen
deel. De belangstelling voor alles, wat
lets met beginsel en beginselstudie en
beginselstrijd te maken heeft, is tot het
vriespunt gedaald. Het doet er weinig
toe of men zich nu bevindt in de sector
voor „kerk en school”, de politieke
vraagstukken, de christelijke organisa
tie of de christelijke pers. Het nivelle
ringsproces is er overal in dezelfde ma
te binnengetreden. We zijn er niet te
gen, maar we zijn er ook niet voor.
Het raakt ons eenvoudig niet. Er zijn
overal wel een paar handjesvol mensen,
die het vuur proberen warm te houden,
maar er zijn er altijd veel meer, die
er tegenaan trappen, zodat het toch
weer dreigt uit te gaan.
V
Wij schrijven dit niet om maar eens
wat te schrijven. Nog minder om eens
weer de boetprofeet uit te hangen, de
eeuwige pessimist, die nooit eens een
open oog heeft voor het goede dat er
nog is. Wjj hebben daar wel degelijk
oog voor. We laten er ons alleen niet
door in de luren leggen. En wij schrij
ven dit zeer stellig niet, opdat hier en
ginds een lezer met een geeuw en een
zucht van: ’t is me wat tegenwoordig,
de krant zal wegleggen. Zulke verzuch
tingen zijn er in alle tijden geslaakt,
en we zijn er nimmer één steek r%ee
opgeschoten.
Naar onze vaste overtuiging is het
niet-geïnteresseerd-zijn om de diepere
levensvragen de wondeplek in ons
„christelijk leven”. Ondanks, of mis
schien dank zij de economische voor
uitgang, zyn wij terecht gekomen in een
put van geestelijke machteloosheid, die
de grens van de geestelijke aversie na
dert. Alleen als dit ons verontrust en
ons aan het werk zet om én persoon
lijk, èn leder in eigen kring daaruit te
klauteren, is de mogelijkheid gegeven,
dat wij ons na nog eens tien jaar min
der gaan schamen dan nu. Deze termijn
van tien jaar is overigens rijkelijk lang.
ternis. In
Egypte was
en men
voor
was op die plaatsen, waar de Israë
lieten woonden. Zó ongeveer was
het tien jaar geleden in Nederland.
U moet dit natuurlijk niet in dé
tails gaan uitwerken, door een conclu
sie te trekken, dat in het Zuiden van
Nederland de „godvruchtigen” woon
den, en in het midden en Noorden de
„goddelozen”. Dat weet u wel beter.
Maar er liep een grens.
Ten Noorden van die grens, waar de
geallieerde legers, die de bevrijding
kwamen brengen, nog niet doorgedron
gen waren, was het donker. Het was
er erg donker. Benauwder en benau
wender dan in alle voorafgaande bezet
tingsjaren. Het wilde beest, dat in het
pauw gebracht wordt, is dubbel gevaar
lijk. De wesp, die men verjagen wil,
gaat steken.
W(j hebben de scherpe nagels gevoeld
van dit wilde beest, en de giftige ste
ken van de wespen.
De In het nauw gedreven bezettende
macht werd bang, en door die angst
wreed. De S.S.- en S.D.-terreur werd
ondragelljk. De executie-pelotons wa
ren dagelijks in het geweer. De gevan
genissen puilden uit. De razzia’s brach
ten grote bult aan slaven. Het scherpe
zwaard van de honger versloeg z’n dui
zenden.
Dit was de duisternis.
Maar in de Zuidelijke Nederlanden
was het licht gaan gloren. De bevrij
dingslegers voerden de nieuwe dag met
zich mee. Zij werden met gejubel bin
nengehaald. De ontboeiden begrepen
voor het eerst van hun leven wat „vrij
heid” betekende. Dat was vroeger in
ons vrije Nederland een klank geweest
en een leus. Nu kreeg dit geraamte
vlees en bloed. Het werd een levende
werkelijkheid.
Ruim een half jaar later gingen ook
boven de grote rivieren de deuren open
en konden, die het uitgehouden hadden,
weer adem halen, hoewel de vreugde
getemperd was. Daarvoor waren de
wonden te diep en de lege plaatsen van
hen die vielen, te veel. Waar in de Zui
delijke gewesten de hulp Iets eerder
kwam, en September 1944 meer dan
een aanduiding op de kalender bete
kent, kan het niemand verwonderen,
dat wij in September 1954 nog eens de
enkele stappen van tien jaar historie
terugwandelen. In de geest dan, want
In werkelijkheid gaat dit niet.
Als wij ons dan zo te peinzen zetten,
dan heeft het geen zin dat wij elkaar
nog eens gaan vertellen, welk een ver
ademing het toch was, en hoe anders
alles leek opeens.
Wat wij wel bedoelen is, ons te be
zinnen op de vraag of tien jaar bevrij
ding ons metterdaad gebracht hebben,
wat met recht verwacht mocht worden.
Het is natuurlijk niet mogelijk, dat in
één artikel over alle sectoren te bezien.
Wij beschikken trouwens ook niet over
de vereiste deskundigheid, en achten
ons niet bevoegd over verschillende dé
tails een juist oordeel te geven. Wij
moeten ons beperken tot enige algeme
ne opmerkingen, en dan behoeft men
nog geen doorgewinterde pessimist te
zijn om te beweren, dat verreweg de
meeste verwachtingen die tien jaar ge
leden gekoesterd werden, niet in ver
vulling zjjn gegaan.
De vraag, of die verwachtingen des
tijds te hoog gespannen waren of dat
de daarvoor verantwoordelijke personen
en instanties hebben gefaald, blijve hier
onbeantwoord. Wij constateren alleen
de feiten.
Dat de in oorlogs- en bezettingstijd
verkregen toenadering tussen verschil
lende groepen in ons volk zich niet
doorzette, kunnen wij niet betreuren.
Als de gemeenschappelijke nood men
sen van verschillende en soms tegen
overgestelde levensbeschouwing naar
elkander drijft, is daarmee nog geen
diepere eenheid geschapen. In zoverre
de „doorbraak” een dergelijke eenheid
wil suggereren, is dit, gelijk elke sug
gestie, een onwezenlijke en gevaarlijke.
Natuurlijk bejubelen en vertroetelen wij
geen enkele antithese, en wij zouden
niets liever zien dan dat één op Gods
Woord gegronde levensovertuiging heel
ons volk samenbond. Zolang dat niet
zo is, moet men ook niet proberen, be
staande tegenstellingen weg te werken.
In dit opzicht hebben wij geen enkele
verwachting gekoesterd en derhalve
°ok geen enkele teleurstelling beleefd.
Deze teleurstellingen liggen elders.
V
Het Is toch geen te hoog gespannen
verwachting als men aanneemt dat een
volk, dat weet en aan den lijve heeft
gevoeld wat onderdrukking en slavernij
betekent en dat In een weg van bloed
oo tranen z’n vrijheid heeft herkregen,
dat zulk een volk, zeg ik, geen middel
onbeproefd zal laten een broedervolk
ta soortgelijke vrijheden te laten delen.
Zulk een broedervolk is de Republiek
der Zuid-Molukken, waartoe ook het
Ambonese volk behoort.
De rechten, ook aan dit volk onder
dure eden toegekend werden tot nog
toe met voeten getreden. De hun ge
zworen beloften zijn niet gehonoreerd.
De schuld, die wij als Nederlandse volk
hebben, bleef tot op heden onbetaalde
schuld.
j-’e rechten en vrijheden, waarnaar
wij hebben gehijgd, hebben we hun niet
?egund; althans wij hebben niet alles
op alles gezet, om te doen wat wij voor
t'Od en mensen verplicht waren te doen.
Dit is een verschrikkelijk odium dat
°P oag volk rust.
Men behoeft de Oud-Testamentische
Profeten maar te lezen, om te verne
men hoe hoog God dit opneemt. Hij is
et> die het recht der armen en ver-
A.s. Dinsdag des middags zullen H.M.
de Koningin en Z.K.H. de Prins der
Nederlanden met de vier prinsessen
een rijtoer door de binnenstad van
Den Haag maken. In de eerste open
rode landauer, met vier paarden be
spannen, zullen gezeten zijn de Ko
ningin, de Prins en de prinsessen Mar
griet en Marijke, in een tweede met
vier paarden bespannen open rode
landauer zullen de prinsessen Beatrix
en Irene plaats nemen.
De stoet zal de volgende route ne
men (vertrek 3.45 uur): Lange Voor
hout, Tournooiveld, Lange Houtstraat,
Plein, Lange Poten, Spuistraat, Wa
genstraat, Huygensplein, Stationsweg,
Hoefkade, Vaillantlaan, Zuid Binnen
singel, Lijnbaan, Westeinde, Groen
markt, Hoogstraat, Nöordeinde, Heul-
straat, Lange Voorhout.
\TU, in September 1954 denken
wij onwillekeurig terug aan
wat tien jaar geleden, Sep
tember 1944, gebeurde. Het heugt
Ons als de dag van gisteren, maar
het is toch alweer tien jaar geleden.
In zeker opzicht heeft zich toen de
negende plaag van
Ingezonden Mededeling (Adv.)
Onze najaarscollectie in
DAMES- EN
MEISJESMANTELS
is gereed
voor II bij
’s-GRAVENHAGE, 16 September
Een grootse huldiging is gisteren mr
J. J. Hangelbroek ten deel gevallen
bij zijn zilveren jubileum als secretaris
van de Schoolraad en de Unie „Een
school met den Bijbel”.
Zowel de voorzitter van de School
raad, dr G. P. van Itterzon, als de
voorzitter van de Unie, prof. K. Dijk,
hebben in toespraken gewezen op de
grote verdiensten van de jubilaris
voor het christelijk onderwijs. Eerst
genoemde bood aan mevr. Hangel
broek een fruitmand aan, terwijl prof.
Dijk haar een bloemenmand offreer
de.
Twee uur lang kwam een onafge
broken stoet van autoriteiten en de
putaties mr Hangelbroek complimen
teren. Daar waren de ministers van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen en van Verkeer en Waterstaat,
enkele leden van de Eerste en Twee
de Kamer, predikanten en tal van af
gevaardigden van christelijke organi
saties, die op het terrein van het on
derwijs werkzaam zijn.
Mr Hangelbroek heeft ter receptie
een groot aantal geschenken in ont
vangst moeten nemen, want schier al
le deputaties brachten een attentie
voor hem mee. Aan het eind der re
ceptie heeft de jubilaris een hartelijk
dankwoord gesproken.
moet toelaten dat zijn pionnenmeerder
heid op de damevleugel wordt lamge
legd.
25
26. Pe5xd7f
27. Tel—c2
28. Lg2—fl
29. Tc2—c4
30. Lflxc4
Hoewel de witspeler een half uur te
laat in de tournooizaal verscheen, ter
wijl zijn klok intussen aan de gang was
gebracht, blijkt dat thans zijn jeugdige
tegenstander (Panno is jeugdwereld
kampioen) reeds 20 minuten bedenk
tijd meer heeft gebruikt.
30
31. Kgl—fl
32. Le3—b6
33. Lc4xe6
34. Lb6—a5
35. Kfl—e2
36. Ke2—d3
37. a2a3
38. La5—d8
39. a3—a4f
40. Ld8—c7
41. f3—f4
42. Lc7—d8
43. f4xe5
44. h2xg3
Dit is beter dan 44. ef6: wegens 44.
,...gh2: 45. fe7:, hlD 46. e8D, Df3f en
zwart maakt remise door eeuwig
schaak. Ook 45. f7, hlD 46. f8D is on
voldoende omdat zwart nu op el en dl
eeuwig schaak houdt. (Kf3? dan Dfl
dame).
Lf 6 X e5
e7—e6
Le5c3
Lc3e5
Kc5—c6
Kc6—c5
d6—d5
e6xd5
Kc5—c6
Le5c3
Lc3—el
Lel—h4
Lh4—e7
Kc6c5
MIDDELBURG, 16 Sept. In de gemeen
telijke Zweminrichting te Middelburg
werd een groot aantal leerlingen mei
goed gevolg geëxamineerd door de KNZB.
Zjj waren opgeleid door mevrouw Simon-
se-Poerstamper. De examinatoren waren
de heren J. de Jong uit Vlissingen en F.
B. Meyers uit Souburg. De geslaagden:
Diploma I: L. van Loo, I. v. d. Ven, E.
Tevel, E. Jonkheer, N. Bakker, R. de
Bruin, M. Sanstra, A. Sanstra, I. van
Luyk, B. de Leeuw, W. van Halen, 'T.
Bruggeman, N. Roelse, A. Mets, A. van
Boven, I. Cornelisse, H. Dekker, I. Cas-
tel, N. Sturm, W. Fey, S. Verhage, M.
Boone, E. Hendrikse, M. Wisse, T. Gil
lissen, J. Cornelisse, A. de Wit, M. Fuk-
ke, L. Jansen, P. Moens, L. Peene, E.
Meister, C. de Nooyer, R. van Kamer,
A. Dronkers, R. Verspoor, S. den Hollan
der, N. den Hollander, A. Boender, E.
Bueninck, A. Midavaine, N. Dingemanse,
A. Prince, A. de Lange, B. de Leeuw, R.
Luyckx, M. Visser, D. Geuze, R. Rovers,
W. Verhage, W. Labruyere, C. Vader, C.
Moens, B. Geerse, E. Geuze, R. van
Schaik, R. Roelse, A. Rotte, F. Jeske, P.
van Moolenbroek.
Diploma I jongens: W. Roelse, H. Jon-
gepier, P. de Wolff, F. Walraven, A
Booy, S. van Kleven, K. Geuze, A. Ver
schoor, K. Boender, K. de Jager, C. van
Herwijnen, R. Mol, W. Veenhoven, J. de
Lusannet, K. Baan, L. Marijs, F. Doorns,
J. Hoogesteger, P. Wevers, C. de Zut-
ter, J. Sanderse, J. v. d. Ven, B. Ham
ming, D. Vermeulen, B. J. Jonker, W.
Bakker, R. Labruyere, K. Kunst, J. Ul-
tee, H'. J. ter Bak, J. Looise.
Diploma II meisjes: H. Hamming, S.
Oosters, N. van Wiltenburg, N. Bosdijk,
R. Visser, K. van Kleven, I. Barendsen,
J. Vroegop, J. Cornelisse, E. Bueninck,
B. de Leeuw, T. Franse, L. Izeboud, B.
Coolman, C. Castenmiller, L. Heyse, M.
Mesu, L. Jillema, W. van Halen, B. Geer
se, R. Goverse.
Diploma II jongens: R. van Schaik, R.
Roelse, A. Kleyn, J. Boone, W. Roelse,
G. Ossewaarde, A. Ossewaarde, W. Cal-
jouw, L. Geldof, M. Visser, R. Okker, K.
Geuze, K. Boender, H. van Sabben, R.
Fukke, H. van ’t Hof, J. van Helman. L.
Marijs, F. Dooms, J. Hoogesteger, P. We
vers, C. de Zutter, J. v. d. Ven, P. Din
gemanse, K. Baan, D. Boon, J. Cornelisse,
B. Bruggeman, H. Pierhage, J. Ultee, M.
Walraven.
Diploma IV jongens: P. Rotte, H. Goed-
bloed, J. Dirkse.
Diploma VI meisjes: C. Voogd, A. Gel
dof. Diploma VI jongens: W. Verstelle,
A. Bosdijk.
„Naar wie hebt u gevraagd, mijn
heer?”
„Naar Mr Peter Castlemaine. Mij
is gezegd, dat die hier woont”.
„Ja, mijnheer, dat is zo”.
„Is hij thuis? Kan ik hem spreken?”
„Ja, mijnheer, hij is thuis. Ik denk
dat hij in het kantoor aan het werk
is. Ik zal eens gaan vragen, of hij u
te woord kan staan. Mag ik uw
naam?”
„Hier is mijn kaartje. Zeg maar,
dat ik wachten kan, als het ndig is”
De butler bekeek nieuwsgierig het
kaartje, waarop hij las: Anthony
Castlemaine. „Zeker een buitenland-
medegedeeld, hoe alles in elkaar zit?” se neef”, dacht hij. „Zou hij een zoon
trm -i-van mijnheer Basil kunnen zijn?”
vroeg hij zich verwonderd af.
Anthony Castlemaine belde aan de
voordeur, die geopend werd door de
butler Stephen. Deze zag een jonge
vanmorgen bracht mij dat bericht, man voor zich, onmiskenbaar een bui
tenlander, een vreemde. Maar Ste
phen verbeeldde zich toch, dat gelaat
vroeger al eens te hebben gezien.
„Is mijn oom Peter thuis?” vroeg
de vreemdeling met een wonderlijk
accent.
Verbaasd zag Stephen hem aan: bij
zijn weten had de bankier slechts één
neef, namelijk de zoon van de Heer
van Greylands.
AMSTERDAM, 17 Sept. De partij
uit de vierde ronde van de winnaars-
groep Argentinië-Holland tussen (bord
2) wit: H. Donner en zwart: O. Panno
had het volgende beloop:
Konings-Indisch.
1. d2—d4
2. c2—c4
3. g2—g3
4. Lfl—g2
5. Pgl—f3
6. Pbl—c3
7. d4xc5
8. 0—0
9. b2—b3
10. e2—e4!
Voorkomt 10d5. Zwart kan na
een eventueel slaan op e4 niet profite
ren van de opengekomen diagonaal
(h8al) omdat na 11. Pe4: de zwarte
dame aangevallen staat.
10
Nu dreigt 11.
11. Lel—d2
12. Pf3—dl
13. Tal x dl
14. f2—f3
Zwart kan geen goed
voor zijn dame-loper.
15. Pel—c2
16. Pc3—d5
'17. Ld2—e3
18. c4xb5
19. Pd5—b4
20. Pc2xb4
Met de laatste actie’s
damevleugel ge-
14).
Thomas Hill durfde geen ophelde
ring geven, want hij wist niet, hoever
’t geraden was, te zwijgen of te spre
ken. Hij overreedde zijn bezoeker,
naar diens logement terug te gaan en
zeide, de bankier bij hem te zullen
brengen. Hij durfde hem niet naar de
woning van Castlemaine brengen,
waar feest werd gevierd! Daarom
was hü de bankier wezen halen, zo
dat die zijn gasten niet kon ontvan
gen. Het onderhoud in het logement
duurde niet lang, want de bankier
verschoof het tot de volgende dag zeg
gende, dat thuis enkele vrienden hem
wachtten.
De hele morgen had hij nu met Mr
Fosbrook doorgebracht en nu was hij
teruggekomen, moedelozer dan ooit.
„En wat is de uitslag, mijnheer?”
vroeg Thomas Hill.
„Hij wil een paar dagen wachten,
jLicxvi Hill, drie of vier, zegt hij. Misschien
voegen, de minderheid, worden het er vijf of zes. Daarna, als
hij geen tastbare bewijzen heeft, dat
zijn zaken goed staan, zal wachten
Nu gaat de staking de vierde week in. niet langer baten
„En moet dan de storm losbreken?
„Dan moet de storm losbreken”,
herhaalde Castlemaine, toonloos.
„O, maar mijnheer, wat kunnen we
in die paar dagen doen?!”, riep de
boekhouder uit. „Hoegenaamd niets.
U moet langer uitstel zien te krijgen”.
„Dat lukt niet, Hill. Met veel moeite
heb ik enkele dagen gekregen. Ik heb
er zelfs voor moeten liegen”, voegde
hij er zachter aan toe.
„Ziet u een uitweg, mijnheer?”
„Er blijft ons nog één kans open,
maar die is gering. Die laatste specu
latie van mij is goed gelukt; de post
van --‘“’j
Wanneer ik dat geld nu maar tijdig
krijgen kan, is het gevaar voor het
ogenblik afgewend”.
„Maar dan ook voor de toekomst”,
meende Hill.
„Mogelijk wel, het enige wat wij nu
dringend behoeven, is tijd, tijd....”