geen bijkomstigheid. het landschap Verzorging van het Oosten MEER GROEN DAN VOORHEEN OP SCHOUWEN-DUIVELAND! H LEIPZIG, de etalage Herverkaveling biedt uitstekende nfogelijkheden. ZEEUWSE RAMPGEBIEDEN KRIJGEN NIEUWE BEPLANTING is van De Evangelische Wereld Gemeenschap ’s-GRAVENHAGE, 9 Sept. De afdeling Nederland van de World Evangelical Fel lowship (Evangelische Wereld Gemeen schap) is in het conferentie-ooid ,,'t Brandpunt” te Doorn in eerste gemeen- schaps-conferentie bijeengeweest. Installatie van Voedingsraad Doel is de vorming van een harmo nisch ingericht landbouwgebied. Tholen komt weer in het groen te liggen. J) ZEEUWSCH DAGBLAD M en Ook beplanting in het platte Schouwen. van De Messe, de grootste ontmoeting tussen de economie van Oost en West Plant een boom op Schouwen-Duiveland Dit keer geen politieke propaganda De dijken. Geen tegenstelling. De grote kans. De financiële kant van de zaak, Technisch eenzijdig. Het beplantingsplan. De wegen. Geen eenvormigheid. Wind is sterk. Rond de kreken. pagina 3 11 September 1954 Zaterdag genoemd het hebben! Planting op Het complex van binnendijken in het gedeelte Zierikzee, Dreischor, Brou wershaven, alsmede enige binnendijken op Duiveland, zullen bij de herbeplan- ting van het eiland eveneens een be langrijke rol kunnen vervullen. Deze dijken lenen zich ervoor om naar ty- Een typisch Zeeuws beeld, zoals men dat vooral in Zuid-Beveland kan bewonderen: een met forse bomen beplante djjk. Zo moet het ook in de rampgebieden weer worden! Foto Staatsbosbeheer. Op het gebied van de beplanting geen tegenstelling tussen wat pisch Zeeuwse trant met meer rijen bomen te worden beplant. Uiteraard zal een dergelijke beplanting volledig rekening houden met de eisen, die aan deze dijken als eventuele water keringen worden gesteld. De beplanting van de dorpen en de stadjes zal eenvou dig worden gehouden, zoals bij dit land past. Maar zij zal stijlvoller en daarom mooier worden dan voorheen. Het Reconstructierapport van Schou- wen-Duiveland bevat een apart hoofd stuk over de landschappelijke verzorging, dat werd geschreven aan de hand van een nota, die de heer R. J. Benthem van Staatsbosbeheer opstelde en waarin dui delijk wordt gezegd, dat het uitgangs punt bij de opbouw van het landschap niet gelegen mag zijn in het streven naar een restauratie van de vóór de ramp be staande toestand. Dat gebeurt ook niet bij het herstel van de landbouw, de water huishouding, de verbindingen enz. Daar bij wordt integendeel gestreefd naar op- Dé grote kans om hiertoe te gera ken ligt er nu voor de herverkave- lingsgebieden, waarvar Tholen er één is. Dit eiland biedt qua ligging, vorm en indeling in polders uitstekende mogelijkheden. De beplanting voor en ook nog na de oorlog was op haar retour, al moet daaraan onmiddellijk worden toeg zoegd, dat hier na de oorlog meer erven dan elders werden beplant. Maar de nieuwe mogelijk heden moeten worden uitgebuit. Het gaat op Schouwen-Duiveland om de vorming van een harmonisch ingericht landbouwgebied, waarin de verbindende en beschuttende elementen van boom en struik een integrerend onderdeel uitma ken. Maar deze elementen zullen van zelfsprekend zodanig worden aange bracht, dat zjj de agrarische bedrijfsvoe ring niet zullen hinderen, doch integen deel bevorderen. dustriële bedrijven uit het Roergebied hebben deze keer de stands in Leipzig Ingericht. Van de 238.000 vierkante me ter standruimte, waarover Leipzig nu beschikt, zijn 50.000 door buitenlandse firma’s gebruikt. Het grootste deel daarvan komt uit Oostelijke landen, waaronder ook China, doch de Westelij ke inzenders hebben hun standruimte toch ook van 3500 tot 13.000 vierkante meter vergroot. Het vijfde deel daar van wordt door Nederlandse firma’s be zet. De deelname van Westduitse staal fabrikanten heeft reeds geleld tot on- derhandelingen over grotere staalleve- rlngen naar de Sovjetzóne. Wat de technische prestaties der Oost-Europese industrie betreft rappor teren de Westduitse economische bladen opmerkelijke vooruitgang, die kansen zou openen om vaste voet op de Wes telijke markten te krijgen. Het is op gevallen, dat de Oostelijke landen zelfs ook als producenten van investerings- goederen gaan meetellen. De conclusie van alle beschouwingen is dan ook, dat Leipzig zjjn betekenis als marktplaats in vérgaande mate te rug heeft gewonnen en dat de landen van het Oostelijke blok hier een belang rijke stap wil doen naar uitbreiding van de handel met het Westen, die zij zelf omwille van economische zowel als van politieke overwegingen menen nodig te hebben. verantwoorde land- i aan- i burgers, door polderbesturen en om de belangrijke vraag hoe wij straks onze provincie zullen overdragen aan de komende generatie! 4”) tot 50.000 ha worden ontgonnen, dan is het gedaan. Er is overal een enorme behoefte aan nieuwe gron den, doordat de uitbreiding van ste den en het verkeer iedere zeven jaar een oppervlakte opslokken als de Wieringermeer, zo'n 26.000 ha! Wat ons te doen staat is het land, waarin wij en straks onze kinderen wonen, zó te verzorger, dat het een prettig een goed milieu is. Ds F. Dresselhuis, Geref. Predikant te Roermond, secretaris van de afdeling buitenland, sprak over het onderwerp; „Heeft de W.E.F. in Nederland recht van bestaan?" Rev. G. Dolma uit Cambridge sprak over het „Wereldwijde aspect van de W.E.F.” De heer J. Kits, directeur van het Ned. Bijbel Instituut te Doorn en lid van het Ned. Billy Graham-comité, be handelde het onderwerp: „Wat heeft Billy Graham ons te zeggen?” Rev. Lloyd uit Leicester (Engeland) secretaris van de Africa Inland Mission, die tevoren 15 jaar zendeling in China is geweest, vertelde over zijn dienstreis naar de binnenlanden van Centraal-Afrika. Aan de conferentie ging een openbare getuigenis-samenkomst vooraf, waarin alg spreker optraden ds T. B. van Houten, Geref. predikant te Aalsmeer, bestuurslid van de W.E.F. en direktor Heitmüller uit Hamburg. In het bestuur van de W.E.F. werd als secretaris binnenland, in de plaats van de heer I. Stap te Amersfoort, gekozen, de heer D. C. Rietkerk te Amsterdam. In de plaats van de heer Jac. W. van Voorts werd gekozen de héér P. D. Bardelmeijer, hoofd der Herv. School te Noordwijk aan Zee. De vacature van voorzitter ontstaan door het overlijden van dr J. A. Neder- bragt, oud-gezant in Israël, werd nog niet vervuld. Een belangrijke vraag bij de herbeplan- ting van de gebieden, die door het water werden geteisterd, is die naar de finan ciën. Een vraag, die zowel bij de parti culieren als bij de gemeentebesturen leeft. Wat de erfbeplanting betreft is het zó„dat men alle inundatieschade vergoed zal Krijgen. Verder is het de bedoeling de nieuwe beplanting in herverkavelings- verband aan te brengen. Momenteel zijn er al boeren, die zo mogelijk nog dit na jaar tot herbeplanting willen overgaan. Zij moeten dan allereerst een door een deskundige opgesteld beplantingsplan kunnen overleggen en bovendien moet worden nagegaan, of deze aanplant ver antwoord is met het oog op de nieuwe indeling der gronden en de aanleg van nieuwe wegen en waterleidingen. Bijna steeds zal dit wel goed zijn, omdat aan leg van een weg of een watergang vlak bij of over het erf van een boerderij zo veel mogelijk wordt vermeden. Voorlopig zullen de boeren, die willen planten, dat zelf moeten betalen, in afwachting van een regeling, waarbij vergoeding wordt verleend. Wordt de herverkaveling in de plannen gekend, dan zullen zich naar al le waarschijnlijkheid geen moeilijkheden voordoen. Wat de gemeenten betreft kan worden medegedeeld, dat ook deze de herstel- kosten van hetgeen aan beplanting is ver loren gegaan vergoed zullen krijgen. Hoe wel dit nog niet vaststaat mag met vrij grote zekerheid worden aangenomen, dat ook voor een eventuele uitbreiding der beplanting <in nieuwe wijken b.v.) een belangrijk subsidie zal worden verleend, indien althans de beplanting van beteke nis is voor het landschap. In vele gevallen zal deze subsidiëring geschieden in her- ver ka velings verband, maar gemeenten, waarvan de kom niet in ’t herverkave- lingsblok mocht vallen (op Tholen zal dat waarschijnlijk binnenkort ’t geval zijn), behoeven geen vrees te hebben, dat zij zelf de beplanting geheel zullen moeten betalen: er zal zeer zeker een speciale regeling voor komen. 's-GRAVENHAGE, 10 Sept. De minis ter van Sociale Zaken en Volksgezond heid, de heer J. G. Suurhoff heeft van morgen mede namens zijn ambtgenoot van Landbouw, Visserij en Voedselvoor ziening, in de Lairessezaal in Den Haag, de nieuwe voedingsraad geïnstalleerd. Deze raad is bij de Wet op de Voedings raad van 23 Juni 1952 in het leven ge roepen ter vervanging van de min of meei’ officieuse voedingsraad, welke een commisie uit de Gezondheidsraad was. ET nieuwe Schouwen-Duiveland moet méér groen krijgen dan vroe ger! Het eiland heeft dit nodig. Met de grootste zorgvuldigheid is een voorlopig beplantingsplan opgesteld, dat nog de goedkeuring behoeft van de Herverkavellngscommissie Zeeland en dat voorziet in een aantrek kelijke aankleding van tal van wegen en dijken, dat ook aangeeft de be planting van de dorpen en de stadjes, terwijl het wel vanzelf spreekt, dat ook de boerderijen, in een krans van groen zullen komen te liggen. Kreken, die niet gedicht kunnen worden, zullen eveneens van een passende be planting worden omgeven. Typische komgebieden zullen worden open gelaten, maar waarschijnlijk toch minder open dan voor de ramp het geval was. Door een verantwoorde wijze van beplanting zal de onherbergzame eenzaamheid, die het platte van Schouwen kenmerkte, enigszins worden afgezwakt. Dat zal ongetwijfeld een verandering geven, vooral voor hen, die dit gebied goed hebben gekend en die dit vlakke, deze niet door bomen onderbroken ruimte als typisch voor deze streek waardeerden. Maar is het niet zó, dat dit platte van Schouwen door een stelsel van wegbeplantingen tot een meer aanvaardbare schaal zal worden terug gebracht en als woon- èn werkruimte aanzienlijk in waarde zal kunnen stijgen? Het zal, wanneer dit nu niet ge beurt, menselijker wijze gesproken weer eeuwen duren, voordat opnieuw deze bijzondere aandacht aan het landschap kan worden besteed. Het eiland kan veel mooier worden ge maakt dan het was voor de storm vloed van vorig jaar, met een be planting langs de wegen en de dijken, met groene dorpskommen en met boerderijen, die goed „in het hout” zitten, met meer of minder brede windsingels, die huis en grond luwte geven. Het is bepaald niet de bedoe ling alle wegen op Tholen van be planting te voorzien. Dat is - ook niet gebeurd op Walcheren en het zal evenmin het geval zijn op Schouwen- Duiveland. ’t Is moeilijk precies aan te geven hoeveel de herbeplanting I van Schouwen-Duiveland zal kos- ten, maar deskundigen schatten, dat het benodigde bedrag een heel stuk boven de één millioen gulden zal liggen. Voor haar deel wil de Stichting „Nieuw Schou wen-Duiveland” hierin bijdra gen. Vandaar de gelanceerde bo menactie, waarvoor al heel wat is ingezameld. Maar, zo zullen misschien velen vragen, alles wat verloren is gegaan wordt toch vergoed? Inderdaad, maar die vergoeding zal heel vaak niet voldoende zijn om tot een royale en fraaie beplanting te komen. Elders op deze pagina vertellen wij meer over de regelingen, die in de maak zijn. Gemeenten krij gen b.v. subsidie in nieuwe be plantingen en dat is niet gering. Maar honderd procent is het niet. Welnu: het ontbrekende kan uit het fonds van de bomenactie worden betaald en nu is het aan trekkelijke, dat heel Nederland (en ook het buitenland) kan mee helpen aan een goede beplanting van het kale eiland. Naar een ruwe schatting zal met deze aan vullende beplanting drie tot vier ton zijn gemoeid. En dat geld moet er komen! Het gironummer van de Stichting is 1384 en een boom „kost” een rijksdaalder. “’doaonJafSCheidin8‘ &eschiedde vroeger door het planten van hagen, heel vaak •omantfc h T°en deze hagen niet voldoende werden onderhouden, ontstond dit c e beeld: hier en daar een „pluk”. Zo moet het toch niet meer worden! Foto Staatsbosbeheer. matisch werd er geplant en werd de aanplant onderhouden! Er zijn zeker oorzaken aan te geven waarom het nu anders is. Eén der voornaamste is ongetwijfeld de ma terialistische geest, die over de mens heid is gekomen. En dan is er de be volkingsdruk, die het noodzakeljjk maakt, dat mooie landschappen wor den opgeofferd aan de uitbreiding van steden en dorpen. Het verkeer gaat steeds meer eisen steller en wij zjjn allen onder de bekoring gekomen van de techniek, waardoor wij het grote gevaar lopen allerlei dingen, die een ideële waarde vertegenwoor digen, voorbij te zien. In de verhoudingen en omstan digheden van onze moderne tijd is het daarom hoe langer hoe meer noodzakelijk ook het landschap naar een vast bestek en wel doordacht te verzorgen. Tegen deze achtergrond stelde de heer R. J. Benthem, Landschapscon- sulent van Staatsbosbeheer, al het geen moet gebeuren om in de ramp gebieden weer een mooi en zinvol landschap te scheppen, toen hij vorige week in Sint Mr^rtensdijk het één en ander kwam vertellen over de plannen, die op stapel staan. Als een andere oorzaak van de geringe belang stelling voor deze materie zag hij ook een gebrek aan voorlichting tot voor een aantal jaren. Toen de kunstmest haar intrede deed brak eigenlijk een nieuwe periode aan voor het platte land. Vele boeren gingen technisch eenzijdig de vraagstukken bezien en verloren hetgeen zij „bijkomstig” von den uit het oog. Nu grote gebieden een volkomen ander „gelaat” zullen krijgen mag deze verandering niet alleen uit land- bouwtechnisch oogpunt worden beke ken. Gelukkig wil vandaag aan de dag niemand dit eigenlijk meer. Er aal in Zeeland geen enkele boer wonen, die het gras tot zijn deur laat troeien en lie geen heg en geen struik op zijn erf en zijn kavel wil TT ET is, wanneer men de aankleding van het landschap wat nader be- H schouwt, wel merkwaardig te constateren, dat het zo heel anders ligt 1* dan vroeger. Toen was die aankleding helemaal geen probleem. Dat is nu wel enigszins anders. Vroeger had de landbouwende bevolking als het ware een aangeboren zin voor de boom en de struik. Was er een boerderij zonder beplanting denkbaar? Wie herinnert zich niet van oude prenten de wegen en weggetjes met aan beide kanten groen? Bijna auto- reservaat en pleisterplaats voor trek- en broedvogels, terwijl de omgeving van de kreken van beplanting kan worden voorzien. Walcheren levert van één en ander mooie voorbeelden. Dat het herstel van vernielde of bescha digde landgoederen, bosjes, eendenkooien enz. niet achterwege mag blijven, ligt voor de hand. Het beplantingsplan voor het eiland is in hoofdzaak gebaseerd op de bjj de bo- demkartering verkregen gegevens en wat de détaillering betreft op het vast te stel len plan van wegen en waterlopen. Ook de gegevens met betrekking tot het te verwachten grondgebruik, het projecte ren van fruitteelt- en tuinbouwgebieden en de ligging van de akkercomplexen be palen mede de opzet van dit plan. Na de oorlog werd er al een landschapsplan voor Schouwen-Duiveland opgesteld. Voor een deel is dit uitgevoerd, maar door de zeer beperkte mogelijkheden, die het oude wegennet bood en door het feit, dat niet alle gemeentebesturen tot uit voering bereid bleken, was men van een doeltreffende verzorging van het land schap nog ver verwijderd. In en rond Zierikzee en Zonnemaire zag het er met de beplanting al heel wat florissanter uit, maar in andere plaatsen was er nog niets gebeurd. De ruilverkavelingen v. Schelp- hoek en de Vier Bannen boden gunsti ger perspectieven, maar voordat tot het aanbrengen der beplanting kon worden overgegaan kwam het water. De maatregelen tot een doelmatige her beplanting zullen allereerst moeten be staan uit een passende beplanting van de daarvoor in aanmerking komende delen van het wegennet. Zo’n beplanting slaagt in het algemeen alleen, wanneer zjj uit jong materiaal bestaat en in singels of stroken wordt aangebracht. Daarvoor is een wat grotere bermbreedte noodzakeljjk dan in de minder winderige gebieden. Speciaal ten Westen van de Schouwse djjk zal deze beplanting nodig zjjn. De op de stroom- of haaigrond gelegen wegen komen allereerst voor een wind- kerende beplanting in aanmerking. Daar- bij moet onderscheid worden gemaakt tussen gewone landwegen en verbindin gen voor het interlocale verkeer, die zich door hun ruimere opzet meer voor een tweezijdige boombeplanting lenen, waar nodig gesteund door struikbeplanting. Een verdere nuancering in het land schapsbeeld zal worden verkregen door enkele van de meest kenmerkende cen traal gelegen komgedeelten vrij van weg- beplanting te houden. onderzoekingen gaande. En hout heeft ook bedrijfswaarde. Er is vaak sprake, zo zei de heer Benthem, van een tegenstelling tus sen de boerenstand en hen, die voor het behoud van het natuurschoon op de bres staan, maar deze tegen stelling is niet alleen ongewenst, doch ook onnodig. Wij zijn er allen van overtuigd, dat wij zeer critisch moeten staan tegen over het gebruik van de grond in ons land, dat nog maar 200.000 ha woes- Tholen! Er werd dan ook aangedron- gen op het planten van meer boom soorten dan alleen de populier en als zodanig werden genoemd wilgen, abelen, essen enz. Uit het antwoord bleek wel. dat het zeker niet de bedoeling is met slechts één boomsoort te werken, maar dat de nieuwe beplanting van Tholen meervormig zal zijn. „Wij halen het niet alleen met bomen”, zo zei de heer Benthem, „maar hebben ook struiken nodig om het klimaat gunstig te beïn vloeden!” bestaat g o ®en het technische en het functionele tou kunnen noemen. Een goede be- van wegen en boerderijen etreelt niet alleen het gemoed en het maar heeft ook een niet te loo chenen functie. O.m. dient zij als een windkering, die niet gemist kan wor- hen. Voor heel wat cultures is al uit- «wiaakt, dat een windkering de op- mij «vxu, ------ -v hengsten niet onaanzienlijk doet toe- lossingen, die in overeenstemming zijn nemen en on dit punt zijn verdere met hedendaagse behoeften en inzichten. was ook gebleken, dat allerminst populair is op Het is zeker interessant te horen, hoe de mensen van Tholen zelf over één en ander denken. Ir M. A. Geuze vertelde er wat van na de causerie van de heer Benthem. In de sub commissie voor dit herverkavelings- gebied kwamen verschillende menin gen naar voren. Eén daarvan was, dat het allereerst gewenst is de dijken te beplanten, zoals dat ook vroeger het geval was. iauu, aar nog maar zuu.vvu m: woes- En dan was ook gebleken, dat de te grond bezit. Daarvan kan slechts populier BONN, 10 Sept. De Leipziger Messe van dit jaar wordt in de Westduitse pers algemeen aangemerkt als een toonbeeld van gestegen productievermogen van Oostduitsland en andere landen van het Oostelijke blok en als een bewjjs, dat de Oosteljjke landen er thans Inderdaad naar streven tot een Intensievere handel met het Westen te komen. In de Westduitse pers vindt men de beurs van Leipzig thans aangemerkt als de belangwekkendste industriële uitstalling van het Oosten sedert het einde van de oorlog. In tegenstelling tot vorige jaren toen men eerder van een tentoonstelling dan wel van een echte verkoopsbeurs sprak, worden thans massieve Impulsen voor de handel tussen Oost en West van Leipzig verwacht. Dat wordt niet alleen toegeschreven aan de veel sterkere indruk, die de Oos telijke industrie op deze beurs maakt In vergelijking met In voorgaande jaren, doch ook aan de gestegen belangstel ling, die vanuit Westelijke landen in Leipzig aan de dag gelegd wordt. Voornamelijk uit Westdultsland, En geland, Frankrijk, Nederland en België wordt een grote belangstelling voor de Messe getoond. Het aantal bezoekers uit deze landen is veel groter dan ooit sedert Leipzig de étalage der Oostelijke industrie is geworden. Ook de inzen dingen uit deze landen zijn sterk toe genomen. Men spreekt dan ook van de meest omvattende ontmoetingen tussen de economie van het Oosten en het Wes ten sedert 1945. Daarbjj wordt er in alle correspondenties uit Moskou nadruk op gelegd, dat bjj deze ontmoeting deze keer politieke toespelingen zoveel mo- geljjk werden vermeden. Opgevallen is bjjvoorbeeld, dat de Oostduitse minister president, dr Grotewohl, bij de opening niet de gebruikelijke politieke leuzen tegen het Westen heeft afgevuurd, doch voornamelijk heeft gesproken over de bemiddelende invloed, die naar zjjn op vatting van de handel tussen Oost en West zou kunnen uitgaan op de poli tieke spanningen. Ook de gehele entourage van de Mes se vertoont volgens de berichten uit Leipzig weinig sporen van rechtstreekse politieke propaganda. Niet alleen in aantal, doch vooral ook in betekenis zjjn de Westelijke bezoe kers toegenomen. Vooraanstaande m- Vooral in een gebied als Schouwen- Duiveland spelen de klimatologische fac toren een belangrijke rol. De wind neemt een overheersende plaats in en wanneer gelet wordt op de ervaringen elders moet worden aangenomen, dat de invloed van de wind op de groei en de opbrengst der gewassen van grote betekenis is. Daarom spreekt het vanzelf, dat het verschaffen van meer luwte en het be vorderen van een gunstiger locaal kli maat zeker ten goede zal komen aan de exploitatie van het land. Maar niet alleen de landbouwkundige aspecten dwingen tot een stelselmatige opbouw van het landschap: ook de be woonbaarheid van het eiland zal toene men, wanneer de al te grote windbezwa- ren worden ondervangen. Het verblijf van de bewoners op de boerderijen, de land wegen en de akkers zal aangenamer wor den. En een milder klimaat met een aan trekkelijker landschap zal uiteindelijk ook de recreatie en het vreemdelingenbe- zoek stimuleren. Het natuurleven van Schouwen had door de aanwezigheid van vogelrijke inla gen, eendenkooien en karrevelden langs de Ooster-Schelde algemene bekendheid verworven. Veel kan daarvan worden I afgeschreven. Maar er zjjn door de ramp andere mo- I geljjkheden ontstaan. Zo kunnen kreek-1 gedeelten worden bestemd tot waterwild- j fiEN ramp kwam over het land. Zij vernielde de grond en alles H wat daarop stond. Bomen en struiken werden ontworteld door D de kracht van het water. Alles wat bleef staan was dood. Het landschap was onttakeld en geruïneerd. De boerenerven hadden hun omkransing van groen verloren, de wegen slingerden zich als vale jinten door een grauw landschap. zonder enige schaduw van boom en struik. In de dorpskommen was, toen het water werd verjaagd, geen plantsoen meer te vinden. Nu is overal op de eilanden, waar de dijken doorbraken, het herstel aan de gang. Op Schouwen-Duiveland, op Tholen, in de zak van Zuid-Beveland en bij Waarde. Alle nadruk valt op het landbouwkundige herstel en dat is goed: de grond moet weer vruchtbaar worden gemaakt en zo worden ingedeeld, dat er het groot ste rendement van mag worden verwacht. Er zal niemand zijn, die het# anders wil. maar wij zijn er niet helemaal gerust op, dat ieder ook zo overtuigd is van de noodzaak dezelfde aandacht te besteden aan het landschap. Aan de bomen langs de wegen en bij de boerderijen, aan de struiken en de planten in de dorpsplantsoenen. Laat niemand zich vergissen: een landstreek zonder beplanting is doods en eentonig. Het deprimeert de geest van de mensen, die er moeten wonen en werken. En daarom moet de mogelijkheid, die nu in de herverkave- lingsgebieden wordt geboden om tot een goede en schappelijke verzorging te geraken, met beide handen worden gegrepen. Door gemeentebesturen en boeren! Want het gaat daarbij óók

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 3