Indrukken van een tentoonstelling. EEN GEKLEED MEISJESJURKJE. Een Nederlands meisje op bezoek achter het ijzeren gordijn. D Er blijkt vraag naar Over rode overalls, het vakmanschap van de boerenstand, een kousenbreimachine en een gesprek bij een springconcours. DOODT VLIEGEN EN MUGGEN MET OM YL MENU'S voor een week in Juli. JUleJitei ojj M yeJbied Wrt was het vorige week druk in Goes. Nee, ik ben er niet aldoor op uitgetrokken, dan zou het niet goed gaan met de huis houdelijke gang van zaken, maar Vrijdagmiddag heb ik het er van genomen om de Tentoonstelling van de Z.L.M. eens te gaan bekijken. Daar viel wat te zien. Ik had er over horen vertellen en wel begrepen, dat er ook voor ons vrouwen, heel wat was, dat op ons eigen terrein valt. Ja, en dan wil ik er bij zijn. Maar toen ik er eenmaal was, heb ik na tuurlijk de meer vrouwelijke gebie den niet overgeslagen, maar zomaar aan het begin van mijn rondgang was ik gegrepen door wat een mijn heer stond te vertellen over die ellendige parasieten, die de gezond heid en het leven van onze paarden bedreigen. Nooit geweten, dat er zoveel aanslagen worden gepleegd op het leven van deze moo.ie en no bele viervoeters. Die mijnheer sprak zomaar losjesweg over honderddui zenden eieren, die deze kwaadaardi ge parasieten per dag produceren. Het gaat je kriebelen als je zo iets hoort. Bij de verdere rondgang door al die tenten trof het me telkens- weer, hoe veel er gedaan moet worden om al die vijandelijke machten en krachten in de natuur, waardoor ons voedsel in gevaar dreigt te komen, te beteugelen. Als je met een boer spreekt, heeft die nog wel eens de gewoonte om te zeggen: „Ik ben maar een boer!" Maar mensen, ik neem er mijn pet voor af. Wil een ".oer werkelijk zorgen, dat zijn bedrijf voor hèm rendabel is en voor ons voedsel opbrengt, dan moet hij een knap „vakman" zijn, dat heb ik ten minste wel begrepen. Natuurlijk is er heel veel hulp, geleerden op elk terrein bieden bijstand, maar je moet als boer dan toch maar zorgen, dat je weet wat er dreigt en wat je er tegen kunt doen. Ja, ik was al wandelend en lerend zo helemaal buiten (niet mijn boekje) maar dan toch wel buiten ons vrou welijk gebied getreden. Maar toen ik weer in een tent was, waar heel veel handwerken te bezichtigen vielen, kreeg ik tocli het gevoel weer thuis te zijn. Wat waren daar veel mooie en ook practische dingen te zien. Dat dit practische overheerst als je bij een stand komt "an de „Huishoudelijke Voorlichtingsdienst ten Plattelande" baart natuurlijk geen ver- ondering. Het lijkt me voor vrouwen en meisjes in de boerderijbedrijven toch wel pret tig, als ze zo eens zien, dat ze er toch niet als een vogelverschrikker behoeven uit te zien in hun werk. Die verschil lende soorten o1 eralls in een warme rode kleur kunnen werkelijk nog flat teus zijn, denk ik. Als i': moest melken droeg ik vast zo'n aardig ding, met een blousje er onder. Voor die koe beesten toch ook veel gezelliger! Toen ik even stond te kijken bij een matras, die men zelf zou kunnen ma ken, vertelde een vlotte juffrouw bij die stand, dat men door dit zelf te doen, wel een vijftig gulden kan be sparen op een bed. Best de moeite waard, vind ik. Even later, toen ik net wilde wegwandelen van de stand, waar ik een heel poosje de mooie en practische handwerken bewonderd had, liep ik zo maar pardoes onze an dere medewerker van ons Weekend, Flip Bra-i tegen het lijf. Die had het naar zijn zin, dat kun je begrijpen. Nu ja, op dat ogenblik niet zo bijzon der nog, hoor. Hij keek een beetje on wennig na r al die handwerken. Maar hij verklaarde, dat, nu hij eenmaal op de tentoonstelling was, hij ook alles wilde zien. Ik kon niet anders doen dan hem schoon gelijk geven, omdat ik hetzelfde van plan was. Maar later op de middag, toen ik hem weer eens zag bij het springconcours, toen kon je zomaar zien, dat Flip het maar 'opper best naar zijn zin had. Hij had niet veel tijd voor conversatie maar tussen twee sprongen in het parcours door, wist hij me te vertellen, dat er heel wat te zien was, en dat hij ook nog wel wat geleer had. Ik ben echter maar weer op mijn eentje vmder gaan kijken. Ze hadden me gezegd: „Och bij al die machines, dat is niks voor vrouwen". Maar ik doe altijd graag wat tegen de vleug in, dus regelrecht na .r die machines. Ik vind er iets fascinerends in. Stalen gevaar ten, kleinere en heel grote, van de meest wonderlijke constructie, leven loze dingen eigenlijk, maar die toch zoveel wc kunnen verzetten voor ons. Nu ja, direct gesproken voor de boer, maar indirect toch ook voor ons, want de stad moet van het land gevoed worden. In een van de eerste tenten had ik al een hele poos staan kijken naar een machine, die eieren sorteert. Je begrijpt het niet. Als we zelf die breekbare dingen moeten hanteren, ben je zo voorzichtig als je maar kunt, maar meestal krijgt een van die witte dingen toch een deuk. Maar in zo'n machine, gaat alles zomaar als vanzelf en kneuzenniet één toen ik er bij stond. Wat kunnen ze met machines tcch een massa doen, overpeinsde ik daar bij die eiersorteerder, maar op eens name., mijn gedachten ee 1 won derlijke en natuurlijk weer zo'n echt vrouwelijke sprong. Ik dacht: „Nu kunnen ze 't met al die machines haast laten toveren maar het schijnt toch onmogelijk te z!jn om eens een ma chine te ontwerpen, waarop men voor ons kousen maakt, die dün en tóch sterk zijn en die niét en werkelijk 'it ladderen. Waar een mens al niet aan denkt bij landbouwmachines. Na al die machines kwam ik weer terecht bij de stand van l.et Voorlichtings bureau van de Voedingsraad. Ziezo, dacht ik, nu neem ik het er even van, want ik wil vooral vertellen, hoeveel goede raad, dat bureau ons biedt. Er lag een grote tafel vol met dunne boekjes en vouwbladen, over alle on derwerpen die voor ons van belang zijn. Ge kunt voor enkele centen raad krijgen over ons voedsel en de berei ding. Een boekje met kaasrecepten, een ander boekje, dat vooral voor jon ge moeders van belang is. De groenten, die zoveel goeds voor ons bevatten, hebben ook een apart boekje, waarmee we het leven aan kunnen als we die raad maar opvolgen. O, er is zoveel, waarmee dat Voorlichtingsbureau ons ten dienste staat, dat ik er wel een heel Vrouwenhoekje alleen mee zou kunnen vullen. Het adres van het Voorlichtingsbureau, waar ieder die wil, de vouwbladen en brochures be- lr Hoewel dit werk, dat U deze drie meisjes hier ziet doen nu niet be paald lijkt, wat men doorgaans onder vrouwenarbeid verstaat, doen zij het met enthousiasme. Zij werken namelijk mee aan de wederopbouw van het tijdens de stormramp zo zwaar getroffen Schouwen en Duiveland. Men zou kunnen zeggen, dat zij vele steentjes bijdragen tot de „wedergeboorte" van het eens zo vruchtbare en welvarende eiland. Zij hebben nog heel wat stenen voor de boeg, maar zij houden de moed erin. Van links naar rechtsYvonne Haaksma (Den Haag); Fetje de Boer (IJmuiden) en Dorothy Legge (Nieuw Zeeland) aan de bikkerij nabij Zierikzee. Zij zijn lid van de Amerikaanse doops gezinde vrijwillige hulpdienst. «teUtsi kan, is: HtmtBg&MBMM 42, 's-Gravenhage. Ik vond het een welbestede middag, die ik op de tentoonstelling had door gebracht. Op eigen terrein wat geleerd en vooral ook gezien wat er in deze tjjd aan te pas komt, wil er van de boerderijen gezond en veel voedsel op onze tafels ko. ien. Ik weet niet of een dergelijke tentoonstelling al eens in de buurt van onze grote steden gehouden is, zo niet, dan moest dat maar eens gebeuren en dan moest men de stede lingen er heen jagen. Zo kan alleen maar waardering groeien voor al wat het plattela .d voor de stedelingen doet. Tot slot ben ik nog even terug ge wandeld, want nu ik toch op het ter rein was, wilde ik van het springcon cours ook nog wel wat zien. Maar toen i' daar eenmaal naar stond te kijken, wel toen was ik er niet weg te slaan vóór het laatste paard zijn sprong ge daan had. En nou zeggen ze vaak, dat er zoveel verschil is, tussen een boerin en een vrouw buiten het boerenbedrijf, maar daaraan ga ik sinds dat spring concours twijfelen. Ik stond er naast een welgedane boerin met een prach tige kap. Bij elke goedgelukte sprong zeiden we beiden even verrukt: „Die is goed". En we hebben allebei net zo lang gewacht tot de laatste sprong ge daan was, waarm we ook allebei von den, dat het rachtig was geweest. Wat ik nu maar zeggen wil is dit, dat je op zo'n tentoonstelling dus nog ver rassende ontdekkingen kunt doen. PxvUcwn u-ari de. uu-eefc. Uit de vele bestellingen is ons gebleken hoeveel vraag er is naar een aardig meisjesjurkje. Vele moeders, die ertegen opzien om voor zichzelf een japon te ver vaardigen, blijken graag bereid om voor hun dochters eens achter de naaimachine te gaan zitten. Begrij pelijk want voor een paar gulden kan men de aardigste jurkjes ma ken. Dit jurkje is versierd met kleine, witte motiefjes en (wat we al eens eerder gedaan hebben) ook ditmaal krijgt U de motiefjes erbij geleverd. Maak dit jurkje van effen zijde of van linnc Lijfje zowel als rokje zijn ruim genomen: geen strak zittende kleding voor jonge meisjes! De hals is afgewerkt me' een klein boordje, dat uit'oopt in een revertje. Het patroon is verkrijgbaar in de maten 708090 en 38. De prijs be draagt 90 ets. Wijze van bestellen- Plak aan de adreszijde van een b 'efkaart, nar en buiten het fran keerzegel, het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze aan de Redactie van het Zeeuwsch Dagblad, afd. Knippatronen, Lange Vorststraat 90 te Goes. Vermeld aan de andere zijde duidelijk Uw naam, adres en woonplaats en maat en num- me- (C 809) van het gewenste model. Plak nooit meer dan 1,aan post zegels extra op een briefkaart want wat meer geplekt wordt is waardeloos. Be stellingen onder rembours worden niet uitgevoerd, patronen worden niet ge ruild. De redactie heeft geen patronen in voorraad het persoonlijk aan ons kantoor komen afhalen heeft dus geen zin. e dochter van onze Nederland se schaakberoemdheid, mej. Euwe is op bezoek achter het ijzeren gordijn. Zij vertegenwoor digt in Moskou haar vader bij een gebeurtenis op schaakgebied natuur lijk. Kostelijk weet mejuffrouw Euwe van haar belevenissen te vertellen in Elseviers Weekblad. Zij heeft wel de gave veel op te merken en kan dat in pittige stijl weergeven. Belangrijk is ook, dat ze schouwt naar de achtergronden van wat zij ziet. Ik geloof wel, dat wij alle maal al heel dankbaar zijn, dat wij aan deze kant van het ijzeren gordijn een woonplaats hebben, maar als je deze artikelen gelezen hebt verdiept je dankbaarheid zich nog te meer. Mejuffrouw Euwe bekijkt alles echt als een nuchter Nederlands meisje dat kan doen. O, ze ziet geen verschrikke lijkheden. Integendeel, zover ik nu haar artikelen gelezen heb, wedervaart haar niets dan vriendelijkheid, maar ze ziet, doorvoelt zelve genoeg van de armoe, geestelijk en stoffelijk, van het Russi sche leven. Van die stoffelijke armoe, weer niet zo schril als wij dat denken, tenminste niet in Moskou, geeft ze een beeld als ze vertelt van een bezoek aan 'n groot warenhuis in Moskou. Het kopen daar in een zaak lijkt me een ingewikkelde bezigheid. Ze vertelt: „De winkels missen alle sierlijkheid, elegantie, goed opgemaakte juprou- wen, zij missen de genoegelijkheid, die een goede verkoopster in een winkel kan scheppen. De sfeer is er hard; het is de stilzwijgende uitdrukking van een betrekkelijk tekort. Er is nu eenmaal een verschil tussen behoorlijk gevoed en gekleed te zijn en gezellig gevoed en gekleed. Dat laatste ontbreekt hier. De kleren zijn hard. Doch met hoeveel aandoenlijke bewogenheid kijken de Russische vrouwen naar de kleren, die 'in de étalages staan. Zij zijn er ten hoogste mee ingenomen. Gaarne beta len zij een soort entrée-prijs om de draaibare modepoppen van dichtbij te zien. Wie naar binnen wil, moet naar een kassa gaan. Aan zulk een kassa zag ik het ingewikkelde betalings systeem. Men betaalt er zonder bon een op een voorwerp aangegeven prijs. Daarvoor krijgt men een bon. Op die bon kan men van alles verkrijgen, wat voor die aangegeven prijs te koop is. Men doet dezelfde handelingen, die el ders een winkelmeisje verricht". Toen Mejuffrouw Euwe binnenkwam moest ze een vrouw passeren, die de toegangskaartjes knipte. De stakker zelf zag er uiterst sober uit, maar toen ze aan de kleren van mejuffrouw Euwe zag, dat die een buitenlandse was, gaf ze haar werk over aan een ander en begon vol trots de gast rond te leiden in het magazijn. Trots op alles wat het magazijn te zien gaf, wat ze zag als een overwinning van het nieuwe ge loof. Mejuffrouw Euwe zegt heel kort, dat een arbeider in het Sovjetparadijs circa f 600 per maand verdient, maar dat je voor een simpel jurkje, waar voor we hier naar schatting f 30 beta len, daar f 400 moet uitleggen. Dan weten we wel zo ten naaste bij, dat een gewoon mens in die Sovjetheer lijkheid niet al te dikwijls aan wat nieuws toekomt. GEESTELIJKE NOOD. Dóch dit gaat alles over de materiële soberheid zullen we maar zeggen om geen sterker woord te bezigen. Erger nog is het, dat de mensen daar geeste lijk zo worden gevormd, dat ze niet eens meer beseffen, dat ze allemaal geen individuele mens meer zijn, maar een kuddedier zijn geworden. Een beetje netter noemen ze dat daar ge meenschapsmens. In een heel vriende lijk gesprek overigens probeert mejuf frouw Euwe haar Russische gastheren uit te leggen, dat wij het bij ons pret tig vinden om eens met elkaar over verschillende onderwerpen van ge dachten te wisselen om eikaars stand punt eens te toetsen. Je reinste dwaas heid vond men dat daar. Er is maar één standpunt en hoe kun je daarover van gedachten gaan wisselen. Zoals wij met bezorgdheid spreken over deze geestelijke gedwongen eenvormigheid, die men daar nu al als iets gewoons aanvaardt, zo vinden de Russen ons eigenlijk belachelijk met al onze ver schillende meningen en opvattingen. En dat zij achter een ijzeren gordijn zouden wonen voor die gedachte hebben ze alleen maar een spottend lachje over! Als mejuffrouw Euwe verteld heeft hoe heel het Russische leven in groeps verbanden is samengesnoerd, besluit ze echt vrouwelijk, dat ze al speurend in de goede maand van Mei toch één groepsverband miste en wel speciaal in de Moskouse parken, n.l. het „groeps verband" van jonge paartjes. Die zag ze trouwens nergens. Maar ze miste ze wel terdege. Uit bescheidenheid durft ze over deze „zaak" niet vragen, maar onnatuurlijk leek het haar wel, dat je, in Mei, geen dusdanige „groepsver banden" in de parken aantrof. Dus ook dat al niet. Neen, de artikelen van me juffrouw Euwe hebben bij mij nog geen heimwee wakker gemaakt naar al de zo hoog geloofde Sovjetheerlijkhe den, waarvan men elders zo gewaagt. Ik houd het, net als u waarschijnlijk, nog maar bij ons goede Hollandse spreekwoord: „Vrijheid, blijheid", en dan nog als vrouw, want dat vrouwe lijke verloochent zich bij ons niet zo gauw: je wil toch ook wel eens kans hebben om gezellig te winkelen en zo maar wat charmants te kopen, zonder voor jaren geruïneerd te zijn. Maar wat zou een Sovjetmijnheer medelijdend op mij neerblikken over zoveel dwaasheid. Het is bij hen im mers zo goed. Alles één van zin, en kleren wat geef je daar nu om! Maar toch. een kans om eens een kijkje achter dat door de Russen ge loochende ijzeren gordijn te nemen, wel dat zou me wel aanstaan. Doch met een retour op zak! MAJA. /WteAlei o-p eik gebied Ia een mooie zomer staat het hoofd van de huisvrouw er niet naar om veel te koken. Maar er zijn in dit jaargetijde zoveel fijne groenten, die slechts korte tijd beschikbaar zijn, dat we er goed aan doen ze toch maar op tafel te zetten. Daar zijn de asperges, gevolgd door tuinbonen, peulen, dop erwten en capucijners en de aard appelen die maar eens in het jaar nieuw zijn. Maak het niet alle dagen kropsla, want hoe gemakkelijk en lek ker deze groente ook is, een beetje vervelend wordt het wel op den duur. Bovendien, voor een goede voeding is variatie vereist 1. MENU'S. 2. Koude asperges met mayonnaise; ge hakt of slavinken, aardappelen, stoof- sla; fruit. Aardappelen, worteltjes, andijviesla, jus; rijstebrij. 3. Kaasragout, postelein-stamppot 4. Kalfs- of varkenslapjes, aardappelen, bloemkool, jus; rabarbermoes. 5. Aardappelen, sr'nazie, jus; havermout- koekjes. 6. Groentesoep; haring, aardappelen, bieten, botersaus. 7. Aardappelen, andijvie, jus; griesmeel pudding. 1. Asperges kunnen behalve als warme groente dienst doen als een koud voor gerechtje. Hiervoor hoeven we geen dikke exemplaren te nemen: zij worden toch bedekt met een sausje. Plakjes hard gekookt ei maken dit gerecht nog smakelijker. 3. Geloof het of niet: er zijn mensen die niet van postelein houden, wanneer deze in een sausje wordt opgedaan. Stamppot van postelein aanvaarden zij vaak we., maar dan moet de groen te goed uitgelekt zijn en melk in plaat» van groentenat in de stamppot worden gebruikt. 4. Wordt de bl emkool in weinig water gekookt, dan kan het kooknat mooi gebruikt worden voor het maken van een saus. 5. Havermoutkoekjes kunnen bereid wor den van zeer dikke, koude havermout pap, waardoor wat bloem is geroerd, of van rauwe geweekte havermout en bloem. Zowel warm als koud zijn de koekjes zeer smakelijk. 6. Voor de groentesoep koken we de groenten ditmaal niet gaar. We hak ken een paar worteltjes, een stuk bloemkool, een sjalot en wat peterselie zeer fijn en voegen deze vlak "óór het opdienen bij de bouillon. In een der gelijke soep kan uitstekend een rest groer.tenat of een rest tomatenpurée verwerkt worden. Voor een liter soep zijn twee lepels rijst en een ons groen te voldoende. Recept voor 4 personen- Asperges met ham en mayonnaise. 250 gram asperges, 50 gram (schouder) ham, 2 a 3 lepels mayonnaise, 4 Sneetjes oud brood, een paar mooie slabladeren, zout. De asperges schillen en de houtige on dereinden afsnijden. De asperges in ruim water met zout gaar koken in a 1 uur. D- groente laten afkoelen en in stukken snijden van ongeveer 3 cm lengte. De ham zeer fijn snijden en vermengen met mayonnaise. De sla wassen en uitslaan. De sneden brood doormidden snijden en roosteren. Op iedere snede een blad sla leggen. Daar op de asperges leggen en deze bedekken met mayonnaise.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 7