geen bijkomstigheid.
het landschap
Verzorging
van
het Oosten
MEER GROEN DAN VOORHEEN
OP SCHOUWEN-DUIVELAND!
H
LEIPZIG, de etalage
Herverkaveling biedt uitstekende
nfogelijkheden.
ZEEUWSE RAMPGEBIEDEN KRIJGEN NIEUWE BEPLANTING
is
van
De Evangelische
Wereld Gemeenschap
’s-GRAVENHAGE, 9 Sept. De afdeling
Nederland van de World Evangelical Fel
lowship (Evangelische Wereld Gemeen
schap) is in het conferentie-ooid ,,'t
Brandpunt” te Doorn in eerste gemeen-
schaps-conferentie bijeengeweest.
Installatie van
Voedingsraad
Doel is de vorming van een harmo
nisch ingericht landbouwgebied.
Tholen komt weer in het groen
te liggen.
J)
ZEEUWSCH DAGBLAD
M
en
Ook beplanting in het platte
Schouwen.
van
De Messe, de grootste ontmoeting tussen de
economie van Oost en West
Plant een boom op
Schouwen-Duiveland
Dit keer geen politieke propaganda
De dijken.
Geen tegenstelling.
De grote kans.
De financiële kant van
de zaak,
Technisch eenzijdig.
Het beplantingsplan.
De wegen.
Geen eenvormigheid.
Wind is sterk.
Rond de kreken.
pagina 3
11 September 1954
Zaterdag
genoemd
het
hebben!
Planting
op
Het complex van binnendijken in het
gedeelte Zierikzee, Dreischor, Brou
wershaven, alsmede enige binnendijken
op Duiveland, zullen bij de herbeplan-
ting van het eiland eveneens een be
langrijke rol kunnen vervullen. Deze
dijken lenen zich ervoor om naar ty-
Een typisch Zeeuws beeld, zoals men dat vooral in Zuid-Beveland kan bewonderen:
een met forse bomen beplante djjk. Zo moet het ook in de rampgebieden weer
worden! Foto Staatsbosbeheer.
Op het gebied van de beplanting
geen tegenstelling tussen wat
pisch Zeeuwse trant met meer rijen
bomen te worden beplant.
Uiteraard zal een dergelijke beplanting
volledig rekening houden met de eisen,
die aan deze dijken als eventuele water
keringen worden gesteld. De beplanting
van de dorpen en de stadjes zal eenvou
dig worden gehouden, zoals bij dit land
past. Maar zij zal stijlvoller en daarom
mooier worden dan voorheen.
Het Reconstructierapport van Schou-
wen-Duiveland bevat een apart hoofd
stuk over de landschappelijke verzorging,
dat werd geschreven aan de hand van
een nota, die de heer R. J. Benthem van
Staatsbosbeheer opstelde en waarin dui
delijk wordt gezegd, dat het uitgangs
punt bij de opbouw van het landschap
niet gelegen mag zijn in het streven naar
een restauratie van de vóór de ramp be
staande toestand. Dat gebeurt ook niet bij
het herstel van de landbouw, de water
huishouding, de verbindingen enz. Daar
bij wordt integendeel gestreefd naar op-
Dé grote kans om hiertoe te gera
ken ligt er nu voor de herverkave-
lingsgebieden, waarvar Tholen er één
is. Dit eiland biedt qua ligging, vorm
en indeling in polders uitstekende
mogelijkheden. De beplanting voor en
ook nog na de oorlog was op haar
retour, al moet daaraan onmiddellijk
worden toeg zoegd, dat hier na de
oorlog meer erven dan elders werden
beplant. Maar de nieuwe mogelijk
heden moeten worden uitgebuit.
Het gaat op Schouwen-Duiveland om
de vorming van een harmonisch ingericht
landbouwgebied, waarin de verbindende
en beschuttende elementen van boom en
struik een integrerend onderdeel uitma
ken. Maar deze elementen zullen van
zelfsprekend zodanig worden aange
bracht, dat zjj de agrarische bedrijfsvoe
ring niet zullen hinderen, doch integen
deel bevorderen.
dustriële bedrijven uit het Roergebied
hebben deze keer de stands in Leipzig
Ingericht. Van de 238.000 vierkante me
ter standruimte, waarover Leipzig nu
beschikt, zijn 50.000 door buitenlandse
firma’s gebruikt. Het grootste deel
daarvan komt uit Oostelijke landen,
waaronder ook China, doch de Westelij
ke inzenders hebben hun standruimte
toch ook van 3500 tot 13.000 vierkante
meter vergroot. Het vijfde deel daar
van wordt door Nederlandse firma’s be
zet. De deelname van Westduitse staal
fabrikanten heeft reeds geleld tot on-
derhandelingen over grotere staalleve-
rlngen naar de Sovjetzóne.
Wat de technische prestaties der
Oost-Europese industrie betreft rappor
teren de Westduitse economische bladen
opmerkelijke vooruitgang, die kansen
zou openen om vaste voet op de Wes
telijke markten te krijgen. Het is op
gevallen, dat de Oostelijke landen zelfs
ook als producenten van investerings-
goederen gaan meetellen.
De conclusie van alle beschouwingen
is dan ook, dat Leipzig zjjn betekenis
als marktplaats in vérgaande mate te
rug heeft gewonnen en dat de landen
van het Oostelijke blok hier een belang
rijke stap wil doen naar uitbreiding van
de handel met het Westen, die zij zelf
omwille van economische zowel als van
politieke overwegingen menen nodig te
hebben.
verantwoorde land-
i aan-
i burgers, door polderbesturen en
om de belangrijke vraag hoe wij
straks onze provincie zullen overdragen aan de komende generatie!
4”) tot 50.000 ha worden ontgonnen,
dan is het gedaan. Er is overal een
enorme behoefte aan nieuwe gron
den, doordat de uitbreiding van ste
den en het verkeer iedere zeven jaar
een oppervlakte opslokken als de
Wieringermeer, zo'n 26.000 ha! Wat
ons te doen staat is het land, waarin
wij en straks onze kinderen wonen,
zó te verzorger, dat het een prettig
een goed milieu is.
Ds F. Dresselhuis, Geref. Predikant te
Roermond, secretaris van de afdeling
buitenland, sprak over het onderwerp;
„Heeft de W.E.F. in Nederland recht van
bestaan?" Rev. G. Dolma uit Cambridge
sprak over het „Wereldwijde aspect van
de W.E.F.” De heer J. Kits, directeur van
het Ned. Bijbel Instituut te Doorn en lid
van het Ned. Billy Graham-comité, be
handelde het onderwerp: „Wat heeft Billy
Graham ons te zeggen?” Rev. Lloyd uit
Leicester (Engeland) secretaris van de
Africa Inland Mission, die tevoren 15 jaar
zendeling in China is geweest, vertelde
over zijn dienstreis naar de binnenlanden
van Centraal-Afrika.
Aan de conferentie ging een openbare
getuigenis-samenkomst vooraf, waarin alg
spreker optraden ds T. B. van Houten,
Geref. predikant te Aalsmeer, bestuurslid
van de W.E.F. en direktor Heitmüller uit
Hamburg.
In het bestuur van de W.E.F. werd als
secretaris binnenland, in de plaats van de
heer I. Stap te Amersfoort, gekozen, de
heer D. C. Rietkerk te Amsterdam. In de
plaats van de heer Jac. W. van Voorts
werd gekozen de héér P. D. Bardelmeijer,
hoofd der Herv. School te Noordwijk aan
Zee. De vacature van voorzitter ontstaan
door het overlijden van dr J. A. Neder-
bragt, oud-gezant in Israël, werd nog
niet vervuld.
Een belangrijke vraag bij de herbeplan-
ting van de gebieden, die door het water
werden geteisterd, is die naar de finan
ciën. Een vraag, die zowel bij de parti
culieren als bij de gemeentebesturen
leeft. Wat de erfbeplanting betreft is het
zó„dat men alle inundatieschade vergoed
zal Krijgen. Verder is het de bedoeling
de nieuwe beplanting in herverkavelings-
verband aan te brengen. Momenteel zijn
er al boeren, die zo mogelijk nog dit na
jaar tot herbeplanting willen overgaan.
Zij moeten dan allereerst een door een
deskundige opgesteld beplantingsplan
kunnen overleggen en bovendien moet
worden nagegaan, of deze aanplant ver
antwoord is met het oog op de nieuwe
indeling der gronden en de aanleg van
nieuwe wegen en waterleidingen. Bijna
steeds zal dit wel goed zijn, omdat aan
leg van een weg of een watergang vlak
bij of over het erf van een boerderij zo
veel mogelijk wordt vermeden. Voorlopig
zullen de boeren, die willen planten, dat
zelf moeten betalen, in afwachting van
een regeling, waarbij vergoeding wordt
verleend. Wordt de herverkaveling in de
plannen gekend, dan zullen zich naar al
le waarschijnlijkheid geen moeilijkheden
voordoen.
Wat de gemeenten betreft kan worden
medegedeeld, dat ook deze de herstel-
kosten van hetgeen aan beplanting is ver
loren gegaan vergoed zullen krijgen. Hoe
wel dit nog niet vaststaat mag met vrij
grote zekerheid worden aangenomen, dat
ook voor een eventuele uitbreiding der
beplanting <in nieuwe wijken b.v.) een
belangrijk subsidie zal worden verleend,
indien althans de beplanting van beteke
nis is voor het landschap. In vele gevallen
zal deze subsidiëring geschieden in her-
ver ka velings verband, maar gemeenten,
waarvan de kom niet in ’t herverkave-
lingsblok mocht vallen (op Tholen zal dat
waarschijnlijk binnenkort ’t geval zijn),
behoeven geen vrees te hebben, dat zij
zelf de beplanting geheel zullen moeten
betalen: er zal zeer zeker een speciale
regeling voor komen.
's-GRAVENHAGE, 10 Sept. De minis
ter van Sociale Zaken en Volksgezond
heid, de heer J. G. Suurhoff heeft van
morgen mede namens zijn ambtgenoot
van Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening, in de Lairessezaal in Den Haag,
de nieuwe voedingsraad geïnstalleerd.
Deze raad is bij de Wet op de Voedings
raad van 23 Juni 1952 in het leven ge
roepen ter vervanging van de min of
meei’ officieuse voedingsraad, welke een
commisie uit de Gezondheidsraad was.
ET nieuwe Schouwen-Duiveland moet méér groen krijgen dan vroe
ger! Het eiland heeft dit nodig. Met de grootste zorgvuldigheid is een
voorlopig beplantingsplan opgesteld, dat nog de goedkeuring behoeft
van de Herverkavellngscommissie Zeeland en dat voorziet in een aantrek
kelijke aankleding van tal van wegen en dijken, dat ook aangeeft de be
planting van de dorpen en de stadjes, terwijl het wel vanzelf spreekt, dat
ook de boerderijen, in een krans van groen zullen komen te liggen. Kreken,
die niet gedicht kunnen worden, zullen eveneens van een passende be
planting worden omgeven. Typische komgebieden zullen worden open
gelaten, maar waarschijnlijk toch minder open dan voor de ramp het geval
was. Door een verantwoorde wijze van beplanting zal de onherbergzame
eenzaamheid, die het platte van Schouwen kenmerkte, enigszins worden
afgezwakt. Dat zal ongetwijfeld een verandering geven, vooral voor hen,
die dit gebied goed hebben gekend en die dit vlakke, deze niet door bomen
onderbroken ruimte als typisch voor deze streek waardeerden.
Maar is het niet zó, dat dit platte van Schouwen door een stelsel van
wegbeplantingen tot een meer aanvaardbare schaal zal worden terug
gebracht en als woon- èn werkruimte aanzienlijk in waarde zal kunnen
stijgen?
Het zal, wanneer dit nu niet ge
beurt, menselijker wijze gesproken
weer eeuwen duren, voordat opnieuw
deze bijzondere aandacht aan het
landschap kan worden besteed. Het
eiland kan veel mooier worden ge
maakt dan het was voor de storm
vloed van vorig jaar, met een be
planting langs de wegen en de dijken,
met groene dorpskommen en met
boerderijen, die goed „in het hout”
zitten, met meer of minder brede
windsingels, die huis en grond luwte
geven. Het is bepaald niet de bedoe
ling alle wegen op Tholen van be
planting te voorzien. Dat is - ook niet
gebeurd op Walcheren en het zal
evenmin het geval zijn op Schouwen-
Duiveland.
’t Is moeilijk precies aan te
geven hoeveel de herbeplanting
I van Schouwen-Duiveland zal kos-
ten, maar deskundigen schatten,
dat het benodigde bedrag een
heel stuk boven de één millioen
gulden zal liggen. Voor haar deel
wil de Stichting „Nieuw Schou
wen-Duiveland” hierin bijdra
gen. Vandaar de gelanceerde bo
menactie, waarvoor al heel wat
is ingezameld. Maar, zo zullen
misschien velen vragen, alles wat
verloren is gegaan wordt toch
vergoed? Inderdaad, maar die
vergoeding zal heel vaak niet
voldoende zijn om tot een royale
en fraaie beplanting te komen.
Elders op deze pagina vertellen
wij meer over de regelingen, die
in de maak zijn. Gemeenten krij
gen b.v. subsidie in nieuwe be
plantingen en dat is niet gering.
Maar honderd procent is het niet.
Welnu: het ontbrekende kan uit
het fonds van de bomenactie
worden betaald en nu is het aan
trekkelijke, dat heel Nederland
(en ook het buitenland) kan mee
helpen aan een goede beplanting
van het kale eiland. Naar een
ruwe schatting zal met deze aan
vullende beplanting drie tot vier
ton zijn gemoeid. En dat geld
moet er komen! Het gironummer
van de Stichting is 1384 en een
boom „kost” een rijksdaalder.
“’doaonJafSCheidin8‘ &eschiedde vroeger door het planten van hagen, heel vaak
•omantfc h T°en deze hagen niet voldoende werden onderhouden, ontstond dit
c e beeld: hier en daar een „pluk”. Zo moet het toch niet meer worden!
Foto Staatsbosbeheer.
matisch werd er geplant en werd de aanplant onderhouden!
Er zijn zeker oorzaken aan te geven
waarom het nu anders is. Eén der
voornaamste is ongetwijfeld de ma
terialistische geest, die over de mens
heid is gekomen. En dan is er de be
volkingsdruk, die het noodzakeljjk
maakt, dat mooie landschappen wor
den opgeofferd aan de uitbreiding
van steden en dorpen. Het verkeer
gaat steeds meer eisen steller en wij
zjjn allen onder de bekoring gekomen
van de techniek, waardoor wij het
grote gevaar lopen allerlei dingen,
die een ideële waarde vertegenwoor
digen, voorbij te zien.
In de verhoudingen en omstan
digheden van onze moderne tijd is
het daarom hoe langer hoe meer
noodzakelijk ook het landschap naar
een vast bestek en wel doordacht
te verzorgen.
Tegen deze achtergrond stelde de
heer R. J. Benthem, Landschapscon-
sulent van Staatsbosbeheer, al het
geen moet gebeuren om in de ramp
gebieden weer een mooi en zinvol
landschap te scheppen, toen hij vorige
week in Sint Mr^rtensdijk het één
en ander kwam vertellen over de
plannen, die op stapel staan. Als een
andere oorzaak van de geringe belang
stelling voor deze materie zag hij ook
een gebrek aan voorlichting tot voor
een aantal jaren. Toen de kunstmest
haar intrede deed brak eigenlijk een
nieuwe periode aan voor het platte
land. Vele boeren gingen technisch
eenzijdig de vraagstukken bezien en
verloren hetgeen zij „bijkomstig” von
den uit het oog.
Nu grote gebieden een volkomen
ander „gelaat” zullen krijgen mag
deze verandering niet alleen uit land-
bouwtechnisch oogpunt worden beke
ken. Gelukkig wil vandaag aan de
dag niemand dit eigenlijk meer. Er
aal in Zeeland geen enkele boer
wonen, die het gras tot zijn deur laat
troeien en lie geen heg en geen
struik op zijn erf en zijn kavel wil
TT ET is, wanneer men de aankleding van het landschap wat nader be-
H schouwt, wel merkwaardig te constateren, dat het zo heel anders ligt
1* dan vroeger. Toen was die aankleding helemaal geen probleem. Dat
is nu wel enigszins anders. Vroeger had de landbouwende bevolking als
het ware een aangeboren zin voor de boom en de struik. Was er een
boerderij zonder beplanting denkbaar? Wie herinnert zich niet van oude
prenten de wegen en weggetjes met aan beide kanten groen? Bijna auto-
reservaat en pleisterplaats voor trek- en
broedvogels, terwijl de omgeving van de
kreken van beplanting kan worden
voorzien. Walcheren levert van één en
ander mooie voorbeelden.
Dat het herstel van vernielde of bescha
digde landgoederen, bosjes, eendenkooien
enz. niet achterwege mag blijven, ligt
voor de hand.
Het beplantingsplan voor het eiland is
in hoofdzaak gebaseerd op de bjj de bo-
demkartering verkregen gegevens en wat
de détaillering betreft op het vast te stel
len plan van wegen en waterlopen. Ook
de gegevens met betrekking tot het te
verwachten grondgebruik, het projecte
ren van fruitteelt- en tuinbouwgebieden
en de ligging van de akkercomplexen be
palen mede de opzet van dit plan. Na de
oorlog werd er al een landschapsplan
voor Schouwen-Duiveland opgesteld.
Voor een deel is dit uitgevoerd, maar
door de zeer beperkte mogelijkheden, die
het oude wegennet bood en door het feit,
dat niet alle gemeentebesturen tot uit
voering bereid bleken, was men van een
doeltreffende verzorging van het land
schap nog ver verwijderd. In en rond
Zierikzee en Zonnemaire zag het er met
de beplanting al heel wat florissanter uit,
maar in andere plaatsen was er nog niets
gebeurd. De ruilverkavelingen v. Schelp-
hoek en de Vier Bannen boden gunsti
ger perspectieven, maar voordat tot het
aanbrengen der beplanting kon worden
overgegaan kwam het water.
De maatregelen tot een doelmatige her
beplanting zullen allereerst moeten be
staan uit een passende beplanting van de
daarvoor in aanmerking komende delen
van het wegennet. Zo’n beplanting slaagt
in het algemeen alleen, wanneer zjj uit
jong materiaal bestaat en in singels of
stroken wordt aangebracht. Daarvoor is
een wat grotere bermbreedte noodzakeljjk
dan in de minder winderige gebieden.
Speciaal ten Westen van de Schouwse djjk
zal deze beplanting nodig zjjn.
De op de stroom- of haaigrond gelegen
wegen komen allereerst voor een wind-
kerende beplanting in aanmerking. Daar-
bij moet onderscheid worden gemaakt
tussen gewone landwegen en verbindin
gen voor het interlocale verkeer, die zich
door hun ruimere opzet meer voor een
tweezijdige boombeplanting lenen, waar
nodig gesteund door struikbeplanting.
Een verdere nuancering in het land
schapsbeeld zal worden verkregen door
enkele van de meest kenmerkende cen
traal gelegen komgedeelten vrij van weg-
beplanting te houden.
onderzoekingen gaande. En
hout heeft ook bedrijfswaarde.
Er is vaak sprake, zo zei de heer
Benthem, van een tegenstelling tus
sen de boerenstand en hen, die voor
het behoud van het natuurschoon
op de bres staan, maar deze tegen
stelling is niet alleen ongewenst,
doch ook onnodig.
Wij zijn er allen van overtuigd, dat
wij zeer critisch moeten staan tegen
over het gebruik van de grond in ons
land, dat nog maar 200.000 ha woes-
Tholen! Er werd dan ook aangedron-
gen op het planten van meer boom
soorten dan alleen de populier en als
zodanig werden genoemd wilgen,
abelen, essen enz.
Uit het antwoord bleek wel. dat het
zeker niet de bedoeling is met slechts
één boomsoort te werken, maar dat
de nieuwe beplanting van Tholen
meervormig zal zijn.
„Wij halen het niet alleen met
bomen”, zo zei de heer Benthem,
„maar hebben ook struiken nodig
om het klimaat gunstig te beïn
vloeden!”
bestaat g o
®en het technische en het functionele
tou kunnen noemen. Een goede be-
van wegen en boerderijen
etreelt niet alleen het gemoed en het
maar heeft ook een niet te loo
chenen functie. O.m. dient zij als een
windkering, die niet gemist kan wor-
hen. Voor heel wat cultures is al uit-
«wiaakt, dat een windkering de op- mij «vxu, ------ -v
hengsten niet onaanzienlijk doet toe- lossingen, die in overeenstemming zijn
nemen en on dit punt zijn verdere met hedendaagse behoeften en inzichten.
was ook gebleken, dat
allerminst populair is op
Het is zeker interessant te horen,
hoe de mensen van Tholen zelf over
één en ander denken. Ir M. A. Geuze
vertelde er wat van na de causerie
van de heer Benthem. In de sub
commissie voor dit herverkavelings-
gebied kwamen verschillende menin
gen naar voren.
Eén daarvan was, dat het allereerst
gewenst is de dijken te beplanten,
zoals dat ook vroeger het geval was.
iauu, aar nog maar zuu.vvu m: woes- En dan was ook gebleken, dat de
te grond bezit. Daarvan kan slechts populier
BONN, 10 Sept. De Leipziger Messe van dit jaar wordt in de Westduitse
pers algemeen aangemerkt als een toonbeeld van gestegen productievermogen
van Oostduitsland en andere landen van het Oostelijke blok en als een bewjjs,
dat de Oosteljjke landen er thans Inderdaad naar streven tot een Intensievere
handel met het Westen te komen. In de Westduitse pers vindt men de beurs
van Leipzig thans aangemerkt als de belangwekkendste industriële uitstalling
van het Oosten sedert het einde van de oorlog. In tegenstelling tot vorige jaren
toen men eerder van een tentoonstelling dan wel van een echte verkoopsbeurs
sprak, worden thans massieve Impulsen voor de handel tussen Oost en West
van Leipzig verwacht.
Dat wordt niet alleen toegeschreven
aan de veel sterkere indruk, die de Oos
telijke industrie op deze beurs maakt In
vergelijking met In voorgaande jaren,
doch ook aan de gestegen belangstel
ling, die vanuit Westelijke landen in
Leipzig aan de dag gelegd wordt.
Voornamelijk uit Westdultsland, En
geland, Frankrijk, Nederland en België
wordt een grote belangstelling voor de
Messe getoond. Het aantal bezoekers
uit deze landen is veel groter dan ooit
sedert Leipzig de étalage der Oostelijke
industrie is geworden. Ook de inzen
dingen uit deze landen zijn sterk toe
genomen.
Men spreekt dan ook van de meest
omvattende ontmoetingen tussen de
economie van het Oosten en het Wes
ten sedert 1945. Daarbjj wordt er in alle
correspondenties uit Moskou nadruk op
gelegd, dat bjj deze ontmoeting deze
keer politieke toespelingen zoveel mo-
geljjk werden vermeden. Opgevallen is
bjjvoorbeeld, dat de Oostduitse minister
president, dr Grotewohl, bij de opening
niet de gebruikelijke politieke leuzen
tegen het Westen heeft afgevuurd, doch
voornamelijk heeft gesproken over de
bemiddelende invloed, die naar zjjn op
vatting van de handel tussen Oost en
West zou kunnen uitgaan op de poli
tieke spanningen.
Ook de gehele entourage van de Mes
se vertoont volgens de berichten uit
Leipzig weinig sporen van rechtstreekse
politieke propaganda.
Niet alleen in aantal, doch vooral ook
in betekenis zjjn de Westelijke bezoe
kers toegenomen. Vooraanstaande m-
Vooral in een gebied als Schouwen-
Duiveland spelen de klimatologische fac
toren een belangrijke rol. De wind neemt
een overheersende plaats in en wanneer
gelet wordt op de ervaringen elders moet
worden aangenomen, dat de invloed van
de wind op de groei en de opbrengst der
gewassen van grote betekenis is.
Daarom spreekt het vanzelf, dat het
verschaffen van meer luwte en het be
vorderen van een gunstiger locaal kli
maat zeker ten goede zal komen aan de
exploitatie van het land.
Maar niet alleen de landbouwkundige
aspecten dwingen tot een stelselmatige
opbouw van het landschap: ook de be
woonbaarheid van het eiland zal toene
men, wanneer de al te grote windbezwa-
ren worden ondervangen. Het verblijf van
de bewoners op de boerderijen, de land
wegen en de akkers zal aangenamer wor
den. En een milder klimaat met een aan
trekkelijker landschap zal uiteindelijk
ook de recreatie en het vreemdelingenbe-
zoek stimuleren.
Het natuurleven van Schouwen had
door de aanwezigheid van vogelrijke inla
gen, eendenkooien en karrevelden langs
de Ooster-Schelde algemene bekendheid
verworven. Veel kan daarvan worden I
afgeschreven.
Maar er zjjn door de ramp andere mo- I
geljjkheden ontstaan. Zo kunnen kreek-1
gedeelten worden bestemd tot waterwild- j
fiEN ramp kwam over het land. Zij vernielde de grond en alles
H wat daarop stond. Bomen en struiken werden ontworteld door
D de kracht van het water. Alles wat bleef staan was dood. Het
landschap was onttakeld en geruïneerd. De boerenerven hadden hun
omkransing van groen verloren, de wegen slingerden zich als vale
jinten door een grauw landschap. zonder enige schaduw van boom en
struik. In de dorpskommen was, toen het water werd verjaagd, geen
plantsoen meer te vinden. Nu is overal op de eilanden, waar de dijken
doorbraken, het herstel aan de gang. Op Schouwen-Duiveland, op
Tholen, in de zak van Zuid-Beveland en bij Waarde. Alle nadruk valt
op het landbouwkundige herstel en dat is goed: de grond moet weer
vruchtbaar worden gemaakt en zo worden ingedeeld, dat er het groot
ste rendement van mag worden verwacht. Er zal niemand zijn, die het#
anders wil. maar wij zijn er niet helemaal gerust op, dat ieder ook
zo overtuigd is van de noodzaak dezelfde aandacht te besteden aan
het landschap. Aan de bomen langs de wegen en bij de boerderijen,
aan de struiken en de planten in de dorpsplantsoenen. Laat niemand
zich vergissen: een landstreek zonder beplanting is doods en eentonig.
Het deprimeert de geest van de mensen, die er moeten wonen en
werken. En daarom moet de mogelijkheid, die nu in de herverkave-
lingsgebieden wordt geboden om tot een goede en
schappelijke verzorging te geraken, met beide handen worden
gegrepen. Door gemeentebesturen en
boeren! Want het gaat daarbij óók